Het ongeziene zien

Download Report

Transcript Het ongeziene zien

ONTWIKKELING
Het ongeziene zien
Een pleidooi voor meer bewustzijn rond
vroegkinderlijk trauma in de hechtingsrelatie
traaktmij 2017/1
Wie is Doris D’Hooghe?
Doris D’Hooghe : Ik ben altijd al gefascineerd geweest door mensen. Wat ze dachten, deden, voelden... Deze fascinatie lag uiteindelijk
aan de basis van een loopbaan in het begeleiden van mensen. Ik geloofde (en geloof) steevast in de groeimogelijkheden van mensen en hun
sterkte en kracht om de soms nare, negatieve ervaringen die ze hebben meegemaakt te verwerken en een plek te geven. Ik sta aan de
basis van het Traumacentrum België waar ik werk als psychotraumatologe, kindertherapeute en EMDR practitioner.
traaktmij: Om te beginnen, Doris, wil ik je hartelijk danken om ons te woord te staan en je pleidooi met ons te delen. Kan je in een
notendop samenvatten waarom een groter bewustzijn rond het traumatische karakter van negatieve hechtingservaringen zo
belangrijk is?
Doris D’Hooghe: Ik wil ook jullie danken om de ruimte en de tijd te nemen om dit thema op tafel te leggen. Het belang ervan kan volgens mij
niet overschat worden. Bowlby, de founding father van de hechtingstheorie stelde onomwonden dat negatieve ervaringen in de vroegkinderlijke
hechtingsrelatie de belangrijkste indicatoren zijn voor latere psychopathologie. Die hypothese zien we keer op keer bevestigd in onze klinische
praktijk. Dit verband wordt met name bepaald door het tijdstip van de ervaringen, de ontwikkelingsfase van het kind en de eigenschappen van
de relatie waarin de traumatische ervaring zich voordoet.
Naast de klinische praktijk toont recent breinonderzoek het effect van vroegkinderlijk hechtingstrauma op de ontwikkeling van de hersenen aan.
Dat onderzoek geeft ons nieuwe handvatten om ons begrip van vroegkinderlijk trauma te verruimen en nieuwe criteria uit te zetten, die ons dan
weer helpen om vroeger in te grijpen en accurater te behandelen. Het verhoogde bewustzijn bij clinici én bij ouders is daarbij essentieel. Het
zorgt ervoor dat we preventief kunnen werken, behandelingen op maat kunnen uitwerken en nieuwe therapeutische competenties kunnen
ontwikkelen.
traaktmij: We hebben het over ingrijpende gebeurtenissen die zich voordoen in de hechtingsrelatie: de relatie tussen zeer jonge
kinderen en hun belangrijkste zorgpersonen. Kan je toelichten waaruit een veilige hechtingsband precies bestaat?
Doris D’Hooghe: Jazeker, het is een belangrijke vraag want veel mensen verwarren een veilige hechtingsband met een liefdesband. Maar een
baby heeft meer nodig dan liefde en functionele zorg om tot optimale ontwikkeling te komen. De kwaliteit van de hechtingsband hangt
voornamelijk af van de hechtingsfiguur. Bowlby zegt dat deze hechtingsfiguur een soort van ‘zekere’ basis en veilige haven zou moeten zijn,
van waaruit het kind de wereld kan verkennen, maar waar het ook altijd naar kan terugkeren in tijden van nood.
Daarbij is continuïteit van groot belang: de hechtingsfiguur moet voort-durend aanwezig zijn, een voorwaarde die systematisch in het gedrang
komt in onze samenleving. Bovendien moet de aanwezigheid niet enkel een lichamelijke, maar ook een psychische aanwezigheid zijn; een
emotionele toegankelijkheid, die aan de basis ligt van een gepaste reactie op de signalen van het jonge kind. Wanneer op die signalen een
afwijzing of een ongepaste reactie volgt, bijvoorbeeld voeden wanneer er eigenlijk troost nodig is, dan kunnen we dit beschouwen als een
verbreking van de band met een mogelijks traumatische impact. Een kind is immers 100% aangewezen op zijn zorgverleners om zijn interne
opwindingstoestand te reguleren. Het kan zichzelf niet troosten of geruststellen, daarvoor heeft het de moeder of vader nodig als externe
regulator. Wanneer een baby huilt en de mama dit signaal begrijpt, ontvangt en erop antwoordt - zonder zelf overspoeld te geraken - leert het
kind dat gevoelens betekenisvol en niet bedreigend zijn en dat ze komen en gaan. Deze vaardigheid van ouders wordt ‘sensitieve
responsiviteit’ genoemd. ‘Containment’ slaat dan op het vermogen van de ouders niet overspoeld te worden door hun eigen emoties of deze
van het kind.
Daarnaast is ook oprechte interesse voor het kind belangrijk. Een ouder die zich afvraagt wat het kind denkt, voelt en wenst. Kunnen nadenken
over deze interne wereld van het kind, zorgt ervoor
dat een
ouderhet
het volledige
kind leert begrijpen
en er op een betrokken en gepaste manier contact
Op zoek
naar
artikel?
mee maakt. Dit mentaliserend vermogen van de ouder zorgt ervoor dat het kind zichzelf begrijpt. Het is van groot belang voor de ontwikkeling
van het zelfbesef. Naast interesse in het kind is het ook van wezenlijk belang dat een hechtingspersoon in staat is te reflecteren over zijn eigen
Omdat we maar een kleine redactie zijn, zijn alle
(hechtings)geschiedenis. Dat hij of zij zich kan en wil bezinnen over het eigen verleden en hoe dit verleden getriggerd kan worden door het
bijdragen broodnodig om dit magazine te realiseren.
kind. Dankzij deze reflectie hoeft een ouder eigen verlangens en behoeften niet te projecteren op het kind, maar kan hij een kind spiegelen,
zodat het zijn eigen interne toestandDoe
leertdaarom
ervaren eneen
begrijpen.
bijdrage en ontvang dit artikel naar
keuze
gedrukt
of ‘intern
digitaal
(€ 5,00).
nog vormt
beter:
Op basis van al deze ervaringen ontwikkelt een kind een
werkmodel’,
dat Of
de basis
vanabonwaaruit het kind zal communiceren met de
neerdejebelangrijkste
voor 1 jaar
(€ 24,99)
en zelfbeeld,
krijg toegang
buitenwereld. Dit sjabloon zet eveneens
krijtlijnen
uit voor het
het beeldtot
van alle
de ander en van de relatie met de ander.
artikels en info. Op die manier kunnen wij blijven
bestaan,
eninontvang
jij een
schat
aan informatie!
traaktmij: Worden al deze factoren
voldoende
acht genomen
in de
klinische
praktijk?
Doris D’Hooghe: Elk van deze factoren is van doorslaggevend belang om een veilige hechting te bereiken. Als deze condities niet ingevuld
Info
worden, ontstaat er een traumagevoelige situatie voor het
kind.en
In inschrijven:
de klinische praktijk worden die voorwaarden nog al te vaak afgedaan als
www.traaktmij.be
[email protected]
onbelangrijk of ze worden zelfs ronduit genegeerd. Tegelijkertijdof
confronteert
die praktijk ons onophoudelijk met de enorme effecten van
hechtingstrauma voor de fysieke en de mentale ontwikkeling van het kind. Maar we moeten het ongeziene leren zien. We kunnen ons niet
langer beperken tot de voor de hand liggende symptomen. Als we in gedachten houden dat er sprake kan zijn van hechtingstrauma kunnen we
een meer volledige behandeling aanbieden aan onze cliënten.
1
ONTWIKKELING
Het ongeziene zien
Een pleidooi voor meer bewustzijn rond
vroegkinderlijk trauma in de hechtingsrelatie
traaktmij 2017/1
traaktmij: Kan je elementen aangeven die mogelijks zouden kunnen bijdragen tot een classificatie voor hechtingstrauma?
Doris D’Hooghe: Ja, het is belangrijk om die classificatie te verfijnen zodat we hechtingstrauma vroeger en gerichter kunnen identificeren en
behandelen. De moeilijkheid is dat er in de vroege kindertijd veel mogelijke oorzaken zijn voor trauma. Ik leg de nadruk op gebeurtenissen in de
vroege kindertijd die een herhaald karakter hebben of chronisch zijn en die plaatsvinden tussen het kind en de zorgfiguur. Zoals gezegd is het
tijdstip van de gebeurtenissen en de ontwikkelingsfase van het kind daarbij van groot belang.
In het algemeen worden misbruik en verwaarlozing gedefinieerd als basis voor hechtingstrauma, maar zoals het voorgaande ons toont, dreigen
we daarbij de minder evidente traumatisering in de zorgrelatie over het hoofd te zien. Precies op dit punt stel ik een verbreding voor van de term
‘hechtingstrauma’.
traaktmij: Kan je ons enkele voorbeelden geven van die minder vanzelfsprekende vormen van hechtingstrauma?
Op zoek naar het volledige artikel?
Doris D’Hooghe: Een bron van trauma die nog veel onderzoek vraagt, maar veel belangrijker is dan we denken, is de prenatale traumatisering
van de hechtingsrelatie. Negatieve ervaringen van de moeder werken rechtstreeks in op het kind en kunnen de ontwikkeling van het kind dus
Omdat we maar een kleine redactie zijn, zijn alle
negatief beïnvloeden. Maar ook de relatie die de moeder tot het kind heeft voor de geboorte doet haar invloed gelden: is het kind gewenst of
bijdragen broodnodig om dit magazine te realiseren.
ongewenst bijvoorbeeld. Ook het draagvlak van de relatie tussen de vader en de moeder en de relationele spanningen en conflicten hebben
een grote invloed in deze fase. Doe daarom een bijdrage en ontvang dit artikel naar
keuzetraumagevoelige
gedrukt of digitaal
(€ 5,00).
Ofhechtingsmogelijkheden
nog beter: abon- voor moeder en kind belemmeren.
Het geboorteproces zelf is een uitermate
gebeurtenis
en kan de
neereen
je keizersnede,
voor 1 jaar
(€ 24,99)
en krijg
alle gescheiden wordt na de geboorte
Een ongewoon lange of korte bevalling,
medische
complicaties,
het toegang
kind dat vantot
de moeder
artikels
en
info.
Op
die
manier
kunnen
wij
blijven
etc. Vooral tijdens de eerste vier levensjaren is er extra aandacht nodig voor de kwaliteit van de hechtingsrelatie en de mogelijkheid van
bestaan,
ontvang een
jij een
schat moeten
aan informatie!
hechtingstrauma. In die periode zouden
clinicien
systematisch
inschatting
maken van de hechtingsstijl van de ouders. Bepalende
gebeurtenissen in deze periode zijn onder andere: scheiding van de zorgpersoon, vroege verlieservaring, verandering van zorgpersoon, ziekte
Info en inschrijven:
of depressie van de zorgpersoon, echtscheiding, zelfmoordpogingen,
relationele conflicten, moederlijke dissociatie, psychopathologie bij de
ouders. Daarnaast zijn er natuurlijk ingrijpende
levenservaringen die
losstaan van de hechtingsrelatie: frequent verhuizen, vroege medische
www.traaktmij.be
of [email protected]
interventies, een chaotische omgeving etc.
traaktmij: We hebben nu een vrij goed overzicht op de factoren die hechtingstrauma kunnen veroorzaken. Kan je ook de
belangrijkste gevolgen van hechtingstrauma toelichten?
Doris D’Hooghe: Die gevolgen zijn vergaand en doen zich voor op alle niveaus: emotioneel, cognitief, gedragsmatig, sociaal, relationeel, fysiek
en neurobiologisch. Eén van de belangrijkste gevolgen van vroeg trauma zijn psychopathologieën zoals PTSS (post-traumatisch
stresssyndroom), depressie en dissociatieve stoornissen. In de biologie van onze hersenen kan vroeg trauma permanente schade veroorzaken
en leiden tot een verstoring van de integratie van waarnemingsinformatie. Andere gevolgen zijn een aanhoudende staat van angst,
aandachtsproblemen, gebrekkige impulscontrole, slaapproblemen, motorische problemen en sociale problemen. Tot de best gedocumenteerde
gevolgen behoren hyperarousal (overprikkeling) en dissociatie. Deze twee symptoomclusters hebben aanleiding gegeven tot een hele resem
nieuwe diagnoses: enerzijds ADHD, HSP, oppositionele gedragsstoornis en leerproblemen; anderzijds autisme en depressie. Ik zie deze
symptomen als post-traumatische symptomen, maar dat veronderstelt dat je het ongeziene begint te zien.
Doris D’Hooghe: Het is van cruciaal belang dat we onszelf erin
oefenen om verder te kijken dan de PTSS-eigenschappen en
onze visie op traumatische ervaringen verruimen. Als we in staat
zijn voorbij de oppervlakte te kijken, kunnen we inzetten op
preventie en vroege interventiestrategieën ontwikkelen. Een
grondig onderzoek van het kind, de ouders, de ouder-kindrelatie
en de thuissituatie kan belangrijke informatie aan het licht brengen
die we kunnen opnemen in de behandeling. Daarbij is het van
doorslaggevend belang dat we het kind leren begrijpen vanuit zijn
unieke ervaringen.
Er is nog heel wat sensibiliseringswerk nodig rond het belang van
de ouder-kindrelatie. Er is nog zoveel kennis door te geven in
workshops, trainingen en lezingen. Dat zijn initiatieven die
belangrijk zijn voor ouders en kinderen, maar ze maken het ook
voor clinici mogelijk om hun vaardigheden en hun therapeutisch
potentieel te verbeteren.
2
Fotograaf onbekend
traaktmij: Dat is een pleidooi dat vandaag, meer dan ooit,
relevant en actueel is. Welke uitnodiging zou jij willen doen
aan collega-therapeuten en ouders?