een brief - Groninger Krant

Download Report

Transcript een brief - Groninger Krant

Stichting Burgercomité Haren
p/a Rijksstraatweg 23
9752 AA Haren
[email protected]
06 22473694
Herindeling Groningen, Haren en Ten Boer
Reactie op uw brief d.d. 1 februari 2017,
Kenmerk: 2017-0000021769
Aan de Minister van BZK,
De heer dr. R.H.A. Plasterk
Postbus 20011
2500 EA Den Haag
Haren, 7 februari 2017
Geachte heer Plasterk,
Hartelijk dank voor uw beantwoording van de brief van het Burgercomité Haren d.d. 12 januari 2017.
Op enkele van de punten waarvoor wij uw aandacht hebben gevraagd, bevat uw brief een duidelijk antwoord.
Onze grote bezorgdheid en onvrede over de misleidende aard van het herindelingsadvies van de provincie
Groningen hebt u echter niet kunnen wegnemen. Ook op het punt van ‘lichte samenvoeging’ is onze
ongerustheid nog niet weggenomen.
Herindelingsadvies geen betrouwbare basis voor wetgeving
Op 1 februari j.l. hebben Provinciale Staten het herindelingsadvies vastgesteld overeenkomstig het voorstel
van Gedeputeerde Staten. Naar wij aannemen, heeft de provincie het vastgestelde herindelingsadvies
inmiddels aan u toegestuurd.
Provinciale Staten negeerden alle feitelijk goed onderbouwde aanwijzingen, gegeven door de gemeente
Haren, politici en inwoners van Haren en andere personen, alsmede (de advocaat van) het Burgercomité
Haren, dat het door Gedeputeerde Staten gemaakte herindelingsadvies een onjuist en onvolledig beeld geeft.
Hierdoor hebben zij aan u en de overige leden van het kabinet, de Raad van State en de beide Kamers van de
Staten-Generaal willens en wetens de mogelijkheid onthouden om, op basis van een deugdelijke informatievoorziening, alle elementen van de door de provincie gevolgde herindelingsprocedure te toetsen op
rechtmatigheid, zorgvuldigheid en behoorlijkheid. Wij achten dit een ernstig verzuim.
In zijn arrest van 19 november 1999 (ECLI:NL:HR:AA1056) heeft de Hoge Raad overwogen dat de beoordeling
van een herindelingsprocedure gericht op de totstandkoming van een wet in formele wet, bij uitsluiting
toekomt aan de formele wetgever. Dit brengt mee dat de wetgever erop moet kunnen vertrouwen dat de aan
hem verschafte informatie over de gevolgde procedure juist en volledig is en de hiervoor verantwoordelijke
(provinciale) politici de waarheid spreken. In dit verband verwijzen wij naar de woorden van de heer Kees van
der Staaij tijdens het Kamerdebat op 26 januari j.l. over Minister van der Steur – “Kamerwerk berust op
vertrouwen. Daarvoor is het essentieel dat de informatievoorziening deugt en politici de waarheid spreken."
Voor zover het de herindeling van de gemeente Haren betreft, voldoen het herindelingsadvies en de besluitvorming erover beslist niet aan beide, door de heer van der Staaij genoemde voorwaarden. De afgelopen tien
maanden hebben wethouders en raadsleden van de gemeente Haren, inwoners en het Burgercomité Haren
helaas veelvuldig geconstateerd dat de verantwoordelijke provinciale politici er geen moeite mee hebben de
waarheid geweld aan te doen, de werkelijkheid naar hun hand te zetten en met de rechten van de raad en de
inwoners van Haren een loopje te nemen. Dit alles om bij gebrek aan overtuigende argumenten, tegen de wil
1
van de raad en het college van Haren en een ruime meerderheid van de bevolking van Haren, een samenvoeging van Haren met Groningen door te kunnen drukken. Pure machtspolitiek. Met democratisch en
behoorlijk bestuur heeft de herindelingsprocedure weinig te maken gehad. Om dit voor de wetgever zoveel
mogelijk verborgen te houden, is het herindelingsadvies op uiterst geraffineerde manier in elkaar gezet.
Onder deze omstandigheden kunt u er volgens ons helaas niet op vertrouwen dat u zich op basis van het
herindelingsadvies in combinatie met de ingediende zienswijzen een goed beeld zal kunnen vormen van de
door de provincie gevolgde procedure. Veel essentiële informatie, onder meer vastgelegd in besluiten van de
raad van Haren en in brieven en mails, ook van het Burgercomité Haren, en op videopnames van informatiebijeenkomsten en vergaderingen van de Statencommissie Bestuur en Provinciale Staten, maakt, voor zover wij
weten, geen deel uit van de stukken die aan u zijn gestuurd. Wij zijn graag bereid u te voorzien van de door
ons bedoelde documenten en vindplaatsen.
Gemeente en inwoners van Haren zijn tegen opgelegde herindeling
Voor de motieven van een ruime meerderheid van de bevolking (van de dorpen Haren, Onnen, Glimmen en
Noordlaren) en de volksvertegenwoordiging om een samengaan met Groningen af te wijzen, hebben de
provincie en de gemeente Groningen nooit enige nieuwsgierigheid getoond. In het herindelingsadvies noch in
de voorgaande documenten (Verkenning gemeentelijke herindeling Groningen, Haren en Ten Boer en Herindelingsontwerp GHTB) is aandacht besteed aan de te verwachten gevolgen – positieve en minder positieve –
voor o.a. de inwoners, aanwezige voorzieningen, woonlasten, woonomgeving, het waardevolle landschap en
hiermee ook de kwaliteiten en (economische) aantrekkingskracht van de groene long van de Regio GroningenAssen.
De raad van Haren heeft, na kennisneming van de Verkenning gemeentelijke herindeling Groningen, Haren en
Ten Boer, op 15 juni 2016 weloverwogen geconcludeerd dat de belangen van de inwoners beter worden
gediend met uitvoering van het eigen verbeterplan Beterr Haren door een zelfstandig blijvende gemeente
Haren dan door herindeling met Groningen en Ten Boer.
Vanuit staatsrechtelijk oogpunt is het opmerkelijk dat de provincie heeft gemeend beter dan de gemeenteraad
te weten hoe de belangen van de inwoners van Haren het beste worden gediend. Bij zorgvuldige bestudering
van het herindelingsadvies zal u blijken dat de provincie niet de moeite heeft genomen om aan te tonen, laat
staan overtuigend heeft aangetoond dat samenvoeging met Groningen in het belang is van de inwoners van
Haren, zoals Gedeputeerde Staten steeds hebben beweerd. Het enige argument dat uit de besluiten en
uitspraken van Gedeputeerde Staten kan worden opgemaakt, is dat de provincie de inwoners van Haren wil
beschermen tegen ‘de ingrijpende gevolgen van de forse opgaven tot verbetering van het kwetsbare financiële
perspectief van Haren (bezuinigingen en lastenverhogingen) voor henzelf en de collectieve voorzieningen’
(besluit d.d. 28 juni 2016). Het gaat hier om een financieel ombuigingsplan waarmee, onder verantwoordelijkheid van CDA, D66 en Gezond Verstand Haren, in zeven jaar de gevolgen van verkeerd beleid in voorgaande
raadsperiodes ongedaan worden gemaakt. Het COELO1 en het gemeentebestuur hebben inmiddels met feiten
aangetoond dat er geen enkele reden is aan te nemen dat de inwoners en de collectieve voorzieningen van
Haren beter af zijn bij herindeling met Groningen. Bovendien zijn die gevolgen van het ombuigingsplan op
geen stukken na zo ingrijpend als de provincie beweert.
Vanuit staatsrechtelijk oogpunt is het evenzeer opmerkelijk dat de provincie meer gewicht toekent aan een
vermeende instemming door het college van Haren met een ‘lichte samenvoeging’, wat het college zelf
mondeling en schriftelijk heeft tegengesproken, dan een afwijzing van lichte samenvoeging door de raad van
1
Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden, Rijksuniversiteit Groningen
2
Haren. Waar u in uw brief van 30 juni 2015 tot aanvulling van het Beleidskader spreekt over het criterium
‘overeenstemming tussen de gemeenten over de toepassing van deze herindelingsvariant’, kan dit, gelet op
artikel 5, eerste lid, en artikel 8, vierde lid, Wet arhi, niet anders betekenen dan dat de raden van de betrokken
gemeenten zich hierover moeten uitspreken. Namelijk bij het vaststellen van een gemeentelijk herindelingsontwerp, onderscheidenlijk bij het kenbaar maken van hun zienswijze over een door de provincie vastgesteld
herindelingsontwerp.
Voorts is het vanuit staatsrechtelijk oogpunt opmerkelijk dat de provincie een ‘verbindingspersoon’ (de
Drentse oud-gedeputeerde Marga Kool) heeft aangesteld om namens de inwoners van Haren op te komen
voor hun belangen bij de voorbereiding van een bestuursakkoord tussen Groningen en Ten Boer, in het
verlengde van het provinciale herindelingsontwerp. Welk wetsartikel geeft een provincie de bevoegdheid een
willekeurig persoon in de plaats stellen van de wettelijke vertegenwoordiger van de burgers van een
gemeente, de gemeenteraad? Overigens heeft mw. Kool nooit contact gezocht met het Burgercomité, een
netwerk van honderden ongeruste en actief betrokken burgers .
De rechtmatigheid van de door de provincie gemaakte keuze om onderwerpen die zich bij uitstek lenen voor
regeling in een provinciaal herindelingsontwerp en –advies, zoals een ruimtelijk ontwikkelingsperspectief voor
de beoogde nieuwe gemeente en duidelijkheid over de te verwachten gevolgen van de beoogde herindeling
voor de belangen van de inwoners en hun collectieve voorzieningen, kan eveneens worden betwijfeld. De Wet
arhi biedt niet de mogelijkheid om voor raad en inwoners relevante aspecten van een herindeling buiten het
herindelingsontwerp te houden en daarmee hun recht tot het kenbaar maken van hun zienswijze te beperken.
Dit laatste is feitelijk wel gebeurd. Gedeputeerde Staten hebben in de vergadering van de Statencommissie
Bestuur op 25 januari j.l. meegedeeld dat zij de in zienswijzen naar voren gebrachte bezwaren met betrekking
tot onderwerpen die niet in het herindelingsontwerp, maar in het bestuursakkoord aan de orde komen, buiten
beschouwing hebben gelaten.
Dat de provincie, ondanks herhaalde verzoeken van raad en inwoners, heeft geweigerd openheid van zaken te
geven over het financiële perspectief van Groningen, heeft bij velen argwaan gewekt over het werkelijke
motief van de provincie om het van oudsher overwegend liberale Haren onder te brengen bij Groningen. Een
stad die in veel opzichten sterk verschilt van het landelijke Haren met zijn vier dorpen. Het heeft er alle schijn
van dat één van de beste woongemeenten van Nederland (volgens Elseviers Weekblad) wordt opgeofferd aan
de grootstedelijke ambities van een stad die ‘financieel tegen zijn grenzen aanloopt’ (bron: rapport Grenzeloos
Gunnen, p. 73). Dit laatste wordt bevestigd door de negatieve ontwikkeling van de meeste kengetallen over de
financiële positie van Groningen in de periode 2014-2020.
Wassenaar wordt toch ook niet door de provincie Zuid-Holland gedwongen tot samenvoeging met Den Haag?
Waarom Haren dan wel met Groningen?
Voorkeur kabinet en parlement voor herindeling van onderop
Volgens uw Beleidskader gemeentelijke herindeling (28 mei 2013) heeft het kabinet een voorkeur voor
herindeling van onderop. Een voorkeur die, zoals u weet, in de Tweede en Eerste Kamer breed wordt gedeeld.
Anders dan in het herindelingsadvies staat, was in maart 2016 noch later sprake van de (twee) gevallen die in
hoofdstuk 3 van het Beleidskader worden genoemd, waarin een provincie inbreuk kan maken op die voorkeur
door “wanneer nodig zelf een arhi-procedure [te] starten”. Er waren geen jarenlange herindelingsdiscussies
tussen Haren en andere gemeenten zonder reëel zicht op een bevredigende uitkomst. Evenmin was er sprake
van ‘urgente problemen die alleen met herindeling kunnen worden opgelost’. De provincie had begin maart
2016 ingestemd met de conclusie van de door haar zelf geïnitieerde bestuurskrachtanalyse door het
organisatieadviesbureau B&A dat de geconstateerde tekortkomingen in beginsel door Haren zelf kunnen
3
worden opgelost. Ook het hiertoe door B&A aan de gemeente gegeven advies heeft de provincie
onderschreven. De nadien door Deloitte uitgebrachte twee rapporten over de financiële positie van Haren
hebben geen nieuwe tekortkomingen aan het licht gebracht.
Door als gemeente te besluiten zelf een verbeterplan Beterr Haren te maken, uitgaande van het advies van
B&A, heeft Haren gehandeld in overeenstemming met uw standpunt in het Beleidskader dat “voorop [dient] te
staan dat gemeenten als eerste aan zet zijn als het gaat om het vinden van oplossingen om hun maatschappelijke opgaven beter te kunnen oppakken”. Dat de provincie dit verbeterplan, waaraan veel inwoners hebben
bijgedragen, op 28 juni 2016 terzijde heeft geschoven, zonder dit zelf inhoudelijk te hebben beoordeeld, is een
duidelijke aanwijzing dat zij onder geen beding de gemeente Haren de kans heeft willen geven om door
uitvoering van haar verbeterplan aan te tonen dat zij wel degelijk als zelfstandige gemeente haar toekomstige
maatschappelijke opgaven binnen het verband van de Regio Groningen-Assen kan oppakken.
Het rapport Toetsing Aanpak Beterr Haren (B&A 10 juni 2016), waarmee de provincie haar afwijzing van Beterr
Haren rechtvaardigt, is in verschillende opzichten een ondeugdelijke basis. Dit rapport is binnen een week
gemaakt in opdracht van de provincie, zonder een begeleidingscommissie en zonder Haren in de gelegenheid
te stellen om te reageren op een conceptversie van het rapport. Het gemeentebestuur van Haren was zelfs
niet op de hoogte dat dit rapport werd gemaakt. Een door het Burgercomité geraadpleegde methodoloog
(emeritus hoogleraar) heeft vastgesteld dat het rapport kwalitatief ernstig tekortschiet. Het rapport steunt
niet op feiten, maar op ongefundeerde aannames en verwachtingen van de onderzoekers; met de kennelijke
intentie aan te tonen dat Haren niet zelfstandig kan blijven. De directie van B&A heeft tot tweemaal toe de
gelegenheid gehad een door het Burgercomité bij haar ingediende klacht tegen de werkwijze van de
onderzoekers en de kwaliteit van dit rapport inhoudelijk te weerleggen. Hierin is zij niet geslaagd.
De voor Haren negatieve conclusies stoelen op een ontwerpversie van het financiële deelrapport van Beterr
Haren. Vijf dagen na het uitkomen van dit rapport besloot de raad tot een veel verdergaand ombuigingsplan .
Daarmee was het toetsingsrapport feitelijk achterhaald, wat de provincie nooit heeft willen toegeven.
Door Haren te dwingen tot herindeling met Groningen en Ten Boer hebben Gedeputeerde Staten gehandeld in
strijd met het collegeakkoord 2015-2019, waarin ‘herindeling van onderop’ als uitgangspunt is vastgelegd. In
hun brief d.d. 1 september 2015 aan Provinciale Staten hebben zij dit uitgangspunt als volgt geconcretiseerd:
“Dit betekent dat ons college niet eigenstandig gebruik zal maken van zijn bevoegdheid om herindelingsvoorstellen te doen, als daarvoor geen draagvlak bij de betrokken gemeenten bestaat.” (herbevestigd in brief
d.d. 3 december 2015 aan raad van Haren).
Waarom het college zich hieraan ten aanzien van Haren niet heeft gehouden, is nooit deugdelijk beargumenteerd. Evenmin heeft het college ooit onderbouwd waarom een fusie van de gemeenten Bellingwedde en
Vlagtwedde, gelegen in een krimpgebied met sterke vergrijzing en structurele economische en sociale
problemen, wel leidt tot een bestuurskrachtige gemeente (Westerwolde, 25.000 inw.) in regionaal perspectief
en de gemeente Haren (20.000 inw), zonder economische en sociale problemen en gelegen in een economisch
sterke regio Groningen-Assen, na uitvoering van haar verbeterplan dit niet kan zijn.
Hoor en wederhoor
Tegen deze achtergrond is het naar onze mening van cruciaal belang dat ten behoeve van een zorgvuldige en
evenwichtige beoordeling door u hoor en wederhoor wordt toegepast. Hierbij denken wij aan het bieden van
de gelegenheid aan de gemeente Haren en het Burgercomité Haren om hun kijk op de gang van zaken op een
met feiten onderbouwde wijze naar voren te brengen in gesprekken met u en/of uw medewerkers.
4
5