Transcript Opdrachten klas 11HA

HAVO 11A. Tussentijdse INLEVEROPDRACHT
1.
a)
b)
c)
d)
e)
f)
2.
b)
3.
a)
b)
c)
d)
e)
Gegeven de volgende formule die de kosten beschrijft:
K  q3  6q2  13q  15
K in duizenden euro's en q als aantallen in duizenden stuks.
Er is een maximale productie van 8000 stuks.
Welk window heb je (ongeveer) nodig om op basis van deze info de functie in beeld
te brengen?
Bereken het differentiequotiënt op het interval [4,6]
Bereken de gemiddelde toename op als de productie verandert van 2000 naar 4000 stuks.
Gebruik de GRM om de snelheid van veranderen te bepalen bij de productie van 7000 stuks.
(CALC -> (6)dy/dx-> )
Kan je beredeneren waarom het antwoord op vraag e ook gevonden kan worden door een
interval van q=6500 tot 7500 te nemen?
Maak een toename diagram met q=1,2,3, etc betekende: 1000, 2000, 3000 etc stuks.. tot aan
q=8 (8000 stuks).
Is er een toename die negatief is?
Beschrijf in je eigen woorden de betekenis van:
1.
mediaan
2.
rechts-scheve verdeling
3.
standaard afwijking
4.
boxplot
5.
normale verdeling
Maak opgaven 3,5, en 8 van pagina 168/169 uit deel A1 al voorbereiding op het SE.
NORMALE VERDELING
Noem de 'vuistregels' die bij de normale verdeling horen.
Een groep van 300 volwassen mannen is - gelet op hun lichaamslengte - normaal verdeeld
met een gemiddelde van 180 cm en een standaardafwijking van 12 cm.
Hoeveel van die mannen heeft een lichaamslengte die kleiner is dan 156 cm?
Hoeveel van die mannen heeft een lichaamslengte die tussen de 168 en 204 cm?
Een man heeft een lengte van 203 cm. Is dat extreem te noemen bij een standaardafwijking
van 10 cm?
Wat is de betekenis voor een groep mannen als voor hun lichaamslengte de standaardafwijking ineens 4 cm zou zijn?
4.
Onderzoek aan de vleugellengte van de Parus Major (Koolmees) geeft de volgende tabel:
8-8,2 cm
3
8,2 - 8,4 cm
12
8,4 - 8,6 cm
18
8,6 - 8,8 cm
21
8,8 - 9,0 cm
17
9,0 - 9,2 cm
13
9,2 - 9,4 cm
4
Onderzoek met normaal waarschijnlijkheidspapier of deze gegevens normaal verdeeld zijn.
.
DE OPDRACHT:
Maak deze opdrachten eerst zelf.
Spreek ze daarna door in groepen van drie/vier mensen.
Lever jouw eigen (eventueel) bijgestelde uitwerkingen