Transcript Wordt Duitsland een bijwagen van Silicon Valley?

Wordt Duitsland een bijwagen van Silicon Valley?
Duitsland is het economische anker van de Europese Unie. Dat lijdt geen twijfel. Het is de
wereldkampioen exporteur van hoogwaardige producten, zoals auto’s en machines. BMW, Audi en
Mercedes hebben een aandeel van maar liefst 80% van de wereldwijde markt voor luxe auto’s. Niets
aan de hand zo lijkt het. Toch heerst er in de top van het Duitse bedrijfsleven en ook binnen de
politieke top veel onrust en zelfs angst over de toekomst van Standort Deutschland. Het besef breekt
steeds meer door, dat de toekomst van de Duitse industrie bepaald gaat worden door software en
digitale technologieën. In de niet al te verre toekomst zal de waarde van een auto voor pakweg 50%
bepaald worden door digital devices en voor 20% door batterijen. Als het een beetje verkeerd wil, zal
de rol van de Duitse auto-industrie gereduceerd worden tot het leveren van de stoelen, de ruiten en
de wielen.
Dat is uiteraard een overdrijving, maar het is een gegeven dat de Duitse technologiesector in het niet
zinkt vergeleken bij Silicon Valley. Van de 100 grootste bedrijven in Duitsland komen er 55 uit de
industriële sector en slechts 5 uit de IT sector tegen 20 in de VS. Duitsland is sterk in traditionele
sectoren, maar zwak in die van de toekomst. Daar kan het land, maar ook de rest van Europa, een
hoge rekening voor gaan betalen. Juist in de digitale wereld komt de toekomstige groei tot stand en
wordt waarde gecreëerd. De Duitse innovatieve kracht is die van de stapsgewijze verbetering van het
bestaande product. In de digitale wereld draait het om de opkomst van disruptieve technologieën op
snijvlakken van sectoren die tot dan toe niets met elkaar te maken hadden, zoals software en
biologie. Deze aanpak past niet in de Duitse stapsgewijze manier van denken en doen. Dat verklaart
ook waarom er tot voor kort eigenlijk alleen maar negatieve aandacht was voor het verschijnsel dat
er steeds vaker digitale platformen opereren tussen ‘hardware’ en de klant. Platform als Uber of
Airbnb worden of verboden of streng gereguleerd.
Uiteraard zijn onze Oosterburen niet van plan het hoofd in de schoot te leggen en de toekomst aan
Silicon Valley over te laten. Ze hebben hun hoop gevestigd op het Industriële Internet, Industrie 4.0.
Het is de wereld waar fabrieken in digitale netwerken functioneren en robots de productie voor hun
rekening nemen. In the Internet of Things komen de virtuele en de fysieke wereld samen. Zodoende
is de rol van Duitsland voor de toekomst veilig gesteld. Eind goed, al goed! Maar dan moeten er nog
wel enkele nijpende problemen opgelost worden. The Internet of Things is niet mogelijk zonder Big
Data and Analytics. Dit laatste zou wel eens de achilleshiel blijken te zijn van Industrie 4.0. Zullen
Duitse partijen de data-analyses doen of partijen als Google? De kans is groot dat het laatste het
geval zal zijn. Volgens insiders bestaat er geen ecosysteem om ten volle te profiteren van de
mogelijkheden van the Internet of Things. De fysieke zijde van het verhaal klopt. Er zijn machines,
fabrieken en apparaten, maar vooralsnog ontbreken de hersenen om alles virtueel te koppelen. Die
zijn echter ruimschoots voorhanden in Silicon Valley.
Wat moet Duitsland doen? Alsnog een eigen ecosysteem uit de virtuele grond stampen of aan de
leiband van Silicon Valley gaan lopen? De Duitsers zijn er nog niet uit. Vooralsnog schrikken veel
bedrijven terug voor grootschalige investeringen in de digitale technologieën van morgen.
Cor Wijtvliet