Drenthe `s historie deel 4. update 07-02-2017

Download Report

Transcript Drenthe `s historie deel 4. update 07-02-2017

Drenthe ‘s historie deel 5 (vervolg van deel 4)
De oorspronkelijk Germaans/
Saksische nederzetting van 7 hoeves
zal binnen het groepje boerderijen in
het midden hebben gelegen.
7 schuldmudden
Gees laat op de kaart van 1832 een bijzondere structuur zien. Een ronde kern
van gebouwen in het midden en daar ten
noorden en ten zuiden van alleen bebouwing langs de weg. Verder een aantal percelen ten westen van de weg met afwisselend de benaming Keutersbrink en Rijkenbrink. Verder linksonder op de kaart een
apart gelegen perceel met twee bedrijfsgebouwen en een laan naar de hoofdweg.
Wat de reden van deze ontwikkeling is,
heb ik niet in bestaande literatuur kunnen
ontdekken. Mogelijk hebben de Franken
hier invloed op gehad. Ten westen van
Ees, aan de stroom heeft een mottekasteel gelegen, nu bekend als de Klenkenberg. Nabij die Klenkenberg zijn geen bewoningssporen op luchtfoto’s te ontdekken. Mogelijk heeft de leenman/bewoner
van de Klenkenberg een leengoed verkregen nabij de nederzetting Gees. Nader
onderzoek kan mogelijk duidelijkheid verschaffen.
13 schuldmudden samen met Schoonlo
Grollo 1832, een nederzetting op het Drents Plateau, omstreeks 800 bestaande
uit 13 hoeves samen met Schoonlo, volgens het schuldmuddenregister. Het zuidzuidwestelijk deel zal het oudst zijn. Dat ligt het gunstigst ten opzichte van de lager
gelegen gras– en hooilanden. In Schoonlo zijn slechts 2 erven die typisch Saksisch
zijn, zodat er 11 in Grollo moeten hebben gelegen.
Vermoedelijk is Grollo geen nederzetting die ontstaan is ten tijde van de Saksische
volksverhuizing, maar is het continu bewoond gebleven vanaf de laatste ijstijd.
Het Broek
4 schuldmudden
In het schuldmuddenregister komt een plaats voor die genaamd is Het Broek en waarvan de ligging niet nader bekend is. Nu wordt Ekehaar ook wel de Broekstreek genoemd en de plaatselijke sportvereniging SVDB is daar
zelfs naar genoemd. Voorlopig houd ik het erop dat Ekehaar synoniem is met Het Broek.
Nu worden enkele Drentse plaatsen, waarvan je mag veronderstellen dat het nederzettingen zijn die al bestonden
voor de onderwerping van de Drenten door Karel de Grote,
in geen enkel stuk waarin melding wordt gemaakt van
schuldmudden of een andere benaming voor deze belasting, vermeld, zoals o.a. Valthe en Hijken. Dat kan natuurlijk een bijzondere oorzaak hebben, maar het kan ook zijn
dat de oorkonde (en later de rentmeestersrekeningen,)
waarin de gegevens staan vermeld, onvolledig is. Dit laatste komt meer voor, zodat aan de rentmeestersrekening
van omstreeks 1545 waaraan de schuldmudden zijn ontleend, geen absolute waarde mag worden toegekend.
De betekenis van het schuldmuddenregister zoals Blok dit
heeft gepubliceerd, als overeenkomend met het aantal
hoeves in de Drentse nederzettingen in het begin van de
10e eeuw, staat mijns inziens duidelijk vast. Op de meeste
kadastrale kaarten van 1832 zijn de nederzettingen die
voor 800 al bestonden goed te herkennen.
3 schuldmudden
Op de kaart van 1832 zijn drie concentraties van gebouwen waar te nemen.
Het meest westelijk gelegen groepje boerderijen is vermoedelijk de oorspronkelijke Germaans/Saksische kern.
Van Lhee is geen kadastrale kaart 1832 beschikbaar en
om de ligging van Lhee te kunnen aangeven is een topografische kaart gebruikt die de situatie omstreeks 1900
weergeeft. Lhee is duidelijk een Germaans/Saksische
nederzetting wat het zuidelijk deel betreft. Het komt met
11 mudden voor in het schuldmuddenregister. Deze elf
hoeves lagen waarschijnlijk alle in Lhee Zuid.
Lhee ligt even ten zuidoosten van Dwingelo, dat met 4
schuldmudden werd aangeslagen. Mogelijk is Lhee van
oudere datum dan Dwingeloo en van oudsher al bewoond.
11 schuldmudden
7 schuldmudden
Lieveren zal een Saksische nederzetting zijn van volksverhuizers van het eerste uur. Alle voorwaarden om
hier goed te kunnen overleven waren hier aanwezig. Op de kaart van 1832 tellen we 14 bedrijfsgebouwen. De oorspronkelijke bezetting moet 7 zijn geweest volgens het schuldmuddenregister. In 1000 jaar
een verdubbeling van het aantal hoeves. Deze verhouding is in meerdere nederzettingen geconstateerd.
Ook Loon is een typisch Saksische nederzetting. De kern
van deze nederzetting ligt in het zuidwesten, aan de
vroegere beek die hier stroomde.
Maar in een oorkonde van 20 oktober 1302 opgenomen in het oorkondenboek van Groningen en Drenthe onder nummer
215, komen Saspold en Rudolf van Loon voor, samen met markgenoten van Witten die grond overdragen aan het klooster te
Assen. Onder die anderen ook Hendrik van Norch. Als eerste getuige Heer Wicher van Steenwijk, uit het geslacht van Norch
stammend. Alles duidt er op dat Saspold en Rudolf leengoederen hadden in Loon. Deze kunnen zij op twee manieren hebben
verkregen; of eerst een stuk grond verkregen waarop zij een hoeve hebben gebouwd, of een hoeve met land hebben verkregen dat door een bekeerde Saksische boer bij zijn dood is vermaakt aan het klooster Assen.
5 schuldmudden
Van Meppen is geen kadastrale kaart 1832 beschikbaar.
De figuratie hiernaast is ontleend aan de topografische
kaart van 1900. De gebouwen zijn als rechthoeken getekend omdat de precieze vorm niet is te herkennen. Deze
4 gebouwen zijn gekozen omdat deze qua ligging de vermoedelijk oudste kern vormen. Meppen wordt met 4
mudden vermeld in het schuldmuddenregister van omstreeks 1545
4 schuldmudden
Noordbarge wordt samen met Zuidbarge voor 9 mudden
aangeslagen in het schuldmuddenregister. Het kaartbeeld
1832 van Noordbarge en Zuidbarge (zie volgende pagina)
geeft meerdere mogelijke kernen te zien. Duidelijk is dat beide nederzettingen typisch Saksische nederzettingen zijn.
Beide liggen nabij de Delft, een zijstroom van het Holslootsdiep. Noordbarge ligt aan de westkant van de Hondsrug en
Zuidbarge aan de zuidwestkant en op een punt waar de
Hondsrug nagenoeg verdwijnt in het veengebied van Zuidoost Drenthe. De Delft loopt onder Zuidbarge door naar het
Bargermeer, waarvan het overtollige water via de Delft kan
wegvloeien.
9 schuldmudden
samen met Zuidbarge
Zuidbarge wordt samen met Noordbarge voor 9 mudden
aangeslagen in het schuldmuddenregister. Het kaartbeeld
1832 van Zuidbarge en Noordbarge (zie vorige pagina) geeft
meerdere mogelijke kernen te zien. Duidelijk is dat beide
nederzettingen typisch Saksische nederzettingen zijn. Zuidbarge lijkt qua ligging het meest aantrekkelijk voor de Saksische landverhuizers.
Beide liggen nabij de Delft, een zijstroom van het Holslootsdiep. Noordbarge ligt aan de westkant van de Hondsrug en
Zuidbarge aan de zuidwestkant en op een punt waar de
Hondsrug nagenoeg verdwijnt in het veengebied van Zuidoost Drenthe. De Delft loopt onder Zuidbarge door naar het
Bargermeer, waarvan het overtollige water via de Delft kan
wegvloeien.
De Delft
9 schuldmudden
samen met Noordbarge
18 schuldmudden samen met Westervelde en Zuidvelde
Wanneer gesproken wordt over het
schuldmuddenregister dan worden
hiermee bedoeld alle vermeldingen
van schuldmudden vanaf ongeveer
1300 in oorkonden en in 1545 als
een overzicht van geheel Drenthe
vermeld in een rentmeestersrekening van het Sticht Utrecht. Blok
heeft uiteengezet dat een schuldmudde overeenkomt met een waardeel in een marke, zodat hiermee
het oorspronkelijke aantal hoeves
kan worden gereconstrueerd van
voor het jaar 944. Westervelde en
Zuidvelde zijn dus veldnederzettingen van uit het hoofddorp Norg.
Nog niet opgelost is de betekenis van het
omgrachte perceel hierboven, in de volksmond bekend als “Pelincks toen”. Het ligt
iets lager dan de omgeving. Ook in Westervelde ligt een soortgelijk perceel.
Norg, één van de grotere Drentse dorpen in 1832, maar ook in de middeleeuwen. Het oudste deel ligt vermoedelijk in het westen, aan de Brinkstraat en aan het begin van een uitloper
van een laagvlakte die begint bij de Slokkert, de bovenloop van het Grote Diep. Norg ligt aan
de oude route van Groningen naar het Frisia ten westen van de Lauwers. Bij het Grote Diep
lag een mottekasteel. Ten westen van het Grote Diep lag het landgoed/leengoed Eyen. Omstreeks 1200 wordt de leenman van dit goed Hendrik van Norch vermeld. Deze leenman is
dezelfde als Hendrik van Kuinre, die trouwde met een dochter van Godfried van Sepperothe,
de vermoedelijke bezitter van het landgoed Eyen. Waarom deze Hendrik daarna met van
Norch werd aangeduid is niet duidelijk. Onderzoek heeft uitgewezen dat hij de Oldehof als
onderkomen moet hebben gehad. Dat lag aan het Grote Diep, maar wel aan de Norger kant.
Westervelde is een veldnederzetting ten
westen van Norg en dan vanuit Norg. Dat
moet gebeurd zijn voor 1486 wanneer de
benaming Westervelde voor het eerst
voorkomt in geschriften. Het is in ieder
geval geen oorspronkelijke Saksische
nederzetting. Het grondbezit in Westervelde werd in 1832 gedomineerd door
nazaten van het geslacht Lunsingh/
Lunsche dat via het geslacht Knasse in de
persoon van Bertold Knas van Eelde en
Johannes schulte van Eelde en van Drenthe, aanwijsbare banden heeft met de
riddergeslachten rond Groningen in de
periode 1100-1300. Na de uiteindelijke
nederlaag van de bisschop van Utrecht
tegen de Drentse boeren in het begin van
de 14e eeuw zijn de heren van Norch, als
trouwe aanhangers van de bisschop, uit
deze omgeving vertrokken en hebben zij
hun bezittingen hier verkocht. Een groot
deel is later in handen gekomen van de
Knasses. Nazaten hebben dit bezit uitgebreid. In 1832 was Johannes Tonckens
eigenaar van de meeste boerderijen in
Westervelde. De meest zuidelijke boerderij wordt in de volksmond de Tonckensborg genoemd. Daaronder een omgracht terrein waar mogelijk in de middeleeuwen nog een versterkt huis heeft
gestaan. Midden onder op de kaart zien
we nog sporen van raatakkers, aangelegd
door bewoners van dit gebied, een paar
duizend jaar voor het begin van onze
jaartelling.
Zuidvelde lijkt qua ligging van de boerderijen op de kadastrale kaart van
1832 sterk op een oorspronkelijk Saksische nederzetting. De naam geeft
aan dat het een veldnederzetting vanuit Norg als basis heeft. Dit gebied
was ook al duizenden jaren voor Christus bewoond.. Boven in beeld een
perceel waarin ruim veertig grafheuvels liggen. In 1832 waren enkele
boerderijen in het bezit van de fam Tonckens uit Westervelde. Het is niet
uit te sluiten dat Zuidvelde en Westervelde in de middeleeuwen hebben
behoord tot een leengoed van de bisschop van Utrecht. In een oorkonde
uit die tijd komen we de naam van Johannes van Zuidvelde tegen.
Odoorn ligt midden op de Hondsrug aan de
hoofdroute van Coevorden naar Groningen.
De oudste kern van het dorp zal in het midden, aan de westkant van de Hoofdstraat liggen. In deze nederzetting is door de Frankische bezetters na 800 de kerk gebouwd welke
dienst moest doen voor alle omliggende nederzettingen.
Odoorn
5 schuldmudden
Oosterhesselen lag aan de oude route van Coevorden naar
Ruinen en Westerbork. Op de kaart van 1832 zien we een
merkwaardige ligging van de bedrijfsgebouwen. De meest
zuidelijk gelegen 5 boerderijen lijkt de oorspronkelijke Saksische kern te zijn. De ligging van de overige boerderijen, en
dan vooral de westelijk van de weg gelegen gebouwen, geven de indruk van een landgoed/leengoed. Dat kan een gevolg zijn van de aanwezigheid van de motte in Gees, later
vervangen door de borg oostelijk van Oosterhesselen aan het
Drostendiep, de Klencke. Het strategisch belang van de route Coevorden—Ruinen zal vanaf het begin van de Frankische
bezetting, na 804, de permanente aanwezigheid van een
bewaker hebben vereist. Deze dienstman kan hier, in Oosterhesselen/Gees grond als leengoed hebben verkregen,
waarop boerderijen zijn gebouwd, waarvan het aantal, door
nazaten van de dienstmannen, is uitgebreid. De kapel/kerk
ligt zodanig dat dan beide bevolkingsgroepen, Saksen en
Franken, daar gebruik van kunnen maken. Deze constructie
komt in meer Drentse dorpen voor.
De betekenis van het omgrachte perceel
naast de boerderij is mij niet bekend.
8 schuldmudden
5 schuldmudden
Orvelte 1832, een typisch Saksische nederzetting aan de rand van een stroomdal.
Op dit kaartje de ligging van de nederzettingen bij
het huidige dorp Pesse. Oostering lijkt volgens het
kaartbeeld van 1832 een Saksische nederzetting te
zijn. Hierop zullen de schuldmudden betrekking
hebben. Eursing komt als naam van een buurtschap veel meer voor in Drenthe. Het heeft dezelfde betekenis als Overcinge, “aan de overkant”.
Welke overkant hiermee bedoeld wordt weten de
plaatselijke bewoners precies. Pesse zelf zal later
zijn ontstaan. Vermoedelijk als landgoed/leengoed
na het jaar 1000 toen de bisschoppen van Utrecht
de wereldlijke macht over Drenthe verkregen. Dat
de naam Pesse voorkomt in het schuldmuddenregister van de rentmeester van het Sticht Utrecht is
niet zo vreemd. Dat register is opgemaakt in 1545
toen de naam Pesse al lang was ingeburgerd.
6 schuldmudden
5 schuldmudden
Rolde was in 1832 ook één van de grotere dorpen in Drenthe.
Maar als Saksische nederzetting behoort het tot de kleintjes.
Waar we een oude Saksische kern moeten zoeken is niet duidelijk. Maar vermoedelijk is dit het oostelijk deel van het dorp.
Dit ligt op de overgang van de wat hogere gronden naar de
wat lager gelegen gebieden. De kerk is hier het aller noordelijkst gelegen gebouw. De kerk zal dienst hebben gedaan als
parochiekerk voor de hele omgeving. Rolde moet, evenals Beilen, zijn ontwikkeling te danken hebben aan de Frankische
bezetters die hier een kerkelijk centrum hebben gevestigd en
gronden in leen zullen hebben gegeven aan dienstmannen.
Vermoedelijk is het gehele westelijke deel van Rolde van Frankische oorsprong.
Schipborg was als Saksische
nederzetting groter dan
Rolde, maar behoort nog
wel tot de kleinere. Op de
westelijke flanken van de
Hondsrug en aan een rivier,
een ideale plaats om te
overleven.
De route van de Frankische
overheersers die van Coevorden naar Groningen
trokken en in Anloo overnachtten liep hier ook langs.
Van Anloo naar Zuidlaren
en dan verder naar Groningen.
6 schuldmudden