BP05_ondersteuningsmodel

Download Report

Transcript BP05_ondersteuningsmodel

14
BranDpunt 5 // JANUARI 2017 //
Ondersteuningsmodel:
Vlaamse Regering pikt op
wat leeft in onderwijsveld
Mayke Poesen-Vandeputte
De aangekondigde conceptnota over een nieuw ondersteuningsmodel voor het gewoon onderwijs bleef uit als kerstgeschenk. De
Vlaamse Regering hield het onderwijsveld in spanning over wat het
nieuwe jaar zou brengen voor de verdere uitrol van het M-decreet.
Pas na Driekoningen openbaarde de minister van Onderwijs hoe de
structurele waarborg en de hervorming van het geïntegreerd onderwijs (GON) er zullen uitzien vanaf 1 september 2017 en vroeg ze
hierover een advies aan de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR).
M
ede op aandringen van COC bekent de Vlaamse
Regering kleur over een aantal principiële keuzes.
De consultatie van onze achterban heeft de
Vlaamse Regering de ogen geopend dat er in het onderwijsveld geen draagvlak bestaat voor de plicht tot inclusie zoals
het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een
handicap vraagt. De Vlaamse Regering benadrukt dat ze het
belang van het kind centraal wil stellen. Dat betekent dat er
een recht op inclusie geldt maar geen plicht. Voor sommige
kinderen zal onderwijs in een gespecialiseerde setting het
recht op onderwijs het best dienen. Daarmee is het pleidooi
van COC voor het voortbestaan van het buitengewoon
onderwijs als fysieke lesplaats niet in dovemansoren gevallen. Enerzijds kiest de Vlaamse Regering ervoor om de
inclusiegedachte te versterken door de ondersteuning in
het gewoon onderwijs beter te regelen en te waarborgen.
Anderzijds wil zij de kwaliteit van het onderwijs voor nietinclusieleerlingen niet in het gedrang laten komen en wil zij
die kwaliteit zelfs versterken.
Een tweede belangrijke principiële keuze is de koppeling
van verschillende financieringsstromen aan het zorgcontinuüm. Tegen 1 september 2017 zullen de geldstromen
GON-ION, GON ASS, GON-afwijkingsuren, de waarborgmiddelen en de middelen voor competentiebegeleiders samengevoegd worden. Deze budgetten kunnen pas in de fasen
uitbreiding van zorg en zorg op maat aangewend worden.
Het gaat om grosso modo 1750 personeelsleden die in het
basis- en secundair onderwijs voor het nieuwe ondersteuningsmodel kunnen ingezet worden.
Op basis van de krijtlijnen die in de nota beschreven staan,
proberen we hieronder in een notendop een antwoord te
geven op de belangrijkste vragen.
Hoe zal het nieuwe
ondersteuningsmodel vanaf
volgend schooljaar
georganiseerd worden?
Vlaanderen zal verdeeld worden in regionaal afgebakende
werkingsgebieden. Via netoverschrijdende samenwerkingsverbanden zullen er regionale ondersteuningsequipes
ontstaan met een zekere schaalgrootte om voldoende
expertise-breedte te garanderen.
Het organisatiemodel is vrij, maar de overheid legt een
aantal voorwaarden op. De samenwerkingsverbanden worden opgericht door scholen voor buitengewoon onderwijs
samen met het CLB en de pedagogische begeleidingsdiensten. Aan zo’n samenwerkingsverband kunnen één of meer
ondersteuningsteams verankerd worden. Ondersteuners
worden dus ingebed in een professionele groep. Een school
voor buitengewoon onderwijs (of een samenwerkingsverband van BuO-scholen) die zich wil aandienen, moet over
voldoende multidisciplinaire expertise-breedte beschikken
voor verschillende typen doelgroepen waarbij netoverstijgend werken een must is. Daarnaast kunnen nog andere
voorwaarden gevraagd worden op vlak van meer algemene,
coachende expertise. Omdat het nieuwe ondersteuningsmodel al op 1 september 2017 in voege zal treden, moet
het werkgeverschap (voorlopig) volgens de geldende regelgeving kunnen opgenomen worden. De entiteit waarbij het
ondersteuningsteam administratief verankerd is, coördineert het team.
Zal ‘ondersteuner’ een
aantrekkelijk beroep zijn?
Personeelsleden buitengewoon onderwijs die door leerlingendaling hun job verliezen, krijgen voorrang om ondersteuner te worden. Voor onder meer de huidige GON/
ION-begeleiders en de tijdelijke waarborgondersteuners
worden er overgangsmaatregelen uitgewerkt. In de ideale
context gaan de meest ervaren leerkrachten hun collega’s
ondersteunen.
BranDpunt 5 // JANUARI 2017 //
Alle ondersteuners in een ondersteuningsteam zullen
volgens dezelfde prestatieregeling werken. In de opdracht
is ruimte voor overleg, professionalisering en verplaatsing
tijdens de werkuren. De afbakening in ondersteuningsregio’s moet ervoor zorgen dat ondersteuners minder afstand
afleggen.
COC zal mee aan tafel zitten om het competentieprofiel van
ondersteuners te bepalen. In een technische werkgroep
werken we de personeelsgerelateerde kwesties verder uit.
Verder bouwend op de integratietoelagen en de waarborg
werkingsmiddelen zal er een nieuw systeem gecreëerd
worden om de werkingskosten van de personeelsleden te
dekken.
Wat zal de ondersteuning
inhouden?
Een ondersteuningsteam kan slechts ingezet worden na
het doorlopen van een kwaliteitsvol handelingsgericht
traject naar aanleiding van een (leerlinggebonden) vraag
van een schoolteam. Het zwaartepunt van de ondersteuning verschuift van het werken met leerlingen naar het
versterken van leraren en lerarenteams in hun pedagogisch-didactisch handelen. Deze vernieuwde focus van de
ondersteuning moet ervoor zorgen dat leraren(teams) met
zo veel mogelijk leerlingen binnen een gemeenschappelijk
curriculum kunnen werken.
Hoe wordt de ondersteuning
financieel geregeld?
Voor de ondersteuningsenveloppe vanaf 1 september 2017
worden de geldstromen GON-ION, GON ASS, GON-afwijkingsuren, de waarborgmiddelen en de middelen voor competentiebegeleiders samengevoegd.
15
Eerst wordt de enveloppe middelen verdeeld per werkingsgebied. Eén van de parameters om een deel van het
beschikbare budget in omkadering te ontvangen, is het
aantal geïdentificeerde leerlingen over de scholen heen in
een regionaal afgebakend gebied. Daarmee kan een werkingsgebied één of meer ondersteuningsteams vormen.
De middelen worden vóór de start van het schooljaar al
verdeeld over de ondersteuningsteams die ondersteuningsvragen kunnen beantwoorden ongeacht het moment
in het lopende schooljaar. Ze zijn dus niet meer afhankelijk
van een teldag.
Alle scholen uit het geografisch afgebakend gebied van het
ondersteuningsteam hebben principieel trekkingsrecht
op het ondersteuningsteam. Binnen het eigen werkingsgebied werkt het ondersteuningsteam namelijk net- en
niveauoverschrijdend. Alle ondersteuningsteams samen
verzekeren een Vlaanderenbreed aanbod.
Alle scholen uit het
De overheid laat de leerlinggeografisch afgebakend gebied
gebonden toewijzing van
van het ondersteuningsteam
middelen dus niet los (cf. pahebben principieel
rameters). Toch geeft ze aan
trekkingsrecht op het
het samenwerkingsverband de
ondersteuningsteam.
autonomie om het pakket aan
middelen te verdelen. Vanuit
‘Brussel’ wordt niet langer bepaald hoeveel uren een kind ondersteuning krijgt. Hiervoor
zal een zorgzwaarte instrument zoals het ICF-kader gehanteerd worden.
De eerste reacties die COC ontvangt op deze nota van de
minister van Onderwijs zijn voorzichtig positief, maar op
personeelsvlak rijzen er veel vragen. De nota legt dan ook
slechts de grondbeginselen van het ondersteuningsmodel
vast. Via het adviserend werk binnen de VLOR en via het sociaal overleg zal COC actief mee vorm geven aan dit nieuw
ondersteuningsmodel.
Toekomstgericht actieplan
voor het basisonderwijs op komst
Mayke Poesen-Vandeputte
Halverwege de legislatuur van de Vlaamse Regering staat de beleidsbrief Onderwijs 2016-2017
bol van de lopende hervormingsdossiers die vol
spanning op een afloop wachten. Toch staat er
een opvallend nieuw dossier in. Minister Crevits
schrijft namelijk: ‘Voor het basisonderwijs werk
ik een toekomstgericht en legislatuuroverschrijdend actieplan uit.’ Ze laat er duidelijk geen gras
over groeien want vlak voor de kerstvakantie
vroeg de minister aan de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) om tegen eind februari 2017 een
advies uit te brengen over de prioriteiten voor
het basisonderwijs vanuit de tien krachtlijnen
voor een sterk basisonderwijs. Zo wil de minister
maximaal gebruik maken van de strategische
verkenning van de VLOR uit 2015 over de missie
en de troeven van het basisonderwijs. Het actieplan voor een sterk kleuteronderwijs en een
sterk lager onderwijs moet de nodige krijtlijnen
trekken en een budgettair kader meegeven in
een tijdsperspectief tot 2025. Eerstdaags vergadert het nationaal sectorcomité Basisonderwijs van COC om namens hun collega’s die in het
GO! basisonderwijs werken, de prioriteiten voor
het actieplan te helpen bepalen. COC zal deze inbreng meenemen naar de Raad basisonderwijs
in de VLOR. Wordt dus zeker vervolgd …