Handelswijze bij het aantreffen van valse bankbiljetten (PDF
Download
Report
Transcript Handelswijze bij het aantreffen van valse bankbiljetten (PDF
Handelwijze bij het aantreffen van valse of verdachte eurobankbiljetten
(versie mei 2005)
Deze beschrijving van de handelwijze bij het aantreffen van valse of verdachte biljetten is
opgesteld door de Werkgroep Veiligheid van het Maatschappelijk Overleg
Betalingsverkeer, om tegemoet te komen aan de behoefte aan toegankelijke informatie die
er bij marktpartijen en andere geïnteresseerden over dit onderwerp bestaat.
1. Aantreffen door toonbankinstellingen
In een winkel of een andere toonbankinstelling wordt een verdacht bankbiljet aangetroffen,
bijvoorbeeld bij het opmaken van de kassa. Is het bankbiljet echt of vals? Het antwoord op deze
vraag is belangrijk, want het opnieuw uitgeven van een bankbiljet waarvan men weet dat het vals
is, is een misdrijf (art 213 Wetboek van Strafrecht). Dus zekerheid voor alles.
In een dergelijke situatie kan dit bedrijf bij drie instanties aankloppen, te weten:
-
de regiopolitie (zie onder 3)
-
zijn bank (zie onder 4)
-
de Nederlandsche Bank (DNB) (zie onder 5)
Als een verdacht bankbiljet inderdaad vals blijkt te zijn, is de schade voor het meldende bedrijf.
Vaak zal dit verzekerd zijn voor de schade als gevolg van het aannemen van geld dat later vals
blijkt te zijn. Bij veel zogenoemde ‘kasgeldverzekeringen’ is dit meeverzekerd. Is het meldende
bedrijf tegen deze schade verzekerd, dan is voor een schade-uitkering meestal het doen van
aangifte bij de politie een vereiste.
Aangifte bij de politie is in elk geval dringend gewenst als het meldende bedrijf bijzonderheden
kent over de herkomst van het bankbiljet of de dader. Is dit niet het geval, dan kan het bedrijf zich
met biljetten waarvan het vermoedt dat ze vals zijn ook melden bij de eigen bank dan wel bij
DNB.
Het kan voorkomen dat een vals of verdacht biljet pas als zodanig herkend wordt op het moment
dat het bedrijf het biljet heeft afgestort bij zijn huisbankier. Informatie over deze situatie is
opgenomen onderaan punt 4.
2. Aantreffen door particulieren
Een particulier heeft een verdacht bankbiljet aangetroffen, bijvoorbeeld na een dagje in de stad. Is
het biljet echt of vals? Het opnieuw uitgeven van een bankbiljet waarvan men weet dat het vals is,
is een misdrijf. Dus zekerheid voor alles. In een dergelijke situatie kan men bij drie instanties
aankloppen, te weten:
-
De regiopolitie (zie onder 3)
-
De eigen bank (zie onder 4)
-
De Nederlandsche Bank (zie onder 5)
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
e007
1
Zeker als iemand enige informatie heeft over de manier waarop hij/zij in het bezit van het valse
biljet is gekomen, wordt dringend verzocht om aangifte te doen bij de politie.
Als een verdacht bankbiljet inderdaad vals blijkt te zijn, heeft men géén recht op een vergoeding.
Het komt ook wel eens voor dat iemand meent uit een geldautomaat een vals biljet te hebben
ontvangen. Als het biljet werkelijk vals zou zijn en men zou kunnen bewijzen dat het uit een
geldautomaat afkomstig is, dan dient de bank die de geldautomaat exploiteert alsnog een echt
biljet te geven.
Hierbij dient echter bedacht te worden dat het heel onaannemelijk zal zijn, en buitengewoon
moeilijk om te bewijzen dat het desbetreffende biljet werkelijk uit de geldautomaat is gekomen,
gezien de zorgvuldigheid die bij het vullen van geldautomaten in acht wordt genomen.
3. De regiopolitie
Indien een bedrijf dan wel een particulier zich met een verdacht bankbiljet meldt bij het
plaatselijke bureau van de politie, dan zal als volgt worden gehandeld.
-
De regiopolitie neemt het bankbiljet in beslag voor nader onderzoek, tegen afgifte van een
bewijs van ontvangst. Voorts stelt de politie een kennisgeving van inbeslagname op en/of
een proces verbaal.
-
De regiopolitie stuurt het bankbiljet in het algemeen met aangifte en/of aanvullende
informatie op naar de documentdeskundige van de politie binnen de betreffende regio. Deze
werkt in de meeste gevallen op het hoofdbureau van politie in die regio.
-
De documentdeskundige stelt aan de hand van de daar beschikbare onderzoeksapparatuur
vast of het verdachte bankbiljet echt of vals is. Zo nodig roept hij de hulp in van het Korps
Landelijke Politie Diensten / dienst Nationale Recherche Informatie (KLPD/dNRI).
-
De regiopolitie retourneert een echt bankbiljet aan de melder.
-
De regiopolitie geeft een vals bankbiljet nooit aan de melder terug en vergoedt dit biljet ook
niet. Valse bankbiljetten stuurt de politie met de benodigde informatie op naar de
Nederlandsche Bank.
-
De regiopolitie stuurt de kennisgeving van inbeslagname en/of het proces verbaal met
eventueel verder relevante informatie op naar het Openbaar Ministerie, dat beslist over de
eventuele inzet van politiecapaciteit voor opsporingsonderzoek.
-
De regiopolitie stelt de verklaring en de eventueel verder beschikbare daderinformatie ter
beschikking aan het KLPD/dNRI, indien dit nodig is ten behoeve van bovenregionale dan
wel internationale coördinatie van opsporingsactiviteiten. Het KLPD/dNRI is ook
verantwoordelijk voor de technische, tactische en strategische analyse van de door de
regionale korpsen aangedragen informatie en voor het adviseren over de opsporing.
KLPD/NRI is ook het Nederlandse contactorgaan met Europol, dat op Europees niveau deze
taken vervult.
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
e007
2
Biljetten die de politie aantreft voordat zij in omloop zijn gebracht (bijvoorbeeld als een illegale
drukkerij wordt opgerold), worden hier buiten beschouwing gelaten.
4. De commerciële bank
Indien een bedrijf dan wel een particulier zich met een verdacht bankbiljet meldt bij zijn bank,
dient deze bank als volgt te handelen.
-
De bank neemt het verdachte biljet in voor nader onderzoek, tegen afgifte van een bewijs
van ontvangst. De bank is namelijk wettelijk verplicht het biljet in te nemen.
-
Valse bankbiljetten en biljetten waarvan de bank niet met zekerheid kan vaststellen of het
echt of vals is, stuurt de bank met de benodigde informatie op naar de Nederlandsche Bank.
-
Is het biljet toch echt, dan stort de bank de tegenwaarde van het bankbiljet op de eigen
rekening van de cliënt die zich gemeld heeft met het biljet.
-
In bijzondere gevallen neemt de bank contact op met de politie.
Het kan ook zijn dat een bank valse of verdachte biljetten ontdekt tussen de biljetten die een
zakelijke klant heeft gedeponeerd in de nachtkluis van zijn bank (of in een afstortautomaat), of
die deze klant door diens waardetransporteur naar zijn bank heeft laten brengen.
-
De bank zal deze biljetten niet aan deze klant crediteren. Er is dus ook geen vergoeding.
-
De bank mag op grond van de wet een vals of verdacht biljet niet teruggeven. Een vals biljet
wordt ook niet vergoed. Valse bankbiljetten en biljetten waarvan de bank niet zelf kan
vaststellen of het echt of vals is, stuurt de bank met de benodigde informatie op naar DNB.
Mocht deze vaststellen dat het biljet toch echt is, dan zal de waarde op de bankrekening van
de klant worden overgemaakt. De eigen bank kan hierover informatie geven.
5. De Nederlandsche Bank (DNB)
Verdachte biljetten kunnen in persoon worden aangeboden bij één van de kantoren van DNB.
Adressen en openingstijden zijn vermeld op de website van DNB (www.dnb.nl) of kunnen
maandag t/m vrijdag (09:00 – 17:00 uur) worden verkregen via de algemene telefonische
informatiedesk van DNB (0900-5200520, 35 cent per gesprek).
-
DNB neemt valse biljetten in tegen afgifte van een bewijs van inlevering. Het valse biljet
wordt nooit teruggegeven aan de aanbieder.
-
DNB vergoedt geen valse biljetten aan de aanbieder.
Het is denkbaar dat iemand die een vals of verdacht biljet heeft aangetroffen, besluit niet naar de
politie te gaan en het biljet ook niet inlevert bij zijn bank of bij een kantoor van DNB. In dat
geval is het van belang dat deze persoon het biljet in elk geval per post opstuurt naar DNB.
Immers, hoe meer biljetten er uit omloop worden gehaald, des te beter dit is. Bovendien wordt op
deze wijze informatie verkregen die van belang kan zijn bij opsporing en vervolging van
valsemunters. DNB heeft voor het opsturen met de post een gratis antwoordnummer beschikbaar
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
e007
3
gesteld. Het risico van deze verzending ligt bij de verzender. Kosten van eventuele aangetekende
post komen voor rekening van de verzender.
-
U kunt vals of verdacht biljet inzenden met gebruikmaking van een formulier ‘Inzending
verdachte eurobankbiljetten’. Dit formulier kunt u downloaden vanaf de website van DNB
(www.dnb.nl). Ook kunt u het telefonisch aanvragen bij de telefonische informatiedesk van
DNB (zie hierboven).
-
Het biljet en formulier kunt u sturen naar:
De Nederlandsche Bank
Antwoordnummer 11125
1000 PD AMSTERDAM
-
U ontvangt van DNB een ontvangstbevestiging.
-
Indien het biljet echt blijkt te zijn, stort DNB de tegenwaarde op uw bank- of girorekening.
-
Indien het biljet vals is, vergoedt DNB de waarde niet.
DNB treft ook valse biljetten aan tussen de biljetten die commerciële banken bij DNB hebben
afgestort. DNB neemt deze biljetten in en vergoedt deze niet aan de banken.
DNB is door het openbaar Ministerie aangewezen als bewaarder van in beslag genomen valse
bankbiljetten. In beslag genomen valse biljetten moeten daarom ter gerechtelijke bewaring aan
DNB worden gegeven. Voorts is DNB door de overheid in overleg met de Europese Centrale
Bank aangewezen als Nationaal Analyse Centrum voor alle valse (euro)bankbiljetten die in
Nederland worden aangetroffen. De banken en de politie zijn verplicht valse biljetten in te
leveren bij DNB. In voorkomende gevallen houdt DNB deze biljetten beschikbaar voor gebruik in
juridische procedures, bijvoorbeeld als bewijsmateriaal. DNB voert van elk vals biljet de
technische gegevens in het centrale registratiesysteem van de ECB in. Daarbij worden de
verschillende falsificaten onderverdeeld in een groot aantal klassen. DNB registreert uiteraard
ook de biljetten die door de politie worden onderschept voordat criminelen deze in omloop
brengen. Al deze informatie staat ten behoeve van de bestrijding van vals geld ter beschikking
van Europol. In Nederland heeft het KLPD/dNRI toegang tot deze informatie. DNB en het
KLPD/dNRI voeren regelmatig overleg waarin recente ontwikkelingen rond falsificaten worden
besproken. Voorts staan door de politie ingenomen biljetten altijd ter beschikking van het
Openbaar Ministerie.
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer
e007
4