Februarinummer veugelke

Download Report

Transcript Februarinummer veugelke

1
Bestuur EKVV’51
Voorzitter: Wim Bastiaans, Tel: 06 17192818. Mail: [email protected]
1e penningmeester: Petra Savelkouls, Tel: 077–3542840. Mail: [email protected]
1e secretaris: Henk Bongartz, Tel:077-3519769 Mail: [email protected]
Vice voorzitter: Ton Wetjens, Tel: 077–4722870 Mail: [email protected]
Bestuurslid: Cor van Ooyen, Tel:077 – 3548246 Mail : [email protected]
Ringencommisaris: Gerrit Hamstra, Tel: 06 18800083. Mail: [email protected]
Bij ringenbestelling: het bedrag overmaken op Bankrekening nr. NL23INGB 0757 3689 13
Redactie “ ’t Veugelke”: Jeu Smeets, Tel:077-3520206. Mail: [email protected]
Fotografie: Esther Bongartz, Tel: 077 – 3519769. Mail: [email protected]
Druk en redactie: Henk Bongartz ,Tel:077–3519769. Mail: [email protected]
Webmaster/ledenadministratie: Rob de Brouwer, Tel: 077–3518067
Mail : [email protected]
Website EKVV’51: www.vogelvenlo.nl . Mail: [email protected]
Clublokaal: Café -Feestzaal ’t Pumpke, Straelseweg 166. 5914 AS, Venlo, 077–3519143
Contributie: € 32,50 per jaar voor leden, steunende leden 15,00 en jeugdleden € 5,00
Banknummer: 15.15.14.429 t.n.v. EKVV Venlo.
Iban nr : NL87rabo0151514429 Bic nr : rabonl 24 .
Inhoud van dit Veugelke
Pag.2
Pag.3 / 6
Pag.6
Pag.7
Pag.8
Pag.9
Pag.10
Pag.10
Pag.11
Pag.12 / 13
Pag.14
Pag.15
Pag.16 / 17
Colofon
Kweek eksterspreeuwen
Baardmannetjes kort
Theo en de zeeden appels
Adverteerders
Araripe manakins
Vogelquiz februari
Jaarprogramma
Vraag en aanbod EKVV
Kraanvogels op trek
Goud op Vogel 2017
Agenda februari
Notulen januari
Hierboven het nieuwe logo
van Witte Molen. Sjiek hè
Foto: Blauwoorglansspreeuw
2
Kweekverslag Eksterspreeuw, Gracupica Contra,
tegenwoordig Sturnus Contra genoemd.
Tekst en foto’s: Jeu Gielen.
De Eksterspreeuw zag ik een flink aantal
jaren geleden voor het eerst bij een handelaar
die ze Voor-Indische Spreeuwen noemde. Ze
vielen op omdat ze luid zaten te zingen en
bewegen. Met hun lange snavel waren het
eigenlijk meer “rare” dan mooie vogels. De
eigenaar zei dat het, afgaande op de zang, twee
mannen waren. Daar bleef het bij.
Ik werd een keertje gebeld door iemand die wist
dat ik meerdere soorten spreeuwen had. Hij had
een koppel Eksterspreeuwen waar hij persé van
af wou. Die soort kende ik niet en ging kijken. Toen ik de vogels zag bleken het dezelfde te
zijn die ik eerder gezien had en toen Voor-Indische Spreeuw genoemd werden. De vogels
waren identiek maar hij bezwoer dat het een koppel was. Hij had ze al jaren maar ze hadden
nooit iets gedaan richting kweek. Ik nam ze mee, misschien wel tegen beter weten in. Ik
gaf ze een verschillende kleurring en stuurde veren op
voor een DNA analyse. Het bleek een man en een vrouw
te zijn! Zowel de man als de vrouw zingt dus en als ze
tegen elkaar bezig zijn knikken en buigen ze met
gespreide vleugels begeleid door een hoop zanggeweld.
Foto’s van deze spreeuwen zijn wel te vinden maar
verdere informatie is er weinig.
De eksterspreeuwen komen voor in Pakistan,het noorden
van India, Burma, Thailand, zuid China (Yunnan), Maleisië en west Indonesië. Ze houden
zich op in bomen en op gebouwen in kleine groepjes buiten het kweekseizoen. Ze
fourageren voor namelijk op de grond, meestal op grasland, waarbij ze zoals meerdere
spreeuwen doen, de snavel in de grond steken en de beide snaveldelen spreiden op zoek
naar verborgen eetbaars. Ze zijn zwart-wit gekleurd,
met een zwarte kop en borst. Het zwart heeft een
paarse gloed, dit komt pas goed naar voren als de
vogel vol in het licht zit. De snavel is lang, de
lichtgekleurde punt gaat over naar roodachtig en
eindigt in kale rode huid rond de ogen. Er worden
enkele ondersoorten beschreven waarbij vooral
kleine verschillen in woongebied en verenpak
worden vermeld.
In de zomer van 2014 bouwden ze een nest in een nestkast, deze werd helemaal gevuld met
hooi, stro, takjes, veertjes maar vooralcocosvezel. Wat ze maar konden vinden verdween in
de kast. De hoop op een eventuele kweek verdween toen de pop dik op de grond zat.
3
Legnood! Het ei puilde een beetje naar buitenen was beschadigd door contact met de
bodem. Niets hielp meer, alleen de man bleef over.
Een advertentie met de vraag naar een pop bracht me in contact met een liefhebber in
Maastricht.Of hij mijn man kon kopen. Hij had meerdere van deze vogels, er ook wel eens
mee gekweekt en een pop over, maar wou er niet van af. Uiteindelijk heb ik hem
aangeboden de man te komen halen in de hoop op nafok. Een vogel in Maastricht en een
vogel in Venlo zou ook niets opleveren. Ik had verder geen enkele reactie gekregen op de
advertentie. We bleven met elkaar in contact en in het najaar van 2012 belde hij me op. Hij
had een koppel voor me. Een wat oudere man en een jonge na-kweek pop, het geslacht via
Dna bepaald. Ze hebben een verschillende kleurring
om zodat ik weet met wie van beide ik te doen heb,
de man heeft een blauwe en de pop een rode ring.
Van deze twee is de man forser dan de vrouw.
Ze zitten in een voliere is van 1½ meter breed en 3½
meter lang. Het binnenhok is is 1½ bij 1 meter. Op
de grond loopt een koppel Palawan pauwfazanten. Ze
overwinteren vorstvrij.
Als voedsel krijgen ze een mengsel van Orlux Uni
Patée en Orlux Remiline korrel. Verder allerlei fruit, af
en toe een paar meelwormen, wat pinkies en een
enkele wasmotlarve.
Het is een ongelooflijk beeld als ze beide tegen elkaar zitten te zingen. Zoals bij mijn eerste
koppel hebben ze de beschikking over een nestkast. Daar hebben ze totaal geen
belangstelling voor. Ze dragen van alles in een laurierstruik die in hunvoliere staat. Stro, hooi
en héél veel cocosvezel. Zolang ze doorgaan met bouwen blijf ik ook maar doorgaan met het
aanbieden van nestmateriaal.Op een gegeven moment merk ik dat de man een seintje geeft
als ik door de tuin loop en zie de pop gelijk het nest verlaten. Het gebeurt zo vaak dat ik me
daar zorgen over maak. Nestcontrole lijkt met deze manier van nestbouw nauwelijks
mogelijk. Toch wil ik wel weten wat de stand van zaken is. Ik zie een klein gaatje en kan
mijn arm tot aan de elleboog naar binnen steken.Er ligt één ei in, het is warm.
De broedduur is 14 dagen. Ik laat het bij die ene controle en voer het aanbod van
voedseldieren een beetje op. Als ze
deze mee het nest innemen geef ik
steeds meerpinkies en witte
meelwormen. Na een week krijgen ze
ook wasmotlarven en kleine krekels,
alles uit de diepvries. Meelwormen die
ze krijgen hebben enkele dagen
“meelwormenvoer” te eten gehad.
Aangeboden voedseldieren zijn met een strooibusje bepoederd met een mengsel van
Carmix, kalk en “insectenstrooipoeder”.
4
Op 2 mei heb ik een jong geringd met 5,5 mm.(foto 5) Verder ligt er niets in het nest. Op 18
mei is het uitgevlogen. Het zit meestal op de grond en piept voortdurend. De ouders zijn
druk met de aanvoer van de aangeboden insecten.Het
jong wordt volledig zelfstandig en blijkt een pop te zijn.
Mijn eerste eksterspreeuw en een pop. Die blijft!
Een nieuw kweekjaar breekt aan met twee koppels
eksterspreeuwen. Beide mannen van de ondersoort
“flowerii” en de poppen van de nominaatvorm. Niet
correct? Er is niets anders van te krijgen dus moet het
maar op deze manier. De nominaatvorm heeft een zwarte schedel en de flowerii een wit
gekleurde. Eén koppel heeft de nestkast weer volledig volgedragen en gaat boven op de
deksel verder. Het spul op de deksel verwijder ik steeds. De mooie nestholte helemaal boven
in de kast wordt geregeld bezocht en bijgewerkt. Dit test ik door steeds andere veertjes te
geven die ik dan weer terug vindt in het nest. Met dit koppel zal de kweek niets worden. De
man gaat dik zitten en een paar dagen later is hij dood. Erg vervelend maar de preparateurs
zijn er blij mee…..
Het andere koppel heeft een groot boomstam-nest. Dit zit volgedragen tot boven tegen de
deksel. Nestcontrole is niet mogelijk. Omdat de pop er steeds in verdwijnt en tevoorschijn
komt als ik de tuin in loop denk ik dat er eieren zijn. Een kennis heeft een “werkplaats ding”,
een slang met licht aan het uiteinde en een klein schermpje dat je in de hand houdt.
Voorzichtig tussen het nestmateriaal naar binnen gestoken en jawel hoor, 3 eieren. Ik schat
in wanneer ze gelegd zijn en na een tijdje “nu moet er toch wat zijn” liggen ze op de grond.
Ze lijken mij niet bevrucht te zijn geweest. Opvalt dat de man erg druk is als de pop buiten
het nest is en haar soms zelfs volgt in de nestkast. Dit
gaat zo nog een tweede keer. De pop zit vaak in de
nestkast maar de man laat haar niet met rust. Er zijn
eieren maar op een gegeven moment is de kast leeg.
Niets gevonden, geen eieren en ook geen jonge vogels.
Omdat de spreeuwen in de boomstam bouwen op een
manier die nauwelijks te controleren is vervang ik deze
door de kast van het andere koppel.
De kast wordt helemaal volgedragen met weer alles wat
ze vinden kunnen. De pop verdwijnt weer geregeld in de
kast en blijft er ook langer al komt ze elke keer tevoorschijn als er in de tuin iets gebeurt. De
man blijft onrustig en gaat ook de kast in en uit en zo gauw de pop tevoorschijn komt is er
elke keer weer de hele ceremonie van zingen, buigen en met de vleugels klapperen. Ik heb
de mogelijkheid om de vogels te scheiden en maak de ernaast liggende volière leeg. Hier
gaat de man naar toe. Ik heb gelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in de nestkast
te kijken. Tot aan de deksel zit deze vol met nestmateriaal, voorzicht maak ik een opening
en kan tot bij de nestholte komen, drie eieren! Een stoel en een kopje koffie zijn nodig om te
kijken wat de pop gaat doen. Al zingend en klapperend met de vleugels vragen ze zich af
wat er is gebeurd maar dan besluit de pop toch de kast in te gaan, deze keer niet meer
gestoord door de man. Ik houdt de pop in de gaten en dagelijks krijgt ze af en toe een
paar pinkies maar ze eet die gelijk op.
Als er eierschalen op de grond liggen en de pop met pinkies naar het nest vliegt verhoog ik
5
gelijk de hoeveelheid pinkies en witte meelwormen. De pop blijft trouw voeren, het piept in
de kast. Na een dag of acht kijk ik er in, ook om eventueel te ringen. Drie stuks, ik verbaas
me over het verschil in grootte. De kleinste is wel heel erg klein maar ziet er gezond uit.
De grootste moet ik ringen met 5,5 mm. De tweede met 5 mm. en met de derde wacht ik
nog even. Ik denk dat voor deze vogels 5 mm. de juiste maat is.
Een paar dagen later ligt het kleinste jong dood op de grond. Dat het zou overleven leek al
onwaarschijnlijk gezien de eerder genoemde groeiachterstand. Bijna drie weken nadat ik
geconstateerd heb dat er wat jongs is, vliegt een jong uit en het ander zit steeds met de kop
in de opening van de nestkast. Omdat alles goed lijkt te gaan laat ik de man apart zitten. Hij
zingt bijna de gehele dag. Het tweede jong blijft maar in de nestkast zitten. Als het later
buiten het nest op de grond zit is gelijk te zien, dat wordt niets. Jammer. De nestkast haal ik
weg, het seizoen is voorbij. Ik heb gezien dat
het overgebleven jong zelfstandig eet, ik laat
de man erbij. Ik hou de familie goed in de
gaten, er gebeurt verder niets bijzonders en het
jong ziet er goed uit en ontwikkelt zich goed.
De DNA uitslag is binnen, een man. Ik zet deze
bij de ook nog jonge pop die is overgebleven
van het andere koppel. Volgend jaar nieuwe
ronde met nieuwe kansen. Twee koppels, dit
koppel dat jongen voortbracht en een koppel
jonge eigen kweek vogels uit twee
verschillende ouderparen. Het kon slechter.
Jeu bedankt voor dit verslag.
Korte geschiedenis van de baardmannetjes
Het aantal baardmannetjes (Panurus biarmicus) in ons land
schommelde flink de afgelopen eeuw. Tot 1950 is het een
zeldzame broedvogel, maar dan ontstaan er rietmoerassen in
Flevo-land. Vanuit vliegtuigjes wordt riet uitgezaaid als eerste
stap in de ontginning van het land.
Als gevolg explodeert
de populatie baardmannen. Het wordt zelfs zo druk dat ze
Europa in trekken op zoek naar nieuwe gebieden. Na een aantal
strenge winters en omdat rietlanden plaatsmaken voor akkers,
zakt de populatie weer in. De laatste tien jaar gaat het gelukkig
weer beter omdat de moerasgebieden beheerd worden. De
baardman, meestal het baardmannetje genaamd is een zangvogel uit de familie van de
Panuridae; een familie met maar één soort. Deze soort heeft samen met de leeuweriken
een gezamenlijke voorouder. Ze leven uitsluitend in de rietlanden. Het baardmannetje
leeft van spinnen en insecten maar gaat in de winter over op rietzaad.
Een late vorstperiode kan dit vogeltje fataal worden. Deze vogels zijn monogaam.
Ze brengen 3 tot 4 broedsels per jaar groot, die door beide ouders bebroed en gevoerd
worden. Ze kunnen jaarlijks wel 20 jongen grootbrengen. De 4 tot 7 eieren zijn witachtig en
donkergetekend en worden in 12 tot 13 dagen uitgebroed.
Tekst en foto: Jeu Smeets en IVN
6
Theo Lommen baadt zijn vogels in water
waarin Zeeden appels zijn gekookt.
Dat was voor mij het meest vreemde
verhaal binnen het item “ vogels baden
voor schoonheid en glans “ wat ik ooit
gehoord had. Het kwam ter sprake in de
vergadering van de Venlose vogelvereniging EKVV bij een vogelpraatje over het
in conditie houden van vogels die van een
TT terugkomen en nog naar een volgende
TT gaan of terug naar de kweekhokken.
Theo Lommen uit Velden weet de zeeden (Pinus pinaster origineel afkomstig
uit het Middellandse Zeegebied, in de
omringende bossen voldoende te staan om
de ongeopende dennenappels, die van
een zeer fors formaat zijn, al snel 15 cm. lang en ruim 10 cm. breed te oogsten en
langdurig af te koken in schoon water waarbij ze veel etherische olieën en harsen
afgeven die in dat water worden opgenomen. Het water wordt daardoor weliswaar een
beetje troebel, maar die residuën zorgen er voor dat de vogels zeer strak in de veren komen
te zitten. De enige beperking die je hieraan
mee kunt geven is dat het niet geschikt is
voor witte vogels omdat het zorgt voor een
onduidelijke waas over het verenpakje, iets
wat door de keurmeesters niet echt
gewaardeerd wordt. De zeeden komt in
ons land niet erg veel voor. Maar wie zijn
ogen de kost geeft kan ze toch wel vinden
met zijn
grote
appels
en de
speciale
naaldeninplanting van slechts twee zeer grote naalden per
oog. Ook de schors wijkt nogal af van wat wij van
dennenbomen gewend zijn.
Theo bedankt voor de informatie
Tekst en foto’s: Jeu Smeets
7
8
Araripe manakins
(antilophia bokermanni)
De arar De Araripe manakins zijn ernstig bedreigde vogels uit de
familie van de manakins (Pipridae). Deze vogels werden pas in
1996 ontdekt en daarna wetenschappelijk beschreven in 1998.
De Latijnse naam is bedacht door de stichting Epitheton en
herdenkt hiermee de Braziliaanse zoöloog en wildlife filmmaker
van Duitse afkomst Werner Bokermann die overleed in 1995.
Vanwege de helmachtige kroon hebben ze de Portugese naam
(in Brazilië is Portugees de voertaal) “Soldadinho-do- Araripe “
gekregen wat zoveel betekent als “soldaat van araripe “ maar
op grotere schaal ook Helmmanakins genoemd.
Beschrijving: Zoals typisch voor de meeste manakinsoorten kennen ze een sterk sexueel
diformisme in de kleur van het verenkleed. De mannetjes hebben een overwegend witte
kleur terwijl de vleugels en de staart zwart zijn. De helmachtige kroon is karmijnrood en dat
loop door tot het midden van de rug in een bredere rode plek. Ook de oogiris van de man is
rood. Het vrouwtje is over het hele lichaam olijfgroen waarvan de buikzijde iets lichter is.
Haar kroon is eveneens groen en kleiner dan bij de man.
Leefgebied. Deze soort is thuis in de Chapada doen Araripe (de Araripe hooglanden) in de
staat Ceará gelegen in de Noord – Oostelijke regio van Brazilë. Dit gebied is slechts vijftig
kilometer lang en slechts één kilometer breed. Dit typische leefgebied is gevormd in de
vroege Krijt-periode en bestaat uit kalksteenformaties. Het oorspronkelijke broedgebied is
slechts één Km² groot en ligt midden in een themapark. Het is waarschijnlijk dat het broedgebied toch groter is maar onderzoek heeft in de omgeving geen verdere vertegenwoordigers van deze soort kunnen lokaliseren.
Bedreigingen: Chapada doen Araripe is dus de enige
bekende plaats waar deze manakins voorkomen. In 2000
is er nog een onderzoek gedaan naar de populatie en dat
leverde een schatting op van vijftig vogels van deze soort
en worden daardoor beschouwd als de meest zeldzame
vogels van Brazilië en waarschijnlijk de hele wereld.
In 2003 waren de ramingen iets optimischer en Birdlife
International kwam tot een schatting van maximaal 250
stuks. Toen in 2000 het Themapark met zwembaden en
geasfalteerde wegen werd aangelegd en bomen werden gekapt werd ook het grootste
gedeelte van het oorspronkelijke leefgebied vernietigd en de geruimde bomen werden
vervangen door bananenplantages. Met een lezing bij Birdlife International op 16 augustus
2008 in Peterborough gehouden werd bekend dat Sir David Attenborough zou opkomen
voor de Araripe manakins in een poging om fondsen te werven die helpen bij de
bescherming van deze zeldzame vogels. Ondertussen zijn er ongeveer 500 links ter
bescherming van de Manakins. Sir David werd ook gepresenteerd met een foto van de
Manakin. Ook is informatie te vinden op hun site www.birdlifeinternational met videobeelden van beschermingsmaatregelen.
Info en foto’s: Wikimedia. Vertaling: Jeu Smeets
9
Vogelquiz januari 2017
Dit mooie vogeltje komt ieder jaar vrij laat terug
uit zijn winterverblijf. De vraag was nu: Wat is de
Nederlandse naam?
(Ficedula hypoleuca )
Bonte vliegenvanger
Goede oplossingen: Martijn Verheijen, Ger Lommen, Theo
Lommen, Jos Reivers, Frits Hafmans, Cor van Ooijen, Henk
Bongartz, Theo Driessen, Els Hiddema, Henk Hiddema, Gerrit
Goumans, Rob de Brouwer, Wim Bastiaans, Mart Vissers, Sjaak
Verstappen, Jeu Gielen, Hein Naus, Pieter Naus,
Er zijn 18 oplossingen en allen waren goed.
De loting werd gedaan door: Petra Savelkouls, Petra bedankt
De winnaar is geworden: Cor van Ooijen, Cor gefeliciteerd
Vogelquiz februari 2017
Deze roofvogel is een sperwer en
algemeen bekend in onze regio.
De vraag is nu !!!
Is dit een man of vrouw ????
Oplossing uiterlijk 4 februari naar:
Jeu Smeets
Tel: 077 - 3520206
Mail: [email protected]
Ledenvergaderingen E.K.V.V 2017 en het jaarprogramma
05 februari Vogelbeurs
06 februari vergadering
06 maart
vergadering
03 april vergadering met Lezing
01 mei met huldiging Jubilarissen
29 mei ( juni ) vergadering
28 augustus ( september ) vergadering
09 oktober ( TT ledenvergadering)
05 november TT Witte Molenshow
13 november vergadering
03 december Vogelbeurs
04 december vergadering
10
Vraag en aanbod binnen EKVV
Te koop
groenlingen agaat en satinet, oorvlek duiven, tamboerijn duiven, satinet
roodmussen, Chinese groenlingen, zwart kop groenlingen en buine diamant
duifjes. PS Verminkte vogels die een pootje of vleugelstuk missen mogen bij
mij in de grote volière rondfladderen tot het einde. Breng die gerust bij mij.
Henk Hiddema, Leeuwerikweg 17 Velden
Tel: 077 – 4722327 mail: [email protected]
Te koop
Heb nog ±30 plastic inloopdoosjes om muizengif in te doen,
€ 1,50 p.st. zie afbeelding te koop. De mijne zijn zwart !
Henk Bongartz, Boerendansweg 43 Venlo
Tel: 077 – 3519769 mail: [email protected]
Te koop
Europese kwartels, TT waardige kwaliteitsvogels.
Gerrit Goumans Venray
Tel: 06 10259850 Mail: [email protected]
Te koop
Chinese dwergkwartels
Groene en blauwe kanaries
Diamantvinken en Diamantduifjes
Ton Wetjens, Tel: 077-4722870
mail: [email protected]
Te koop gevraagd:
2 Noorse goudvinkpoppen
1 haakbek pop
1 roul-roul hennetje
1 merel pop
Hein Naus
Tel: 0049-152-23199777 mail: [email protected]
Wij spreken ook Nederlands
Te koop
2 roodbuik turquoisine poppen
2 roodbuik turquoisine mannen
15 euro per stuk
Wil Verbeek Tel: 3517295
Mail: [email protected]
Te koop gevraagd
Kleine putterpop en kleine Europese goudvinkpop.
Jos reivers Tel:077 - 4732586
Mail: [email protected]
Te koop gevraagd
Kanarie X Putter Man
Jeu Gielen Tel; 077 – 3513990
Mail: [email protected]
Wijzigingen graag doorgeven voor de 15e van de maand
11
Kraanvogels
door Jan Visser ( Natuurvereniging IJsselmonde )
Een van de meest
spectaculaire WestEuropese vogels is de
kraanvogel. In de
Lage Landen is deze
broedvogel honderden jaren geleden
reeds uitgeroeid.
In de herfst verzamelen grote scharen
kraanvogels zich in
het noorden van
Oost-Duitsland, met name op het eiland Rϋgen. Na de eerste zware vorstinval trekt
een deel weg naar het zuid-westen. De slechts enkele honderden kilometers brede
trekbaan van deze vogels schampt langs de oostkant van Nederland. De overwinteringsgebieden liggen in Spanje. Vele tienduizenden Noord-europese broedvogels van
Finland en Rusland trekken meestal naar het zuidoosten, om via Turkije en Egypte in
de overwinteringsgebieden in Soedan en Ethiopie terecht te komen.
Geluid en meer
Het verdragende geluid van overvliegende Kraanvogels laat iedere rechtgeaarde
vogelaar naar buiten hollen. Ieder voor- en najaar verschijnen er kraanvogels boven
Nederland en zoals gememoreerd meestal via de oostflank van Nederland, zo
ongeveer langs de lijn Bremen-Deventer-Antwerpen. Het overgrote deel van de
meldingen hebben betrekking op overvliegende vogels. Overwintering komt voor,
echter is zelden het geval en hebben wellicht betrekking op uit gevangenschap
ontsnapte vogels. Rϋgen is van eminent belang voor de kraanvogels. Tijdens de
herfsttrek zijn hier gemiddeld meer dan 25.000 exemplaren op twee slaaplocaties op
West-Rϋgen en op het nabijgelegen eilandje Bock waargenomen. De kraanvogel met
zijn gewicht van ca 4,5 kg is driemaal zwaarder als de blauwe reiger. Het zijn tevens
de langste vogels in Europa en met hun fraaie majestueuze verschijning, hun
cancanveren en het onmiskenbare roep, spreken zij tot de verbeelding van velen. Zij
hebben aan de kop een karakteristieke zwart-wittekening met een rode kruin. De
wangen en zijkant
van de hals zijn
wit. De cancanveren zien eruit
als een bossige
staart, maar het
zijn geen staartveren maar de tot
sierveren
uitgegroeide,
afhangende
binnenste
armpennen
12
(zgn. tertials). Zij kunnen tot 1.15 meter hoog worden waarmee ze onze hoogste
vogelsoort zijn. De eenjarige vogels zijn iets kleiner en donkerder, missen de fraaie
koptekening en hebben een rossig-bruine kop en kleinere armpennen.
Voorkomen en voeding
Ten opzicht van reigers hebben kraanvogels een
kortere, krachtiger snavel. Kraanvogels voeden
zich met planten, insecten, wormen,
weekdieren, kikkers, muizen en jonge vogels.
Het herfstvoedsel bestaat van oorsprong veel uit
veenbessen (het engelse woord cranberry
betekent eigenlijk Crane-berrie =
kraanvogelbes). Overdag foerageren zij in het
heuvelachtige landschap op de akkers, tot een
afstand van maximaal circa 50 km van de
slaapplaats. Op de akkers eten ze de resten van de mais, aardappels en dergelijke.
De kraanvogels foerageren overdag op het noordelijk en westelijk deel van Rϋgen en
op de noordkust van het vasteland. Dit omvangrijke kustgebied in het zuidelijke deel
van de Oostzee bevat uitgestrekte delen die minder dan een meter diep zijn,
rietvelden, zout-moerassen en interessant achterland met bossen, akkers en
weilanden.
In de herfst heeft dit gebied eveneens een belangrijke functie voor andere
pleisterende trekvogels, waaronder aalscholvers (ondersoort sinensis),
knobbelzwanen, kleine zwanen, riet-, kol-, grauwe-, brand- en rotganzen,
wintertalingen, kuifeenden, brilduikers, bosruiters en reuzensterns. Typerende,
oostelijke zomer- en standvogelsoorten zijn de roodhalsfuut, zeearend en
schreeuwarend, rode wouw, kortsnavel-boomkruiper, kleine vliegenvanger en
sperwergrasmus.
Kraanvogeltrek.
In vlucht bieden de kraanvogels het
karakteristieke beeld van lijn- of V-vormig
vliegende groepen van grote, reigerachtige
vogels die vliegen met een uitgestrekte, lange
hals en poten. De spanwijdte kan tot 2.20 m
bedragen. De bekende V-vorm is een
energiezuinige vorm van vliegen, waarbij de
vogels als het ware in elkaars "kielzog"
vliegen. De gemiddelde kruissnelheid van de
vogels kan tot ongeveer 70 km per uur oplopen, uiteraard afhankelijk van de
weersgesteldheid. De trek vindt zowel overdag als 's nachts plaats, meestal op een
hoogte tussen de 200 en 1000 meter, zelfs op 4000 meter zijn de trekkende kranen
weleens waargenomen. Tijdens de trek maken de kraanvogels gebruik van thermiek
om hoogte winnen daarna kunnen ze af en toe een lang stuk zeilend in dalende lijn
afleggen. Tijdens de vlucht is de karakteristieke, verdragende roep te horen, die u
wellicht al kent van de overvliegende doortrekkers.
Toegestuurd door: Louw Boersma, Friese volièrevereniging “Natuurzang”
Leeuwarden
13
Sjaak en zijn gouden zilverbekjes
“ En weer is het Sjakie die ’t um flikt ”. Nu met goud
tijdens vogel 2017 in Apeldoorn met een B stel wildkleur
zilverbekjes die maar liefst 185 punten behaalden.
Daarmee waren Sjaak zijn zilverbekjes tot goudbekjes
geworden. Overal waar Sjaak zijn vogels speelt valt hij wel
in de prijzen, op onze eigen wedstrijden onderling en
internationaal of in Dülken zoals kortgeleden, overal wordt
hij overladen met eremetaal. Dit goud op Vogel 2017, met
zoveel concurrentie, er waren 5 B stellen met zilverbekjes,
is toch wel een kroon op zijn vogelsportbeleving evenals
het was met het Kampioenschap van Venlo in 2011 met
een bruinnekmusgors.
Sjaak: Ja zeker, elke keer als je de hoofd prijs hebt is
dat weer een stimulans om elk jaar je best te doen om
kwaliteitsvogels te kweken en tentoonstellingsklaar te
krijgen. Het was ook fijn dat de sfeer erg goed was
onderling na het samengaan van onze beide Bonden in
de NBvV. Iedereen die ik gesproken heb was erg
tevreden over het geheel, enkele minpuntjes
daargelaten. Ook de inbreng van de vogels was zeer goed geregeld en verliep erg soepel,
maar ook aan het einde verliep de uitgave van de vogels opperbest, Iedereen wist precies
waar hij aan toe was en alles liep op rolletjes. Een minpunt vonden Wim en ik dat op de
keurbriefjes niet vermeld was waarvoor je de punten had gekregen, bv. Kleur, houding,
indruk enz. Ook de ringnummers miste ik op deze briefjes, Maar verder was alles ok.
Yvon Heesakkers, die ik toevallig ook aan de telefoon had vertelde mij ook dat de hele
Vogel 2017 TT gezellig was verlopen en ondanks wat minder inschrijvingen niet minder druk
was geweest als het vorig jaar en de Firma Heesakkers goede zaken had gedaan.
Tekst: Jeu Smeets. Foto’s: Jeu Smeets en NBvV
14