Transcript Abstract
“Dat zie je zelfs in de Tour de France, al die valpartijen”. Een framing- en discoursanalyse naar de
constructie van het onderwerp veilig fietsen onder ouderen.
Anita van Essen1, Irene Kelder1, Reint Jan Renes1,2
1Hogeschool
Utrecht
2Wageningen
Universiteit
Keywords: Framing, Discours, Ouderen, Fietsveiligheid, Campagne.
Introductie
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu wil het aantal verkeersdoden en verkeersgewonden onder
oudere fietsers in Nederland terugdringen (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2016). Hierbij zijn de
onbewust onveilig fietsende ouderen als belangrijkste doelgroep aangemerkt (Van Essen et al., 2015).
Het Ministerie wil met een campagne deze groep fietsers bewust maken van het belang van veilig fietsen.
Echter, deze groep is – door ontbreken van probleembesef – weinig ontvankelijk voor de huidige
fietsveiligheid campagnes (Davidse & Hoekstra, 2010). Voor effectieve communicatie is het daarom van
belang dat geanalyseerd wordt waar burgers gevoelig voor zijn en op welke wijze zij het beste benaderd
kunnen worden. Door de campagne aan te laten sluiten op het huidige discours van de doelgroep, kan
met deze gevoeligheden rekening worden gehouden en de kans op ontvankelijkheid worden vergroot.
Theoretisch kader
Om beter aan te sluiten bij het gesprek van de doelgroep, kijken we in deze kwalitatieve studie naar
gesprekken over fietsveiligheid. Communicatie in het publieke domein ontwikkelt zich in relatie met
anderen en in relatie tot wat er in de omgeving gebeurt (van Ruler, 2012). Voor het doen van specifieke
interventies is het nodig om inzichtelijk te maken wat in de dagelijkse realiteit leeft. Door te luisteren naar
de gesprekken die in de samenleving worden gevoerd, kan een campagne beter aansluiten bij die
dagelijkse realiteit (van Woerkum & Aarts, 2008). Als gesprekken genegeerd worden, kan het idee
ontstaan dat er niet echt interesse is in de mening en zorgen van de burgers. Om met een campagne
beter aan te sluiten bij het gesprek dat door ouderen over fietsveiligheid wordt gevoerd, staat in dit
onderzoek de volgende vraag centraal: ‘Op welke manier construeren oudere fietsers in interactie het
onderwerp fietsveiligheid en ouder worden?’
Methode
Er zijn zes semi-gestructureerde duo-interviews gehouden (12 geïnterviewde ouderen) met oudere
fietsers (Van Essen et al., 2015). Deze interviews zijn getranscribeerd en inductief geanalyseerd. Er is
gekozen voor een multi-methodische opzet waarin framing-analyse is gecombineerd met
discoursanalyse. De framing-analyse is benaderd vanuit het interactionele perspectief die stelt dat
mensen frames rondom een onderwerp in interactie construeren (DeWulf et al., 2009). Met deze analyse
is er gekeken naar de verschillende soorten frames de ouderen in de interviews construeerden rondom
fietsveiligheid. De discoursanalyse is uitgevoerd met behulp van een discursief psychologisch perspectief
(Edwards & Potter, 1992). Hierbij kijkt men naar welke dominante patronen er zichtbaar worden in
gesprekken (Edwards & Potter, 2001). Daarnaast geeft de manier waarop gespreksdeelnemers hun
uitspraken formuleren inzicht in welke zaken gevoelig liggen, oftewel wat hun gesprekszorgen zijn.
Hiermee zijn in eerste instantie de patronen in de interviews geïdentificeerd en vervolgens de mogelijke
gesprekszorgen waarop deze patronen anticiperen.
Resultaten
Uit de analyses komen vier interactionele frames en drie discursieve patronen naar voren. Deze vallen op
hoofdlijnen binnen 3 thema’s; (1) fietsveiligheid en ongelukken, (2) energieke identiteit, (3) sociale
validatie. Twee discursieve patronen hebben betrekking op fietsveiligheid en ongelukken.
Gespreksdeelnemers stellen de oorzaak van fietsongelukken buiten zichzelf (patroon 1) en betrekken ze
ook op anderen (patroon 2). Binnen laatstgenoemd patroon anticiperen ze op een gevoeligheid: de
mogelijke beschuldiging dat zij als ouderen meer risico’s zouden lopen dan anderen. Ook uit de framinganalyse kwam naar voren dat ouderen de veiligheid rondom fietsen niet als een probleem zien. In het
‘issue frame’ wat werd geïdentificeerd benadrukte men dat ‘dat men nog wel weet wat men doet’, en niet
de onveiligheid maar mogelijke onzekerheid een rol speelt bij fietsen. Binnen het tweede thema
‘energieke identiteit’ werd het derde discursieve patroon zichtbaar; de constructie van een energieke en
actieve identiteit. Dit bleek ook uit het ‘identity frame’ waarin men stelt ‘als senior doe je mee’ en ‘ik maak
nog steeds mijn eigen keuzes’. Binnen het derde thema ‘sociale validatie’ kwamen een ‘expert frame’ en
‘relationship frame’ naar voren. Ouderen construeren in de gesprekken de directe sociale omgeving
(vrienden en kennissen) als experts om fietsveiligheid ter sprake te brengen (expert framing). Dit hangt
samen met ‘relationship frame’ waarin men de sociale omgeving als validatie voor de gemaakte keuzes
rondom fietsveiligheid naar voren brengt.
Conclusie
De geïdentificeerde thema’s bieden concrete aanknopingspunten voor het inrichten van een campagne.
Door de ouderen bijvoorbeeld niet aan te spreken als veroorzakers van ongelukken, wordt bij één van de
gesprekszorgen aangesloten (thema fietsveiligheid). Verder kan het bekrachtigen van de actieve en
energieke identiteit herkenning en identificatie met de campagne mogelijk vergroten (thema energieke
identiteit). Concrete voorbeelden vanuit de sociale omgeving dragen mogelijk bij aan de ontvankelijkheid
voor een campagne over veilig fietsen (thema sociale validatie).
Referenties
Davidse, R.J., Hoekstra,, A. T. G. (2010). Evaluatie van de BROEM-cursus nieuwe stijl. Stichting
Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid, Leidschendam.
Dewulf, A., Gray, B., Putnam, L., Lewicki, R., Aarts, N., Bouwen, R., & van Woerkum, C. (2009).
Disentangling approaches to framing in conflict and negotiation research: A metaparadigmatic
perspective. Human Relations, 62, 155-193.
Edwards, D., & Potter, J. (1992). Discursive Psychology. London: Sage.
Edwards, D. & J. Potter (2001). Discursive Psychology. In: A. McHoul & M. Rapley (red.), How to analyse
talk in institutional settings. A casebook of methods (p. 12-14). Londen: Continuum International
Publishing Group.
Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2016). Verkeersveiligheid ouderen Interventies voor beperking van
verkeersrisico's bij ouderen anno 2015. Geraadpleegd via
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2016/05/25/verkeersveiligheidouderen/notitie-verkeersveiligheid-ouderen-definitief.pdf.
Van Essen, A., Adriaens, M., Renes, R.J. (2015). “Als ik moet stoppen met fietsen, dan ben ik pas echt
oud”. Een studie naar de ontwikkeling en effecten van een veilig fietsen interventie onder ouderen. In:
Proceedings of Etmaal van de Communicatiewetenschap. Vrije Universiteit van Amsterdam, Amsterdam,
4-5 februari, 2016.
Van Ruler, A.A. (2012). Met het oog op morgen. Reflecties op het communicatievak. Den Haag.
van Woerkum, C., & Aarts, N. (2008). Staying connected: The communication between organizations and
their environment. Corporate Communications: An International Journal, 13(2), 197-211.10. Edwards, D.
& J. Potter (2001). Discursive Psychology. In: A. McHoul & M. Rapley (red.), How to analyse talk in
institutional settings. A casebook of methods (p. 12-14). Londen: Continuum International Publishing
Group.