De islam voor ongelovigen (1)

Download Report

Transcript De islam voor ongelovigen (1)

De islam voor ongelovigen (1)
Met dit boek
wil Koenraad Elst onder de aandacht
brengen tot welke controversen en
controversiële gedragingen de bronteksten
en dan vooral de koran, aanleiding geven:
zowel
inzake
(de
integratie
als
veroveringsproject.
weigering
tot)
het
diepere
Moslims
zijn
mensen
met
dezelfde
mogelijkheden als wij, maar die tot
vijandigheid jegens ons geconditioneerd
zijn door de ideologie die Mohammed
tussen 610 en 632 vastgelegd heeft in de
koran.
Al wie beweert dat de islam een tolerante
religie is, maakt zich schuldig aan
negationisme.
Aan wie kan er beter het woord verleend worden voor het
voorstellen van dit meesterwerk van Koenraad Elst dan aan Wim
van Rooy auteur van een even baanbrekende kanjer: “Waarover
men niet spreekt”? Omdat dit “woord vooraf” langzaam maar
zeker duidelijk maakt waarom deze heruitgave van Koenraad Elst
“De islam voor ongelovigen” (en dat zijn wij voor Mohammedanen
allemaal) zo enorm belangrijk is voor het overleven van onze
cultuur en vrijheid, splitsen we het in vier. En omdat het een
zo uitzonderlijk belangrijk boek is laten we het ook graag
voorafgaan door een uitspraak van George Orwell: “During times
of universal deceit, telling the truth becomes a revolutionary
act.”
Beste Nageltjesfans, dan laten we nu Wim van Rooy aan het
woord. Zoals Isaac Newton toegaf te hebben kunnen werken omdat
hij kon steunen op de schouders van reuzen, zullen toekomstige
generaties échte intellectuelen kunnen toegeven dat ze konden
steunen op de schouders van Vlaamse reuzen: Wim van Rooy en
Koenraad Elst, samen met enkele anderen de laatste verdedigers
van het vrije Westen in Vlaanderen en Nederland.
Woord vooraf …
Wie uit wanhoop, als de rapen dus al gaar zijn, nog aan de
‘decodering’ van de psychopathologie inzake de islam wil
beginnen, zal constateren dat het ziektebeeld van deze
oorlogsideologie al exhaustief beschreven werd, zowel door
niet-moslims als door heel wat Arabische mannelijke én
vrouwelijke intellectuelen. De titels van hun boeken liegen er
niet om: La maladie de l’Islam (Abdelwahab Medeb), Violence et Islam
(Adonis en Houria Abdelouahed), L’Impasse islamique (Hamid
Zanaz), Pourquoi le monde arabe n’est pas libre (Moustapha Safouan),
L’Islam, l’épreuve française (Elisabeth Schemla), Leaving lslam (Ibn
Warraq), L’Islam contre l’islam (Antione Sfeir), Among the Believers
(V.S. Naipul), Islamic Jihad (MA.Khan), La guerre des subjectivités
en Islam (Fehti Benslama), Der islamische Faschismus (Hamed AbdelSamad), A God who Hâtes (Wafa Sultan), Why Do They Hate Us? (Mona
Eltahawy), Ketters (Ayaan Hirsi Ali) – de lijst is eindeloos,
maar onze academische en culturele elites willen deze
islamcritici niet kennen, sterker nog: ze verraden ze.
De vertwijfeling van deze ervaringsexperts met betrekking tot
de islam zouden ze tot de hunne moeten maken, maar ze
verkiezen het – zoals de islam zélf met zijn gebrek aan libido
sciendi – blind en onwetend te blijven, en partij te kiezen
voor een systeem dat ze helemaal niet kennen, zelfs niet bij
benadering. De criminogene politieke correctheidsblinddoek van
vooral de linkerzijde (die met zijn gramsciaans discours alle
partijen heeft geïnfecteerd) én de dollartekens in de ogen van
de rechterzijde wanneer het aan de massa’s oliegeld denkt,
doen alle problemen die zich in verband met de islam overal
voordoen direct verdwijnen. De belangen van links en rechts
lopen hier ongewild samen en veroorzaken het grote zwijgen
omtrent de islam als mentale gevangenis en mondiale
bedreiging.
Het boek van Koenraad Eist dat voorligt, analyseert en
beschrijft aan de hand van de oorsprongsbronnen wat de islam
is, en vooral: wat hij in trouwe concordantie met zijn
verknipte theologie uitvreet. Als eminent kenner van de islam
vertelt hij op een bevattelijke én erudiete, erg leesbare én
inzichtelijke manier, wat er precies aan de hand is. De auteur
is als expert in de materie geen “wegkijker”, hij is geen
intellectueel die liever onwetend blijft, geen beate
oecumenist of ignorans, geen hautaine opiniehegemoon wiens
moral high ground zo apogeïsch is en zijn “grandeur d’âme” zo
excessief, dat hij niet meer in staat is de door en door
empirische realiteit waar te nemen. Hij blijft niet zoals
zovelen in de ontkenningsmodus leven, precies omdat hij de
islam serieus neemt, en dit vanuit zijn oorsprongsbronnen – en
die liegen er niet om.
Koenraad
Elst
is
geen
“professional”
van
de
verontwaardigingsindustrie en al zeker behoort hij niet tot de
circulaire elites die om elkaar heen orbiteren in media atque
academia. Daar heeft hij een hoge tol voor betaald: zijn hele
leven werd hij ‘gesidelined’, een eufemisme voor gebroodroofd
en miskend. Hij laboreert dus niet aan de psychopathologie van
het Westen: de ziekelijke habitus van het niet-willen-weten,
het niet meer willen of kunnen erkennen van categorieën als
het kwade of het boze, gepokt en gemazeld als men is in het
irenische (men heeft dus geen vijandbeeld meer, een conditio
sine qua non om zelf te overleven).
Hij richt zich vanuit zijn immense kennis van de islam tegen
een perverse islamofilie en oikofobie. Het zelfbedrog en het
eeuwige schuldmasochisme ziet hij als een dodelijke ziekte,
eigen aan het Westen, en hij ontmaskert met dit boek impliciet
de professorale islamofiele oekazes van de alfa’s aan onze
universiteiten als pure ideologie, terwijl ze pretenderen
academici te zijn. Het is een conglomeraat van attitudes
waartegen hij zich richt en die vooral semi-intellectuelen
treft die zich intellectuelen wanen. U kent ze: de Rik
Pinxtens, de Rik Coolsaets, de Ico Maly’s en Aboe Jahjahs van
deze tijd.
Koenraad Elst toont met dit boek – een uitgebreide reprise in
geactualiseerde versie van “De islam voor ongelovigen uit 1997
” – zijn aversie van de actuele klerken, die met hun liefde
voor en Verharmlosung van de islam een nieuwe ‘trahison des
clercs’ vertolken omdat ze weigeren in te zien dat de islam
als een collectieve dwangneurose moet worden beschouwd, een
ziekelijke toestand waarin wij de moslim opsluiten door het
voortdurend te hebben over de “godsdienst van de vrede”.
Het kan dan ook niet verwonderen dat, na lezing van dit werk,
de objectieve lezer alleen maar kan besluiten dat de islam in
de eerste plaats een wettisch en vaak onbarmhartig systeem is
dat nauwelijks ethiek bevat maar wél oorlogszucht a volonté,
twee kenmerken die, in alle landen waar deze “religie”
werkzaam is, overheersend zijn.
Het zijn twee gegevens waarvan het Westen denkt ze te kunnen
appaiseren maar die de core business van de islam zijn, de
essentie ervan, zowel van sjiieten als soennieten. Wie de
objectieve gegevens en feitelijkheden bestudeert die in dit
boek exhaustief aan bod komen, kan niet anders dan concluderen
dat het westerse conceptuele kader de habitus van de islam
gewoon niet kan begrijpen, laat staan counteren. Vandaar de
wanhoop die zich van onze elites meester heeft gemaakt: ze
zijn radeloos, Europa wordt op de duur redeloos en ons
continent reddeloos.
Wordt vervolgd!