De islam voor ongelovigen (2)

Download Report

Transcript De islam voor ongelovigen (2)

De islam voor ongelovigen (2)
Kunnen we bevatten dat sommige mensen
vandaag anno 2017 blasfemiewetten uit de
zevende
eeuw
willen
afdwingen
in
seculiere rechtsstaten, en dat onze eigen
politieke, intellectuele en sociale
elites dit goed en normaal vinden?
Natuurlijk niet.
Maar toch is het nu veel moeilijker om islam uit
te leggen aan een modale westerling, dan aan een
kind van vijf jaar uit te leggen dat sinterklaas
niet bestaat. In beide gevallen haal je een
illusie onderuit door de waarheid te formuleren en
de realiteit te beschrijven. Het is altijd
onaangenaam als een illusie doorprikt wordt.
Diegene die de illusie koesterde staat er nadien
altijd een beetje beschaamd bij of gelooft diegene
die hem de waarheid vertelt niet, en gaat over tot
de orde van zijn of haar banale dag. Het is dus
geen gemakkelijke opdracht om de overreding
gepaard te laten gaan met een begeleidend “goed
gevoel” over nieuwe, voordien onbekende, formeel
logische argumenten en objectieve feiten te
beschikken.
In het geval dat je islam wil uitleggen aan
anderen, moet je ook uitleggen dat de islam
helemaal geen tolerante religie is, maar in
werkelijkheid een verschrikkelijk angstwekkende
realiteit. In de islam voor ongelovigen gaat
Koenraad Elst deze uitdaging aan op basis van de
geschreven doctrine van de islam zelf.
Deze methode is in feite de enige die zo efficiënt
is dat het overtuigen niet kan mislukken, tenzij
de illusie koesterende persoon een regelrechte
feitenresistente idioot of debiele non is die
lijdt aan cognitieve dissonantie. Niettegenstaande
de koran slechts 16 % van alle woorden van de
mohammedaanse doctrine uitmaakt, legt dit
doctrinair boek inderdaad de grondslag voor het
fanatisme van al de volgelingen van Mohammed. Dus
niet voor enkele clubjes randdebielen maar voor
alle mohammedanen.
De islam uitleggen is ook nodig want de
mohammedaanse clerus schuwt, zeker na de stichting
van het moslimbroederschap in 1928, geen enkel
middel om de waarheid over de islam voor iedereen
verborgen te houden juist omdat die zo
verschrikkelijk is.
Ook de linkse apologeten, zoetwatervrijzinnigen en
liberale christenen die de islam voorstellen als
“vredelievend”, willen de wrede feiten verborgen
houden om diverse andere redenen. Ook in het
onderwijs is elke objectieve benadering van de
geschreven doctrine van de islam en de
beschrijving van de geschiedenis van de islam
vandaag verdwenen wegens dictatoriale censuur.
Deze toestand van ontkenning en vervalsing kennen
we onder de noemer “politiek correcte opinies”.
Daar waar Koenraad Elst met behulp van de eigen
mohammedaanse doctrine de islam ontmaskert, doet
Wim van Rooy dit in zijn “woord vooraf” met de
illusies van niet-mohammedanen, met name kafirs,
wat het meest met weerzin uitgesproken woord is in
elke taal en dus ook in het Arabisch.
Islam is een verfoeilijk systeem van apartheid
uitgevonden en opgelegd vanaf de zevende eeuw.
Islam is ook een cultuur van slavenhandelaars en bezitters. Islam is ook een imperialistische,
moordzuchtige en genadeloze ideologie. En nog
zoveel meer, eigenlijk alles wat verfoeilijk is
maar alles behalve een religie en zeker geen
religie van de vrede.
Hierna het tweede deel van het “woord vooraf” van
Wim van Rooy, in feite een dissecterend essay
voorafgaand aan het magistrale, helder geschreven
en gemakkelijk te verstaan, wetenschappelijk werk
van Koenraad Elst, die in zijn eerste paragraaf al
onthult: “door tegenstanders wordt ik dan ook niet
meer zozeer uitgekafferd als wel doodgezwegen.”
Iedereen klaar in de startblokken? Woord vooraf …
(deel 2)
De synergie van de westers-nihilistische krachteloosheid en
het gedachteloosheid (en het daaruit volgende postmoderne
stalinisme) met de islampathologie, het samenspel van de
onwetendheid en de arrogantie van de vermoeide, zogenaamd
kosmopolitische elites met de modus operandi van de islam als
hij in de minderheid is (wij zijn altijd slachtoffer, wij zijn
steevast zielig, ons treft nooit schuld, jullie doen nooit
genoeg voor ons), het samenvallen van consumptiehedonisme en
islamitisch puritanisme, leiden tot een lethale cocktail die
ons elke dag al dan niet explosief treft en die door het
antropologische ‘veld’, de modale man of vrouw, de
politieagent, de verpleegster, de leerkracht, de winkelier of
de huisarts, zeer goed herkend wordt, maar die gecounterd
wordt door de hele parasitaire tussenlaag van de zittende
klasse, die er belang bij heeft dat de diversiteit of het
multiculturalisme als staatsideologie wordt opgedrongen, te
beginnen in het onderwijs, waar jonge leerkrachten nog de
naïviteit bezitten overal het goede te zien en met gemak
kunnen worden geïndoctrineerd.
De vernoemde zittende klasse leeft van de problematiek waarmee
de leerkracht, de politieagent of de verpleegster elke dag
geconfronteerd wordt en die iedereen elk uur van de dag op de
treurbuis kan aanschouwen. Het zijn de gewone mensen die zeer
goed beseffen wat er gebeurt maar die het niet kunnen
expliciteren zoals Koenraad Eist het doet in dit nuchter
geschreven maar toch brisante boek dat de ware natuur van de
islam aantoont. Die gewone lui zien het ook elke dag
geformatteerd op de leugenachtige media die nog als enige
opdracht hebben de islam uit de wind te zetten, ook al zijn de
meeste journalisten absoluut onwetend over de aard van dit
comprehensieve en verstikkende systeem of willen ze de mentale
knop niet omdraaien uit angst als halve nazi te worden
weggezet.
Of erger nog: uit angstige lafheid voor hun professionele
hachje. Koenraad Eist weet er alles van.
Wie uit de islam wil ontsnappen, vindt onze kabouterlijke
semi-intello’s a la Tom Naegels of progressivistische
kruidenvrouwtjes a la Eva Brems op zijn of haar weg. Die
halfgeletterden versperren de vlucht van de apostaten uit de
islam door permanent te roeptoeteren dat we hier met een
religie van de vrede te maken hebben, als een truïsme naar
voren te brengen dat toch niet elke moslim een terrorist is of
dat iedereen toch de kleding aantrekt die “vooral hij wil dat
zij verkiest”, niet in het minst beseffende hoe geraffineerd
en geduldig bijvoorbeeld de Moslimbroederschap te werk gaat.
Hun verzuim is crimineel en verhindert de moslim en al zeker
de moslima uit te treden of een rationele exegese te maken of
de Koran onder de hermeneutische meetlat te leggen.
Het merkwaardige is, dat ze zich als kinderen van de
Verlichting irrationeel en romantisch gedragen door in de
moslim, zoals Rousseau (maar mutatis mutandis) steevast de
goede moslim te zien, de nieuwe goede wilde, die zelfs als hij
erg boze dingen doet, direct verontschuldigd wordt door te
verwijzen naar het sociaaleconomische, terwijl het kwade in
zijn oorlogsreligie en de daaruit afgeleide cultuur ingebakken
zit. Het islamisme is gewoon de islam in actie en de islam is
het islamisme in rust: dat vooral toont dit boek van Koenraad
Elst helder aan via scrupuleuze lezing van Koran, ahadiths,
sira’s en sharia-handboeken.
Die volautomatische reflex van religieverering was er -lang
geleden ondertussen – bij echte vrijgeesten niet, toen het
katholicisme onze streken teisterde en Cyriel Buysse zijn
meesterlijke novelle Meester Gevers schreef. Het was wel even
anders toen onze vrijzinnigen, vrijmetselaar of niet, zich
tegen het katyholicisme keerden en de rauwste cartoons in het
licht gaven!
Nu debiteren ze slechts kleffe praatjes die nooit tot het
gaatje gaan. Het onkritisch aanschouwen van de immer goede
exoot is immers een constante in de westerse antropologie, 19e eeuwse reizigers die door Arabieren en bedoeïenen werden
aangevallen, beroofd, bedrogen, in de woestijn achtergelaten
en gemaltraiteerd, bleven in hun geschriften volhouden dat het
hier geen ware Arabieren of bedoeïenen betrof (de fameuze Jean
Louis Burckhardt bijvoorbeeld). In die zin pueriele
intellectuelen klonen gebleven én van hun 19-e eeuwse
voorgangers én van de 20-e eeuwse adepten van het
totalitarisme: die hadden immers ook zo’n grote bewondering
voor inhumane systemen.
De totalitaire verleiding blijft blijkpaar de valkuil van vele
westerse intellectuelen en hun na-apers. En net zoals ten
tijde van het opkomende nazisme zien de elites de oprukkende
islamisering niet, ook al kan men de twee totalitarismen éénop-één leggen. Om dat inzicht te vermijden creëerde de
westerse postmoderne nihilist het conceptuele onderscheid
tussen islam en islamisme, tussen een gematigd en herkenbaar
systeem en de agressieve variant ervan, terwijl elke letter
van Koenraad Elsts uitmuntende boek aantoont dat dit distinguo
ingegeven is door on-kennis, onwetendheid, hyperhumanisme,
intellectuele gemakzuchtigheid, eeuwig schuldbewustzijn en een
raar soort discriminatie die men elders zou afwijzen. Zou men
inderdaad van een gematigd nazisme durven te gewagen?
Wordt vervolgd!