Nederlandse vertaling rapport “WissHom” van mei

Download Report

Transcript Nederlandse vertaling rapport “WissHom” van mei

Wissenschaftliche Gesellschaft für Homöopathie
Wetenschappelijke Vereniging voor Homeopathie
De actuele stand
van het onderzoek
in de homeopathie
• Health services research
• Gerandomiseerde gecontroleerde klinische studies
• Meta-analyses
• Fundamenteel onderzoek
Met
Met bijdragen van
Klaus von Ammon
Stephan Baumgartner
Jens Behnke
Martin Frei-Erb
Curt Kösters
Michael Teut
Loredana Torchetti
Mei 2016
Dank
WebedankendeHomöopathie-StiftungvandeDeutscheZentralvereinhomöopathischerÄrzte(DZVhÄ)voorhaarhulpin
financieelenorganisatorischopzicht.Zonderdezevriendelijkeondersteuningzouditverslagvandeactuelestandvanhet
onderzoekindehomeopathieniettotstandzijngekomen–tenminstenietopditmoment.
www.homoeopathie-stiftung.de
NochdeHomöopathie-StiftungvandeDeutscheZentralvereinhomöopathischerÄrzte(DZVhÄ)nochdeDeutsche
ZentralvereinhomöopathischerÄrzte(DZVhÄ)hebbeninhoudelijkopditverslaginvloedgehad.
Colofon
Uitgever:WissenschaftlicheGesellschaftfürHomöopathiee.V.(WissHom)
Wallstraße48
06366Köthen(Anhalt) www.wisshom.de
VertaaldnaarhetNederlandsdoorStichtingVHAN,TonNicolai,ChristienKleinenLexRutten,november2016.
Redactie,ontwerpentypografie:
Mag.phil.ChristineDoppler
[email protected]
www.christine-doppler.net
©WissHom.Köthen(Anhalt).2016
Inhoud
2
Colofon 3
Inhoudsopgave
5
Samenvatting
7
MichaelTeut HealthServicesResearchindehomeopathie
13 KlausvonAmmon,LoredanaTorchetti,MartinFrei-Erb
ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen
25 KlausvonAmmon,CurtKösters Methodologischeproblemenvangerandomiseerdedubbel-blindstudiesinhet
homeopathie-onderzoek
33 JensBehnke Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie
43 StephanBaumgartner Standvanhetfundamenteelonderzoekindehomeopathie
51 Auteurs
Deactuelestandvanonderzoekinde
homeopathie
Inditverslagoverdestandvanhethomeopathie-onderzoekwordendeonderzoeksgebiedenhealth
servicesresearch,gerandomiseerdegecontroleerdeklinischestudies,meta-analysesenfundamenteel
onderzoeksamengevat.
Dit moet een bijdrage leveren aan de discussie binnen de homeopathie over de noodzaak van
onderzoek,overdebetekenisvanindividueleonderzoeksgebiedenen-methodenenhunrolvoorde
toekomstigeonderzoeksstrategie.
Maarookvoordediscussiebinnendetotalegeneeskundeenvoorhetpubliekstellenwijdezeactuele
standvanhetwetenschappelijkonderzoekterbeschikking.
Terwijl de conventionele ontwikkeling van medicamenten op onderzoek berust, dat zich dan in de
geneeskundige praktijk moet bewijzen, is de homeopathie in eerste instantie een succesvolle
geneeskundigepraktijk,diezichinhetwetenschappelijkonderzoekmoetbewijzen.
Health services research studies in de homeopathie in de dagelijkse praktijk vertonen klinisch
relevante verbeteringen van symptomen en levenskwaliteit, vaak vergelijkbaar met die van
conventionele therapieën; maar er worden minder bijwerkingen gemeld. In de helft van alle
gezondheids-economischeevaluatiesgaatdehomeopathiemetminderkostengepaard.Eencausaal
verbandtussengeneesmiddeltherapieentherapieresultaatkanommethodologischeredenenechter
uitdezestudiesnietwordenafgeleid.
Dehieronderzochtegerandomiseerdegecontroleerdeklinischestudies(uitsluitendmethodologisch
hoogwaardige studies in geïndividualiseerde homeopathie met hoge potenties) geven, in
overeenstemming met vroegere onderzoeken, aanwijzingen voor een superioriteit van klassieke
homeopathie in vergelijking met placebo, dus voor een specifiek effect van hoge potenties. Een
definitiefwetenschappelijkoordeeliswegensdeheterogeneverzamelingvanstudiesenhetgeringe
aantalkwalitatiefhoogstaandestudiesechtermomenteelnietmogelijk.
Een beoordeling van de meta-analyses in de homeopathie laat overwegend statistisch significante
resultaten ten opzichte van placebo zien, die op een specifieke werkzaamheid van gepotentieerde
geneesmiddelen wijzen. Afhankelijk van de gebruikte selectiecriteria worden hierbij verschillende
studies in de evaluatie opgenomen. Het merendeel van de studies, ook van de methodologisch
hoogwaardige, wijst in alle onderzochte reviews (incl. Shang et al.) op de superioriteit van de
homeopathischetherapietenopzichtevanplacebo.Dezebevindingenwordendoordeauteursvande
desbetreffendemeta-analysestendelesterkgerelativeerd.Deaangevoerdevoorbehouden,b.v.ten
aanzien van de studiekwaliteit, beantwoorden hierbij niet altijd aan de gebruikelijke
wetenschappelijkestandaardenendaarnaastwijzenzemetnadrukopeenverondersteldgebrekaan
plausibiliteitvandewerkzaamheidvanhoog-gepotentieerdegeneesmiddelen.
6
Inhetfundamenteleonderzoekbevindenzichveelkwalitatiefhoogwaardigestudies,diespecifieke
effecten ook voor hoge potenties lieten zien, daaronder inmiddels ook onafhankelijk gerepliceerde
experimentele modellen. Voor het fysisch-chemisch-farmaceutische evenals voor het biologische
werkingsprincipezijnereersteempirischeaanwijzingen,maarnoggeenvolledigdoordachtetheorie.
Een samenvattende beoordeling van klinische onderzoeksgegevens bewijst in voldoende mate dat
eenhomeopathischebehandelingeentherapeutischnut(effectiveness)heeft.
Deresultatenvantalrijkeplacebogecontroleerdestudiesevenalsexperimentenuithetfundamentele
onderzoek spreken daarnaast voor een specifieke werking (efficacy) van gepotentieerde
geneesmiddelen.
Methetoogopdetoekomstzijnerveelbelangrijkeopenonderzoeksgebieden–metname:
• Fundamenteelonderzoekteroptimaliseringvandelaboratoriummodellenenterbegripvanhet
werkingsprincipe • Onafhankelijkereplicatiesvanstudiesinklinischenfundamenteelonderzoek • Onderzoekvandehomeopathischezorgindedagelijksepraktijk,ookincombinatiemet
conventionelegeneeskunde • Gezondheids-economischeanalyses,diekostenenbatenevalueren(kosteneffectiviteit) PresidiumvandeWissenschaftlicheGesellschaftfürHomöopathie(WissHom)
Köthen(Anhalt),mei2016 Healthservicesresearchindehomeopathie
MichaelTeut
_________________________________________________________________________________
Achtergrond
Hoewelgerandomiseerdestudies(RCT’s)alsde‘goudenstandaard’geldeninhetklinischonderzoek,
hebben ze nadelen: Ze worden in de regel in geselecteerde onderzoekscentra door geselecteerde
artsenenmetgeselecteerde,meestalgeworvenpatiëntenuitgevoerd.
Inveelgevallenblijktjarenlaterindedagelijksepraktijk,datdemedicamentenaananderepatiënten
ineenanderecontextenmetanderebegeleidendeziektesen–medicamentengebruiktwordendan
dit in de toelatingsstudies gebeurde, met andere uitkomsten en soms ook ongewenste werkingen.
Onderzoeksresultaten uit RCT’s zijn daarom slechts beperkt op de dagelijkse klinische praktijk
overdraagbaar.
Omdezeredenzijnaanvullendestudies,diedewerkzaamheidenveiligheidvanmedicamenteninde
dagelijkse praktijk en met alledaagse patiënten onderzoeken, belangrijk en worden in toenemende
mategevraagd.Bijdezeklinischestudiesindedagelijksepraktijkspreektmenvan„healthservices
research“.
In health services research wordt de homeopathie meestal als een complete therapiewerkwijze
(gesprek, onderzoek en geneesmiddel) onderzocht. Prospectieve observationele of cohortstudies
(zonder controlegroep) beschrijven de geneeskundige verzorging zoals die in de werkelijkheid
plaatsvindt.Zemakenechtergeencausaleconclusiesmogelijktenaanzienvandewerkzaamheidvan
de therapie, omdat de uitkomsten door andere factoren (b.v. sociale status, inkomen, leefstijl of
anderebegeleidendetherapieën)kunnenwordenbeïnvloed.
Prospectieve observationele of cohortstudies met controlegroep (b.v. homeopathie versus
conventionelebehandeling)makeneenvergelijkingmogelijkvantherapeutischealternatieveninde
dagelijksepraktijk.Tochkunnenvoordebehandelingrelevantekenmerkenofeigenschappeninde
patiëntengroepenmeerofjuistminderfrequentvoorkomenresp.uitgesprokenzijn(b.v.eenbeter
gezondheidsgedrag in de groep die een beroep doet op homeopathie). Dat kan de uitkomst
beïnvloeden. Verschillen tussen patiëntengroepen kunnen in zekere mate statistisch gecorrigeerd
worden. Voor een optimale vergelijkbaarheid moet men echter ook hier liever gebruik maken van
randomisering:Alsdepatiëntenopaselectewijzeaandebehandelgroepenindedagelijksepraktijk
wordentoegewezen(gerandomiseerdepragmatischestudie)kanmenopdebetrouwbaarstemanier
eenverbandtussentherapieënenuitkomstenbeoordelen.
Indehealthservicesresearchkunnenookeconomischevragentenaanzienvandegezondheidworden
beantwoord.Kostenanalysesbestrijkenalleendekostenvandebehandeling,maarbrengendienietin
verbandmethetresultaatvandebehandeling.Kosten-kostenanalysesvergelijkendekostenvantwee
behandelingsalternatieven, de baten worden derhalve niet onderzocht. Bij kosten-batenanalyses
wordendebateningeldeenhedenweergegeven,bijkosten-effectiviteitsanalyseswordendekosten
gekoppeld aan natuurlijke meetparameters (b.v. gewonnen levensjaren). De kosten-
nuttigheidswaarde-analyse koppelt de kosten aan het nut, dat door een nuttigheidswaarde wordt
beschreven,meestaldekostenpervoorkwaliteitgecorrigeerdgewonnenlevensjaar(QUALY='quality
adjustedlifeyear').
TeutM.Healthservicesresearchindehomeopathie.2016
8
Resultaten
Totdusverreheeftdehealthservicesresearchindehomeopathiezichgrotendeelsgeconcentreerdop
de behandelingen die door artsen werden verricht. Er zijn vooral studies uit Europa en India
beschikbaar.
DetotnogtoegrootsteobservationelestudievanambulantehomeopathischezorginhetDuitstalige
gebiediseenprospectieveobservationelestudiemet3.981patiëntenovereenperiodevan8jaar.
DezestudiewerddoordemedischefaculteitvandeCharité–universiteitvanBerlijninpraktijkenvan
meerdan100klassiekhomeopathischwerkendeartseninDuitslandenZwitserlanduitgevoerd(1,2).
Demeestvoorkomendebehandelingsdiagnosesvanpatiëntenwarenlangdurigbestaandechronische
ziekten,bijvrouwenhoofdpijnenmigraine,bijmannenallergischerhinitisenhypertensie,bijkinderen
constitutioneeleczeemeninfectiegevoeligheid.Bijvergelijkendeevaluatievoor-ennadebehandeling
waseenreductievandeklachtenintensiteitvandesymptomenzichtbaarvangemiddeldbijnadehelft
en een duidelijke verbetering van de levenskwaliteit. De klachtenintensiteit werd door artsen en
patiëntenindevormvansymptomenscores(numericratingscales)geëvalueerd,bovendienwerdde
levenskwaliteitmeteenstandaardvragenlijstbepaald(SF-36).Degrootstesymptoomverbeteringvond
binnen de eerste drie maanden van de behandeling plaats. De waargenomen verbetering van de
symptomenendelevenskwaliteitwarenduurzaam.Indefollow-upgavendepatiëntenook8jaarna
hetbeginvandebehandelingnogeenduurzameverbeteringaan(2).Klinischrelevanteverbeteringen
werden in deze studie zichtbaar voor de volgende diagnosegroepen: migraine en hoofdpijn (3, 4),
chronischeverkoudheid(5),rugpijn(6),geriatrischepatiënten(7),menstruatiepijn(8)enpsoriasis(9).
Omdat er in deze studie geen controlegroep was, rijst de vraag, of de verbeteringen het spontane
ziekteverloopweerspiegelen.Inditverbandspreektmenvaneen‘regressienaarhetgemiddelde’,dus
dat de uiterste gemeten waarden (b.v. bij ziekte) in het verloop van de tijd naar het gemiddelde
bewegen. Een statistische analyse van de data ten aanzien van levenskwaliteit in deze grote
observationelestudiemetbetrekkingtotditfenomeenspreekttegendateralleenmaarsprakeisvan
een‘regressienaarhetgemiddelde-effect’(10).
Reedsineeneerdereprospectievevergelijkendeobservationelestudieuitdejaren1990(11)werd
onderzocht,inhoeverredeuitkomstenvanhomeopathischbehandeldepatiëntenzichonderscheiden
vanconventioneelbehandeldepatiëntenindedagelijksepraktijk.Van465patiëntenmetziektenvan
debovensteenondersteluchtwegenendeoren(inclusiefallergieën)werden281homeopathischen
175 conventioneel behandeld. Na 14 dagen waren 82,6 % van de homeopathisch behandelde
patiënten klachtenvrij of zeer duidelijk verbeterd en 68 % in de conventioneel behandelde groep,
binnen 3 dagen waren 67,3 % van de homeopathie-patiënten en 56,6 % van de conventioneel
behandeldepatiëntenverbeterd.Bijwerkingentradenopbij22,3%vandeconventioneelbehandelde,
maar slechts bij 7,8 % van de homeopathisch behandelde patiënten. Het auteursteam publiceerde
daarnain2007dedatavaneengroteremultinationaleprospectieveobservationelestudiemet1.577
patiënten met acute luchtweg- en ooraandoeningen: 857 patiënten kregen een homeopathische
therapie,720patiëntendeconventioneletherapie.Beidegroepenvertoondenna7dagendezelfde
verbeteringen,maardegenezingvondindehomeopathischegroepsnellerplaats(12).
In een andere vergelijkende prospectieve observationele studie (13) werden de uitkomsten van
verzekerdenvaneenDuitsezorgverzekeraarmetenzonderhomeopathischebehandelingvergeleken.
459 patiënten namen deel, de ernst van de symptomen (ingevuld door patiënten en artsen)
verminderdeindehomeopathie-groepduidelijksterkerdanindeconventioneelbehandeldegroep,
endekostenwarenbijdehomeopathiegeringer.
In een prospectieve observationele studie uit Noorwegen (14) met 1.097 patiënten, die
homeopathisch behandeld werden, registreerden 7 van de 10 patiënten een duidelijke en klinisch
relevanteverlichtingvanhunsymptomeninhetverloopvaneen6maandendurendehomeopathische
TeutM.Healthservicesresearchindehomeopathie.2016
9
behandeling.
EenprospectieveobservationelestudieuiteenBritsepolikliniek(15)bijeenpatiëntenpopulatievan
6.544patiëntentoondeeenklinischeverbeteringgedurendedehomeopathischetherapiebij70,7%
van de patiënten, een goed of zeer goed therapieresultaat in de helft van alle gevallen. Ook de
observationelestudievaneenItaliaansekliniektoondeeenminstensmatigeklinischeverbeteringbij
74%vandepatiënten(16).
Een observationele studie met 772 kinderen uit 6 Europese landen en Brazilië (17) toonde na 2
maanden homeopathische behandeling een hoge tevredenheid en een verhoging van de
levenskwaliteit,bijwerkingenwerdenslechtsbij4,2%vandekinderenwaargenomen.
Voortsbestaanernogtalvanobservationelestudiesbijverschillendediagnosegroepen:
• Vergelijkende prospectieve observationele studies werden bij routinebehandeling van
kinderen met constitutioneel eczeem in Duitsland uitgevoerd (18, 19, 20). Daarbij bleken
tussen homeopathie en conventionele behandeling even goede uitkomsten voor huid en
levenskwaliteit,maarwasdehomeopathischebehandelingduurder.
• Een vergelijkende prospectieve observationele studie van patiënten met verschillende
oncologische diagnoses in Duitsland vergeleek oncologische plus aanvullende
homeopathische therapie (259 patiënten) versus alleen conventionele therapie (380
patiënten) (21). In de homeopathisch behandelde groep bleek een betere levenskwaliteit
aanwezig.Verderestudiesuithetgebiedvandeoncologietonenaan,datdetevredenheidbij
een aanvullende homeopathische behandeling groot is (22) en dat onder de aanvullende
homeopathische behandeling de symptomen van een oestrogeenonttrekking bij patiënten
met borstkanker verminderen (23). Een recente gerandomiseerde pragmatische studie uit
Oostenrijk bedeelde oncologische patiënten aselect toe aan de conventionele of de
conventioneletherapiemetaanvullendehomeopathischebehandeling(24).Deaanvullende
homeopathischetherapieresulteerdeinsignificantbeterelevenskwaliteitenduidelijkmeer
welbevindenvandepatiënten.
• Eenkleinevergelijkendeprospectieveobservationelestudiemetpatiëntenmetdiabetische
neuropathietoondebijdehomeopathischbehandeldepatiënten(n=45)invergelijkingmetde
conventioneelbehandeldepatiënten(n=32)eenverbeteringvandeklinischeklachten(25).
Een Indiase prospectieve observationele studie met 336 patiënten toonde eveneens een
klinische verbetering binnen 12 maanden onder homeopathische behandeling (26).
• In de Franse EPI3-MSD-cohort-studie bleek dat patiënten met klachten van het
bewegingsapparaat, die door hun homeopathisch geschoolde huisarts behandeld werden,
vergelijkbare uitkomsten hadden als patiënten met een conventioneel werkende huisarts,
maar de helft minder niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) innamen
(27).
• Klinischrelevanteverbeteringenwerdeninverdereprospectieveobservationelestudiesmet
homeopathischebehandelinggerapporteerd,onderanderevoorhoofdpijn(28,29,4),otitis
media (30), mannelijke onvruchtbaarheid (31), acne (32), chronische sinusitis (33,5),
Chickungunyakoorts(34),overgangsklachten(35),astma(36),allergieën(37)enbijletsels(38).
Gezondheids-economischestudiesindehomeopathiegaanperdefinitieoverdekostenbinnenhet
desbetreffendegezondheidssysteem.Eensystematischereviewuit2014(39)vatderesultatensamen
TeutM.Healthservicesresearchindehomeopathie.2016
10
uit 14 gezondheids-economische analyses bij homeopathie met meer dan 3.500 patiënten, in 10
studieswerdermeteencontrolegroepvergeleken.In8vande14studieswerdenverbeteringenvan
de gezondheidssituatie en kostenbesparingen gerapporteerd, in 4 studies kwamen de uitkomsten
overeenmetconventionelecontrolebehandelingendekostenwarengelijk.Intweestudieswerden
vergelijkbareuitkomsten,maarhogerekosteninvergelijkingmetconventioneletherapiegevonden.
Een eerste studie van de kosten van homeopathie door artsen binnen de geïntegreerde
verzorgingsverdragenvandewettelijkezorgverzekeraarsinDuitslandtoondehogerekostenvoorde
homeopathie in vergelijking tot conventionele therapie, maar er werden hier geen uitkomsten
meegenomen,zodattotnutoenognietduidelijkis,inwelkeverhoudingdekostentotdeuitkomsten
staan(40).
Discussie
Destudiesuitdehealthservicesresearchvertonenallesbijelkaargenomeneenrelatiefuniformbeeld:
Bij patiënten, de zich homeopathisch laten behandelen, treden in de klinische praktijk van alledag
relevanteverbeteringenopdienetzoduidelijkzijnalsindeconventioneletherapie,maarmetminder
bijwerkingenenindehelftvanalleeconomischestudiestegengeringerekosten.
Het is belangrijk te begrijpen, dat in observationele studies niet kan worden onderzocht, of
homeopathischehogepotentieswerkzamerzijndanplacebo’s.Erwordenuitkomstenindedagelijkse
praktijkbeschreven.Dergelijkeuitkomstenkunnenpraktischdoortalvanoorzakenbepaaldzijn,onder
andere geneesmiddeleffecten, suggestieve effecten, verwachtingen, therapeutische gesprekken,
regressie naar het gemiddelde of ook begeleidende (niet-homeopathische) therapeutische
maatregelen.
Dekrachtvanhealthservicesresearchisechterdebenaderingvandedagelijksepraktijk,dezevorm
van onderzoek geeft een goed beeld van welke ervaringen homeopathische patiënten en
behandelaarsindedagelijksepraktijkhebben.
Eindconclusie
Indedagelijksepraktijkwordtindemeerderheidvandestudieseenklinischrelevanteverbeteringvan
symptomen en levenskwaliteit onder de homeopathische therapie beschreven. Vanuit een
pragmatischperspectiefkanmenvaneenklinischvoordeelvoordepatiëntenuitgaan.Eencausaal
verbandtussengeneesmiddeltherapieenuitkomstenkanmenindezestudies,vanuitmethodologisch
standpuntgezien,nietvaststellen.
Referenties
1.
2.
3.
4.
5.
WittCM,LüdtkeR,BaurR,WillichS:Homeopathicmedicalpractice:Long-TermResultsofacohortstudywith3981
patients.BMCPublicHealth2005,5:115http://www.biomedcentral.com/1471-2458/5/115 WittCM,LüdtkeR,MenglerN,WillichSN.Howhealthyarechronicallyillpatientsaftereightyearsofhomeopathic
treatment?–Resultsfromalongtermobservationalstudy.BMCPublicHealth2008;8:413
http://www.biomedcentral.com/1471-2458/8/413 WittCM,LüdtkeR,WillichSN.Homeopathictreatmentofpatientswithmigraine–aprospectiveobservationalstudy
withatwoyearsfollow-up.JAltComplementMed2010;16(4):347-355
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/20423206 WittCM,LüdtkeR,WillichSN.Homeopathictreatmentofpatientswithchronicheadache–aprospective
observationalstudywithafollow-upovertwoyears.ForschKomplementmed2009;16:227-235
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19729933 WittCM,LüdtkeR,WillichSN.Homeopathictreatmentofpatientswithchronicsinusitis:aprospectiveobservational
TeutM.Healthservicesresearchindehomeopathie.2016
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
11
studywith8yearsfollow-up.BMCEarNoseThroatDisord2009;9:7http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19635154
WittCM,LüdtkeR,BaurR,WillichSN.Homeopathictreatmentofpatientswithchroniclowbackpain–a prospective
observationalstudywith2yearsfollow-up.ClinJPain2009;25:334-339
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19590483
TeutM,LüdtkeR,SchnabelK,WillichSN,WittCM:Homeopathictreatmentofelderlypatients–aprospective
observationalstudywithfollow-upoveratwoyearperiod.BMCGeriatrics2010;10:10
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2841176/ WittCM,LüdtkeR,WillichSN.Homeopathictreatmentofpatientswithdysmenorrhea–aprospectiveobservational
studywith2yearsfollow-up.ArchGynecolObstet2009;280:603-611.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19229544 WittCM,LüdtkeR,WillichSN.Homeopathictreatmentofpatientswithpsoriasis–aprospectiveobservationalstudy
with2yearsfollow-up.JEurAcadDermatolVenereol2009;23:538-543
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19192019
LüdtkeR,WillichSN,OstermannT.Aretheeffectsofhomeopathyattributabletoastatisticalartefact?Areanalysisof
anobservationalstudy.EvidBasedComplementAlternatMed.2013;2013:612890.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24396390
RileyD,FischerM,SinghB,HaidvoglM,HegerM.Homeopathyandconventionalmedicine:anoutcomesstudy
comparingeffectivenessinaprimarycaresetting.JAlternComplementMed.2001Apr;7(2):149-59.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/11327521
HaidvoglM,RileyDS,HegerM,BrienS,JongM,FischerM,LewithGT,JansenG,ThurneysenAE.Homeopathicand
conventionaltreatmentforacuterespiratoryandearcomplaints:acomparativestudyonoutcomeintheprimarycare
setting.BMCComplementAlternMed.2007Mar2;7:7.http://www.biomedcentral.com/1472-6882/7/7
WittC,KeilT,SelimD,RollS,VanceW,WegscheiderK,WillichSN.Outcomeandcostsofhomoeopathicand
conventionaltreatmentstrategies:acomparativecohortstudyinpatientswithchronicdisorders.ComplementTher
Med.2005Jun;13(2):79-86.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/16036164
SteinsbekkA,LüdtkeR.Patients'assessmentsoftheeffectivenessofhomeopathiccareinNorway:aprospective
observationalmulticentreoutcomestudy.Homeopathy.2005Jan;94(1):10-6.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/15751329
SpenceDS,ThompsonEA,BarronSJ.Homeopathictreatmentforchronicdisease:a6-year,university-hospital
outpatientobservationalstudy.JAlternComplementMed.2005Oct;11(5):793-8.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/16296912
RossiE,EndrizziC,PanozzoMA,BianchiA,DaFrèM.Homeopathyinthepublichealthsystem:aseven-year
observationalstudyatLuccaHospital(Italy).Homeopathy.2009Jul;98(3):142-8.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19647207
VanWassenhovenM,GoossensM,AnelliM,SermeusG,KupersP,MorgadoC,MartinE,BezerraM.Pediatric
homeopathy:aprospectiveobservationalsurveybasedonparentproxy-reportsoftheirchildren'shealth-related
QualityofLifeinsixEuropeancountriesandBrazil.Homeopathy.2014Oct;103(4):257-63.)
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25439042
KeilT,WittCM,RollS,VanceW,WeberK,WegscheiderK,WillichSN.Homoeopathicversusconventionaltreatmentof
childrenwitheczema:acomparativecohortstudy.ComplementTherMed.2008Feb;16(1):15-21.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18346624 WittCM,BrinkhausB,PachD,ReinholdT,WruckK,RollS,JäckelT,StaabD,WegscheiderK,WillichSN.Homoeopathic
versusconventionaltherapyforatopiceczemainchildren:medicalandeconomicresults.Dermatology.
2009;219(4):329-40.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19828937 RollS,ReinholdT,PachD,BrinkhausB,IckeK,StaabD,JäckelT,WegscheiderK,WillichSN,WittCM.Comparative
effectivenessofhomoeopathicvs.conventionaltherapyinusualcareofatopiceczemainchildren:long-termmedical
andeconomicoutcomes.PLoSOne.2013;8(1):e54973.
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0054973
RostockM,NaumannJ,GuethlinC,GuentherL,BartschHH,WalachH.Classicalhomeopathyinthetreatmentof
cancerpatients--aprospectiveobservationalstudyoftwoindependentcohorts.BMCCancer.2011Jan17;11:19.
http://www.biomedcentral.com/1471-2407/11/19
ThompsonEA,ReilllyD.Thehomeopathicapproachtosymptomcontrolinthecancerpatient:aprospective
observationalstudy.PalliatMed.2002May;16(3):227-33.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/12046999 ThompsonEA,ReillyD.Thehomeopathicapproachtothetreatmentofsymptomsofoestrogenwithdrawalinbreast
cancerpatients.Aprospectiveobservationalstudy.Homeopathy.2003Jul;92(3):131-4.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/12884894 FrassM,FriehsH,ThallingerC,SohalNK,MarosiC,MuchitschI,GaertnerK,GleissA,SchusterE,OberbaumM.
Influenceofadjunctiveclassicalhomeopathyonglobalhealthstatusandsubjectivewellbeingincancerpatients-A
pragmaticrandomizedcontrolledtrial.ComplementTherMed.2015Jun;23(3):309-17.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26051564
PomposelliR,PiasereV,AndreoniC,CostiniG,ToniniE,SpalluzziA,RossiD,QuarenghiC,ZanolinME,BellaviteP.
Observationalstudyofhomeopathicandconventionaltherapiesinpatientswithdiabeticpolyneuropathy.
Homeopathy.2009Jan;98(1):17-25.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19135955
TeutM.Healthservicesresearchindehomeopathie.2016
12
26. NayakC,OberaiP,VaranasiR,BaigH,ChR,ReddyGR,DeviP,SB,SinghV,SinghVP,SinghH,ShitanshuSS.A
prospectivemulti-centricopenclinicaltrialofhomeopathyindiabeticdistalsymmetricpolyneuropathy.Homeopathy.
2013Apr;102(2):130-8.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23622263
27. RossignolM,BegaudB,EngelP,AvouacB,LertF,RouillonF,BénichouJ,MassolJ,DuruG,MagnierAM,GuillemotD,
Grimaldi-BensoudaL,AbenhaimL;EPI3-LA-SERgroup.Impactofphysicianpreferencesforhomeopathicor
conventionalmedicinesonpatientswithmusculoskeletaldisorders:resultsfromtheEPI3-MSDcohort.
PharmacoepidemiolDrugSaf.2012Oct;21(10):1093-101.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22782803
28. WalachH,LowesT,MussbachD,SchamellU,SpringerW,StritzlG,HaagG.Thelong-termeffectsofhomeopathic
treatmentofchronicheadaches:oneyearfollow-upandsinglecasetimeseriesanalysis.BrHomeopathJ.2001
Apr;90(2):63-72.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/11341459
29. DannoK,ColasA,MassonJL,BordetMF.Homeopathictreatmentofmigraineinchildren:resultsofaprospective,
multicenter,observationalstudy.JAlternComplementMed.2013Feb;19(2):119-23.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22978244
30. Otitismedia-FrieseKH,KruseS,LüdtkeR,MoellerH.Thehomoeopathictreatmentofotitismediainchildren-comparisonswithconventionaltherapy.IntJClinPharmacolTher.1997Jul;35(7):296-301.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/9247843
31. GerhardI,WallisE.Individualizedhomeopathictherapyformaleinfertility.Homeopathy.2002Jul;91(3):133-44.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/12322866
32. MiglaniA,ManchandaRK.ObservationalstudyofArctiumlappainthetreatmentofacnevulgaris.Homeopathy.2014
Jul;103(3):203-7.)http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24931753
33. NayakC,SinghV,SinghVP,OberaiP,RojaV,ShitanshuSS,SinhaMN,DeewanD,LakheraBC,RamtekeS,KaushikS,
SarkarS,MandalNR,MohananPG,SinghJR,BiswasS,MathewG.Homeopathyinchronicsinusitis:aprospective
multi-centricobservationalstudy.Homeopathy.2012Apr;101(2):84-91.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22487367
34. WadhwaniGG.Homeopathicdrugtherapy.HomeopathyinChikungunyaFeverandPost-ChikungunyaChronic
Arthritis:anobservationalstudy.Homeopathy.2013Jul;102(3):193-8.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23870379
35. NayakC,SinghV,SinghK,SinghH,GuptaJ,LambaCD,SharmaA,SharmaB,IndiraB,BhuvaneshwariS,BindraSK,
LuxmiKS.Managementofdistressduringclimactericyearsbyhomeopathictherapy.JAlternComplementMed.2011
Nov;17(11):1037-42.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22087613
36. ShafeiHF,AbdelDayemSM,MohamedNH.IndividualizedhomeopathyinagroupofEgyptianasthmaticchildren.
Homeopathy.2012Oct;101(4):224-30.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23089218
37. GründlingC,SchimettaW,FrassM.Real-lifeeffectofclassicalhomeopathyinthetreatmentofallergies:Amulticenter
prospectiveobservationalstudy.WienKlinWochenschr.2012Jan;124(1-2):11-7.
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22138796
38. SchneiderC,SchneiderB,HanischJ,vanHaselenR.Theroleofahomoeopathicpreparationcomparedwith
conventionaltherapyinthetreatmentofinjuries:anobservationalcohortstudy.ComplementTherMed.2008
Feb;16(1):22-7.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18346625
39. ViksveenP,DymitrZ,SimoensS.Economicevaluationsofhomeopathy:areview.EurJHealthEcon.2014
Mar;15(2):157-74.http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23397477
40. OstermannJK,ReinholdT,WittCM.CanAdditionalHomeopathicTreatmentSaveCosts?ARetrospectiveCost-Analysis
Basedon44500InsuredPersons.PLoSOne.2015Jul31;10(7)
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0134657
TeutM.Healthservicesresearchindehomeopathie.2016
ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smet
individuelehomeopathieenhogepotentiesin
vergelijkingmetplaceboen
standaardbehandelingen.
KlausvonAmmon,LoredanaTorchetti,MartinFrei-Erb
_________________________________________________________________________________
Doel
Specifieke effecten van individueel voorgeschreven ultramoleculaire medicamenten (klassieke
homeopathie met hoge potenties ≥ C12) worden in dit overzicht vergeleken met placebo of
standaardtherapieinstudiesvantebehandelenpatiënten.
Methode
Doorliteratuuronderzoekingepubliceerdemeta-analysesenindedatabank„Medline“(zoekcriteria:
„homeopath*“ AND „RCT“ AND publicatiedatum 01.01.2012–31.12.2014) werden kwalitatief
hoogstaande(minimumcriterium:Jadad1-Score≥3),inpeer-reviewbeoordeeldeoriginelepublicaties
vangerandomiseerdegecontroleerdestudies(RCT’s)overdewerkingvanindividueelvoorgeschreven
ultramoleculaire medicamenten (potentie ≥ C12) geïdentificeerd en voor een beschrijvende
beoordeling verzameld. Boeken of boekbijdragen, dissertaties of conferentiebijdragen werden van
deze evaluatie uitgesloten, evenals pilotstudies, niet-dubbelblinde studies, studies met een
uitvalspercentage >20%, studies met laboratorium- of surrogaat-parameters en preventie-studies.
Waar mogelijk werden de originele studies gebruikt, zo niet dan werden de gegevens uit de metaanalysesgeëxtraheerd.
Uitkomsten
UitgaandevandepublicatiesvanLinde19972,LindeenMelchart19983,Clausius19984enShang20055
werden methodologisch hoogwaardige RCT’s met een minimum Jadad-score ≥ 3 geïdentificeerd.
Daarbijkwamenookallepeer-reviewedRCT’sindeklassiekehomeopathieuitMathie20136en20147
inaanmerking,enerwerdeengeactualiseerdeMedline-zoekopdracht(periode2012–2014)verricht.
Intotaalwerden71RCT’s(zonderdoublures)uitdejaren1982tot2014gevonden.Vandezewerden
intotaal62uitgesloten(voordetailszietabel1,pagina20):26wegensgebruikvanmoleculairestoffen
(potentie < C12), 14 pilotstudies, 11 enkelblinde studies, 5 wegens laboratorium-/surrogaatparameters en 6 om andere redenen (2 wegens ontbrekende peer-review, 2 wegens preventief
gebruikvanhomeopathieen2wegenshooguitvalspercentage).
Aande9overblijvendestudies(tabel2,pagina21)namen24tot126patiëntendeel
(standaarddeviatie31,mediaan64).Hetklinischespectrumomhelst3studiesoverdiarreeentelkens
enkelestudiesmetverschillendeanderediagnoses.In4studieswordthomeopathiealsaanvullingop
standaardtherapiealsadd-oningezet(Frass2005I3,Jacobs1993I5,Jacobs1994I6,Jacobs2000I7).Inalle
9studieswordthomeopathieinvergelijkingtotplacebogeëvalueerd.Hetklinischeeindpuntvande
vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhogepotenties
invergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
14
onderzoekstudiesvarieertvan5dagentot1,5jaar.Intention-to-treat(ITT)-analyseisstandaard.
Ter beoordeling van de studiekwaliteit (risk of bias) wordt in meta-analyses van RCT’s meestal de
interne validiteit geëvalueerd. In de verschillende meta-analyses werden daarvoor verschillende
instrumentengebruikt:Linde19972,LindeenMelchart19983enClausius19984hebbende–inmiddels
verouderde–Jadad-score1(maximaal5punten,afkappuntvoorlaagbiasrisico≥3)evenalseeneigen
schaalterbeoordelingvandeinternevaliditeitgebruikt(maximaal6resp.7punten,afkappunt≥4
resp.≥5punten;voordetailszietabel3,pagina23).BijShang20055wordtdestudiekwaliteitmet
vergelijkbare criteria als Jadad beoordeeld (hogere kwaliteit = dubbelblind en adequate
randomisering) en Mathie 20147 gebruikt het momenteel gebruikelijke Cochrane-instrument8,
uitgebreid met een gedifferentieerde classificatie van bias-categorieën. De studiekwaliteit van Frei
2005I4enLökken1995I8hebbenwetervergelijkingaandehandvanCochrane-criteriaenvolgensde
classificatie van Mathie beoordeeld. Enkele studies werden dientengevolge door middel van
verschillendeinstrumentenbeoordeeld.Demethodologischekwaliteitvandemeestestudieswerden
bij de verschillende meta-analyses op gelijke wijze beoordeeld, met uitzondering van Jacobs 2000I7
(Shangminder,Mathiemeerbiasrisico),envanWhitmarsh1997I9 (MathieenShangmeerbiasrisico,
Linde en Melchart goede kwaliteit). Mathie beoordeelt alleen het werk van Jacobs 1994I6 als
betrouwbaarbewijs.VolgensonzeinschattingkandestudievanFrei2005I4eveneensalsbetrouwbaar
beschouwdworden.
Overhetgeheelgenomenisdestudiekwaliteitnietaltijdoptimaal,maarwelbevredigend.Vande9
studiesvertoontalleenFrei2005I4volgensdeCochrane-criteriaeenlaagbiasrisico,bij5studieswordt
het biasrisico als onzeker beoordeeld, bij 3 studies wordt het biasrisico als hoog ingeschat. De
uitkomstenvandezestudiesdienendusmetenigvoorbehoudgeïnterpreteerdteworden.
Omdestudiestekunnenvergelijkenenmeta-analytischteevalueren,wordeninmeta-analysesde
uitkomstenvandeoriginelestudiesomgezetineffectmaten,zoalsb.v.inoddsratio’s(OR).
Wanneerhetbijbehorende95%-betrouwbaarheidsintervalniet1bevat,wordtervanuitgegaan,dat
deenegroepsuperieuraandeandereis.
Vande8RCT’smetberekendeORkomtbij6ervannaarvorendatklassiekehomeopathiesuperieuris
aanplacebo,bij2ervanisdesituatieomgekeerd(tabel4,pagina23).Bijalleindividuelestudieszijn
echter de betrouwbaarheidsintervallen wegens de kleine steekproefgrootte te breed om een
duidelijkesuperioriteitvanheteffectvanklassiekehomeopathieresp.vanplaceboteconstateren.De
enigeuitzonderingvormtdestudievanFrass2005I3,waarbijdeuitkomsteenduidigtengunstevande
homeopathieuitvalt.
BijFrei2005I4isweliswaargeenORbeschikbaar,maardesignificantietestomgroepsverschillenaante
tonenwijstechteropsuperioriteitvanklassiekehomeopathietenopzichtevanplacebo,ookwanneer
dergelijkesignificantietestengeenmatenopleverenvoorsterktevanheteffectendusnietgeschikt
zijnvooreenalomvattendeevaluatie.
Beperkt men zich tot de studies met hoogste kwaliteit volgens de criteria van Mathie (reliable
evidence),danvaltdeORbijJacobs1994I6tengunstevandeklassiekehomeopathieuit,terwijlhet
betrouwbaarheidsintervalpreciesbij1begint.OokbijFrei2005I4schijntdehomeopathiesuperieur
aan placebo te zijn, ook wanneer er geen OR met betrouwbaarheidsinterval voor een directe
vergelijkingvoorhandenis.
vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
15
Discussie
Inovereenstemmingmetdemeerderheidvandetotnutoegepubliceerdesystematischereviewsen
meta-analysesblijkeneraanwijzingentebestaanvooreensuperioriteitvandeklassiekehomeopathie
in vergelijking met placebo. Ook kan, in overeenstemming met vroegere meta-analyses, worden
aangemerkt dat de kwaliteit van de studies in het algemeen niet bevredigend is. Als zeer strenge
parameters worden gehanteerd (bias laag of onzeker, volgens Mathie 20147) wordt het aantal
bruikbarestudiestot6teruggebracht,deoverige3studieswijzenvolgensMathie20147opeenhoog
biasrisico.Metdezeuitkomstenopbasisvanrelatiefweinigstudiesenkleineonderzoekspopulaties
zijndevolgendeeindconclusiesalleenmetvoorbehoudteinterpreteren(cf.Mathie20147).
Hetcriteriumvandezereviewisdeindividueletoepassingvanhogepotenties,diebijverschillende
diagnoses met van elkaar verschillende uitkomst-criteria (outcome measures) en meetmomenten
werden gebruikt. In zoverre zijn de data niet homogeen en maken alleen een beschrijvende
presentatiemogelijk.
Hetisverrassend,datallestudiesplacebogecontroleerdzijnenvergelijkendeonderzoekenmetalleen
standaardbehandeling in de dagelijke klinische praktijk ontbreken, en dat in een hoog aantal (4/9)
studiesdehomeopathiealsaanvullendetherapiegebruiktwerd.Datweerspiegeltdeexperimentele
aanpakvandemeestestudiesenroeptvragenopoveroverdraagbaarheidentoepasbaarheidinde
dagelijksepraktijk.Ookverrassendisdebreedtevanhetdiagnose-spectrumvanacuteenchronische,
lichte (Lökken 1995I8) tot de zwaarste (Frass 2005I3) ziektebeelden. Behalve de drie studies van
JacobsI5–I7overdiarreebijkinderenwerdgeenvandezestudiestotdusverregerepliceerd.
Om meer eenduidige uitkomsten te kunnen behalen, zouden toekomstige klinische studies
prospectief, met grotere onderzoekspopulaties en bij de praktijk aansluitende methoden moeten
wordenopgezet.
In dit overzicht zijn niet-peer-reviewed studies met klassieke homeopathie buiten beschouwing
gelaten, evenals alle studies met alle niet-individuele homeopathische methoden – klinische,
complexmiddel-homeopathie, complexe (integratieve) toepassingen en isopathie –, die tot het
ervaringsgebiedvandetoegepastehomeopathiebehoren.
Samenvatting
In de laatste 25 jaar verschenen enkele kwalitatief goede studies met individuele homeopathie en
ultramoleculaire medicamenten na peer review in Medline-geïndexeerde tijdschriften van hoog
niveau. In het merendeel(7/9)wijzenzeopeenspecifiekewerking vandezegeneesmiddelen,ook
wanneer de onderzoekspopulatie van de individuele studies in het algemeen te klein zijn om op
zichzelfstaandeenduidelijksuperieureffecttevertonen.
Voor niet-peer-reviewed studies (n=15 bij Mathie 20136) en niet-individueel voorgeschreven
homeopathie(n=279bijMathie20136)zoueenvergelijkbaaroverzichtnogverrichtmoetenworden.
Referenties
1) JadadAR,MooreRA,CarrollD,etal.Assessingthequalityofreportsofrandomizedclinicaltrials:isblinding
necessary?ControlClinTrials.1996;17:1–12. 2) Linde K, Clausius N, Ramirez G, Melchart D, Eitel F, Hedges LV, Jonas WB. Are the clinical effects of
homeopathy placebo effects? A meta-analysis of placebo-controlled trials. Lancet. 1997
vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
16
Sep;350(9081):834–43. 3) LindeK,MelchartD.Randomizedcontrolledtrialsofindividualizedhomeopathy:astate-of-the-artreview.
JAlternComplementMed.1998Winter;4(4):371–88. 4) Clausius N. Kontrollierte klinische Studien zur Homöopathie. Eine systematische Übersichtsarbeit mit
Metaanalyse.Essen:KarlundVeronicaCarstens-Stiftung;1998. 5) Shang A, Huwiler-Müntener K, Nartey L, Jüni P, Dörig S, Sterne JA, Pewsner D, Egger M. Are the clinical
effectsofhomeopathyplaceboeffects?Comparativestudyofplacebo-controlledtrialsofhomeopathyand
allopathy.Lancet.2005Aug27–Sep2;366(9487):726–32. 6) MathieRT,HackeD,ClausenJ,NicolaiT,RileyDS,FisherP.Randomisedcontrolledtrialsofhomeopathyin
humans: characterising the research journal literature for systematic review. Homeopathy. 2013
Jan;102(1):3–24.doi:10.1016/j.homp.2012.10.002. 7) MathieRT,LloydSM,LeggLA,ClausenJ,MossS,DavidsonJR,FordI.Randomisedplacebo-controlledtrials
ofindividualisedhomeopathictreatment:systematicreviewandmeta-analysis.SystRev.2014Dec6;3:142.
doi:10.1186/2046-4053-3-142. 8) HigginsJP,AltmanDG,GøtzschePC,JüniP,MoherD,OxmanAD,SavovicJ,SchulzKF,WeeksL,SterneJA;
CochraneBiasMethodsGroup;CochraneStatisticalMethodsGroup.TheCochraneCollaboration'stoolfor
assessingriskofbiasinrandomisedtrials.BMJ.2011Oct18;343:d5928.doi:10.1136/bmj.d5928.
Referentiesoorsponkelijkestudies
a)Geïncludeerdeoorsponkelijkestudies(I=Included)
I1) BonneO,ShemerY,GoraliY,KatzM,ShalevAY.Arandomized,double-blind,placebo-controlledstudyof
classicalhomeopathyingeneralizedanxietydisorder.JClinPsychiatr.2003;64:282–287. I2) Chapman EH, Weintraub RJ, Milburn MA, Pirozzi TO, Woo E. Homeopathic treatment of mild traumatic
brain injury: a randomized, double-blind, placebo-controlled clinical trial. J Head Trauma Rehabil.
1999;14:521–542. I3) FrassM,LinkeschM,BanyaiS,ReschG,DielacherC,LöblT,EndlerC,HaidvoglM,MuchitschI,SchusterE.
et al. Adjunctive homeopathic treatment in patients with severe sepsis: a randomized, double-blind,
placebo-controlledtrialinanintensivecareunit.Homeopathy.2005;Apr;94:75–80. I4) FreiH,EvertsR,vonAmmonK,etal.Homeopathictreatmentofchildrenwithattentiondeficithyperactivity
disorder:arandomized,doubleblind,placebocontrolledcrossovertrial.EurJPediatr.2005;164:758–767.
I5) Jacobs J, Jimenez LM, Gloyds SS, Casares FE, Gaitan MP, Crothers D. Homoeopathic treatment of acute
childhooddiarrhoea.ArandomizedclinicaltrialinNicaragua.BrHomoeopathJ.1993;82:83–86.
I6) Jacobs J, Jimenez LM, Gloyds SS, Gale JL, Crothers D. Treatment of acute childhood diarrhea with
homeopathicmedicine;arandomizedclinicaltrialinNicaragua.Pediatrics.1994;93:719–725. I7) JacobsJ,JimenezLM,MalthouseS,etal.Homeopathictreatmentofacutechildhooddiarrhoea:resultsfrom
aclinicaltrialinNepal.JAlternComplementMed.2000;6:131–139. I8) LökkenP,StraumsheimPA,TveitenD,SkjelbredP,BorchgrevinkCF.Effectofhomoeopathyonpainand
othereventsafteracutetrauma:placebocontrolledtrialwithbilateraloralsurgery.BMJ.1995;310:1439–
42. I9) Whitmarsh TE, Coleston-Shields DM, Steiner TJ. Double-blind randomized placebo-controlled study of
homoeopathicprophylaxisofmigraine.Cephalalgia.1997;17:600–604. b) Niet-geïncludeerdeoorsponkelijkestudies(E=Excluded)
E1) Adler UC, PaivaNM,Cesar AT,Adler MS, Molina A, Padula AE,CalilHM. HomeopathicIndividualizedQ-
PotenciesversusFluoxetineforModeratetoSevereDepression:Double-Blind,RandomizedNon-Inferiority
Trial. Evid Based Complement Alternat Med. 2011;2011:520182. doi: 10.1093/ecam/nep114. Epub 2011
Jun8.
E2) AdlerUC,KrügerS,TeutM,LüdtkeR,SchützlerL,MartinsF,WillichSN,LindeK,WittCM.Homeopathyfor
depression:Arandomized,partiallydouble-blind,placebo-controlled,four-armedstudy(DEP-HOM).PLoS
One.2013Sep23;8(9):e74537.doi:10.1371/journal.pone.0074537.eCollection2013. E3) Andrade L, Ferraz MB, Atra E, Castro A, Silva MSM. A randomized controlled trial to evaluate the
effectivenessofhomoeopathyinrheumatoidarthritis.ScandJRheumatol.1991;20:204–208. E4) Awdry R. Homeopathy and chronic fatigue – The search for proof. Int J Altern Complement Med.
1996;14:19–22. vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
17
E5) BellIR,LewisDA2nd,BrooksAJ,SchwartzGE,LewisSE,CaspiO,CunninghamV,BaldwinCM.Individual
differencesinresponsetorandomlyassignedactiveindividualizedhomeopathicandplacebotreatmentin
fibromyalgia: implications of a double-blinded optional crossover design. J Altern Complement Med.
2004;10:269–283. E6) Bell IR, Lewis DA 2nd, Schwartz GE, Lewis SE, Caspi O, Scott A, Brooks AJ, Baldwin CM.
Electroencephalographiccordancepatternsdistinguishexceptionalclinicalresponderswithfibromyalgiato
individualizedhomeopathicmedicines.JAlternComplementMed.2004;10:285–299.
E7) BellIR,LewisDA2nd,LewisSE,SchwartzGE,BrooksAJ,ScottA,BaldwinCM.EEGalphasensitizationin
individualizedhomeopathictreatmentoffibromyalgia.IntJNeurosci.2004;114:1195–1220. E8) BellI,LewisD,BrooksA,SchwartzG,LewisS,WalshB,BaldwinC.Improvedclinicalstatusinfibromyalgia
patientstreatedwithindividualizedhomeopathicremediesversusplacebo.Rheumatology.2004;43:577–
582. E9) BrienS,LachanceL,PrescottP,McDermottC,LewithG.Homeopathyhasclinicalbenefitsinrheumatoid
arthritis patients that are attributable to the consultation process but not the homeopathic remedy: a
randomizedcontrolledclinicaltrial.Rheumatology(Oxford).2011;50:1070–1082. E10)Brigo B. Homeopathic treatment of migraine: A sixty case, double-blind, controlled study (homeopathic
remedy vs. placebo). Proceedings of the 42nd LMHI Congress. Arlington, VA, March 29–April 2, 1987,
pp318–329. (see also Brigo B, Serpellini G. Homeopathic treatment of migraines: A randomized double-
blindstudyofsixtycases(homoeopathicremedyversusplacebo).BerlJResHom.1991;1:98–106.)JADAD=2
beiClausius. E11)CarliniEA,BrazS,TronconeLRP,TufikS,RomanachAK,PustiglioneM,SposatiMC,CudizioFilhoO,Prado
MIA.Efeitohipnóticodemedicaçãohomeopáticaedoplacebo.Avaliaçãopelatécnicadeduplo-cegoe
cruzamento [Hypnotic effect of homeopathic medication and placebo. Evaluation by double-blind and
crossovertechniques].RevAssocMédBras.1987;33:83–88. E12)CavalcantiAM,RochaLM,CarilloRJr,LimaLU,LugonJR.Effectsofhomeopathictreatmentonpruritusof
haemodialysis patients: a randomized placebo-controlled double-blind trial. Homeopathy. 2003;92:177–
181. E13)ChakrabortyPS,LambaCD,NayakD,JohnMD,SarkarDB,PoddarA,AryaJS,RajuK,VivekanandK,Singh
HBK,BaigH,PrustyAK,SinghV,NayakC.Effectofindividualizedhomoeopathictreatmentininfluenzalike
illness: A multicenter, single blind, randomized, placebo controlled study. Indian J Res Homoeopathy.
2013;7:22–30. E14)ChakrabortyPS,VaranasiR,MajumdarAK,BanothK,PrasadS,GhoshMS,SinhaMN,ReddyGRC,SinghV,
Nayak,C.EffectofhomoeopathicLMpotenciesinacuteattacksofhaemorrhoidaldisease:Amulticentric
randomizedsingle-blindplacebo-controlledtrial.IndianJResHomoeopathy.2013;7:72–80. E15)ChandKS,ManchandaRK,MittalR,BatraS,BanavalikerJN,DeI.Homeopathictreatmentinadditionto
standard care in multi drug resistant pulmonary tuberculosis: a randomized, double blind, placebo
controlledclinicaltrial.Homeopathy.2014Apr;103(2):97–107.doi:10.1016/j.homp.2013.12.003. E16)ChapmanEH,AngelicaJ,SpitalnyG,StraussM.ResultsofastudyofthehomoeopathictreatmentofPMS.J
AmInstHom.1994;87:14–21. E17)ChauhanVK,ManchandaRK,NarangA,MarwahaRK,AroraS,NagpalL,VermaSK,SreenivasV.Efficacyof
homeopathicinterventioninsubclinicalhypothyroidismwithorwithoutautoimmunethyroiditisinchildren:
an exploratory randomized control study. Homeopathy. 2014 Oct;103(4):224–31. doi:
10.1016/j.homp.2014.08.004.Epub2014Sep27.
E18)deLangedeKlerkESM,BlommersJ,KuikDJ,BezemerPD,FeenstraL.Effectsofhomoeopathicmedicines
on daily burden of symptoms in children with recurrent upper respiratory tract infections. Br Med J.
1994;309:1329–1332. E19)FisherP.Anexperimentaldouble-blindtrialmethodinhomeopathy.Useofalimitedrangeofremediesto
treatfibrositis.BrHomeopathJ.1986;75:142–147. E20)Fisher P, Greenwood A, Huskisson EC, Turner P, Belon P. Effect of homeopathic treatment on fibrositis
(primaryfibromylgia).BrMedJ.1989;299:365–366. E21)Fisher P, Scott DL. A randomized controlled trial of homeopathy in rheumatoid arthritis. Rheumatology.
2001;40:1052–1055. E22)FisherP,McCarneyR,HasfordC,VickersA.Evaluationofspecificandnon-specificeffectsinhomeopathy:
Feasibilitystudyforarandomisedtrial.Homeopathy.2006;95:215–222. E23)GaucherC,JeulinD,PeycruP,AmengualC.Adoubleblindrandomizedplacebocontrolledstudyofcholera
treatmentwithhighlydilutedandsuccussedsolutions.BrHomoeopathJ.1994;83:132–134.
vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
18
E24)Gerhard I, Monga B, Roebruck P, Runnebaum B. Homoeopathy versus conventional therapy in female
infertility:interimanalysisofarandomizedstudy.ForschKomplementarmed.1997;5:262–269.
E25)GmünderR,KisslingR.Theefficacyofhomeopathyinthetreatmentofchroniclowbackpaincomparedto
standardizedphysiotherapy.ZOrthopGrenzgeb.2002;140:503–508. E26)Haila S, Koskinen A, Tenovuo J. Effects of homeopathic treatment on salivary flow rate and subjective
symptomsinpatientswithoraldryness:arandomizedtrial.Homeopathy.2005;94:175–181.
E27) Harrison H, Fixsen A, Vickers A. A randomized comparison of homoeopathic and standard care for the
treatmentofglueearinchildren.ComplementTherMed.1999;7:132–135. E28)HitzenbergerG,KornA,DorcsiM,BauerP,WohlzogenFX.KontrollierterandomisiertedoppelblindeStudie
zum Vergleich einer Behandlung von Patienten mit essentieller Hypertonie mit homöopathischen und
pharmakologischwirksamenMedikamenten.WienKlinWochenschr.1982;94:665–670. E29)JacobsJ,SpringerDA,CrothersD.Homeopathictreatmentofacuteotitismediainchildren:apreliminary
randomizedplacebo–controlledtrial.PediatrInfectDisJ.2001;20:177–183. E30)JacobsJ,HermanP,HeronK,OlsenS,VaughtersL.Homeopathyformenopausalsymptomsinbreastcancer
survivors:apreliminaryrandomizedcontrolledtrial.JAlternComplementMed.2005b;11:21–27. E31)JacobsJ,WilliamsA–L,GirardC,NjikeVY,KatzD.Homeopathyforattention-deficit/hyperactivitydisorder:
apilotrandomized-controlledtrial.JAlternComplementMed.2005a;11:799–806. E32)JansenGRHJ,vanderVeerALJ,HagenaarsJ,vanderJuyA.Lessonslearntfromanunsuccessfulclinicaltrial
ofhomoeopathy.Resultsofasmall-scale,double-blindtrialinproctocolitis.BrHomoeopathJ.1992;81:132–
138. E33)KainzJT,KozelG,HaidvoglM,SmolleJ.Homoeopathicversusplacebotherapyofchildrenwithwartsonthe
hands:arandomized,double-blindclinicaltrial.Dermatology.1996;193:318–320. E34)KatzT,FisherP,KatzA,DavidsonJ,FederG.Thefeasibilityofarandomised,placebo-controlledclinicaltrial
ofhomeopathictreatmentofdepressioningeneralpractice.Homeopathy.2005;94:145–52. E35)KuzeffRM.Homeopathy,sensationofwell-beingandCD4-levels–Aplacebo-controlled,randomizedtrial.
ComplementTherMed.1998;6:4–9. E36)Mourão LC, Moutinho H, Canabarro A. Additional benefits of homeopathy in the treatment of chronic
periodontitis: a randomized clinical trial. Complement Ther Clin Pract. 2013 Nov;19(4):246–50. doi:
10.1016/j.ctcp.2013.05.002.Epub2013Jul27. E37)MourãoLC,CataldoDM,MoutinhoH,FischerRG,CanabarroA.Additionaleffectsofhomeopathyonchronic
periodontitis: a 1-year follow-up randomized clinical trial. Complement Ther Clin Pract. 2014
Aug;20(3):141–6.doi:10.1016/j.ctcp.2014.03.003.Epub2014Apr8. E38)MousaviF,MojaverYN,AsadzadehM,MirzazadehM.Homeopathictreatmentofminoraphthousulcer:a
randomized,placebo-controlledclinicaltrial.Homeopathy.2009;98:137–141. E39)Naudé DF, Couchman IMS, Maharaj A. Chronic primary insomnia: efficacy of homeopathic simillimum.
Homeopathy.2010;99:63–68.[Publishederratum:Homeopathy.2010;99:151] E40)OberaiP,GopinadhanS,VaranasiR,MishraA,SinghV,NayakC.Homoeopathicmanagementofattention
deficit hyperactivity disorder: A randomised placebo-controlled pilot trial. Indian J Res Homoeopathy.
2013;7:158–167. E41)Paterson C, Ewings P, Brazier JE, Britten N. Treating dyspepsia with acupuncture and homeopathy:
reflections on a pilot study by researchers, practitioners and participants. Complement Ther Med.
2003;11:78–84. E42)PeckhamEJ,ReltonC,RawJ,WaltersC,ThomasK,SmithC,KapurK,SaidE.Interimresultsofarandomised
controlledtrialofhomeopathictreatmentforirritablebowelsyndrome.Homeopathy.2014Jul;103(3):172–
7.doi:10.1016/j.homp.2014.05.001.Epub2014May29. E43)RastogiDP,SinghVP,SinghV,DeySK,RaoK.HomeopathyinHIVinfection:atrialreportofdouble-blind
placebocontrolledstudy.BrHomoeopathJ.1999;88:49–57. E44)Relton C, Smith C, Raw J, et al. Healthcare provided by a homeopath as an adjunct to usual care for
fibromyalgia(FMS):resultsofapilotrandomisedcontrolledtrial.Homeopathy.2009;98:77–82. E45)Relton C, O'Cathain A, Nicholl J. A pilot 'cohort multiple randomised controlled trial' of treatment by a
homeopath for women with menopausal hot flushes. Contemp Clin Trials. 2012 Sep;33(5):853–9. doi:
10.1016/j.cct.2012.04.003.Epub2012Apr20. E46)Saha S, Koley M, Hossain SI, Mundle M, Ghosh S, Nag G, Datta AK, Rath P. Individualized homoeopathy
versus placebo in essential hypertension: A double-blind randomized controlled trial. Indian J Res
Homoeopathy.2013;7:62–71. E47)SajediF,AlizadV,AlaeddiniF,FatemiR,MazaherinezhadA.Theeffectofaddinghomeopathictreatmentto
vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
19
rehabilitation on muscle tone of children with spastic cerebral palsy. Complement Ther Clin Pract.
2008;14:33–37. E48)Schreier T, Hartmann M, Petzoldt D, et al. Homöopathie versus konventionelle Therapie bei männlicher
Unfruchtbarkeit: Zwischenbericht einer randomisierten Studie. Forsch Komplementarmed. 1997;4:325–
331. E49)Schwab G. Lässt sich eine Wirkung homöopathischer Hochpotenzen nachweisen? Karlsruhe: Deutsche
HomöopathischeUnion;1990. E50)SiebenwirthJ,LüdtkeR,RemyW,RakoskiJ,BorelliS,RingJ.Wirksamkeiteinerklassisch-homöopathischen
TherapiebeiatopischemEkzem.Einerandomisierte,placebokontrollierteDoppelblindstudie[Effectiveness
ofclassicalhomeopathictreatmentinatopiceczema.Arandomisedplacebo-controlleddouble-blindclinical
trial].ForschKomplementärmed.2009;16:315–323.
E51)SinhaMN,SiddiquiVA,NayakC,SinghV,DixitR,DewanD,MishraA.Randomizedcontrolledpilotstudyto
compareHomeopathyandConventionaltherapyinAcuteOtitisMedia.Homeopathy.2012Jan;101(1):5–
12.doi:10.1016/j.homp.2011.08.003. E52)Steinsbekk A, Bentzen N, Fønnebø V, Lewith G. Self treatment with one of three self selected,
ultramolecularhomeopathicmedicinesforthepreventionofupperrespiratorytractinfectionsinchildren.
Adouble-blindrandomizedplacebocontrolledtrial.BrJClinPharmacol.2005;59:447–455. E53)SteinsbekkA,FønnebøV,LewithG,BentzenN.Homeopathiccareforthepreventionofupperrespiratory
tractinfectionsinchildren:apragmatic,randomized,controlledtrialcomparingrandomizedhomeopathic
careandwaiting-listcontrols.ComplementTherMed.2005;13:231–238. E54)StraumsheimP,BorchgrevinkC,MowinckelP,KierulfH,HafslundO.Homeopathictreatmentofmigraine:
adoubleblind,placebocontrolledtrialof68patients.BrHomeopathJ.2000;89:4–7. E55)ThompsonEA,MontgomeryA,DouglasD,ReillyD.Apilot,randomized,double-blinded,placebo-controlled
trialofindividualizedhomeopathyforsymptomsofestrogenwithdrawalinbreast-cancersurvivors.JAltern
ComplementMed.2005;11:13–20. E56)ThompsonEA,ShawA,NicholJ,etal.Thefeasibilityofapragmaticrandomisedcontrolledtrialtocompare
usualcarewithusualcareplusindividualisedhomeopathy,inchildrenrequiringsecondarycareforasthma.
Homeopathy.2011;100:122–130. E57)van Erp VMA, Brands M. Homoeopathic treatment of malaria in Ghana: open study and clinical trial. Br
HomoeopathJ.1996;85:66–70. E58)Walach H, Häusler W, Lowes T, Mussbach D, Schamell U, Springer W, Stritzl G, Haag G. Classical
homeopathictreatmentofchronicheadaches.Cephalalgia.1997;17:119–126. E59)Weatherley-JonesE,NichollJP,ThomasKJ,ParryGJ,McKendrickMW,GreenST,StanleyPJ,LynchSP.A
randomized, controlled, triple-blind trial of the efficacy of homeopathic treatment for chronic fatigue
syndrome.JPsychosomRes.2004;56:189–197. E60)White A, Slade P, Hunt C, Hart A, Ernst E. Individualised homeopathy as an adjunct in the treatment of
childhoodasthma:arandomisedplacebocontrolledtrial.Thorax.2003;58:317–321. E61)WittA,KaufmannU,BitschnauM,etal.Monthlyitraconazoleversusclassichomeopathyforthetreatment
of recurrent vulvovaginal candidiasis: a randomised trial. BJOG: Int J Obstet Gynaecol. 2009;116:1499–
1505. E62)YakirM,KreitlerS,BrzezinskiA,VithoulkasG,OberbaumM,BentwichZ.Effectsofhomeopathictreatment
inwomenwithpremenstrualsyndrome:apilotstudy.BrHomeopathJ.2001;90:148–153.
vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
20
Tabel1BronnenenprimairuitsluitingscriteriumvandeRCT’sdienietinhetoverzichtwerdenopgenomen
Bronnen
Linde&
Linde Clausius Melchart Shang Mathie
1997
1998
1998
2005
2013
Medline-
Mathie
search
2014 (2012-2014)
nr.
auteurs
jaar
E1
Adler
2011
x
E2
Adler
2013
x
E3
Andrade
1991
x
x
x
x
E4
Awdry
1996
x
E5
Bell
2004
x
E6
E7
E8
E9
Bell
Bell
Bell
Brien
E10 Brigo
2004
2004
2004
2011
1991
x
x
x
x
x
E11 Carlini
1987
x
x
E12 Cavalcanti
2003
x
E13 Chakraborty 2013
E14 Chakraborty 2013
E15 Chand
E16 Chapman
E17 Chauhan
E18 deLange
E19 Fisher
E20 Fisher
2014
1994
2014
1994
1986
1989
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
E21 Fisher
2001
x
E22 Fisher
2006
x
E23 Gaucher
E24 Gerhard
E25 Gmünder
E26 Haila
E27 Harrison
1994
1997
2002
2005
1999
E28 Hitzenberger 1982
E29 Jacobs
E30 Jacobs
2001
2005
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
E31 Jakobs
2005
x
E32 Jansen
1992
x
E33 Kainz
E34 Katz
E35 Kuzeff
E36 Mourão
E37 Mourão
E38 Mousavi
E39 Naudé
1996
2005
1998
2013
2014
2009
2010
x
x
x
x
x
x
x
Primairuitsluitingcriterium
Potentie
<C12
Pilotstudie
Singleblind
Lab/surrogaat
parameter Ander
x
x
x
x1 x
x
x
x
x
x1 x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
21
E40 Oberai
E41 Paterson
E42 Peckham
E43 Rastogi
E44 Relton
E45 Relton
E46 Saha
2013
2003
2014
1999
2009
2012
2013
x
x
x
x
x
x
x
E47 Sajedi
2008
x
E48 Schreier
1997
x
E49 Schwab
E50 Siebenwirth
E51 Sinha
E52 Steinsbekk
E53 Steinsbekk
1990
2009
2012
2005
2005
E54 Straumsheim 2000
E55 Thompson
E56 Thompson
E57 VanErp
E58 Walach
2005
2011
1996
1997
Weatherley-
E59 Jones
2004
E60 White
2003
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
E61 Witt
2009
x
E62 Yakir
2001
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x2
x2 x
x
x
x3 x
x
x
x3 x
Opmerkingen
1
geenpeer-review
preventie
3
hogedrop-out-rate:E57vanErp1996:26%,E61Witt2009:53%
2
Tabel2Beschrijvingvandegeïncludeerdestudies
nr.
auteurs
jaar
diagnose
duur
experimentgroep
controlegroep
I1
Bonne
2003
angststoornis
44
39
10weken
HOM
PLA
I2
Chapman
1999
traumatischehersenbeschadiging
61
50
4maanden
HOM
PLA
I3
Frass
2005
sepsis
70
67
180dagen
standaard+HOM
standaard+PLA
I4
Frei
2005
ADHD
62
57
180dagen
HOM
PLA
I5
Jacobs
1993
acutediarreebijkinderen
34
33
≤6dagen
standaard+HOM
standaard+PLA
I6
Jacobs
1994
acutediarreebijkinderen
92
81
≤5dagen
standaard+HOM
standaard+PLA
I7
Jacobs
2000
acutediarreebijkinderen
126
116
5dagen
standaard+HOM
standaard+PLA
I8
Lökken
1995
extractieverstandskies
24
24
5dagen
HOM
PLA
1997
migraine
63
60
4maanden
HOM
PLA
I9
Whitmarsh
Opmerkingen
nITT
nPP
ITT=Intention-to-treatanalyse;PP=perprotocolanalyse;ADHD=AttentionDeficitHyperactivitySyndrome
HOM=homeopathie;PLA=placebo;standaard=standaard-therapie
vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
22
Tabel3Riskofbiasvandegeïncludeerdestudies
RoB
Linde
1997:
Jadad
(5;≥3)1
RoB
Linde
1997:
IV
(7;≥5)2
RoB
Clausius
1998:
MV
(10;≥5)3
RoB
Linde&
Melchart
1998:
Jadad
(5;≥3)1
RoB
Linde&
Melchart
1998:IV
(6;≥4)4
studiekwaliteit
Linde&
Melchart
19985
RoB
Shang
20056
RoBMathie
20147
RoBnaar
Mathie8
nr.
auteurs
jaar
I1
Bonne
2003
onzeker(B3)
I2
Chapman
1999
laag
onzeker(B1)
I3
Frass
2005
onzeker(B2)
I4
Frei
2005
laag(A)
I5
Jacobs
1993
3
3.5
7
3
3
B
hoog
hoog(C1.4)
I6
Jacobs
1994
5
6
9
5
5
A
laag
onzeker(B1)9
I7
Jacobs
2000
laag
hoog(C2.0)
9
I8
Lökken
1995
5
6
5
5
5.5
A
onzeker(B1) I9
Whitmarsh
1997
4
4
A
hoog
hoog(C1.4)
Opmerkingen
RoB=RiskofBias;IV=internevaliditeit;MV=modelvaliditeit;MA=meta-analyse
1
Jadad1996:maximaal5punten(cut-off≥3voor1)randomisering;2)adequaterandomisering;3)dubbelblind;4)adequateblindering;5)
rapportagevandrop-outsenlost-to-follow-up.
2
InternevaliditeitLinde1997:maximaal7punten(cut-off≥5voor1)randomisering;2)adequaterandomisering;3)vergelijkbaarheidvangroepen
voordebehandeling;4)blinderingvanpatiënten;5)blinderingvanevaluatoren;6)selectiefoutennahetbeginvandebehandeling;7)adequate
statistischeevaluatie.
3
modelvaliditeitClausius1998:maximaal10punten(cut-off≥5):1)nalevingsimilia-principe(0-5punten);2)gevalideerdgeneesmiddelvoorschrift
(0-1);3)matevanvertrouweninvoorschrift(0-1);geneesmiddelindehomeopathiebekend(0-1);5)enkelvoudiggeneesmiddel(0-1);6)
homeopathischevakkennisarts(0-1).
4
internevaliditeitLinde&Melchart1998:maximaal6punten(cut-off≥4),exactecriterianietnategaan.
5
studiekwaliteitLinde&Melchart1998:A)goedemethodologischekwaliteitwaarschijnlijk;B)groteregebrekenonwaarschijnlijk;C)duidelijke
minimaleofmatigeproblemen;D)nietteevalueren/groteregebreken.
6
Shang2005:lageris-of-bias=dubbelblind,adequaterandomisering(d.w.z.adequatevormingvanselectievolgordeenadequateselectieblindering)
7
RiskofBiasMathie2014:7Cochrane-gebieden1)adequatevormingvanrandomselectievolgorde;2)adequateselectieblindering;3a)blindering
vandeelnemersenhetonderzoekspersoneel;3b)blinderingvanevaluatoren;4)volledigheidvanoutcome-data;5)selectieverapportage;6)andere
bias.A=lageriskofbiasinalle7gebieden;Bx=onzekereriskofbiasinxgebieden,lageriskofbiasinalleanderegebieden;Cy.x=hogeriskofbiasiny
gebieden,onzekereriskofbiasinxgebieden,lageriskofbiasinalleanderegebieden.
8
studieswaarvanriskofbiasnietreedsindemeta-analysevanMathie2014werdengeëvalueerd,hebbenwevolgensdeCochrane-criteria
beoordeeldenopgrondvanMathie’sclassificatiegeëvalueerd.
9
betrouwbarestudievolgensMathie2014,d.w.z.minstensbiascategorieB1envrijvanbiasindeCochrane-gebieden1,2,3aen3b.
10
riskofbiasvoorLökken1995(volgensCochrane-gebieden):onduidelijkingebied1(d.w.z.onduidelijkofrandomselectievolgordeadequaatis)en
lageriskofbiasinalleoverigegebieden.
vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
23
Tabel4Resultatenvangeïncludeerdestudies
nr.
auteurs
jaar
I1
Bonne
2003
OR
Linde1997&
Clausius1998
(>1positief
voorHOM)1
OR
RoBShang
2005(<1
positiefvoor
HOM)2
BI
Linde
1997:1
OR
Mathie2014
(>1positief
voorHOM)3
BI
Shang
20052
Resultaattest
voor
groepsverschillen4
BI
Mathie2014
0.87
0.28-2.73
5
Incl.1
6
0.72-5.49
3.13
1.10-8.86
7
I2
Chapman
1999
I3
Frass
2005
ca.1
1.98
I4
Frei
2005
HOM>placebo
I5
Jacobs
1993
1.97
Incl.1
<1
Incl.1
n.g.
n.g
I6
Jacobs
1994
2.24
Incl.1?
<1
Incl.1?
2.22
1.00-4.94
I7
Jacobs
2000
<1
Incl.1?
n.g
n.g.
I8
Lökken
1995
0.72
Incl.1
I9
Whitmarsh
1997
Incl.1
1.72
0.69-4.34
hoog
Opmerkingen
OR=OddsRatio;BI=95%-betrouwbaarheidsinterval;HOM=homeopathie;MA=meta-analyse
1
ORenBIwerdenbijLinde1997slechtsgrafischweergegeven,bijClausius1998werddezeOR(zonderBI)daarentegengerapporteerd.
2
Shang2005:ORenBIwerdenslechtsgrafischweergegeven
3
n.g.=bijMathienietinmeta-analysegeïncludeerd,omdatdatanietkondenwordengeëxtraheerd
4
Voordetotnutoeingeenmeta-analysegeïncludeerdestudievanFrei2005werdhetresultaatvandestatistischetestenvoorgroepsverschillen
gerapporteerd.
5
uitkomst:activiteitbeperking
6
uitkomst:symptomen
7
Frei2005:cross-over-studiewaarinhomeopathiemetplacebowerdvergeleken;hetlineairegemengdemodellieteensignificantwithin-personverschilzientengunstevandehomeopathie(-1.67puntenopdesymptoom-uitkomst-meting,met95%-BIvan-3.316tot-.016,p=0,0479).
vonAmmonK,TorchettiL,Frei-ErbM.ResultatenvanoorspronkelijkeRCT’smetindividuelehomeopathieenhoge
potentiesinvergelijkingmetplaceboenstandaardbehandelingen.2016
Methodologischeproblemenvan
gerandomiseerdedubbel-blindstudiesinhet
homeopathie-onderzoek.
KlausvonAmmon,CurtKösters
_________________________________________________________________________________
RCT’s(gerandomiseerdegecontroleerdestudies)zijngerichtophettestenvandewerkzaamheidvan
medische behandelingen. Het zijn experimenten met (minstens) twee groepen patiënten of
proefpersonen, die aselect worden toegewezen aan de interventiegroep (de te onderzoekende
therapie) of de controlegroep. Als controlebehandeling wordt daarbij getoetst òf tegen placebo òf
tegendetotdanbestbestaandetherapieòfaanvullendaandebestbekendetherapie(‘add-on’).Er
zijndusmeer-armigevergelijkendestudiesmogelijk.
Daarbijishetdoel,externestorendefactoren(zoalsb.v.plaatsvanonderzoek,toedieningsvormen)zo
veel mogelijk te controleren resp. voor alle proefpersonen constant te houden, om gelijke
voorwaarden voor de onderzoeksgroepen te creëren. Om de ‘interne’ – bekende en onbekende –
storende factoren van de proefpersonen (b.v. verwachtingen, aanleg, reactievermogen) te
controleren, wordt randomisatie ingevoerd; hierdoor kan worden aangenomen, dat deze factoren
tussendegroepengelijkelijkverdeeldzijnresp.zichalleendoortoevalonderscheiden.Opdezemanier
moethetspecifiekenetto-effectvandetetestentherapiewordenvastgesteld.
Een dergelijk onderzoek wordt dubbelblind genoemd, als noch de proefpersonen noch de
behandelaren weten, in welke onderzoeksgroep een proefpersoon ingedeeld is. Als triple-blinded
wordteendergelijkeonderzoeksopzetaangemerkt,alsookdepersonendiedeuitkomstenanalyseren
geenkennishebbenvandeverdelingendeaardvandeverschillendebehandelingen.
Inhetalgemeenwordendergelijkeonderzoekenvoorhettestenvannieuwemedicijnengekozenen
geldenals‘goudenstandaard’vooralindienminstensdubbelblinduitgevoerd.
DeRCTwordtaandetopvandeevidence-pyramide(vanEvidence-basedMedicine,EBM)alleennog
overtroffendooreensamenvattingvanzulkeRCT’smeteenspecifiekemethodologie(meta-analyse).
Voor het begrip van de methodologische problemen moet worden opgemerkt, dat RCT’s
epistemologischophetparadigmavanhetklassiek-natuurwetenschappelijkeexperimentberusten.In
eendergelijkexperimentwordenallebekendebeïnvloedendefactorenconstantgehoudenenslechts
een ingangsvariabele veranderd. De daaruit voortvloeiende reproduceerbare verandering van de
uitgangsvariabelen is niet alleen indicatief voor een causaal verband tussen ingangs- en
uitgangsvariabelen,maarmaakthettegelijkertijdmogelijkditverbandexacttekwantificeren.
Alseendergelijkexperimentnietvolledigeninelkafzonderlijkgevalreproduceerbaaris,moetworden
aangenomen,dattotdantoenognietgeïdentificeerdeverderebeïnvloedendefactorenaanwezigzijn.
Voor een zinvolle herhaling van het experiment moeten deze beïnvloedende factoren worden
geïdentificeerdenuitgeschakeld.
De aanpassing van deze experimentele opzet voor het therapieonderzoek (hier in het bijzonder
medicamenteuzetherapieën)stuitechteropmethodologischebeperkingen:
vonAmmonK,KöstersC.Methodologischeproblemenvangerandomiseerdedubbel-blindstudies
inhethomeopathie-onderzoek.2016
26
•
Biologische organismen reageren individueel – een volledige reproduceerbarheid in elk
individueelgevalkaninderegelnietbereiktworden.Dezeeiswerdopgegeventengunstevan
eenstatistischeuitspraakoververschillenindedesbetreffendegroepentezamen.1
•
De reproduceerbaarheid in elk afzonderlijk geval wordt hierbij vervangen door de
repliceerbaarheidvandestudiealsgeheel.
•
Hetconstanthoudenvandebeïnvloedendefactorenendecontrolehiervanwordtversterkt
door randomisatie – die moeten de verschillende mogelijke ‘interne’ storende factoren
compenseren.
•
Wegens het toenemende aantal, de uiteenlopende resultaten en de onvolledige
repliceerbaarheidvandestudieswordendezeinmeta-analysessamengevat.
Deeisvaneenzogrootmogelijkehomogeniteitbinnendeonderzochtegroepenblijftbestaan.Inhet
bijzonderdedaaruitvoortvloeiende,maarookandere methodologischeproblemenzijnnogsteeds
onderwerpvandiscussie,zoalsookhetnutvanditconceptvoordemedischepraktijk.
Kritiek ten aanzien van RCT’s in relatie tot de medische praktijk wordt onder andere geuit over de
volgendeaspecten:
1. RCT’svormenalsexperimenteneenfundamenteelanderesituatiedandieophetspreekuur
vandearts.
2. Hetgedragvandeonderzoeksleider(principalinvestigator)zou–reedsbijdeopzetvande
studie–doorzijnverwachtingenveranderdkunnenzijn(Rosenthal-effect).
3. Dedeelnemendepersonenzijnzichbewustvanditverschilengedragenzichmogelijkanders
(Hawthorne-effectvoorproefpersonen).
4. Individueel verschillende reacties van patiënten kunnen met de statistische uitspraak niet
meegenomenworden.2
5. Statistisch significante verschillen in de uitkomsten zijn geen garantie voor een klinische
relevantievandeverzameldeinformatie.
6. De overdraagbaarheid in en de betekenis voor de dagelijkse praktijk met meestal
multimorbide,oude,(zeer)jonge,vrouwelijkeofb.v.zwangerepatiëntenismoeilijk,daarde
deelnemersaaneentrialmeestaljongemannenzijn.
7. Bijwerkingenofinteractiesmetanderemedicijnenkunnentijdensdemeestalkorteduurvan
detrialnietwaargenomenworden.
8. Langetermijneffecten kunnen zo slechts ontoereikend geregistreerd worden en worden
systematisch ondergewaardeerd. Langetermijneffecten kunnen zich duidelijk anders
voordoen, onder bepaalde omstandigheden kunnen zich ook effecten tegengesteld aan de
kortetermijneffectenvoordoen.
9. Niet-medicamenteuze behandelmethoden kunnen slechts beperkt met dubbelblind studies
wordenonderzocht.3
10. Complexe therapeutische strategieën met geïndividualiseerde onderdelen (zoals
1
Eenfoutenkansmoetdaarbijopdekooptoewordengenomen.Inditverbandiseenfoutenkansvan5%(respectievelijk
1%ofwel0.1%)ingeburgerdgeraakt.
2
VanGeorgIvanovasstamtdemooievraag–betreffendeeendubbelblindstudieoverinvloedvandehardheidvan
matrassenopchronischerugpijn(KovacsFMetal:Effectoffirmnessofmattressonchronicnon-specificlow-backpain:
randomised,double-blind,controlled,multicentretrial.Lancet2003,362:1599–604),ofnuallepatiëntenopeen
middelhardematraszoudenmoetenslapen–ookde10%,diemeerpijnhaddenopdezematrasenmeteenanderebeter
afwaren.Vergelijkbareproblemenopbasisvanindividuelereactiezijnookbijgeneesmiddelenbekend.
3
Problematischwordthet,alsbijdeopstellingvaneenrichtlijndepressiehetbewijsvanfarmacologischeinterventies
tegenoverhetbewijsvanpsychotherapeutischeinterventiesmoetwordenafgewogen.
vonAmmonK,KöstersC.Methodologischeproblemenvangerandomiseerdedubbel-blindstudies
inhethomeopathie-onderzoek.2016
27
tegenwoordigb.v.indepijnbestrijdinggangbarepraktijk),latenzichmethetinstrumentvan
deRCTnietadequaatonderzoeken.4
11. Deoverdraagbaarheidvandezeonderzoeksopzetopgeheletherapiesystemenistotdusverre
nietsystematischonderzocht,laatstaangevalideerd.
Deklassiekedubbelblindstudieisontworpenvooreenspecifieke,experimenteelgecreëerde
onderzoekssituatie:Vooreenindicatiewordteengeneesmiddelgetest.Voorhetonderzoekvandeze
toegespitstevraagstellingisdedubbelblindstudie(metdevermeldebeperkingen)goedgeschikt.
Wanneer deze, voor conventioneel farmaceutische research redelijk succesvolle, opzet wordt
aangepastaanhomeopathie-onderzoek,rijzenerenkeleandereproblemen.Dezeliggenindeaard
vanhetonderwerpenmoetenmogelijkweerleidentoteenaanpassingvanhetonderzoeksinstrument
–resp.toteenbeperkingvandevaliditeitresp.bruikbaarheidervan.Enigevandezeproblemenzijn
reedsbekend5,echtermogelijknogonvoldoendemethodologischonderzocht.
Problemendoenzichvoorbijdetoepassingvanhetmethodologischinstrument‘dubbelblindeRCT’in
hethomeopathie-onderzoekopgrondvandeindividualisering,opgrondvanhetiteratieveproces(d.i.
stapsgewijsnaareenoptimum)bijdemiddelselectieenbeoordelingvanhetverloop,enopgrondvan
eenandersoortbeoordelingvanhettherapeutischresultaatindehomeopathie.
Veranderingen van de symptomen kunnen als gevolg van een natuurlijk verloop van de ziekte
optreden,maarinhetbijzonderookalsreactieopeendaarvoorgebruiktmiddel.Hetgaathierdusom
hetstapsgewijsbereikenvanhetmeestoptimaleresultaat.
De beoordeling van het verloop berust naast de relevante klinische symptomen in feite ook op de
verandering van het algemeen welbevinden. Een duidelijke verbetering van het algemeen
welbevindenaanvankelijkookzonderwezenlijkeverbeteringvandeklinischrelevantesymptomenis
een reden om af te wachten – omdat de ervaring leert dat hierop een verbetering van de klinisch
relevantesymptomenvolgt.
Problemenopgrondvanindividualisering
Zelden werden er RCT’s met adequate individuele geneesmiddelselectie en voorschrift
overeenkomstigklassiek-homeopathischeprincipesuitgevoerd(ziedebijdragevanKlausvonAmmon,
Loredana Torchetti, Martin Frei-Erb: Resultaten van oorspronkelijke RCT’s met individuele
homeopathie en hoge potenties in vergelijking met placebo en standaardbehandelingen, met daar
uitgeslotenstudies).
Bijeenstudiemetindividuelegeneesmiddelkeuze(overeenkomstigdegebruikelijkeprocedurevande
klassiekehomeopathie)isnoodzakelijkerwijshettotaleresultaatslechterdanhetresultaatvanhet
individuele geneesmiddel met de hoogste trefkans wanneer de verschillende beschikbare
geneesmiddelengeengelijke–ofminstensongeveergelijke–trefkanshebben.
Nuberustdetrefkans–indienmenineersteinstantieafzietvandebetrokkentherapeutenenhun
beschikbarekennis–inaanzienlijkemateopdebeschikbareinformatieoverdeindividuelemiddelen
4
Bijcomplexetherapeutischestrategieënwordthettherapeutischeeffectnietvaneengeïsoleerdeinterventieverwacht,
maarvansamenwerkingvanverschillendetherapieën(b.v.medicijnen,fysiotherapie,ontspanningstechnieken,
psychotherapie,acupunctuur),dievoorelkepatiëntindividueelaangepastworden.
5
GausW,HögelJ.Studiesontheefficacyofunconventionaltherapies.Problemsanddesigns.Arzneimittelforschung.1995
Jan;45(1):88–92.
vonAmmonK,KöstersC.Methodologischeproblemenvangerandomiseerdedubbel-blindstudies
inhethomeopathie-onderzoek.2016
28
enhunbetrouwbaarheid.
Debeschikbareinformatieoverdeindividuelemiddelenvarieertaanzienlijk,vanmiddelenmetmeer
dan 1.000 bekende symptomen (die overwegend uit geneesmiddelproeven afkomstig zijn en
bovendiendoorklinischeervaringkondenwordenbevestigd–beidegezamenlijkeencriteriumvoor
hoge validiteit in de homeopathie) tot aan middelen met minder dan 10 bekende symptomen, die
bovendienslechtsopklinischeervaringgebaseerdzijnenbijgevolgeenlagevaliditeithebben.
Indedagelijksepraktijkisdezeverschillendebeschikbarekennisoverdegeneesmiddelenendedaaruit
voortvloeiende verschillende trefkans een duidelijk minder groot probleem (zie boven). De
effectgrootte van een studie, die een specifieke interventie onderzoekt, is dientengevolge geringer
danheteffectvaneenindividuelehomeopathischebehandelingindedagelijksepraktijk.Onderdruk
omineenstudiemeteenhet‘optimale’voorschrifttevinden(inplaatsvaneenpraktische,hoogst
haalbareoplossing),zouzelfseennegatiefHawthorne-effectkunnenoptreden.
Hoe dan ook krijgen de therapeuten die een geïndividualiseerde geneesmiddelkeuze toepassen te
maken met nog een ander fundamenteel methodologisch probleem. De dubbelblindstudies in de
conventionele geneeskunde hebben ten opzichte van de klassieke fysische experimenten al slechts
eenbeperkterepliceerbaarheid,terwijlhiernaastdemedicamentenalsfeitelijketestvariabelennog
de patiënten en hun individuele reacties meespelen. De therapeuten als derde onafhankelijke
variabelen beïnvloeden het repliceren nog eens extra in ongunstige zin, in het bijzonder ook het
replicerendooronafhankelijkeonderzoekers.
Mogelijkeoplossingen:
• De beperking van de geneesmiddelkeuze en de invoering van een gestandaardiseerd
behandelingsprotocol is mogelijk geschikt om de invloed van de behandelaars te
minimaliseren. In een open pilotfase kan zo nodig ook het probleem van de verschillende
trefkansverminderdworden.Eenbeperkingvandebehandelingseffectiviteitvergelekenmet
resultatenvandedagelijksepraktijkmoetwaarschijnlijkopdekooptoewordengenomen.Bij
eenvoudige acute aandoeningen lijkt het volgens ervaringen tot nu toe verdedigbaar, bij
chronischeaandoeningenalleendan,wanneertegelijkeenuitsluitcriteriumwordtingevoerd
voorpatiëntendiegeensymptomenvertonendiebijeenvandetoegelatenmiddelenpassen.
Eenuitsluitcriteriumdatechtertegelijkdeexternevaliditeit(dematewaarinhetresultaatvan
hetonderzoekookvantoepassingisvoordedoorsnee-patiënt)duidelijkbeperkt.
• Eenmogelijke,innovatieveoplossingisdeideevaneenopenbehandelingsfase,gevolgddoor
deeigenlijkedubbelblindstudiemetalsinsluitcriteriumbehandelresultaat=‘responder’(Bell:
fibromyalgie6; Frei: ADHD7). Een wezenlijk deel van het therapie-effect, dat in de open
behandelingsfase al benut werd, wordt dan echter niet meer in de dubbelblindstudie
meegenomen.Hetisooknogvolkomenonverklaardenongetoetst,ofditconceptsuccesvol
kanwordenovergedragenopandereindicatiesenanderevoorschrijfstrategieën.Ookhieris
deexternevaliditeitdoorhetinsluitingscriteriumbeperkt.Verderzijnongewenstecross-overeffectenindehiergenoemdespecifiekeopzetnietvollediguittesluiten.Voorlopigmoetdit
conceptnogalsexperimenteelgekenmerktworden.
• Een interessantere, maar zeker ook nog meer experimentele – en nog minder getoetste –
6
BellI,LewisD,BrooksA,SchwartzG,LewisS,WalshB,BaldwinC.Improvedclinicalstatusinfibromyalgia
patientstreatedwithindividualizedhomeopathicremediesversusplacebo.Rheumatology.2004;43:577–582.
7
FreiH,EvertsR,vonAmmonK,etal.Homeopathictreatmentofchildrenwithattentiondeficithyperactivity
disorder:arandomized,doubleblind,placebocontrolledcrossovertrial.EurJPediatr.2005;164:758–767.
vonAmmonK,KöstersC.Methodologischeproblemenvangerandomiseerdedubbel-blindstudies
inhethomeopathie-onderzoek.2016
29
aanpak, is de ‘N=1-studie’ met de mogelijkheid van samenvattende meta-analyses.8 De
individualiseringishiergeenmethodologischprobleem.Watonduidelijkishierdevastlegging
van de wisselende voorschriften (zie verder: iteratie), en ook de externe validiteit is
onduidelijk.
•
De schijnbaar voor de hand liggende – en tegelijk oudste – mogelijke oplossing, namelijk
meerdere opeenvolgende voorschriften toelaten met uniforme blindering (Walach,
hoofdpijn9), is methodologisch waarschijnlijk problematischer (zie verder: Problemen ten
gevolgevandeiteratie).
Problementengevolgevandeiteratie
Hetistotdusverremethodologischonvoldoendeonderbouwd,datdedubbelblindstudieeengeschikt
onderzoeksinstrumentisvoordebeoordelingvanmeerdereverschillendeopeenvolgendeen(inde
zinvaneeniteratie)aanelkaargerelateerdevoorschriften.Alsinhetkadervandedubbelblindstudie
opeenvolgende voorschriften toegestaan worden, zou het gebrek aan precisie van de individuele
voorschriftenkunnencumuleren.
Het is daarom wenselijk om de dubbelblindstudie in eerste instantie alleen bij afzonderlijke
interventiestegebruiken(incl.herhalingvanhetzelfdemiddel).Ditbeperktdetoepasbaarheidvande
dubbelblindstudieinhethomeopathischeonderzoekechterinderegeltoteenvoudigeacuteziektes.
Problementengevolgevandeuitkomst
Homeopathischegeneesmiddelenzijnintegenstellingtotconventionelemedicijnennietgeschiktom
eenbepaaldetoestandvanhetbetreffendeorganismeaftedwingen–hetgepostuleerdeeffectiseen
stimuleringvanheteigenreguleringsmechanisme.Deveroorzaaktereactieszijnduidelijkindividueler
inhunaardentempodandereactieopconventionelemedicijnen.Deevaluatievanhetbeloopinde
klinischepraktijkheeftindehomeopathiedaarominduidelijksterkerematebetrekkingopdetotaliteit
vansymptomeneninhetbijzonderopdeveranderingeninhetalgemeenwelbevinden.
Bijdeonderzoekplanningdientdezeafwijkendeevaluatievanhetbeloopnietuithetoogteworden
verloren – deze eis is echter al gauw weer in strijd met methodologisch gebruikelijke, vooraf
vastgelegde,meetmomentenvoordedesbetreffendeprimaireeindpuntenvaneenstudie.10
Menkanechterookanderemanierenvanklinischverloop bedenkenenhoedezeadequaatineen
onderzoekopzetkunnenwordenmeegenomen.11
8
TeutM,LindeK.Scientificcaseresearchincomplementaryandalternativemedicine-areview.ComplementTherMed.
2013Aug;21(4):388–95.
9
WalachH,HäuslerW,LowesT,MussbachD,SchamellU,SpringerW,StritzlG,HaagG.Classicalhomeopathictreatmentof
chronicheadaches.Cephalalgia.1997;17:119–126.
10
Indienhoofdpijnhetprimaireeindpuntis,maarineersteinstantiedestemmingenenergieduidelijkverbeterenbijeen
patiënt,dangeldtdatindepraktijk(enookvanuithetperspectiefvandepatiënt)alseenduidelijkverbetering–maarin
eenstudieniet.
11
Eenstudieoverdebehandelingvanneurodermitisindirectevergelijkingmeteenlopendecortison-behandelingis
voorspelbaarinzijnresultaten:Cortisonwerktsnellerenveelbeterdaneenhomeopathischebehandeling.Patiënten,die
zichondereenhomeopathischebehandelingstellenwegenseenneurodermitis,wetendatook.Datisdusnietdevraag,die
dooreenstudiebeantwoordmoetworden.Veelinteressanterzouindatverbandzijndevergelijkingtusseneen
homeopathischebehandelingeneencortison-therapie,wanneerdiedriewekennahetstoppenvanhetopdatmoment
laatstemiddel(inbeideonderzoeksgroepen)wordtuitgevoerd.
Tochrijsthiereenstemeerdevraag,ofdezesettingookvanuithetperspectiefvandeconventionelegeneeskundeeen
vonAmmonK,KöstersC.Methodologischeproblemenvangerandomiseerdedubbel-blindstudies
inhethomeopathie-onderzoek.2016
30
Ookdezeproblemenzijnoverwegendrelevantvoorchronischeindicatiesenvooracuteaandoeningen
vrijwelteverwaarlozen.
OverigeProblemen
Ookandere,voordehomeopathietypischefenomenenzoalsbeginverergeringof‘symptom-shift’
(centripetale verschuiving van de symptomen) zijn tot dusverre niet bij het ontwerp van
onderzoekstudies resp. de evaluatie in acht genomen. Ook hier is het individuele optreden van
dergelijkefenomeneninstrijdmethetrigidetijdplanvandefollow-up-afspraken,zoalsdievooreen
statistischeevaluatievereistzijn.Maarookdatiseerderrelevantvoorchronischeaandoeningen.
Entanglement-effectenwerdendoorWalachgepostuleerd;bijdeonderzoekplanningzouvoorzover
mogelijkhiermeerekeningmoetenwordengehouden.Totdusverrezijnechternochhetbestaanen
nochdesterktevandergelijkeeffectenvoldoendeonderzochtengetoetst.
Een overeenkomstig onderzoek op het gebied van de conventionele farmacologie zou hierbij
behulpzaam zijn. De vraag, of er hier substantie- of geneesmiddel-specifieke effecten in de
placebogroep optreden (ook bij optimale opslag van de preparaten), is tot dusverre nog niet
onderzocht.Deklinischeervaringspreekteerdertegeneenhogerelevantievanditfenomeen.
Diagnose-overschrijdendemeta-analysesindestriktezinvandedefinitie(‘homogenepopulatie’)zijn
uitfundamenteel-methodologischeoverwegingenechtertwijfelachtig.Dergelijkealomvattendemetaanalyseszoudenalsuitbreidingvaneensystematischereviewzinvolkunnenzijn.
Consequentiesvoorhetklinischehomeopathie-onderzoek
Allereerst zijn veel meer en veel betere gegevens nodig over de dagelijkse praktijk van de
homeopathie. Uit dergelijke gegevens kan informatie gegenereerd worden voor de planning van
onderzoekstudies: zinvolle indicaties, effectgroottes, zinvolle studiegrootte en -duur, maar ook
gegevensoverdetrefkansvanindividuelemiddelen.Hetgemakkelijkstzijndergelijkegegevensuiteen
omvangrijkeenniet-geselecteerdepraktijkregistratieteverkrijgen.
Tot dusverre leek de onderzoekplanning incidenteel te berusten op schattingen en op individuele
klinischeexpertsenhunpersoonlijkeervaring.Decommunicatietussenpraktijkenonderzoekheeft
een overeenkomstig profiel. En tenminste voordat valide gegevens over de dagelijkse praktijk
beschikbaarzijn,zijnuitvoerigepilotfasenindeonderzoekplanningaantebevelen(zieboven).
Deoverhetalgemeentekortschietendetheorievormingvandehomeopathiezouverbeterdmoeten
worden. Maar ook voor bepaalde onderzoeksinstrumenten (overeenkomstig gemodificeerde RCTopzet zoals uitsluiting van non-responders en N=1, zie boven) is er nog enige behoefte aan
verduidelijking.
Op dit moment is het echter niet aan te tonen, dat een dubbelblindstudie, vooral met primaire
blindering,eengeschiktonderzoeksinstrumentisvoorhetonderzoekvandehomeopathischetherapie
bijwillekeurigeindicaties–inhetbijzonderbijchronischeindicaties.
billijkeneerlijkdesignis.
vonAmmonK,KöstersC.Methodologischeproblemenvangerandomiseerdedubbel-blindstudies
inhethomeopathie-onderzoek.2016
31
De terechte, begrijpelijke en ook nog niet definitief opgeloste vraag “welk aandeel hebben
contexteffectenindeklinischewerkzaamheidvandehomeopathie?“kanwederomenkelenalleen
met(adequaatverderuitgewerkte)dubbelblindstudieswordenbeantwoord.
Tegendezeachtergrond,maarooktegendeachtergrondvanhetinmiddelstochweljarenlangeen
nietaltijdwetenschappelijkdebatoverdehomeopathie12–eendebat,datalgeruimetijdookeen
heftigmaatschappelijkdebatisgeworden,wereldwijd–rijstdevraag,ofhetonderzoekzichnietop
hetcentralepuntvanditdebatzoumoetenconcentreren.
Ookdoorscepticienwetenschappelijkecriticiwordtdeklinischewerkzaamheidvandemethodeniet
bestreden.Hetgaaterinditdebatniet(ofinelkgevalnietvoornamelijk)omofeenhomeopathische
behandeling bij deze of die indicatie werkzaam is, maar of deze klinische werkzaamheid terug te
voeren is op een specifiek effect van het gebruikte geneesmiddel en daardoor verklaarbaar is
(plausibiliteitsparadox,zieverdervoetnoot13).Centraalstaanhierperdefinitieinhetbijzonderde
hogepotenties.
Klaarblijkelijk leidde ook het relevante aantal klinische studies, die in de laatste decennia werden
uitgevoerd,niettoteendefinitieveopheldering.13
Mogelijkzoudendebeidehierbijessentiëlevragen“Bijwelkeindicatiesiseenhomeopathische
therapieeffectief?”en“Waaropberustdewerkingvaneenhomeopathischetherapie?“apart
behandeldmoetenworden–endetweedevraagvooraldoorhetontwikkelenvanenkele
therapiemodellen.Descheidingvanverschillendevraagstellingenendeontwikkelingvan
methodologischgeschiktemodellenzijnookvanuitwetenschapstheoretischeoverwegingenzinvol.
BijRCT’sophetgebiedvandeconventionelefarmacologiegaathetomdevraag,ofeenbepaald
geneesmiddelbijeenbepaaldeindicatiewerkzaamis–bijRCT’sophetgebiedvanhethomeopathieonderzoekgaathetomdewerkzaamheidvandemethode,despecifiekewerkingvanhet
geneesmiddelenwerkingsprincipe.
Dezetherapiemodellenzoudendan–doorverschillendeonderzoekers–meerderemalengerepliceerd
moetenworden,idealitermeteenvoorafgedefinieerdaantalreplicaties.
Geziendemethodologischeproblemenwegensindividualiseringeniteratie,zijntherapiemodellen,die
op een gelimiteerd aantal middelen berusten, en die volgens een vast schema voorgeschreven
worden,hiervoorhetmeestgeschikt.Ideaalzijnklinischesituaties,waarbijinderegelhomeopathisch
steeds hetzelfde middel wordt voorgeschreven. En alleen al om deze reden verdienen acute
aandoeningen/toestandenduidelijkdevoorkeur.
Zeereenvoudigemodellen(eenaandoening/eenmiddel)zoudenverderhetvoordeelhebben,datdie
eventueelookdooronderzoekerszonderhomeopathischevoorkenniskunnenwordenonderzochten
gerepliceerd. Een vooraf gedefinieerd aantal replicaties zou ook de opstelling van een
falsificatiecriterium mogelijk maken. Indien de nul-hypothese juist is, zouden de resultaten van
replicatiesdekansdatzeoptoevalberustenbevestigen.
12
In2005heeftTheLancet,eenwetenschappelijkzeergerenommeerdtijdschrift,officieelenineeneditorialvande
uitgever„Heteindevandehomeopathie”verkondigd.
13
„Allerelevantegepubliceerdereviews[…]tonenaan,datdemeerderheidvandebeschikbarestudiespositieveresultaten
heeftopgeleverd(datgeldtookvoorhetwerkvanShangetal.!).Tegelijkertijdstaatbuitenkijf,datbijdemethodologisch
goedestudiespositievestudiesnietzofrequentzijnalsbijdemindergoede.Datbetekentechternatuurlijk,daterook
onderdegoedestudiesweldegelijkpositievezijn.Hetdebatonderdeklinischeonderzoekersgaatdusnietoverdevraag,
oferpositiefbewijsuitplacebogecontroleerdestudieszijn,maarofdezevoldoendezijnalsbewijsvandewerkzaamheid
vandehomeopathiegeziendegeringeplausibiliteitvanuitnatuurwetenschappelijkperspectief.“(Prof.KlausLinde,TU
München,persoonlijkemededeling,2007)
vonAmmonK,KöstersC.Methodologischeproblemenvangerandomiseerdedubbel-blindstudies
inhethomeopathie-onderzoek.2016
32
.
Aan te raden is om modellen te testen in passende pilotstudies, ten minste zolang geen klinische
databaseindevormvaneenniet-geselecteerdepraktijkregistratiebeschikbaaris.
Eenvoudigeenreedsbeproefdemodellenzijnb.v.:
•Behandelingvandiarreebijkinderen(Jacobs)14
•Behandelingvanbeademingspatiëntenmetkaliumdichromaatinhogepotentie(Frass)15
Ookdebehandelingvanhooikoortsmetpollen(Reilly)16isinprincipegeschikt,zijndeeeneenvoudig
isopathie-therapiemodelomdewerkingvangepotentieerdestoffenteonderzoeken.
Buitendezetherapiemodellenenzonderdetherapeutischesettingovermatigtebeïnvloeden,kande
vraagbijwelkeindicatieseenhomeopathischetherapiesuccesvolis,beantwoordwordenopbasisvan
de momenteel beschikbare wetenschappelijke methoden afhankelijk van de indicatie door
epidemiologischestudies,cohortstudies,gerandomiseerdeniet-geblindeerdestudies,maarookdoor
niet-geselecteerdecaseseries.Ditgeldtinhetbijzonderookvoorchronischeaandoeningen.
Toekomstige meta-analyses zouden dan redelijkerwijs overwegend moeten berusten op goed
repliceerbaremodelstudiesenderespectievereplicatie(s)ervan.
14
JacobsJ,JonasWB,Jimenez-PerezM,CrothersD:Homeopathyforchildhooddiarrhea:combinedresultsand
metaanalysisfromthreerandomized,controlledclinicaltrials.PediatrInfectDisJ2003;22(3):229–234.
15
FrassM,DielacherC,LinkeschM,EndlerC,MuchitschI,SchusterE,KayeA.Influenceofpotassiumdichromateon
trachealsecretionsincriticallyillpatients.Chest.2005;127:936–41
16
ReillyD,TaylorM,BeattieN,etal,IsEvidenceforHomoeopathyReproducible?Lancet,December10,1994,344:1601–6.
vonAmmonK,KöstersC.Methodologischeproblemenvangerandomiseerdedubbel-blindstudies
inhethomeopathie-onderzoek.2016
Meta-analysesinhetklinischonderzoekvande
homeopathie
JensBehnke
_________________________________________________________________________________
1Inleiding
HetconceptvanEvidence-Based-Medicine(EBM)gaatervanuitdatdemeestbetrouwbarekennisover
dewerkzaamheidvaneentherapiemethodeverkregenkanwordenmiddelséénofmeerderemetaanalyses van gerandomiseerde, gecontroleerde studies van hoge kwaliteit. Een therapie, waarvoor
binnenditkadergenoegpositievedatavoorhandenzijn,isbewezenalsdehoogstegraadvanbewijs,
Ia,bereiktis.1Dezekrijgtmetbetrekkingtotdevraagofeninwelkemateeenbepaaldemethodein
detherapeutischepraktijkmoetwordentoegepast,deaanbevelingsgraadA,respectievelijkeen“must
-aanbeveling”.2
Omdatdehomeopathiehetonderwerpisvanonophoudelijkecontroversen,beroepenzowelvoor-als
tegenstanderszichvaakopmeta-analysesvandevoorhandenzijndeklinischestudiesomiederspositie
te ondersteunen met argumenten die in overeenstemming zijn met de hoogste wetenschappelijke
standaardvanEBM.Tegendezeachtergrondzalinhetonderstaandeeenpogingwordengedaaneen
overzicht te geven over de belangrijkste meta-analyses van klinisch onderzoek gedaan in de
homeopathie.Allerelevantestudieszullenderevuepasserenenafzonderlijkwordenbesproken,om
op basis hiervan een algehele beoordeling te geven van de stand van het klinisch onderzoek in de
homeopathie,voorzoverdatbinnenhetkadervandezepublicatiesisinbegrepen.Derelevantevraag
hierbij is, of de klinische effecten van de homeopathie placebo-effecten zijn of dat gepotentieerde
geneesmiddeleninstaatzijnspecifiekeeffectenteweegtebrengen.
2.1Kleijnen,KnipschildenterRiet(1991)3
Dezesystematischereviewvandehomeopathie,werdin1991,dusinhetbeginvanhettijdperkvan
EBM, gepubliceerd. De auteurs beginnen hun artikel met te verwijzen naar de vaak voorkomende
bewering, dat de homeopathie ten eerste ongeloofwaardig en ten tweede niet met moderne
methoden (gecontroleerde studies) onderzocht is. Kleijnen, Knipschild en ter Riet vonden 105
bruikbare studies, die zij in hun analyse betrokken. Daarvan onderzochten 14 de klassieke
homeopathiemetindividuelegeneesmiddelkeus,58studieswaarbijtelkenséénenkelmiddelwerd
voorgeschrevenopgrondvandeklinischediagnose(beproefdeindicatie),26studiesgingenoverhet
voorschrijven van complexpreparaten en 16 van isopathie. De studies werden volgens een eigen
methodeophunkwaliteitbeoordeeldenvanpuntenvoorzien,waarbijdeuitkomstenaandehandvan
de gegeven puntenwaardering afzonderlijk werden gewogen en zo in de eindanalyse werden
opgenomen.81studieswezenopeeneffectiviteitvandehomeopathiegroterdanplacebo-effecten,
1
Vgl.Cochrane(2014)
Vgl.HarbourenMiller(2001)
3
Kleijnen,KnipschildenterRiet(1991)
2
BehnkeJ.Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie.2016
34
waaronder het merendeel van de studies, die qua randomisering, blindering, patiëntenaantal en
vergelijkbaremethodologischecriteriaalskwalitatiefhoogwaardigwerdeningedeeld(15vande22).
Kleijnen, Knipschild en ter Riet (1991) merken weliswaar kritisch op dat er veel studies van lagere
kwaliteitwaren,maarstellentegelijkertijdvastdatdetrendtengunstevandehomeopathiezowelbij
diestudiesmeteenontwerpdataanalleeisenvoldoetalsbijdemethodologischzwakkerestudieste
vindenzouzijn.
Deauteurskomentotdevolgendeconclusie:
“Atthemomenttheevidenceofclinicaltrialsispositivebutnotsufficienttodrawdefinitiveconclusions
becausemosttrialsareoflowmethodologicalqualityandbecauseoftheunknownroleofpublication
bias.Thisindicatesthatthereisalegitimatecaseforfurtherevaluationofhomeopathy,butonlyby
meansofwellperformedtrials.”4
(“Opditmomentishetbewijsverkregenmetklinischonderzoekpositiefmaarnietvoldoendeomdefinitieveconclusieste
trekken,omdatdemeesteonderzoekenvanlagemethodologischekwaliteitzijnenvanwegedeonbekenderoldiepublicatiebiasspeelt.Datwijsteropdatverdereevaluatievandehomeopathiegerechtvaardigdis,maaralleendoormiddelvangoed
uitgevoerdeonderzoeken.”)
2.2Lindeetal.(1997)5
Met de vraagstelling of de klinische werkzaamheid van de homeopathie enkel door een placeboeffecten te verklaren is, voerden Linde et al. (1997) een in het gerenommeerde vaktijdschrift ”The
Lancet” gepubliceerde meta-analyse uit van alle placebo-gecontroleerde, gerandomiseerde en/of
dubbelblindeklinischestudiesindehomeopathie.Vande119gevondenstudiesbevatten89genoeg
dataomindemeta-analyseopgenomenteworden.DezesubgroepwerddoorLindeetal.beoordeeld
ophunmethodologischekwaliteitdoormiddelvaneeneigenbeoordelingsmethode.Debeoordeling
werd uitgevoerd door twee onafhankelijke experts en de resultaten hiervan werden met elkaar
vergeleken. Bij de beoordeling werd een hoge mate van overeenstemming bereikt [inter-raterreliability (betrouwbaarheid tussen beoordelaars) k=0,76]. De gemiddelde kwaliteit van de
geanalyseerdestudies(n=89)bedroegwatbetreftrandomisering,dubbelblindering,aanpakvanuitval
van proefpersonen en dergelijke, 52% van de maximale waarde op een algemeen aanvaarde
beoordelingsschaalvandekwaliteitvanklinischestudies(Jadad-score)
In de analyse werden 13 studies opgenomen naar individuele homeopathie met enkelvoudige
middelkeus (klassieke homeopathie), 49 onderzochten de voorschriften gekozen op de klinische
diagnose, 20 studies betroffen homeopathische complexmiddelen en 7 isopathie. 22% van de
opgenomenstudiesonderzochtenmiddelhogepotenties(naardedefinitievanLindeetal.D9–D23
resp.C5–C11)en37%hogepotenties(bovendeD23resp.C11,eveneensvolgensLindeetal.)waarbij
beidegroepenvolgensdeauteurstheoretischteweinigmoleculenvandeuitgangsstofbevattenom
opwelkemanierdanookeenfarmacologischewerkingtehebben(geschattetotaleconcentratieper
patiëntminderdan10-13mol/l).
Voorde89studies,dieindemeta-analysewarenopgenomen,kwameensignificantbeterewerking
van de homeopathie ten opzichte van placebo naar voren (gemiddelde odds ratio 2,45; 95%
betrouwbaarheidsinterval2,05–2,93).Voorde26onderzoekendiemethodologischalshoogwaardig
4
5
Kleijnen,KnipschildenterRiet(1991)
Lindeetal.(1997)
BehnkeJ.Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie.2016
35
werdenaangemerkt,berekendenLindeetal.eengeringeremaaraltijdnogsignificantewerkzaamheid
tenopzichtevanplacebo(oddsratio1,66;95%betrouwbaarheidsinterval1,33–3,75).Ditresultaat
hieldstandnaverschillendesensitiviteitsanalyses(b.v.slechtsdekwalitatiefbestestudiesmetvooraf
gedefinieerdetebereikenparameters,dieindeMEDLINE-databankstaan,n=5;oddsratio1,97;95%
betrouwbaarheidsinterval1,04–3,75).Ookeencorrectievanderesultatendieopgrondvanmogelijke
fouten,zoalsdiedoorselectieverapportage(publicatie-bias)kondenzijnontstaan,dedendepositieve
effectenvandehomeopathienietverdwijnen.Metbetrekkingtotdebeginvraagvandemeta-analyse
constaterendeonderzoekerstenslotte:
“The results of ourmeta-analysis are not compatible with the hypothesis that the clinical effects of
homeopathy are completely due to placebo. However, we found insufficient evidence from these
studies that homeopathy is clearly efficacious for any single clinical condition. Further research on
homeopathyiswar-rantedprovidedifitisrigorousandsystematic”
(“Deresultatenvanonzemeta-analysezijnnietverenigbaarmetdehypothesedatdeklinischeeffectenvandehomeopathie
geheel toe te schrijven zijn aan placebowerking. Echter, we vonden onvoldoende bewijs in de studies dat homeopathie
duidelijkwerkzaamisbijenigeklinischeaandoeningopzich.Verderonderzoeknaardehomeopathieisgerechtvaardigdindien
hetvangoedekwaliteitensystematiekis.”)
Dekritiekopdezemeta-analyserichttezichvoornamelijkopdekwaliteitvandeopgenomenstudies,
dieLindeetal.(1997)meteeneigensysteembeoordeeldendienovereenkomstigindeeindanalyse
meegenomenhadden.Alsreactiehieropdeeldendeauteurshetmateriaalnogmaalsinenmaakten
ze subgroepen afhankelijk van de Jadad-score, die de studies behaalden. Op deze manier
introduceerden ze een externe beoordelingsmaatstaf 6. Deze her-analyse gaf als resultaat dat de
superioriteitvanhomeopathiebovenplacebotendeleafnamalsstudiesvanhogerekwaliteitbekeken
werdenzonderechtergeheelteverdwijnenenzonderdatdezecorrelatielineairzouzijn:de10studies
metdehoogsteJadad-scorevan5lieteneengrotereffectzienvandehomeopathischebehandeling
dande19studiesmeteenJadad-scorevan3ende11studiesdie4puntenkregen.Alseindconclusie
bleek dat homeopathie in elk van de zes op grond van de Jadad-score gevormde subgroepen, de
placebobehandelingsignificantovertrof,waarmeehetargumentwerdontkrachtdatheteffectvande
homeopathischebehandelingdestegeringerzouwordennaarmatedestudie-opzethoogwaardiger
was.
2.3Cucheratetal.(2000)7
DezesystematischereviewwerdalsonderdeelvaneenrapportaanhetEuropeesparlementgemaakt.
De auteurs verrichtten een systematisch literatuuronderzoek en betrokken hierbij farmaceutische
firma’somgerandomiseerdeplacebogecontroleerdestudiesoverhomeopathietevinden.
Er werden alleen onderzoeken meegeteld waarbij potenties boven de C3 gebruikt werden,
respectievelijk preparaten die de fabrikant van het label “homeopathisch” voorziet. Ontbrekende
blindering werd niet als uitsluitcriterium gehanteerd. Alleen studies die een van tevoren helder
gedefinieerdeindpunthadden,werdeninaanmerkinggenomen.Voordebeoordelingvandekwaliteit
vandestudieswerdentweeexpertsaangetrokken,dieinhetgevalvanuiteenlopendeevaluatiesdoor
een derde expert ondersteund werden. Als statistische methode voor de meta-analyse werd de
vaststelling van de gemiddelde significantie waarde (p- waarde) gekozen, omdat de geïncludeerde
6
7
Lindeetal.(1999)
Cucheratetal.(2000)
BehnkeJ.Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie.2016
36
studies met betrekking tot de behandelde ziektebeelden, voorschrijfmethoden en doelcriteria zeer
heterogeen waren. Een gecombineerde p-waarde kleiner dan 0,05 betekent in dit geval, dat de
nulhypotheseonjuistisendehomeopathischebehandelingzichdaarmeesignificantonderscheidtvan
eenplacebo.
Vande118gevondenstudieswerden16opgenomenindemeta-analyse,omdatdeoverigestudies
naardemeningvandeauteursófgeenvantevorenheldergedefinieerdprimaireindpunthadden(92,9
%), en/óf methodisch te kort schoten. Een van deze 16 studies bevatte in totaal drie groepen
proefpersonen (standaardbehandeling, homeopathie en placebo) zodat in totaal 17 vergelijkingen
homeopathieversuscontrolegroepgetoetstwerden.11vandeze17studieresultaten(65%)leverden
eenresultaattengunstevandehomeopathieop,indriewareneraanwijzingenvoorsuperioriteitvan
hetplacebo,metwaardenonderhetsignificantieniveau.Alstotaalresultaatvandeanalysevanalle
studies,dievoldedenaandein-enuitsluitingscriteriavanhunonderzoek,presenteerdenCucheratet
al. aldus een hoog significante gemiddelde p-waarde van 0,000036, die een duidelijke werking
aantoont van homeopathie boven placebo-effecten. De auteurs sluiten een vertekening van dit
resultaatdooreenpublicatie-biasuit,omdatervolgenshunberekeningen155fictievestudiesmeteen
negatief resultaat respectievelijk niet-significante uitkomst nodig zouden zijn geweest om de
gecombineerde p-waarde van hun meta-analyse boven de 0,05 te tillen. Weliswaar bleek uit een
subgroep-analysedathetsignificantieniveaunietbereiktwordtbijeenanalysevanalleendiestudies,
dieeenuitvalspercentage(drop-out)vanminderdan5%latenzien(n=5),(p=0,082).Cucheratetal.
constaterenopgrondvandezevaststelling:
“Thereissomeevidencethathomeopathictreatmentsaremoreeffectivethanplacebo;however,the
strengthofthisevidenceislowbecauseofthelowmethodologicalqualityofthetrials.Studiesofhigh
methodologicalqualityweremorelikelytobenegativethanthelowerqualitystudies.”8
(“Erisenigbewijsdathomeopathischebehandelingeneffectieverzijndanplacebo;echter,dekrachtvanhetbewijsisgering
vanwegedelagemethodologischekwaliteitvandeonderzoeken.Studiesvanhogemethodologischekwaliteitblekeneerder
negatiefdandievanstudiesmeteenlagekwaliteit.”)8
Deze voorzichtige globale waardering berust op de definitie van “methodologische kwaliteit”
(methodologicalquality)dieinditgevalingrotematesteuntophetaantal“drop-outs”.Hetgebruik
hiervanalsstandaardvoordekwaliteitvandestudies,isechteraanvechtbaar.Wantbeslissendvoor
de betrouwbaarheid van het resultaat van een studie is niet primair het aantal patiënten dat de
behandeling voortijdig afbreekt, maar eerder het totale aantal gevallen, de correcte randomisering
van de proefpersonen in de onderzoeksgroepen, de blindering van patiënten en bij het onderzoek
betrokken artsen etc. Maar ook met betrekking tot het uitvalspercentage is voornamelijk de
statistische methode die toegepast wordt om het hierdoor ontstane data-verlies te compenseren,
relevantvoordekwaliteitvandestudie.9Hiervoorbestaanverschillendeingangen,omomtegaan
met een “drop-out ratio” van duidelijk meer dan 5 % .10 De overeenkomstige methoden zijn in de
praktijk van de epidemiologie gebruikelijk en het door Cucherat et al. gekozen criterium om de
kwaliteitvandestudietebepaleninhetkadervanhunmeta-analyse,inclusiefdehieruitafgeleide
beperking van de conclusie van hun meta-analyse, is daarom uit methodologisch oogpunt zeer
ongebruikelijk.
8
Cucheratetal.(2000)
VglSakpal(2010)
10
VglEMA(2010)
9
BehnkeJ.Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie.2016
37
2.4Shangetal.(2005)11
Deze in het gerenommeerde vaktijdschrift “The Lancet” gepubliceerde studie heeft van alle
wetenschappelijkestudiesoverhomeopathieweldemeesteweerklankindemediagevonden.
Deredactievan“TheLancet”voorzaghetartikelvaneeneditorialdat“heteindevandehomeopathie”
12
verkondigde.
Shang et al. (2005) baseerde zich op vrijwel dezelfde gegevensverzameling als destijds Linde et al.
(1997),bijdeeindanalysewerdenechterslechts8vandeaanvankelijk110onderzochteonderzoeken
meegenomen.Deze8studieswerdenalsgrootstenuitgekozenuiteenpoolvaneerst21,dieeenhoge
methodische kwaliteit lieten zien. De gecombineerde odds ratio van deze homeopathie studies
bedroeg0,88(95%betrouwbaarheidsinterval0,65-1,19).Tervergelijkingkozendeauteurseerst110
studies uit het veld van de reguliere geneeskunde uit een Cochrane-databank, waarvan 6 in de
eindanalyse opgenomen kwalitatief gedegen studies, een gecombineerde odds ratio van 0,58 (95%
betrouwbaarheidsinterval0,39-0,85)lietenzien.Shangetal.concludeerden:
“Biasesarepresentinplacebocontrolledtrialsofbothhomeopathyandconventionalmedicine.When
accountwastakenforthesebiasesintheanalysis,therewasweakevidenceforaspecificeffectof
homoeopathic remedies, but strong evidence for specific effects of conventional interventions. This
findingiscompatiblewiththenotionthattheclinicaleffectsofhomeopathyareplaceboeffects”13
(“Biaseszijnaanwezigbijdeplacebo-gecontroleerdeonderzoekenindehomeopathieevenalsbijderegulieregeneeskunde.
Als er rekening werd gehouden met deze biases in de analyse, was er een zwak bewijs voor een specifieke werking van
homeopathischegeneesmiddelen,maareensterkbewijsvoorspecifiekeeffectenvanconventioneleinterventies.Ditresultaat
komtovereenmetdebeweringdatdeeffectenvanhomeopathieplacebo-effectenzijn”13)
Deze meta-analyse werd door diverse auteurs van kritisch commentaar voorzien, waarin ze op
verscheidenesignificantezwakhedenvandestudiewerkwezen:
Fisher 14 klaagt over de niet-transparante keus van de studies, in zoverre dat de oorspronkelijke
publicatievanShangetal.(2005)geenaanwijzingenbevatteoverwelke8studiesuiteindelijkgetoetst
werden.
Dit punt vormt een opvallende afwijking van de wetenschappelijke standaard voor meta-analysen,
zoals die in de QUOROM-richtlijnen zijn vastgelegd15. Deze richtlijn vereist o.a. dat alle voor een
onderzoek bekeken studies, zowel de uiteindelijk getoetste als de van de eindanalyse uitgesloten
studies samen met de criteria van dit selectieproces gedetailleerd worden beschreven, opdat de
resultatenvaneenmeta-analysealsookdewegwaarlangsmentotdezeresultatenkomt,natetrekken
zijn. Hoewel deze procedure voor elke wetenschappelijke publicatie vanzelfsprekend is, is volgens
Fishereennauwgezetvasthoudenaandezestandaardvereist,vooralbijstudies,dieverstrekkende,
definitieveeindoordelenbevatten,zoalsbijdestudievanShangetal.(2005)hetgevalis.
BovendientwijfeltFishereraanofde110studiesdiebetrekkinghebbenopderegulieregeneeskunde
welvergelekenkunnenwordenmetdiestudiesdieoverdehomeopathiegaan.Dezelaatstenzijnin
doorsnee van duidelijk hogere kwaliteit geweest, waardoor de waarschijnlijkheid van een positief
11
Shangetal(2005)
Thelancet(2005)
13
Shangetal.(2005)
14
Fisher(2006)
15
Moher(1999)
12
BehnkeJ.Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie.2016
38
resultaat afneemt. Daarnaast hebben Shang et al. verzuimd sensitiviteitsanalyses uit te voeren, op
grondwaarvanmenhadkunnenzieninhoeverrehetnegatieveresultaatafhangtvandekeuzevande
studies16.EenzelfdemeningzijnRuttenenStolper(2008)toegedaan.
“Re-analysis of Shang’s post-publication data did not support the conclusion that homeopathy is a
placeboeffect.Theconclusionthathomeopathyisandthatconventionalisnotplaceboeffectwasnot
based on comparative analysis and not justified because of heterogeneity and lack of sensitivity
analysis”17
(“HeranalysevandedatavanShangnadepublicatiegeeftgeensteunaandeconclusiedathomeopathieeenplacebo-effect
is.Deconclusiedathomeopathieplaceboisenconventionelegeneeskundenietwas nietgebaseerdopeenvergelijkendeanalyseennietgerechtvaardigdvanwegeheterogeniteitenhetontbrekenvaneensensitiviteitsanalyse”)
Een dergelijke uitvoerige sensitiviteits-analyse leverden daarom Lüdtke en Rutten (2008), nadat
bekendgewordenwaswelke8studiestothetgepresenteerderesultaatgeleidhadden.Hetbleekdat
de beoordeling van de 21 kwalitatief gedegen studies uit de groep van Shang et al. (2005) een
significante superioriteit van homeopathie ten opzichte van een placebo aantoont. Het negatieve
resultaatdatdeauteursalseindconclusiepresenteren,hangtvoornamelijkafvanéénenkelegrote
studie,diedewerkzaamheidvaneenhomeopathischmiddelterpreventievanspierpijnonderzoekt.18
Eenverderzwakpuntvandemeta-analysevanShangetal.isdeheterogeniteitvandeslechtsenkele
uitgekozenstudiesinsamenhangmetdealgemeneconclusie,dieuitdezestudieswerdafgeleid.
De auteurs hebben onderzoeken naar de werkzaamheid van gepotentieerde geneesmiddelen ter
preventievanverkoudheden,voordebehandelingvanwratten,terpreventievanspierpijnenvoorde
behandelingvanmigraine,diarreebijkinderenalsookzwarehersenletselswaarvansteedsslechtséén
studie bestond gezamenlijk geëvalueerd. Dit is een methode, waarbij men de mogelijkheid in
aanmerkingmoetnemendathomeopathieeenwerkzametherapieisvoorbepaaldeindicaties,maar
voor andere niet. Zou men in de reguliere geneeskunde 3 duidelijk negatieve studies over de
behandelingmetbepaaldegeneesmiddelenvankanker,weke-delen-trauma’senreumacombineren
meteenzwakpositieve-studieoverbehandelingvanhoofdpijnmetaspirineinhetkadervaneenmetaanalyse,danzoudenegatieveuitkomstdaarvantocheigenlijknietgeschiktzijnomtotdeconclusiete
komendatalleconventionelefarmacologischeinterventiesnietwerkzaamzijn.
BijveelvandenaarvorengebrachtekritiekpuntenslootzichookLindeaan,deauteurvandeeerste
grotemeta-analyseoverdehomeopathie,wiensonderzoekeveneensindeLancetgepubliceerdwas,
evenalsookandereexpertsophetgebiedvanhetonderzoeknaarcomplementairegeneeskunde.19
AlsconclusiemoetvastgesteldwordendatdestudievanShangencollegaeduidelijkemethodische
zwakhedenvertoontendathuneindconclusieopeenrelatiefkleinaantalstudiesisgebaseerd,dieop
basisvantwijfelachtigegezichtspuntenzijnuitgekozen.
2.5Mathieetal(2014)
De nieuwste meta-analyse over homeopathie van Mathie en collega’s is uit 2014. In dit onderzoek
werden uitsluitend studies opgenomen, waarvan de therapievorm viel binnen de categorie
16
VglFisher(2006)
RuttenundStolper(2008)
18
Vickersetal.(1998)
19
VglLindeenJonas(2005)alsookBelletal.(2005)
17
BehnkeJ.Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie.2016
39
“geïndividualiseerde homeopathie”. Achtergrond van deze werkwijze is dat de auteurs van de
veronderstellinguitgaandathetvoorschrijvenvangepotentieerdegeneesmiddelennietnoodzakelijk
voldoendealscriteriumkangelden,dusdatwemetéénenkelecoherentebehandelmethodetemaken
hebben.Klinischehomeopathie,complexmiddelhomeopathie,isopathiee.d.onderscheidenzichten
minsteinzoverrevandegeïndividualiseerdeaanpakvandeklassiekehomeopathie,datbijdelaatste
methode geregeld een duidelijk veel langere anamnese tijd vereist is. Dit punt zou een belangrijk
onderscheidkunnenverklareninbetrekkingtotdeoverigevoorschrijfmethoden.
Mathieetal.beginnenzichhiermeeteverwijderenvanhetconceptvandeglobalemeta-analyse,die
de vraag probeert te beantwoorden of elke methode, diebinnen het verzamelbegrip homeopathie
valt,werkzaamis.Dezemethodegeeftdemogelijkheideenmeergedifferentieerdebliktekrijgenop
eendeelvande aanwezigedatadanenigeerdergedanestudies,hoewelookLinde et al. (1997)al
analyses uitvoerden van subgroepen, die betrekking hebben op verschillende manieren van
voorschrijvenvangepotentieerdegeneesmiddelen.
Echter niet alleen de beperking tot 32 studies, die geïndividualiseerde homeopathie onderzoeken,
kenmerktdemeta-analysevanMathieetal.Ooknieuwisdemethodevankwaliteitsbeoordelingvan
elke studie apart, door het geven van een waardering aan een biasrisico gebruikmakend van een
instrumentvandeCochraneCollaboration,20.Demethodischestandaardenhiervanbehorentotde
“state of the art” van de EBM, vooral wat betreft systematische reviews en meta-analyses, zodat
Mathieetal.methunmethodemethodologischzeerbijdetijdzijn.
Van de 32 geïncludeerde studies gaven 22 voldoende data om in de eindanalyse opgenomen te
worden.Dezestudiesleverdeneensignificantpositieveuitkomsttengunstevandehomeopathie(OR
1,53;betrouwbaarheidsinterval95%1,22–1,91).Debeoordelingvanhetgevondenstudiemateriaal
met betrekking tot de 7 aspecten (domeinen) van de methodologische kwaliteit, (blindering,
randomisering,selectieverapportageetc.)volgensdeCochrane-criteria,leiddebijMathieetal.(2014)
erechtertoedatslechts3studiesalsbetrouwbaargeclassificeerdkondenworden.Degecombineerde
oddsratiovandezepublicatieslagmet1,98(95%betrouwbaarheidsinterval1,16–3,38)weliswaar
hogerdanhetgemiddelde,maardedatabaseisdooruitsluitingvaneengrootdeelvanhetgevonden
materiaalzokleindatdeauteursvaststellen:
“Thoughourconclusionscanbemademostsecurelyfromthreetrialswithreliableevidence,thissubsetofstudiesistoosmalltoenableadecisiveanswertoourhypothesis.”21
“Hoewelonzeconclusiesmetdegrootstezekerheidgetrokkenkunnenwordenuitde3studiesmetbetrouwbaarbewijs,is
dezesubgroeptekleinomeendefinitiefantwoordtegevenoponzetetestenhypothese.”
Devoornaamsteuitkomstenvandemeta-analysevanMathieetal.komenvolgenshuninschatting
overeen met die van vergelijkbare eerdere studies: er kunnen (kleine) specifieke effecten van de
homeopathische behandeling worden geïdentificeerd. Deze zijn robuust voor zover sensitiviteitsanalyses van verschillende subgroepen van de geanalyseerde studies vergelijkbaar sterke effecten
laten zien. De kwaliteit van het gevonden bewijs wordt in zijn geheel als klein of onduidelijk
aangemerkt,zodatgeendefinitieveconclusiesmogelijkzoudenzijn.Alsgevolghiervanzijnermeer
20
21
HigginsenAltman(2011)
Mathieetal.(2014)
BehnkeJ.Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie.2016
40
RCT’svanhogekwaliteitindegeïndividualiseerdehomeopathievereistombetrouwbareuitsprakente
kunnendoen.22
3.Slot
Alsalletotophedengepubliceerdemaatgevendemeta-analysesoverhomeopathieinogenschouw
wordengenomen,blijktdaterinviervandevijfgevalleneentendensgezienwordtnaareenspecifieke
werkzaamheid van gepotentieerde geneesmiddelen boven placebo. Het eindresultaat valt telkens
slechtsdannegatiefuit(homeopathieversusplacebo)alshetgrootstedeelvandevoorhandenzijnde
gegevens(90-95%)23vandebeoordelingwordtuitgeslotenen/oferdubieuzestatistischemethodes
worden toegepast. Hierbij worden telkens maatregelen getroffen die niet met de gebruikelijke
wetenschappelijke standaarden overeenkomen. Tenminste voor zover de beoogde toename van
betrouwbaarheid door het uitsluiten van studies met bepaalde kenmerken niet in passende
verhoudingstaattotdedaaruitvoortvloeiendeverkleiningvandedatabase(bijvoorbeeld:drop-out
rate<10%=9studiestenopzichtevandrop-outrate<5%=5studies)24
Een uitzondering hierop vormt de laatste studie van Mathie et al. (2014): Bij deze studie wordt
eveneenseengrootdeelvandevoorafgevondendataals(relatief)onbetrouwbaarbeoordeeld.De
auteursbaserenzichhierbijechteropaanvaardestandaardproceduresenhunstudieleverteenvoor
dehomeopathiepositiefresultaatop.Deenigestudiedietotheteindresultaatleidt,datdeklinische
effecten van de homeopathie geheel door placebowerking te verklaren zouden zijn25, laat vanuit
methodologischestandpuntaanzienlijkegebrekenzien.
Bij het onderzoek naar de homeopathie schijnt de beoordeling van de data op grond van de
onverenigbaarheid met bepaalde vooringenomen theoretische opvattingen, een belangrijke rol te
spelen. Dit verschijnsel wordt in de wetenschapstheorie “plausibiliteits-bias” (plausibility bias)
genoemd.26Hahn(2013)analyseertbijvoorbeelddein-enuitsluitingscriteriavoorstudiesinhetkader
vanmeta-analysesoverhomeopathie,waarbijeennegatieveofneutraletendensheerstentoonto.a.
aandehandvanstatistischeoverwegingenaan,datzijwaarschijnlijkachterafgeformuleerdwerden.
Hij vermoedt dat deze methodologische procedure ideologisch gemotiveerd is, hetgeen volledig in
tegenspraakzouzijnmetdewetenschappelijkeeisenvanEBM.
De auteurs van de besproken publicaties zijn het er in meer of mindere mate over eens, dat het
beschikbarebewijsgeendefinitieveslotconclusiesmogelijkmaaktbetreffendedewerkzaamheidvan
gepotentieerde geneesmiddelen bij afzonderlijke ziektebeelden. Want het ontbreekt aan
onafhankelijke replicaties van gedegen, gerandomiseerde, placebogecontroleerde dubbelblindstudiesbijeenendezelfdeindicatie.
Dezevaststellinggeeft,insamenhangmetandereoverwegingen,mogelijkerwijseenrichtingaanvoor
detoekomstvanhetonderzoekindehomeopathie:Vanuitditperspectiefzoueenevaluatievande
beschikbaredatazinvolzijnvanuithetstandpuntvandemodelvaliditeit,alsookdehieruitvolgende
planningvannieuweopelkaarafgestemdestudies.Deweghiernaartoezouonskunnenvoerenviahet
22
Ibid.
VglHahn(2013)
24
VglCucheratetal.(2000)
25
Shangetal.(2005)
26
Ruttenetal.(2013)
23
BehnkeJ.Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie.2016
41
uitvoeren van meta-analyses die, gedifferentieerder dan tot nu toe, afzonderlijke methoden van
voorschrijvenen/ofbovenalindicatiesvoordehomeopathischebehandelinginogenschouwnemen.
Nieuwe inzichten zouden bovendien overzichtsstudies kunnen bieden, die het tot dusver buiten
beschouwinggelatenmateriaalmeenemen,zoalsbijvoorbeeldobservationelestudies,endieopbasis
hiervaneenmeeromvattendbeeldzoudenkunnengevenvanhetbewijsvoordewerkzaamheidvan
dehomeopathie.
Referenties
BellI.R.,BelonP.,Bolognani,F.etal.(2005):LettertotheEditor:AretheClinicalEffectsofHomeopathyPlaceboEffects?In:
TheLancet,366,2082.
Das Deutsche Cochrane Zentrum (2014): Von der Evidenz zur Empfehlung (Klassifikationssysteme).
http://www.cochrane.de/de/evidenz-empfehlung
Cucherat,M.,Haugh,M.C.,Gooch,M.&Boissel,J.P.(2000):EvidenceofClinicalEfficacyofHomeopathy.AMeta-Analysisof
ClinicalTrials.HMRAG.HomeopathicMedicinesResearchAdvisoryGroup.In:EuropeanJournalofClinicalPharmacology,56
(1),27–33.
Egger,M.,Smith,G.D.,Schneider,M.&Minder,C.(1997).BiasinMeta-AnalysisDetectedbyaSimple,GraphicalTest.In:
BritishMedicalJournal,15(7109),624–634.
EuropeanMedicinesAgency(2010):GuidelineonMissingDatainConfirmatoryClinicalTrials.EMA/CPMP/EWP/1776/99Rev.
1. [http://www.ema.europa.eu/docs/en_GB/document_library/Scientific_guideline/2010/09/WC500096793.pdf; bezocht
op17.12.2015]
Ernst,E.&Pittler,M.H.(2000):Re-AnalysisofPreviousMeta-AnalysisofClinicalTrialsofHomeopathy.In:JournalofClinical
Epidemiology,53(11),1188.
Evidence Based Medicine Working Group (1992): Evidence-Based Medicine: A New Approach to Teaching the Practice of
Medicine.In:JournaloftheAmericanMedicalAssociation,286,2420-2425.
Fisher,P.(2006):HomeopathyandTheLancet.In:EvidenceBasedComplementaryandAlternativeMedicine,3(1),145–147.
Hahn,R.G.(2013):Homeopathy:Meta-AnalysesofPooledClinicalData.In:ForschendeKomplementärmedizin,20(5),376–
381.
Higgins,J.P.T.,Altman,D.G.(2011):Chapter8:Assessingriskofbiasinincludedstudies.In:CochraneHandbookforSystematic
ReviewsofInterventions,Version5.1.0.Editedby:Higgins,J.P.T.&Green,S.TheCochraneCollaboration,2011.
Kleijnen,J.,Knipschild,P.,terRiet,G.(1991):ClinicalTrialsofHomoeopathy.In:BritishMedicalJournal,302(6772),316–323.
Linde,K.&Jonas,W.(2006):AretheClinicalEffectsofHomoeopathyPlaceboEffects?In:TheLancet,366(9503),2081–2082.
Linde,K.&Melchart,D.(1998):RandomizedControlledTrialsinIndividualizedHomeopathy:AState-of-the-ArtReview.In:
JournalofAlternativeandComplementaryMedicine,4,371–388.
Linde, K., Clausius, N., Ramirez, G., Melchart, D., Eitel, F., Hedges, L.V. & Jonas, W.B. (1997): Are the Clinical Effects of
HomoeopathyPlaceboEffects?AMeta-AnalysisofPlacebo-ControlledTrials.In:TheLancet,350(9081),834–843.
Linde,K.,Scholz,M.,Ramirez,G.,Clausius,N.,Melchart,D.&Jonas,W.B.(1999):ImpactofStudyQualityonOutcomein
Placebo-ControlledTrialsofHomeopathy.In:JournalofClinicalEpidemiology,52,631–636.
Lüdtke,R.&RuttenA.L.(2008):TheConclusionsontheEffectivenessofHomeopathyHighlyDependontheSetofAnalyzed
Trials.In:JournalofClinicalEpidemiology,61(12),1197–204.
Mathie,R.T.,Lloyd,S.M.,Legg,L.A.,Clausen,J.,Moss,S.,Davidson,J.R.T.,Ford,I.(2014):Randomisedplacebo-controlled
trials of individualised homeopathic treatment: Systematic review and meta-analysis. Systematic Reviews 2014, 3:142
doi:10.1186/2046-4053-3-142
BehnkeJ.Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie.2016
42
MoherD.,Cook,D.J.,Eastwood,S.,Olkin,I.,Rennie,D.&Stroup,D.F.(QUOROMGroup)(1999):ImprovingtheQualityof
ReportsofMeta-AnalysesofRandomisedControlledTrials:TheQUOROMStatement.In:TheLancet,354,1896–1900.
Peters,D.(2005):Shangetal.Carelessness,Collusion,orConspiracy?In:JournalofAlternativeComplementaryMedicine,11
(5),779–780.
Rutten, L., Mathie, R.T., Fisher, P., Goossens, M. & Wassenhoven, M. van (2013): Plausibility and Evidence: The Case of
Homeopathy.In:Medicine,HealthCareandPhilosophy,16(3),525–532.
Rutten,A.L.B.&Stolper,C.F(2008):The2005Meta-AnalysisofHomeopathy:TheImportanceofPost-publicationData.In:
Homeopathy,97(4),169–177.
Sakpal,T.V.(2010):SampleSizeEstimationinClinicalTrial.PerspectivesonClinicalResearch,1(2):67–69.Shang,A.etal.
(2005):AretheClinicalEffectsofHomoeopathyPlaceboEffects?ComparativeStudyofPlacebo-
controlledTrialsofHomoeopathyandAllopathy.In:TheLancet,366(9487),726–732.
TheLancet(2005):TheEndofHomoeopathy.In:TheLancet366(9487),690.
Vickers,A.J.,Fisher,P.,Smith,C.,Wyllie,S.E.&Rees,R.(1998):HomeopathicArnica30xIsIneffectiveforMuscleSoreness
AfterLong-distanceRunning:ARandomized,Double-blind,Placebo-controlledTrial.In:TheClinicalJournalofPain,14(3),
227–231.
BehnkeJ.Meta-analysesinhetklinischonderzoekvandehomeopathie.2016
Standvanhetfundamenteelonderzoekinde
homeopathie
StephanBaumgartner
_________________________________________________________________________________
De homeopathie is gebaseerd op drie pijlers: de geneesmiddelproeven bij gezonde mensen, het
similia-principeenhetpotentiëringsproces.Hetfundamenteelonderzoekindehomeopathiehoudt
zichbezigmethetwetenschappelijkbewijshetsimilia-principeendepotentiëringalsfarmaceutische
proces.
Dekritiekopdehomeopathieconcentreertzichindeeersteplaatsopdepotentiëring,omdatervanuit
natuurwetenschappelijk-farmaceutisch perspectief diverse argumenten zijn, die de zin van deze
procesintwijfeltrekken.Totdezeargumentenbehoreno.a.:
• Hetgehalteaanwerkzamestoffenneemtbijhetpotentiëreninfeiteexponentieelaf.Voor
eenvoudigeanorganischeverbindingen(zoalsb.v.calcium,natrium,siliciumenveleandere)
kunnenvanafdeubiquitariteitsgrens(ppm-ppbafhankelijkvanhetgebruiktemateriaal)geen
diepereverdunningengemaaktworden,watindepraktijkongeveerovereenkomtmetD6–
D9.Voorextractenuitplantenendierendientmenervanuittegaan,datvanafeenpotentie,
diewatbetreftzijnverdunningsgraadovereenkomtmethetomgekeerdegetalvanAvogadro
(ca.D24),dewaarschijnlijkheidsnelnaarnulgaatooknogmaareenenkelmolecuulvande
uitgangsstofinhetgepotentieerdegeneesmiddelterugtevinden.Omdezeredenwordteen
specifiekegeneesmiddelwerkingvangepotentieerdepreparateninhogerepotentiesintwijfel
getrokken.
• Bij lagere potenties (tot ca. D6/D9) kan het materiële gehalte van de nominaal verwachte
concentratieduidelijkafwijken,ditbijvoorbeeldalsgevolgvaneengeringereoplosbaarheidin
water (b.v. bij metalen) of als gevolg van adsorptie de wanden van het vat, resp. van heroplossing daaruit. Dit leidt vanuit natuurwetenschappelijk-farmaceutisch perspectief tot
ongedefinieerdeconcentratiesingepotentieerdegeneesmiddelen.
Doelenvanhetfundamenteleonderzoekindehomeopathie
Als reactie op het specificiteitsargument heeft het preklinisch onderzoek van gepotentieerde
geneesmiddelen in de laatste decennia zich in de eerste plaats beziggehouden met de vraag of er
mogelijke specifieke werkingen van hooggepotentieerde geneesmiddelen bestaan in biologische
modellen.Dezelaatstevraagheeftzichtegendeachtergrondvandemoeilijkereproduceerbaarheid
van de behaalde resultaten (1) in de laatste 20 jaar verder ontwikkeld in de vraag om aangepaste
wetenschappelijkemethodenteontwikkelen:methoden,diezomogelijkrechtmoetendoenaande
specifieke eigenschappen en werking van het studieonderwerp – dit ook, om zo mogelijk
reproduceerbareresultatenteverkrijgen(2).Eenanderevraagstellingbehelsdedebepalingvanhet
verbandtussenpotentiestapeneffect,d.w.z.indebepalingvanhetdosis-werkings-verband.Slechts
eenkleinaantalstudieshieldzichbezigmetdevraagvanfarmaceutischeoptimalisatie(b.v.aantal
schudslagenbijhetpotentiëren)ofdevraagvandestabiliteitvangepotentieerdegeneesmiddelenten
opzichte van omgevingsinvloeden. Met het oog op een identificering van het farmaceutisch
werkingsprincipewerdenbovendienstudiesuitgevoerdomeventueelaanwezigespecifiekefysischchemischeeigenschappeningepotentieerdepreparatentebepalen.
BaumgartnerS.Standvanhetfundamenteelonderzoekindehomeopathie.2016
44
Modellenenmethodenvanhethomeopathischefundamenteleonderzoek
Dewetenschappelijkevakliteratuuroverpreklinischonderzoekvangepotentieerdepreparatenwordt
uitgebreid in de databank HomBRex gedocumenteerd (3). In 2013 bevatte deze databank
vermeldingen van 1.868 experimentele studies in 1.383 publicaties (3). Er kunnen vier grote
preklinischeonderzoeksgebiedenbetreffendegepotentieerdepreparatenwordenonderscheiden:(A)
fysisch-chemischeonderzoeken,(B)in-vitro-assays(celculturen,micro-organismen),(C)bioassaysmet
plantenen(D)dierproeven,waarbijdezelaatstemeerdan50%vanalleonderzoekenvormen(4).
Fysisch-chemische onderzoeken van gepotentieerde preparaten werden laatstelijk in 2003 in een
overzichtsartikel samengevat (5). In 44 publicaties werden resultaten van 36 experimenten
beschreven. De meetmethoden werden in zes gebieden ingedeeld: elektrische impedantie,
elektrochemie,spectroscopie,nucleairemagneetresonantie,Raman-spectroscopieenmethodenvan
eenonbekendprincipe(zgn.black-box-methoden).Dehelftvandeonderzoekenwerdophetgebied
vannucleairemagneetresonantieuitgevoerd,waarinookbij verscheidene studiesreproduceerbare
resultatenwerdenbehaald.Volgensdetoenterbeschikkingstaandegegevenszijnergeenempirische
aanwijzingenvoorstabielewaterclustersingepotentieerdegeneesmiddelen(6,7),diealsdragersvan
mogelijke geneesmiddelinformatie hypothetisch vereist werden (8). In verscheidene onafhankelijke
onderzoeken door middel van NMR-relaxatietijdmetingen (T1/T2) bleken toch duidelijke en
consistente verschillen tussen gepotentieerde silicea-preparaten en op vergelijkbare manier
geschuddecontroles,diealsmodificatievandewatermolecuuldynamiekwerdengeïnterpreteerd(9).
Ook door middel van UV-Spectroscopie werden consistente verschillen geïdentificeerd tussen
gepotentieerdestoffenenpassendecontroles(10).Eentheoretischmodel,datdezemodificatiesals
dragersvanspecifiekegeneesmiddelwerkingeninterpreteert,laatnogopzichwachten(9).Sindshet
jaar2000heefthetfysisch-chemischeonderzoekvangepotentieerdegeneesmiddeleneenduidelijke
vooruitganglatenzien.Zowerdeneind2015inhetkadervaneensystematischoverzichtsartikelmeer
dan150specialistischepublicatiesgeïdentificeerd,diemomenteeldooreeninternationalewerkgroep
inhoudelijkwordengeëvalueerd.Hetonderzoeksgebiedwordtgekenmerktdoorhetgebruikvanveel
verschillende methoden, die deels slechts in enkele onderzoeken werden gebruikt en vaak niet
gerepliceerd,zoalsb.v.hetonderzoekvannanodeeltjes(11)ofdereactiviteitvankleurstoffen(12).
Hetonderzoekingepotentieerdepreparatendoormiddelvanin-vitro-assayswerdvoorhetlaatstin
2007 samengevat (13). De geëvalueerde 67 experimentele onderzoeken zijn onder te verdelen in
celvrijesystemen(b.v.enzymatischemodellen),celculturenenmodellenmetcellenuitdonorbloed.
Onder de laatste maken de onderzoeken met menselijke basofiele granulocyten een aanzienlijk
aandeel(42%)uitvanalleexperimenten.Hetvaakstgebruiktemodelisderemmingvanbasofiele
degranulatiedoorpotentiesvanhistamine.Hierzijnenigereplicatiestudiesevenalseenmulticenterstudiebeschikbaar(14).Bijdeonderzoekenmetmenselijkebasofielegranulocytenvaltop,daterin
verscheideneonafhankelijkeonderzoekenookeffectenvanhogepotenties(voorbijhetomgekeerde
getal van Avogadro) waargenomen konden worden. Het patroon van de actieve en inactieve
potentiestappen binnen een gegeven opeenvolging van potenties (de ‘potentiecurve’) verschilde
evenwelvooriederonderzoek(15),zoweltussenverschillendelaboratoriaalsookbijherhalingbinnen
hetzelfdelaboratorium(16).Omdatdebasofielecellenvansteedsverschillendedonorenafkomstig
waren,ishetdenkbaardatderesultatenafhangenvandeindividueledonor,totnutoeechternogniet
empirischbewezen.
Bio-assays met planten vormen het derde onderzoeksgebied in de werking en werkzaamheid van
gepotentieerde stoffen. Al het bestaande onderzoek werd hier voor het laatst in 2009/2011
systematisch verwerkt (17- 19). In de drie hoofdgebieden van bio-assays met gezonde planten,
intoxicatiemodellenenfytopathologischeonderzoekenwerdenintotaal167experimentelestudiesin
157publicatiesgeïdentificeerd–hiervanvoldeden48aanhogerekwaliteitscriteriaenwerdenineen
nadere analyse opgenomen (20). Het vaakst gebruikte testorganisme was tarwe, gevolgd door
BaumgartnerS.Standvanhetfundamenteelonderzoekindehomeopathie.2016
45
eendenkroosenerwten,demeestgebruiktestressorwasarsenicum.Alsgepotentieerdestofwerd
zilvernitraat het vaakst gebruikt, gevolgd door arsenicum en gibberelline. In verscheidene
onderzoekenwerdenspecifiekeeffectenwaargenomenookvanpotentiesvoorbijdeinversevanhet
getal van Avogadro. In de modellen die doorlopende series van potenties (potentierijen)
onderzochten,werdinallegevalleneendiscontinuverbandvaneffectenpotentiestapwaargenomen,
d.w.z.werkzameenonwerkzamepotentieswisseldenzichafineenbepaalde,maarperonderzoek
verschillende,rijvolgorde.
Inhetvierdegroteonderzoeksgebied,dedierproeven,zijnerrecentelijkalleenvluchtigbeschrijvende
of qua tijd resp. thema beperkte overzichtsartikelen, dit vanwege het zeer hoge aantal
wetenschappelijkepublicaties(4).Deproevenwerdenindemeerderheiddergevallenmetratten(35
%) of met muizen (29 %) uitgevoerd (4). Als goed voorbeeld werden de gebruikte
onderzoeksbenaderingenaandehandvanderatgecategoriseerd(21).Indemeestenexperimenten
werdbijdediereneengedefinieerdeziektetoestandkunstmatiggeïnduceerd,indemeerderheidder
gevallen betrof het vergiftigingen (b.v. door arsenicum, lood, CCl4, en dergelijke), inductie van
gedragsstoornissen (b.v. door ethanol, coffeïne o.a.), ontstekingsmodellen (b.v. door carrageen) of
geïnduceerde hormonale stoornissen. De dieren werden dan profylactisch of curatief met
gepotentieerdegeneesmiddelenbehandeld(voorresp.nadeinductievandeziektetoestand).Overde
studies uit het gebied van de experimentele toxicologie is een systematische review van 105
publicaties beschikbaar (22). 26 studies konden in een kwantitatieve meta-analyse geïncludeerd
worden,gemiddeldresulteerdeeenbeschermingsfactorvan19.7%voordeonderzochteindicaties
(overlevingspercentage,uitscheidingvantoxines)doordeapplicatievangepotentieerdestoffen,die
volgenshetisopathischprincipewerdengekozen.Naastdekunstmatiggeïnduceerdeziektemodellen
warenertweeanderemodelclusters,waarindewerkingvangepotentieerdestoffenwerdonderzocht:
ontwikkelingsmodellenendierengedragmodellen.Ophetgebiedvandeontwikkelingsmodellenwerd
inhetbijzondermeteenamfibiemodelbijherhalinggewerkt,waarbijdewerkingvanthyroxineD30
opdemetamorfosevanRanatemporariawerdonderzocht.HetremmendeeffectvanthyroxineD30
opdemetamorfosewerdineenmeta-analysevan26studiesalssignificantbeoordeeld.Heteffect
blijktbovendienheelrobuusttezijn,daarzoweldeinternealsookdeexternereproduceerbaarheid
positief werd beoordeeld (23). Een nieuwer overzichtsartikel over dierengedragsmodellen
identificeerde18publicaties,diebetrekkinghaddenopeenbreedpaletaanmodellenenmethoden
(24). Het meest naar voren kwamen de gepotentieerde geneesmiddelen Ignatia, Gelsemium en
Chamomilla. Gepotentieerde Gelsemium-preparaten lieten in een reeks van onderzoeken hoogsignificanteeffectenzieningedragsproevenmetmuizen,dieindezelfdeordevangroottelagenals
conventionelepsychofarmacainmateriëledosering(24).
Samengevatkunnenwevaststellen,dathetpreklinischeonderzoekvangepotentieerdepreparaten
gekenmerkt is door een grote verscheidenheid aan methoden en onderzochte gepotentieerde
geneesmiddelen. Onder het grote aantal wetenschappelijke publicaties bevinden zich ook vele
kwalitatiefhoogwaardigestudies,dieeenempirischbewijsvoorspecifiekeeffectenvertonenookvan
sterkverdundegepotentieerdepreparaten.
Onderzoekvanhetverbandtussendosisenwerking
Het empirisch best bereikte resultaat op het gebied van preklinisch onderzoek bij gepotentieerde
preparatenishetfenomeenvanhetniet-lineairverbandtusseneffectenpotentiestap.Innaarmijn
weten ieder preklinisch onderzoek, dat meerdere potentiestappen van dezelfde stof onderzocht,
werdenwerkzameenonwerkzamepotentiestappenwaargenomen,dievolgenseenbepaaldpatroon
(naar Kolisko (25) ‘potentiecurve’ genoemd) op elkaar volgen (17-19, 24). Deze patronen zijn in de
regelbinneneenonderzoekreeksstabiel(26-28),kunnenechterindeloopdertijdookveranderen
(28)oftussenonafhankelijkelaboratoriaverschillen(14,16).Totnutoewerdnoggeenpotentiecurve
BaumgartnerS.Standvanhetfundamenteelonderzoekindehomeopathie.2016
46
geïdentificeerd,diestabielbleektezijnvoordeonderzochtegepotentieerdestof,deexperimentele
methodeofeencombinatievanstofenmethode.Ofditaannognietgeïdentificeerdeinvloedenligt
of dat het hierbij om een fenomeen gaat, dat inherent is aan de werking van gepotentieerde
geneesmiddelen,kanmomenteelnognietwordenbeantwoord.
Onderzoekvanhetsimilia-principe
Hetsimilia-principewerdinvergelijkingmetdepotentiëringsprocesveelminderintensiefonderzocht:
dehuidigestandvanhetonderzoekwerdvoorhetlaatstin2011samengevat(29).Inhetkadervan
hetonderzoekvanhormesiswerdduidelijk,datlagedoseringenvanstressoren,dievoorofnaeen
acuteschadelijkehogeredosisvandezelfdestressorwerdentoegediend,dezeschadelijkewerkingen
kunnenafzwakken,zowelinhetklinischealsookhetpreklinischegebied(29).Indecontextvande
homeopathiekanditalsempirischbewijsvoorhetisopathischeprincipe(‘hetgelijkemethetgelijke’
behandelen) gezien worden. Het beste empirischebewijs voor een toepasbaarheid van het similiaprincipe (‘het gelijksoortige met het gelijksoortige’ behandelen) in het gebied van het preklinisch
onderzoek bleek uit celcultuuronderzoeken vaneenNederlandse werkgroep. Bij deze onderzoeken
werdencelleneerstonderworpenaandestressvaneenhitteshock.Eennabehandelingmetlagedoses
vaneenreeksvanverschillendestressorenleiddetoteenhogeroverlevingspercentage,naarmatede
desbetreffende stressor meer leek op het spectrum van de als reactie op de hitteshock gevormde
eiwitten(30).
Onderzoekvanhetbiologischwerkingsprincipe
Een mogelijke oorzaak voor moeilijkheden met de reproduceerbaarheid van resultaten uit het
onderzoek van gepotentieerde stoffen zou kunnen zijn, dat de experimentele systemen en/of de
geregistreerdemetingenvandewerkingsaardvangepotentieerdestoffennietadequaatzijn.Zowerd
bijvoorbeelddehypotheseopgesteld,datdewerkingvangepotentieerdestoffennietprimairisom
eenbepaaldewerkingineenbepaalderichting(onafhankelijkvanhetsysteemendetoestandervan)
voort te brengen, maar dat de werking inhoudt dat gepotentieerde stoffen een compenserende
werkinghebbenresp.dehomeostasebevorderen.Naareenexperimenteletaalvertaaldbetekende
dat,datnietprimairwerkingenopdegemiddeldewaardevaneencollectiefteverwachtenzouden
zijn,welkereproduceerbaarineenbepaalderichtingverschovenwordt,maardatdevariatiebinnen
het systeem gereduceerd zou worden. Juist dit werd waargenomen in een meta-analyse over
verscheidene experimentele systemen, waarin de werking van gepotentieerd arsenicum werd
onderzocht(31).Ofditfenomeenspecifiekaandewerkingvangepotentieerdarsenicummoetworden
toegeschreven of dat het in het algemeen typisch is voor de werking van gepotentieerde
geneesmiddelen,kanwegensontbrekendeexperimentelegegevensmomenteelnietwordenbepaald.
Erbestaanenigeaanwijzingenvoorhetfeit,datdetoestandvaneenexperimenteelsysteemdereactie
opeenbehandelingmetgepotentieerdestoffenbeslissendbeïnvloedt.Zoisbijvoorbeelddereactie
van Pisum sativum op een behandeling met gepotentieerd gibberelline afhankelijk van de partij
zaaigoed(32).DemetamorfosevanRanatemporariawordtdoorgepotentieerdthyroxinealleendan
beïnvloedalsdeamfibieënuithooglandbiotopenstammen(33,34).Lemnagibbareageertalleendan
opgepotentieerdgibberellinealsdeorganismenzichindetoestandvangibbositeitbevinden(28).Het
behandelingseffect door gepotentieerd Lycopodium in het fytopathologisch modelsysteem Malus
domestica/DysaphisplantagineaPass.ismetnameuitgesprokenalsdestressdoorD.plantaginea
niet te hoog is (35). Deze casestudies wijzen er duidelijk op, dat een werking van gepotentieerde
stoffenmetnamedankanwordenwaargenomenalsdeproeforganismenzichineenlicht,maarniet
testerkgestrestetoestandbevinden.Deafwijkingvandehomeostasemagblijkbaarslechtszogroot
zijn,datdeorganismendeevenwichtstoestandopeigenkrachtweerkunnenbereiken.Dezebewering
BaumgartnerS.Standvanhetfundamenteelonderzoekindehomeopathie.2016
47
dientopditmomentnogalswerkhypothesegenomentewordenenzoubijdeverdereontwikkeling
van de methodiek zorgvuldig getoetst moeten worden. Na verificatie zou dit moeten worden
beschouwd als inzicht in een deel van het biologische werkingsprincipe van gepotentieerde
geneesmiddelen.
Eenanderaspectvanhetwerkingsprincipewordtgeformuleerdindehypothesedatgepotentieerde
geneesmiddelen hun werking ontvouwen op het niveau van de zelfregulatie-capaciteit van het
organismealsgeheel.Empirischeaanwijzingenhiervoorbestaatineenreeksvandierproevenophet
gebied van de experimentele oncologie. Zo konden door de systemische toediening van
gepotentieerdegeneesmiddelenbijdierendiemetkankercellengeïnoculeerdwerden,hetaantalen
degroottevandeontstaandetumorenwordenverminderd;eenbehandelingvandekankercellijnen
met dezelfde gepotentieerde geneesmiddelen in vitro laat geen enkele werking zien (36-39). Deze
resultatenpleitenduidelijkvooreenwerkingopeenhogerniveauvanhetorganismealsgeheel.Ook
dit aspect van het biologische werkingsprincipe van gepotentieerde geneesmiddelen moet in
toekomstigonderzoeknogpreciezerwordenbepaald.Derelevantievoorhetdesignvanpreklinische
modelsystemen is duidelijk: bij een juist bevonden hypothese zijn van onderzoeken met
kankercellijnengeenwerkzaamheidvangepotentieerdegeneesmiddelenteverwachten(40).
Reproduceerbaarheidvanhetfundamenteelonderzoekindehomeopathie
In2010identificeerdeeensystematischoverzichtsartikeloverdevraagvandereproduceerbaarheid
van effecten in het fundamentele onderzoek van gepotentieerde preparaten 24 experimentele
modellen,dieinbijelkaar107studieswerdengebruikteninhetzelfdelaboratoriumofelderswerden
herhaald(41).Vandeze24modellenkwameninherhalingsproevenvoor22modellenvergelijkbare
resultatennaarvoren,voor6modellenuiteenlopenderesultatenenvoor15modellengeeneffecten.
Onafhankelijkereproductieslietenvoor7modellensignificanteresultatenzien.Daarmeekanworden
vastgesteld,dathetpreklinischeonderzoekvangepotentieerdegeneesmiddelenindelaatste10jaar
duidelijke vooruitgang heeft geboekt, omdat nog in 1999 geen enkel experimenteel model bekend
was,waarvanresultatenonafhankelijkgereproduceerdkondenworden(1).
Vooruitzicht
Door de vooruitgang in de methodeontwikkeling komt daarmee de behandeling van verscheidene
wetenschappelijkenfarmaceutischrelevantevragenbinnenbereik.Teneerstekanmenhieraande
bepaling van het werkingsprincipe van gepotentieerde geneesmiddelen denken, zowel op het
farmaceutischealsookophetbiologisch-medischniveau.Opfarmaceutischgebiedkanmenaantwee
benaderingendenken:(1)eenverdiepingenmethodischeverbredingvanfysischeonderzoekenom
despecifiekemoleculairestructuurendynamiekvangepotentieerdegeneesmiddelentebepalenen
(2)fysischeinterventiesbijgepotentieerdegeneesmiddelen,waarvaneffectendandoormiddelvan
passende bio-assays worden onderzocht en die dan kunnen leiden tot conclusies over het
werkingsprincipe.Bovendienzoudenmetgevestigdeonderzoeksmethodenfarmaceutischrelevante
vragenkunnenwordenonderzocht,metnameophetgebiedvanstabiliteittenopzichtevanexterne
invloeden (b.v. hitte, druk, steriele filtratie, elektromagnetische straling etc.) en daarmee ook de
houdbaarheidinhetalgemeen.
Werkgroepenenorganisaties
In Europa bestaan er momenteel 5 werkgroepen die zich intensief bezighouden met vragen in het
fundamenteleonderzoekvangepotentieerdepreparaten.Dezewerkgroepenzijngelokaliseerdaande
BaumgartnerS.Standvanhetfundamenteelonderzoekindehomeopathie.2016
48
universiteitvanWitten/Herdecke(Duitsland,Dr.StephanBaumgartner),aandeuniversiteitvanBern
(Zwitserland, Prof. Dr. Ursula Wolf), aan het Interuniversitaire College in Graz (Oostenrijk, Prof. Dr.
ChristianEndler),aandeuniversiteitvanVerona(Italië,Prof.Dr.PaoloBellavite)enaandeuniversiteit
vanBologna(Italië,Prof.Dr.LuciettaBetti).BuitenEuropazijnermeerdereuniversitairewerkgroepen
inBraziliëenIndia.
WatorganisatiesbetreftzijntenoemendeGIRI(GroupeInternationaldeRecherchesurl’Infinitésimal,
www.giriweb.com)alswetenschappelijkverenigingvanonderzoekersophetgebiedvanfundamenteel
onderzoekvangepotentieerdepreparaten,deKarlundVeronicaCarstens-StiftungdiedeHomBRexdatabank (www.carstens-stiftung.de) herbergt en het HRI (Homeopathy Research Institute) als
organisatorvancongressenophetgebiedvanhomeopathischonderzoek(www.hri-research.org).
Samenvatting
Ten aanzien van de stand van het preklinisch onderzoek gepotentieerde stoffen kan derhalve het
volgendewordenvastgesteld:onderdemeerdan1.000specialistischewetenschappelijkepublicaties
zijnereenaanzienlijkaantalkwalitatiefhoogwaardigestudies,dieempirischbewijsvindenvooreen
specifiekewerkzaamheidookvanhoogverdundegepotentieerdegeneesmiddelen.Evenzeerzijner
meerdere experimentele modellen, door middel waarvan in onafhankelijke replicatie significante
specifieke effecten gepotentieerde preparaten werden vastgesteld. De empirisch vastgestelde
modificatievandemoleculairedynamiekingepotentieerdegeneesmiddelenzoueenaspectvanhet
fysisch-chemisch-farmaceutischwerkingsprincipekunnenweergeven,datinzijntotaliteitechternog
moet worden bepaald. Ook ten aanzien van het biologisch werkingsprincipe van een regulerende,
reactievanhetorganismealsgeheelopafwijkingenvandehomeostasezijnerdeeersteempirische
bewijzen.
Literatuur
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
13.
14.
Vickers AJ. Independent Replication of Pre-Clinical Research in Homoeopathy: A Systematic Review. Forschende
Komplementärmedizin.1999;6(6):311-20. Baumgartner S. The State of Basic Research in Homeopathy. In: Witt C, Albrecht H, editors. New Directions in
HomeopathyResearch–AdvicefromanInterdisciplinaryConference.Essen:KVC-Verlag;2009.p.107–30. ClausenJ,vanWijkR,AlbrechtH.Geographicalandtemporaldistributionofbasicresearchexperimentsinhomeopathy.
Homeopathy.2014;103(3):193-7. Van Wijk R, Albrecht H. Classification of systems and methods used in biological basic research on homeopathy.
Homeopathy.2007;96(4):247-51. Becker-Witt C, Weisshuhn TER, Lüdtke R, Willich SN. Quality Assessment of Physical Research in Homeopathy. The
JournalofAlternativeandComplementaryMedicine.2003;9(1):113-32.
AabelS,FossheimS,RiseF.Nuclearmagneticresonance(NMR)studiesofhomeopathicsolutions.BritishHomeopathic
Journal.2001;90:14-20. AnickDJ.Highsensitivity1H-NMR spectroscopyofhomeopathicremediesmadeinwater.BMCComplementaryand
AlternativeMedicine.2004;4:15. Anagnostatos GS, Vithoulkas G, Garzonis P, Tavouxoglou C. A Working Hypothesis for Homeopathic Microdiluted
Remedies.TheBerlinJournalonResearchinHomoeoepathy.1991;1(3):141-7. Demangeat JL. Nanosized solvent superstructures in ultramolecular aqueous dilutions: twenty years' research using
waterprotonNMRrelaxation.Homeopathy.2013;102(2):87-105. KleinSD,SandigA,BaumgartnerS,WolfU.DifferencesinMedianUltravioletLightTransmissionsofSerialHomeopathic
Dilutions of Copper Sulfate, Hypericum perforatum, and Sulfur. Evid Based Complement Alternat Med.
2013;2013:370609. ChikramaneP,SureshA,BellareJ,KaneS.Extremehomeopathicdilutionsretainstartingmaterials:Ananoparticulate
perspective.Homeopathy.2010;99:231-42.
CartwrightSJ.Solvatochromicdyesdetectthepresenceofhomeopathicpotencies.Homeopathy.Homeopathy.2016
Feb;105(1):55-65
Witt CM, Bluth M, Albrecht H, Weisshuhn TE, Baumgartner S, Willich SN. The in vitro evidence for an effect of high
BaumgartnerS.Standvanhetfundamenteelonderzoekindehomeopathie.2016
49
homeopathicpotencies-Asystematicreviewoftheliterature.ComplementTherMed.2007;15(2):128-38. 15. BelonP,CumpsJ,EnnisM,MannaioniPF,RoberfroidM,Sainte-LaudyJ,etal.Histaminedilutionsmodulatebasophil
activation.InflammRes.2004;53:181–8. 16. Guggisberg AG, Baumgartner S, Tschopp CM, Heusser P. Replication study concerning the effects of homeopathic
dilutionsofhistamineonhumanbasophildegranulationinvitro.ComplementaryTherapiesinMedicine.2005;13(2):91100.
17. BaumgartnerS,GuggisbergA.JournalClub:Basophilendegranulation,dritterAkt:HomöopathieundBasophilenreaktion
–wenigerklar,alsmanchedasgernhätten.Kommentar.ForschKomplentarmedKlassNaturheilkd.2005;12:52–4.
18. MajewskyV,ArltS,ShahD,ScherrC,JagerT,BettiL,etal.Useofhomeopathicpreparationsinexperimentalstudies
withhealthyplants.Homeopathy.2009;98(4):228-43.
19. Betti L, Trebbi G, Majewsky V, Scherr C, Shah-Rossi D, Jager T, et al. Use of homeopathic preparations in
phytopathologicalmodelsandinfieldtrials:acriticalreview.Homeopathy.2009;98(4):244-66.
20. JägerT,ScherrC,ShahD,MajewskyV,BettiL,TrebbiG,etal.Useofhomeopathicpreparationsinexperimentalstudies
withabioticallystressedplants.Homeopathy.2011;100(4):275-87.
21. JägerT,ScherrC,ShahD,MajewskyV,WolfU,BettiL,etal.Theuseofplant-basedbioassaysinhomeopathicbasic
research.Homeopathy.2015Oct;104(4):277-82
22. vanWijkR,ClausenJ,AlbrechtH.Theratinbasictherapeuticresearchinhomeopathy.Homeopathy.2009;98(4):280-6.
23. LindeK,JonasWB,MelchartD,WorkuF,WagnerH,EitelF.CriticalReviewandMeta-AnalysisofSerialAgitatedDilutions
inExperimentalToxicology.HumExpToxicol.1994;13:481-92.
24. Harrer B. Replication of an experiment on extremely diluted thyroxine and highland amphibians. Homeopathy.
2013;102(1):25-30.
25. Bellavite P, Magnani P, Marzotto M, Conforti A. Assays of homeopathic remedies in rodent behavioural and
psychopathologicalmodels.Homeopathy.2009;98(4):208-27.
26. KoliskoL.PhysiologischerundphysikalischerNachweisderWirksamkeitkleinsterEntitäten.Stuttgart:DerKommende
TagAG;1923.
27. ScherrC,SimonM,SprangerJ,BaumgartnerS.EffectsofpotentisedsubstancesongrowthrateofthewaterplantLemna
gibbaL.ComplementTherMed.2009;17:63–70.
28. JägerT,ScherrC,SimonM,HeusserP,BaumgartnerS.Effectsofhomeopathicarsenicumalbum,nosode,andgibberellic
acid preparations on the growth rate of arsenic-impaired duckweed (Lemna gibba L.). ScientificWorldJournal.
2010;10:2112-29.
29. Majewsky V, Scherr C, Arlt SP, Kiener J, Frrokaj K, Schindler T, et al. Reproducibility of effects of homeopathically
potentised gibberellic acid on the growth of Lemna gibba L. in a randomised and blinded bioassay. Homeopathy.
2014;103(2):113-26.
30. vanWijkR,WiegantFAC.Postconditioninghormesisandthesimiliaprinciple.FrontiersinBioscience.2011;E3:1128-38.
31. WiegantF,VanWijkR.Thesimiliaprinciple:Resultsobtainedinacellularmodelsystem.Homeopathy.2010;99(1):3-14.
32. NaniD,BrizziM,LazzaratoL,BettiL.Theroleofvariabilityinevaluatingultrahighdilutioneffects:considerationsbased
onplantmodelexperiments.ForschendeKomplementärmedizin.2007;14(5):301-5.
33. Baumgartner S, Shah D, Schaller J, Kämpfer U, Thurneysen A, Heusser P. Reproducibility of dwarf pea shoot growth
stimulationbyhomeopathicpotenciesofgibberellicacid.ComplementaryTherapiesinMedicine.2008;16:183–91.
34. EndlerPC,LüdtkeR,HeckmannC,ZausnerC,LassnigH,Scherer-PongratzW,etal.Pretreatmentwiththyroxin(10-8
partsbyweight)enhancesa"curative"effectofhomeopathicallypreparedthyroxin(10-13)onlowlandfrogs.Forsch
KomplentarmedKlassNaturheilkd.2003;10:137-42.
35. Zausner C, Lassnig H, Endler PC, Scherer-Pongratz W, Haidvogl M, Frass M, et al. Die Wirkung von "homöopathisch"
zubereitetem Thyroxin auf die Metamorphose von Hochlandamphibien – Ergebnisse einer multizentrischen
Kontrollstudie.Perfusion.2002;15(7):268-76.
36. WyssE,TammL,SiebenwirthJ,BaumgartnerS.Homeopathicpreparationstocontroltherosyappleaphid(Dysaphis
plantagineaPass.).ScientificWorldJournal.2010;10:38-48.
37. JonasWB,GaddipatiJP,RajeshkumarNV,SharmaA,ThangapazhamRL,WarrenJ,etal.Canhomeopathictreatment
slowprostatecancergrowth?IntegrCancerTher.2006;5(4):343-9.
38. ThangapazhamRL,GaddipatiJP,RajeshkumarNV,SharmaA,SinghAK,IvesJA,etal.Homeopathicmedicinesdonot
altergrowthandgeneexpressioninprostateandbreastcancercellsinvitro.IntegrCancerTher.2006;5(4):356-61.
39. ThangapazhamRL,RajeshkumarNV,SharmaA,WarrenJ,SinghAK,IvesJA,etal.Effectofhomeopathictreatmenton
geneexpressioninCopenhagenrattumortissues.IntegrCancerTher.2006;5(4):350-5. 40. SahaS,HossainDM,MukherjeeS,MohantyS,MazumdarM,MukherjeeS,etal.Calcareacarbonicainducesapoptosis
in cancer cells in p53-dependent manner via an immuno-modulatory circuit. BMC Complement Altern Med.
2013;13:230. 41. WälchliC,BaumgartnerS,BastideM.Effectoflowdosesandhighhomeopathicpotenciesinnormalandcancerous
humanlymphocytes:aninvitroisopathicstudy.JournalofAlternativeandComplementaryMedicine.2006;12(5):4217.
42. EndlerP,ThievesK,ReichC,MatthiessenP,BonaminL,ScherrC,etal.Repetitionsoffundamentalresearchmodelsfor
homeopathicallyprepareddilutionsbeyond10(-23):abibliometricstudy.Homeopathy.2010;99(1):25-36.
BaumgartnerS.Standvanhetfundamenteelonderzoekindehomeopathie.2016
Auteurs
52
Dr.med.KlausvonAmmon
NeurochirurgieFMH,FAHomeopathieFMH/SVHA
Geboren1955inMünchen
1974–1980StudiegeneeskundeinHamburg,Marburg/LahnenMünchen
1981–1988Specialisatietotneurochirurg,neurochirurgischeafdelingvandechirurgischekliniekenpolikliniek‘rechts
derIsar’vandeTUMünchen
1989–1996Chefdecliniqueendocentaandeneurochirurgischekliniek,UniversiteitsziekenhuisZürich
1997–1999Specialisatiehomeopathie(SVHA/ZAKH,Zürich),sindsdienCME-nascholing
2003Kwalificatiecertificaathomeopathie
Seniormedischonderzoekerhomeopathie,UniversiteitBern,InstitutfürKomplementärmedizin(IKOM),sinds2000
metwetenschappelijkepublicaties,onderwijs-enconsultatie-activiteiten
Arts-praktijkvoorklassiekehomeopathieinStäfaamZürichsee
Sinds2005nascholingslesseninbinnen-enbuitenland
2010–2016WissHom-woordvoerdersectieonderzoek
Contact
Rebbergstraße7
InstitutfürKomplementärmedizin(IKOM),UniversiteitBern
CH-8712Stäfa
Inselspital,Freiburgstraße46,CH-3010Bern
Tel.:0041–(0)44–9268959
Tel.:0041–(0)31–6324266
E-mail:[email protected]
E-mail:[email protected]
PDDr.sc.nat.StephanBaumgartner
Geboren1965inMünchen.Van1984tot1990studienatuurkunde,wiskundeenastronomieaandeUniversiteitBasel.
In1995promotieinmilieu-natuurwetenschappenaandeETHZürich.Sinds1993wetenschappelijkmedewerkerinde
afdelingfundamenteelonderzoekaanhetinstituutHiscia,VereinfürKrebsforschung,Arlesheimensinds1996aanhet
InstitutfürKomplementärmedizin(IKOM,vroegerKIKOM)vandeUniversiteitBern.Sinds2011wetenschappelijk
medewerkeraanhetInstitutfürIntegrativeMedizinaandeUniversiteitWitten/Herdecke.
2013post-doctoraal-onderwijsbevoegdheidaandeUniversiteitWitten/Herdecke.
Onderzoeksprioriteiten:ontwikkelingvanexperimentelemethodenvooronderzoekvanfarmaceutischeprocessenop
hetgebiedvancomplementairegeneeskunde(speciaalgerichtoppotentiëringsprocessenbijhomeopathieen
antroposofischegeneeskunde);systematischereviewsophetgebiedvanfundamenteelonderzoekvangepotentieerde
preparaten.50gepeer-reviewedepublicatiesinwetenschappelijkevaktijdschriften,144presentatiesopwetenschappelijkeconferenties.
Onderwijs:collegesenseminarsvoorstudentengeneeskundeenfarmacie;nascholingsbijeenkomstenvoorartsen,farmaceutenen
therapeuten;begeleidingvanmasterscriptiesenproefschriften;organisatievanconferenties.
Verenigingen:lidvandeDeutschePhysikalischeGesellschaft(DPG)endeWissenschaftlicheGesellschaftfürHomöopathie(WissHom).
StichtendlidvandeInternationalSocietyforComplementaryMedicineResearch(ISCMR)envanhetVerbandfürAnthroposophisch
ErweitertePharmazieinZwitserland(VAEPS).HuidigepresidentvandeInternationalResearchGrouponVeryLowDoseandHighDilution
Effects(GIRI).
Contact
InstitutfürIntegrativeMedizin(IfIM),UniversiteitWitten/Herdecke
Gemeinschaftskrankenhaus,Gerhard-Kienle-Weg4,D-58313Herdecke
E-mail:[email protected]
Dr.phil.JensBehnke
J.Behnkeisverantwoordelijkvoordeafdeling‘Homeopathieinonderzoekenonderwijs’vandeCarstens-stichting:
natuurengeneeskunde.Totzijntakenbehoreno.a.hetopzettenvanonderzoeksstrategieën,deverzorgingenverdere
ontwikkelingvandedatabankCORE-Hom(klinischonderzoekindehomeopathie)evenalsdebegeleidingvande
universitairehomeopathie-werkgroepenendedaarbijbehorendekeuzevakkeninhetkadervande
geneeskundestudie.
Contact
KarlundVeronicaCarstens-Stiftung,AmDeimelsberg36,D-45130Essen
Tel.:0049–(0)201–56305–13
Websites:www.carstens-stiftung.de/www.naturundmedizin.de
E-mail:[email protected]
Dr.med.MartinFrei-Erb
M.Frei-Erbwerdin1960inAltstättenSGgeboren.GeneeskundestudieinBernmetstaatsexamenin1985.Aansluitend
opleidingtotspecialistFMHvooralgemenegeneeskunde(internegeneeskunde,chirurgie,reumatologie,psychiatrie).
Proefschriftin1990(‘Schizofrenie–eenlevenlangziek?’,video-onderwijsfilmvoorstudenten).
Opleidinginklassiekehomeopathievan1990tot1992inBern,nascholinginklassiekehomeopathiedoorverscheidene
internationaleseminars(Graf,Sankaran,Shah,Mangialavori,Chhabra).
1993OpeningvaneenhuisartspraktijkinThun.Sinds2000docentbijdeopleidingscursusinklassiekehomeopathievan
deBernerÄrztinnenundÄrztefürKlassischeHomöopathie(BAKH).Sindsapril2008docenthomeopathieaanhet
InstitutfürKomplementärmedizin(IKOM)vandeUniversiteitBern.Sindsjuli2009docenthuisartsgeneeskunde,Berner
InstitutfürHausarztmedizin(BIHMA),UniversiteitBern.
Contact
InstitutfürKomplementärmedizin(IKOM),UniversiteitBern
PH4,Inselspital,CH-3010Bern
E-mail:[email protected]
53
CurtKösters
StudieFUBerlin,klinischeopleidingineenafdelinginternegeneeskundeinHamburg(1987–1989),homeopathische
opleidingvanaf1989inBerlijnenHamburg;nastudieonderbrekinginIndiasinds1992privé-praktijkinHamburg
2004–2011:inwisselendefunctiesinhetbestuurvandeDeutscheZentralvereinhomöopathischerÄrzte(DZVhÄ),
2007–2010voorzitter;sindsnovember2010woordvoerdervandesectiekwaliteitsbevorderingindeWissenschaftliche
GesellschaftfürHomöopathie(WissHom)
Sinds1996:docentbijdehomeopathischenascholingencollegesaandeUniversiteitenvanKiel,LübeckenHamburg;
voorzittervandeGesellschaftHomöopathischerÄrzteinSleeswijk-HolsteinendeHanzesteden
1996–2004:medewerkingaaneenhomeopathischontwikkelingshulpprojectinNepal(BhaktapurInternational
HomeopathicClinic)
Vanaf1998nascholingsbevoegdheidhomeopathieennascholingsadviseurbijdeÄrztekammerHamburg
2001:organisatieenwetenschappelijkeleidingvandejaarvergaderingvandeDeutscheZentralvereinhomöopathischerÄrzte(DZVhÄ)in
Hamburg
2002/2003:leidingvangeneesmiddelproeveninhetkadervannascholingscursussen
Vanaf2002:medewerkerbijInHom(EuropäischesInstitutfürHomöopathie)–metwerkterreinendatabanken,documentatievan
casuïstiek,chronischeziektenendebehandelingervan,interventiesvolgenshetgelijksoortigheidsprincipeinsocialecontexten
2003:mede-uitgevervan‘InternationaleDebatte-GrundlagenderHomöopathie’
Vanaf2004:medewerkerineeninterdisciplinairewerkgroepvoordetoepassingvanhomeopathischeprincipesinhetkadervan
stadsplanning(inhetkadervandeInternationaleBauausstellung2010)
Contact
Eggerstedtstraße56,D-22765Hamburg
E-mail:[email protected]
Dr.med.MichaelTeut
Specialistalgemenegeneeskunde,aanvullendekwalificatiehomeopathie,homeopathie-diplomavandeDZVhÄ,
kwalificatievoedingsgeneeskunde(curriculumBÄK).kwalificatiehypnose/hypnotherapie(certificaatDGH).Medisch
onderzoekervoorklinischestudies.
StudiegeneeskundeinGöttingenenLeiden(NL),tegelijkertijdopleidinginklassiekehomeopathieenfytotherapie.
Sinds2007klinischeenwetenschappelijkeactiviteitenaanhetInstitutfür
Sozialmedizin,EpidemiologieundGesundheitsökonomievandeCharité–UniversiteitBerlijnalschefdecliniqueaande
CharitéHogeschoolpolikliniekvoornatuurgeneeskundeMitte,leidingvanhetCharité-seminarcentrumvoorpreventie
enintegratievegeneeskunde.
Onderzoeksactiviteitenindehomeopathie,natuurgeneeskunde,cupping,mindfulness,hypnose,geriatrie;promotieonderwerpneuro-immunologievanmultipelesclerose.
Onderwijsactiviteitenophetgebiedvancomplementairegeneeskunde,voedingsgeneeskunde,socialegeneeskunde,preventie,
onderzoeksmethodologie.Nascholingsbevoegdheidhomeopathie,medischesupervisie.
LidvandeKommissionDvanBfArM,vanhetDialogforumPluralismusinderMedizinbijdeBundesärztekammer,deDeutscheGesellschaft
fürAllgemeinmedizin,deDeutscheZentralvereinhomöopathischerÄrzte,deDeutscheGesellschaftfürHypnoseundHypnotherapie,de
InternationalSocietyforHypnosis,evenalsvertrouwensartsvanNaturundMedizine.V.,deverenigingvanvriendenvandeKarlund
VeronicaCarstens-stichting.
Contact
InstitutfürSozialmedizin,EpidemiologieundGesundheitsökonomie,Charité–UniversitätsmedizinBerlin
Luisenstraße5,D-10117Berlin
Tel.:0049–(0)30–450529234
Websites:www.michael-teut.de/www.hochschulambulanznaturheilkunde.de/unser_team/dr_michael_teut/
E-mail:[email protected]
Dr.phil.LoredanaTorchetti
1998–2000/2002–2006studiepsychologie(klinischeensocialepsychologie)enpsychopathologieaandeUniversiteit
Bern
2007–2013proefschriftophetgebiedvanpersoonlijkheidspsychologieaandeUniversiteitBern
2009–2011diplomaintoegepastestatistiek,ETHZürich
Sinds2013wetenschappelijkmedewerksteraanhetInstitutfürKomplementärmedizinIKOM,UniversiteitBern
Contact
InstitutfürKomplementärmedizinIKOM,UniversiteitBern
PH4,Inselspital,CH-3010Bern
E-mail:[email protected]
www.wisshom.de