PTA bovenbouw tekstdeel

Download Report

Transcript PTA bovenbouw tekstdeel

PANTARIJN MHV
TWEEDE FASE
HAVO-4,5
VWO-4,5,6
PTA gids
Tekstdeel
2016-2017
INFORMATIE, REGELS EN DATA
PROGRAMMA VOOR TOETSING EN AFSLUITING
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ................................................................................................................ - 1 Voorwoord ..................................................................................................................... - 3 Hoe de bovenbouw werkt ................................................................................................ - 4 Tweede fase en studiehuis havo/vwo ............................................................................. - 4 Studiecentrum ................................................................................................................ - 4 1. Schoolexamen – Centraal Examen ............................................................................ - 5 1.1 Het schoolexamen (SE) ........................................................................................... - 5 1.2 Het centraal examen (CE) ........................................................................................ - 5 2. Het examenreglement Pantarijn HVG voor de Tweede Fase .................................... - 5 Eindexamenbesluit VO ................................................................................................... - 5 Artikel 1. Afnemen eindexamen (Artikel 3 eindexamenbesluit) ....................................... - 5 Artikel 2. Indeling eindexamen; profielwerkstuk (Artikel 4 eindexamenbesluit) ............... - 5 Artikel 3. Het schoolexamen ........................................................................................... - 6 Artikel 4. Schriftelijke toetsen ......................................................................................... - 6 Artikel 5. Mondelinge individuele toetsen ....................................................................... - 6 Artikel 6. Praktische opdrachten ..................................................................................... - 6 Artikel 7. Handelingsdeel Latijn en/of Grieks .................................................................. - 7 Artikel 8. De vakken CKV en LO .................................................................................... - 7 Artikel 9. Het profielwerkstuk (zie ook art. 2.3) ............................................................... - 8 Artikel 10. Verwerking van de cijfers............................................................................... - 8 Artikel 11. Herkansen en inhalen van toetsen en praktische opdrachten ........................ - 8 Artikel 12. Afwezigheid bij toetsen .................................................................................. - 9 Artikel 13. Onregelmatigheden (artikel 5 eindexamenbesluit) ....................................... - 10 Artikel 14. Ontheffingen bij doubleren........................................................................... - 11 Artikel 15. Ontheffingen bij doubleren van de examenklas ........................................... - 11 Artikel 16. Ontheffingen bij overstap van vwo-4 naar havo-4 ........................................ - 11 Artikel 17. Vrijstellingen bij overgang van havo-5 naar vwo-5 ....................................... - 11 Artikel 18. Doubleren in havo-4 na zij-instroom uit vmbo-4 ........................................... - 12 Artikel 19. Verbod tot doubleren in havo-4 na instroom uit vwo-4 ................................. - 12 Artikel 20. Verbod tot doubleren in vwo-5 na zij-instroom uit havo-5............................. - 12 Artikel 21. Cijfers SE van leerlingen die in vwo-5 met het vwo-onderwijs beginnen ...... - 12 Artikel 22. Extra faciliteiten voor bijzondere kandidaten ................................................ - 12 Artikel 23. Slotartikel .................................................................................................... - 12 3. Toelating, toetsperiodes, rapportage, becijfering examen ..................................... - 13 3.1 Toelating tot de tweede fase .................................................................................. - 13 3.2 Toetsperioden en rapportage ................................................................................. - 14 3.3 Eindrapport en overgangsprocedure ...................................................................... - 14 3.4 Bevorderingsnormen 2016-2017 ............................................................................ - 15 3.5 Procedure revisiegevallen ...................................................................................... - 16 3.6 Taken ..................................................................................................................... - 16 3.7 Berekening eindcijfer ............................................................................................. - 17 4. Absentie geoorloofd - ongeoorloofd ........................................................................ - 19 4.1 Geoorloofde afwezigheid van lessen ...................................................................... - 19 4.2 Ziekmelden en betermelden (vanaf thuis)............................................................... - 19 4.3 Melden van ziekte tijdens toetsweken .................................................................... - 19 4.4 Ziek naar huis......................................................................................................... - 19 4.5 Te laat op school of te laat in de les ....................................................................... - 19 4.6 Ongeoorloofde absentie (OA) ................................................................................. - 19 4.7 Schorsen / verwijderen van 18+ leerlingen ............................................................. - 20 4.8 Geoorloofde absentie ............................................................................................. - 20 5. Data
................................................................................................................... - 21 5.1 Jaarrooster 2016-2017 ........................................................................................... - 21 5.2 Informatie en data afronding ckv, kcv, lo en pws .................................................... - 22 5.3 Rooster Centraal Examen 2017 (zie examenblad.nl).............................................. - 24 6. De rekentoets............................................................................................................. - 26 7. Verzoeken, bezwaren en klachten ............................................................................ - 27 -1-
Bijlage 1
Overzicht examenvakken ........................................................................ - 28 Bijlage 2
Lesurentabellen........................................................................................ - 29 Reguliere tabellen 70 minuten havo, 2016-2017 .......................................................... - 29 Reguliere tabellen 70 minuten vwo, 2016-2017 ............................................................ - 30 Bijlage 3
Protocol “citaat of plagiaat?” .................................................................. - 31 Bijlage 4
Protocol aanvraag extra faciliteiten; TTV, verklanking, etc. .................. - 32 Procedure toetstijdverlenging ....................................................................................... - 33 Bijlage 5
Boeken lezen Engels................................................................................ - 34 Bijlage 6
Regeling intern doorstromen 4M→4H en 5H→5V .................................. - 36 -
-2-
Voorwoord
Voor u ligt het tekstdeel van de nieuwe PTA gids 2016-2017 bovenbouw havo-vwo.
Deze gids bevat het programma van toetsing en afsluiting (PTA), alle informatie over hoe wij
op school belangrijke zaken zoals toetsen en cijfers hebben geregeld. Belangrijk onderdeel
hiervan is het examenreglement. Dit is aangevuld met extra informatie over de bovenbouw
havo/vwo op onze locatie.
Specifieke informatie over toetsen (planning, weging, extra informatie) per vak bevindt zich in
het tweede deel van de gids (tabeldeel). Dit deel wordt in augustus digitaal gepubliceerd en
begin september in papieren vorm uitgedeeld. Dit deel van de gids is herkenbaar aan de
opmaak in spreadsheetformaat.
Ten opzichte van de PTA gids 2015-2016 zijn er een aantal wijzigingen. Er is bijvoorbeeld
een bijlage over de regeling over intern doorstromen toegevoegd. In de bevorderingsnormen
is de tekst voor leerlingen in de B- en C-categorie aangescherpt.
De PTA gids wordt door velen gebruikt als naslagwerk. De praktijk leert dat het vooraf
serieus doornemen van de gids door ouders, leerlingen, docenten en mentoren veel
misverstanden voorkomt. We raden dit dan ook sterk aan. In het bijzonder voor iedereen die
nieuw is in de bovenbouw van onze locatie.
In het hoofdstuk Data staan veel overzichten van activiteiten, verplichtingen en deadlines
met bijbehorende datum. De situatie vereist soms dat deze data worden aangepast. Het is
dan ook altijd raadzaam om belangrijke deadlines met bijvoorbeeld docenten te dubbel
checken en/of op itslearning of de website te kijken.
Mocht na publicatie van deze gids blijken dat er onverhoopt storende fouten in staan dan
wordt een verbeterde versie digitaal gepubliceerd op onze website. De originele gids en
eventuele updates kunt u vinden op:
http://www.pantarijn.nl/mhv-wageningen/downloads/downloads/
In de hoop dat de gids ondersteunt dat iedereen een zo prettig en leerzaam mogelijk jaar
heeft,
Eric Vis,
PTA-coördinator
-3-
Hoe de bovenbouw werkt
Tweede fase en studiehuis havo/vwo
Sinds de invoering van de tweede fase en het studiehuis in 1998 worden de eindexamens
niet alleen afgenomen in het laatste cursusjaar, maar in alle jaren van de tweede fase, dus
vanaf de vierde klas. Dat betekent een andere opzet en werkwijze dan in de onderbouw.
Leerlingen hebben vanaf de bovenbouw geen klas meer, maar een stamgroep waarin ze de
gemeenschappelijke vakken volgen. Daarnaast kiest elke leerling een profieldeel.
Gekozen kan worden uit vier profielen: Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij,
Natuur en Gezondheid, Natuur en Techniek. Voor de profielvakken en keuzevakken zijn de
leerlingen ondergebracht in clustergroepen.
Het schooljaar is opgedeeld in toetsperiodes van vier tot negen weken. Aan het eind van
elke toetsperiode is een toetsweek waarin de lesstof van de afgelopen weken getoetst wordt.
Buiten de toetsweken worden er in principe geen toetsen en slechts een beperkt aantal
schriftelijke overhoringen afgenomen.
Praktische opdrachten, handelingsdelen, presentaties en mondelinge toetsen kunnen wel
plaatsvinden buiten de toetsweken. In de week na de toetsweek ontvangen de leerlingen een
cijferrapportage met op de achterzijde een nieuwsbrief.
Naast reguliere lesuren zijn in het rooster vakondersteuningsuren (van veertig minuten)
opgenomen, waarvoor leerlingen zich verplicht inschrijven. Daarnaast zijn er zelfstudie-uren
(van zeventig minuten). Verder is er een mentoruur en zijn er mentorgesprekken. De mentor
begeleidt de leerling op weg naar zelfstandigheid: de leerling leert zelf verantwoordelijkheid
nemen voor zijn/haar leerproces. Naast begeleiding in studievaardigheden en het leerproces
begeleidt de mentor samen met de decaan de oriëntatie op studie en beroep. Ten slotte
heeft de mentor natuurlijk een taak in de sociaal-emotionele ontwikkeling en in het
welbevinden van de leerling.
Studiecentrum
Het studiehuis bovenbouw is zelfstudieplek en een ontmoetingsplaats voor leerlingen en
docenten. Leerlingen brengen tijd door om individueel zelfstandig te studeren. In het gehele
studiecentrum moet studierust heersen, zodat leerlingen zich kunnen concentreren op hun
werk. Daarnaast ontmoeten leerlingen elkaar om samen te werken of te studeren. Leerlingen
zitten rustig bij elkaar om rustig te overleggen hoe ze samen werken, taken verdelen,
studeren, enz. Verder spreken leerlingen docenten aan voor extra individuele uitleg of
instructie. Ook het voeren van een mentorgesprek is mogelijk. Hoewel de verspreiding van
allerlei schoolpost digitaal gaat, zijn er in het studiehuis voor alle bovenbouw leerlingen havo
vwo postvakjes.
Leerlingen kunnen gebruik maken van studiematerialen zoals Binas, woordenboeken,
grafische en gewone rekenmachines, computers, enz. Leerlingen kunnen in het
studiecentrum werk alleen uitprinten met hun leerling pasje. Tevens kunnen ze tegen een
geringe vergoeding verslagen laten inbinden.
Het studiecentrum is niet bedoeld als ontspanningsruimte of kantine. Er mag dan ook niet
gegeten of gedronken worden in het studiehuis. Alleen water is toegestaan. De
studiehuisbeheerders beheren de ruimte en handhaven de studierust. Zij zijn aanspreekpunt
en vraagbaak voor de leerlingen.
Bij de beheerders kunnen de leerlingen materialen lenen of kopen op vertoon van hun
leerling pasje. Verder verwerken de studiehuisbeheerders de vakondersteuningsopgaven,
verlofbriefjes, absenties van tutoren en tutorleerlingen.
Aan de balie van de studiehuisbeheerders kunnen leerlingen handelingsdelen en praktische
opdrachten inleveren. Deze worden op naam van de docent gesorteerd en bewaard. De
leerling krijgt een bewijs dat het betreffende werk is ingeleverd.
Tevens kan de balie dienst doen als inschrijfpunt van CKV-activiteiten, sportevenementen en
examentraining.
-4-
1. Schoolexamen – Centraal Examen
De eindexamens voor vwo en havo moeten worden afgenomen overeenkomstig het
eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit
een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel beide.
1.1 Het schoolexamen (SE)
Het schoolexamen wordt geregeld in het Examenreglement en het Programma van toetsing
en afsluiting (PTA). Het examenreglement is volledig in deze gids vermeld. Het programma
van toetsing en afsluiting wordt per leerlaag gepubliceerd.
Beide zijn vastgesteld door Pantarijn binnen de door het eindexamenbesluit gestelde eisen.
Dit examen vindt plaats tijdens de gehele tweede fase. Dus vanaf de vierde klas zijn er
onderdelen van het schoolexamen.
1.2 Het centraal examen (CE)
Het centraal examen wordt geheel geregeld door het eindexamenbesluit (zie verder) en vindt
plaats aan het einde van het laatste cursusjaar.
De diploma's zullen - daartoe gemachtigd door de voorzitter van de Centrale Directie worden getekend door de voorzitter en secretaris van de examencommissie.
2. Het examenreglement Pantarijn HVG voor de Tweede Fase
Eindexamenbesluit VO
Als in het volgende wordt verwezen naar het eindexamenbesluit, dan wordt daarmee
gerefereerd aan de wet “het eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo” uit 1989 en alle daarop
volgende wijzigingen . Meer informatie is te vinden op:
https://www.examenblad.nl/onderwerp/eindexamenbesluit/2015
http://wetten.overheid.nl/, zoek op eindexamenbesluit.
Artikel 1. Afnemen eindexamen (Artikel 3 eindexamenbesluit)
1. De (locatie)directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het
bevoegd gezag het eindexamen af.
2. De (locatie)directeur wijst een van de personeelsleden van de school aan tot
secretaris van het eindexamen.
Artikel 2. Indeling eindexamen; profielwerkstuk (Artikel 4 eindexamenbesluit)
1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen of uit een centraal
examen dan wel uit beide.
2. Het schoolexamen vwo en havo omvat mede een profielwerkstuk (PWS). Het
profielwerkstuk is een grote onderzoeksopdracht, een presentatie daaronder
begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de
orde komen die van betekenis zijn voor het betreffende profiel. Het PWS heeft een
studielast van 80 uur op de havo en 120 uur op het vwo.
3. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één, twee of meer vakken die deel uitmaken
van het totale pakket of profiel van de leerling. Ten minste een groot vak met een
omvang van 320 uur op de havo en 400 uur op het vwo moet er bij betrokken zijn.
4. Praktische informatie over het PWS is te vinden in een apart te verschijnen gids.
-5-
Artikel 3. Het schoolexamen
Het schoolexamen havo/vwo aan de Regionale Scholengemeenschap Pantarijn vindt plaats
vanaf de vierde klas.
Het schoolexamen wordt uiterlijk 10 werkdagen voor de aanvang van het centraal examen
afgesloten (artikel 32 eindexamenbesluit).
Artikel 4. Schriftelijke toetsen
1. Schriftelijke toetsen worden afgenomen in de toetsweken.
2. De toets duurt 50 minuten gerekend vanaf de start van de toets, tenzij anders vermeld
staat in het PTA.
3. Zaken die in onderstaande lijst voorkomen mogen niet meegenomen worden naar de
toetsruimte: jassen, tassen, petten, papier, boeken, etui, mobiele telefoons, horloges met
ingeschakeld alarm, mp3 speler etc.
4. Hulpmiddelen zoals woordenboeken, tabellenboeken, atlassen en rekenmachines mogen
alleen meegebracht worden als dat uitdrukkelijk is toegestaan bij die toets.
5. De leerling is verantwoordelijk voor de meegebrachte hulpmiddelen. Woordenboeken,
tabellenboeken en atlassen mogen geen aantekeningen bevatten. De vaksecties zullen
meedelen hoe de rekenmachine geprogrammeerd mag zijn. Overtreding wordt
beschouwd als fraude.
6. Samen doen met hulpmiddelen is volstrekt niet toegestaan.
7. Het schriftelijk werk moet worden gemaakt op examenpapier van de school. Er mag
alleen met blauwe of zwarte inkt geschreven worden. Potlood is alleen toegestaan voor
tekeningen.
8. De leerling verlaat de toetsruimte, nadat hij het gemaakte werk heeft overhandigd aan de
surveillant. Het werk mag dus niet op de tafel blijven liggen.
9. Het is niet toegestaan correctievloeistof te gebruiken.
10. Consumpties mogen beperkt meegenomen worden en gebruikt op voorwaarde dat het de
anderen niet stoort.
11. Leerlingen moeten de aanwijzingen van de surveillant opvolgen. Niet opvolgen van de
aanwijzingen kan als een onregelmatigheid opgevat worden (zie artikel 13).
12. Uiterlijk de tweede week na een toetsweek ontvangt de leerling de opgaven, het
antwoordmodel/correctiemodel en het gemaakte werk op school ter inzage.
13. Ook ouders/verzorgers kunnen het werk op school ter inzage krijgen. Zij kunnen op
verzoek een kopie van het gemaakte werk van de leerlingen ontvangen. Daarin zijn de
opgaven en het antwoordmodel/correctiemodel niet inbegrepen
14. Afwezigheid zonder geldige reden bij toetsen of herkansingen wordt beschouwd als een
onregelmatigheid.
15. Docenten zijn verplicht het gemaakte werk van leerlingen tot het einde van het schooljaar
te bewaren.
Artikel 5. Mondelinge individuele toetsen
1. Mondelinge toetsen worden behoudens overmacht afgenomen door de eigen docent in of
rond de toetsweken.
2. Bij mondelinge herkansingen die tellen voor het examendossier is een gecommitteerde
aanwezig.
3. Afwezigheid zonder geldige reden bij mondelinge toetsen of herkansingen wordt
beschouwd als een onregelmatigheid.
Artikel 6. Praktische opdrachten
1. In het programma van toetsing en afsluiting zijn voor ieder vak de praktische opdrachten
vermeld met de daarbij behorende uiterlijke datum van afsluiting.
2. Voor ieder praktische opdracht wordt de eerste week van een nieuwe toetsperiode
schriftelijk bekend gemaakt wat de inhoud van de opdracht is, wat de uiterste datum is
waarop een praktische opdracht ingeleverd moet worden en wat de beoordelingscriteria
zijn. Van deze regel zijn uitgezonderd de praktische opdrachten die verbonden zijn aan
een vakles.
-6-
3.
4.
De inleverdatum valt nooit in de week voor een toetsweek.
Indien een praktische opdracht tot een schriftelijk resultaat behoort te leiden, dan dient
het werkstuk te worden ingeleverd bij de beheerder van het studiehuis. De leerling
ontvangt van de beheerder een ontvangstbewijs.
5. Wanneer leerlingen werk digitaal inleveren zijn zij verplicht een kopie hiervan in eigen
beheer te houden.
6. Bij ieder praktische opdracht zijn er in de beoordelingsnorm 1,0 punten opgenomen voor
het tijdig inleveren als onderdeel van de beoordeling van het proces.
7. Indien een opdracht minder dan een week te laat wordt afgesloten, wordt de onder punt
6 van artikel 6 genoemde 1,0 punt niet of slechts gedeeltelijk toegekend.
8. Van de onder punt 6 van artikel 6 genoemde 1,0 punten wordt voor iedere dag
vertraging 0,2 punten niet toegekend.
9. Indien een praktische opdracht, praktisch werk of onderzoeksopdrachten niet binnen vijf
lesdagen na het verlopen van de uiterste datum is afgerond, wordt dit beschouwd als
een onregelmatigheid.
10. Indien een praktische opdracht, praktisch werk of onderzoeksopdracht niet binnen vijf
lesdagen na het verlopen van de uiterste inleverdatum is ingeleverd, meldt de docent dit
aan de examencommissie.
11. De beoordeling van praktische opdrachten vindt plaats binnen 4 schoolweken na het
verstrijken van de inleveringdatum.
12. De school maakt gebruik van een elektronische leeromgeving. Bij sommige vakken
zullen boekverslagen, praktische opdrachten en het profielwerkstuk daarom soms zowel
op papier als digitaal via itslearning moeten worden ingeleverd. Ook de communicatie
tussen docent en leerling in het begeleidingsproces zal dan voor een groot deel via
itslearning gaan.
Artikel 7. Handelingsdeel Latijn en/of Grieks
Dit betreft het vakonderdeel kcv.
1. In het programma van toetsing en afsluiting is de einddatum vermeld waarop de
handelingsdelen voor kcv afgesloten behoren te zijn.
2. Het niet tijdig afsluiten van de handelingsdelen zoals vermeld onder punt 1, wordt
beschouwd als een onregelmatigheid (zie artikel 13).
3. Leerlingen die op de uiterste inleverdatum van het schooljaar hun handelingsdeel niet
hebben afgesloten, krijgen een beperkte periode de tijd om het handelingsdeel alsnog af
te sluiten, zodat zij alsnog het overgangsbewijs of het diploma kunnen behalen. Deze
leerling heeft geen recht op herkansing.
4. Is op de 2e uiterste afrondingsdatum het werk niet naar behoren afgerond dan kan de
leerling gedurende die cursus geen overgangsbewijs behalen.
5. Is op de 2e uiterste afrondingsdatum het werk wel naar behoren afgerond, dan blijft de
regel van kracht dat de leerling geen enkel vak kan herkansen.
Artikel 8. De vakken CKV en LO
1. In het programma van toetsing en afsluiting zijn de tussentijdse data en einddatum
vermeld waarop de vakken ckv en lo afgesloten behoren te zijn.
2. Het niet tijdig voldoende afronden van het vak ckv of lo wordt beschouwd als een
onregelmatigheid. (zie artikel 13).
Deze onregelmatigheid leidt tot het verlies van de mogelijkheid om enig vak te herkansen.
3. Leerlingen die op de tussentijdse data niet hebben voldaan aan de eisen kunnen intern
geschorst worden tot het werk in orde is. Ouders/verzorgers worden hiervan in kennis
gesteld.
4. Leerlingen die op de uiterste inleverdatum van het schooljaar het vak ckv of lo niet
hebben afgesloten, krijgen een beperkte periode de tijd om het handelingsdeel alsnog af
te sluiten, zodat zij alsnog het overgangsbewijs of het diploma kunnen behalen. Deze
leerling heeft geen recht op herkansing.
-7-
5. Als op de 2e uiterste afrondingsdatum het werk niet naar behoren is afgerond dan kan
de leerling die dit betreft gedurende die cursus geen overgangsbewijs of diploma behalen.
6. Is op de 2e uiterste afrondingsdatum het werk wel naar behoren afgerond, dan blijft de
regel van kracht dat de leerling geen enkel vak kan herkansen.
Deelname aan het centraal examen is wel mogelijk, maar het diploma kan pas na een
voldoende afronding van het ontbrekende werk worden uitgereikt.
Artikel 9. Het profielwerkstuk (zie ook art. 2.3)
1.
2.
3.
4.
5.
Het profielwerkstuk heeft betrekking op een, twee of meer vakken, uit het totale pakket
of profiel van de leerling. Er moet ten minste één groot vak met een omvang van
minimaal 320 uur (op de havo) en 400 uur (op het vwo) bij betrokken zijn.
Het profielwerkstuk maakt deel uit van het combinatiecijfer. Dit cijfer wordt voor de
havo gevormd door het cijfer voor het profielwerkstuk en het cijfer voor
maatschappijleer te middelen. Voor het vwo geldt vanaf 2010 dat het combinatiecijfer
bestaat uit het gemiddelde eindcijfer van algemene natuurwetenschappen,
maatschappijleer, het profielwerkstuk en eventueel klassieke culturele vorming. De
ondergrens voor deze afzonderlijke cijfers is 4. De eindcijfers, dus de afgeronde cijfers,
worden gemiddeld. Het combinatiecijfer zelf wordt ook afgerond tot een heel getal. Het
combinatiecijfer telt mee als één volwaardig cijfer in de slaag/zakbepaling en kan dus
ook eventuele onvoldoendes compenseren.
In het programma van toetsing en afsluiting zijn de data vermeld van de
aftekenmomenten waarop de leerlingen verplicht (een deel van) het profielwerkstuk
moeten inleveren.
Het niet nakomen van afspraken wordt beschouwd als een onregelmatigheid.
Nadere informatie staat in een apart te verschijnen gids PWS.
Artikel 10. Verwerking van de cijfers
1. De leraren verwerken de cijfers via het geautomatiseerde systeem van de school.
2. De cijfers worden uiterlijk de tweede maandag die volgt op een toetsweek, in het systeem
ingevoerd. In uitzonderlijke gevallen kan de teamleider een docent toestemming geven
cijfers op een later afgesproken moment in te leveren. Deze gevallen worden altijd gemeld
aan de leerlingen.
3. De 'gewichten' van de cijfers die samen het schoolexamencijfer bepalen worden per vak
aangegeven.
4. De cijfers voor de afzonderlijke werken van het schoolexamen moeten in één decimaal
gegeven worden. Het totale eindcijfer voor het schoolexamen is één van de cijfers uit de
schaal lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers in één decimaal.
5. Indien de afronding plaats moet vinden, geldt: als het gemiddelde niet een heel getal is,
dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 49 of minder zijn, naar beneden
afgerond en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond.
6. De behaalde eindcijfers voor het schoolexamen worden voor de aanvang van het
Centraal Examen aan de kandidaat meegedeeld via een door de leerling te tekenen
akkoordverklaring.
Artikel 11. Herkansen en inhalen van toetsen en praktische opdrachten
1. Leerlingen die in een cursusjaar tijdig de opdrachten voor ckv en lo, de handelingsdelen
voor kcv en het pws hebben afgerond, kunnen gebruik maken van de
herkansingsregeling. De uiterste afrondingsdata van deze vakken staan vermeld in het
PTA en op de studiewijzers.
2. Aan het eind van ieder cursusjaar mogen de leerlingen die voldoen aan het onder punt 1
genoemde naar keuze voor ieder vak één toets van dat cursusjaar herkansen ongeacht
het behaalde cijfer.
3. In de praktijk blijkt dat meer dan 5 toetsen herkansen niet zoveel oplevert. Het herkansen
van meer dan 5 toetsen wordt dan ook ten stelligste afgeraden. Overleg met de mentor
en docenten over je herkansingen is verplicht.
4. Indien de gewenste herkansing een voldoende cijfer betreft, dient de leerling een
gemotiveerd schriftelijk verzoek in bij de examencommissie tot het herkansen van de
-8-
toets waarvoor het cijfer hoger dan 6,0 behaald is in dat cursusjaar. Voor dat vak kan niet
ook nog een onvoldoende herkanst worden.
5. Per vak is vastgesteld welke ingeleverde/uitgevoerde praktische opdrachten herkanst
kunnen worden. Indien een leerling gebruik maakt van de mogelijkheid om een
praktische opdracht te herkansen, verliest de leerling daarmee het recht op een
herkansing voor een toets van dat vak.
6. Het herkansingscijfer vervangt het oorspronkelijke cijfer als het resultaat van de
herkansing beter is dan het eerste resultaat. Anders blijft het oorspronkelijke cijfer staan.
7. Leerlingen die een toets voor een vak moeten inhalen omdat zij door ziekte of ten
gevolge van een bijzondere, van hun wil onafhankelijke omstandigheid niet in staat
geweest zijn aan de desbetreffende toets deel te nemen, hebben geen recht op een
herkansing voor dat vak. Er mag dus ook geen andere toets van dat vak worden
herkanst. In uitzonderlijke gevallen bepaalt de teamleider of een leerling naast de
inhaaltoets ook een andere toets van dat vak mag herkansen.
8. De herkansingen worden ieder schooljaar volgens een nader vast te stellen rooster
afgenomen aan het einde van het schooljaar.
9. Een leerling die bevorderd is met een onvoldoende eindcijfer, dat tevens examencijfer is
voor een vak dat geen centraal examen kent, kan de dossiertoetsen naar keuze
herkansen tegelijk met de reguliere toetsen van het volgende cohort of in de
herkansingsweek van vwo-5 dan wel havo-5 of vwo-6.
10. Afwezigheid zonder geldige reden bij reguliere toetsen of herkansingen (schriftelijk of
mondeling) wordt beschouwd als een onregelmatigheid.
Artikel 12. Afwezigheid bij toetsen
1. Minderjarige kandidaten die om medische redenen niet aan een toets kunnen deelnemen
dienen door de ouders ziek gemeld te worden.
Deze melding moet iedere dag herhaald worden gedurende de toetsperiode, tenzij de
teamleider aangeeft dat herhaling niet nodig is.
2. Meerderjarige kandidaten die om medische redenen niet aan een toets kunnen
deelnemen dienen zich bij de teamleider ziek te melden.
Deze melding moet iedere dag herhaald worden gedurende de toetsperiode, tenzij de
teamleider aangeeft dat herhaling niet nodig is.
3. Leerlingen die een toets gemist hebben (met een voor de examencommissie geldige
reden en zich hebben afgemeld), kunnen deze toets inhalen in de herkansingsperiode
aan het eind van de cursus. Voor dat vak vervalt gedurende die cursus dan de
mogelijkheid tot herkansing.
4. Indien door langdurige ziekte meer dan één toets per vak per jaar gemist is, wordt de
kandidaat in de gelegenheid gesteld meer inhaaltoetsen per vak per cursusjaar te
maken. Het tijdstip voor deze buitengewone mogelijkheid wordt vastgesteld door de
examencommissie.
5. Afwezigheid zonder geldige reden bij toetsen of herkansingen (schriftelijk of mondeling);
wordt beschouwd als een onregelmatigheid.
6. Leerlingen die een toets gemist hebben nemen zelf initiatief om te zorgen dat er geen kruisjes
op het rapport blijven staan.
-9-
Artikel 13. Onregelmatigheden (artikel 5 eindexamenbesluit)
Onder onregelmatigheden worden de volgende zaken verstaan:
 fraude
 plagiaat: zie hiervoor bijlage 3 : protocol “citaat of plagiaat”
 het niet tijdig inleveren en/of afronden van handelingsdelen
 het niet nakomen van afspraken bij ckv, lo en het pws
 afwezigheid zonder geldige reden bij toetsen of herkansingen (schriftelijk of
mondeling)
 het niet inleveren van praktische opdrachten, praktisch werk of
onderzoeksopdrachten
 verstoring van de orde tijdens examenzittingen
 opgeven van een valse naam
1.
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige
onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de directeur maatregelen
nemen.
2.
De maatregelen bedoeld in het eerste lid die al dan niet in combinatie met elkaar
genomen kunnen worden kunnen zijn:
a. het toekennen van het cijfer 1 voor een (deel van een) toets,het centraal examen of
de rekentoets;
b. het uitsluiten van het recht op herkansingen bij een of meer vakken;
c. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer zittingen
van het schoolexamen, het centraal examen of de rekentoets;
d. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het
schoolexamen, het centraal examen of de rekentoets;
e. het alsnog afleggen van de toets of herkansing, dan wel het alsnog inleveren van de
praktische opdracht, praktisch werk of onderzoeksopdracht waarbij maximaal het cijfer
6.0 kan worden behaald;
f. het niet in behandeling nemen van het rapport, tenzij de examencommissie anders
beslist;
g. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een
hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen.
Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of
meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het
volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staats
examencommissie.
Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt
tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat
minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.
De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het
bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. Van de commissie
van beroep mag de directeur van een school voor voortgezet onderwijs geen deel
uitmaken. In overeenstemming met artikel 30a van de wet wordt het beroep binnen drie
dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij
de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee
weken na ontvangst van het beroepschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft
verlengd met ten hoogste twee weken.
De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog
in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen
onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt
haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, de directeur en aan de inspectie.
3.
4.
- 10 -
Artikel 14. Ontheffingen bij doubleren
1.
2.
3.
Een doublant krijgt een ontheffing voor een vak als aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
a. Het vak heeft geen vervolg in de volgende klassen en/of in het CE
b. Het vak is afgesloten met een voldoende eindcijfer.
Een leerling mag ervoor kiezen om geen gebruik te maken van een ontheffing.
De leerling verplicht zich dan het programma van dat vak geheel te volgen.
Het hoogste van de twee eindcijfers voor het schoolexamen wordt dan in het dossier
opgenomen.
Secties kunnen besluiten ontheffingen te verlenen voor praktische opdrachten. De
secties maken de regeling aan het begin van de cursus bekend. De leerling verzamelt
de gegevens van de ontheffingen op een formulier dat ingeleverd moet worden bij de
teamleider.
Artikel 15. Ontheffingen bij doubleren van de examenklas
1. Een leerling die gezakt is krijgt een ontheffing voor een vak als aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
a. Het vak heeft geen CE;
b. Het vak is afgesloten met een voldoende eindcijfer.
2. Een leerling mag ervoor kiezen om geen gebruik te maken van een ontheffing.
De leerling verplicht zich dan het programma van dat vak geheel te volgen.
Het hoogste van de twee eindcijfers voor het schoolexamen wordt dan in het dossier
opgenomen.
3. Secties kunnen besluiten ontheffingen te verlenen voor praktische opdrachten. De
secties maken de regeling aan het begin van de cursus bekend. De leerling verzamelt de
gegevens van de ontheffingen op een formulier, dat ingeleverd moet worden bij de
teamleider.
Artikel 16. Ontheffingen bij overstap van vwo-4 naar havo-4
1. Een doublant krijgt een ontheffing voor een vak als aan de volgende voorwaarden is
2.
3.
4.
5.
voldaan:
a. Het vak heeft geen vervolg in de volgende klassen en/of in het CE.
b. Het vak is afgesloten met een voldoende eindcijfer.
c. Het vak heeft dezelfde inhoud en studielast in havo-4 en vwo-4.
Indien de inhoud of de studielast verschilt, kan de leerling een gedeeltelijke ontheffing
krijgen.
Indien de leerling een gedeeltelijke ontheffing krijgt, moet de leerling een formulier met
de vermelde ontheffing inleveren bij de teamleider.
Een leerling mag er voor kiezen om geen gebruik te maken van een ontheffing.
De leerling verplicht zich dan het programma van dat vak geheel te volgen.
Het hoogste van de twee eindcijfers voor het schoolexamen wordt dan in het dossier
opgenomen.
Secties kunnen besluiten ontheffingen te verlenen voor praktische opdrachten. De
secties maken de regeling aan het begin van de cursus bekend. De leerling verzamelt
de gegevens van de ontheffingen op een formulier, dat ingeleverd moet worden bij de
teamleider.
Artikel 17. Vrijstellingen bij overgang van havo-5 naar vwo-5
(Artikel 26E examenbesluit)
De leerling van een school voor vwo, die in het bezit is van het diploma havo is vrijgesteld
van het volgen van onderwijs in de volgende vakken van het gemeenschappelijk deel:
maatschappijleer en het schooleigen vak cultuurgeschiedenis. Indien het betreft het
atheneum is deze leerling tevens vrijgesteld van het volgen van onderwijs in het deelvak
culturele en kunstzinnige vorming.
- 11 -
Artikel 18. Doubleren in havo-4 na zij-instroom uit vmbo-4
Leerlingen die met een vmbo-diploma zijn toegelaten tot havo-4 mogen doubleren in havo-4.
Eventuele uitbesteding aan het vavo dient aan de examencommissie ter beoordeling
voorgelegd te worden.
Artikel 19. Verbod tot doubleren in havo-4 na instroom uit vwo-4
Leerlingen die na een jaar vwo-4 overstappen naar havo-4 mogen niet doubleren in havo-4.
Indien zij niet toegelaten worden tot havo-5 moeten zij de school verlaten.
Artikel 20. Verbod tot doubleren in vwo-5 na zij-instroom uit havo-5
Leerlingen die met een havo-diploma zijn toegelaten tot het vwo mogen niet doubleren in
vwo-5. Indien zij niet toegelaten worden tot vwo-6 moeten zij de school verlaten.
Artikel 21. Cijfers SE van leerlingen die in vwo-5 met het vwo-onderwijs
beginnen
Indien cijfers uit vwo-4 bijdragen aan het cijfer voor het schoolexamen voor een bepaald vak,
geeft de betreffende sectie aan hoe de ontbrekende cijfers gecompenseerd worden.
De volgende mogelijkheden zijn toegestaan:
a. Gebruik maken van cijfers uit het havo-dossier.
b. Toetsen laten inhalen tijdens de toetsperioden vwo-4.
c. Vervangende toetsen geven.
Artikel 22. Extra faciliteiten voor bijzondere kandidaten
1. Voor kandidaten met een andere moedertaal en voor kandidaten met een
lichamelijke of geestelijke handicap zijn er op beperkte schaal aanpassingen tijdens
de examens mogelijk.
2. Leerlingen met een stoornis die specifiek betrekking heeft op taal (dyslexie wordt
hierin in principe niet inbegrepen) of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal of
leerlingen met een andere moedertaal dan de Nederlandse taal en die het profiel NT
of NG volgen, kunnen een verzoek indienen bij de examencommissie tot ontheffing
van de 2e moderne vreemde taal op Atheneum als onderwijs in die taal naar
verwachting een succesvolle afronding van de opleiding verhindert. Deze
Atheneumleerlingen met het profiel NT of NG volgen in plaats daarvan een ander vak
met tenminste een studielast van 440 uur.
3. De examencommissie stelt bovengenoemde aanpassingen vast. Zij doet dit
uitsluitend op grond van een extern psychologisch, orthopedagogisch of medisch
rapport.
4. De aanvraag dient plaats te vinden aan het begin van de vierde klas, ook indien er in
de onderbouw al extra faciliteiten waren.
Artikel 23. Slotartikel
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de examencommissie.
- 12 -
3. Toelating, toetsperiodes, rapportage, becijfering examen
3.1 Toelating tot de tweede fase
Leerlingen worden alleen aan het begin van een cursusjaar toegelaten.
Door de grote verschillen tussen scholen in dossieropbouw en toetsstructuur is een start
tijdens het schooljaar vrijwel onmogelijk.
1. Toelating tot havo-4:
 Met toelatingsbewijs uit havo-3 of vwo-3 (of bijpassende combinatieklas). Dit geldt
zowel voor leerlingen van Pantarijn als voor leerlingen van andere scholen met een
vooropleiding in het buitenland, die voldoende aansluiting geeft. Dit ter beoordeling
door de examencommissie.
 Met een vmbo-diploma (lees mavo: zie Keuzeoog) dat aan de volgende
voorwaarden voldoet:
1. theoretische leerweg.
2. de profielvakken moeten gevolgd zijn. Als een bepaald profielvak niet gevolgd is
op de mavo, dan moeten de verplichte profielvakken zodanig gekozen worden
dat aan de eisen wordt voldaan.
3. de cijfers op het diploma voor de profielvakken en de vakken Nederlands en
Engels zijn 6 of hoger.
4. positief advies van de docenten uit mavo-4
2. Toelating tot havo-5:
 Met overgangsbewijs van havo-4 naar havo-5 van Pantarijn.
 Leerlingen die de voorgaande cursus deelnamen aan het onderwijs op Pantarijn vwo-5,
worden alleen toegelaten op voordracht van de teamleider en met toestemming van de
studievoortgangvergadering van die cursus.
3. Toelating tot vwo-4:
 Met overgangsbewijs uit atheneum-3 of gymnasium-3. Dit geldt zowel voor leerlingen
van Pantarijn als voor leerlingen van andere scholen met een vooropleiding in het
buitenland, die voldoende aansluiting geeft. Dit ter beoordeling door de
examencommissie.
4. Toelating tot vwo-5:
 Met overgangsbewijs van vwo-4 naar vwo-5. Dit geldt zowel voor leerlingen van
Pantarijn als voor leerlingen van andere scholen.
 Met een havo-diploma dat aan de volgende voorwaarden voldoet:
- zelfde profiel als het gekozen vwo-profiel.
- geen van de vakken mag bij het Centraal Examen lager dan 6,0 zijn. Dit geldt
zowel voor leerlingen van Pantarijn als voor leerlingen van andere scholen.
- geen van de vakken mag bij het eindcijfer (gem. SE/CE) lager dan 6.0 zijn.
- een positief advies van de docenten uit havo-5.
5. Toelating tot vwo-6:met overgangsbewijs van vwo-5 naar vwo-6 van Pantarijn.
- 13 -
3.2 Toetsperioden en rapportage
In de vierde klassen zijn vijf toetsweken.
In de vijfde klassen zijn vier toetsweken in havo-5 en vijf in vwo-5.
In de zesde klas vwo zijn drie toetsweken.
De toets duurt 50 minuten gerekend vanaf de start van de toets, tenzij anders vermeld staat in
het PTA.
In de toetsweken wordt voor de meeste vakken de leerstof van de voorafgaande periode
getoetst.
Het resultaat van deze week wordt, zo nodig voorzien van commentaar door de mentor, aan
de ouders toegezonden in de vorm van een tussenrapportage.
Het overzicht bevat naast de afzonderlijke cijfers ook voor ieder vak het gemiddelde cijfer
voor het dossier en het gemiddelde cijfer voor het overgangsrapport.
Alle cijfers worden gegeven in één decimaal.
Halverwege het jaar en aan het einde van het jaar zijn er studievoortgangvergaderingen.
Na de eerste studievoortgangvergadering zijn er spreekavonden van de mentoren, waardoor
een uitgebreidere rapportage mogelijk is. De tweede studievoortgangsvergadering fungeert
als overgangsvergadering.
Op het rapport staat het aantal geoorloofde en ongeoorloofde absenties vermeld.
3.3 Eindrapport en overgangsprocedure
Algemene uitgangspunten:
a. De eindcijfers komen tot stand, zoals vermeld in het PTA.
b. De vakdocent geeft een schriftelijke toelichting bij elk onvoldoende eindcijfer aan de mentor.
c. Een commissie, bestaande uit de mentoren o.l.v. de teamleider bereidt de
overgangsvergadering voor. Deze commissie brengt op grond van de bevorderingsnormen
een advies uit aan de overgangsvergadering over de voortzetting van het onderwijs aan de
leerling.
d. De overgangsvergadering, bestaande uit alle docenten die aan de betrokken leerling
lesgeven, neemt een beslissing op grond van het eindrapport en het advies van de
commissie.
e. De commissie als bedoeld onder c. kan besluiten op grond van bijzondere
omstandigheden een leerling buiten de norm te plaatsen. De commissie doet dan een
voorstel aan de overgangsvergadering over de voortzetting van het onderwijs van de
leerling. De vergadering beslist vervolgens daarover. Het is evenwel ook mogelijk om ter
vergadering -op grond van nieuwe informatie - een leerling buiten de norm te plaatsen.
f. Taken hebben tot doel de startpositie van de leerling in het nieuwe schooljaar te verbeteren.
g. In een revisievergadering bestaat de laatste mogelijkheid tot herziening van een beslissing
over bevordering.
h. Leerlingen, die in hetzelfde leerjaar twee jaar achtereen niet bevorderd worden kunnen
het onderwijs in de betreffende onderwijsrichting niet vervolgen.
i. Leerlingen die in twee opeenvolgende leerjaren niet bevorderd zijn, mogen het onderwijs
in de betreffende onderwijsrichting niet vervolgen. Hierbij wordt het niet behalen van het
diploma in havo-5 of vwo-6 geteld als een niet-bevordering. (artikel 19)
j. Onder 'een zelfde leerjaar' of 'twee opeenvolgende leerjaren' als bedoeld in de vorige leden
worden mede verstaan het leerjaar of de leerjaren waarin de leerling op een gelijksoortige
andere school of onderwijsrichting het onderwijs heeft gevolgd.
- 14 -
3.4 Bevorderingsnormen 2016-2017
A-categorie (= bevorderd/geslaagd)
Ckv en lo moeten voldoende zijn afgerond
Alles 6 of hoger
5
4
Gemiddeld 6 (compensatie: 2 pt.*)
Geen 4 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
5+5
Gemiddeld 6 (compensatie: 2 pt.*)
Max. 1x 5 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
5+4
Gemiddeld 6 (compensatie: 3 pt.*)
Max. 1x 5 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
Geen 4 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
*) Let op: maatschappijleer en cultuurgeschiedenis, tellen in de A-categorie niet mee
voor compensatie! Cg telt namelijk niet voor het SE. Ma is deel van combinatiecijfer.
B-categorie
Ckv, lo moeten voldoende zijn afgerond, ma mag compensatiepunten leveren, cg niet.
4
Gemiddeld 6 (compensatie: 2 pt.)
Wel 4 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
5+5
Gemiddeld 6 (compensatie: 2 pt.)
Max. 2 x 5 voor de vakken Nederlands, Engels,
Wiskunde a, b, c
5+4
Gemiddeld 6 (compensatie: 3 pt.)
Max. 1 x 4 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
Geen 5 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
4+4
Gemiddeld 6 (compensatie 4 pt.)
Max. 1x 4 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
5+5+5
Gemiddeld 6 (compensatie 3 pt.)
Max. 1x 5 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
5+5+4
Gemiddeld 6 (compensatie 4 pt.)
Max. 1x 5 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
of 1x 4 voor Nederlands, Engels, Wiskunde a, b, c
Voor een leerling in de B-categorie geldt de volgende procedure:
- Op de overgangsvergadering inventariseert de teamleider de mening van elke docent
inzake studievoortzetting van de leerling. De mentor legt deze gegevens schriftelijk vast.
- Als de docentenvergadering dit bepaalt, wordt een kleine commissie van drie personen
(onder wie de mentor) door de docentenvergadering per leerling aangewezen om de
situatie met ouders/verzorgers en leerling te bespreken.
- Ouders/verzorgers en leerling doen een uitspraak over doubleren of bevorderen. De
mentor legt deze uitspraak vast.
- De docentenvergadering kan een leerling een bindend advies geven om:
o niet te doubleren op hetzelfde onderwijsniveau.
o gericht bevorderd te worden (van bijvoorbeeld 5V naar 5H)
C-categorie
Een leerling valt in de C-categorie als hij/zij niet in de A of B-categorie valt. De leerling is niet
bevorderd. De docentenvergadering kan een leerling een bindend advies geven om:
- niet te doubleren op hetzelfde onderwijsniveau.
- gericht bevorderd te worden (van bijvoorbeeld 5V naar 5H)
- 15 -
3.5 Procedure revisiegevallen
In een revisievergadering bestaat de laatste mogelijkheid tot herziening van een beslissing over
bevordering.
1. Een leerling kan na de overgangsvergadering voorgedragen worden voor revisie op
basis van nieuwe feiten waar op de vergadering geen rekening mee is gehouden.
2. Een revisievergadering kan aangevraagd worden bij de locatiedirecteur door een
docent, de mentor, teamleider, decaan, counselor of door de ouders. In alle gevallen
beoordeelt de locatiedirecteur of het verzoek voldoet aan de hierboven genoemde
voorwaarde.
a. De locatiedirecteur leidt de revisievergadering.
b. De uiteindelijke beslissing en de uitslag van de stemming daarover wordt schriftelijk
vastgelegd.
c. Alle docenten zijn gehouden de revisievergadering bij te wonen.
d. Alle docenten van de desbetreffende leerling hebben stemrecht. De teamleider, de
counselor en de decaan hebben adviesrecht.
e. Bij een stemming komt het meest verstrekkende voorstel het eerst in stemming.
f. Op een revisievergadering is onthouding van stemming niet mogelijk. Bij staken van
de stemmen beslist de locatiedirecteur.
g. Over de besprekingen tijdens de revisievergadering worden geen mededelingen naar
buiten gedaan, anders dan bij punt 4.
3. Tussen rapportvergadering en revisievergadering vindt overleg plaats tussen teamleider,
mentor en ouders/leerling. Deskundigen (vakdocent, counselor, decaan) kunnen hierbij
geraadpleegd worden.
4. Het resultaat van de revisievergadering wordt door de mentor, in overleg met de
locatiedirecteur, onmiddellijk na afloop meegedeeld aan de ouders. Gegevens over het
verloop van de vergadering worden niet naar buiten gebracht.
3.6 Taken
Voor taken krijgen de leerlingen een duidelijke schriftelijke instructie zodat ze zonder directe
begeleiding en hulp toch met vrucht in hun (vakantie)tijd zich kunnen bezighouden met het werk
aan de taak of het herexamen. Bij voorkeur vindt ook mondelinge instructie plaats, in de periode
rondom de overgangsvergadering.
Voor de controle na de zomervakantie van de opgegeven taken geldt het volgende:
1. Op de vastgestelde dag (de eerste maandag van het nieuwe schooljaar) en tijdstip (op het
takenbriefje vermeld) wordt de taak overhoord en/of gecontroleerd.
2. Wanneer de taak naar behoren is verricht, wordt dat de leerling meegedeeld; een eventuele
cijferwaardering kan genoemd worden.
3. Wanneer de taak niet naar behoren is verricht, en/of de betoonde inzet ver is achtergebleven
bij het vereiste niveau, meldt de docent dit aan de teamleider van het nieuwe leerjaar. Deze
beslist in overleg met de betrokken docent over de vraag op welke wijze de taak alsnog in
orde gebracht kan worden. Dit dient dan in de eerste twee weken van het schooljaar te
geschieden, bij voorkeur op school op tijden (in de namiddag) dat de leerling geen lessen
heeft. De ouders/verzorgers worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Uiteindelijk bepaalt de teamleider, na zich van de beoordeling in tweede instantie van de
docent vergewist te hebben, het tijdstip waarop de werkzaamheden aan de taak beëindigd
kunnen worden.
- 16 -
3.7 Berekening eindcijfer
1. Het eindcijfer van het eindexamen. (Artikel 47 eindexamenbesluit)
Zowel voor het onderdeel Schoolexamen (SE) als voor het onderdeel Centraal Examen (CE)
krijgt de kandidaat een beoordeling waarbij een cijfer wordt gegeven uit de schaal lopend
van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal.
a Het eindcijfer voor de rekentoets en alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in
een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10.
b. Het eindcijfer is het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het
cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een heel getal, dan wordt het, indien
de cijfers achter de komma 49 of minder zijn, naar beneden afgerond en indien deze 50 of
meer zijn, naar boven afgerond.
c. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden is het cijfer voor het schoolexamen
tevens het eindcijfer.
d. Het cijfer voor de rekentoets is tevens het eindcijfer.
2.
a. Uitslag voor vwo en havo (Artikel 49 eindexamenbesluit) vanaf 2016
Vanaf 2016 geldt de volgende zak-/ slaagregeling:
De kandidaat die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd en het centraal examen voor
alle vakken heeft afgelegd binnen een schooljaar, geldt het volgende:
1. Het gemiddelde van het centraal schriftelijk moet een voldoende zijn. Een leerling is
dus gezakt als het gemiddelde cijfer voor het CE lager is dan een 5,5.
2. Verder geldt dat de leerling is geslaagd:
- bij alle vakken een 6 of hoger
- bij één vak een 5 en de andere vakken een 6 of hoger
- bij één vak een 4, de andere vakken een 6 of hoger en gemiddeld een 6,0
- voor twee vakken een 5 of één 5 en één 4, voor de andere vakken een 6 of hoger
en gemiddeld 6,0
- als ckv en lo voldoende zijn afgerond.
3. Leerlingen in het havo en vwo mogen ten hoogste één vijf voor het eindcijfer van de
basisvakken Nederlands, Engels en wiskunde scoren (de kernvakkenregeling).
Voor leerlingen zonder wiskunde geldt dat ten hoogste één vijf voor Nederlands en
Engels behaald mag worden. Een leerling is dus gezakt als
a) er meer dan één vijf voor deze vakken wordt gescoord;
b) er een vier of lager voor deze vakken wordt gescoord.
4. De rekentoets moet worden afgesloten met de beoordeling ‘behaald’.
b. Combinatiecijfer
In het combinatiecijfer worden de kleine vakken uit het gemeenschappelijk deel, het
profielwerkstuk en kcv gemiddeld. De ondergrens voor de afzonderlijke vakken is 4. Voor
het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit
gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het nabij
liggende gehele getal: 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5.
Het telt mee als één cijfer in de slaag/zakbepaling en kan dus ook eventuele onvoldoendes
compenseren.
b1 Combinatiecijfer havo
Het combinatiecijfer bestaat uit het gemiddelde eindcijfer van maatschappijleer en het
profielwerkstuk. De ondergrens voor het deelcijfer van de afzonderlijke vakken is een vier.
De eindcijfers, dus de afgeronde cijfers, worden gemiddeld. Het combinatiecijfer wordt zelf
ook afgerond. Het telt mee als één cijfer in de zak/slaagbepaling en kan dus ook eventuele
onvoldoendes compenseren.
- 17 -
b2 Combinatiecijfer Atheneum
Het combinatiecijfer bestaat uit het gemiddelde eindcijfer van algemene
natuurwetenschappen (in 2015-2016 en 2016-2017 nog wel, daarna niet meer),
maatschappijleer, het profielwerkstuk en eventueel klassieke culturele vorming (alleen 20152016). De ondergrens voor het deelcijfer van de afzonderlijke vakken is een vier. De
eindcijfers, dus de afgeronde cijfers, worden gemiddeld. Het combinatiecijfer wordt zelf ook
afgerond. Het telt mee als één cijfer in de zak/slaagbepaling en kan dus ook eventuele
onvoldoendes compenseren. Bij overstappers Havo naar Vwo die in het bezit zijn van een
Havodiploma geldt dat het combinatiecijfer uitsluitend bestaat uit het cijfer van het
profielwerkstuk.
b3 Combinatiecijfer Gymnasium
Het combinatiecijfer bestaat uit het gemiddelde eindcijfer van algemene
natuurwetenschappen (voor het laatst in 2016-2017), maatschappijleer en het
profielwerkstuk. De ondergrens voor het deelcijfer van de afzonderlijke vakken is een vier.
De eindcijfers, dus de afgeronde cijfers, worden gemiddeld. Het combinatiecijfer wordt zelf
ook afgerond. Het telt mee als één cijfer in de zak/slaagbepaling en kan dus ook eventuele
onvoldoendes compenseren.
Combinatiecijfer Havo
Combinatiecijfer Atheneum
Combinatiecijfer Gymnasium
ma, pws ( ma. 50% ; pws : 50%)
anw, ma, pws
anw, ma, pws
- 18 -
4. Absentie geoorloofd - ongeoorloofd
Op de website van Pantarijn staat meer informatie over het absentiebeleid.
Absenties zijn zowel voor ouders als leerlingen via Magister in te zien. Er zijn meerdere apps
beschikbaar (o.a. Maestro) voor tablet en mobiele telefoon.
4.1 Geoorloofde afwezigheid van lessen
Toestemming tot verlof om één of meer lessen niet te volgen, moet vooraf schriftelijk
worden aangevraagd: het benodigde formulier is verkrijgbaar bij de teamleider. Deze
beoordeelt of de toestemming verleend wordt.
Deze regeling geldt zowel voor activiteiten buiten de school (bijvoorbeeld bruiloften en open
dagen) als voor activiteiten binnen de school (bijvoorbeeld workshops, presentaties,
handelingsdelen, Pantarini’s en Spelgroep).
4.2 Ziekmelden en betermelden (vanaf thuis)
1. Wanneer je ziek bent, dienen ouders bij voorkeur per email ([email protected])
een ziekmelding te doen. Bewaar deze mail s.v.p.
2. Ben je weer beter, dan meld je je voor de eerste les weer beter bij de receptie. Je krijgt
dan een briefje mee dat door je ouders of verzorgers ondertekend moet worden en de
volgende dag moet worden ingeleverd bij de receptie. Ouders mogen ook een
betermelding mailen (bewaar deze).
3. Bij presentaties, mondelinge toetsen, etc. dient de receptie verzocht te worden ook de
betrokken docent op de hoogte te stellen.
4.3 Melden van ziekte tijdens toetsweken
Ziek melden tijdens toetsweken dient elke dag opnieuw telefonisch te gebeuren bij de
receptie (zie examenreglement artikel 12). Bespreek de situatie zo snel mogelijk met de
teamleider.
4.4 Ziek naar huis
Afmelden gedurende de dag doe je bij de receptie. Je krijgt dan een formulier mee dat door
je ouders of verzorgers ondertekend moet worden. Dit formulier moet je direct bij de receptie
inleveren als je weer op school komt. Deze betermelding mailen is ook toegestaan en
verdient de voorkeur bij leerlingen die briefjes wel eens vergeten of kwijtraken.
4.5 Te laat op school of te laat in de les
1. Ben je voor het begin van het eerste uur te laat, dan wordt je schoolpasje gescand bij de
deur. De volgende dag meld je je vóór acht uur bij de receptie, ongeacht of je het eerste
uur les hebt.
2. Ben je te laat in de les, dan word je als zodanig geregistreerd (een docent is niet verplicht
je dit te melden). Bij twijfel vraagt de leerling aan de docent of hij of zij geregistreerd is.
3. Niet vóór 8 uur melden telt als ongeoorloofde absentie. Zie ook punt 6.
4.6 Ongeoorloofde absentie (OA)
Onder ongeoorloofde absentie wordt verstaan:
 te laat komen en geen melding de volgende ochtend vóór acht uur.
 na ziekmelding het door ouders ondertekende briefje niet binnen een week inleveren.
 spijbelen.
 niet of te laat inschrijven voor vakondersteuning.
Misverstanden over ongeoorloofde absenties moeten binnen een week overlegd worden
met de docent die de absentie heeft genoteerd. Doe dit zwart op wit (mail, papier).
- 19 -
Vragen over ongeoorloofde absenties van langer dan een week geleden moeten met de
absentiecoördinator overlegd worden. Bij elke vier ongeoorloofde absenties (OA) wordt er
een brief naar huis gestuurd:






brief 1 (4 of meer OA’s) met het absentie-overzicht;
brief 2 (8 of meer OA’s) met een oproep voor een gesprek van de leerling met de
absentiecoördinator;
brief 3 (12 of meer OA’s) waarin ouders (eventueel) worden opgeroepen voor een
gesprek met een absentiecoördinator; tevens laatste waarschuwing voor het
beperken van herkansingsmogelijkheden,
brief 4 (16 of meer OA’s) met een afspraak voor de leerplichtambtenaar. Het aantal
herkansingen wordt beperkt tot zes.
brief 5 (20 of meer OA’s) waarin de herkansingsmogelijkheden worden beperkt tot
drie. Ouders worden eventueel opgeroepen voor een gesprek, nu bij de teamleider;
brief 6, (24 of meer OA’s) verlies van alle herkansingsmogelijkheden (voor info
bezwaarprocedure: zie absentiebeleid).
 In individuele gevallen blijven ad hoc maatregelen/andere sanctiemogelijkheden
mogelijk.
 De leerplichtambtenaar kan van de verschillende stappen op de hoogte gehouden
worden en kan desgewenst zelf contact met leerling en/of ouders opnemen.
 Ongeoorloofde absenties blijven het hele schooljaar staan, er is dus geen
kwijtschelding na een bepaalde periode.
 Wanneer een leerling om andere redenen dan absenties al is beperkt in zijn of haar
herkansingen, dan telt dit als een extra brief. Bijvoorbeeld:
Quin heeft zijn ckv niet op tijd ingeleverd en is hierdoor beperkt tot zes herkansingen.
Omdat hij vaak te laat is en soms ziekbriefjes kwijtraakt heeft hij absentiebrief 4
ontvangen. Opgeteld heeft hij nu nog maar drie herkansingen. Bij absentiebrief 5 is
hij al zijn herkansingsmogelijkheden kwijt.
4.7 Schorsen / verwijderen van 18+ leerlingen
Leerlingen van 18 jaar of ouder zijn niet meer leerplichtig. Wanneer de afwezigheid
(geoorloofd of ongeoorloofd) van een 18+ leerling door de teamleider als structureel te hoog
wordt ingeschat, kan de leerling worden uitgesloten van deelname aan lessen (schorsing).
Daarna volgt een zogenaamd verwijdertraject. Als laatste stap kan de leerling van school
verwijderd worden. In havo-5 en vwo-6 hebben leerlingen nog wel recht om opdrachten en
toetsen te maken die noodzakelijk zijn voor het afronden van het examenjaar.
4.8 Geoorloofde absentie
Sommige leerlingen hebben een hoog aantal geoorloofde absenties, bijvoorbeeld door
ziekmelding en/of binnen- en buitenschoolse activiteiten. In dit geval zal met de
leerlingen en zo nodig met de ouders besproken worden hoe de absenties zo veel
mogelijk verminderd kunnen worden. Eventueel kunnen aanvullende afspraken
gemaakt worden over bijvoorbeeld de wijze van afmelden.
- 20 -
5. Data
5.1 Jaarrooster 2016-2017
wk
1
2
3
4
5
6
7
8
datum
22-aug-16
29-aug-16
5-sep-16
12-sep-16
19-sep-16
26-sep-16
3-okt-16
10-okt-16
17-okt-16
24-okt-16
31-okt-16
7-nov-16
14-nov-16
21-nov-16
28-nov-16
5-dec-15
12-dec-16
19-dec-16
26-dec-16
2-jan-17
9-jan-17
16-jan-17
23-jan-17
30-jan-17
6-feb-17
13-feb-17
20-feb-17
27-feb-17
6-mrt-17
13-mrt-17
20-mrt-17
27-mrt-17
3-apr-17
10-apr-17
17-apr-17
24-apr-17
wk
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
havo-4
1
2
3
4
5
6
TP1
1
havo-5
1
2
3
4
5
6
TP 6
1
2
3
4
5
TP 2
1
2
3
2
3
4
5
TP 7
1
2
3
31
32
33
1-mei-17
8-mei-17
15-mei-17
18
19
20
3
4
5
34
35
36
37
38
39
40
22-mei-17
29-mei-17
5-jun-17
12-jun-17
19-jun-17
26-jun-17
3-jul-17
10-jul-17
21
22
23
24
25
26
27
28
6
7
8
TP5
CE
tussendagen
CE-II
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
vwo-4
1
2
3
4
5
TP 1
1
werkweek
herfstvakantie
2
3
4
5
TP 2
1
2
3
vwo-5
1
2
3
4
5
TP 6
1
2
vwo-6
1
2
3
4
5
6
7
8
3
4
5
TP 7
1
2
3
4
9
TP 11
1
2
3
4
5
6
PWS-dag
ma 5 dec Sint
Pantarijnweek
kerstvakantie
4
5
TP 3
1
2
3
4
5
6
TP4
1
2
B Reis
5
5
TP 8
1
2
3
4
4
5
5
6
TP 3
TP 8
1
1
2
2
3
3
4
4
voorjaarsvakantie
5
5
5
6
6
6
7
7
7
TP9
8
TP 9
TP4
1
tussendagen
1
B
Reis
HER
7
8
TP 12
1
2
3
4
Rekentoets 1e
5
6
7
Rekentoets 2e
HER
HER
Goede Vrijdag
Pasen
Koningsdag
examentraining vr 5 mei vrij
2
3
4
5
6
7
TP5
5
6
7
TP10
CE
tussendagen
tussendagen
CE-II
HER
HER
CE
CE
zomervakantie (6 weken, tot en met week 33)
start CE, wo
25+26 mei
Hemelvaart
Pinksteren
Rapportvergadering, boeken inleveren, rapporten ophalen
- 21 -
Rekentoets 2e
TP13
2
3
4
CE
CE
Open Huis
tussendagen
meivakantie
examentraining
Rekentoets 1e
start CE-2
5.2 Informatie en data afronding ckv, kcv, lo en pws
CKV in havo-4, havo-5, vwo-4 en vwo-5, kcv - in vwo-5 en het PWS in havo-5 en vwo-6
Algemeen: inleverdata en afrondingsprocedure schooljaar
Het inleveren moet gebeuren zoals vermeld bij de verschillende vakken.
De tussentijdse data en de uiterste inleverdatum voor ckv en kcv staan vermeld in het
tabelgedeelte van het PTA waarin per vak beschreven staat hoe de uiteindelijke beoordeling
wordt opgebouwd. Bij lo wordt hiervoor een aparte gids uitgereikt.
Eventuele wijzigingen van de vermelde data worden door de secties tijdig en duidelijk via
itslearning kenbaar gemaakt en in de klas besproken.
1. Voor de tussentijdse data betekent in gebreke blijven (de mogelijkheid van) interne
schorsing om alsnog de handelingsdelen naar behoren af te ronden.
2. Overschrijding van de uiterste inleverdatum bij één vak, betekent uitsluiting van de
herkansingen bij alle vakken. Wel kunnen binnen een beperkte tijd alsnog de
handelingsdelen afgerond worden.
3. Bij overschrijding van een uiterste afrondingsdatum in de niet-examenklassen wordt een
leerling niet bevorderd naar de volgende leerlaag.
4. Overschrijding van een uiterste afrondingsdatum van een handelingsdeel in havo-5 of
vwo-6 betekent dat een leerling niet kan slagen, aangezien niet voldaan wordt aan de
criteria om te kunnen slagen. Deelname aan het centraal examen is wel mogelijk, maar
het diploma kan pas na een voldoende afronding van het ontbrekende werk worden
verstrekt.
5. Bij overschrijding van een uiterste afrondingsdatum van lo in de examenklas betekent een
“onvoldoende” op de eindlijst dat daarmee niet wordt voldaan aan de criteria om te kunnen
slagen. Deelname aan het centraal examen is wel mogelijk, maar het diploma kan pas na
een voldoende afronding van het ontbrekende werk worden verstrekt.
Indien de procedures niet correct gevolgd zijn kun je schriftelijk in beroep gaan bij de
examencommissie.
- 22 -
Voorlopige data profielwerkstuk havo-5 en vwo-6, 2016-2017
Hieronder de voorlopige data voor de profielwerkstukken. Definitieve data worden vermeld in
de Profielwerkstukgids die aan iedere leerling wordt uitgedeeld. Deze gids is ook te vinden
op de profielwerkstuksite op itslearning.
mei 2016
Vrijdag 9 september 2016
Formulier pws-voorstel inleveren in studiehuis
PWS-dag
Donderdag 27 oktober 2016
Aftekenmoment 1:
inleveren bouwplan/proefhoofdstuk in studiehuis
Donderdag 12 januari 2017
Aftekenmoment 2:
Eerste versie pws inleveren in studiehuis
Maandag 6 maart 2017
Aftekenmoment 3:
Eindversie pws inleveren in studiehuis
Donderdag 16 maart 2017
Presentatiemiddag: iedereen presenteert!
- 23 -
5.3 Rooster Centraal Examen 2017 (zie examenblad.nl)
Zie ook www.examenblad.nl; Algemeen; Rooster; ..doorklikken… Examenrooster; bijlage 1
Havo rooster CE 2017
- 24 -
Vwo rooster CE 2017
Eerste tijdvak. Data zie hierboven. Uitslag op woensdag 14 juni 2017.
Tweede tijdvak. Herexamens vanaf maandag 19 juni (definitief schema in maart 2017).
Uitslag op vrijdag 30 juni 2017.
Diploma-uitreiking 2017: zie examenoog 2017.
- 25 -
6. De rekentoets
Vanaf het schooljaar 2013-2014 is de rekentoets een verplicht onderdeel van het eindexamen.
Vanaf het schooljaar 2015-2016 telt het resultaat van de rekentoets mee in de uitslagregeling.
Voor vwo telt het cijfer mee in de kernvakkenregeling, voor de havo geldt voorlopig alleen de
eis dat de rekentoets “behaald” moet zijn. De grens waarbij dat zo is wordt langzamerhand
opgetrokken van een 4,5 naar een 5,5.
Omdat de exameneisen nog niet vast liggen, streeft Pantarijn naar een voldoende resultaat
voor de rekentoets voor alle leerlingen. Dat betekent dat een leerling met een onvoldoende
resultaat de rekentoets verplicht moet herkansen.
Er zijn in totaal 4 kansen om de rekentoets te halen. De eerste daarvan is in het
voorexamenjaar in januari. Daarna volgen de herkansingen in datzelfde jaar in maart en in het
eindexamenjaar ook weer in januari en maart.
De eerste afname van de rekentoets voor de leerlingen van havo-4 en vwo-5 is in de periode
van 10-23 januari 2017. De tweede afname is van 7-20 maart 2017. De exacte data worden
nog nader vastgesteld.
Indien een leerling doubleert in havo-4 of vwo-5, vervallen de resultaten van de rekentoets uit
het voorgaande jaar. Ook bij doubleren in het examenjaar vervallen de resultaten.
Overstappers van vwo-5 naar havo-5 behouden hun resultaten wel.
Leerlingen met (aantoonbare) ernstige rekenproblemen (ER) kunnen een aangepaste
rekentoets maken. Dit wordt dan op het diploma vermeld. De ER-leerling kan kiezen eerst de
reguliere rekentoets te maken en bij onvoldoende alsnog een ER-toets of beginnen met de
ER-toets en bij voldoende alsnog een reguliere toets. De notitie ER komt niet op het diploma
te staan als er voldoende voor de reguliere toets wordt gescoord.
- 26 -
7. Verzoeken, bezwaren en klachten
7.1 Teamleider
Bij een verzoek, bezwaar of klacht, wende de leerling en / of de ouder / verzorger zich in
eerste instantie tot de teamleider. De teamleider zal in overleg met de betrokkenen bekijken
of er een oplossing gevonden kan worden.
7.2 Examencommissie
Indien er, na overleg met de teamleider, geen oplossing is gevonden, kan men het
desbetreffende verzoek, bezwaar of de desbetreffende klacht indienen bij de
examencommissie.
Een leerling en / of ouder / verzorger die het niet eens is met de gang van zaken bij een
bepaald onderdeel van het schoolexamen, waaronder niet begrepen maatregelen van de
directeur als bedoeld in artikel 13, kan zich binnen 14 dagen na bekendmaking van de
beoordeling schriftelijk wenden tot de locatiedirecteur, die de klacht afhandelt na overleg met
de examencommissie.
Bezwaren tegen het beoordelingsresultaat van onderdelen van het schoolexamen dienen
binnen 5 schooldagen na de bekendmaking van het beoordelingsresultaat schriftelijk bij de
secretaris van de examencommissie ingediend te worden.
De examencommissie bestaat uit:
voorzitter
lid
lid
lid
lid
lid
mw. S. van Donselaar, locatiedirecteur
dhr. R. Plagge, secretaris
mw. A. Offenbach, teamleider mavo
mw. F. Boselie, teamleider havo/vwo middenbouw
mw. A. de Jager, teamleider havo bovenbouw
mw. T. Vroege, teamleider havo/vwo bovenbouw
De examencommissie is te bereiken via [email protected]
7.3 Commissie van beroep
Indien de afhandeling van de klacht, bedoeld in lid 1, niet naar tevredenheid is van de klager,
kan de klager de klacht voorleggen aan commissie van beroep. Het algemene klachtenrecht
van Pantarijn is van toepassing.
Artikel 5.4. van het Examenbesluit VO schrijft voor dat het bevoegd gezag een commissie
van beroep instelt. Een kandidaat kan bij deze commissie in beroep gaan tegen een
beslissing van de locatiedirecteur. Het reglement van de commissie van beroep is te
downloaden op de website van de school (commissie van beroep examens RSG Pantarijn).
Een bezwaar moet worden gericht aan de Commissie van Beroep, t.a.v. ambtelijk
secretaris H.G. Timmer, postbus 257, 6700 AG Wageningen.
- 27 -
Bijlage 1
Overzicht examenvakken
SE= schoolexamen; CE= centraal examen.
+ wel een examen
– geen examen
0 niet van toepassing
Officiële
afkorting
HAVO
SE
Aardrijkskunde
ak
+
algemene natuurwetenschappen** anw
0
Biologie
biol
+
culturele en kunstzinnige vorming ckv
+
Duitse taal en literatuur
dutl
+
economie
econ
+
Engelse taal en literatuur
entl
+
filosofie
fi
0
Franse taal en literatuur
fatl
+
geschiedenis
ges
+
Griekse taal en literatuur *
grtl
0
Griekse taal en cultuur *
gtc
0
informatica
in
+
klassieke culturele vorming *
kcv
0
kunstvak beeldende vormgeving
kubv
+
kunstvak muziek
kumuu +
lichamelijke opvoeding
lo
+
maatschappijleer
maat
+
management en organisatie
m&o
+
Latijnse taal en literatuur *
latl
0
Latijnse taal en cultuur *
ltc
0
natuurkunde
nat
+
Nederlandse taal en literatuur
netl
+
scheikunde
scheik +
wiskunde-A
wisA
+
wiskunde-B
wisB
+
wiskunde-C
wisC
0
wiskunde-D
wisD
0
VAK
CE
+
0
+
+
+
+
0
+
+
0
0
0
+
+
+
0
0
+
+
+
+
+
0
0
VWO
SE
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
CE
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
-
* Vanaf het jaar 2014-2015 wordt in vwo-4 het vak Latijnse taal en cultuur en het vak Griekse
taal en cultuur, aangeboden. Dit is een samenvoeging van respectievelijk Latijn en Grieks en
het vak klassieke culturele vorming (kcv). In het rooster zullen beide vakken om praktische
redenen apart genoemd worden.
** Vanaf het jaar 2015-2016 is het vak ANW afgeschaft.
- 28 -
Bijlage 2
Lesurentabellen
Reguliere tabellen 70 minuten havo, 2016-2017
Vak
Ak
Bi
BV1
Kunst alg1
CKV
Du
Ec
En
Fa
Cg
Gs
In
LO
Ma
Men
MO
Mu1
Na
Ne
Rek
Sk
WA
WB
1
periode
H41
1
2
2
0
1
2
2
2
2
1
2
2
1
1
1
2
2
2
2
1
2
2
2
H42
2
2
1
0
0,7
2
2
2
2
1
2
2
2
1
1
2
1
2
2
0
2
2
2
H51
2
2
1
2
1
2
2
2
2
0
2
1
1
0
1
2
1
2
2
0
2
2
2
H52
1
2
0
1
0
2
2
2
2
0
1
1
0
0
1
2
0
2
3
0
1
2
2
Kunst algemeen is officieel geen apart vak maar onderdeel van zowel Beeldende Vorming
als Muziek. Om praktische redenen wordt het hier wel apart vermeld. Leerlingen die zowel
beeldende vorming alsook muziek volgen moeten een extra opdracht maken (vwo
160 uur; havo 120 uur). Neem hiervoor contact op met de vakdocent.
- 29 -
Reguliere tabellen 70 minuten vwo, 2016-2017
Vak
Ak
Bi
BV1
Kunst alg1
Cg
CKV
Du
Ec
En
Fa
Fil
Gr2
Gs
In
KCV2
La2
LO
Ma
Men
MO
Mu1
Na
Ne
Sk
WA
WB
WC
WD
periode
V41
1
2
2
0
1
0
2
2
2
2
1
2
2
2
0
2
1
0
1
2
2
1
2
2
2
2
2
1
V42
1
2
1
0
1
1
2
2
1
2
1
2
2
2
1
2
1
0
1
1
1
2
2
1
2
2
2
2
V51
2
2
1
1
0
1
2
2
2
2
2
2
2
2
1
2
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
2
1
V52
2
2
1
1
0
1
2
2
1
2
2
2
1
2
1
2
1
1
1
2
1
2
2
2
2
2
2
2
1
V61
2
2
1
1
0
0
2
2
2
2
2
2
2
0
0
3
1
0
1
2
1
2
2
2
2
3
2
2
V62
1
1
0
1
0
0
1
1
2
1
2
2
2
0
0
2
0
0
1
2
0
2
2
2
2
2
1
1
Kunst Algemeen is officieel geen apart vak maar onderdeel van zowel Beeldende Vorming
als Muziek. Om praktische redenen wordt het hier wel apart vermeld. Leerlingen die zowel
beeldende vorming als ook muziek volgen moeten een extra opdracht maken (vwo
160 uur; havo 120 uur). Neem hiervoor contact op met de vakdocent.
2
Vanaf het jaar 2014-2015 wordt in vwo-4 het vak Latijnse taal en cultuur en het vak Griekse
taal en cultuur, aangeboden. Dit is een samenvoeging van de oorspronkelijke vakken Latijn
en Grieks en het vak klassieke culturele vorming (kcv). In het rooster zullen beide vakken
om praktische redenen nog apart genoemd worden.
- 30 -
Bijlage 3
Protocol “citaat of plagiaat?”
Wanneer je een werkstuk maakt stel je jezelf vragen. Bij het vinden van een antwoord kom je
met geschreven bronnen in aanraking. Het is dan verleidelijk om het gevonden antwoord
over te nemen. De vraag is: mag dat of mag dat niet?
De hoofdregel is: “Citeren mag, kopiëren niet.”
Wat is citeren?
Citeren is het overnemen van een aantal zinnen van een bron, met duidelijke vermelding van
die bron er direct bij. Citeren is erop gericht een extra waarde te geven aan een argument
dat je gebruikt. Voorbeeld: een definitie uit een woordenboek of encyclopedie, een
bijzondere manier waarop iemand iets verwoordt of een verhelderend grafiekje.
Kenmerken van een citaat:
1) het begin en het einde van het citaat is duidelijk gemarkeerd.
2) een citaat voegt iets toe wat in eigen woorden vertaald minder goed zou werken.
3) de bron is direct na het citaat vermeld.
4) een citaat is nooit langer dan nodig.
Wat is kopiëren?
Kopiëren is het presenteren van andermans werk als eigen werk en mag dus niet. Het
overnemen van een structuur van een stuk zonder te vermelden waar je het vandaan hebt is
ook verboden. Veranderen van een paar woordjes in een gevonden tekst maakt het geen
eigen werk. De moderne tekstverwerkingsprogramma’s maken kopiëren (bijvoorbeeld in de
vorm van knippen en plakken ) gemakkelijk en verleidelijk. Maar: kopiëren is een vorm van
plagiaat, het is fraude en dus verboden.
Wat willen we wel?
Wij willen dat je een stuk schrijft in je eigen woorden, waarin je gevonden bronnen (bijv.
boeken, artikelen, internetpagina’s) weegt, met elkaar vergelijkt en beoordeelt. De opbouw
van je stuk heb je zelf verzonnen. Bronnen worden duidelijk vermeld, zodat een ander de
bron snel kan terugvinden. Aan het eind van je verslag geef je een overzicht van de
gebruikte bronnen.
Sancties
Wanneer blijkt dat een leerling plagiaat heeft gepleegd, wordt dit beschouwd als een
onregelmatigheid (zie artikel 13 van het PTA). Gebruik of vermelding van bronnen, die niet
aan de eisen voldoen, betekent aftrek van punten.
Controle
Door docenten wordt gebruik gemaakt van het plagiaatscanprogramma: Ephorus. Dat
programma herkent of je een stuk tekst hebt gebruikt dat letterlijk op een internetpagina te
vinden is. Werkstukken moeten zowel op papier als digitaal aangeleverd worden.
- 31 -
Bijlage 4
Protocol aanvraag extra faciliteiten; TTV, verklanking, etc.
Indien je gebruik wilt maken van toetstijdverlenging (TTV) verloopt de procedure volgens het
schema op de volgende pagina. De aanvraag voor toetstijdverlenging geldt voor alle
leerlingen in de bovenbouw die extra toetstijd willen aanvragen, dus ook voor dyslectische
leerlingen.
De aanvraag begint bij de mentor. De mentor meldt de aanvraag bij de teamleider en de
ondersteuningscoördinator. De ondersteuningscoördinator zal een verklaring controleren en
toetsen aan wetgeving, en in het geval van dyslectische leerlingen ook aan het
dyslectieprotocol Pantarijn. De teamleider zet het verzoek tot toetstijdverlenging op de
agenda van de examencommissie. De examencommissie stelt het toekennen van
toetstijdverlenging vast. De ondersteuningscoördinator geeft haar bevindingen door aan de
teamleider. Indien de toetstijdverlenging wordt toegekend, wordt dit ingevoerd in Magister.
De beheerder van het studiehuis maakt een toetstijdverlengingspasje en reikt dit uit aan de
leerling.
Ook zal er in het examenjaar een melding gedaan worden bij de onderwijsinspectie dat je
gebruik hebt gemaakt van toetstijdverlenging.
Indien de aanvraag afgewezen wordt, kan er een schriftelijk verzoek ingediend worden bij de
examencommissie voor toetstijdverlenging op basis van tijdelijke beperkingen (maximaal 1
toetsperiode). Dit wordt ook ingevoerd in Magister.
Leerlingen met (tijdelijke) toetstijdverlenging ontvangen een pas van de
studiehuiscoördinator. Na de betreffende toetsweek moet je het (tijdelijke) pasje weer
inleveren bij de beheerder van het studiehuis. Tijdens toetsen moeten leerlingen die gebruik
willen maken van verlenging de pas duidelijk zichtbaar op tafel neerleggen.
De toetstijdverlenging bedraagt 10 minuten, ongeacht de lengte van de toets.
Het aanvragen van overige extra faciliteiten, bijvoorbeeld verklanking via Claroread, moet
schriftelijk aangevraagd worden bij de examencommissie.
Leerlingen van niet Nederlandse afkomst hebben na binnenkomst in Nederland recht op 5
jaar toetstijdverlenging (ook bij examens). Als leerlingen verdere aanpassingen nodig
hebben, moeten ze contact opnemen met de ondersteuningscoördinator (Mw. P. Ruisch).
Ook deze aanvragen verlopen via onderstaand schema.
- 32 -
Procedure toetstijdverlenging
Aanvraag toetstijdverlenging bij
de mentor die dit meldt bij de TL
en doorgeeft aan de ond-co.
Deskundige beoordeling door
ond-co op basis van wetgeving
negatief
positief
Invoeren in
Magister door ond-co
Als TTV, met de
benodigde
hulpmiddelen.
Documentatie delen
met betrokkenen
Examencommissie
Mogelijkheid tot TTV op basis van
criteria die tijdelijk zijn, of in
afwachting van een lopend
onderzoek . Schriftelijk aanvragen
bij examencommissie die dit
verzoek beoordeelt en afhandelt.
Geen TTV
negatief
positief
Tijdelijke TTV. Toevoeging in Magister
(extra kolom nodig voor tijdelijk).
Pas aanmaken door studiehuiscoördinator
met vermelding van einddatum.
- 33 -
Bijlage 5
Boeken lezen Engels
Algemeen
Alle in de bibliotheek aanwezige Engelse boeken voor de bovenbouw zijn ingedeeld volgens
een puntentoekenning:
1 = gemakkelijk, zowel taalkundig als literair niet van een al te hoog niveau
2 = gemiddeld
3 = literair en taalkundig op niveau
4 = hoog literair en taalkundig niveau
H4 boeken zijn uitsluitend voor H4.
H boeken mogen worden gelezen in H4, H5 en V4.
 Voor leerlingen van havo-5 en vwo-5: er is een uitgebreide thematische lijst met wel
100 thema’s, die jaarlijks wordt bijgewerkt, dikwijls aan de hand van suggesties van
leerlingen.
o Je mag ook een eigen thema kiezen.
 Boeken die niet op de boekenlijsten van school staan: deze mag je lezen, maar niet
voordat je hebt overlegd met je docent.
 Ook voor meer dan 1 titel van dezelfde schrijver geldt: alleen met goedkeuring van je
docent.
 Alle boekverslagen moeten uiterlijk, via itslearning, zijn ingeleverd op de in het PTA
vermelde data.
o Geprinte versies: in het studiehuis, uiterlijk op de maandag na de in het PTA
vermelde data voor 12.00 uur. Dit geldt voor leerlingen van havo-5, vwo-5 en
vwo-6.
 Alle via itslearning ingeleverde boekverslagen worden gecontroleerd d.m.v. de
plagiaatscanner.
 In geval van plagiaat moet je een nieuw boek lezen dat wordt uitgekozen door je
docent.
 Wanneer je docent daarom vraagt, moet je ook een geprinte versie inleveren,
eventueel voorzien van achtergrondartikelen en recensies.
 Blijf je in gebreke, dan volgt 0,5 punt aftrek per boek op het mondelinge examen
(derde boek havo-4, havo-5, vwo-5 en 6)
 Na de uiterste inleverdatum komt een ‘terugkommiddag’, waarop het achterstallige
werk alsnog moet worden gedaan, aangevuld met een schriftelijke opdracht of
mondelinge overhoring (havo-4, vwo-4 en 5).
 Bij doubleren moeten altijd nieuwe boeken worden gelezen.
 In geval van twijfel: overleg tijdig met je docent!
Havo-4
Twee boeken van elk minimaal 150 bladzijden, een boek van 200 blz. Het derde boek wordt
samen met de boeken uit havo-5 op je mondeling besproken, deze drie boeken hebben
hetzelfde thema.
Totaal: minimaal 5 punten.
Havo-5
Let op het thema! (zie derde boek havo-4) Overleg met je docent!
Twee boeken van elk minimaal 200 bladzijden.
Totaal: minimaal 4 punten (minimaal 5 in totaal met het havo-4 boek).
Boeken niet op de juiste wijze en niet voldoende afgerond op de deadline voorafgaande aan
het mondeling schoolexamen (= de inleverdatum van het laatste boek): ontzegging van
toegang tot het mondeling schoolexamen en automatische verwijzing naar de
herkansingsperiode, hetgeen verlies van het recht op herkansingen voor de overige
schoolexamens Engels tot gevolg heeft.
- 34 -
Vwo-4
Drie boeken van elk minimaal 150 bladzijden.
Totaal: minimaal 5 punten.
Vwo-5 en vwo-6: kies een thema! Overleg met je docent!
In vwo-5: 3 boeken van elk minimaal 200 bladzijden, thematisch verwant.
In vwo-6: 1 boek van vóór WW II, minimaal 200 bladzijden. Dit boek hoeft niet thematisch
verwant te zijn aan de drie in vwo 5 gelezen boeken.
Totaal 4 boeken: minimaal 10 punten.
N.B. In vwo-5 en vwo-6: geen boeken meer met aanduiding 1 punt!
Bij de geprinte versies dient achtergrondinformatie te worden bijgevoegd: biografische
gegevens, artikelen, recensies (deze laatste voorzien van je persoonlijk commentaar).
In de les zullen de boeken steekproefsgewijs mondeling worden overhoord. Bovendien
zullen ter voorbereiding op het schoolexamen mondelinge presentaties worden gehouden,
waarbij ook aandacht zal worden besteed aan uitspraak en spreekvaardigheid.
Mondelinge schoolexamens havo-5 EN vwo-5/6
Op het mondeling laat je zien hoe de drie boeken zich tot het door jou gekozen thema
verhouden. Je bent in staat overeenkomsten en verschillen aan te tonen betreffende
personages, wereldbeeld, het gebruik van tijd en ruimte, stijl, perspectief, enz. Bovendien
ben je in staat een eigen, degelijk beargumenteerde mening te geven over de sterke en
zwakke punten van de boeken, waarbij voor vwo 6 geldt dat door jou becommentarieerde
recensies en achtergrondinformatie (niet alleen van internet, maar ook afkomstig uit boeken
en artikelen die in de bibliotheek te vinden zijn!) een grote rol spelen.
Voor vwo 6 geldt dat naast de drie thematisch verwante boeken ook de roman geschreven
voor WW II wordt besproken.
Advies: overleg van te voren met je docent over de boeken, het thema, de
achtergrondinformatie, enz.
Herkansen van het mondeling kan alleen met goedkeuring van de examencommissie.
Vaststelling eindcijfer mondeling schoolexamen Engels:
cijfer uitspraak + cijfer spreekvaardigheid + cijfer inhoud en achtergronden boeken
3
Voorbeeld:
Uitspraak: 6,5
Spreekvaardigheid: 6,0
Boeken: 7,5
Eindcijfer: 20,0 : 3 = 6,7 (afgerond)
- 35 -
Bijlage 6
Regeling intern doorstromen 4M→4H en 5H→5V
Leerlingen die opteren om naar een hoger niveau te gaan na het behalen van het diploma,
geven dat aan bij hun mentor voor de kerstvakantie. Zij gaan naar de voorlichting die de
decaan en teamleider hierover geven in 4M dan wel H5 in jan/feb van hun examenjaar.
1) De leerlingen vragen hun docenten om advies via een adviesformulier (te verkrijgen bij
hun teamleider). Zij krijgen zelf de feedback te lezen en weten dat de individuele docenten
hun adviezen ook nog samen zullen delen, waarna een teamadvies wordt vastgesteld. Het
ingevulde adviesformulier leveren leerlingen in bij hun teamleider voor 15 mrt.
2) De adviezen worden besproken in een docentenbijeenkomst waar een teamadvies
gegeven wordt (mrt/apr).
3) Naast het teamadvies van docenten is er ook een cijfereis: leerlingen M4 hebben geen
onvoldoendes op hun diploma; leerlingen van H5 hebben geen onvoldoendes voor hun
vakken op het CSE. Bovendien hebben zij geen onvoldoendes op hun diploma.
4) Daarnaast vindt er een individueel intakegesprek plaats met de teamleider van de nieuwe
afdeling en de decaan van die afdeling. Zij stellen vast of de leerling aan de instroomeisen
(afgezien van de cijfereis) voldoet.
5) De examenvergadering stelt vast of de leerling aan de cijfereis voldoet. Voldoet de leerling
aan alle eisen, dan wordt de leerling toegelaten tot het hogere niveau. Mocht de
examenvergadering van docenten besluiten haar eerdere teamadvies aan de leerling over
doorstroming aan te passen n.a.v. de diploma-uitslag, dan komt er een toelatingscommissie.
6) Voor bijzondere gevallen is er een toelatingscommissie bestaande uit drie teamleiders en
twee decanen. Deze toelatingscommissie doet uitspraak over de toelating van de leerling na
het CSE.
7) Met het vakkenpakket waarin de leerling het examen heeft afgelegd, moet het mogelijk
zijn een vakkenpakket samen te stellen op het hogere niveau met daarin maximaal één
nieuw op te nemen vak. Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het inhalen en wegwerken
van achterstanden bij het nieuwe vak en eventueel bij de andere vakken uit hun pakket. Ze
mogen daarbij een beroep doen op hun docenten voor ondersteuning en materiaal.
- 36 -