Transcript programma

11.01.17 | 20:00 | Concertzaal
SAINT-SAËNS: FRANS DIERENCARNAVAL
CAMILLE SAINT-SAËNS (1835 – 1921) :
Danse macabre, opus 40 - (1874), versie voor twee
piano’s door de componist
Sonate voor klarinet en piano in Es groot,
opus 167 - (1921)
Allegretto – Allegro animato – Lento – Molto allegro /
Allegretto
Variaties op een thema van Beethoven, voor twee
piano’s, opus 35 - (1874)
Wedding cake opus 76, Caprice-valse voor piano en
strijkers (1896)
-Pauze-
Selectie uit het Septet in Es groot, opus 65 –
(1880), voor trompet, strijkers en piano
Menuet – Intermède – Gavotte – Finale
Carnaval des Animaux - (1886)
Intro, De mars van de leeuw – Kippen en hanen –
Muilezels – Schildpadden – De olifant – Kangoeroes –
Het aquarium – Personages met lange oren – De
koekoek – De volière –
De pianisten – De fossielen – De zwaan – Finale
Anima Eterna Brugge o.l.v. Jos van Immerseel
Jos van Immerseel, piano
Claire Chevallier, piano
Georges Barthel, fluit
Lisa Shklyaver, klarinet
Thibaud Robinne, trompet
Martin Reimann & László Paulik, viool
Frans Vos, altviool
Sergei Istomin, cello
Beltane Ruiz Molina, contrabas
Koen Plaetinck, percussie
Jan Lust, celesta
SAINT-SAËNS: FRANS DIERENCARNAVAL
Camille Saint-Saëns hoefde geen
revolutionaire muziek te schrijven om
iets moois uit zijn mouw te schudden.
Ook zijn onbekende stukken zijn zonder
meer interessant en mooi.
Het wonderkind Saint-Saëns maakte een
onvergetelijke indruk. Als 5-jarig
knulletje componeerde hij reeds en als
11-jarige stond hij als pianist op het
professionele podium. Zijn 85-jarige
carrière eindigde echter in mineur.
Aan de start van zijn carrière werd hij
met lof en decoraties overladen. Naar
het einde toe van zijn leven werd hij
meewarig behandeld, niet in het minst
als de fanatieke muziekcriticus die hij
was, bekend om zijn hardnekkige
oppositie tegen de ‘musique nouvelle’.
Zijn negatieve, kritische geschriften over
Wagner, Schönberg of Mahler ontlokten
veel onbegrip. Zo brak hij in 1913 ook
‘Le Sacre du Printemps’ van Stravinsky
tot op het bot af. We moeten er wel bij
vermelden, dat er in het begin van de
20ste eeuw talloze woordenoorlogjes
werden uitgevochten tussen de Franse
en Duitse cultuurlui, niet in de laatste
plaats op het gebied van de muziek.
Terwijl de Franse muziek begin 20ste
eeuw dan toch een vernieuwende en
uiterst creatieve injectie kreeg via
componisten als Debussy en Ravel, bleef
Saint-Saëns zich wentelen in de
oubollige romantische toonspraak. De
nieuwe generatie Franse componisten
beschouwde hem als ouderwets. SaintSaëns, vroeger de grote voorstander van
alles wat Frans en nieuw was,
verafschuwde de moderne Franse
muziek. De muziekgeschiedenis heeft
het hem niet vergeven: na zijn dood
werd hij van de affiches gevoerd. Het
was wachten tot zovele decennia later,
na WO II – zoals met zovelen het geval
was die uit de geschiedenis werden
geschrapt– om eerherstel te genieten.
Saint-Saëns heeft een uitgebreid,
gevarieerd oeuvre bijeen
gecomponeerd, ook op het terrein van
de kamermuziek, in een tijd dat het in
Frankrijk allesbehalve ‘bon ton’ was om
kamermuziek te schrijven. Zijn streven
naar een authentieke Ars Gallica, weg
onder de vleugels van de toenmalige
dominante Germaanse muziekstijlen en
–vormen, initieerde een schrijfstijl die
getuigde van transparantie (typisch
Frans) en een oerdegelijke structuur
(wat hij dan in weerwil van zichzelf van
de Germaanse componisten overnam).
Opvallend: waar dan ook meerdere
instrumenten aanwezig zijn, getuigt het
werk van een gedegen dialoog tussen de
instrumenten, solisten of groepen. Met
een bijzonder evenwicht als resultaat,
want elk instrument speelt zijn duidelijk
gedefinieerde rol.
Als zovele van zijn collega’s inspireert
hij zich in het begin op Beethoven, maar
al vlug komt die typische Franse flair de
hoek om kijken, de elegantie, de lichtere
toets, de gracieuze subtiliteit, het meer
‘Salonfähige’. In zijn kamermuziek is de
piano er omzeggens altijd bij (met SaintSaëns aan de piano). Veel schreef hij
voor amateurs, vandaar nog altijd zo
geliefd bij allerhande instrumentisten.
Maar er drijven natuurlijk meer
complexe meesterwerkjes boven. Zoals
die klarinetsonate. Gecomponeerd in
zijn laatste levensjaar toen hij nog
weinig te vertellen had, maar in die
sonate hervond hij zijn melodieuze
kracht, virtuoze schrijfstijl en vuur.
Een van de mooiste Franse werkjes uit
het laatste kwart van 19de eeuw is het
septet met zijn merkwaardige
samenstelling: trompet, piano,
strijkkwartet en contrabas. De opdracht
kwam van de Parijse vereniging ‘La
Trompette’, vandaar die trompet en
diens dominante stem. Maar Saint-Saëns
behoudt de balans. Hij wilde een
hommage brengen aan baroksuite,
gecharmeerd als hij was door de
kleurrijke en elegante schrijfstijl van
Rameau, wiens verzameld werk hij
uitgaf.
Saint-Saëns heeft nooit serieuze
bedoelingen gehad om Carnaval der
dieren uit te geven. In dit werk geeft hij
grappige en niet altijd serieus bedoelde
kritiek op collega’s en het
muzikantenwereldje. Maar wat eigenlijk
als grap bedoeld was, en alleen bestemd
voor vrienden, werd uiteindelijk een
geweldig succes. In veertien deeltjes
worden verschillende werken van
collega-componisten op een komische
manier belicht en zelfs een beetje
belachelijk gemaakt.
De stoet van dieren wordt geopend met
een statige koningsmars van de leeuw.
Even verder sloffen schildpadden op de
beroemde Cancan van Offenbach, en
dansen olifanten op een melodie van
Berlioz. Ook neemt hij zwoegend
studerende pianisten op de hak die
moeizaam oninteressante oefeningen
spelen. Het bekendste deel is de
prachtige cellomelodie die een
stervende zwaan voorstelt. Behalve voor
symfonieorkest bestaat er een
uitvoering voor twee piano’s.
Als jonge componist trachtte Saint-Saëns
baanbrekend te zijn, en dat was hij in
Frankrijk ook bijvoorbeeld met zijn
introductie van ‘programmamuziek’.
Veruit het bekendste voorbeeld is zijn
Danse macabre, een symfonisch gedicht,
gebaseerd op de gelijknamige poëtische
tekst van Henri Cazalis over de jaarlijkse
dodendans, waarbij De Dood de doden
oproept op te staan uit de graven en de
skeletten tot een dans convoceert.
In tegenstelling wat de naam doet
vernoemen is de als huwelijksgeschenk
gecomponeerde Valse-Caprice verre van
een glad zoetigheidje, maar een
fascinerend juweeltje, karakteristiek
voor Saint-Saens’ kunst. Zijn Variations
sur un thè me de Beethoven is zijn eerste
en meest substantiële stuk dat hij
schreef voor 2 piano’s. De acht variaties
plus een fuga, presto en coda, zijn
gebaseerd op het trio van het menuet uit
Beethovens pianosonate nr. 18 (De
Jacht). Saint-Saëns kreeg het voor elkaar
bijna orkestrale sonoriteiten op te
roepen en toch de muziek toegankelijk
te houden voor eerder minder technisch
bedreven pianisten.
ZA | 14.01.17 | 20:00 | CONCERTZAAL
SYMFONIEORKEST VLAANDEREN
SMETANA, CHOPIN, DVORÁK
ZA | 18.02.17 | 20:00 | CONCERTZAAL
SYMFONIEORKEST VLAANDEREN
EXOTISME - BOLERO
VR | 20.01.17 | 20:00 | CONCERTZAAL
DEFILHARMONIE
BERG, MAHLER
VR | 24.02.17 | 20:00 | CONCERTZAAL
BRUSSELS PHILHARMONIC, VLAAMS RADIOKOOR
& JEAN-YVES THIBAUDET | THE MYSTERIES OF LIGHT
DO | 02.02.17 | 20:00 | KRAAKHUIS
CATALINA VICENS
RECITAL VOOR ZINGENDE KLAVECINISTE
ZO | 26.02.17 | 15:00 | CONCERTZAAL
B’ROCK
VIVALDI, REICH, LIGETI
DEBIJLOKE.BE/NU
24 UUR VOOR EN NA HET CONCERT. VIND
SNEL MEER ACHTERGRONDINFO. BEREKEN
JE ROUTE NAAR DE BIJLOKE. DEEL JE
MENING OVER DIT CONCERT.
BESPREEKBUREAU
MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT
J. KLUYSKENSSTRAAT 2, 9000 GENT
DI – VR 13:00 – 17:00 (DOORLOPEND)
09 323 61 00 / WWW.DEBIJLOKE.BE
COLOFON
TEKST PROGRAMMABOEKJE Frank Pauwels / V.U. Geert Riem
© MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT
Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)
Bloemen voor de artiesten worden aangeboden door Gentse bloemenzaak Bluet – fair flowers, plants &
design.