INVENTARISATIERAPPORT VAN "HET POELBOS"

Download Report

Transcript INVENTARISATIERAPPORT VAN "HET POELBOS"

INVENTARISATIERAPPORTVAN"HETPOELBOS"
doordeK.N.N.V.-afdelingBeveland
Samenstellers:B.Krebs (InleidingenHydrobiologie)
J.Bakker (GeschiedenisvanDePoel)
W.D.J.Kuys (PaddestoelenenZoogdieren)
H.Mosterdijk (Mossen)
M.G.M.Jansen (Hogereplanten,PissebeddenenVlinders)
P.Wondergem (Vogels)
F.E.Boelé (Algemenediscussie,SamenvattingenEindredactie)
Goes,1981.
Inventarisatiemedewerkers:
Paddestoelen:
W.D.J.KuysenM.G.M.Jansen.
Mossen:
H.Mosterdijk.
Hogereplanten:
J.Bakker,P.v.d.Dries,M.G.M.Jansen,
G.M.Kostense-Tenge,B.Koutstaal,W.D.J.Kuys,
H.W.Naeser,T.Outermans,M.Toorenaaren
J.D.Willemsen.
Hydrobiologie:
J.Bakker,J.K.Dieleman M.G.M.Jansen,A.J.Kiel,
R.Kiel,B.Krebs,W.D.J.Kuys,A.Nieuwenhuyseen
J.D.Willemsen.
Pissebedden:
M.G.M.Jansen.
Vlinders:
M.G.M.Jansen.
Vogels:
A.Hannewijk,A.E.J.deJong,A.J.Kiel,R.Kiel,
B.Krebs,W.D.J.Kuys,J.Kwekkeboom,A.Nieuwenhuyse,
T.Outermans,H.J.Polderman,W.Schrijveren
P.M.Wondergem.
Zoogdieren:
A.J.Kiel,W.D.J.KuysenP.Wondergem.
Tekeningen:
Uitgezonderddetekeningenbijdemossenzijnalle
tekeningenvanJ.D.Willemsen.
Ontwerpentekeningvoorplaat:
C.M.vanMeurs.
Inhoud:
I
Inleiding.
II
Geschiedenis vanDePoel.
2.
III BeschrijvingvanhetPoelbos.
4»
IV
Paddestoelen:
IV.1. Inleiding.
IV.2. Derolvanpaddestoelen indenatuur.
IV.3. Methodevaninventarisatie.
IV.4. Resultaten<j
IV.5. Conclusies.
IV.6. Literatuur.
IV.7. Tabellen.
V
Demossen:
V.1. Inleiding.
V.2. Indelingennaamgeving.
V.3. Samenvattingvandevoortplantingssystemen.
V.4. Methodevaninventarisatie.
V.5. Resultaten.
V.6. Nabeschouwing.
V.7. Literatuur.
V.8. Tabellen.
VI
Hogere planten:
VI.1. Inleiding.
VI.2. Beschrijving vegetatie.
VI.3. Geraadpleegde literatuur.
VI.4. Soortenlijst.
Biz. 1,
5«
10.
23.
VII Hydrobiologie vanhetPoelbos:
35VII.1. Inleiding,methodiek enverantwoording.
VII.2. Resultaten endiscussie;
VII.2.a. Soorten samenstelling.
VII.2.b. Vegetatie samenstelling.
VII.2.c. Besprekingvanenkele inhetoogspringende soorten.
VII.2.d.Besprekingvandeaangetroffen levensgemeenschappen.
VII.2.e.Deresultatenperput.
VII.3. Index.
VIIIPissebedden.
IX
Vlinders vanhetPoelbosin 1980.
IX.1. Inleiding,methodiek enresultaten.
IX.2. Soortenlijst.
X
Vogels:
X.l. Inleiding,de inventarisatiemethodiek.
X.2. Bespreking resultaten.
Xi2.a. Opmerkingenbijdesoortenlijst.
X.2.b. Besprekingvandesoorten.
X.3. Discussie.
X.4. Literatuur.
X.5. Tabellen.
72.
73.
77'
XI Zoogdieren:
X.l.Inleidingenmethodiek.
X.2.Resultaten.
X.3.Discussie.
X.4.Soortenlijst.
XII Algemenediscussieeneindconclusie.
98.
100.
XIIISamenvatting.
103,
PlattegrondPoelbos.
104.
- 1IInleiding
EnkelejarengeledenisdeK.N.N.V.-afdelingBevelandgestartmeteeninventarisatievandeKoedijkbij 's-Gravenpolder.Hetwasdeeerstekeer
inhetbestaanvandeafdelingdatgerichteengebiedgeïnventariseerd
werdophetvoorkomenvanplantenenvogels.Toennaeenjaarditproject
voorbijwas,bleekerveelbelangstellingtebestaanomdoortegaanmet
hetinventariseren.AlsonderwerpwerdhetpasaangelegdePoelbosinde
gemeenteGoesgekozen.Redenenvoordezekeuzewarendebereikbaarheid
vanafGoesendeafwisselende landschapselementeninhetnogjongebos.
In1978werdgestartmetditproject.Alspoedigwerdompraktischeredenenbeslotennietmeeralsééngroeptewerken,maarhetkafvanhetkoren
tescheiden:plantenliefhebbersenvogelaarsorganiseerden zichineigen
werkgroepen.Nietlangdaarnawerdookeeneigenhydrobiologischewerkgroepopgericht.DeinventarisatievanhetPoelbosiserzodoendedeoorzaakvandatdeverschillendewerkgroepenvandegrondkwamen.
Indebeginperiode (enooknogweldaarna)liephetnietallemaalvaneen
leiendakje.Hetbelangrijksteprobleemwasdatmennognauwelijkservaringhadmethetopzettenenuitwerkenvandergelijkeinventarisaties.Allerlei"kinderziekten"dedenzichvoor.Zowerdenbijvoorbeeldsoortengenoteerd,maarniethoeveel.Ookwerdengeengegevensvastgelegdoverde
omstandighedenwaarindesoortenwerdengevonden.Bijdeverslaggevinghebbendezeomissiesonswelpartengespeeld.Vanonzefoutenhebbenwijveel
geleerdenwatevenbelangrijk is,hetenthousiasmewaarmeegeïnventariseerdisheeftookduidelijkdoorgewerktbinnendevereniging.Veelmensen
(envooraljongeren)zijnerdoorgeactiveerdendatisookhetdoelvan
eenverenigingalsdeonze.
Nadriejaarinventariserenishetprojectafgerond.VoorUligthetresultaatvanonzeijveropschrift.OnzedankgaathierbijuitnaarStaatsbosbeheerdiezovriendelijkwasvoordevermenigvuldigingvanhetrapport
zorgtedragen.WijhopendathetrapportStaatsbosbeheer (debeheerdervan
hetgebied)vannutkanzijnbijhetbeheervanditgebied.Metditverslagwillenwijookeenbijdrageleverenaandevieringvanhet80-jarigbestaanvandelandelijkeK.N.N.V.ditjaar.EnUlezer,alsUzinheeftom
metonsmeetedoendanbentUvanhartewelkombijonzevereniging.
-2IIDegeschiedenisvanDePoel
DePoelligtinhetzuidwestenvandegrotepolderdeBredeWatering
BewestenYerseke.Doorhetbijzondere landschapvanhetgebied,is
zijnontstaanenhistorischeontwikkelingnogduidelijknategaan.
Voorhetlandschap,zoalswehetnukennen,zijndetransgressieperiodeaanhetbeginvanonze jaartellingendemenselijkehandelingen
(hetmoeren)hetbelangrijkstgeweest.
Omstreeks2300voorChristusontstondeninhetwestenvanNederland
langsdekuststrandwallen.IndeSubborealeperiodewerdhierachter
eendikkelaagveengevormd.Doordetransgressieperiode,dieomstreeks
300naChristusbegon,kondezeeachterdestrandwallenkomen.Het
watermaaktediepegeuleninhetveenpakketenbedektehetoverigeveen
meteendikkelaagslib.Hetgrofstemateriaalkwamlangsdegeulenen
kreken,hetfijneslibopverderverwijderdeplaatsenterecht.Deoverstromingenhaddenvanditvroegeraaneengeslotenveengebiedeengroot
aantaleilandengemaakt.DelaagstgelegendelenvandehuidigeZeeuwse
enZuidhollandseeilanden zijnnogrestantenvandezeoudeeilanden.
Alséénvandeweinigeoudeeilandkernen
heeftDePoelhettypelandschapdatindezetransgressieperiode isontstaan.Eenaantaleilandkernengingverloren (VerdronkenlandvanZuid-Beveland)ofwerdenopnieuwoverstroomd,anderewerdensterkveranderddoorher-ofruilverkaveling (Walcheren,Schouwen-Duiveland,Tholenenhetoudelandvan
HoedekenskerkeenEllewoutsdijk).
DeverschillendebodemlagenvanDePoelzijnvangrotebetekenisgeweest
voordeontwikkelingvanhetlandschap.Onderanderedoorklinkvanhet
veenverschildendekreekruggen (zonderveenindeondergrond)ende
kommen (metveenindeondergrond)somsvrijveelvanhoogte.Demeeste
mensengingenopdebredekreekruggenwonen.NuzijnernogzulkekreekruggeninhetnoordenenoostenvanDePoel. 's-HeerArendskerke,Wissekerke, 's-HeerHendrikskinderen,Goes,Kloetinge,AbbekinderenendeGroe
zijnhieropdewoonplaatsen.Dehoogteverschillenwerdenopdenduurnog
duidelijkerdoordezogenaamde zei-enmoernering.Menhaaldedanhet
veenuitdetochallagergelegenkommen.Ditwerdgebruiktalsbrandstof
enomzoutuittewinnen.Bijopgravingenwerdenonlangsin 's-HeerAbtskerkerestantenvanRomeinsezoutovensuitdetweedeeeuwgevonden.Hieruithooptmentewetentekomenhoemenvroegerzoutwon.Eenbepaaldgebiedwerdnietgelijkmatigoverheeldeoppervlaktegemoerd.Hierdoor
blevenkleirichelsensmallekleistrokenstaan.Ditisnogsteedstezien
aandevelebolleweilandjes.Pasin 1599kwamereenvoorschriftdateen
gebied,nadathetgemoerdwas,vlakmoestzijn.Menbegonmetdezegrondstofwinningvanuitdewoonplaatsen:eerstvlakbijdedorpen,laterdieperin
hetgebied.TussenDeP°elenallegenoemdedorpenopdebredekreekrug
lopendanookweggetjes.Deoverigewegenverbinden 's-HeerAbtskerke,
Sinoutskerke,Baarsdorp,NisseenhetverdwenenWiksdorpmetelkaar,de
echtePoeldorpen.Metbehulpvandekreekrestenindekleinerekreekruggenmaaktemendewegen.Hierdoorliggenzevaakwatingesnedenenlopen
kronkelig.
HethoogstedeelvanDePoelligtongeveereenmeterbovenN.A.P.,het
laagsteongeveeranderhalvemeterbenedenN.A.P.Ditkomtdoorhetverschilinklinkenhetmoerneren.HetcentrumvanDePoelishetlaagst
gelegendeel.DePoelvormteenkom,doordatlangsderandhogeredelen
voorkomen.HetmiddenvanDePoelheeftdanookeenslechtenatuurlijke
afwatering.Voordatditverbeterdwerd,stondditgebiedbijnahelemaal
blank.Alleendehogerekreekruggetjesblevendroog.Hieropkwamende
meesteboerderijenenontstondendePoeldorpen.Dezedorpenkondenzich
echternietgoeduitbreidendoordehogewaterstandindewinter.
- 3Opdekreekruggetjeskonmen,zijhetnietzogoed,enigeakkerbouw
enfruitteeltbedrijven.Delageregebiedenwerdenalsweilandgebruikt.Doordemindergeschiktegrond,hetvelewaterenhethobbeligeterrein,isakkerbouwdaaronmogelijk.Denatuurlijkefactorenzijnnogsteedsergbelangrijkomdebodemgoedtekunnengebruiken.
ToendemensenDePoelvoorlandbouwgingengebruiken,werdendegrondenverdeeld.Dezeverdelinghadeenonregelmatigeblokverkavelingtot
gevolg,dezogenaamde "Blockflur".Dezesoortverkavelingvindjeook
inGroningen,Friesland,hetKampereilandennogopenkeleandere
ZuidhollandseenZeeuwseeilanden.Ergbelangrijkvoorzulksoortlandschappenzijndeterpen.Hierspreektmenvanvliedbergenofvluchtheuvelsenzekomenaanderandvandedorpenvoor.Dezeheuvelsdienden
alsvluchtplaatsvoormensenenveebijoverstromingen.
Indetwaalfdeeeuwbegonmenvoorheteersteendijkaanteleggen
ronddeBredeWatering.Deweeltjesachterdezedijkbewijzendathij
weleensoverstroomdisgeweest.Nadeinpolderingvanhetoudeland,
begonmenookhetaanslibbendelandrondhetoudeeilandintepolderen.Ditpoldergebied ligthoger (hogeropgeslibdenminderklinkdan
DePoel)enheeftveeldijken.Dezegrondenkanmenwèlvoorakkerbouw
gebruiken,omdatzekalkrijkenvanbeterekwaliteitzijn.Doordebegroeiingverschillenhetoudeenhetnieuwelandnogsterkervanelkaar.
Denieuwepolderszijnopen,alleendedijkenzijnbegroeid,terwijlde
randvanDePoeleengeslotenheggenlandschapheeft.Alleenlangsdehogergelegenrandgroeiendezeheggen.Hetgebiedmiddeninligthetlaagst
e.nishelemaalopen.DePoelenomgevingvormeneenafwisselendlandschap,
datzijnontstaannogduidelijklaatzien.
-4-
IIIBeschrijvingvanhetPoelbos
Inhetkadervanderuilverkavelingisinhetjaar1975hetPoelbos
aangeplantalsrecreatieobjectvoordenabijgelegenwoonkernenGoes,
's-HeerHendrikskinderenen 's-HeerArendskerke.Bijdeaanlegvan
hetbosisuitgegaanvandeoorspronkelijkesituatie:deverschillen
inhoogteendeaanwezigedrinkputtenenslootjeszijngehandhaafd.
Ookisdeaardvandebeplantingaangepastaandegesteldheidvande
bodem.Opdelaagstgelegendelenvanhetgebied,dieregelmatigonderwaterstaan,zijnelzenenwilgenaangeplant.Dehogergelegendelenzijnbeplantmetpopulier,iep,elsenesalshoofdhout.Vooraanvulhoutwerdeneik,hazelaarenberkendiversestruikengebruikt.De
meestbelangrijkevandezestruikachtigen zijn:meidoorn,vlier,
lijsterbes,sleedoornendiverseroosachtigen.
Inhetboszijnverschillendestukkennietbeplant.Zijvormende
speelweidenvoorhetpubliek.Hierdoorontstaateenafwisselingdie
tezamenmetdeaanwezigedrinkputtenenvijversleidttoteenboeiend
enafwisselendlandschap.
Hetbosbestaatuittweedelen.Hetgrootste,oostelijkgelegendeelis
tenzuidenvan 's-HeerHendrikskinderengesitueerd;hetkleinere,westelijkgelegendeelgrenstaan 's-HeerArendskerke.Detweedelenzijn
metelkaarverbondendooreenfietspad,waarvandezijkantenbeplant
zijnmetmeidoornenwilgen.Hetwestelijkedeelvanhetbos (Arendsbos)
maakteenvolwassenerindrukdanhetoostelijkdeelomdatoudeoorspronkelijkemeidoornhagenopgenomenzijninhetbeplantingsplan.HetArendsbosgrenstvooreendeelaaneennogongeschondenstukjePoel.Ditterreinmetzijnheggenenweitjesdraagtbijtotdeattractiviteitvandit
bosgebied.Inhetoostelijkdeel (Hendriksbos)warenslechtssporadisch
meidoornhagenaanwezig,zodatditbosbijnageheeluitjongeaanplant
bestaat.HetHendriksbosgrenstaanbouw-enweiland.Hetweidegebied
is, hoewelbeperktvanomvang,ergintrekbijweidevogels,waarovermen
inditrapportmeerkanlezen.
-5IVPaddestoelen
IV.1.Inleiding
TijdensonzespeurtochtendoorhetPoelboskomenwezowel
saprofietenalsparasietentegen.Desaprofietenverkrijgen
hunvoedseluitrottendeplantendelenendoodhout.Deparasieten,welkeweinhetPoelbostegenkwamen,halenhunvoedseluitlevendebomen.Hetopnemenvanvoedselvindtplaats
doorhetmycelium (zwamvlok).Depaddestoelen zelfzijnde
vruchten,terwijlhetmyceliumdeeigenlijkeplantvormt.Dat
myceliumbestaatuitzwamdradendieuitgebreideendichte
vlechtwerkeninhetsubstraatkunnenvormen.
IV.2.Derolvanpaddestoelenindenatuur
Debladgroenbevattendeplantennemeneensleutelpositiein
denatuurin.Zijkunnennamelijkdezeeringewikkeldestoffen
waaruithout,wortels,bladerenenz.bestaan,opbouwenuitkoolzuur (uitdelucht)enwatermetbehulpvanhetzonlicht.Voor
deopbouwzijnechterooknogeenaantalanderestoffennodig,
de"anorganische".Alsdeplantenafstervenblijvendeorganischestoffenachter.Daarvankunnendegroeneplantenechter
zelfnietopnieuwprofiteren,wanthunwortelskunnengeen
organischestoffenopnemenenerookgeenanorganischeuithalen.
Geziendeonvoorstelbaargrotehoeveelheidorganischmateriaal,
dieelkjaarvrijkomt,zoudendegroeneplantenzichzelfhet
levenonmogelijkmaken.Hetafbraakprocesvandatorganischafvalwordtinwerkinggezetdoordedieren,deniet-groeneplantenendebacteriën.Dezekunnendeorganischestoffen,waaruit
hunlichamenbestaan,nietzelfvormen,maarzelevendirektof
indirektvandiestoffenwelkedegroeneplantenhebbenopgebouwd.Zevoedenerzichmee,waardoordezestoffentelkenswordenomgezet,maarookopdenduurwordenafgebrokentoteenvoudigerstoffen.
Eenzeerbelangrijkerolspelennuhierbijdepaddestoelenende
schimmelsmethunoveraldoordringendezwamdraden.Huneindproduktenzijnwater,koolzuurenanorganischezouten,dienuweer
doordegroeneplantenkunnenwordengebruikt.Zoongeveergaat
deomzettings-enafbraakfunktiediedezwammenindekringloop
vanstoffenindenatuurvervullen.
IV.3.Methodevaninventarisatie
Depaddestoelenwerdennietalleenlangswegenenpadengezocht,
maarookindebospercelen,langsslootkantenenputten.Deinventarisatie isaangevangenop23mei1978enbeëindigdop21
maart1981.Voorhetdeterminerenwerdgebruikgemaaktvandiverseboekwerken (zieliteratuurlijst),terwijlzonuendaneenberoepkonwordengedaanopdeheerL.deBruijn.Verderwerddoorde
heerJ.vanDierenvanhetProefstationvoordefruitteeltte
WilhelminadorpStereumpurpureumaandehandvansporenmicroscopischgedetermineerd.Ikdankbeideherenvoorhunmedewerking.
6-
Q£SCJiUB.T>é
1N\<TZ*/Ari.
Hetinventariserengeschieddealsregeléénkeerpermaandhet
gehelejaardoormetuitzonderingvandewintermaanden1978-1979.
IV.4.Resultaten
HetPoelboswerdingeplantinhetjaar1975.Hetisbegrijpelijk
daterin1978inverbandmethetontbrekenvanorganischmateriaal,slechtszevenverschillendesoortenpaddestoelenwerden
gevonden.HetMeniezwammetje (Nectriacinnabarina)washeteerste
datgevondenwerdopeenboompjedatnietindegroeiwasgegaan.
VerderwerdendeReuzenbovist (Bovistagigantea),deWeidekringzwam (Marasmiusoreades)endeAnijschampignon (Agaricusarvensis)
gevonden,dezedriekwamenalinDePoelvoorvoordathetbos
werdingeplant.Openkeleoudeiepen,welkeeraljarenstaan,
verschenendeZadelzwam (Polyporussquamosus)endeRuigeboomzwam (Inonotushispidus),wateenechtebeleveniswas.Toenwe
deRuigeboomzwamop 10augustus 1978voordeeerstekeerontdekten,washijzogrootalseenoliebol.Hijgroeideuittoteen
breedtevan31centimeterenbereikteeendiktevan 18centimeter
op22augustusvanhetzelfde jaar.Hetisvoordeboomeenschadelijkezwam (parasiet),welkeechterzeerzeldenvoorkomt.In
1979werdergeenspoorvandeRuigeboomzwamgevonden.Overigens
was 1979eenzeerslechtjaarvoordepaddestoeleninHetPoelbos.
1980waseenbeterjaar,op4aprilvondenweeenzwammetjezonderNederlandsenaam,Panaeolussphinctrinus.In1980verscheen
7ookdeRuigeboomzwamweer,maarnunoggroterenopeenandere
zijdevandezelfdeboomstam.OokdeZadelzwamwasweerpresent.
Erkwamnudoorafgevallenblad,dodebrandnetelsendistelsen
snoeihoutveelorganischmateriaalvrij.Zowaserveelgesnoeid
aandeesdoornsindeomgevingvanput22,opditsnoeihoutkwam
hetMeniezwammetje (Nectriacinnabarina)hetgehelejaarzomassaalvoordatereenrodegloedoverlag.Indemetpopulieren
beplantebosgedeeltenwemeldehetvandeKopergroenzwammen
(Strophariaaeruginosa)ophetafgevallenblad.Gevendezezwammendevoorkeuraan
populieren?Verder
zijndoorStaatsbosbeheerdebermenvan
dewandel-enfietspaden,waarveelgras
enbrandnetelsstonden,bespotenmet
herbiciden.Ophetop
dezewijzeverkregen
substraatgroeiden
verschillendesoorten
kleinepaddestoelen,
zoalshetBleeknestzwammetje (Cyathusolla)opdodetakjesvan
brandnetels.
DesoortendiewevonA/£ST
ZWAri/1ETJ£
denopgrazigeplaatsen
zijndeWeidekringzwam
(Marasmiusoreades),de
Geschubde Inktzwam (Coprinuscomatus),deGevoordeinktzwam(Coprinusplicatilis)endeGlimmerinktzwam (Coprinusmicaceus).De
laatstekomtveeloprottendhoutvoor,inditgevaloprottend
gemaaidgrasenopnietopgeruimdeplantendelen.DeAnijschampignon (Agaricusarvensis)isinjuli 1978gevondenbijput1,enin
september 1980indeomgevingvanput22aandeslootkant.
AfttSCHAtlPl&NOM.
DeReuzenbovist (Bovistagigantea)werdopdiverseplaatsenop
degrasmatgevonden.Op23oktober 1980invrijgroteaantallen,éénkeertwaalfstuksdichtbijeen.Eenenkeledaarvan
stondtussendebrandnetels.VervolgenswaserdeDooiergele
mestzwam,opheteerstegezichtdenkjedan""Hoekandat?",
maaralsjejedanrealiseertdatjeopeenruiterpadbent,
verklaartdatalheelwat.Verdervondenweinseptember1980
hetKaneelkleurigbreeksteeltje (Conocybetenera),Helmycena (Mycenagalericulata)endeVettigediksteel (Collybiabutyracea).
Op6januari 1981vondikverschillendesoorten,diewenogniet
eerderhaddenopgemerkt.Hetwastoenwarmvoordetijdvanhet
jaarenzeernat.Wevonden:hetGeweizwammetje (Xylariahypoxylon)ineenesdoornbosjebijput22opeenstukhoutdater
waarschijnlijk alvoordeaanlegvanhetboslag,Oranjedropzwam (Dacrymycesstillatus)opeendodevliertak,Hoekigschorsschijfje (Diatrypedisciformis),komtveelopsnoeihoutvanpopulierenvoor,enSchorsbreker (Vuilleminiacomedens).Verder
vondenwedeGerimpeldeKorstzwam (Stereumrugosum)opdodepopulieretakkenendeWitteplakkaatzwam (Coriolellussinuosus)op
snoeihout.Infebruarienmaartvan 1981hebbenwegeennieuwe
ontdekkingenmeergedaan.
IV.5.Conclusies
Indelaatstevijftigjaarheeftopgroteschaal"biotoopvernietiging"plaatsgehaddoorontginning,verkaveling,ontwatering,
bebouwing,wegenaanlegenz.Latenwehopendatdoordeaanlegen
hetnietalteschoonhoudenvanHetPoelbosweereengunstig
biotoopvoorpaddestoelenkanontstaan.Zozalhetlatenliggen
vansnoeihoutaleengunstigevoorwaardescheppenvoordegroei
vanpaddestoelen,dieophunbeurtdegroeivanhetboskunnen
beïnvloedendoorhetvrijmakenvananorganischmateriaal.Inhet
aanvangsjaar 1978werdenzevenverschillendesoortenpaddestoelen
gevonden,naafloopvandeinventarisatieinmaart 1981wasdat
opgelopentot25soorten,waarvanviernietgedetermineerdkonden
worden.
IV.6.Literatuur
K.N.N.V.
Lange,Morten
Ttallingii,Frans
Wetenschappelijkemededelingno.34,
DegeslachtenderAgaricales.
Elsevierspaddestoelengids.
Paddestoelen,eenvreemdewereld.
IV.7.Tabellen
Tabel1.Aantalinventarisatiesengevondensoortenperjaar.
1978
Aantalinventarisaties
Aantalsoorten
7
7
1979
10
4
1980
11
15
1981
3
7
9-
Tabel 2.Lijstvan gevonden soorten met indicatie vanaantallen.
Soortsnaam volgensMorten Lange, '74
Meniezwammetje
Hoekig schorsschijfje
Geweizwammetje
Schorsbreker
Paarse korstzwam
Gerimpelde korstzwam
RuigeboomSWam
Witte Plakkaatzwam
Zadelzwam
Vettige diksteel
Helmmycena
Weidekringzwam
Anijschampignon
Geschubde inktzwam
Gevoorde inktzwam
Glimmerinktzwam
Kaneelkleurig breeksteeltje
Dooiergele Mestzwam
Reuzenbovist
Bleeknestzwammetje
Nectria cinnabarina
Diatrype disciformis
XylariahypoxyIon
Vuilleninia comedens
Stereum purpureum
Stereum rugosum
Inonotushispidus
Coriolellus sinuosus
(Poria vaporaria)
Polyporus squamosus
Collybia butyracea
Mycena galericulata
Marasmius oreades
Agaricus arvensis
Coprinus comatus
Coprinus plicatilis
Coprinus micaceus
d
c
a
d
b
a
a
b
Conocybe tenera
Bolbitius vitellinus
Bovista gigantea
Cyathus olla
Panaeolus sphinctrinus
a
a
c
b
b
Verklaring tabel2.
a
b
c
d
zeldzaam inHet Poelbos,1 - 3 exemplaren,
vrij zeldzaam inHetPoelbos,3 - 1 0 exemplaren,
vrij algemeen inHet Poelbos, 10- 25exemplaren,
algemeen inHet Poelbos,25- 100exemplaren.
a
a
a
c
a
b
b
b
10-
VDeMossen
V.l.Inleiding
Demossen,dieindithoofdstukvermeldstaan,zijntijdensde
maandenjanuari,februarienmaart1981verzameldengedetermineerd.Datisduseenzeerkorttijdsbestekvooreentotaalbeeld
watbetreftdemosflorainHetPoelbos.Dehogereplantenen
paddestoelenbijvoorbeeld,werdentijdenseenperiodevandrie
jaargeïnventariseerdengedurendeallejaargetijdengeobserveerd.
Demossenzijngedurendeeenperiodevanminderdanéénjaarverzameldenbekeken.Hetisduidelijkdatmenopdezemaniernogal
watmistaansoorten.Zokomeneronderdemossenbepaaldesoortenvoordiemenvooralinhetvoorjaaraankantreffenenandere
soortendiemenjuistinhetnajaarkanzien.Daarnaastzijner
mossendielaterinhetjaarsporenkapselskrijgenendaardoor
pasopvalleninmosvegetaties.Ondanksditalleshebiktochzo
intensiefmogelijkdemossengeïnventariseerdenikhoopdatu
zichnuenigszinseenbeeldkanvormenvanwatHetPoelbosons
bryologisch tebiedenheeft.
HetPoelbosbeloofteeninteressantterreinteworden,wanthet
iseenkompleksgebiedwaarenkelemilieusvoorkomeneninelkaar
overlopen.
Zozijneronderanderedemilieuovergangen:
1.nat-droog
2.zout-zoet
3.voedselrijk-voedselarm
4.kleiigebodem-zandigebodem
DaarerinHetPoelbosenkelemilieusenverscheidenemilieuovergangenvoorkomen,kanmenverwachtendathetbosrijkisaanmossoorten.Vooreenuitvoerigeterreinomschrijvingverwijsikunaar
hetinventarisatierapportvandeplanten.
V.2. Indelingennaamgeving
Hetplantenrijkkanmenindelenin13hoofdafdelingen,deMossen
(Bryophyta)vormenéénvandezehoofdafdelingen.DeMossenworden
ophunbeurt-weeronderscheidenintweeklassen:deBladmossenen
deLevermossen.
1.Bladmossen (Musci)
Deplantenzijnopgebouwduitstengelsenblaadjes,maarin
plaatsvanwortelszijnerRhizoïden (wortelachtigeorgaantjes,
celdraden)waartenemen.
Deblaadjesstaanindrierijenlangsdestengel.
DeBladmossenwordenweerverdeeldintweegroepen:
a.DeOrthotropeofAcrocarpeBladmossen (Fig.1)
Deeerstegroepomvatderechtopstaande (Orthotrope)Bladmossen,diebovenindemosplanthetgeslachtsorgaanhebbenen
daaromookbekendstaanonderdenaamTopkapselmossen (AcrocarpeMusci).Alsereeneicelbevruchtwordt,danontstaat
ereenzygote.Dezezygotegroeituittoteensporenkapselvanuithetvrouwelijkgeslachtsorgaan.VandaardenaamTopkapselmos,wantdebasisvandekapselsteelbevindtzichboveninde
mosplant,zodoendestaatdekapselsteelophettopjevande
mosplant (gametophyt).
- 11-
b.DePlagiotropeofPleurocarpeBladmossen (Fig.2)
DetweedegroepbestaatuitdeLiggende (Plagiotrope)
BladmossenofSlaapmossen.Degeslachtsorganen (en
daardoordusookdesporenkapsels)bevindenzichbij
dezeplantennietopdetop,maarergensopdehoofdstengelofopdezijtakken (PleurocarpeMusci).
2.Levermossen (Hepaticae)
OokdeLevermossenvallenintweegroepenuiteen:
a.DeBebladerdeLevermossen (FolieuzeHepaticae,Fig.3)
Ongeveer80procentvandeLevermossenisfolieus.Deze
mosplantjeshebbenstengelsenblaadjes,deblaadjes
staanduidelijkintweerijenlangsdestengel,soms
meteenderderij,waarvandeblaadjesveelkleinerzijn,
aandeonderzijdevandestengel.Hetgeheelmaakteen
sterkafgeplatteindruk.
b.DeBladvormigeLevermossen (ThalleuzeHepaticae,Fig.4)
BijdezeLevermossen zietmengeenonderscheidinstengelenblad.Hetzijnbladvormige strukturendiealsplakkatenonderandereopdebodementegenmurengroeien.
EnkeleThalleuzeLevermossenvertoneneenhabitus (uiterlijk)metvertakteplattestroken,dezevormdoetweleens
denkenaandebruinwierenvandeFucus-groep.InhetalgemeenkanmenzeggendatdeLevermosseneenvoudigervan
bouwzijnendaardoorveellijkenoplagereplanten.
Naarmijnmeningkrijgendemossennogsteedsnietdeaandacht
diezijverdienen,zewordenalvanoudsheroverhethoofdgezien.Datisookeenvanderedenendatveelmosjesalleenmaar
eenwetenschappelijkenaamdragen.Daarentegenhebbenallebomen,
struikenenbloemplanteneenalledaagsenaam,somsheeftéén
plantverschillendenamen,dieperstreeknogkunnenvariëren.
Gelukkighebbenmosssoortendiealgemeenvoorkomenofopvallen
doorhunuiterlijkofkleureenalledaagsenaam.Vergelekenmet
allerleifelgekleurdebloemplantenenandereplantendiedoor
hunomvangofuiterlijknietoverhethoofdtezienzijn,komen
demossenerbijzonderbekaaidvanaf.
Daaromhoopikdatikmetditverslagmensenenthousiastkanmakenvoorhetbestuderenvanmossenendatzijopz'nminstmeer
aandachtschenkenaandezeplanten.Welmoetikechtertoegeven
datmenerveelvoorovermoethebbenomdezebijzondereplantjes
tebestuderen,menigbryoloogwordtrondkruipendofplatopde
buik liggend,meteenloupeindehand,gesignaleerd.Daarnaast
moetmenookdegefronste,verontwaardigdeblikkenenopmerkingen
vanargelozevoorbijgangerskunnenincasseren.
F/S. I
FIG- 3
12
Eensamenvattingvandevoortplantingssystemen
Voordeverklaringvandewetenschappelijketermenverwijs
ikunaardewoordenlijstaanheteindvandezeparagraaf.
1.Devegetatieveofaseksuelevoortplanting
Bijdezevoortplantingisergeensprakevanvoortplantingsorganenof-cellen (aseksueel).Inprincipeishet
mogelijkdatuitelkdeelvandemosplanteennieuwindividukanontstaan.Delenoforgaantjesvandemossen
dieduidelijkbestemdzijnvoordevegetatievevoortplantingzijndebroedlichaampjes.Menkandebroedlichaampjes
meestalopspecifiekeplaatsenvandemosplantaantreffen.
Broedlichaampjes (gemmen):
a.Broedtakjesindebladoksels.
b.Broedblaadjesopdestengeltussendegewoneblaadjes.
c.Broedknoppenindebladoksels (zieFig.5).
d.Broeddradenindebladoksels.
e.Broedkorrelsindebladoksels,opdebladerenenopde
rhizofden.
FI6S
2.Degeslachtelijkeofseksuelevoortplanting (zieFig.8)
Hierwordtdegeslachtelijkevoortplantingvaneenbladmos
besproken.Dittypevanvoortplantingbestaatuittwee
fasen,
a.Dehaploïdefase
Alsdesporenvrijkomenbeginterweereennieuwehaploïdefase.Eenspore,dieopeengeschiktsubstraat
terechtkomt,ontkiemtengroeituittoteenprotonema.
Ditprotonemabestaatuiteenrhizonemaeneenchloronema.Uithetlaatsteontstaandemosknoppen,dieophun
beurtweeruitgroeientotgametophyten,demosplantjes
diewijmethetbloteoogkunnenwaarnemen.Eengametophyt
kaneenvrouwelijkgeslachtsorgaan (archegonium)ofeen
mannelijkgeslachtsorgaan (antheridium)bezitten.
13
(Bigenlijkmoet ikuvolledigheidshalve nog vertellen
dateengametophyt zowel eenvrouwelijk alseenmannelijk geslachtsorgaan kanbezitten. Inditverband
zalhier nietverder overuitgeweid worden,omdatwe
dan teveel afdwalen.Wijdoen numaar net alsof er
aanéén gametophyt alleenmaar eenvrouwelijk of een
mannelijk geslachtsorgaan kan zitten). Hetwachten
isnuophetgrote gebeuren,de eicel inhetarchegoniummoetnamelijk bevruchtworden door een zaadcel
uiteen antheridium van een gametophyt van dezelfde
mossoort.De zaadcel (spermatozoïde) isbeweeglijk en
gaatop zoek naar eenvrouwelijkmosjemet de opdracht
deeicel tebevruchten.
b. Dediploïde fase
Wanneer deeicelbevruchtwordt,dangaatdediploide
fasevan start.Uit debevruchte eicelontstaat eerst
eenkiemcel (zygote) en daarna eenembryo,dieop zijn
beurtweer uitgroeit totde
sporophyt.De sporophytbestaatuiteen kapselsteel
(seta)eneen sporendoosje
(theca,zie Fig.6 ) .Inhet
sporendoosje ontstaan ineen
IJ /speciale cellaag nade redukU 3;
tiedelingen de sporen,die
<«j
Q
door dit soort delingen
u4
£;
haploïde cellen zijn.Nude
- I 5>
term sporenweer isgevallen,
hebbenwij dehele cyclus meegemaakt, alwerdhethier wel
zeer summier weergegeven.
\ 7a
'iüa5rS
FIG.6
<3*
/ <x
W% % #
-^^
Y ^y 1//
Fig 6 G«neraüewisseling bij haarrnos. l.ó plant; 2.? plant ; 3. antheridien ; 4.archegonien; 5. spermatozoïden; 6. I riant, waaraan een gestecld sporenkapsei ontstaat; 7.
sporenkapsel; 8.opengesprongensporenkapsei ; 9.sporen ; 10.5 protonema ; 11.<J protonema.
- 143.Woordenlijst
Chloronema:
Hetgedeeltevanhetprotonema,waarin
decellenliggendiechlorophylbevattenendaardooreengroenuiterlijkhebben.Dezijwandenvandecellenvormen
rechtetussenschottenindechloronemadraden (zieFig.7,CH=Chloronema).
FIG. 7
Diploïdefase:
Gametophyt:
Haploïdefase:
Mosknop:
Eenbepaaldstadiumvandemosplant,Sporophyt
waarinallecellentweesetschromosomen
(2n)percelkernbezitten.
Datdeelvandemosplantdatbestaatuit
eenstengel,blaadjesenrhizoïdenendat
eengeslachtsorgaandraagt.Allecellen
vanditdeelvanhetmosjezijnindehaploïdefase.Gametophytbetekenteigenlijkde
geslachtelijkegeneratiediedegameten(geslachtscellen)voortbrengt (zieFig. 6).
Eenbepaaldstadiumvandemosplant,gametophyt,waarinallecellenslechtséénset
chromosomen (n)inhuncelkernbezitten.
Demosknopontstaatuithetprotonemaof
lievergezegduithetchloronema.Deontwikkelinggaatalsvolgt.Eendeelvande
zijwandvaneenchloronema-celbegintuit
tepuilenenkrijgtdevormvaneencylindermeteenbollekop (zieFig.9.2).
- is-
Naeenceldelingwordtdeuitstulping
vandeChloronema-celafgesnoerd (zie
Fig.9.3).Nanogtweeceldelingenbestaatdemosknopuitviercellen (zie
Fig.9.4).Alsmendemosknopvanbovenafbekijkt, (zieFig.9.5)danziet
meneentopcel,dieomringdwordtdoor
drieaandebasisliggendecellen.Uit
detopcelontwikkeltzichdestengelen
uitelkvandedrieomringendecelleneen
rijblaadjes.
9.1
9.1
9.3
M
9.5
FIG.9
Protonema:
Hetontstaanvaneenmosknopiseendoorbraak.Hetprotonemazelfiseentweedimensionalestruktuurenmetdeontwikkelingvandemosknopwordtdebasisgelegd
vooreendriedimensionale struktuur,de
mosplant.
Hetwordtookweloerdraadofvoorkiemgenoemd.Hetprotonemaiseentweedimensionaleceldradenstruktuurenbestaatuiteen
rhizonemaeneenchloronema.Hetlijktop
eendraadalg (zieFig.7).
- 16Reduktiedelingen:
Rhizonema:
Sporophyt:
Substraat:
Ditzijndelingenwaarbijhetaantal
chromosomengehalveerdwordt,zodat
vandiploïdecellenhaploïdecellen
gemaaktworden.
Hetgedeeltevanhetprotonemawaarvandecelleneenbruinuiterlijk
hebben.Dezijwandenvandezecellen
vormenschuinetussenschotteninde
rhizonema-draden (zieFig.7,RH=
rhizonema).
Desporophytbestaatuiteenkapselsteel (seta)eneensporendoosje (theca).
Inhetsporendoosje,datbovenopde
kapselsteelstaat,wordendesporengevormd.Allecellenzijnindediploïde
fase,behalvedandesporen,maardie
verlatenhetsporendoosje.Sporophyt
betekentdeongeslachtelijkegeneratie
diedesporenvoortbrengt (zieFig. 6).
Hetsubstraatisvooreenmoshetoppervlakwaarhijzichaanvastkanhechten
enwaarhijzichthuisvoelt.Sommigesoortenkunnenheelkieskeurigzijnenpreferereneenbepaaldsubstraat.Enkelesubstraten zijn'onderanderesteen,doodhout,
levendeplanten (meestalbomen)endebodem.
V.4.Methodevaninventariseren
Daarallesineenkorttijdsbestekgebeurenmoesteniknogniet
bekendwasmethetterrein,hebikgeenspecialemethodegevolgd.
SamenmetdeheerKuys,diezovriendelijkwasmijopditterrein
biologischennatuurhistorischwegwijstemaken,hebbenwijdriemaalhetgebiedvanHetPoelbosdoorkruist.
Erwerdgemonsterdop5januari,27januarien4maart1981.
Daarbijwerdenvanallemossenmonstersgenomen,elkmosmonster
werdterplekkeineenstukkrantgewikkeld.Demossenkanmen
hetbestegedroogdbewaren,zoblijven zijjarengoed-.Thuisgekomenwordendestukkenkrantenpapiervervangendoordrogestukkenkrant,wantdezezijnintussenalaardignatgeworden.Als
menditnietdoetgaandemossenbeschimmelen.Tijdenshetverwisselenontdoetmendemonstersvanzand,steentjesenkleiresten,wantditmateriaal (vooralhetzand)kandemosplantenvreselijkbeschadigen,zodateen (betrouwbare)determinatieniet
meermogelijkis.
Voorhetdeterminerennamikeendeelvanhetbewustemosmonster
enweekteditineenpetrischaalmetwater.Hetmosjeneemtwater
openneemtzijnoorspronkelijkevormweeraan,zodathetgeschikt
isvoordedeterminatie.Hoewelikenkelesoorteninhetveld
herkende,hebbenalledeterminatiesachterafthuisplaatsgevondenmetdeterminatiewerken (zieliteratuurlijst)enmetbehulpvan
tweemikroskopen.
17-
a.Stereo-mikroskoop (20x)
Metdesterëo-mikroskoop,die20maalvergroot,kanmen
uitstekenddetotalevorm (uiterlijk)vanhetmosjebekijken.Behalvedetotalevormkanmenmetdezemikroskoopookkijkennaar:
1.derhizoïden (aandebasisvandestengelofopverschillendeplekkenvandestengel)
2.devormvandeblaadjes (eivormig,lancetvormig,rond
etc.)
3.debladtop (stomp,spits,getand,gedraaidetc.)
4.debladrand (getand,gezoomd,omgekruldetc.)
b.Lichtmikroskoop (100xen400x)
Metdezemikroskoop,die 100en400maalkanvergroten,
kanmenhetmosplantjeopcellulairniveauonderzoeken.
Debelangrijksteonderdelendiemenmetditoptischinstrumentkanbestuderenzijn:
1.devormenvandebladcellen
2.denervenvandeblaadjes (uittredend,voordetopeindigendetc.)
3.debladzomen (hoeveelcelrijendiketc.)
4.destengel-enbladdoorsneden
5.desporen (vorm,oppervlakengrootte)
Demeertjesenwaterputten inHetPoelboszijngenummerd (zie
dekaartvanHetPoelbos).Omnueenindruktekrijgenwaarik
eenbepaaldmosjegevondenheb,hebikgebruikgemaaktvandeze
nummersvoordevindplaats.
12CTlbetekentdatikindebuurtvanpunt12eenmosjegevondenheblangsdeweg (C)tussenhetgras(Tl).
10-12CTlbetekentdatikeenmosjegevondenhebtussende
punten 10en 12langsdeweg (C)tussenhetgras
(Tl).
Resultaten
Uit89monstershebik39verschillendemossenonderscheiden,
totaalwarener98mossen,wanterwarentweemonsterswaar
driesoorteninzatenenvijfmonsters dietweesoortenbevatten.
InhetPoelbosliggennogalwatstenenopdebodem,opéénplek
zelfsenkelebrokstukkenbeton.Dezestenenvormenvoordemossenweereenmilieuopzichzelf,zijzijnvaakbegroeidmet
Tortulamuralis (Muurmos)enRhynchostegiellatenella (eenfijn
snavelmos),terwijlBryumargenteum (Zilvermos),Ceratodonpurpureus (Purpersteeltje),Brachyteciumglareosum (KaIkdikkopmos)
enEurynchiumpraelongum (FijnLaddermos),soortendieopde
bodem groeien,hierookregelmatigopstenenwordenaangetroffen.
Detwee eerstgenoemdesoortenkomenvoornamelijkopsteenvoor.
Grimmiapulvinata (Muisjesmos),waarvanikenkelebolle,dikke
kussentjesaantrofopbrokstukkenbeton,komtuitsluitendop
steenvoor.
- 18ZowelMuurmosalsMuisjesmos'hebbenlangebladnervendie
alswitteglashaartjesuittreden,zodateenbeginnerdeze
mossenweleensverwisselt.Beidemosplanten,dieeenietwatgrijsuiterlijkkrijgendoordeglashaartjes,zijntoch
eenvoudiguitelkaartehouden.Muisjesmosgroeitinbolle,
rondekussentjesenMuurmosinplukjesofinzoden.DekapselstelenvanMuurmosstaanfierrechtopenzijnduidelijkvelemalenlangerdanhetmosje.DekapselstelenvanMuisjesmos
zijndaarentegenkortensterkgekromd.Zezijnzokleindat
desporendoosjesalsbruinekorrelsaanhetoppervlakvan
hetkussentje zichtbaarzijn.
TotnogtoehebikoprottendhoutalleennogAmblystegium
serpens (Pluisdraadmos)aangetroffen,eenmosjedatopde
bodem,opboomvoeten,rottendhoutenstenenkangroeien.
Tortulalaevipila (Boomsterretje)hebiktotophedeneenmaal
opeenboomvoetennogeenkeerlangseenpadbijveelsteengruisziengroeien.PersoonlijkvondikhetleukominHet
PoelbosPhascumcuspidatum (Bolknopmos)aantetreffen.Dit
mosplantjeiseenpionieropvochtigeklei-enzandgronden
envooralopopenweidenenbraakliggendeakkers.Hetheeft
eendonkerbruin,bolrond zittendsporenkapseldatminofmeer
verborgenwordtdoordeomringendeblaadjes (Fig.10). Met
enigeoefeningzietmenalsmenoverdeweidenloopt,vooral
bijdepunten8en10,kleinebruinekikkertjesindemosvegetatiestussenhetgras.ZoalsikverwachttevondikinHetPoelbosPottiaheimii (ZiltKleimos),eenmosjedatgraagopvochtige
plekkenindemilieuovergangen zout-zoetennat-drooggroeit.
Ookiseraan
deKorstmossen (Lichenen)
enigeaandacht
besteed.Zo
groeiener onderandereop
deiepenbij
punt9:
Buelliacanescens,Xanthoriaparietina
(Steenkorstmos),
Lecidellaelaeochroma,Physcia
tenellaenParmeliaexaspertala.
Buelliacanescens
kanmenvooralin
hetkustgebieden
langsderivieren
aantreffenen
vlakbijdekust
opoudemuren
(stadsmuren,kerkmuren,bunkers e t c ) .
DitKorstmosgroeit
ingrote,grijzeof
witte,mooigeplooideplakkatendie,als
zezeervochtig zijn,
lichtgroenworden.
FIG. /€
-19
Steenkorstmosheeftinderegeleengeelthallus (lichaam)met
geleapothecia (vruchtlichamen),maaropdeiepenhadditKorstmoseengroengrijsthallusmeteengelerandengeleapothecia.
Daaromdachtikeerstmeteenvoormijnieuwesoorttemakente
hebben.DezeverraderlijkevormvanSteenkorstmoskomtvakervoor
opbeschaduwdeplaatsen.OpdebrokstukkenbetonhebikLecamora
dispersaenPhysciatenellawaargenomen.DegevondenKorstmossen
zijnsoortendieinonslandalgemeenvoorkomen.
V.6.Nabeschouwing
Zoalsinhetbeginvanditverslagalnaarvorenisgekomen,
moetmenditzienalseenbryologischeverkenningenniet
alseendefinitiefrapport.HetPoelbosvindikeeninteressantgebiedenikwildeontwikkelingvandemosvegetaties
blijvenvolgen.Tevensbenikvanplanom,alsikhetterrein
watbeterken,eenaantalproefvlakkentekiezeninHetPoelbosenookeenpaaropweidenofakkersbuitenHetPoelbosals
referentiepunten.Opzo'nmanierzietmendeveranderingvan
demosfloragoed.WaarnuHetPoelbosstaatwarenvroegerweidenofakkersmetdevoordatmilieutypischemossoorten.HiervanzijnnogrestantentevindeninHetPoelbos,maarditgebiedisaanveranderingonderhevigendaardoorzullenermossoortenverdwijnenennieuwezichhiergaanvestigen.
Hetisvoormijeenleukonderzoekditverloopgadeteslaan.
V.7.Literatuur
1.Conert,H.J.
2.Dixon,H.N.
3.VanDobben,H.
4.During,H.J.
5.Landwehr,J.en
Barkmann,J.J.
6.Margadant,W.D.en
During,H.J.
7.Philips,R.
8.Strugger,S.
9.Tribe,J.
(1972):Algen,Pilze,MooseundFarne,
DelphinVerlagStuttgartundZürich.
(1970):Thestudent'shandbookofBritish
mosses,Thirdedition,revisedandenlarged,Authorized reprintby Wheldon
&Wesley (Determinatiewerk).
(1978):Korstmossentabel,DeNederlandse
Macrolichenen,Jeugdbondsuitgeverij,
Amsterdam 1978(Determinatiewerk).
(1979):Lifestrategiesofbryophytes:a
preliminary review,Cobenhagen1979,
Lindbergia5:1-18.
(1966):AtlasvandeNederlandseBladmossen,KoninklijkeNederlandseNatuurhistorischeVereniging,Druk:"ERIA",Amsterdam-Zuid.
(1976):BeknopteBlad-enLevermosflora
vanNederland (Voorlopigetabellen),
KoninklijkeNederlandseNatuurhistorische
Vereniging,NederlandseJeugdbondvoor
Natuurstudie,Hoogwoud,maart1976.
(1980):Grassen,Varens,MossenenKorstmossen,VertaaldenbewerktdoorStampelRienks,S.E.UitgeverijHetSpectrum,
Utrecht/Antwerpen,SpectrumNatuurgids.
(1968):Biologie I (Botanik),Fischer
BüchereiKG,FrankfurtamMain.
(1968):BiologieI (Plantkunde),StandaarduitgeverijAntwerpen-Utrecht,vertaald
doorJanvanRhenen,Verantwoordelijkeuitgever: N.V.Scriptoria,Belgiëlei147,
Antwerpen.
(1971):DasPflanzenreich,DelphinVerlag,
StuttgartundZürich 1971,DelphinTaschenbuchinfärbe.
- 20-
10. IJsseling,M.A.
Scheygrond,A.
en (1974):Hoofdzaken derBiologie,Deel
IaPlant-en Dierkunde,Vijfentwintigstedruk,vierde oplaag,B.V. W.J.
Thieme &Cie, Zutphen.
Verantwoording vande illustraties
Hieronder heb ik vermeld aanwelke boeken ik de illustraties
ontleendheb.
2, 5en 10
Uit: DeAtlas van de Nederlandse Bladmossen van J. Landwehren J.J. Barkmann (zie literatuur5 ) .
Uit: De Systematische Indeling vanBladen Levermossen van C. Ruinard.
Uit:Algen,Pilze,Moose und F a m e van
H.J. Conert (zie literatuur1).
Uit:Hoofdzaken derBiologie,Deel Ia
Plant-en Dierkunde vanM.A. IJseling
enA. Scheygrond (zie literatuur10).
34
6 en 8
V.8. Tabellen
Tabel 1.
Hepaticae
Levermossen
Vindplaatsgegevens
Datum
8 Tl
30CTl
1
1 23
Bladmossen
Vindplaatsgegevens
Deitiim
(Hedw.) B.S.G.
Pluisdraadmos
1 2 3
(Schimp,.)Dix.
(Hedw.) Lindb.
(Hedw.)
(Hedw.) B•o•G.
(Sprue.;1B.S.G.
Pluisdraadmos
Een Pluisdraadm.
Een Schroeftandm.
Bleek dikkopmos
Kalkdikkopmos
(Hedw.) B.S.G.
Een dikkopmos
9V2T1/11-30CT1/12EI2/
29BT1/1BT1/14E2
12CT1/30CT1
1-9BT1
22-29T4
29T1
11-12V2/29S/29T1/
30CT1
11-12V2/14CT1
(Hedw.) B.S.G.
Dikkopmos
(With.)
(Hedw.)
(Hedw.)
(DeNot. .)
(Mitt.)
(Hedw.) Brid.
Een Knikmos
Zilvermos
Een Knikmos
Een Knikmos
Een Knikmos
Purpersteeltje
(Hamp.) Dix.
Purpersteeltje
Hl Lophocoleabidentata (L.)
H2Marchantiapolymorpha L.
Düm.
Een Kantmos
Parapluutjesmos
Tabel2.
Musei
Ml Amblystegium serpens
M2 Amblystegium serpens
ssp. Jurotzkanum
M3 Amblystegium varium
M4 Barbula unguiculata
M5 Brachytecium albicans
M6 Brachytecium glareosum
M7 Brachytecium populeum
M8 Brachytecium rutabulum
M9 Bryum alpinum
M10Bryum argenteum
MilBryum capillare
M12Bryum gemmiparum
Ml3Bryum rubens
Ml4Ceratodonpurpureus
M15 Ceratodon purpureus
ssp. conicus
2BT5/9V2T1/18-19V2T1/
29T1
22V2T1
8T1/14S/12S
22-29TO
8T1/22V2T1/22-29T4
8T1/8T2/12CT1/29T1
22V2T1/8V1S/8T1/
10-12V2T1/30CTO
8T1/10-12V2T1/
30CTO/30T1
2
1
3
3
12 3
1 2
1 2 3
3
1 2
3
1
3
1 2 3
1 2 3
1 2 3
- 21-
Musci
Bladmossen
Vindplaatsgegevens
M16 Calliergonella eus- (Hedw.) Loesk.
pidata
M17 Picranella heteromal-(Hedw.) Schimp.
la
M18 Enthosthodon obtus- (Hedw.) Lindb.
sus
M19 Eurynchium praelon- (Hedw.) Schimp.
gum
M20 Eurynchium striatum (Hedw.) Schimp.
M21 Fissidens bryoides
(Hedw.)
M22 Fissidens taxifolius (Hedw.)
Puntmos
1BT1
Pluisjesmos
8T1
1
Een Krulmos
11CT0
12
Fijn Laddermos
2BT5/11S/12CT1/
18-19V2T1
2BT5
29T1
12T2/8T1/8TII2/
29T1
8CTO/10-12CT1/
12CT1
29S
3 CTO/12CT2/29T1/
30T1/8T1/22-29T4
30E2
29T1/11-30CT1
1 23
M23 Funaria hygrometri- (Hedw.)
ca
M24 Grimmia pulvinata
(Hedw.) Smith.
M25 Phascum cuspidatum
(Hedw.)
M26 Plagiothecium laetum
M27 Plagiothecium latebricolo
M28 Pohlia nutans
M29 Pottia bryoides
M30 Pottia heimmii
M31 Pottia truncata
M32 Rhynchostegiellat e nella
M33 Rhynchostegiellap u mila
M34 Rhynchostegiellam e gapolitanum
M35 Tortula laevipila
M36 Tortula muralis
M37 Tortula subulata
Gezoomd Vedermos
Kleivedermos
Krulmos
Muisjesmos
Bolknopmos
Datum
3
2
3
1 23
1 23
3
1 23
2
23
B.S.G.
B*o.G.
Een Platmos
Een Platmos
(Hedw.) Lindb.
(Dicks.) Mitt.
(Hedw.) Fuernr.
(Hedw.) Fuernr.
(Dicks.) Limpr.
Peermos
Een Kleimos
Zilt Kleimos
Een Kleimos
Een Fijn snavelmos
Een Fijn snavelmos
Een Snavelmos
8CT1
8T2/10-12V2T0
8T2/10-12V2T1/10T1
22T4
12S/29S/14S
Boomsterretje
30CTIII1/22E1
Muurmos
Langkapselmos
29S/14S/12S
22-29T4/22V2T1
1 23
Korstmossen
Vindplaatsgegevens
Datum
9E1
1
(Wils.) Moenk.
(Web. e t .Mohr)
B.S.G.
(Brid.)
Schwaegr.
(Hedw.)
(Hedw.)
1
2
1 23
3
1
29S
22BT1
3
I
Opdood iepehout.
II Onder brandnetels.
III Op aarde m e tveel steengruis.
Tabel 3.
Lichenen
Li Buellia canescens (Dicks.)
DeNot.
L2 Lecanora dispersa (Pers.)
Sommerf.
L3 Lecidella elaeo- (Ach.) Choisy
chroma
L4 Parmelia exasper- (Nyl.)
tula
L5 Physcia tenella
(Scop.) DC.
L6 Xanthoria p a r i e tina
em. B i t t .
(L.) Th. F r .
Een Schilmos
Steenkorstmos
3
29S
3
9E1
3
9E1
3
9E1/29S
3
9E1
1
3
-22
Verklaringvandegebruiktesymbolen
B Waterkantvanplasofput.
C Langsvoet-offietspad.
D Droog.
ElEpifytischoplevendeplanten
E2Epifytischopdoodplantaardigmateriaal (voornamelijkhout)
N Nat-drassig.
T Terrestrisch:opdebodemgroeiend.
TOOpdekalebodem.
TlTussenhetgras.
T2Alsondergroeivandekruidlaag.
T3Alsondergroeivandestruiklaag.
T4Alsondergroeivandebomen.
T5Alsondergroeivanhetriet.
VILageplatteslootoever.
V2Schuineslootoever.
S Saxicoolofepilitisch:opsteengroeiend.
Monsterdata:
1. 5-1-1981
2.27-1-1981
3. 4-3-1981.
-23
VIHogereplanten.
VI.1.Inleiding
Plantensoortenenplantengemeenschappen (fytocoenosen)kunnenopgevatwordenalsindicatorenvanmilieufactoren.Hetlandschap
spreektzijneigentaalenverteltaandehandvanplantensoorten
enplantengezelschappenhetgeenhetdoormaakt.Indithoofdstukzal
daaromaandehandvandeoverheersendeendebepalendemilieufactoreneeneersteaanzetwordengegevenvooreengedetailleerderen
diepergaanäestudievandevegetatie-structurenendeveranderingen
daarinvandefloravanhetPoelbos.
DeMilieufactoren
Hetkaraktervanhetgebiedveranderdetijdensderuilverkaveling
vanenkele jarengeledengrondigdoorcultuur-technischeingrepen
indevormvandeaanlegvanvijvers,speelweiden,voet-enrijwielpadene.d.Opdetweedeplaatsveranderdehetlandschappelijkeaspect
vanhetgebieddoordeaanplantvanbepaaldedelenmetboomsoorten
waardooreen "bos"ontstondenvananderedelenmetstruiken,waardooreenstruweelontstond.Doordegrotevariatie indeaanplant
ishetmogelijkomindetoekomstdeontwikkelingvandeafzonderlijkedelentegaanvolgen,enmetelkaartevergelijken.Ookde
aanplantzelfisnietoveraldezelfde.Zowerdendiverseboomsoorten
aangeplant.Somszijndezegemengdmaarookkomenerstukkenmet
slechtséénboomsoort,o.a.Populier,voor,waardooreenmonoculture
ontstaanis.Deindrukisdatdeonderbegroeiingvandezestruwelen
enbossennogalverschilt.Opdeeneplaatszijnhetvoornamelijk
grassen,opdeandereplaatsstaananderesoortendieeenhogemilieudynamiekverraden,b.v.dooreengrotevoedselrijkdomindebodem.
Hetgaathieromsoortenvanstoringsmilieusennitrofieleplanten.
Voorbeelden zijnGrotebrandnetel,AkkerdistelenBraam.
Eenbeschouwingvandemilieufactoren leertdathetPoelboseenuitermatecomplexgebiediswaareigenlijk geenenkelefactoroverheerst
maarwaarnaastendoorelkaarvelemilieusvoorkomeneninelkaar
overlopen.Wezoudenglobaaldevolgendedriedelingkunnenmaken:
Z.lLV£-/?SCHOOA/.
- 241.1. Deinvloedvanhetcultuurlandschap-waterbeheersingvanhet
omringendecultuurlandt.g.v.ruilverkavelingswerken
-aanplantvanbepaalde
bomenenstruikendiedaarvoornietaanwezigzijngeweest.
-Aanlegvanvijvers,speelweiden,rijwiel-envoetpadene.d.
II.2. Deaanwezigheidvanextrememilieus:-verdichtebodemst.g.v.
tred
III
-eenplaatselijkvrijhoog
zoutgehalteofvoedselrijkdom
IV
-water (zout,brakofzoet)
-eenoverwegendkleiige
V
bodem
VI.3. Overgangeninmilieus (o.a.langsputten)in:
-matevanbetreding
-overgangzout-zoet
-overgangnat-droog
-overgangvoedselrijk-voedselarm
-overgangvaneenkleiigenaareen
zandigebodem
Inhetbovenstaandeschemazougewezenkunnenwordenopdetweedeling
diebestaatindeaanwezigheidvannatuurlijkefactoren (IIt/mVI)en
opfactorendievoortvloeienuitmenselijkingrijpen(I).
Erzijnindebovengenoemdemilieuovergangenveelvagegrenzentezien:
eriseenlimesconvergens ofspreidingsgrens.Dezewordtdoordeaanlegvanrijwiel-envoetpadene.a.menselijk ingrijpenechterverstoord
waardoorindevegetatiepatronenookveelscherpegrenzenenabrupte
overgangen (limesdivergens)voorkomen.Ditlaatsteheeftaltijdeen
sterkenivelleringtotgevolgomdatvagegrenzengekarakteriseerdzijn
dooreengrotesoortenrijkdomterwijlscherpegrenzenjuisttotsoortenarmoedeleiden.HetisdezetweedelingdiehetPoelboseendubbelgezicht
geeft.Elementenvanhetoorspronkelijkenatuurlijke landschapzijnnaast
elementenvanhettypischecultuurlandschapterugtevinden.Eenecht
natuurgebied ishetPoelbosdaaromookniet.
VI.2.Beschrijvingvegetatie
Inhetnuvolgendezalaandehandvanhetbovenstaande schemaeenglobalebeschrijvingvandevegetatievolgen.
I.
OpeenaantalplaatsenheeftdespontaanontstanemetdaarbijdeaangeplantebegroeiingeenRhamno-Prunetea-karakter.Totdezeklasseder
Eurosiberischedoornstruwelenbehoreno.a.devolgendesoorten:Sleedoorn,
Eenstijligemeidoorn,Kardinaalsmuts,Rodekornoelje,Spaanseaak,Hondsroos,HopenGelderseRoosenVlier.Tesamenmetdezekensoortenworden
alsbegeleidendesoortengevonden:Kleefkruid,Grotebrandnetel,Hondsdraf,
Bereklauw,Bitterzoet,Kruipendeboterbloem,Kropaar,Zevenblad,Lookzonder-look,Vogelmuur,Ruwbeemdgras.Speenkruid,Robertskruid,Akkerdistel,Speerdistel,BraamsoortenenAkkermelkdistel.HetisnognietmogelijkomdeklassederEurosiberischedoornstruwelen (hetRhamno-Prunetea)
aleenverdereonderverdelinginverbondenenassociatiestegeven.
Ditvanwegehetfeitdatdebenodigdegegevenshiervoornogontbrekenof
inelkgevaltesummierzijnomconclusiestekunnentrekken.Opdetweede
plaatsishetzodatdeaanplantnogteveeleenvreemdelementinhetlandschapheeftdattijdnodigheeftomeenzelfstandigkaraktertekrijgen.
- 25 -
Langs de rand van h e t struweelbos b e z i t de v e g e t a t i e p l a a t s e l i j k h e t k a r a k t e r van h e t G a l i o - A l l i a r i o n en h e t Aegopodion p o d a g r a r i a e . Deze worden
r e s p e c t i e v e l i j k h e t verbond van Kleefkruid en Look-zonder-look en h e t
Zevenbladverbond genoemd. Beide verbonden b e z i t t e n dezelfde k e n - en d i f f e r e n t i ë r e n d e s o o r t e n . Het eerstgenoemde verbond komt voor i n min of meer
v o c h t i g e , bemeste of v e r v u i l d e , l i c h t beschaduwde zomen van bossen en s t r u welen. De s o o r t e n h i e r v o o r kenmerkend z i j n : R i d d e r z u r i n g ( s s p . s y l v e s t r i s ) ,
Hondsdraf, R o b e r t s k r u i d . Soorten d i e t o t a s s o c i a t i e s ervan behoren z i j n :
Look-zonder-look, Grote b r a n d n e t e l , Zevenblad. Als b e g e l e i d e n d e s o o r t e n t r e den op: Braam, Kruipende boterbloem, Ruw beemdgras, Kweek e . a .
II
Eengroepplantendiealsindicatorvoorbetredingkunnendoorgaanzijnde
z.g. tredplanten.Desoortendiehetmeestbetredingverdragenbehorentot
deRaket-orde:Grootkaasjeskruid,Vlasbekje,PijlkruidkersenKompassla,
zijnhiervankensoorten.
Eenverbondhiervanheeftalskensoorten:Varkensgras,HerderstasjeenSchijfkamille.Anderesoortendietotderaketordebehorenzijn:Gewoneraket,
Kleinkaasjeskruid,Wildereseda,Slangekruid,Witte-enAkkerhoningklaver.
Aldezesoortenkomenminofmeerregelmatigdoorhetgeheleterreinlangs
padenenanderebelopendelenvoor.
III
Eriseengroepplantensoortengevondendiealsindicatorvoorzoutinde
bodemgenoemdmoetenworden.Bedoeldworden:Zeekraal,ZilteSchijnspurrie,
StompKweldergras,Zulte,Knolvossestaart,Zeegerst,Zilterus,Zeebiesen
Aardbeiklaver.Hetismogelijkdatnoganderehalofielesoortenofrelicten
vanvoorheengroterepopulatiesgevondenworden.
Nietbekendisinhoeverreereen
correlatiebestaatinhetvoorkomenvandezesoortenenhetzoutgehaltevandeputten.
Desoortenhebbeneenoptimumbij
verschillendezoutconcentratie.
Zeekraaliseenpioniersplantdie
echternoglangaanwezigkanzijn
opontziltegroeiplaatsen.Zulte
komtinallemogelijkezoutvegetatiesvoor.Sommigesoortenvande
zojuistopgesomdeplantenverdragenechtergeenaltehogezoutconcentraties.Zilterus,Fioringras
(subvar.salinaisnognietinhet
gebiedgevonden),Knolvossestaart,
ZeegerstenRoodzwenkgras (subsp.
litoralis)zijnkensoortenvanhet
Armerionmaritimaedatopminder
zilteplaatsenvoorkomt.Bijtoenemendeverzoetingverdwijnenook
dezesoorten.Aardbeiklaveriseen
soortdie kenmerkendisvoordergelijkeovergangennaarhetzoete
gebied.
SP££//KMi£>-
-26
IV
Inhetgebiedkomendevolgendewaterplantenvoor:Aarvederkruid,Schedefonteinkruid,GekroesdFonteinkruid,ongedoorndhoornblad,Kikkerbeet,
WaterranonkelenSterrekroos (omwelkesoortenhetbijdetweelaatste
gaatisnietduidelijk).Dezesoortenzijnkenmerkendvoorzoetetotzwak
brakkewateren.AanderandenstaanbegeleidendesoortenzoalsKleinkroos,
Puntkroos,Riet-enMannagras.Langsderandenvandeputtenstaanveelal
soortendietotdeRietklassegerekendwordenofbegeleidendesoortenhiervanzijn:Riet,Wolfspoot,Mannagras,Geplooidvlotgras,Rosebasterdwederik,
Kleinbloemigebasterdwederik,Pinksterbloem (hetisnietbekendofhetin
hetPoelbosomdessp.palustris gaat),Grotewaterweegbree,Gewonewaterbies,Mattenbies,Moerasandoorn,Watermunt,KikkerbeetenHarigwilgenroosje.
Erisooknoggeenonderzoekgedaaninhoeverrehetzoutgehaltevanhetwaterendebodemeromheeninvloedheeftopdefloraterplaatse.Deindruk
bestaatdatinenronddemeerzilteputtenRietveelmeeroverheersendis
endatderestvandezojuistgenoemdesoortennaardeachtergrondisgedrongen.OverigenskunnensoortenalsWolfspoot,Watermunt,Koninginnekruid
enBitterzoeteenmesohalienmilieunoggoedverdragen.Eeninteressante
verschijninginhetPoelbosisdeHeemst,eenplantdiekarakteristiekis
voorhetmesohalinicumensamenmetenkeleanderesoorten,waarvoorgenoemd
moetenworden:Selderij,enZilttorkruid (dezeplantzalmogelijknoggevondenworden)tothetAngelicionlitoralis (hetHeemstverbond)behoren.
Ditverbondbestaatuitsoortendieopbrakkeentevensstikstofrijkeplaatsengroeien.WesthoffenDenHeld (1975)geveneenkencombinatiewaaringenoemdworden:Krulzuring,Spiesmelde,Haagwinde,Kleefkruid,Akkermelkdistel,
Zeebies,RietenFioringras.
V
Aan de s o o r t e n i s
ook af t e lezen d a t
h e t gebied i n hoofdzaak k l e i i g i s en
d a t t y p i s c h e zandminnende s o o r t e n e r
v r i j w e l n i e t gevonden z u l l e n worden.
De volgende s o o r t e n
komen v o o r a l voor
op de akkers rond
h e t Poelbos doch ze
ontbreken n i e t i n
h e t gebied z e l f :
Perzikkruid, S l i p bladige ooievaarsbek, K r o o n t j e s k r u i d , Grote e r e p r i j s , Brosse
m e l k d i s t e l , Paarse
d o v e n e t e l , Gewone
d u i v e k e r v e l en
Witte k r o d d e . Z i j
behoren t o t h e t
Eu-polygono-chenopodion (het P e r zikkruid onderverbond) .
m/SKus, k/)fiSJfSKR.o\l>.
- 27Eentweedegemeenschapdievooralopminofmeervochtige,voedselrijke
leem-klei-enzavelgrondenvoorkomtishetArrhenatherionelatioris,het
Glanshaververbond.Desoortendiehiervaninhetgebiedvoorkomenzijn:
Beemdlangbloem,Kropaar,Scherpeboterbloem,Veldlathyrus,Madeliefje,
Margriet,Bereklauw,enKleineklaver.Alsbegeleidendesoortenhiervan
moetengenoemdworden:Gewoonstruisgras,Kruipendeboterbloem,Fioringras,
Akkerdistel,Ruwbeemdgras,Hondsdraf,Engelsraaigras,Speenkruid,Rood
zwenkgras,Jacobskruiskruid,Zachtedravik,WitteklaverenRidderzuring.
VI
Eenplantengezelschapdiealsindicatorgeldtvoormilieuovergangenishet
Zilverschoonverbond (Agropyronrumicioncrispi).Hetomvatsoortendie
voorkomenopplaatsenwaarsterkeveranderingenoptreden.Hetverbondkomt
vooropplaatsenmetvrijsterkewisselingen tussennat/droog,voedselarm/
voedselrijk ofzout/zoet.Hetisduidelijk datinhetPoelbosdezeovergangenveelvuldigvoorkomen.VerwachtmoetdaaromwordendatbijkwantitatieveanalyseringenvandevegetatiehetZilverschoonverbondeenbelangrijke
componentzalzijn.
Kensoortenvanditverbondzijn:Zilverschoon,Kruipendeboterbloem,Herfstleeuwetand,Ruigezegge,Aardbeiklaver,Kweek,Krulzuring,Heelblaadjes,
Moeraszoutgras,Valsevoszegge.Ookhetvoorkomenvandedifferentiërende
soortenKnolvossestaartenZomp-vergeet-mij-nietjewijzenhierop.Ineenaantalassociatiesvanditverbondwordeneenaantalanderesoortengenoemd:
Rietzwenkgras,Gekniktevossestaart,Akkerkers,Engelsraaigras,Ruwbeemdgras,Veldbeemdgras,Witteklaver,Groteweegbree,Moeraswalstroe.a.
Vl.3.Geraadpleegde literatuur
Held,J.J.Den,1979.BeknoptoverzichtvanNederlandseplantengemeenschappen.Uitg.K.N.N.V.Hoogwoud.Wet.Med.Nr.134.
Heukels,H.&S.J.vanOostroom,1977.FloravanNederland.19edruk.
Groningen.
Meijden,R.v.d.,M.BrandenE. 'tHart.1980.Grassentabel.Rijksherbarium
Leiden.
Westhoff,V.,P.A.Bakker,C.G.vanLeeuwen&E.E.vanderVoo,1970-1973.
Wildeplanten;floraenvegetatieinonzenatuurgebieden.Deel1,2en3.Uitg.
Ver.Beh.Natuurmon.Amsterdam.
Westhoff,V.&A.J.denHeld,1969,Plantengemeenschappen inNederland.Uitg.
VI.4.Plantenlijst
Thieme,Zutphen.
Hieronderstaanallesoortenhogereplantenvermelddietotenmet1980inhet
Poelbosgevondenwerden.
Nomenclatuurensystematischevolgordeisnaar:Heukels-vanOostroom (1977),
"FloravanNederland",19edruk.
Soortendiewerdenaangeplantzijnvoorzienvanhetteken+;soortendieooit
verwilderdofaangevoerdwerdengevondendoorhettekenx.
Nomenclatuurensystematische volgordevandegrassenisnaar:
R.vanderMeijden,M.BrandenE. 'tHart,"Grassentabel"1980.
-28PAARDESTAARTENFAM:
Heermoes
EQUISETACEAE:
EquisetumarvenseL.
BERKENFAM:
+Zachteberk
+Zwarteels
+Grauweels
+Haagbeuk
+Hazelaar
BETULACEAE:
BetuiapubescensEhrh
Alnusglutinosa (L.)Vill.
A.incana (L)Vill.
CarpinusbetulusL.
CorylusavellanaL.
BEUKENFAM:
+Zomereik
+Beuk
FAGACEAE:
QuereusroburL.
FagussylvaticaL.
WILGENFAM:
+Witteabeel
Zwartepopulier
+Canadapopulier
+Schietwilg
Boswilg
Grauwewilg
Geoordewilg
SALICACEAE:
Populuscanescens (Ait.)Sm.
P.nigraL.
P.xcanadensisMoench
P.robusta (geenNederlandsenaam)
SalixalbaL.
S.capreaL.
S.cinereaL.
S.auritaL.
HENNEFAM:
Hop
CANNABACEAE:
HumuluslupulusL.
IEPENFAM:
+lep
ULMACEAE:
Ulmusspec.
BRANDNETELFAM:
Grotebrandnetel
Kleinebrandnetel
URTICACEAE:
U.dioicaL.
U.urensL.
DUIZENDKNOOPFAM:
Krulzuring
Ridderzuring
POLYGONACEAE:
RumexcrispusL.
R.obtusifoliusL.
subsp.obtusifolius
R.acetosaL.
PolygonumconvolvulusL.
P. amphibiumL.
P. laphatifoliumsubsp.
pallidum (With.)Fr.
P. persicariaL.
subsp.persicaria
P. aviculareL.subsp.aviculare
Veldzuring
Zwaluwtong
Veenworte1
Viltigeduizendknoop
Perzikkruid
Varkensgras
GANZEVOETFAM:
Korrelganzevoet
Rodeganzevoet
Melganzevoet
Zoetekers
+Vogelkers
Am.Vogelkers
+Sleedoorn
CHENOPODIACREAE:
ChenopodiumpolyspermumL.
C.rubrumL.
C.albumL.
Prunusavium (L.)L.
P.padusL.
P.serotinaEhrh.
P.spinosaL.
2y
fr££/rsr.
VLINDERBLOEMENFAM:
Akkerhoningklaver
Witte honingklaver
Hopklaver
Luzerne
Witte klaver
Aardbeiklaver
Rode klaver
Kleine klaver
Gewone rolklaver
Vogelwikke
Voederwikke
Veldlathyrus
PAPILIONACEAE:
Melilotus officinalis (L.) Pali.
M. albus Med.
Medicago lupulina L.
Medicago sativa L. subsp. sativa
Trifolium repens L.
T. fragiferum L.
T.pratense L.
T. dubium Sibth.
Lotus corniculatus L.
Vicia cracca L.
V. sativa L. subsp. sativa
Lathyrus pratensis L.
TEUNISBLOEMFAM:
Harig wilgeroosje
Kleinbloemigebasterdwederik
Rose basterdwederik
Kantige basterdwederik
ONAGRACEAE:
Epilobium hirsutum L.
E.parviflorum Schreb.
E. roseumSchreb.
E. tetragonum L.subsp.
tetragonum
Chamaenerion angustifolium (L.) Scop.
Wilgeroosje
VEDERKRUIDFAM:
Aarvederkruid
HALORAGACEAE:
Myriophyllum spicatum L.
KAASJESKRUIDFAM:
Muskuskaasjeskruid
Grootkaasjeskruid
Klein kaasjeskruid
Echte heemst
MALVACFEAE:
Malvamoschata L.
M. sylvestris L.
M. neglectaWallr.
Althaea officinalis L.
OOIEVAARSBEKFAM:
Kleine ooievaarsbek
Slipbladige ooievaarsbek
GERANIACEAE:
Geranium pusillum L.
G. dissectum L.
- 30Zachteooievaarsbek
Robertskruid
G.molleL.
G.robertianumL.
ESDOORNFAM:
+Noorseesdoorn
+Spaanseaak
ACERACEAE:
AcerplatanoidesL.
A.campestreL.
KARDINAALSMUTSFAM:
+Wildekardinaalsmuts
CELASTRACEAE:
EuonymuseuropaeusL.
WEGEDOORNDFAM:
+Vuilboom
RHAMNACEAE:
FrangulaalnusMill.
KORNOELJEFAM:
+Rodekornoelje
CORNACEAE:
CornussanguineaL.
SCHERMBLOEMENFAM:
Fluitekruid
Zeeuwsdoornzaad
Selderij
Zevenblad
Hondspeterselie
Pastinaak
Bereklauw
Peen
UMBELLIFERAE:
A n t h r i s c u s s y l v e s t r i s (L.) Hoffm.
Torilisarvensis (Huds.)Link
ApiumgraveolensL.
AegopodiumpodagrariaL.
AethusacynapiumL.
PastinacasativaL.
HeracleumsphondyliumL.
DaucuscarotaL.
SLEUTELBLOEMFAM:
Gewoonguichelheil
PRIMULACEAE:
AnagallisarvensisL.
WINDEFAM:
Spiesmelde
Uitstaandemelde
Zeekraal
CONVOLVULUACEAE:
AtriplexhastataL.
A.patuiaL.
SallicorniaeuropaeaL.
ANJERFAM:
Avondkoekoeksbloem
Vogelmuur
CARYOPHYLLACEAE:
Melandriumalbum
Stellariamedia (L.)Vill.
subsp.media
S.palustrisRetz.
CerastiumfontanumBaumg.
subsp.triviale (Link)Jalas
C.fontanumBaumg.
subsp.holosteoides (Fr.)Salman
Spergulariamarina (L.)Griseb.
Zeegroenemuur
Gewonehoornbloem
Glanzendehoornbloem
Zilteschijnspurrie
WOLFSMELKFAM:
Kroontjeskruid
EUPHORBIACEAE:
EuphorbiaheliscopiaL.
STERREKROOSFAM:
Sterrekroos
CALLITRICHACEAE:
Callitrischespec.
RANONKELFAM:
Speenkruid
Blaartrekkendeboterbloem
Knolboterbloem
Behaardeboterbloem
Scherpeboterbloem
Kruipendeboterbloem
Waterranonke1
RANUNCULACEAE:
FicariavernaHuds.
RanunculussceleratusL.
R.bulbosusL.
R. sardous Crantz
R. a c r i s L.
R. repens L.
R. (Batrachium) s p e c .
-31
HOORNBLADFAM:
Ongdoornd hoornblad
CERATOPHYLLACEAE:
Ceratophyllum submersum L.
PAPAVERFAM:
Gewone klaproos
Stinkende gouwe
Gewone duivekerve1
PAPAVERACEAE:
Papaver rhoeas L.
Chelidoniummajus L.
Fumaria officinalis L.
KRUISBLOEMENFAM:
Pijlkruidkers
Witte krodde
Look zonder look
CRUCIFERAE:
Lepidium draba L.
Thlaspi arvense L.
Alliaria petiolata (Bieb.) Cavara
etGrande
Sisymbrium officinale (L.)Scop.
S. altissimum L.
Sinapis arvensis L.
Rorippa sylvestris (L.)Besser
Cardaminehirsuta L.
C.pratensis L.
Capsellabursa-pastoris (L.)Med.
Erophila verna (L.) Chevallier
Gewone raket
Hongaarse raket
Herik
Akkerkers
Kleine veldkers
Pinksterbloem
Herderstasje
Vroegeling
RESEDAFAM:
XWilde reseda
RESEDACEAE:
Reseda lutea L.
HERTSHOOIFAM:
Sint Janskruid
HYPERICACEAE:
Hypericumperforatum L.
ROZENFAM:
Dauwbraam
Zilverschoon
Gewone agrimonie
+ Hondsroos
+Wilde lijsterbes
+ Krenteboompje
+Eenstijlige meidoorn
Akkerwinde
Haagwinde
ROSACEAE:
Rubus caesiusL.
Potentilla anserina L.
Agrimonia eupatoria L.
Rosa canina L.
Sorbus aucuparia L.
Amelanchier spec.
Crataegus monogyna Jacq.
Convolvulus arvensis L.
Calystegia sepium (L.) R.Br.
FAM. DER RUWBLADIGEN:
Hondstong
Zompvergeet-mij-nietje
BORAGINACEAE:
Cynoglossum officinale L.
Myosotis
laxaLehm, supsp. cespitosa ( C F .
Schultz) Hyl.exNordh.
M. arvensis (L.) Hill
Echiumvulgare L.
Symphytum officinale L.
Middelst vergeet-mij-nietje
Slangekruid
Smeerwortel
NACHTSCHADEFAM:
Bitterzoet
Zwarte nachtschade
SOLANACEAE:
Solanum dulcamara L.
S.nigrum L.
HELMKRUIDFAM:
Kleine Leeuwebek
Vlasbekje
Gewone ereprijs
Grote ereprijs
Echt vingerhoedskruid
Rode ogentroost
SCROPHULARIACEAE:
Linariaminor (L.)Desf.
Linariavulgaris Mill.
Veronica chamaedrys L.
V.persicaPoir.
Digitalis purpurea L.
Odontites verna (Bell.) Dum.subsp.
serotina (Wettst.)E.F.Warb.
32
LIPBLOEMENFAM:
Watermunt
Akkermunt
Wolfspoot
Moerasandoorn
Paarsedovenetel
Wittedovenetel
Hondsdraf
WEÈGBREEFAM:
Smalleweegbree
Groteweegbree
LABIATAE:
MenthaaquaticaL.
GlechômahederaceaL.
LycopuseuropaeusL.
StachyspalustrisL.
LamimumpurpureumL.
L.albumL.
M.arvensisL.
PLANTAGINACEAE:
PlantagolanceolataL.
P.majorL.subsp.major
OLIJFFAM:
+Gewonees
+Wildeliguster
OLEACEAE:
FraxinusexcelsiorL.
LigustrumvulgareL.
WALSTROFAM:
Kleefkruid
Moeraswalstro
RUBIACEAE:
GaliumaparineL.
G.palustreL.subsp.(?)
KAMPERFOELIEFAM:
+Gewonevlier
+Gelderseroos
CAPRIFOLIACEAE:
SambucusnigraL.
ViburnumopulusL.
KAARDEBOLFAM:
Wildekaardebol
DIPSACACEAE:
DipsacusfullonumL.
KOMKOMMERFAM:
Heggerank
CUCURBITACEAE:
BryoniadioicaJacq.
COMPOSIETENFAM:
Koninginnekruid
Madeliefje
Zulte
Canadesefijnstraal
Heelblaadjes
StinkendeKamille
Duizendblad
COMPOSITAE:
EupatoriumannabinumL.
BellisperennisL.
AstertripoliumL.
ErigeroncanadensisL.
Pulidariadysenterica (L. ) B e r n h .
AnthémiscotulaL.
AchilleamillefoliumL
MeHteHf.7/isje
- 33Reukloze kamille
Echte kamille
Schijfkamille
Bijvoet
Kleinhoefblad
Klein kruiskruid
Smalbladig kruiskruid
Jacobskruiskruid
Speerdistel
Akkerdistel
Gewoon knoopkruid
Gewoon biggekruid
Herf
stIeeuwetand
Gele morgenster
Paardebloem
Gewone melkdistel
Brosse melkdistel
AkkermeIkdiste1
Kompassla
Klein streepzaad
Matricaria maritima L. subsp.
inodora (La)Clapham
M. recutita L.
M.matricarioides (Less.) Porter
Artemisia vulgaris L.
Tussilago farfara L.
Seneciovulgaris L.
S.erucifolius L.
S. jacobaea L.
Cirsium vulgare (Savi)Ten.
C. arvense (L.)Scop.
CentaureapratensisThuill.
Hypochaeris radicata L.
Leontodon autumnalis L.
Tragopogon pratensis L.subsp.
pratensis
Taraxacum spec.
Sonchus o l e r a c e u s L.
S. asper (L.)Hill.
S. arvensis L.
Lactuca serriola L.
Crépis capillaris (L.)Wallr.
WATERWEEGBREEFAM:
Waterweegbree
ALISMATACEAE:
Alismaspec.
WATERKAARDEFAM:
Kikkerbeet
HYDROCHARITACEAE:
Hydrocharis morsus-ranae L.
ZOUTGRASFAM:
Moeraszoutgras
JUNCAGINACEAE:
Triglochin palustris L.
FONTEINKRUIDFAM:
Schedefonteinkruid
Gekroesd fonteinkruid
Zannichellia
POTAMOGETONACEAE:
Potamogeton pectinatus L.
P. crispus L.
Zannichelliapalustris L.
LELIEFAM:
Kraailook
LILIACEAE:
Allium vineale L.
RUSSENFAM:
Z i l t e rus
Knolrus
Gewone v e l d b i e s
JUNCACEAE:
Juncus gerardii Loisl.
J. bulbosus L.
Luzula campestris (L.)DC.
CYPERGRASSENFAM:
Zeebies
Mattenbies
Gewone waterbies
CYPERACEAE:
Scirpusmaritimus L.
S. lacustris L. subsp. lacustris
Eleocharis palustris (L.)R. et
Sch. subsp. palustris
Carexhirta L.
C. o t r u b a e P o d p .
Ruige zegge
Valse voszegge
GRASSENFAM:
Zachte dravik
Rood zwenkgras
Rietzwenkgras
Beemdlangbloem
Stomp kweldergras
Mannagras
Geplooid vlotgras
Straatgras
Moerasbeemdgras
GRAMINAE:
Bromus hordeaceus L. ssp.hordeaceus
Festuca rubraL. subsp.rubra.
F. arundinaceaSchreb.
F.pratensis Huds.
Puccinellia distans (L.) Pari.
Glyceria fluitans (L.) R.Br.
G.plicata Fr.
Poa annua L.
P. palustris L.
- 34Ruwbeemdgras
Veldbeemdgras
Kropaar
Kamgras
Italiaansraaigras
Engelsraaigras
Kweek
Strandkweek
Zeegerst
Veldgerst
Riet
Echtewitbol
Fioringras
Gewoonstruisgras
Duist
Knolvossestaart
Gekniktevossestaart
Timo
theegras
P.trivialisL.
P.pratensisL.subsp.(?)
DactilisglomerataL.
CynosuruscristatusL.
LoliummultiflorumLamk.
L.perenneL.
Elymusrepens (L.)Desv.
E.pycnanthus (Pers.)Tutin
H.marinumHuds.
HordeumsecalinumSchreb.
Phragmitesaustralis (Cav.)Trin.ex
Steud.
Arrhenatherumelatius (L.)P.B.ex
J.etC.Presl.
HolcuslanatusL.
AgrostisstoloniferaL.
A.capillarisSibth.
AlopecurusmyosuroidesHuds.
A.bulbosusGouan
A.geniculatusL.
PhleumpratenseL.
EENDEKROOSFAM:
Puntkroos
Kleinkroos
LEMNACEAE:
LemnatrisulcaL.
L.minorL.
Fransraaigras
fiol>£ULfi\/£/l
- 35-
VIIHYDROBIOLOGIEVANHETPOELBOS
VII.1.Inleiding,methodiekenverantwoording
VoordathetPoelbosingeplantwerdbestondditgebieduitweilandenomgevendoorbrakkesloten.Omhetveetedrenkenwerden
drinkputtengegravendiezich
vuldenmetregenwaterofzoetgrondwater.Bijdeaanlegvanhet
boswerdendezeputtengespaardenopgenomeninhetlandschapsplan.Daarnaastwerdenenkelegroterevijversgegraven.
InhetkadervandeK.N.N.V.-inventarisatievanhetboswerdenook
deputtenenvijversaaneenonderzoekonderworpen.Eendeelwerd
éénmaligbemonsterd,deoverigewerdenmeerderekerenbekeken.Omdatperputeenbepaaldetussentijdwerdaangehoudenisdebemonsteringnietuitputtendgeweest.Inenkelegevallenzijnalleen
bepaaldediergroepenzoalswantsenenkeversbekeken.
Voorliggingennummeringvandeputtenenvijverswordtverwezen
naardeplattegrondvanhetPoelbosachterinhetinventarisatierapport.
Dedierenwerdenverzameldmeteennet (maaswijdte0,6mm)onder
leidingvandeherenKuysenKrebs.Wanneerdedierennietter
plaatsekondenwordengedetermineerdwerden zijbewaardop70%
alcoholenophetDelta-InstituutvoorHydrobiologischOnderzoek
teYersekemetbehulpvanbinoculairsnaderopnaamgebracht.Een
aantaljeugdleden (JoostBakker,Jan-KeesDieleman,René Kiel,
AndréNieuwenhuyse)endeheerwillensehebbeneengrootdeelvan
dewantsengedetermineerd onderleidingvandeheerKrebs,dieook
derestbekekenheeft.
Gedurendedeonderzoeksperiodehebbenenkelespecialistenvanbuiten
ZeelandvanhunbelangstellingvoordeplasseninhetPoelbosblijk
gegeven.DeheerMollerPillotbezochthetgebiedvanwegezijnonderzoeknaardeoecologievanchironomidenendeheerJ.Cuppen (L.H.
Wageningen)vanwegezijnonderzoeknaaraquatischekevers.Beide
warenzobereidwilligomhungeqevensterbeschikkingtestellenen
dubieuzedeterminatiesophunvakgebied tecontroleren.Deheer
BogaardsvanhetDelta-InstituutwaszovriendelijkdeGammariden
tedetermineren.Bovendiendemonstreerde zijnhondeenmerkwaardige
voedselketen doorperongeluk (?)eengroenekikkerheelhuidsdoor
teslikken.
Vaneenaantalplassen (nr.1,6, 11,16,20en25)werdendechironomidenuitgekweektengedetermineerddoordeheerKrebs.Mijtenen
oligochaeten zijn behoudensenkeleuitzonderingennietverzameld
omdatbinnenonsbereikaeenkennerswarendiedezegroepenkonden
verwerken.Wantsen-enkeverlarvenzijnomtiidswille (enmoeilijkheidsgraad)ooknietnadergedetermineerd.
Dechloridegehaltenvandeputtenwordendoorhetchemisch laboratorium
vanhetDeltaInstituutbepaald,waarvoorwijhendankverschuldigdzijn.
EenaantalontbrekendevegetatiegegevenswerdenonsdoordeProvinciale
PlanologischeDienstvanZeeland (Dhr.vanHaperen)verstrekt.
-Sovile. Resultatenendiscussie
Omindegrotehoeveelheidgegevenstochenigeordetebrengenzullen
eenaantalbelangrijkethema'sindevolgendehoofdstukjeskortbesprokenworden.
VII.2.a.Desoortensamenstelling.
VII.2.b.Devegetatie.
VII.2.c.Besprekingvanenkeleinhetoogspringendesoorten.
VII.2.d.Deaangetroffen levensgemeenschappen.
VII.2.e.Deresultatenperput.
VII.2.a.Desoortensamenstelling
Inhetwaterwerdentotaal 140soortenc.q.
Wantsen (Hemiptera)
Kevers (Coleoptera)
Chironomiden (Chironomidae)
OverigeTwee-Vleugeligen (Diptera)
Libellen (Odonata)
Haften (Ephemeroptera)
Kokerjuffers (Trichoptera)
Slakken (Gastropoda)
Vissen (Pisces)
Amfibieën (Amphibia)
Kreeftachtigen (Crustacea)
B l o e d z u i g e r s en Platwormen (Hirudineaen
Tricladida)
Overigegroepen
generaaangetroffen.
18soorten
44soorten
35soorten
11soortenengenera
1soort
1soort
1soort
4soorten
4soorten
5soorten
5soorten
5soorten
7soorten
Wanneerinaanmerkingwordtgenomendatnietallediergroepen
volledigzijnonderzochtisditsoortenaantalinvergelijking
metdrinkputteneldersinZeelandhoogtenoemen.
VII.2.b.Devegetatie
DemeesteplasseninhetPoelboskenneneenrijkebegroeiing.
VandeechtewaterplantenkomenCeratophyllumsubmersum(Ongedoorndhoornblad),Ranunculuscf.aquatilus(Waterranonkel),
Potamogetonpectinatus (Schedefonteinkruid),Callitrichespec.
(Sterrekroos)endeverschillendeLemnasoorten (kroos)algemeen
voor.MinderalgemeenzijnMyriophyllumspicatum (Aarvederkruid
Potamogetoncrispus (Gekroesdfonteinkruid)enZannichelliasp.
(cf.palustris).DelisdoddeTyphalatifoliakomtalleeninpoel
35voor,hoeweldesoortinZeelandvrijalgemeenis.Opmerkelijk
isdevondstvanmeerdereexemplarenvanhetkikkerbeet(Hydrocharismorsus-ranae)inslootje31.Voorzoveronsbekendisditde
enigevindplaatsvandezeplantinZuid-Beveland.Demogelijkheid
isnietuitgeslotendatdesoortdooreen "liefhebber"isingebracht.Hoehetookzij,deplantvoeltzichkennelijkgoedthuis,
aangezien zijlangzaaminaantaluitbreidt.Vandeoeverplanten
zijnGlyceriafluitans (Mannagras),Phragmitesaustralis (Riet),
Scripusmaritimus (Zeebies),Juncusgerardii (Zilterus)en
Alopecurusgeniculatus (Gekniktevossestaart)hetmeestalgemeen.
DaarnaastwordthetMattenbies (Scirpuslacustris)enAgrostis
stolonifera (Fioringras)aangetroffen.
V I I . 2 . c . Bespreking van enkele i n h e t oog springende s o o r t e n
Het zou i n d i t k o r t e b e s t e k t e v e r voeren e l k e s o o r t a p a r t
t e behandelen. Daarom wordt s l e c h t s een greep gedaan u i t d i e
s o o r t e n d i e ten Ie i n t e r e s s a n t z i j n v a n u i t h e t oogpunt van
de w a t e r k w a l i t e i t van de p u t t e n en ten 2e d i e f a u n i s t i s c h g e zien waardevol z i j n voor Zeeland c . q . Zuid-Beveland.
1. De_wantsen_-_Hemiptera
P l e a l e a c h i ; ook wel dwergbootsmannetje genoemd, komt
voor t u s s e n p l a n t e n i n zoete n i e t v e r v u i l d e , v o e d s e l r i j k e
w a t e r e n . De s o o r t kan daarom opgevat worden a l s een i n d i c a t o r voor schoon, z o e t p l a n t e n r i j k w a t e r . Merkwaardig i s h e t
daarom d a t de s o o r t ook voorkomt i n de matig brakke p o e l
34, tesamen met andere t y p i s c h e zoetwaterorganismen a l s
G e r r i s o d o n t o g a s t e r en I l y o c o r i s c i m i c o i d e s .
S i g a r a _ l a t e r a l i s / S i g a r a s t r i a t a . Beide s o o r t e n kan men i n
h e t Poeïbos v e e l a a n t r e f f e n . Opvallend i s e c h t e r d a t S i g a r a s t r i a t a h i e r domineert over S i g a r a l a t e r a l i s , hoewel b e i de s o o r t e n een ongeveer g e l i j k e t o l e r a n t i e hebben voor brak
w a t e r . In d r i n k p u t t e n d i e nog i n gebruik z i j n b i j h e t vee
e l d e r s i n Zeeland domineert j u i s t S. l a t e r a l i s over S. s t r i a t a . H i e r u i t kan men de c o n c l u s i e t r e k k e n d a t S i g a r a s t r i a t a
een voorkeur h e e f t voor schoner w a t e r dan S i g a r a l a t e r a l i s .
D i t komt overeen met de l i t e r a t u u r waarin vermeld wordt d a t
S i g a r a l a t e r a l i s een voorkeur h e e f t voor ondiepe e u t r o f e p o e l e n met weinig p l a n t e n g r o e i .
C a l l i c o r i x a p r a e u s t a . Deze s o o r t komt v e e l voor i n i n s t a b i e l e
m i l i e u s . H i e r b i j kan men denken aan p l a s s e n met een s t e r k
w i s s e l e n d e w a t e r s t a n d . In Zeeland vinden we de s o o r t over h e t
algemeen i n wat g r o t e r e wateren met een r e d e l i j k e t o t goede
w a t e r k w a l i t e i t . Gezien de vondsten i n h e t Poelbos b l i j k t de
s o o r t zich ook in de k l e i n e p u t t e n op t e houden.
G e r r i s o d o n t o g a s t e r . Eén van de s c h a a t s e n r i j d e r s . In Zeeland
i s deze s o o r t v e e l minder algemeen dan G e r r i s t h o r a c i c u s . De
l a a t s t e i s v e e l t o l e r a n t e r voor brak w a t e r dan G. o d o n t o g a s t e r .
Mogelijk i s ook d a t G. o d o n t o g a s t e r schoner w a t e r p r e f e r e e r t
dan G. t h o r a c i c u s . I n t e r e s s a n t i s d a t de s o o r t z i c h v o o r t p l a n t
i n de poelen 2 en 34 d i e b e i d e onmiskenbaar brak ( o l i g o h a l i e n )
z i j n . Een mogelijke v e r k l a r i n g h i e r v o o r kan z i j n d a t de mate
van k w a l i t e i t van h e t brakke w a t e r en daarmee samenhangend de
v e g e t a t i e , van i n v l o e d i s op de t o l e r a n t i e van de z o e t w a t e r s o o r t voor h e t brakke w a t e r .
De beide s o o r t e n Hesperocorixa z i j n bekend van w a t e r met v e e l
p l a n t e n / en of dood p l a n t a a r d i g m a t e r i a a l . In h e t Poelbos i s
Hesperocorixa l i n n e i z e e r algemeen. Hoewel de s o o r t i n Zeeland
zeker n i e t zeldzaam i s , i s h e t voorkomen in h e t Poelbos i n een
d e r g e l i j k e mate wel o p v a l l e n d . Hetzelfde g e l d t voor Hesperocor i x a s a h l b e r g i . Deze s o o r t komt i n h e t Poelbos i n e n k e l e p l a s sen voor, t e r w i j l i n de r e s t van Zeeland de s o o r t zeldzaam i s .
Opvallend i s ook h e t voorkomen van I l y o c o r i s _ c i m i c o i d e s in h e t
P o e l b o s , een i n Zeeland weinig algemene s o o r t . Wij hebben de
indruk d a t de s o o r t z i c h i n h e t bos s t e r k aan h e t u i t b r e i d e n
i s . In p u t 6 kan men hem i n g r o t e a a n t a l l e n v i n d e n ; i n t e r e s s a n t i s de r e c e n t e v e s t i g i n g i n de verzoetende p o e l 16; vreemd
i s h e t voorkomen i n de brakke p o e l 34.
- 38 -
2. De w a t e r k e v e r s - C o l e o p t e r a
Vanveelkeversisnogweinigoverdeoecologiebekend.
Omdezeredenishetmoeilijkomietstezeggenoverde
relatietussendewaterkwaliteitenhetvoorkomenvande
verschillende soorten.Waarschijnlijkzijndelarvengevoeligervoordeveranderingeninhetwaterdandevolwassendierenzodatzijbetereindicatorenzullenzijn.Van
eenaantalsoortenishetbekenddatzijhalofielzijn,
datwilzeggendatzijeenvoorkeurhebbenvoorbrakwater.
Datwilnietzeggendatdezesoortennietinzoetwater
kunnenleven.Veelkeversvliegengoedenzullendaarbij
ooknaburigezoetewaterenaandoen.InhetPoelboszijn
devolgendehalofielekeversoortenaangetroffen.
Haliplusapicalis.DezesoortbehoortnaastHalipluslineatocollistotdealgemeensteHaliplidaeinhetPoelbos.
Coelambus_parallelogrammus.Ofdezesoortnueenechtebrakwatersoortis (eensoortdiezijnoptimumheeftinhet
brakkewater)ofeenzoetwatersoort (optimuminzoetwater)
meteenruimetolerantievoorbrakwater,moetnogworden
uitgemaakt.
Ochthebiusviridisiseentypischebrakwatersoortevenals
Ënochrushaïophilus.
Ookvan_Agabus_conspersusisbekenddathijvooralinbrak
waterwordtgevonden.Deoverigegevondenkeversoortenzijn
algemeenofvrijalgemeenindeZeeuwsebinnenwateren.De
volgendesoortenzijnvanwegehunzeldzaamheidswaardein
Zeelandhetnoemenwaard.
Hydroporusangustatus.Volgensdeliteratuurheeftdezesoort
eenvoorkeurvoorzurewateren.Omdatdittypewaterweinig
ofinhetgeheelnietinZeelandvoorkomtzaldesoorthier
welzeldzaamblijven.
Aciliussulcatus.HoeweldesoortvooralinOost-Nederland
algemeeniszijnerinZeelandmaarenkelevindplaatsenbekend.Desoortprefereertvenigeplassenenpoelenmeteen
modderbodem.Inplas22werdenenkeleexemplarengevonden.
Enochrus_affinis,ËnochrusquadripunctatusenP2E?E?2D?E!:?S
caniculatus.DezedriesoortenzijnnieuwvoordeZeeuwse
Fauna.Ê.affinisisinNederlandweinigalgemeen totzeldzaam,terwijlE.quadripunctatusvrijzeldzaamis.Dederde
soortdiezeldzaamisinNederlandheefteenvoorkeurvoor
zandigebodems.Devondstinkleisloot32isdaaromalseen
toevalstreffertebeschouwen.Mogelijkdatdesoortinduinplassenmeteenzandigebodemenweinigbegroeiingmeergevondenkanworden.DesoortbereiktinNederlandzijnnoordelijkeverspreidingsgrens.
3.Dechironomiden -Chironomidae.
Vanchironomidenlarven ishetbekenddathetgoedemilieuindicatoren zijn.Echteroverdeinterpretatievanhetvoorkomenvandeverschillende soortenismenhetnognieteens.
Veelonderzoekzalhiertoenogmoetenwordengedaan.Inhet
boskomen4echtebrak-watersoortenvoor,tewetenÇhironomus
haïophilus,Qii£2nomus_s^linarius,MiE£2E*}iE222ï!?y!:â--iJ2-- e n
Dicrotendipespallidicornis.Wanneerdezesoortendominerenin
eenplasduidtdatophetbrakkekaraktervanhetwater.
-39Naastdezesoortentreffenweinhetbosveeltypische
zoetwatersoortenaan.
Cricotopus_sylvestris.Uitdeliteratuurisbekenddat
dezesoortookmatigbrakwaterkanverdragen.Uitde
Zeeuwsegegevensblijktdatdezetolerantiemaarzeerbeperktis.AlsnelwordtC.sylvestrisdanverdrongen
doorzijnnaasteverwantCrictopus_ornatus,die,hoewel
ookeenzoetwatersoort,eengroteretolerantievoorbrakwaterheeftdanC.sylvestris.Opgrondvandegeringe
tolerantievoorbrakwaterkanmenC.sylvestristochopvattenalseenindicatorsoortvoorzoetemilieu's.Beide
soorenkunneneenmatigeverontreinigingverdragen,zodathunaanwezigheidgeengarantieisvooreengoedewaterkwaliteit.
Hetklinktmisschienwatvreemdmaarookdeafwezigheidvan
bepaaldesoortenkanveelinformatieopleveren.DeabsentievanPsectrotanypusvariusduidtopwatervaneengoede
kwaliteit,aangeziendesoortjuisteenvoorkeurheeftvoor
lichttotzelfsflinkvervuildewatertjes.Indrinkputten
dienogbijhetveeingebruik zijn,waardoorhetwater
verontreinigdwordtdoordemestvandezedierenisP.variusveelvuldigaantetreffen.Anderzijdsisdesoorteen
indicatorvoorzoetemilieu'smeteenvergelijkbaretolerantievoorbrakwateralsC.sylvestris.Overigeindicatorsoortendieduidenopzoetwatervaneenoverwegendgoede
kwaliteitzijnPentapedilum_uncinatum,Dicrotendipes_lobiger
enXenopelopianigricans.OokChironomus luridus,Endochironomusimpar/dispar,Psectrocladius_obviusenMonogelgriia
tenuicalcarkanmenhiertoerekenen.
OverAcricotopus lucenswordtdoordiverseauteursverschillendgedacht.Demeestevanhenbeschouwendesoortalseen
indicatorvoorverontreinigdwater.UitdeZeeuwsesituatie
blijkthettegenovergestelde.Desoortwordthoofdzakelijk
gevondeninzoetemilieu'sdieeengoedetotredelijkewaterkwaliteithebben.DeaanwezigheidvanA.lucensinhetPoelbosgeeftmijdanookgeenaanleidingdezetoeteschrijven
aandemindergoedekwaliteitvandezeplassen.Eerderis
hettegenovergesteldehetgeval.BijditallesmoetwelbedachtwordendatdeZeeuwsebinnenwateren,afgezienvande
duinpiassen,merendeelsopkleibodemliggen,watinhoudtdat
dezewaterenalvannatureeenhogevoedselrijkdomkennen.
Inditlichtmoetdanookdeindelingschoon-verontreinigd
waterbezienworden.
4.Overigeinsekten
Cloëondipterum.Dezesoortisdeenigehaftdieinhet
Poelbosaangetroffenis.Delarveprefereertzoetwatervan
eenredelijketotgoedekwaliteit.Alszodanigkandesoort
alsindicatororganisme gebruiktworden.
Ischnuraelegans.VandewaterjuffersisI.elegansdeenige
vertegenwoordigerinZeelanddieregelmatigwordtaangetroffen.
Waterjuffersstaanerombekenddatzijschoonenzoetwater
prefereren.I.elegansisnietzokieskeurig.Behalvedatzij
matigbrakwatergoedkanverdrageniszijooktolerantvoor
eenmindergoedewaterkwaliteit.Alsindicatororganisme iszij
daarommindergoedbruikbaar.OnderoptimaleomstandighedenzoalsinhetPoelboskanzijingroteaantallenvoorkomen.
-40Dixellaautumnalis.Uithetvoorkomenvandezemugin
Zeelandkanmenopmakendatdesoorteenvoorkeurheeft
voorschoon,plantenrijkwater.Daarbijprefereertzij
zoetwater,hoewellichtbrakwaterookverdragenwordt.
Vandetotnutoe 16bekendevindplaatseninZeelandzijn
er6gelegeninhetPoelbos.Weleenaanduidingvoorde
waardevandezeputten.
5.Kreeftachtigen-Crustacea
InhetPoelboszijntotnutoe5soortenCrustaceaaangetroffen,waarvanerdrietypischebrakwatersoortenzijn:
Gammarusduebeni,GammaruszaddachienPalaemonetesvarians.
Hunaanwezigheidduidtopeenbrakkecomponentinhetwater.
InteressantisdeaanwezigheidvanP.variansinpoel16.
Dezepoelislangzaamaanhetverzoeten.Opgrondvanhet
zoutgehalte (enookdelevensgemeenschapinhetwater)kan
mendezeplasnuzoetnoemen.DevraagishoelangP.varians
zichindezeplaskanvoortplantenwanneerhetchloridegehalteblijftdalen.
^ ^ Ü H S aquaticus.Dezewaterpissebedkomtalgemeenvoorin
dezoeteputteninhetPoelbos.Alszodanigkanmenhaareen
indicatorsoortnoemenvoorzoetwater.Waterbeoordelaars
hebbenhetnietopdezesoortbegrepen:zezoukarakteristiek
zijnvoorvervuildwater.Eengrotematevantolerantievoor
vervuildwaterwilnietzeggendatdesoortgoedwaterdaarom
mijdt.Alsindicatororganismevoorverontreinigdwaterisde
soortdanookalleenmaartegebruikeninkombinatiemet
anderevoorvervuildwaterkarakteristiekesoorten.
6.Amfibiën-Amphibia
DeputteninhetPoelboszijnvooralvanbelangvoordegrote
aantallengroenekikkersenkleinewatersalamandersdiezich
hiervoortplanten.Doordegoedekwaliteitvanhetwaterkunnendezedierenzichhiergoedhandhaven.InZeelandverdwijnendelaatstejarensteedsmeervoordezesoortengeschikte
leefgebiedentengevolgevanondermeerhetinonbruikraken
vandrinkputten.
Ookdegewonepadendebruinekikkerzijninhetbosrijkelijk
vertegenwoordigd.Als"amfibiënreservaat"ishetbosdanook
vangrotebetekenis.Bijeengoedbeheervandeputtenen
plassenzalde"amfibische"waardezekernogtoenemen.Vande
groenekikkerzijninNederlandtegenwoordig 3vormenbekend.
Detijdensdezeinventarisatiegevondendierenwerdenniet
verdervanelkaaronderscheiden.
VII.2.d.Besprekingvandeaangetroffen levensgemeenschappen
Demeesteplasseninhetbosherbergeneenzoetwatergemeenschap.
Plassenmeteenuitgesprokenbrakwatergemeenschapkomenniet
voor.Welzijninverschillendeplassenduidelijkeofminderduidelijkebrakkeinvloedenaantewijzen.Hetmeestzijndezeterug
tevindenindegegravenvijvers (nrs.1,2, 16en34,waarbij
innr.2demeestduidelijkekenmerkenvaneenbrakkegemeenschap
tezien zijn).Dezezijnechterlangzaamaanhetverzoetenen
metnameindevijvers 16en 1overheersthetzoeteaspectsterk.
-41Ookindebeidebemonsterdeslootjes (31en32)vindtmen
typischebrakwaterorganismen terug,maarzetendereneveneenssterknaareenzoetegemeenschap.Vandedrinkputten
kennendenummers 17en26duidelijkbrakkeinvloeden.Put
26isvooreendrinkputergbrak,enzouongeschiktzijn
voorgebruikdoorhetvee.Brakwaterorganismenwordenookin
zoeteputtengevonden.Keversenwantsen,diegoedkunnen
vliegen,storenzichnietaanonzemenselijkeindeling.Daaromzijnalsmaatstafvoor"brak"dieorganismengebruiktdie
nietkunnenvliegen:decrustaceaendelarvenvanchironomiden.Delarvenvanwantsenenkeverskunnenookalszodanig
dienstdoen;dezezijnechternietbekeken.
Indedrogezomersvan 1975en 1976ishetwaterpeilinde
drinkputtenvanZeelandsterkteruggelopen.Daarmedeisook
hetchloridegehalte tengevolgevandeverdampingtoegenomen,
zodatveleputteneenhogerezoutwaardebereiktendannormaal.
Indeloopvandejarenisereenherstelopgetredendatnog
steedsdoorgaat.Aandebijgevoegdechloridegehaltenkanmen
dezedalendetendensaflezen.Debijzonderregenrijkewinter
van1980/1981isdanvoordemensennietzoprettiggeweest,
deputtenzijnerwelbijgevaren.Hunwatervoorraadishersteldendaarmedeisooknaarmenkanaannemenhetchloridegehalteweeroppeilgekomenvanvoordebeidedrogezomers.
Dezeverzoetingenhetachterwegeblijvenvanverontreiniging
doorhetveegevendeputteninhetPoelbosdemogelijkheidom
zichnogverderteontwikkelendanhetstadiumwaarinzenu
verkeren.
Verschillendeputtendrogenindezomeruit.Inhetalgemeen
moetdeputdanweerherbevolktwordenvanbuitenaf.Slechts
enkelesoortenkunneneendroogteperiodeoverleven.Daarom
hebbenuitdrogendeputteneenminderrijke levensgemeenschap
danaltijdwatervoerendeputten.Datwilnietzeggendathun
biologischewaardeminderhoogmoetwordengewaardeerd.Inhet
algemeenhebben jaarlijksuitdrogendeputteneenkarakteristieke
levensgemeenschapvansoortendiehunoptimumhebbeninperiodiekdroogvallendewateren.InhetPoelbosvindtmenhierniet
zoveelvanterugomdatmethetuitdrogenookhetchloridegehaltevandeplastoeneemt,waardoorhetleefmilieuvoordezesoortenmindergeschiktwordt.Plas5vormtnoghetmooistevoorbeeldvandittypelevensgemeenschapdoorhetvoorkomenvande
platwormDugesialugubrisdiekarakteristiek isvoorperiodiek
uitdrogendewateren.
Hetbeheerdienteropgerichttezijneenzogrootmogelijke
differentiatieaanputteninstandtehouden.Hierbijkanwordengedachtaanondiepetegenoverdiepeputtenenaandroogvallende tegenoveraltijdwatervoerendeputten.Deoeverhelling
dientonregelmatigmaarnietsteilteverlopen.Ookverlandende
puttendragenbijtoteengroteverscheidenheidvanbiotopen.
Eengoedbeginisgemaaktmethetuitdiepenc.q.hetopnieuwgravenvandeputten 13,17,23,24en27inhetHendriksbosen
tweekleinereputteninhetArendsbosindewintervan1980/
1981doorStaatsbosbeheer.
-42Denatuurwetenschappelijkewaardevandedrinkputteninhet
algemeenenvandeputteninhetPoelbosinhetbijzonder
wordtbepaalddoorhetvoorkomenvanlevensgemeenschappendie
menbuitenZeelandslechtsweinigaantreftendiesamengesteldzijn
uitzoet-en brakwatersoorten.Onderinvloedvanhetzoutgehaltevarieertdesamenstellingvandelevensgemeenschappen
vanzuiverzoettotlichtbrak (oligohalien)inhetPoelbos.
Hiertussenvindtmeneenreeksovergangssituatiesdievanuit
natuurwetenschappelijkoogpuntwaardevolzijn.Indetweede
plaatsherbergendeputtenvoorZeelandkarakteristiekediersoortendieeldersinNederlandweinigvoorkomen;metname
geldtditvoordebrakwaterorganismenofdieorganismendie
aandekuststrookgebondenzijn.Indederdeplaatskomenin
dePoelbos-puttendiersoortenvoordiezeldzaamzijnin
ZeelandeninNederland.Indelaatsteplaatszijndeputten
bevolktmetenkelediersoortendieopzichnietzeldzaamzijn,
maardiewelsterkbedreigdwordendoorhetverdwijnenvanvoor
hengeschiktebiotopen.Inhetbijzondergeldtditvoorde
amfibiën.
VII.2.e.Resultatenperput
43
Plas 1.Gegravenvijver
Ol
i
U)
I
-J
00
Macrofauna
Gerrisodontogaster
Plealeachi
Notonectaviridis
Corixapunctata
Corixapanzeri
Callicorixaconcinna
Callicorixapraeusta
Sigaralateralis
Sigarastagnalis
Sigarastriata
Haliplus lineatocollis
Haliplusapicalis
Noterusclavicornis
Procladiusçhoreus
Cricotopusgr.cylindraceus/
festivellus
Cricotopusornatus
Cricotopusspec.
Psectrocladiusgr.sordidellus
Psectrocladiusgr.dilatatus
Chironomusannularius
Chironomusplumosus
Chironomushalophilus
Chironomussalinarius
Glyptotendipesbarbipes
Glyptotendipesspec.
Microchironomusderibae
Dicrotendipespallidicornis
Paratanytarsusspec.
Cloëondipterum
Ischnuraelegans
Limnephilusaffinis
Polycelisspec.
I
1X1
M
UI
I
UI
I
CO
I
U)
I
CO
o
I
X)
I
cc
o
o
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
datum
Cl
18-12-77
15- 1-78
12-3-78
1-4-78
7 5-78
25 9-78
10-4-79
1-10-79
26-3-80
10-2-81
0,99
0,95
0,90
0,91
0,78
1,01
0,56
0,61
0,70
0,43
/oo
X
Vegetatie
Ranunculuscf.aquatilus
Potamogetonpectinatus
Potamogetoncrispus
Myriophyllumspicatum
Scirpusmaritimus
Scirpuslacustris
Juncusgerardii.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Oligochaeta
Heteromastusfiliform!s
Lymnaeaperegra
Lymnaeapalustris
Hydrobiaspec.
Asellusaquaticus
Gammarusduebeni
Gammaruszaddachi
Neomysisinteger
Carassiusspec.
Ranaesculenta
Chemie
X
X
X
X
X
X
Dezenogjongeplaskenmerkte
zichbijdeeerstebemonsteringin1978dooreenoverwegendbrakminnendeofbraktolerantefauna.Indeopvolgende
jarenheeftzicheenverzoeting
doorgezetdievooraltotuiting
kwambijdebemonsteringvan
maart1980doordeaanwezigheid
vankarakteristiekezoetwatersoortenalsPlealeachi,Asellus
aquaticusenCloëondipterum.
Ookdevegetatieheeftduidelijk
hetkaraktervaneenjongeinstabieleplas.In1978domineerde
R.aquatilusterwijlP.crispus
inbeperktemateaanwezigwas.In
1979washetomgekeerd:P.crispusdomineerdezeerfraaiover
R.aquatilusdattotenkelerandenvandeplaswerdteruggedrongen.In1980tradergeenbelangrijkegroeivanhogerewaterplantenindeplasop.Verdereontwikkelingenindezeplaszullenzeker
demoeitevanhetvolgenwaard
zijn.
44-
Plas2.Gegravenvijver
00
VD
00
if>
00
o
Macrofauna
Gerrisodontogaster
Gerrisjuv.
Notonectaviridis
Notonectaglauca
Corixapunctata
Corixaaffinis
Sigaralateralis
Sigarastagnalis
Sigarastriata
Halipluslineatocollis
Haliplusapicalis
Noterusclavicornis
Dytiscuscircumflexus
Hydrobiusfuscipes
Cricotopusornatus
Chironomusannularius
Chironomushalophilus
Glyptotendipesbarbipes
Glyptotendipesspec.
Ischnuraelegans
Lymnephilusaffinis
Lymnaeapalustris
Gammaruszaddachi
Gammarusduebeni
Palaemonetesvarians
Neomysisinteger
Gasterosteusaculeatus
Pungitiuspungitius
Ranaesculenta
Bufobufolarven
Chemie
datum
Cl
18-12-77
15- 1-78
12- 3-78
1-4-78
7- 5-78
25- 9-78
10-4-79
8-9-79
1-10-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
1,66°/
1,38
1,24
1,42
1,65
3,65
1,28
2,63
3,05
1,14
1,78
1,06
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Vegetatie
Ranunculuscf.aquatilus
Phragmitesaustralis
Scirpusmaritimus
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
'
Dezeplasisdemeestbrakke
plasinhetPoelbos.Soorten
alsChironomushalophilus,de
beideGammarussoortenende
steurgarnaalPalaemonetesvarianszijnkarakteristiekvooreen
dergelijkmilieu.OokdedominantievandewantsSigarastagnalis
onderstreepthetbrakkekarakter
vandeplas.Erzijnnoggeen
aanwijzingenvoorverzoetingvan
hetwater.Tijdenseenbemonsteringop21-4-1981,naafsluiting
vandeKopy,werdnogdebloedzuigerTheromyzontessulatumgevonden.
Put3.Gebruiktedrinkputinweiland
K>
I-»
Macrofauna
Notonectaviridis
Corixapunctata
Corixaaffinis
Sigaralateralis
Haliplusapicalis
Coelambusconfluens
Hydroporusplanus
Laccophilusminutus
Psectrotanypus variuspop
Cricotopusspec.
Chemie
1
CO
O
X
X
datum
X
10-2-81
X
X
Vegetatie
Cl
0,0/oo
X
X
geengegevens.
X
Dezezoeteplaswordtdoorhet
veenogalsdrinkputgebruikt.
HetvoorkomenvanPsectrotanypus
variusduidtopverontreiniging
doorhetvee.
X
X
-45-
Vervolgput3. Gebruiktedrinkputinweiland
Macrofauna
co
o
Cloëondipterum
Lymnaeaperegra
X
X
Ookanderesoortendiekarakteristiek zijnvoorschoonwaterzoalsPlealeachi,zijnafwezig.WelisCloëondipterum,
aanwezig;dezesoortverdraagt
eenlichteverontreiniginggoed.
Put4.Gebruiktedrinkputinweiland
i
Macrofauna
Gerristhoracicus
Plealeachi
Notonectaviridus
Corixapunctata
Corixaaffinis
Sigarastagnalis
Halipluslineatocollis
Haliplusapicalis
Coelambusimpressopunctatus
Coelambusparallelogrammus
Hygrotusinaequalis
Hydroporusplanus
Laccophilusminutus
Enochrusbicolor
Enochrushalophilus
Cricotopusspec.
Glyptotendipesbarbipes
Bezziaspec.
Stratiomyiasp.
Cloëondipterum
Ischnuraelegans
Tubificidaejuv.
Dugesialugubris
Lymnaeaperegra
Asellusaquaticus
^
i
Chemie
co
o
x
X
X
X
X
X
X
X
X
X
datum
18-12-77
12- 3-78
1-4-78
7-5-78
25- 9-78
10-4-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
Cl
0,55
0,51
0,50
0,47
0,95
0,36
0,31
0,25
0,17
/oo
X
X
Vegetatie
X
X
Callitriche sp.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Ookdezeput,ingebruikbij
hetveemaakteengoedeindruk.Plealeachi,Cloëon
dipterumenAsellusaquaticus
onderstrepenhetzoetekarakter.
Anderzijdskanhetdominerenvan
dewantsSigarastagnalisende
keverHaliplusapicalisalseen
aanwijzingopgevatwordenvoor
eenlichtbrakkeinvloedin
hetwater.
Put5.Putgelegentussendebeplanting
i
Macrofauna
Gerristhoracicus
Gorixaaffinis
Hesperocorixalinnei
Sigarastagnalis
Hydroporusplanus
I
Chemie
co
o
X
X
X
X
X
datum
15- 1-78
1-4-78
7-5-78
25- 9-78
Cl
0,36°/oo
0,36
0,45
droog
46-
Vervolgput5.Putgelegentussendebeplanting
N)
t-k
Macrofauna
Chemie
1
œ
Hydroporus p a l u s t r i s
Hydrobius f u s c i p e s
Helophorus cf. g r a n d i s
Enochrus h a l o p h i l u s
Enochrus q u a d r i p u n c t a t u s
Xenolopia s p .
Pentapedilum g r . uncinatum
Culicidae
Bezzia s p .
Limnephilus a f f i n i s
Dugesia l u g u b r i s
Lymnaea p e r e g r a
Asellus aquaticus
datum
10- 4-79
1-10-79
26- 3-80
2 1 - 4-80
10- 2-81
X
X
X
X
X •
X
Cl
0,33°/oo
droog
0,45
0,28
0,23
X
Vegetatie
X
X
Glyceriafluitans
X
Dezeputistemiddenvande
aanplantgelegenendroogtin
dezomeruit.Inhetwater
bevindtzichveeldoodplantenmateriaaldatdeaanwezigheidvanHesperocorixalinnei
endegroteaantallenAsellus
aquaticus (Waterpissebed)verklaart.Dewaterkwaliteitis
goed.Hetvoorkomenvandeplat
worm Dugesialugubrisiskarak
teristiekvoorperiodiekuitdrogendewateren.
X
X
X
Put6.
NJ
Macrofauna
Ilyocoriscimicoides
Gerristhoracicus
Gerrislacustris
Plealeachi
Notonectaglauca
Notonectaviridis
Corixapunctata
Corixaaffinis
Corixapanzeri
Sigarastriata
Hygrobiatarda
Halipluslineatocollis
Haliplusimmaculatus
Haliplusruficollis
Haliplusheydeni
Hygrotusinaequalis
Noterusclavicornis
Laccophilusminutus
CD
Cï
00
O
l£>
00
O
x
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Chemie
datum
Cl
18-12-77
15- 1-78
12- 3-78
1- 4-78
7- 5-78
25- 9-78
10- 4-79
1-10-79
26- 3-80
4 - 8-80
10- 2-81
0,20
0,26
0,15
0,19
0,15
0,32
0,21
0,16
0,20
0,13
0.06
/oo
Vegetatie
Ceratophyllumsubmersum
Lemnatrisulca
Glyceriafluitans
Eleocharispalustris
47
Vervolgput6.
Macrofauna
Dytiscuscircumflexus
Dytiscuslarve
Laccobiusbipunctatus
Helophorusguttulus
Acricotopuslucens
Cricotopussylvestris
Psectrocladiusobvius
Endochironomusimpar/dispar
Chironomusluridus
Dicrotendipes lobiger
Parachironomusarcuatus
Dixellaautumnalis
Stratiomyiasp.
Cloëondipterum
Ischnuraelegans
Polycelissp.
Glossiphoniaheteroclita
Glossiphoniacomplanata
Lymnaeaperegra
Asellusaquaticus
Tiphysornatus
Gasterosteusaculeatus
Cyprinuscarpio
Ranaesculenta
Triturusvulgaris
h-*
^5
-0
Ch
<^>
00
i£>
co
o
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Dezevrijdiepeputbehoort
totééndermooistevanhet
bos.SoortenalsPlealeachi,
Ilyocoriscimicoides,Dicrotendipeslobiger,DixellaautumnalisenPolycelissp.wijzenop
eengoedewaterkwaliteit.Ook
deaanwezigheidvandeGroene
kikkerendeKleinewatersalamanderbenadrukkendewaardevan
dezezoeteput.Indewinter
van '78/'79zijnnadevorstenkeledodeexemplarenvande
karperCyprinuscarpiogevonden.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Put7.Geheeldichtgegroeideput
Macrofauna:geengegevens
Chemie
Vegetatie:Phragmitesaustralis
datum
Cl
1- 4-78
7- 5-78
2 5 - 9-78
10- 4-79
11-10-79
26- 3-80
4- 8-80
10- 2-81
0,60
1,97
0,38
droog
0,36
0,48
0,21
Dezeputisgeheeldichtgegroeidmethet
rietPhragmitesaustralis.Hetzoutgehaltevanhetwaterschommelttussenzoeten
oligohalien.
0,57°/oo
-48Put8.zeerondiepeput
to
i
00
I
-J
00
Macrofauna
Gorixapunctata
Corixaaffinis
Sigaralateralis
Sigarastagnalis
CoeIambusimpressopunctatus
Coelambusparallelogrammus
Hygrotusinaequalis
Hydroporuspalustris
Hydroporusplanus
Laccophilusminutus
Agabusbipustulatus
Agabusconspersus
Ochthebiusmarinus
Ochthebiusviridis
Ochthebiusminimus
Helophorusguttulus
Hydrobiusfuscipes
Anacaenalimbata
Enochrushalophilus
Cymbiodytamarginella
Cricotopussp.
Chironomustypeplumosuslarve
Chaoboruscrystallinus
Cloëondipterum
Asellusaquaticus
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Chemie
datum
Cl
18-12-77
12-3-78
1-4-78
7-5-78
25- 9-78
10-4-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
0,74°/oo
0,59
0,80
0,78
1,47
0,49
0,44
0,52
0,28
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Vegetatie
Ranunculuscf.aquatilus
Juncusgerardii
Eleocharispalustris
Dezeplasisergondiepmaar
welzeerwaardevol.Indezeput
isvooralnaardekeversgekeken.Hetwaterisnietpuurzoet,
getuigedezoutcijfers.Ookind«
soortensamenstellingkomtdittol
uiting.Ochthebiusviridis,Coelambusparalellogrammus,Enochrus
halophilusenSigarastagnalis
wijzenophetlichtbrakkekarakter,terwijlChaoboruscrystallinus,Cloé'ondipterumenAsellus
aquaticushetzoetekaraktervan
hetwateraangeven.
Put9.Gelegenineenperceelweiland
Macrofaunaenvegetatie:geengegevensbekend.
Chemie
datum
Cl
12- 3-78
1-4-78
7-5-78
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
0,15°/oo
0,26
0,23
0,41
0,37
0,53
0,38
0,22
0,12
-49
Put10.
o
i
j^
i
Macrofauna
Ilyocoriscimicoides
Corixapanzeri
Hesperocorixalinnei
Sigarastriata
Haliplussp.
Hydroporuspalustris
Laccophilusminutus
Chironomussp.larven
Chaoberuscrystallinus
Bezziasp.
Cloëondipterum
Asellusaquaticus
Chemie
œ
o
x
datum
Cl
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
12- 3-78
1- 4-78
7- 5-78
25- 9-78
10- 4-79
1-10-79
2 6 - 3-80
30- 4-80
4 - 8-80
10- 2-81
0,86°/oo
0,89
1,01
droog
0,74
0,84
0,64
0,53
0,56
0,0 ?
Vegetatie
Potamogetonpectinatus
Lemnagibba
Hoeweldepoel,dieindroge zomerskanuitdrogen,opgrondvandezoutcijfers
n-oligohalienis,isdesoortensamenstellingkarakteristiekvoorzoetwater
(Ilyocoriscimicoides).Dewaterkwaliteitisgoed.
Put11.Gelegenineenspeelwei
Macrofauna
NJ
LO
h-*
UI
t—*
1
<l
O
1
oo
Gerristhoracicus
Gerrisodontogaster
Plealeachi
Notonectaviridis
Corixapunctata
Corixaaffinis
Callicorixapraeusta
Hesperocorixalinnei
Hesperocorixasahlbergi
Sigarastagnalis
Sigarastriata
Haliplus lineatocollis
Halipluscf.ruficollis
Haliplusheydeni
Coelambusconfluens
Coelambusimpressopunctatus
Hydroporusplanus
Hydroporinaelarven
Hygrotusinaequalis
Noterusclavicornis
Laccophilusminutus
Agabusbipustulatus
Agabuslarven
Rhantusnotatus
Colymbetesfuscus
K>
-J
i£>
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Chemie
datum
Cl
18-12-77
15- 1-78
12- 3-78
1- 4-78
7- 5-78
2 3 - 5-78
2 5 - 9-78
10- 4-79
1-10-79
26- 3-80
4 - 8-80
10- 2-81
0,23°/oo
0,19
0,09
0,13
0,17
pH=7,33
0,16
droog
0,13
0,11
0,15
0,05
0,00
Vegetatie
X
X
Ceratophyllumsubmersum
Scirpusmaritimus
X
X
X
X
X
X
X
X
Ookdezebehoorttoteender
mooistevanhetbos.Hethoogsteaantalsoortenwerdhier
gevonden.Deputispuurzoet
enheefteengoedewaterkwaliteit.
(Polycelissp.)ZoweldeBruine
alsdeGroenekikkerplanten
zichhiervoort.Innattewinters
treedtdeput"buitenhaaroevers".
- 50Vervolgput 11,
h-*
to
1—k
Macrofauna
UI
o
00
Dytiscus circumflexus
Hydrobius fuscipes
Cymbiodytamarginella
Acricotopus lucens
Cricotopus sylvestris
Cricotopus ornatus
Chironomus annularius
Chironomus piger
Chironomus halophilus
Glyptotendipesbarbipes
Tanytarsus gracilentus
Chaoborus crystallinus
Dixella autumnalis
Anopheles sp.
Cloëon dipterum
Ischnura elegans
Polycelissp.
Helobdella stagnalis
Lymnaeaperegra
Lymnaeapalustris
Planorbis crista
Asellus aquaticus
Rana esculenta
Rana temporaria
X
X
X
X
Qp 12-10-79,werdboven de
put een libelbehorend tothet
genus Sympetrumwaargenomen
op doortrek.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
20-9-8C)
20-9-8C
X
X
X
x
x
X
X
voor
ja< .r80
(april)
Put 12.Putgelegen inopen grasland
Macrofauna
to
i
i
OD
O
Notonecta viridis
Corixa affinis
Hesperocorixa linnei
Sigara lateralis
Sigara stagnalis
Haliplus apicalis
Hydroporuspalustris
Ochthebiusminimus
Hydrobius fuscipes
Cricotopus sp.
Psectrocladiusgr. sordidellus
Chironomus sp.
Pentapedilum cf.uncinatum
Paratanytarsus sp.
Lymnaeaperegra
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Chemie
datum
Cl
12- 3-78
1-4-78
7-5-78
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
0,84°/oo
0,93
0,98
droog
0,91
droog
0,82
0,98
0,—?
Vegetatie
Agrostisstolonifera
Alopecurusgeniculatus
Juncusgerardii
Dezeputstaatinwarmezomers
droog.Ookinanderseizoenen
heeftzijweinigwater.
51Vervolgput12.
Doordeveleneerslagvandeafgelopenwinterheefthetwaterpeilzichkunnenherstellen.Tengevolgevanhetjaarlijksuitdrogenheeftdeputzichbiologischniet
verderkunnenontwikkelen.Deaanwezigefaunatendeertnaareenzoetelevensgemeenschap,hoewelopgrondvanhetchloridegehaltedeputoligohalienmoetwordengenoemd.
Put 13.Putgelegeninopengrasland
Indeonderzoeksperiode isdezeputaltijddroogaangetroffen.Indeloopvande
tijdheeftzichhiereenvegetatieontwikkelddiegeenaquatischekenmerkenmeer
vertoonde.Indewintervan80/81heeftStaatsbosbeheerdezeputopnieuwgegraven.
Op10-2-81bedroeghetchloridegehalte0,00 /oo.Hetwaterisdusvolkomenzoet.
Put 14.Putgelegenineenbosperceel
to
i
Macrofauna
i
co
o
Corixaaffinis
Callicorixapraeusta
Hesperocorixalinnei
Haliplusruficollis
Hydroporusplanus
Laccophilusminutus
Dchthebiusminimus
Helophorusbrevipalpis
Bydrobiusfuscipes
Anacacnalimbata
Enochrusbicolor
Enochrushalophilus
2ymbiodytamarginella
Xenopelopiacf.nigricans
Cricotopussp.
ZJiironomusannularius
Pentapedilumcf.uncinatum
3rachydeuterasp.
Statiomyiasp.
Tabanussp.
Limnephilusaffinis
Lymnaeaperegra
?lanorbiscrista
Chemie
datum
Cl
15- 1-78
12- 3-78
1- 4-78
7- 5-78
25- 9-78
10- 4-79
1-10-79
26- 3-80
2- 4-80
4- 8-80
10- 2-81
0,62 /oo
0,55
0,46
0,58
droog
0,25
droog
0,35
0,11
0,37
0,01
Vegetatie:
geeng<
Dezeputligtmiddentussende
aanplantendroogtindezomer
uit.Desondanksherbergtde
puteenrelatiefrijkelevensgemeenschapdiezoetvankarakteris,getuigehetvoorkomen
vansoortenalsPentapedilumuncinatumenXenopelopianigricans.
Put15.Gelegeningrasland
i
t—>
^acrofauna
o
i
Chemie
^j
co
?lea l e a c h i
i a l i p l u s immaculatus
lygrotus inaequalis
lydroporus a n g u s t a t u s
datum
Cl
15- 1-78
12- 3-78
1- 4-78
7- 5-78
0,17
0,04
0,11
0,06
/oo
52Vervolgput15.
i
o
Macrofauna
Chemie
I
en
Hydroporus palustris
Hydroporusplanus
Hydroporustesselatus
Hydroporusmemnonius
Agabusbipustulatus
Agabusconspersus
Helophoruscf.flavipes
Anacaenalimbata
Laccobiusbipunctatus
Enochrusmelanocephalus
Cymbiodytamarginella
Eristalissp.
Collembolasp.
Asellusaquaticus
Ranaesculenta
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
0,17°/oo
0,16
0,10
0,32
0,07
0,01
Vegetatie
Ceratophyll omsubmersum
Lemnagibba
Tijdensdebemonsteringvan
dezevrijdiepezoeteputwas
hetwateroppervlakvrijwelgeheelbedektmetkroos.Dielaag
isafsluitendzodatinheton-
10-2-81
X
X
derliggendewatermindergoedemilieuomstandighedenkunnenheersen.Hetvoorkomenvande
larvevandezweefvliegEristaliswijsthierop.Dezeomstandigheidisslechtstijdelijk.
DeplasiswaardevoldoordegroteaantallenjongeGroenekikkersdieergevondenwerden.
BovendientroffenwijerdevoorZeelandzeldzamewaterkeversHydroporusangustatusen
Enochrusmelanocephalusaan.
•
^J
00
-3/12.
Macrofauna
23- 5-
Plaslb.Gegravenvijver
1
UI
1
00
NJ
o
1
uo
1
00
o
o
Gerristhoracicus
Gerrisodontogaster
Ilyocoriscimicoides
Plealeachi
Notonectaviridis
Corixapunctata
Corixapanzeri
Corixaaffinis
Callicorixaconcinna
Sigaralateralis
Sigarastagnalis
Sigarastriata
Noterusclavicornis
Laccophilusminutus
Dytiscuscircumflexus
Cricotopussylvestris
Cricotopusornatus
Chironomussalinarius
Chironomuspseudothummi
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Chemie
datum
Cl
12-3-78
1-4-78
7-5-78
23- 5-78
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26- 3-80
12-5-80
4-8-80
10-2-81
0,64
0,74
0,70
0,72
0,99
0,55
0,58
0,44
0,35
0,33
0,18
= 9,03
Vegetatie
Ranunculuscf.aquatilus
Ceratophyllum submersum
Myriophyllumspicatum
Potamogetoncrispus
Zannichelliasp. (cf.palustris)
Scirpuslacustris
-53
1
Vervolgplas16.
to
Macrofauna
UI
1
o
un
1
CD
co O
Glyptotendipesbarbipes
Microchironomusderibae
Dixellaautumnalis
Cloëondipterum
Ischnuraelegans
Oligochaeta
Lymnaeaperegra
Gammaruszaddachi
Gammarusduebeni
Palaemonetesvarians
Gasterosteusaculeatus
Ranaesculenta
Bufobufo
|
Chemie
CO
o
X
X
X
Scirpusmaritimus
Phragmitesaustralis
Juncusgerardii
X
Dezegegravenvijvermaakt
eenduidelijkverzoetingsprocesdoor.Gavenbijdeeerste
X
X
bemonsteringvanmaart'78de
X
brakwaterorganismen detoonaan,
X
inseptember '80droegdeplas
X
X
X
dekenmerkenvaneenzoetwaterX
gemeenschapwaarinzichnogenX
X
X
kelebrakwaterorganismen..
X ,
kondenhandhaven.Interessantis
omnategaanhoelangdeze
soortenzichbijeenvoortgaandeverzoetingnogkunnenhandhaven.Tijdenseenbemonsteringop21-4-'81,naafsluitingvandeKopij,werdennogdebloedzuigerTheromyzontessulatum,dewatermijtHydrachracruentaenlarvenvandebruinekikkergevonden.
X
X
X
X
Put16a,metrietbegroeideput
o
i
Macrofauna
Gerrisodontogaster
Hesperocorixalinnei
Sigarastagnalis
Hydroporuspalustris
Hygrotusinaequalis
Agabusbipustulatus
Hydrobiusfuscipes
Anacaenalimbata
Enochrusaffinis
Enochrushalophilus
Cymbiodytamarginella
Pentapedilumcf.uncinatum
Limnephilusaffinis
Asellusaquaticus
i
co
o
Chemie
datum
Cl
1-4-78
7-5-78
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
0,45' /oo
0,45
droog
0,23
droog
0,42
0,33
0,01
Vegetatie
Putgeheelbegroeidmetriet
(Phragmitesaustralis).
Dezekleineputwordtgedomineerddoorrietbegroeiing.Tijdensdrogezomersdroogtde
putuit.Defaunasamenstellingduidtopeenzoetkarakterv.d.putEenbijzonderheid
ishetvoorkomenvandewaterkeverEnochrusaffinis,totnutoedeenigevindplaats
inZeeland.
-54Put17.
.Macrofauna
Gerristhoracicus
Notonectaviridis
Corixapanzeri
Hesperocorixalinei
Hesperocorixasahlbergi
Sigarastagnalis
Haliplus lineatocollis
Haliplusapicalis
Haliplussp.
Hygrotusinaequalis
Agabusbipustulatus
Rhantusnotatus
Dytiscusmarginalis
Dytiscuscircumflexus
Hydrobiusfuscipes
Anacaenalimbata
Bnochrusbicolor
Enochrushalophilus
Cymbiodytamarginella
Lymnaeaperegra
Lymnaeapalustris
Gammarusduebeni
Asellusaquaticus
Gasterosteusaculeatus
Pungitiuspungitius
Ranasp.
Triturusvulgaris
Chemie
to
I
datum
Cl
Ö
I
-J
U3
,12-3-78
1-4-78
7-7-78
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
12-10-79
26-3-80
4-8-80
10-2-81
0,73 / o o
0,75
0,95
2,00
0,68
1,27
1,12
0,57
0,53
0,01
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Vegetatie
Scirpusmaritimus.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Indezeputkanmenzowelbrakalszoetwaterorganismenaantreffen.Hoeweldeputophet
eerstegezichteenvuileindrukmaaktisdewaterkwaliteitredelijk.Dekleinewatersalamanderplantzichhier
voort.Indewintervan'80/'81
isdeputdoorStaatsbosbeheer
ontdaanvaneendikkesublaag
zodatdewaterkwaliteitnaarmen
magaannemenzalverbeteren.
X
X
X
X
Drinkput18,gelegeninweiland
Chemie
Dezeputisnietbiologischbekeken.De
fraaievegetatievanCallitrischesp.en
Ceratophyllumsubmersumduidenopeen
goedewaterkwaliteit.
datum
Cl
15- 1-78
1-4-78
7-5-78
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
0,22
0,21
0,20
0,39
0,20
0,35
0,54
0,14
0,01
/oo
-55Put18a,gelegeninhetweiland
o
Macrofauna
Gerristhoracicus
Corixapunctata
Corixaaffinis
Callicorixapraeusta
Sigaralateralis
Halipluslineatocollis
Haliplusapicalis:
Haliplussp.
Coelambusimpressopunctatus
Hygrotusinaequalis
Monopelopiatenuicalcar
Acricotopuslucens
Chironomussp.
Chaoboruscrystallinus
Asellusaquaticus
Chemie
co
o
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
datum
Cl
15- 1-78
1-4-78
7-5-78
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26-3-80
30-3-80
4-8-80
10-2-81
0,32
0,35
0,36
0,72
0,27
0,17
0,47
1,12
0,20
0,68
Vegetatie
Ceratophyllumsubmersum
Lemnatrisulca
Lemnagibba/minor
Alopecurusgeniculatus
Agrostisstolonifera
Opgrondvandesoortensamenstellingmaaktdeputeenzoeteindruk,hoewelCloëon
dipterumontbreekt.BijzonderisdevondstvandemugMonopelopiatenuicalcar,de
eerstevindplaatsinZeeland.EldersinNederlandkomtdesoortvoorinschone
watertjes,hoeweldemugookweleensisaangetroffenineengiersloot.
Put19,gelegeninweiland
Macrofauna
i
Chemie
I
co
o
datum
Cl
15-1-78
0,02 /oo
1-4-78
0,01
25-9-78
droog
10-4-79
0,08
1-10-79
droog
26-3-80
0,29
4-8-80
0,04
10-2-81
0,01
Deputstaatregelmatigdroogindezomer.Desoortensamenstelling isnogzeeronvolledigbekeken,maargeeftweleenzoetegemeenschapaan.WaardevolisdatdeKleine
watersalamanderzichindezeputvoortplant.
Hydroporinaelarven
Hygrotusinaequalis
Agabuslarven
Dytiscuscircumflexus
Dytiscuslarven
Triturusvulgaris
x
x
x
x
x
x
Put20,gelegeninhetweiland
un
Macrofauna
Notonectaviridis
Corixapunctata
Corixaaffinis
Corixapanzeri
UI
ui
*>
co
CO
X
X
X
X
X
X
o
Chemie
datum
Cl"
15- 1-78
15-3-78
1-4-78
7-5-78
0,28
0,37
0,27
0,35
/oo
- 56Vervolgput20.
h-k
Ui
Macrofauna
Sigarastagnalis
Halipluslineatocollis
Haliplusapicalis
Haliplusruficollis
Hydroporuspalustris
Hydroporusplanus
Hygrotusinaequalis
Laccophilusminutus
Agabuslarven
Rhantusnotatus
Dytiscuscircumflexus
Helophoruscf.Flavipes
Acricotopuslucens
Cricotopussylvestris
Cricotopusornatus
Chironomusannularius
Chironomuspiger
Glyptotendipesbarbipes
Chaoboruscrystallinus
Cloëondipterum
Ischnuraelegans
Planorbiscrista
Asellusaquaticus
Ranaesculenta
Triturisvulgaris
to
UI
U)
£>
00
03
O
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Chemie
datum
Cl
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
0,70
0,27
0,29
0,29
0,20
0,01
/oo
Vegetatie
Ceratophyllumsubmersum
Callitrichesp.
Glyceriafluitans
Alopecurusgeniculatus
Dezenogingebruikzijnde
putherbergteenzoetwatergemeenschap.Ookhierplant
dekleinewatersalamander
zichvoort.
Deputgeefteenaardigbeeld
vaneendoorsneedrinkput.
X
X
X
X
X
Put21,inweilandgelegenput
£>
Macrofauna
i
00
o
Plealeachi
Notonectaviridis
Corixapunctata
Corixaaffinis
Hesperocorixalinnei
Halipluslineatocollis
Hygrotusinaequalis
Laccophilusminutus
Glyptotendipessp.
Parachironomusarcuatus
Paratanytarsussp.
Chaoboruscrystallinus
Bezziasp.
Cloëondipterum
Ischnuraelegans
Lumbricuiusvariegatus
Helobdellastagnalis
Asellusaquaticus
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Chemie
datum
Cl
7-5-78
10-4-79
1-10-79
26-3-80
4-4-80
4-8-80
10-2-81
0,10
0,39
0,10
0,62
0,01
0,00
0,01
/oo
Vegetatie
Glyceriafluitans
Lemnaminor/gibba
Eleocharispalustris
Alopecurusgeniculatus
Ookdezeputiszoet.De
waterkwaliteitisgoed.Het
aantalsoortenisbeperkt;
tengevolgevanhetslechte
weerisdeputnietvolledig
bemonsterd.
-57
Put22,gelegeninbosperceel
to
Macrofauna
Corixapunctata
Corixaaffinis
Corixapanzeri
Hesperocorixalinnei
Sigaralateralis
Sigarastagnalis
Haliplusapicalis
Coelambusinpressopunctatus
CoeIambusconfluens
Hygrotusinaequalis
Hydroporuspalustris
Laccophilusminutus
Agabusbipustulata
Rhantusnotatus
Colyrabetesfuseus
Aciliussulcatus
Dytiscusmarginalis
Dytiscuscircumflexus
Enochrusbicolor
Xenopelopianigricans
Chaoboruscrystallinus
Ptychopterasp.
Bezziasp.
Cloëondipterum
Ischnuraelegans
Lumbriculusvariegatus
Triturusvulgaris
*•
«D
00
O
co
o
lx
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
CI
7-5-78
10-4-79
1-10-79
26-3-80
4-8-80
10-2-81
0,01 /oo
0,07
droog
0,36
0,02
0,01
Vegetatie
Glyceria fluitans
X
X
X
datum
X
X
X
Chemie
X
Dezeputisvolledigingeslotendoorhetbos.Inseptember
1980haddeputnogmaarweinig
water.Grotedelenzijnaan
hetverlanden.Develeregenvan
dewinter '80/'81heefthetwaterpeilaanzienlijkverbeterd,
zodatonderhoudnietmeerzo
urgentis.DeputiszeerwaardevolvanwegedegroteaantallenKleinewatersalamandersdie
ervoorkomen.Ookdewaterkever
Aciliussulcatusiswaardevol;
desoortkomtopmaarweinig
plaatseninZeelandvoor.
Tijdenseenbemonsteringop
21-4-1981,naafsluitingvande
Kopij,werdenindezeplaslarvenvandeBruineKikkerRana
temporariagevonden.Bovendien
werdenverschillendeexemplaren
vandewatermijtTiphysornatus
gevangen.
Drinkput23inspeelweide
Macrofauna
I
it^
I
CO
o
Hydroporusplanus
Hydrobiusfuscipes
X
De l a a t s t e jaren bevatte deze put nauwelijks water.
In de winter van '80/'81 i s de put door Staatsbosbeheer weer in ere h e r s t e l d .
Chemie
datum
Cl"
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
droog
0,13 °/oo
droog
0,59
droog
0,80
-58Put24,gelegeninspeelweide
t—»
Macrofauna
Chemie
i
00
o
Anacaenalimbata
Hydrobiusfuscipes
Cymbiodytamarginella
Pentapedilumcf.uncinatum
Dixellaautumnalis
Anophelessp.
Aedessp.
Lymnaeaperegra
Asellusaquaticus
X
X
X
X
X
X
X
X
Datum
Cl
7-5-78
5-9-78
10-4-79
1-10-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
0,52 °/oo
droog
0,34
droog
nagenoegdroog
droog
0,74
Overdezeputkanhetzelfde
gezegdwordenalsput23.In
dewintervan '80/'81iszij
uitgediept.Voorhetuitdiepenhaddeputeenzoetkarakter.
X
Put25,inbosgelegen
M
Macrofauna
i
VD
I
oo
I
*»•
I
CO
Neparubra
Gerristhoracicus
Plealeachi
Notonectaglauca
Notonectaviridis
Corixapunctata
Corixaaffinis
Hesperocorixalinnei
Sigarastriata
Halipluslineatocollis
Haliplusruficollis
Hygrotusinaequalis
Hydroporuspalustris
Hydroporusplanus
Laccophilusminutus
Agabusbipustulatus
Agabusconspersus
Rhantuspulverosus
Colymbetesfuseus
Dytiscuscircumflexus
Hydrobiusfuscipes
Laccobiusbipunctatus
Anacaenalimbata
Cymbiodytamarginella
Xenopelopianigricans
Acricotopuslucens
Corynoneurasp.
Endochironomusimpar/dispar
Pentapedilumuncinatum
Chaoboruscrystallinus
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
20-9-80
X
X
X
X
Chemie
Datum
Cl~
7-5-78
5-9-78
23- 9-78
10-4-79
1-10-79
26-3-80
4-8-80
10-2-81
0,39
0,57
0,70
0,33
0,55
0,35
0,28
0,01
/oo
Vegetatie
Ceratophyllum submersurn
Deze p u t h e r b e r g t een i n t e ressante zoetwaterlevensgemeenschap. Deze kan zich
nog s t e e d s handhaven, hoewel
de p u t vanaf de z i j k a n t e n s t e r k
aan h e t verlanden i s . Waardev o l i s h e t voorkomen van de
Kleine watersalamander en de
w a t e r s c h o r p i o e n Nepa r u b r a . Ook
de r i j k e keverfauna d r a a g t b i j
t o t de waarde van de p u t .
Tijdens een bemonstering op
1 8 - 4 - ' 8 1 , na h e t a f s l u i t e n van
de K o p i j , werd een exemplaar van
de gegroefde w a t e r k e v e r A c i l i u s
s u l c a t u s gevonden.
- 59
Vervolgput 25.
FO
CO
00
ID
4^
Macrofauna
00
Stratiomyia sp.
Cloëon dipterum
I s c h n u r a eIegans
Lymnaea p e r e g r a
Lymnaea p a l u s t r i s
Planorbis c r i s t a
Ase l l u s a q u a t i c u s
Rana e s c u l e n t a
Triturus vulgaris
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Put 26,gelegen in bosperceel
OJ
I
Macrofauna
Gerris thoracicus
Gerris larven
Notonecta viridis
Notonecta larven
Corixapunctata
Corixa affinis
Corixa larven
Hesperocorixa linnei
Sigara lateralis
Haliplus lineatocollis
Coelambus parallelogrammus
Hydroporuspalustris
Hydroporus planus
Laccophilus minutus
Agabus bipustulatus
Agabus conspersus
Rhantus pulverosus
Rhantus notatus
ColymbeteS fuseus
Dytiscus marginalis
Dytiscus circumflexus
Dytiscus larven
Ochthebius minimus
Helophorus guttulus
Hydrobius fuscipes
Anacaena limbata
Helochares lividus
Cymbiodytamarginella
Cricotopussp.
Chironomus annularius
Chironomushalophilus
Glyptotendipes barbipes
Stratiomyia sp.
Ischnuraelegans
Sammarus duebeni
Asellus aquaticus
<D
I
00
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
20- 9-'80
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Chemie
Datum
Cl
7- 5-78
5 - 9-78
22- 9-78
10- 4-79
1-10-79
26- 3-80
4 - 8-80
10- 2-81
2,54
3,19
3,20
1,71
1,96
1,53
1,89
1,43
/oo
Vegetatie
Potamogeton pectinatus
Ranunculus sp.
Zannichellia cf.palustris
Lemna trisulca
Scirpus maritimus
Dezeput is demeestbrakke
drinkput inhetPoelbos. Voor
gebruik doorhetvee zouze
nietgeschikt zijn.Typische
brakwatersoorten zijn o.a.
Gammarus duebeni en Chironomus
halophilus. Typisch zoete soorten als Plea leachi en Cloëon
dipterumontbreken.Asellus aquaticus is echterweerwel aanwezig. Toch isde levensgemeenschapniet zobrak van aard als
het zoutgehalte doetvermoeden.
Mogelijk dat de waterkwaliteit
hierbij een rolspeelt.Deplas
krijgtbij deK.N.N.V.eenzekere faamvanwege de grote aantallen Geelgerande waterkevers D.
circumflexus diemenhier regelmatigkan aantreffen. De soort
plant zich in deput ookvoort.
-60Put27,gelegeninspeelweide
oo
i
»—»•
Macrofauna
o
I
00
Corixapunctata
Corixaaffinis
Hydroporuspalustris
Hydroporustesselatus
Hydroporusmemnonius
Agabusbipustulatus
Agabusconspersus
Rhanthuspulverosus
Colymbetesfuseus
Ochthebiusviridis
Ochthebiusdilatatus
Ochthebiusminimus
Helophorussp.
Anacaenasp.
Hydrobiusfuscipes
Enochrushalophilus
Cymbiodytamarginella
Dixellaautumnalis
X
X
X
X
X
X
X
X
Chemie
Datum
Cl
7-5-78
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26-3-80
4-8-80
10-2-81
0,88
2,32
0,45
1,15
0,71
0,56
0,01
/oo
Vegetatie
X
Phragmitesaustralis
X
X
Voorhetuitdiependoor
Staatsbosbeheervandezeput
indewintervan '80/'81,was
dezebijnageheelvolgegroeid
metRietenZeebies.Dekantenwarenverland.Vandeze
putisalleendekeverfauna
goedbekeken.Onderdegevondensoortenwarenerverschillendedieeenvoorkeurhebben
voorbrakwater.
X
X
X
X
X
X
X
Westelijkewatergang28
Chemie
Vandezewatergangzijnalleenzoutmonsters
genomen.Demacrofaunaisnietbekeken.In
dewatergangkwamgeenvegetatievoor.
Datum
Cl
12- 3-78
1-4-78
7-5-78
25- 9-78
10-4-79
1-10-79
26- 3-80
4-8-80
10-2-81
1,83
1,69
2,41
5,78
1,59
2,81
1,36
2,70
1,19
/oo
Put29,gelegenopderandvaneenbosperceel
Macrofauna
Gerristhoracicus
Notonectaglauca
Corixapunctata
Hesperocorixalinnei
Hesperocorixasahlbergi
Sigarastagnalis
Haliplusruficollis
Haliplusapicalis
Haliplusspec.
Coelambusimpressopunctatus
I
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Chemie
Datum
Cl
1-4-78
7-5-78
10-4-79
8-9-79
1-10-79
26-3-80
4-8-80
10-2-81
0,24
0,26
0,34
0,32
0,52
0,78
0,19
0,01
/oo
61Vervolgput29
co
I
I
Macrofauna
Hygrotusinaequalis
Hydroporuspalustris
Hydroporusplanus
Laccophilusminutus
Agabusbipustulatus
Rhantusnotatus
Colymbetesfuscus
Dytiscusmarginalis
Hydrobiusfuscipes
Enochrushalophilus
Chaoboruscrystallinus
Dixellaautumnalis
Cloëondipterum
Ischnuraelegans
Lymnaeaperegra
Asellusaquaticus
Ranaesculenta
Bufobufo
Triturusvulgaris
1£>
Vegetatie
X
Phragmitesaustralis.
X
Dezeputisgeheelomringd
doorbos.De levensgemeenschap
isaantemerkenalszoet.Opvallendbijdewantsenisdat
debeideHesperocorixa-soorten
domineren.OokdeinZeeland
vrijzeldzameHesperocorixa
sahlbergiisindezepoelalgemeen.Driesoortenamfibiën
komenindeputtotvoortplanting:deKleinewatersalamander,
deGroenekikkerendeGewone
pad.
Eenwaardevolleputdus.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Zuidelijkewatergangno.30
Chemie
Vandezewatergangzijnalleenzoutmonstersgenomen.
Demacrofaunaisnietbekeken.Indewatergangkwam
geenvegetatievoor.
Datum
Cl
1- 4-78
7- 5-78
10- 4-79
1-10-79
26- 3-80
4- 8-80
10- 2-81
2,00
2,85
1,67
3,29
1,10
2,88
1,27
Noordelijkslootjenr.31
Chemie
Macrofauna
I
I
oo
Sigarastagnalis
Sigarastriata
Halipluslineatocollis
Hydroporuspalustris
Agabusconspersus
Dytiscusmarginalis
Lymnaeaperegra
Gammarusduebeni
Asellusaquaticus
Gasterosteusaculeatus
Pungitiuspungitius
vanKikkerbeet,voorzover
door een"liefhebber"?De
kreeftGammarusduebeni.
X
X
X
X
X
Datum
Cl"
15- 3-78
25- 9-78
10- 4-79
1-10-79
26- 3-80
4- 8-80
10- 2-81
0,68
0,95
0,25
0,54
0,79
0,39
0,01
/oo
/oo
Vegetatie
X
X
Lemna s p .
Hydrocharis morsus-ranae
Dit s l o o t j e i s grotendeels overX
dekt met een k r o o s l a a g , zodat
X
de fauna zich w e i n i g ontwikkelen
kan. Opvallend i s h e t voorkomen
ons bekend de e n i g e v i n d p l a a t s op Zuid-Beveland. Aangeplant
s l o o t i s n i e t puur z o e t g e t u i g e h e t voorkomen van de v l o X
X
X
X
-62Middelsteslootnr.32
NO
I
i
Ui
Macrofauna
I
I
œ
Gerristhoracicus
Ilyocoriscimicoides
Plealeachi
Notonectaviridis
Corixapunctata
Corixapanzeri
Hesperocorixalinnei
Sigarastagnalis
Sigarastriata
Halipluslineatocollis
Haliplusruficollis
Hygrotusinaequalis
Noterusclavicornis
Potamonectuscanaliculatus
Hydrobiusfuscipes
Chironomushalophilus
Glyptotendipescf.gripekoveni
Culicoidessp.
Ischnuraelegans
Lymnaeapalustris
Lymnaeaperegra
Gammarusduebeni
Hydrachnaskorikowi
Gasterosteusaculeatus
Pungitiuspungitius
Ranaesculenta
Ranatemporaria
X
X
X
X
X
X
X
x
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Kwelslootjenr.33
Chemie
Datum
Cl"
2 3 - 5-78
25- 9-78
10- 4-79
1-10-79
2-11-79
26- 3-80
4- 8-80
10- 2-81
0,86
1,73
0,47
1,19
1,37
0,78
0,48
1,03
/ o o pH= 8,31
Vegetatie
Ranunculusspec.
Phragmitesaustralis
Indezeslootzijnduidelijk
brakkeinvloedenmerkbaar.Het
dominerendvoorkomenvande
brakwaterwantsSigarastagnalisenhetvoorkomenvande
beidebrakwatersoortenChironomushalophilusenGammarus
duebenizijnhierexponenten
van.Typischezoetwatersoorten
zoalsPlealeachienIlyocoris
cimicoideskomenindesloot
nogmaarweinigvoor.Ookde
afwezigheidvanCloëondipterumenAsellusaquaticuskan
zijnoorzaakvindeninhetnog
tebrakkekaraktervanhetwater
Chemie
Ditkleinekwelstroompjebevatalleen
maarwatertijdensnatteperioden.Opvallendisdathetkwelwatervrijbrak
is (oligohalien).
Datum
Cl
10- 4-79
10- 2-81
0,51
1,14
/oo
Gegraven p l a s 34 i n Poelbos-West (Arendsbos)
Macrofauna
Gerris odontogaster
I l y o c o r i s cimicoides
Plea leachi
o
i
co
o
x
X
X
Chemie
Datum
Cl
21-10-80
2,28 ° / o o
Vegetatie
Ranunculus s p .
- 63 -
WfiTtz/ZfiMoA/Ket..
Vervolgplas34.
co
o
Notonecta v i r i d i s
Corixa p u n c t a t a
C a l l i c o r i x a concinna
Callicorixa praeusta
,.
n ^
Sigara l a t e r a l i s
„.
,_
,
S i g a r a s t a g n anl i s
^ . ^
Sigara s t r i a t a
^
.
,.
Hygrotus m a e g u a l i s
„, ,_
,
Rhantus p u l v e r o s u s
_
TT ,
Helophorus cf. mmutus
„ ,
, ..,
Enochrus h a l o p h i l u s
. ,. ,
oaiQiciae s p .
, _ •,. J~
Cloeon dipterum
x
x
x
x
Vegetatie
Potamogeton p e c t i n a t u s
Enteromorfa s p .
Phragmites a u s t r a l i s
S c i r p u s maritimus
,
Ook deze gegraven v i n v e r
x
,. ^-J_
, , , , , .
h e e f t een nog brak k a r a k t e r ,
x
, ^
^ ^ .^.
, ^ .
hetgeen t o t u i t i n g komt in
x
=>
=
h e t c h l o r i d e g e h a l t e . Opvalx
,
,
.
,
,
,
lend i s h e t voorkomen van e c h t e
x
. , - , - ,
zoetwatersoorten a l s Plea
x
,.
.
. . .,
l e a c h i , I l y o c o r i s cimicoides
x
„ . ..
,. ^
^
. .,
en Cloeon dipterum. D e r gne l i j k e
x
.
.
.
.
.
o v e r g a n g s s i t u a t i e s z i e n win
x
.
,
,t
i n meer p l a s s e n optreden ( b . v .
1, 16 en 3 2 ) , maar dan wel b i j een a a n z i e n l i j k l a g e r c h l o r i d e g e h a l t e dan d i e van
deze p l a s . Omdat h e t voorkomen van de genoemde s o o r t e n i n s t r i j d i s met hun t o t
nu toe bekende z o u t t o l e r a n t i e g r e n z e n , i s h e t zeker de moeite waard de v e r d e r e o n t wikkelingen van deze p l a s t e v o l g e n . De p l a s h e e f t een goede w a t e r k w a l i t e i t .
Lisdoddeput Poelbos-West (Arendsbos) n r . 35
(—»
1
Macrofauna
Nepa r u b r a
Notonecta v i r i d i s
o
1
CD
O
X
X
Chemie
Datum
21-10-80
Cl
0,15 ° / o o
-64Vervolgput35.
o
Vegetatie
œ
o
x
Typhalatifolia
l
Corixapunctata
Corixaaffinis
Collicorixapraeusta
Hesperocorixalinnei
Hesperocorixasahlbergi
Sigarastagnalis
Sigarastriata
Coelambusimpressopunctatus
Hygrotusinaequalis
Agabusbipustulatus
Rhantuspulverosus
Colymbetesfuseus
Laccobiusminutus/bipunctatus
Cymbiodytamarginella
Psectrotanypusvarius
Chironomustypeplumosus
Chaoboruscrystallinus
Eristalissp.
Cloëondipterum
Lymnaeaperegra
Planorbiscrista
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
DezezoeteputwordtgedomineerddoordelisdoddeTypha
latifolia.Vanuitderanden
vandeputiseenverlandingsprocesopganggekomenzodat
onderhoudindekomendejaren
welnoodzakelijkis.Hespero-corixalinneiisdedominerendewantsindezeplas.In
hetwatervindtmenzowel
soortendieduidenopeen
goedewaterkwaliteitalssoortendieeenmindergoedekwaleiteitverlangen.Hetvergaan
vandelisdoddebrengteengroteorganischebelastingvoor
hetwatermetzichmee,op
grondwaarvandetweeslachtigheidvandeorganismenverklaardkanworden.Indeplas
troffenwijooknogeenbed
aan.Hetisjammerdater
mensenzijndiemenenopdeze
manierhunhuisvuilkwijtte
moetenraken.Eenbedthuisis
zeeraangenaam,maarineen
drinkputhoorthetnietthuis.
SlootjeHendrikbostussenplas 16enput17nr.36
H
Macrofauna
Ilyocoriscimicoides
Hesperocorixalinnei
Sigaralateralis
Sigarastagnalis
Sigarastriata
Haliplusapicalis
Enochrushalophilus
Cymbiodytamarginella
Dicrotendipeslobiger
Ischnuraelegans
Lymnsphilusaffinis
Lymnaeaperegra
HM
Chemie nietbekend.
œ
o
Vegetatie
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Phragmitesaustralis
Lemnasp.
D i t s l o o t j e i s n a u w e l i j k s meer
dan een g r e p p e l . Het a a n t a l gevonden s o o r t e n en i n d i v i d u e n
i s t e b e p e r k t om h e t w a t e r b e trouwbaar t e kunnen k l a s s e r e n .
Het voorkomen van de c h i r o n o mide D i c r o t e n d i p e s l o b i g e r en
de wants I l y o c o r i s c i m i c o i d e s
w i j s t op z o e t w a t e r van een
goede k w a l i t e i t .
65
Put 37.
HetvoorkomenvanChironomiden (dans-ofpluimmuggen)blijftnietalleen
beperkttotdeputten.Ookinterrestrischevochtigemilieuskunnenverschillendechironomidensoortenvoorkomen.Indevochtigebovenstelaag
grondvaneenwitbolvegetatieondereenelzenaanplantindeomgevingvan
put18awerdendelarvenvan4soortenchironomidenaangetroffen.Uitmossenlangseenslootkantjewerdeveneenseenlarvevaneenchironomidesoort
gevonden.Ookvanandereplaatsenishetvoorkomenvandezelaatstesoort
bekenduitmosvegetaties.
Witbolvegetatie
6-3-80
Paraphaenocladiusgr.impensus
Metriocnemusgr.inopinatus
Smittiacf.aquatilus
Pseudosmittiagr.trilobata.
Metriocnemusfuscipes.
N£PA ßUB.Rß. L .
66-
VII.3.IndexI
Heterqptera (Water-enoppervlaktewantsen)
GerrisThoracicus (Schm.)-Schaatsenrijder-;
4 , 5 , 6 , 1 1 , 16,17, 18a,25,
26,29,32.
Gerrisodontogaster (Zett.)-Schaatsenrijder-;
1,2,11,16,16a,34.
GerrislacustrisL.-Schaatsenrijder-;
6.
Ilyocoriscimicoides (L.)-Plattewaterwants-;
6,10,16,32,34,36.
NeparubraL.-Waterschorpioen-;
25,35.
PlealeachiMc.Greg.&Kirk.-Dwergbootsmannetjes—; 1,4,6,11,15,16,21,25,
32,34.
NotonectaviridisDele.-RugzwemmerofBootsmannetje-;1,2,3,4,6, 11,12,16,17,
20,21,25,26,32,34,35.
NotonectaglaucaL.-RugzwemmerofBootsmannetje-;
2,6,25,29.
Corixapunctata (Illiger):
1,2,3,4,6,8,11,16,18a,
20,21,22,25,26,27,29,32,
34,35.
CorixaaffinisLeach;
2,3,4,5,6,8,11,12,14,16,
18a,20,21,22,25,26,27,35.
Corixapanzeri (Fieber);
1,6,10,16,17,20,22,32.
Callicorixaconcinna (Fieber);
1,16,34.
Callicorixapraeusta (Fieber);
1,11,14,18a,34,35.
Hersrerocorixalinnei (Fieber);
5,10,11,12,14,16a,17,21,
22,25,26,29,32,35,36.
Hesperocorixasahlbergi (Fieber);
11,17,29,35.
Sigaralateralis (Leach);
1,2,3,8,12,16,18a,22,26,34,
36.
Sigarastagnalis (Leach);
1,2,4,5,8,11,12,16,16a,
17,20,22,29,31,32,34,35,36.
Sigarastriata (Linné);
1,2,6,10,11,16,25,31,32,34,
CjD^eoj-itera ( W a t e r k e v e r s )
Hygrobiatarda (Herbst.)-Pieptor,Slijkzwemmer-;
Halipluslineatocollis (Marsh.)-Watertreder -;
HaliplusimmaculatusGerh.-Watertreder-;
Haliplusruficollis (Degeer)-Watertreder-;
HaliplusapicalisThomson-Watertreder-;
HaliplusheydeniWehnke-Watertreder-;
Haliplusspec.
Coelambusimpressopunctatus (Schall.);
Coelambusparallelogrammus (Ahr.);
Coelambusconfluens (F.);
Hygrotusinaequalis (F.);
HydroporusangustatusStrm.;
Hydroporuspalustris (L.);
HydroporustesselatusDrap.;
Hydroporusplanus (F.);
HydroporusmemnoniusNicol.;
Potamenectescanaliculatus (Lac);
Noterusclavicornis (Dea.);
Laccophilusminutus (L.);
6.
1,2,4,6,11,17,18a,20,21,
25,26,31,32.
6,15.
6,11,20,25,29,32,14.
17,20,2 9 , 1 , 2 , 3 , 4 , 1 2 , 1 8 a ,
22,36.
6,11.
14,17,18a,20,29,36.
4,8,11,18a,22,29,35.
4,8,26.
3,11,22.
4,6,8,11,15,16a,17,18a,19,
20,21,22,25,29,32,34,35.
15.
5,8,10,12,15,16a,20,22,
25,26,27,29,31.
15,27.
3,4,5,8,11,14,15,20,25,26.
29.
15,27.
32.
1/2,6,11,16,32.
3,4,6,8,10,11,14,16,20,21,
22,25,26,29.
-67
Agabusbipustulatus (L.)-Snelzwemmer-;
Agabusconspersus (Mrsh.)-Snelzwemmer-;
Rhantuspulverosus (Steph.)-Slijktor-;
Rhantusnotatus (F.)-Slijktor-;
Colymbetesfuscus (L.)-Bruineduiker-;
Aciliussulcatus (L.)-Gegroefdewaterkever-;
DytiscusmarginalisL.-Geelqerandewaterkever-;
DytiscuscircumflexusF.-Geelgerandewaterkever
Ochthebiusmarinus (Payk);
DchthebiusviridisPeyr.;
DchthebiusdilatatusStenh.;
Dchthebiusminimus(F.);
Uelophorusgrandis111.;
îelophorusguttulusBed.;
aelophorusflavipescompl.;
îelophorusminutus (F.);
lydrobiusfuscipes(L.);
toacaenalimbata (F.);
LaccobiusbipunctatusF.;
ïelochareslividusForst.;
Cnochrusmelanocephalus (Oliv.);
Cnochrusbicolor(F.);
CnochrushalophilusBed.;
Snochrusquadripunctatus (Hebst.);
Cnochrusaffinis (Thunb.);
^ymbiodytamarginella(F.);
6, 1 1 , 1 5 , 1 6 a , 1 7 , 2 2 , 2 5 ,
26, 27, 29, 35.
6, 15, 2 5 , 26, 27, 3 1 .
25, 26, 27, 34, 35.
11, 17, 20, 22, 26, 29.
11, 22, 25, 26, 27, 29, 35.
22, 25.
17, 2 2 , 26, 2 9 , 3 1 .
2, 6, 1 1 , 16, 17, 19, 20, 22,
25, 26.
8.
8, 27.
27.
8, 12, 14, 2 6 , 2 7 .
5.
6, 8, 14, 2 6 .
15, 20.
34.
2, 5 , 8, 1 1 , 12, 14, 16a, 17,
23, 24, 25, 26, 27, 29, 32.
8, 1 4 , 1 5 , 1 6 a , 1 7 , 2 4 , 2 5 , 2 6 .
6, 15, 25.
26.
15.
4, 14, 17, 22.
4 , 5 , 8, 14, 16a, 17, 2 7 , 29, 3 4 ,
36.
5.
16a.
8, 1 1 , 14, 15, 16a, 17, 24, 2 5 ,
26, 27, 35, 36.
ïiironomidae (Diptera) (Dans- of pluimmuggen)
>rocladius choreus (Meigen);
>sectrotanypus v a r i u s ( F a b r . ) ;
lonopelopia t e n u i c a l c a r ( K i e f f e r ) ;
[eno^elopia n i g r i c a n s (Goetgh.);
kcricotopus lucens ( Z e t t . ) ;
:ricotopus g r . c y l i n d r a c e u s / f e s t i v e l l u s ;
:ricotopus o r n a t u s (Meigen);
Iricotopus s y l v e s t r i s ( F a b r . ) ;
Iricotopus s p .;
' s e c t r o c l a d i u s obvius (Walker) ;
'sectrocladius gr. sordidellus;
sectrocladius gr. d i l a t a t u s ;
lorynoneura cf. c a r r i a n a Edwards;
ietriocnemus f u s c i p e s (Meigen) ;
êtriocnemus g r . inopinatus;
a r a p h a e n o c l a d i u s g r . impensus;
seudosmittia gr. t r i l o b a t a ;
mittia gr. aquatilus;
hironomus a n n u l a r i u s Meig.;
hironomus plumosus ( L . ) ;
hironomus s a l i n a r i u s - K i e f f . ;
hironomus h a l o p h i l u s K i e f f . ;
1.
3, 34.
18a.
5, 14, 22, 2 5 .
6, 1 1 , 18a, 20, 2 5 .
1.
1, 2 , 1 1 , 1 6 , 2 0 .
6, 1 1 , 16, 20.
1, 2 , 4 , 8 , 1 2 , 1 4 , 2 6 .
6.
1, 12.
1.
25.
37 ( t e r . )
37 ( t e r . )
37 ( t e r . )
37 ( t e r . )
37 ( t e r . )
1, 2 , 1 1 , 1 4 , 2 0 , 2 6 .
1.
1, 1 6 .
1, 2 , 1 1 , 2 6 , 3 2 .
-68ChironomusluridusStr.;
ChironomuspigerStr.;
Chironomussp.;
ChironomuspseudothummiStr.;
Endochironomusimpar/dispar (Walker);
Glyptotendipesbarbipes (Staeqer);
Glyptotendipescf.gripekoveni (Kieffer);
Glyptotendipessp.;
Microchironomusdirebae (Freeman);
Dicrotendipes lobiger (Kieffer);
DicrotendipespallicicornisG.;
ParachironomusarcuatusGoetgh.;
PentapedilumuncinatumGoetgh.;
TanytarsusgracilentusHolmgren;
Paratanytarsussp.
6.
11,20,35.
10,12,18a.
16.
6,25.
1,2,4,11,16,20,26.
32.
1,2,21.
1,16.
6, 36.
1.
6,21.
5,12,14,16a,24,25.
11.
1,12,21.
OverigeDiptera^^Twee_vleugeligen]_vliegenenmugqen
DixellaautumnalisMeigen;
Ptychopterasp.;
Culicoidessp.;
Bezziasp.;
ChaoboruscrystallinusDeqeer;
Anophelessp.;
Aedessp.;
Culicidae;
Stratiomyiasp.;
Tabanussp.;
Brachydeuterasp.;
Eristalissp.;
6, 11,16,24,27,29.
22.
32.
4,5,10,21,22.
8,10,11,18a,20,21,22,
25,29,35.
11,24.
24.
5.
4,6,14,25,26.
14.
14.
15,35.
Trichoptera^(Kokerjuffers)
LimnephilusaffinisCurtis;
1,2,5,14,16a,36.
Ephemer
optera.(Haftenofeendagsvliegen)
Cloëondipterum (L.);
1,3,4,6,8,10,11,16,
20,21,22,25,29,34,35.
Odonatiä ^ygpPtera. ( L i b e l l e n - waterjuf f e r s )
IschnuraelegansvanderLinden;
1,2,4,6, 11,16,20,21,22,
25,26,29,32,34,36.
S_aldidae_- overwanten
Saldidae s p . ;
34.
Cdigo_chaeta - "wormen".
Oligochaeta;
Lumbriculusvariegatus (Müller);
Tubificidaejuv.metharen;
1,16.
21,22.
4.
Polychaeta (Wormen)
Hetromastusfiliformis;
1-
-69jlirudinea_(Bloedzuigers)
Helobdellastaqnalis(L.);
Glossiphoniacomplanata (L.).,Glossiphoniaheteroclita (L.).;
Thesomyzontessulatum (D.F.Müller);
11, , 21 .
6.
6.
2 , 16.
Tricladida(Platwormen)
Polycelissp.;
Dugesialugubris (O.C.Schmidt);
1, 6 ,
11.
4,5.
Mollusken (Slakken)
Lymnaeaperegra (Müller)-Poelslak-;
Lymnaeapalustris (Müller)-Poelslak-;
Hydrobiasp.-wadslakje-;
Planorbiscrista (L.).-Posthoornslakje-;
1,3,4,5,6,11,12,14,16,
17,24,25,29,31,32,35,36.
I,2,11,17,25,32.
1.
II,14,20,25,35.
G^rusto£eaL(Kreef
tachtigen)
Asellusaquaticus (L.).-Waterpissebed-;
1, 4 , 5 , 6, 8, , 10 , H , 15,
16a, : L7, 18a, 2 0 , 2 1 , 2 4 ,
25, , 26, 29, 31
1, 2 , 1 6 , 1 7 , 2 6 , 3 1 , 3 2 .
1, 2 , 1 6 , 3 4 .
2 , 16 , 34 .
1, 2 , 3 4 .
L
GammarusduebeniLilljeborg,-Vlokreeftje-;
GammaruszaddachiSexton-Volkreeftje-;
Palaemonetesvarians (Leach)-Steurgarnaal-;
Neomysisinteger (Leach)-Aasgarnaal-;
*
^ydrjichneJLlae (Watermijten)
TiphysornatusKoch-;
HydrachnaskorikowiPiersig-;
HydrachnacruentaKoenilea-;
6 , 22.
32,
16
Pisces (Vissen)
G a s t e r o s t e u s a c u l e a t u s L. - 3-Doornige s t e k e l b a a r s - ;
P u n g i t i s p u n g i t i s ( L . ) . - 10-Doornige s t e k e l b a a r s - ;
Cyprinus c a r p i o L. - Boerenkarper - ;
C a r a s s i u s s p . ? - Kroeskarper - ;
2 , 6 , 16, 1 7 , 3 1 ,
2 , 17, , 31 , 32.
6.
1.
32, 34.
Amphibia (Amphibien)
Bufobufo (L.)-Gewonepad-;
Ranaesculenta (L.)-Groenekikker-,RanatemporariaL.-Bruinekikker-;
Ranasp.;
Triturusvulgaris (L.).-Kleinewatersalamander-;
2, 16,29.
I,2,6,11,15,16,20,25,
29,32,34.
II, 16,22,32.
17.
6, 17,19,20,22,25,29.
-70
Literatuur
Disney, R,H.L., 1975.
A key t o t h e B r i t i s h D i x i d a e . S c i e n t i f i c Publication n r . 3 1 . Freshwater
. B i o l o g i c a l A s s o c i a t i o n , 78 p p .
D r o s t B. e i C ^ f s ^ i ^ ^ J ^ J ; ^ ^ ^ - ^ ' ^ ^ ' ^ Vublicut±,n n r . 31. Freshwater
wàterkèvërtâbeTI J e u g d b o n d s m t g e v e r i j , 222 p p .
van der Eii k , '..&•',. ÎÔT^. ' ' ' , ' * . ,
.
Bloedzuigertabel.Jeugdbondsuixgeveri],TOpp.
N i e s e r , N . , 1974',
.
t
( _. _,
De Nederlandse w a t e r - en opper^'aktewahtsërf. i J Wet. Ned. K.N.N.V.
n r . 77.
,„ , ,
„.,,
.
„'
„ ' mTQ
'
en
Gpî.-'Kv::.a!:tcvantv5Gn. We;.. N o d . K . N . N . V .
Moller P i l l q t , H,K.M. 1978.
De l a r v e n d e r Nederlandse Chironomiden ( D i p t . ) .
.;;,; ).,. H-, rçederl. ,Faujv /r Meded. , 105 p p .
. ,
'••£•' -:-y:.X^ncV:'r - ^ - o r h n d w e Old ror.oraideri ( D i u t . ' .
P i n d e r , L.Ç.V i? , ; ,1978, r M,_.,..,„;
.ps
A key t o t h e â d u ï t o f ' t h e ^ B r i t i s c h Chironomidae. S c i e n t i f i c
P u b l i c a t i o n n r . 37. Freshwater B i o l o g i c a l A s s o c i a t i o n , 167 p p .
:!"OT a.i'3.1o:;:i.cal A s s o c i a t i o n , 167 p p .
71
IndexII
SoorteninhetPoelbosgevondendienieuwzijnvoordeNederlandsefauna.
DicrotendipespallidicornisG.
SoorteninhetPoelbosgevondendienieuwzijnvoordeZeeuwsefauna.
Potamonectuscanaliculatus (Lac.)
Enochrusquadripunctatus (Hebst.)
Enochrusaffinus (Thumb.)
Monopelopiatenuicalcar (Kieffer)
Psectrocladiusobvius (Walker)
Metriocnemus fuscipes (Meigen)
SoorteninhetPoelbosgevondendienieuwzijnvoordeZuidbevelandsefauna
GerrislacustrisL.
Enochrusmelanocephalus (Oliv.).
2lf^4///9_
- Il
-
VIII.Determinaties van enige Pissebedden inhetPoelbos.
Inhet eerste halfjaar van 19Ö0werd enige malen gemonsterd.
Dat leverde drie soorten op:
Philoscia Muscorum (Scopoli).Een soort die meer dande andere
soorten landpissebedden gebonden isaan
een wat vochtiger ennatter omgeving.
Oniscus asellus L.Een zeer algemene soort.
Porcellio scaber Latreille.Evenals de vorige een zeer algemene soort,
73-
IX.Vlinders vanhet Poelbos in 1980.
IX.1.Inleiding
In 1980werd gedurende het eerste halfjaar regelmatig het
terrein verkend.Er werd gezocht naar rupsen,poppen en
imagines vanmicro's enmacro's.Eenmaal werd er gevangen
met de vanglamp.Dat gebeurde op 28-5« Medewerking hiervoor
werd verkregen van deheer vanVuure uit Kortgene die voor
die avond lamp engenerator terbeschikking stelde.Deheer
K.J.Huisman verleende zijnmedewerking met de determinatie
van eenaantal micro's.Een viertal vlindershiervankon
echter nogniet met zekerheid opnaam gebracht worden.
Het weer in genoemde periode was jammer genoeg niet optimaal.
Eenperiode van ca 6weken aanhoudende neerslag in juni ende
eerste week van juli zorgde ervoor dathet aantal waarnemingen
beperkt bleef.Toch konden intotaal 58 soorten genoteerd
worden waaronder 22 soorten micro's.Van de resterende 36'
macro's behoren 10tot de dagvlinders en26 tot denachtvlinders.
IX.2.Soortenlijst
fiTALAA/r/).
Fam.Gracillariidae:
Phyllonorycter alnifoliella (Hübner) 29-^ 2ex,16-5 1ex
Fam. Glyphipterygidae
Anthophila fabriciana (L)Brandnetel 16—5 1ex
Glyphipteryx simpliciella (Stephens) 17-5massaal
Fam.Yponomeutidae
Yponomeuta evonymella (L)Meidoorn h-7 1ex
-74
Farn.Coleophoridae
Coleophora trigeminella Fuchs Meidoorn10-71exen12-71
ex
C.albidella (Den&Schiff)
Meidoorn 19-6
2exen10-71 ex
Kardinaalsmuts 13-6
2ex.
Farn.Elachhistidae
Elachista cerusella (Hübner)Knolvossestaart 8-53ex;Veenwortel
E. albifrontella (Hübner)2-51ex.
1k-51e
Fam.Momphidae
Mompha fulvescens (Haworth) Harig wilgenroosje 30-6 2 ex
Fam. Tortricidae
Pandemis corylana (Febr.) Eis 1-7 1 ex
P. cerasana (Hübner) 2-6 1 ex
P.heparana (Den.&Schiff)Spaanseaak27-5 1ex
Apehelia paleana (Hübner)30-61
ex
Clepsis spectrana (Treitschke)Eis 18-5 2ex
Acleris shepherdana (Stephens)Kardinaalsmuts 1-91ex
A.variegana (Den.&Schiff.)Sleedoorn 31-7 1ex
Dichorampha petiverella (L.)30-61 ex.
Epiblema scutulana (Den.& Schiff.)
Epinotia sordidana (Hübner)
E. immundana (F.v.R.)28-*f1ex;29-^1ex;20-51ex
Olethreutes lacunana (Den.&Schiff.)Talrijk, eersteop26-51e
Fam. Pyralidae
Chrysoteuchia culmella (L.)1-7-1ex
Fam.Hesperiidae
Thymelieus lineola (Ochsenheimer)1-7 1
ex
Fam. Pieridae
Pieris brassicae (L.)2-51exe.v.Eenvrij regelmatige verschijArtogeia rapae (L.)2-6e.v.
ning
A.napi (L.)30-61 ex;
Fam. Lycaenidae
Polyommatus icarus (Rottemburg) 1-72ex
Fam.Nymphalidae
Aglaisurticae (L.)17-51exeersteex. Vrij regelmatige verschij
Inachisio(L.)17-5
3ex.Talrijkerdandevorige soort. ning
Fam.Satyridae
Lasiommatamegera (L.)1-7 1ex;17-5
1
ex
Coenonymphapamphilus (L.)15-71ex
Pyronia tithonus (L.)15-7- 1ex
-75
Farn.Lasiocampidae
Philudoria potatoria (L.)Regelmatig rupsen opgrassen,
Farn.Drepanidae
Drepana falcataria (L.)28-5 1ex
Cilix glaucata (Scopoli)28-5 1ex
Farn.Thyatiridae
Ochropacha duplaris (L.)28-5 1ex
Fam.Geometridae
Xanthorhoe spadicearia (Den.&Schiff.)28-5 3ex
X. ferrugata (Clerck) 28-5 4ex
X. fluctuata (L.)28-5 2ex;10-5 1ex.
Opistograptis luteolata (L.)10-5 1ex
Campaea margaritata (L.)28-5 1ex
Farn.Sphingidae
Laothoe populi (L.)28-5 1ex
Fam. Notodantidae
Cerura vinula(Hübner)28-5 1ex
Notodonta dromedarius (L.)28-5 2ex.
Eligmodonta ziczac (L.)28-5 2ex
Fam.Lymantriidae
Orgyia antiqua (L.).Verscheidene malen eipakketten gevonden,o.a.
11-4
Fam. Arctiidae
Arctia caja(L.)11-45rupsen op Brandnetel
Fam.Noctuidae
Agrotis puta (Hübner)28-5 ca 10ex
Ochropleura plecta (L.)28-5 verscheidene
Diarsia rubi (Vieweg)28-5 ca 15ex
Orthosia incerta 'Hufnagel) 12-4versch.dieren
O.gothica (L.)12-4verscheidene dieren
Acronicta Tridens (Den.&Schiff.) 10-5 1ex.
Apamea sordens (Hufnagel)28-5 10ex.
Earias clorana (L.)23-3 1cocon op Wilg
Abrostola triplasia (L.)28-5 1ex
Rivula sericealis (Scopoli)28-5- 5ex.
Hypena proboscidalis (L.)28-5 3ex.
De nomenclatuur en systematische volgorde van de
lijst hierbovenisnaar:Lempke (1976), Naamlijst vande
Nederlandse lepidoptera.Alle datahebben betrekking opimagines.
Eventueel zijn dit datavanuitgekweekte dieren.De dieren die
werdenuitgekweekt zijn voorzien van de voedselplant waarop ze
zijn gevonden.
Alle soorten zijn algemeen of vrij algemeen in Zeeland.Bij
vergelijking met de rest vanNederland springt er één soort
uit,het Oranje zandoogje (Pyronia tithonus)
76
Deze vlinder vliegt in juli/augustus in de zomen langs dijken,
bossen, struwelen e.d.
Het is in Zeeland één van demeest algemene dagvlinders maar
ontbreekt in grote delen van Nederland.
Van enkele soorten isbekend dat ze devoorkeur geven aan
vochtige terreinen.Dat ishet geval bijb.v. deEietvink
(Philudovia potatovia) enRivula sericealis.
Een meer diepgaand envooral langduriger onderzoek zou nog
interessante resultaten kunnen opleveren.
- 77X Vogels
X.1. Inleiding: de inventarisatiemethode
Het opvogels geïnventariseerde gebied beslaat niet alleen
het eigenlijke Poelbos,maar ook deweilanden die ten noorden
vanhet poelbos liggen.Deze weilanden worden in dit hoofdstuk de aangrenzende weilanden genoemd.Op de plattegrond
vanhet Poelbos,achterin het inventarisatierapport, zijn
dat degebieden aangegeven door deletter A.
In 1978 is door devereniging geïnventariseerd op de volgende
data: 23mei,6 juni, k juli, 18 juli,8augustus,22 augustus
en23september.Naast deze inventariseringen werden ook
individuele waarnemingen gedaan.
In deze periode werden echter geen aantallen en dehoedanigheid vanhet voorkomen van eenbepaalde soort zoals zang,
overvliegend en fouragerend genoteerd.
De gegevens van 1979werden verzameld op excursies van dein
dat jaar opgerichte vogelwerkgroep en andere excursies van
devereniging. Ookwerden individuele waarnemingen gedaan
doorverschillende leden.
Vanmaart 1980tot april 1981 werd door deleden van de
vogelwerkgroep bijtoerbeurt wekelijks geïnventariseerd.
De danverzamelde gegevens werden nog aangevuld doorwaarnemingen van andere leden van devereniging.
Dewaargenomen soorten zijn onderverdeeld indevolgende
groepen:
JVJaarvogel.
Regelmatige broedvogel die alssoort het gehele jaar in
het gebied aanwezig is.
JG Jaargast.
Regelmatige gedurende het gehele jaar inhet gebied aanwezige soort dieniet totbroedenkomt.
ZV Zomervogel.
Broedvogel die als soort indewinterniet inhet gebied
aanwezig is.
ZGZomergast.
Regelmatige gedurende de zomer inhet gebied aanwezige
soort dieniet inhet gebied tot broedenkomt.
WGWintergast.
Soort die alleen tijdensdewinter inhet gebied aanwezigis.
OGOnregelmatige gast.
Soort die opZuid-Beveland regelmatig voorkomt en inhet
gebied regelmatig aanwezigis.
DTDoortrekker.
Soort die gedurende detrektijk regelmatig inhet gebied
aanwezig is.
-78
X.2. Bespreking resultaten
X.2.a.Opmerkingen bij de soortenlijst.
Bijvergelijking van deperiodes 1978-1979en I98O-I981 valt
opdathet aantal waargenomen soorten in delaatstgenoemde periodebeduidend hoger isdan indeeerstgenoemde.
Dit isten dele toe te schrijven aan de ontwikkeling
vanhet bos,zoals dichterebegroeiing van struiken
(Meidoorn,Vlier enSleedoorn)enmeer rietbegroeiing
in debij de aanleg vanhet bosnieuw gegraven putten,
maar voor een groter deel aan de frequentie van inventariseren.
Indeperiode 1978-1979 isop 9en in deperiode
1980-1981 op kOdata geïnventariseerd.
In de eerste periode is ookminder uitvoerig geïnventariseerd,waardoor over deaantallen per inventarisatie
weinig bekend is.
Het maken van eenvergelijking zal dan ookpas mogelijk
zijn alshet gebied op dezelfde manier onderzocht isals
indeperiode I98O-I981.
X.2.b.Bespreking van de soorten.
3E 1.Dodaars. Tachybaptus ruficollis.
Jaarvogel.
In 1980hebben 2paartjes gebroed in deputtennr. 1en
3k.
Broedgeval input J>h;
Op 13-6-1980werd eenpaartje met 3 jongen waargenomen.
Broedgeval input 1;
Op 2I-9-I98Owerd eenpaartje met 2bijna vliegvlugge
jongen waargenomen.
-79Er zijn ook enkele winterwaarnemingen.
2.Blauwe reiger.
Ardea cinerea.
Jaargast.
Het hele jaar aanwezig tot max.6ex.
5_7_19805 ex. 12-3-1981 6ex.
3.Grauwe gans.
Anser anser.
Onregelmatige wintergast.
5 waarnemingen. 13-10-1978 10ex. overvliegend.
21- 2-1980 1ex.overvliegend.
1*f,15en 16-2-1981 1*+ex.fouragerend opaangrenzend weiland.
k. Kolgans.
Anser albifrons.
Wintergast.
Inhet winterhalfjaarkan de soort regelmatig overvliegend waargenomen worden tijdens de ochtend- en
avondtrek tussen slaapplaats (Middelplaten) en fourageergebied (dePoel).Wordt ook fouragerend waargenomen
in aangrenzend weiland, tot max.*f00ex.
17_1_1981 400ex.
18-1-1981 400ex.
3.Knobbelzwaan.
Cygnus olor.
De soort is enkele keren aangetroffen inputten inhet
bos.
12-5-1979 1ex.
6.Bergeend.
Tadornatadorna.
Zomervogel.
Verschijnt inhet voorjaar inhet bos en de aangrenzende
weilanden en isdehele zomer tezien.
In deloop van julitrekt de soort wegnaar deruigebieden.
Op 28-5-I98O werd eenpaartje met jongen waargenomen.
7.Wilde eend.
Anasplatyrhychos.
Jaarvogel.
Van deze soort werden inde zomer regelmatig 20 enin
dewinter 8-10 ex.inhet boswaargenomen.
Op de aangrenzende weilanden kanhet aantal fouragerende
wilde eenden oplopen tot +_100ex.
14_3_1981 100ex.
8.Wintertaling.
Anas crecca.
Slechts enkele waarnemingen van enkele fouragerende
individuen inhet voorjaar van 1981.
12-3-1981 10 ex. 13-3-1981 6ex.
9-Smient
Anaspenelope.
Wintergast.
Werd waargenomen indeweilanden naast het bos in
aantal variërend van 6tot 35 ex.
2-3-1981 6 ex. 12-3-1981 16ex. 6-3-1981 32ex.
10.Zomertaling.
Anas querquedula.
1 waarneming. 3-^-1979 eenpaartje opvliegend uit
put 16.
-80-
11. Slobeend.
Spatula clypeata.
Zomervogel.
Inmaart en april 1980werd regelmatig 1paartjewaargenomen. 15-4-1980 10ex.
12. Tafeleend.
Aythya ferina.
Jaarvogel vanhet nabijgelegen Oosterschengegebied.
Inhet Poelbos slechts enkelewaarnemingen van vogels
diewaarschijnlijk afkomstig waren uit het Oosterschengegebied.
19_2-1980 2-IO-I980.Waargenomen opplassen inhetbos.
13.Kuifeend.
Aythya fuligula.
Jaarvogel vanhet nabijgelegen Oosterschengegebied.
Inhet Poelbos slechts enkelewaarnemingen van vogels
diewaarschijnlijk afkomstig waren uit het Oosterschengegebied.
26-4-I98O 2 ex. 11-3-1981 3 ex. 12-3-1981 2ex.
Waargenomen opplassen inhetbos.
14. Sperwer.
Accipiternisus.
Doortrekker enwintergast.
Regelmatig doortrekkend indemaanden april en september.
Winterwaarneming 25-1-1981.
De soort is inhet bos 4keer jagend waargenomen.
15. Ruigpootbuizerd. Buteo lagopus.
Zeldzame wintergast.
1waarneming 24-2-1979.
16. Buizerd.
Buteobuteo.
Wintergast inklein aantal.
Werd in I98O waargenomen vanbegin januari tot halfmei.
In dezeperiode werd de soort 9keer waargenomen,waarvan
enkele keren jagend.
17« Blauwe kiekendief. Circus cyaneus.
Wintergast van januari totmei.
Is in 1980diverse keren jagend boven het gebied waargenomen.
28-1-1980 1ex. 29-3-1980 1ex. 26-4-1980 1ex.
17-5-1981 1ex.
Meestal werd het vrouwtje gezien en slechts één keer
het mannetje.24-1-1980.
18. Bruine kiekendief. Circusaeruginosus.
Zomergast.
Jaarlijkse broedvogel inhet nabijgelegen Oosterschengegebied.Waarschijnlijk zullen dewaargenomen dieren ophun
jachttochten het poelbos aandoen.
31-8-1979 25-9-1979 12-4-1980 3-5-1980 3O-IO-8O.
19« Smelleken.
Falco columbarius.
Doortrekker enwintergast inkleinaantal.
Deze soort wordt elkwinterhalfjaarwel waargenomen.
81-
« 20.Torenvalk.
Falco tinnunculus
TORE u
VALK.
Jaarvogel.
In 1980een geslaagd broedgeval in een oude iep aan
derand vanhet bos.Erwerden toen 5 jongengrootgebracht.
In dewinter I98O-I98I was deze soort met max.*fex.
inhet gebied aanwezig.
3c 21.Patrijs.
Perdix perdix.
Jaargast.
Waarschijnlijk broedt deze soort ook inhet gebied.
Inhet voorjaar van I98Owerd regelmatig een paartje
waargenomen.
3E 22.Fazant.
Phasianus colchicus.
Algemene jaarvogel.
Broedt met diverse paren inhet gebied.
23« Waterral. Rallusaquaticus.
Eén roepend exemplaar op 28-^-1981.Mogelijk broedvogel
inhet gebied ?
2 3 aWaterhoen. Gallinulachloropus.
Jaarvogel.
Broedt met meerdere paartjes inhet gebied.
2h. Meerkoet. Fulica atra.
Jaarvogel.
Broedt inverschillende putten.
Van 1980zijn k broedgevallen bekend in deputten 1,2
en16.
-82-
25.Scholekster.
Haematopusostralegus.
Zomervogel.
Wordtmeestalwaargenomen indeweilandengrenzend
aanhetbos,1tot5exemplaren.
26.Kleineplevier. CharadriusAlexandrinus.
Doortrekker inkleinaantal.
Op3-^-19792ex.en10-^-19791ex.waargenomenop
eenparkeerplaatsinhetbos.(Broedpoging?)
P/rfP£lri£fs.
27.Goudplevier.
Pluvialisapricarius.
Doortrekker enwintergast inkleinaantal.
Indewinter fouragerendwaargenomenopweilanden
grenzend aanhetbostotmax.1000ex.
6-3-1980 200ex. I9-IO-I98O 150ex. 16-12-1980
+ 1000ex.
21-12-19801000ex. 17-1-198150ex.
28.Kievit.
Vanellusvanellus.
Jaarvogel.
Dezesoortbroedt inhetweilandgrenzendaanhetbos.
Erzijnmeestal5tot15exemplareninhetbosaanwezig.
Ophetweilandwerdenechtergrotereaantallenwaargenomen.
22-3-1980 86ex. 15-11-1980 25ex. 17-1-1981 175ex.
29.Kemphaan.
Philomachuspugnax.
Algemenedoortrekker enwintergast.
InafwijkingtotderestvanNederland ;overwintertin
gebiedendieindenoordwesthoekvanZuid-Beveland
gelegenzijn,zoalsOosterschenge,Heerepolder enweilandenbijhetPoelbos,delaatstejareneenpopulatie
kemphanen.Max.750ex.(16-12-1980).
Deelgroepenvandezepopulatiewerdenookaangetroffen
indeaangrenzendeweilandenvanhetPoelbos.
6-3-1980 75ex.9-3-1980 75ex. 17-3-1980 75ex.
16-12-1980 120ex. 13-1-1981 160ex. 17-1-1981 150ex.
17-3-1981 175ex.
-83
Voor de aanlegvanhet boswashier een baltsplaats
van dekemphaan gelegen.Het grootste aantal broedende
wijfjes dat gevonden werd bedroeg 6. (Mond.med.C.Jacobusse).
30. Zwarte ruiter.
Tringa erytropus.
CküTTG
Doortrekker inkleinaantal.
Slechts h waarnemingen.
12-4-1980 2 ex.26-^-1980 1ex.I8-IO-1980
11_3-1981 1ex.
1 ex.
31. Tureluur. Tringatotanus.
Zomergast.
Werd waargenomen inweilanden grenzend aanhet bosen
in sloten enputten inhet bos,meestal 1tot k exemplaren.
Ismogelijk broedvogel,maar erwerden geen jongenwaargenomen.Laatste waarneming in 1980op 15-7«
De soort wasvoor de aanlegvanhetbos eenzeer algemene
broedvogel. (Mond.med.C. Jacobusse).
-84-
32. Groenpootruiter. Tringanebularia.
Doortrekker in zeer kleinaantal.
2 waarnemingen; 21-5-1980 1ex.en 17-4-1981 1ex.
bijpoel 9.
33.Witgatje.
Tringaochropus.
Doortrekker enwintergast inkleinaantal.
Werd fouragerend waargenomen in sloten enputten in
het bos.In 19806waarnemingen.
3^.Grutto.
Limosalimosa.
Zomervogel.
Broedt jaarlijks met 2à3paar inhet weiland grenzend
aanhetbos.
35« Wulp.
Numeniusarquata.
Doortrekker enwintergast ingroot aantal.
Opvallend ishet grote aantal vogels dat invoor-en
najaar entijdens dewinter fourageert op de aangrenzende
weilanden.
19.3-1980 30 ex. I8-IO-I98O 40 ex. 17-1-1981 110ex.
11-3-1981 26 ex. 13-3-1981 25ex.'
35 .Regenwulp.
Numeniusphaeopus.
Eénwaarneming 11-4-1981.
36.Houtsnip.
Scolopax rusticola.
Zeldzame wintergast.
Slechts 1waarneming 23-11-1980 2ex.
Komt waarschijnlijkmeer voor,maar wordt door verborgen
levenswijze moeilijk opgemerkt.
37.Watersnip.
Gallinago gallinago.
Doortrekker enwintergast.
Isvan februari tot half mei inhet gebied waargenomen
langs de oeversvan sloten enputten.
38.Kluut.
Recurvirostra avosetta.
1 waarneming 6-3-1980 1ex.
39« Kokmeeuw.
Larusridibundus.
Jaargast.
Deze soort werd meestal overvliegend waargenomen,maar
ook fouragerend in sloten enputten inhet bos en opde
weilanden grenzend aanhetpoelbos.
Op dezeweilanden werd op 22-11-1980 een groep van 35
exemplaren waargenomen.
40. Zilvermeeuw.
Larus argentatus.
Jaargast.
In 1980werd deze soort 9keer overvliegend waargenomen
inaantal variërend van 1tot 6 exemplaren.
41.Visdief.
Sternahirundo.
Waargenomen inhet voorjaar van1978.
42.Houtduif.
Columbapalumbus.
Jaarvogel.
Broedt met meerdere paartjes inhetbos.
-85
Buiten het broedseizoen werd de soort fouragerend
waargenomen ingroepen tot 65 exemplaren ophet aangrenzende weiland.
22-3-I98O 20 ex.'2^-11-1980 65ex.
hj>. Holenduif.
Columbaoenas.
1waarneming 22-3-1980 1ex.
kk. Tortelduif.
Streptopelia canorus.
3 waarnemingen 28-5-1980 1ex.26-7-1980 2ex.
IO-5-I98O 1ex.
Aangenomen moet worden datmaar éénpaar gebroed heeft,
waarschijnlijk omdat het bosnog te jongis.
^5« Koekoek.
Cuculuscanorus.
Zomervogel.
Is in 1980van 19-^tot 30-7waargenomen,meestal 2of3
exemplaren.
Dekoekoek broedt niet zijn eigen eieren uit,maar kent
broedparasitisme.Alswaardvogels zullen fungeren dekleine
karekiet,degraspieper en deheggemus, die inhet bos
algemene broedvogel zijn.
Er isniet bekend of er eieren gelegd zijn,maar gezien
het aantal koekoeken inhet bos isdit welwaarschijnlijk.
^6. Ransuil.
Asio otus.
Wintergast.
De soort is in I98Ovan januari t/m maart waargenomen in
het meest westelijke deelvan het bos inrestanten van
vroeger inhet bos aanwezige meidoornheggen.
14-1-1980 5ex.3O-I-I98O 4 ex.2^-2-1980 8ex.
22-3-1980 3 ex.28-3-1980 2ex.
k7. Velduil.
Asioflammeus.
Onregelmatige gast in dewintermaanden enhet voorjaar.
10-3-1979, 9-4-1979, 18-4-1979,4-^-1980en28-5-1980.
^8. Gierzwaluw
Apus apus.
Zomergast.
Werd van 17-5-1980 tot 30-7-1980 fouragerend bovenhet
boswaargenomen inaantal variërend van 3 tot20.
^9- Veldleeuwerik.
Alaudaarvensis.
Zomervogel.
Broedt met meerdere paartjes ophet weiland en open
stukken inhet bos.In demaanden december, januari en
februari isde soort niet waargenomen.
22-3-1980 11 ex. 19-4-I98O 8 ex. IO-5-I98O 6ex.
50. Boerenzwaluw.
Hirundorustica.
Zomervogel.
In I98Ohebben van deze soort 3paar gebroed in een duiker
inhetbos.
Fouragerende exemplaren zijn regelmatig waargenomen inde
periode van 12-4-1980 tot 27-9-1980met eenmaximum van
30 exemplaren (6-9-1980).
-86-
51.Huiszwaluw.
Delichon urbica.
Onregelmatige zomergast.
Is fouragerend waargenomen boven het bosvan3-5-19Ô0tot
13-9-1980.
Deze soort broedt waarschijnlijkbij de omliggende
boerderijen.
52. Graspieper.
Anthuspratensis.
Zomervogel.
De soort broedt in een onbekend aantal paartjes inhetbos.
In dewinter werd deze soort niet waargenomen.
53. Gelekwikstaart. Motacilla flava.
Mogelijke broedvogel van de aangrenzende weilanden.
Er zijn van deze soort slechts k waarnemingen bekend.
28-4-1980, 1-5-1980, 2O-5-I98O en2-IO-I98O.
54. Wittekwikstaart. Motacillaalba.
Mogelijke broedvogel van deaangrenzende weilanden en
omliggende boerderijen.
3 waarnemingen 19-4-1980,29-4-1980 en27-9-1980.
55. Grauwe klauwier. Lanius colurio.
Slechts 1waarneming inhet voorjaar van1980.
56.Klapekster.
Lanius excubitor.
Doortrekker inhet voorjaar.
Deze soort heeft inhet voorjaar van 1979 en198l
gedurende korte tijd verblijf gehouden inhetbos.
5_/f_1979,10-4-1979,6-3-1981 en13-3-1981.
57' Winterkoning.
Troglodytes troglodytes.
Jaarvogel.
Broedt met meerdere paartjes inhet bos,vooral inhet
meest westelijke deel.
Inhet voorjaar werden regelmatig zingende mannetjes
waargenomen, zoals op 12-4-1980 3 zingende exemplaren.
58.Heggemus.
Zomervogel.
Broedvogel
met meerdere
paartjes.
Vreemd genoeg
zijn van
deze soort
geenwinterwaarnemingen
bekend.
Prunellamodularis,
HêCC£HVS.
8759« Rietzanger.
Slechts 1waarneming inhet voorjaar van1978.
60. Bosrietzanger.
Acrocephaluspalustris.
Zomervogel.
Deze soort komt algemeen voor enbroedt in toenemend
aantal inhetbos.
In 1980zijn op l8-5 k zingende mannetjes waargenomen
inriet enlageboompjes.
61.Kleine karekiet. Acrocephalus scirpaceus.
Zomervogel.
Algemene broedvogel van derietkragen vanplassen en
sloten inhetbos.
Iswaargenomen zingend vanuit het riet en aangrenzende
bomen enstruiken.
62. Spotvogel.
Hippolais icterina.
Zomervogel.
Broedvogel met enkelepaartjes.
Er zijn k waarnemingen van zingende mannetjes bekend.
-12-5-1979, 16-5-1979,7-6-I98O en1^-6-1980.
63. Tuinfluiter.
Sylviaborin.
Inhet voorjaar van 1980 is één zangpost bekend inhet
meest westelijke deel.
6k. Grasmus.
Sylvia communis.
Zomervogel.
Heeft in 1980met meerdere paartjes gebroed.
Erwerden regelmatig meerdere zingende mannetjes gehoord.
65. Braamsluiper.
Sylvia curruca.
Slechts 1broedpaar aangetroffen aan derand vanhet westelijke deelvan hetbos.
66.Fitis.
Phylloscopus trochilis.
Zomervogel.
Broedvogel met meerdere paartjes.
Vanaf 19-^-1980werden opverschillende plaatsen zingende
mannetjes gehoord.
67. Tjiftjaf.
Phylloscopus collybita.
Onregelmatige zomergast.
Deze soort werd op doortrek zingend waargenomen,maar
broedt niet inhetbos.
Deze soort zal in detoekomst zeker tot de broedvogels
vanhet bos gaanbehoren.
68. Goudhaantje.
Regulusregulus.
1waarneming 2-2-1981 1ex.
69.Bonte vliegenvanger.
Ficedulahypoleuca.
Doortrekker inhet voorjaar van1978.
70. Paapje.
Saxicola rubetra.
Als doortrekker waargenomen op 10-5-1980 1ex.
-8871.Tapuit.
Oenanthe oenanthe.
Als doortrekker waargenomen op 19-5-1980 1ex.
72.Roodborst.
Erithacus rubecvla.
Wintergast.
Is diverse malen indewinter waargenomen,maar ook in
het voorjaar (29-4-1980)endezomer (17-6-1980).
73«Kramsvogel.
Turduspilaris.
Doortrekker enwintergast inwisselend aantal.
74.Merel.
Turdusmeruia.
Jaarvogel.
Deze soort iseen algemene broedvogel enwordt ook in
dewinter met meerdere exemplaren waargenomen.
75« Koperwiek.
Turdus iliacus.
Doortrekker enwintergast inwisselend aantal.
76. Zanglijster.
Turdusphilomelos.
Jaarvogel.
In 1980hebben minstens3paar inhet bos gebroed.
77« Grote lijster.
Turdus viscivorus.
Zomergast.
Van deze soort is 1zingend exemplaar gehoord.
78. Baardmannetje.
Panurus biarmicus.
Waargenomen inhet voorjaar van1978.
79« Staartmees.
Aegithalos caudatus.
2waarnemingen 26-1-1981 en 4-2-1981.
Waargenomen tussenkoolmezen enpimpelmezen.
80.Pimpelmees.
Paruscaeruleus.
4 waarnemingen l4-6-1980, 20-9-1980,22-11-1980,4-2-1981,
Wordt regelmatig inhet gebied waargenomen,maar bij
gebrek aannestholtes broedt de soort hier nogniet.
81.Koolmees.
Parusmajor.
Jaargast.
Wordt regelmatig inhet boswaargenomen,maar bijgebrek
aannestholtes broedt deze soort hier nogniet.
In 1"'80 6keer waargenomen ingroepjesvan 2tot 6ex.
82. Rietgors.
Emberizaschoeniclus.
Broedvogel met maximaal 3paartjes.
De soort iswaargenomen van 13-4-1980tot 18-H-I98O.
83.Vink.
Fringilla coelebs.
2 waarnemingen 4-5-1980en 23-H-I98O.
84.Keep.
Fringilla montifringilla.
1 waarneming 23-11-1980 1ex.
- 89s
85.Groenling.
Chloris chloris.
Jaarvogel.
Van deze soort zijn in 1980meerdere broedgevallen
geconstateerd.
86. Sijs.
Carduelisspinus.
Van deze soort zijn 2waarnemingen bekend, gedaan in
elzenaanplant. 10-12-1980 35 ex. 4-2-1981.
87. Putter.
Carduelis carduelis.
Jaargast.
In juni en juliwerden regelmatig groepjes van oudeen
jongevogels tot J>0exemplaren fouragerend waargenomen.
De rest vanhet jaar ingroepjes tot 25exemplaren.
x
88.Kneu.
Carduelis cannabina.
Jaarvogel.
Van deze soort hebben in 1980meerdere paartjes gebroed.
89.Huismus.
Passer domesticus.
Jaargast.
Werd alleen waargenomen inhet meest westelijke deelvan
het bos in de directe omgeving van de daar gelegen boerderijwaar deze soort naarmen magaannemen ookbroedt.
s
90. Ringmus.
Passer montanus.
Enkele malen waargenomen in1978.
In 1980heeft deze soort gebroed onder eenoud duivenest.
91. Spreeuw.
Sturnusvulgaris.
Jaargast.
Werd het gehele jaar fouragerend waargenomen in aantal
variërend van 10tot 200 exemplaren.
In denazomer kan menhonderden spreeuwen aantreffen in
devlieraanplant waar ze zich dan tegoed doen aan debessen.
92. Vlaamse gaai.
Garrulusglandarius.
Deze voorhet Zeeuwse polderland weinig algemene vogel
werd door onsvoorhet eerst waargenomen op 7-6-1980.
Daarna isde soort het hele jaar door regelmatig waargenomen.
93« Ekster.
Picapica.
Tot voor enkele jarenwerd de ekster op Zuid-Beveland
weinig waargenomen.Tengevolge van deaanplant van diverse
kleine boscomplexen breidt de soort zichuit.
Ook inhet poelbos wordt de soort regelmatig met meerdere
exemplaren waargenomen.
Broedgevallen van deze soort inhet bos zijnniet bekend,
maarmogen in dekomende jaren welverwacht worden.
9^-Kauw.
Corvusmonedula.
Er zijnvan deze soort slechts 2waarnemingen bekend.
22-4-1980 5 ex.8-IO-I98O 2ex.
Waarschijnlijk isdeze soort algemener dan uit dewaarnemingenblijkt.
-9095-Zwartekraai.
Corvuscoronecorone.
Weinigalgemenewintergast.
Wordtmeestalinbeperktaantalwaargenomen.
28-1-1980,22-3-1980,5-1O-198O,23-IO-198O.
Nagekomen:
96. Zwartkop.
IO-5-1981.
Sylvia atricapilla.
97. Nachtegaal.
L u s c i n i a megarhynchos.
10-5-1981.
Deze soort i s gedurende een week zingend waargenomen in het
Arendsbos. Waarschijnlijk ging het om een doortrekker.
91
Pvrre^
X.J). Discussie vogels.
De aanwezigheid van de verschillende landschapselementen inhet
geïnventariseerde gebied is er de oorzaak van dat zoveelvogelsoortenkonden worden waargenomen.
In de eerste plaats geeft de aanwezige beplanting beschutting,voedsel enbroedgelegenheid aan verschillende soorten.Deze beplanting
bestaat uit een groot aantal bomen enstruikensoorten, zodat de
diversiteit van debezoekende vogels groot is.In de elzenaanplant
kan menSijs enPutter aantreffen, terwijl o.a.Fitis,Grasmus en
Kneu indemeidoorns tot broeden komen.Inhet najaar doenSpreeuw,
Koperwiek en Kramsvogel zich te goed aan debessen van deveel
voorkomende vlieren.Eenbijkomende factor vanbetekenis isdat
door de aanwezigheid van openplekken inhet bos zelf en deaangrenzende weilanden overgangssituaties ontstaan tussen bos/wei en
bos/plas die eenpositieve invloed hebben opniet alleen devogelstand,maar ook op devegetatie ende insektenstand.Gedurende de
trektijd kan men op dergelijke lokaties vaak interessante waarnemingen doen.Als voorbeeld isde zeldzame klapekster tenoemen die
inhet voorjaar inmaart of april gedurende enige tijd inhet bos
bivakkeert en danmeestal waargenomen wordt in zo eenovergangssituatie van bos-bouwland enbos-grasland.
92-
Een aantal soorten zangvogels werden inhet bos nogniet broedend
aangetroffen of inhet geheel niet aangetroffen.Te denken valt b.v.
aan deGrauwe vliegenvanger,deZwartkop,Gekraagde roodstaart,
Tjiftjaf enholenbroeders als Kool- enPimpelmees.Wanneerhet bos
wat ouder wordt endaarmede ook wat "volwassener" isvestiging van
deze soorten alsbroedvogel mogelijk.
Inde tweedeplaats vormthet water indevele drinkputten,vijvers
en sloten eenbelangrijke woon-enuitwijkmogelijkheid voorvogels.
Het broeden van de dodaars in tweeplassen inhet bosbenadrukt de
ornithologische waarde van deplassen.Daarnaast vormen de plassen
enputten ook voormeer gewone soorten alsMeerkoet en Waterhoen
geschikte broedplaatsen.Ook Wilde eend,Kuifeend,Tafeleend eneen
enkele maal deZomertalingmaken gebruik van deplassen.Langs de
oevers vanputten en slotenkanmen fouragerende steltlopersaantreffen,zoalshet Witgatje,deWatersnip endeTureluur.
De aanwezige blauwe reigers zullen zeker aangetrokken worden door
de voedselrijkdom indeputten,sloten enplassen.Het isnog niet
zolang geleden dat deBlauwe reiger op Zuid-Beveland broedde.
Het is onze stille wens dat methet volwassen worden vanhet bos
ook deBlauwe reiger tot devaste broedvogels ervan zal geenbehoren.
Demeeste slootjes (eigenlijk brede greppels)zijn geheel begroeid
met riet waarin veelkleine karekieten broedgelegenheid vinden.
Ookhet weinig voorkomende baardmannetje is in één van deze slootjes
waargenomen.
Het derde belangrijke landschappelijke aspect vanhet Poelbos zijn
de weilanden die grenzen aan debebossing.Deze weitjes vormen nog
enkele restanten vanhet oorspronkelijke Poellandschap dat bestond
opdeplaats waarhet bosnu groeit.De oude Poel is rijk aanweidevogels geweest.De resterende delen bijhet Poelbos gevenhier nog
een duidelijk beeld van.De weitjes,diemaar betrekkelijk gering
van oppervlakte zijn,trekken nog steeds veel weidevogels.Inde
winterkanmen grote groepen goudplevieren enkieviten aantreffen.
Ook de wulpenhebben een duidelijke voorkeur voor deze weitjes
gezienhet relatief grote aantal vogels dathierkomt fourageren.
Het zou interessant zijn omna te gaan waarom bepaalde weidegebieden
(want er zijnmeer van dergelijke wulpenweiden) op Zuid-Beveland zo
geliefd zijnbij de wulpen.Dekemphanen zijn inde winter regelmatig
in groepen tot 150ex.op de weitjes aan te treffen.Niet alleen als
doortrekker maar ook als wintergast.
Groepen kolganzen totmaximaal ^+00individuen kanmen fouragerend
aantreffen,terwijl ook de Grauwe ganshier grazend iswaar tenemen.
Het vermoeden bestaat dat de vogels die overwinteren op dePoelbosweitjes ook de weidegebieden van denabijgelegen Oosterschenge en
Heerenpolder als fourageergebied gebruiken.Met name geldt dat voor
dekemphanen ende goudplevieren.
Ook inde zomer ishet weidegebied waardevol vanwege het broeden van
deGrutto,Tureluur,Kievit,Scholekster enSlobeend.Vanwege de
geringe grootte vanhet gebied gaat het slechts om enkelepaartjes.
Welbenadrukken zij denatuurhistorische waarde vanhet gebied.
93X.^-.Literatuur.
B.Bruun 197^
Gids voor de vogels vanEuropa.
ElsevierArasterdam.
PI. Meininger 1977
Verspreiding en aantallen van de broedvogels
inZeeland.Resultaten vanhet atlasproject
in de jaren 1973 t/m 1977georganiseerd onder
auspiscion van de stichting ornithologisch
veldonderzoek Nederland (SOVON)
R.Peterson/G.Mountfort/ P.A.D.Hollom 1979Petersons vogelgids van alleEuropese vogels
Elsevier - Amsterdam.
-94X.5.Tabellen
Tabel1
waargenomen
waargenomen
Soortenlijst
'78+'79 •8o+'81
'78+'79 '8o+'8i
Witgatje
X
X
Grutto
X
X
Wulp
X
X
Houtsnip
X
33
34
35
36
37
38
39
Wintertaling
X
40
Zilvermeeuw
Smient
X
41
Visdief
X
42
Houtduif
X
1
Dodaars
2
Blauwe reiger
X
X
3
4
5
6
7
8
9
Grauwe gans
X
X
Knobbelzwaan
X
X
Bergeend
X
X
Wildeeend
X
10
Zomertaling
X
11
Slobeend
X
12
Tafeleend
X
13
Kuifeend
X
14
Sperwer
X
15
Ruigpootbuizerd
X
16
Buizerd
X
17
Blauwekiekendief
18
Bruinekiekendief
X
19
Smelleken
X
20
Torenvalk
X
21
Patrijs
22
23a
24
25
26
27
28
29
30
31
32
X
Kolgans
X
X
X
Watersnip
X
X
Kluut
X
X
Kokmeeuw
X
X
43 Holenduif
44 Tortelduif
X
X
X
X
X
Koekoek
X
X
Ransuil
X
X
Velduil
X
X
Gierzwaluw
X
X
Veldleeuwerik
X
X
X
45
46
47
48
49
X
50
Boerenzwaluw
X
X
51
Huiszwaluw
X
X
X
52
Graspieper
X
X
X
X
53
Gelekwikstaart
X
X
Fazant
X
X
5^
Wittekwikstaart
Waterhoen
X
X
Grauweklauwier
X
Meerkoet
X
X
Klapekster
X
Scholekster
X
X
Kleineplevier
X
X
55
56
57
58
59
69
Kemphaan
X
61
Kleinekarekiet
Zwarte ruiter
X
62
Spotvogel
Tureluur
X
Groenpootruiter
X
63 Tuinfluiter
64 Grasmus
Goudplevier
Kievit
X
X
X
X
Winterkoning
X
X
Heggemus
X
Rietzanger
X
Bosrietzanger
X
X
X
X
X
X
X
X
-95
Soort
waargenomen
'78+'79
waargenomen
•80+'81
*8o+'81
65 Braamsluiper
66 Fitis
X
35a Regenwulp
x
X
23 Waterral
x
67 Tjiftjaf
68 Goudhaantje
X
69 Bontevliegenvanger
70 Paapje
71 Tapuit
72 Roodborst
73 Kramsvogel
7h Merel
75 Koperwiek
X
x
X
x
X
X
X
X
X
X
X
X
76 Zanglijster
X
77 Grotelijster
78 Baardmannetje
X
79 Staartmees
X
80 Pimpelmees
81 Koolmees
X
82 Rietgors
X
X
X
83 Vink
8k Keep
X
85 Groenling
X
86 Sijs
X
87 Putter
88 Kneu
X
X
X
X
X
X
89 Huismus
90 Ringmus
X
9-1 Spreeuw
X
92 Vlaamsegaai
93 Ekster
9^ Kauw
95 Zwartekraai
X
X
X
X
X
X
96-
Tabel 2. Tijd vanhet jaarwaarin de soort iswaargenomen.
C_l.
Zomervogels
p
C
S»
Hl
(D
er
c
F-
Slobeend
Grutto
Koekoek
Boerenzwaluw
KleineKarekiet
Bosrietzanger
Heggemus
Grasmus
Wintergasten
Smient
Buizerd
Blauwekiekendief
Kemphaan
Watersnip
Ransuil
Zomergasten
Bergeend
Bruinekiekendief
Gierzwaluw
Fitis
3
P
0)
3
C_l.
CD
H-
HH
H-
93
1
Ö
H
F-
CD
0)
(0
3
01
cr
o
?r
<-tO1
a
a»
4
2
o
<!
CD
CD
3
(D
CD
CD
o
3
&
4
-97Tabel3» Onderverdelingvandesoortenengroepen
Jaarvogels (JV) 13
Jaargasten (JG) 8
Zomervogels (ZV) 13
Zomergasten (ZG)
k
Wintergasten (WG)15
Onregelmatigegasten (OG) 2
Doortrekkers (DT) 12
Nietondertebrengensoorten 29
Broedvogels
29
- 98-
XI Zoogdieren
XI.1.Inleiding enmethodiek
De zoogdieren die inhet Poelbos voorkomen zijnnog steeds
devanouds bekende dieren die in "DePoel"leefden.
Omdat we geen specialist hebben ophet gebied van zoogdieren
werd door enkele ledenhet signaleren van die dierenaangetekend.Om te determineren werden geen dieren gedood.Als
literatuur werd gebruikt Grzimeks' "Het leven derdieren".
XI.2.Resultaten.
Regelmatig werden hazen enkonijnen waargenomen.Er isook
een tamkonijn gezien.Demolkomt overal ophet terrein zeer
veelvoor.Daarvan getuigen vele molshopen.In september 1979
werd een dood exemplaar gevonden.Op 9juli 1979werd eenmol
gezien die een voetpad overstak.
Op 22april 1979 werd eenhermelijn gezien.Op zowel 5april
1979als op k juni I98O werd een wezel gesignaleerd, op 3October I98O zelfs twee diemet elkaar speelden.
In demaand augustus I98O werd een dode zwarte rat gevonden.
Een gevangen spitsmuis werd weer losgelaten zonder verdere
determinatie.Het aantal soorten dat inhet inventarisatie
tijdvak werd waargenomen bedraagt 8.
XI.3« Discussie
Doorhet geaccidenteerde terrein en de afwisseling vanbeplanting ziethet ernaaruit dat de zoogdieren de gelegenheid
hebben zich tehandhaven,Hoewel we geen egelshebben gezien
kunnen weaannemen dat deze inhet Poelbos voorkomen endient
het aanbeveling om ers'nachtsnaar te gaanspeuren.
Prenten ofuitwerpselen van reeën zijnnooit gevonden.Toch
bestaat demogelijkheid dat deze dieren zich inhet poelbos
zullen vestigen.Er isn.1. struweel genoeg om zich inte
verschuilen terwijl voedsel endrinkwater volop voorhandenis.
Men zal er dan wel voormoeten zorgen dathonden wordenaangelijnd,dat erniet gecrosd wordt opbrommers endat erinhet
bos niet gejaagd wordt.
Muizen komenhet meest voor in debosranden enwel in grote
aantallen gezien de vele gaten en gangen.Voor determinatie van
diemuizen ishet nodig ze tevangen.Er zijn geen uileballen
gevonden met skeletten vanmuizen.
De braakballen van de torenvalken die inhet Poelbos hebben
gebroed bevatten alleenhaar zodat ook daaruit geenaanwijzingenkonden worden gehaald.
-99
XI.k.Soortenlijst
Hermelijn
Wezel
Haas
Wild konijn
Tam konijn
Zwarte rat
Spitsmuis
Mol
Mustela erminea
Mustela nivalis
Lepus europaeus
Oryctolagus cuniculus
Rattus rattus
familie Soricidae
Talpa europaea
- 100-
XII. Algemene discussie
In dit inventarisatierapport zijndrie doelstellingen vande K.N.N.V.
terug tevinden.
De eerste,ennog steeds belangrijkste,doelstelling ishet bestuderen
van denatuur.Dat is d.m.v. deze inventarisatie vanhet Poelbos
gedaan door de werkgroepen en individuele leden van de K.N.N.V.afdeling Beveland.
Door de resultaten hiervan oppapier te zetten en viadit rapport voor
anderen toegankelijk temaken wordt voldaan aan een andere belangrijke doelstelling van de K.N.N.V.;
deverbreiding vankennis van denatuur.
Een derde gebied waar de K.N.N.V., langzaam maar zeker,ookaktiviteitenbegint te ontplooien isde natuurbescherming.
Dit element isin dit rapport vooral terug tevinden in de diverse
nabeschouwingen endiscussies waarin beheersmaatregelen worden gevraagd
die gericht zijn opnatuurbeheer en -behoud vanhetPoelbos.
Het isduidelijk geworden tijdens deze inventarisatie dat het Poelbos een
uitstekend inventarisatie- en studieterrein isvoor K.N.N.V.ers.
De drie verschillende landschapselementen inhet Poelbos;bos,weitjes en
water; de grote variatie vanmilieufactoren zoals zoutgehalte,vochtigheid,
voedselrijkdom enbodem; de verscheidenheid inaanplant,zijgeven gezamenlijk een grote differentiatie invegatatietypen enbiotopen voorvogels,
insecten enandere dieren.Vooral de drinkputten vanhet Poelbos hebben
eengrote natuurwetenschappelijke waarde.Het aantal vogelsoorten mag
redelijk groot worden genoemd.Voor deandere dier- en plantengroepen
bestaan goede kansen.Enkele K.N.N.V. leden zijn vanplan door te gaan
met de inventarisatie van dier- enplantengroepen die nu nog niet zointensief zijn gedaan.Het ligt indebedoeling de inventarisatie overenkele jaren inzijn geheel teherhalen.Daardoor kan eenbeeld worden gevormd
van de veranderingen van de diverse dier- enplantengroepen,dit insamenhangmet eventuele veranderingen vanmilieufactoren.Veranderingen zullen
o.a.plaatsvinden doorhet ouder en "volwassener" worden van deaanplant.
De samenstellers vanhet inventarisatierapport hebben zichniet beperkt
tothet opnoemen van de inhet Poelbos voorkomende soorten.
Het doorgeven vankennis over de natuurheeft eenbelangrijke plaats
gekregen.De auteurs (samenstellers)hebben demanier waarop de gegevens
zijnverzameld beschreven.Andere natuurcomponenten zijn opgenomen.Aan
dehand daarvan zijn,met dekennis die de verschillende auteurshebben,
relaties tussen de geïnventariseerde dier-ofplantengroep en de andere
natuurcomponenten beschreven.Door watmeer tevertellen over de geïnventariseerde groep wordt getoond dathet bestuderen van denatuur zichniet
beperkt tothet opnaam brengen van planten endieren.
Door op dezemanier te werken wordt dekans opkritiek wel groter.Kritiek
opdemethode van inventarisatie,vandeterminatie,vannaamgeving maar
ookkritiek op de manier van verwerken,van toepassing van de eigenkennis.
Wij zien diekritiek gaarne tegemoet.Want goede en gefundeerde kritiek
kan de eigenkennis vergroten die,b.v.bij een volgende inventarisatie,
weer gebruikt kan worden.
De criticus,die met verstand van zaken spreekt,loopt natuurlijk welde
kans dathem gevraagd zal wordenmee tedoen aan de activiteiten vande
werkgroepen.
Uit natuurbeschermingsoogpunt gezien valt debespreking vanhet Poelbos
in 2delenuiteen n.1.het Poelbos zelf enhet Poelbos als onderdeel van
Zuid-Beveland.
101-
Het Poelbos zelf is geennatuurgebied.Het iseen gecultiveerd gebied met
een zekere natuurwaarde.Door de juiste beheersmaatregelen kan denatuurwaarde vanhet Poelbos verhoogd worden.De beheersmaatregelen die gevraagd
worden lopen nogal uiteen.Ze zijn gericht ophet beschermen en stimuleren
van de diverse planten- endiergroepen.Het kan gebeuren dat eenbeheersmaatregel eenpositieve uitwerking heeft voor de ene groep,echter een
andere groep negatief beïnvloed.Eenbekend voorbeeld daarvan ishet schonen vanhet bos.Het weghalen van snoeihout werkt positief voor dehogere
planten maar negatief voor de vogels enschimmels.
Gevraagde beheersmaatregelen.
1.Het instandhouden van een zo groot mogelijke differentiatie aanputten.
Diepe putten,ondiepe putten,verlandende putten,echter volledige
verlanding tegengaan door deput te schonen.Het blijven uitdiepen van
diverse putten geeft mogelijkheden voor dehydrobiologie van deput
maar ook voorb.v. de rietvegetatie waardoorhet broedbiotoop van
Rietzanger enRietgors blijft bestaan.
2.Het op zoveel mogelijk plaatsen laten liggen van snoeihout e.d. Wat
heeft positieve invloed ophet aantalpaddestoelen enop debroed- en
schuilgelegenheid van veelvogels.
Tevenshoudt het bezoekers uit het bos zelf waardoor minder verstoring
optreedt.
3-Handhaven vanhet aantalbesdragende struiken enbomen,deze zijnvan
belang voor de doortrekkende lijsterachtigen.
k. Het beperken en tegengaan van enkele vormen van ontspanning inhet
Poelbos, zoals crossen opbrommers,jagen,spelenmet radiografisch
bestuurde bootjes in deplassen en,vooral inhet broedseizoen,een
aanlijngebod voorhonden enhet weren vankatten.
5.Het aanplanten vanknotbomen.Aangezien geen nieuwe aanplant van
knotbomen opZuid-Beveland plaatsvindt neemt het bestand af.Dit zal
gevolgenhebben voor de vogelstand van inholtes broedende soorten.
Het isvanbelang dat waarmogelijk, enhet ismogelijk inhetPoelbos,
knotbomen geplant worden.
De beheersmaatregelen 1.en 2.worden reeds doorStaatsbosbeheer toegepast.
Door al deze beheersmaatregelen zal denatuurwaarde vanhet Poelbosvergroot worden.Toch zalhet Poelbos nooit de natuurwaarde van voorde
verkaveling krijgen.
Door de ruilverkaveling "DePoel-Heinkenszand" die in de jaren zeventig
isvoltrokken, is een groot aantal van de natuurlijke waarden van dePoel
verloren gegaan.Het rooien vanheggen,het dempen van drinkputten,het
egaliseren vanhollebollige weilanden,het omzetten van weiland inbouwland enhet trekken van "moderne"sloten,heeft het landschap veel schade
gedaan.Het gespaarde heggenreservaat en ganzenreservaat indit gebied
geven een indruk hoe dePoel ervroeger uitzag.Gelukkig zijn ernaast
deze beide reservaten verschillende kleinere eenheden gespaard gebleven
die nog steeds van groot natuurwetenschappelijk belang zijn.
Het Poelbos,de aanplant,mag inZuid-Beveland redelijk zeldzaam zijn,
vergeleken met de rest vanNederland isdenatuurwaarde vanhet bos zeer
laag.Dat isandersmet landschapselementen zoalshollebollige weilanden,
brakke drinkputten enheggen,waar Zuid-Beveland zijn grote landschappelijke ennatuurwetenschappelijke waarde aan te dankenheeft.
- 102-
Het iskenmerkend dat het Poelbos zijn grootste natuurwaarde verkrijgt
door delandschapselementen putten enweitjes die reeds voor de aanleg
aanwezig waren.
Door de aanplant vanhet Poelbos viel eenbroedgebied van Kemphaan en
Kluut weg.Vooralhet aantal broedende Kemphanen isinNederland en
Zeeland zeer sterk afgenomen.
Waarom betekent landschapsinrichting zovaak het aanplanten vanbos,
zelfs in Zeeland.Een steeds zeldzamer wordend natuurgebied werd opgeofferd om eenvoor Zuid-Beveland vreemd landschapselement in tebrengen.
Of gebeurde dit om een recreatiegebied te creeërenwaar demensen rustig
kunnen wandelen in de natuur?
Daarhoef je geenbos voor aan teleggen:deYerseke Moer enhetheggengebied zijn voorbeelden vannatuurgebieden waar dit zeer goedkan enook
veel gedaan wordt.Vooral wandel-of fietspaden omzoomd metheggen hebben
een grote recreatieve waarde,
Juist aangeplante bossen zoalshet Poelbos trekken aktiviteiten aandie
daarniet zo erg thuishoren zoals wandelen met loslopende honden,crossen,
trimmen e t c , allemaal prima bezigheden maar niet in een natuurgebied
enniet in een gebied waarmensen inde rustige natuur willen wandelen
of fietsen.
Eventuele plannen om ook inhet westelijk gedeelte van deKapelseMoer
eenbos aan teplanten moeten dan ook,gezien bovenstaande, afgewezen
worden.
De grote natuur- enlandschapswaarde van deKapelse Moer wordt doorde
ruilverkaveling teniet gedaan.Het enige gebied dat gespaard blijft is
het C.R.M,reservaat langshet Kanaal door Zuid-Beveland.Ook daar gaat
echter nog een groot,en zeer mooi, stuk vanaf door de verbreding van
hetKanaal.
Het westelijke deel van deKapelse Moer,dat een 2ePoelbos zou kunnen
worden,moet,methet voorbeeld vanhet Poelbos voor ogen,zoveel mogelijk
in zijn oorspronkelijke staat blijven.Om zijn natuurwetenschappelijke,
landschappelijke,maar zeer zeker ook om zijn recreatieve waarde.
Laten wehopen dathet Poelbos,vanuit natuurwetenschappelijk oogpunt
gezien, eenmooi bos zal worden,maar laten we ookhopen dathetPoelbos,
landschappelijk gezien,een eenling blijft in Zuid-Beveland.
103-
XIII. Samenvatting
Het Poelbos is in 1975inhetkader van de ruilverkaveling "dePoelHeinkenszand" aangelegd.Door de aanplant endebewaard gebleven
drinkputten, slootjes en reliëf is een grote diversiteit inbiotopen ontstaan.
Door deK.N.N.V.-afdeling Beveland is een inventarisatie gemaakt
van verschillende plant- endiergroepen.
Geïnventariseerd zijn:schimmels,mossen,hogere planten,pissebedden,vlinders,vogels ende faunavanputten ensloten.
De paddestoelen zijn intensief geïnventariseerd.Het aantal gevondenpaddestoelen liep opvan7in 1978tot 25inmaart 1981.
Behalve de resultaten van deze inventarisatie is ook de belangrijke
rol vandepaddestoelen indekringloop beschreven.Gepleit wordt
voorhet laten liggen vansnoeihout.
De mossen zijnkort maar intensief geïnventariseerd.Behalve 2levermossen en37bladmossen zijn6korstmossen gevonden.De systematiek,naamgeving envoortplanting van demossen wordt behandeld.
Met de inventarisatie zal worden doorgegaan waarbijvooral gelet
zal worden op deveranderingen indemosflora.
Dehogere planten zijnmeerdere jaren geïnventariseerd.
Plantenhebben een functie als indicator vanmilieufactoren.
Aan dehand van demilieufactoren indeling isdevegetatiebeschreven.Deze wordt verdeeld in 6groepen.
De hydrobiologie vanhet Poelbos is zeer intensief enuitgebreid
gedurende meerdere jaren geïnventariseerd.
Hierdoor zijn ook soorten gevonden die nieuw zijnvoorZuid-Beveland,Zeeland en zelfs nieuwvoor Nederland.
Dehydrobiologie van iedere poel ofput isuitvoerig beschreven
waarbij deverschillen in zoet,brak en zout milieu duidelijk naar
vorenkomen.
De grote natuurhistorische waarde van depoelen enputtenkan
behouden blijven doorhet beheer te richten op een grotediversiteit aanpoelen enputten.Een van deze beheersmaatregelen,het
periodiek uitdiepen, wordt reeds door Staatsbosbeheer toegepast.
De vogels zijn vooral in I98O-I98I zeer intensief geïnventariseerd.
Door deverschillende landschapselementen konden veel vogelsoorten
waargenomen worden.
Er zijn in totaal 97vogelsoorten waargenomen,waarvan 28broedvogels.
De vogels,deplanten en dehydrobiologie zijn in werkgroepverband
geïnventariseerd.
105