Het raadslid mevrouw Koster heeft op 23 november

Download Report

Transcript Het raadslid mevrouw Koster heeft op 23 november

Datum

10 januari 2017

Onderwerp

Antwoord van het college op de vragen van het raadslid mevrouw Koster luidend “Borden buurtWhatsApp-groepen”

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Ons kenmerk

PBS/2016.244 RIS 295729 Het raadslid mevrouw Koster heeft op 23 november 2016 een brief met daarin drie vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Het oprichten van buurtWhatsApp-groepen in onze stad wordt steeds populairder. Meer en meer bewoners maken gezamenlijke WhatsApp-groepen aan, waarin betrokken wijkbewoners elkaar informeren en een oogje in het zeil houden met betrekking tot de veiligheid en overlast in hun straat, wijk of buurt. Het CDA vindt dat de gemeente goed werk vanuit bewoners moet stimuleren en waar mogelijk ondersteunen en stelt op grond van het desbetreffende artikel in het reglement van orde hierover de volgende vragen: 1. Klopt het dat nieuwe buurtWhatsApp-groepen op dit moment geen speciaal buurtWhatsApp- bord (een bord met daarop ‘’attentie buurtpreventie’’ en het teken van WhatsApp, die mogelijke criminelen erop attent maakt dat er een buurtWhatsApp-groep in werking is en de effectiviteit van de buurtWhatsAppgroep vergroot) krijgen wanneer zij dit bij de gemeente aanvragen? Zo ja, waarom niet? Graag een uitgebreide toelichting met daarin de beweegredenen van het college om in verschillende situaties al dan niet één of meerdere borden toe te kennen aan een buurtWhatsApp-groep.

Er kunnen in overleg met de wegbeheerder van het betreffende stadsdeel borden met “attentie buurtpreventie” worden geplaatst. Dat het daarbij gaat om een whatsappgroep kan met een extra sticker (op het bord) tot uitdrukking worden gebracht. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat het college er in zijn algemeenheid naar streeft zo min mogelijk borden in de openbare ruimte te plaatsen. Een te veel aan borden draagt bij aan een onrustig straatbeeld en op een gegeven moment neemt het effect van de meest noodzakelijke borden af. Verzoeken worden dus niet onbeperkt gehonoreerd. Zie ook RIS290208 en RIS293644

2. Klopt het dat aan deelnemers van buurtWhatsApp-groepen, in plaats van een bord, stickers worden aangeboden die deelnemers op hun huizen zouden moeten gaan plakken om mogelijke criminelen erop te attenderen dat er een buurtWhatsApp actief is? Is het college er van op de hoogte dat deelnemers aan de buurtWhatsApp-groep in verband met het verloren gaan van de anonimiteit betreffende hun deelname aan een WhatsApp-groep liever geen sticker op hun eigen huis willen plakken?

Deelnemers kunnen een dergelijke sticker krijgen en plaatsen, maar uiteraard is niemand daartoe verplicht.

3. Is het college met het CDA Den Haag van mening dat buurtWhatsApps een grote toevoeging zijn bij het bestrijden van de criminaliteit in Den Haag en een mooi voorbeeld zijn van Haagse kracht? Zo ja, op welke manier kan het college de buurtWhatsApp-groepen en hun werk wel ondersteunen? Is het college bereid dit te gaan doen?

Gemeente Den Haag Ons kenmerk

PBS/201.244 Het college staat positief tegenover buurtWhatsappgroepen, vraagt er ook aandacht voor op de website www.denhaag.nl

en er zijn ondersteuningsmogelijkheden (zie boven). Whatsappgroepen zijn dusdanig gemakkelijk in te stellen –en weer op te heffen- dat er weinig gemeentelijke- of politiebemoeienis nodig is. Door de schaal waarop ze ontstaan en de grote rol van internet valt een en ander nauwelijks in te kaderen of met vooropgezet maatwerk te faciliteren. Uitdaging voor gemeente en politie is vooral om steeds snel en alert te reageren op meldingen van whatsappgroepen. Om daaraan optimaal invulling te geven onderzoeken we in het kader van het project Burger Alert Real Time (BART) of het mogelijk is om zonodig de verbinding met het klantcontactcentrum van de gemeente en de meldkamer van de politie mogelijk te maken. Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, J.J. van Aartsen mw. A.W.H. Bertram 2/2