Observatorium voor krediet aan niet

Download Report

Transcript Observatorium voor krediet aan niet

Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen

de Berlaimontlaan 14 – BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 26 99 – Fax +32 2 221 31 97 BTW BE 0203.201.340 – RPM Brussel

2017-01-12

Links:

kredietobservatorium November 2016

KREDIETVERSTREKKING DOOR INGEZETEN BANKEN AAN NIET-FINANCIËLE VENNOOTSCHAPPEN

(veranderingspercentages op jaarbasis) 1 10 8 6 4 2 0 -2 -4 2012 Bron: NBB (schema A).

2013 2014 2015 2016 2 (seizoengezuiverde maandelijkse nettostromen, in € miljard) 2 1 0 -1 -2 2012 Bron: NBB (schema A).

2013 2014 2015 2016 Het jaar-op-jaar veranderingspercentage van de kredietverstrekking door ingezeten banken aan niet-financiële vennootschappen stabiliseerde in november ten opzichte van oktober en kwam uit op 5,5 %. Wat betreft de diverse looptijden, bleef het jaar-op-jaar veranderingspercentage van de kredieten op minder dan een jaar ongewijzigd op 3,8 %, terwijl dat van de kredieten tussen één en vijf jaar vertraagde tot 2,2 % (tegen 5,7 % in oktober) en dat van de kredieten met een looptijd van meer dan vijf jaar steeg tot 7,6 % (tegen 6,7 % in de voorgaande maand). Op basis van seizoengezuiverde gegevens viel het volume van de in november toegekende nieuwe kredieten iets hoger uit (€ 0,2 miljard) dan dat van de afgeloste kredieten.

De gemiddelde rente op de nieuwe bedrijfskredieten wijzigde in november niet en kwam, net als in oktober, uit op het historisch dieptepunt van 1,62 %. De ontwikkelingen liepen echter uiteen naar gelang van de kredietcategorie. De rentetarieven van de kortlopende kredieten bedroegen 1,70 % op kredieten van minder dan € 1 miljoen (-2 basispunten ten opzichte van oktober) en 1,47 % op die voor een hoger bedrag (+2 basispunten). De rente op de middellange kredieten (waarvan de initiële looptijd begrepen is tussen één en vijf jaar) daalde tot 1,51 % (-7 basispunten ten opzichte van de voorgaande maand). De rente op de langlopende kredieten (waarvan de initiële looptijd meer dan vijf jaar bedraagt), ten slotte, bleef gelijk aan die van oktober, namelijk 1,69 %.

RENTETARIEVEN OP NIEUWE KREDIETEN

5 2 1 4 3 0 2012 2013 2014 2015 2016 Tegen variabele rente < 1 jaar, < € 1 miljoen Tegen variabele rente < 1 jaar, > € 1 miljoen Tegen vaste rente 1 - 5 jaar, < € 1 miljoen Tegen vaste rente > 5 jaar, < € 1 miljoen Bron: NBB (MIR-enquête).

4 (in %) 3 2 1

GEWOGEN GEMIDDELDE RENTE

3

2012 2013 2014 Bron: NBB (MIR-enquête en schema A).

2015 2016 1 Berekend als de verhouding van de gecumuleerde nettostromen van de laatste twaalf maanden tot de uitstaande kredieten in de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar. In deze definitie zijn eventuele herclassificaties en herzieningen van het uitstaande bedrag niet inbegrepen.

2 De maandelijkse nettostromen komen overeen met de bedragen van de nieuwe verstrekte leningen waarvan de waarde van de terugbetalingen wordt afgetrokken.

3 Door de Belgische banken op nieuwe bedrijfskredieten toegepaste gewogen gemiddelde rente. De weging is gebaseerd op de uitstaande bedragen van de verschillende soorten kredieten.

8