Transcript reactie - Federatie Opvang

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Directie Langdurige Zorg
T.a.v. mevrouw L. van Gent Msc
Rijnstraat 50
2500 BJ DEN HAAG
Datum
Bijlage(n)
9 januari 2017
0
Contactpersoon
Doorkiesnummer
Charlotte Karman
033 4608971
Onderwerp;
Ons kenmerk
Formele consultatie derdenbeding
persoonsgebonden budget
Geachte mevrouw Van Gent,
De RIBW alliantie, de Federatie Opvang en GGZ Nederland hebben met veel belangstelling
kennisgenomen van de consultatie die beoogt de Regeling langdurige zorg,
Uitvoeringsregeling Wmo 2015 en de Regeling Jeugdwet te wijzigen.
Het belang van de cliënt voorop
De cliënt moet in geen geval de dupe worden van een frauderende zorgverlener. Wij staan
daarom positief ten aanzien van een aanpassing van de uitvoeringsregelingen om
rechtstreekse terugvordering bij toerekenbaar frauderend handelen van degene die zorg
verleent, mogelijk te maken. Indien de cliënt niets verweten kan worden, is een directe
vordering op een frauderende zorgverlener wenselijk om de cliënt te ontlasten. Indien er
sprake is van een frauderende zorgverlener en de cliënt te goeder trouw is en het slachtoffer
is geworden van een frauderende zorgverlener, moet het ten onrechte verstrekte bedrag bij
de zorgverlener worden verhaald zonder dat de cliënt wordt geconfronteerd met een
verplichting tot terugbetaling. Cliënten moeten te allen tijde worden beschermd tegen
misbruik en de zorg krijgen die ze nodig hebben.
De nu opgestelde regeling en het derdenbeding voldoen in onze ogen op dit moment echter
nog niet. Voor een goede uitvoering achten we twee toevoegingen noodzakelijk:
1. Definiëring toerekenbaar frauderend handelen
In het derdenbeding wordt niet gesproken over frauderen maar slechts over toerekenbaar
handelen. Indien niet wordt gespecificeerd dat het moet gaan om een toerekenbaar
frauderende hulpverlener zouden eventuele vormfouten of vergissingen ook onder het
beding kunnen vallen. Zorgverleners hebben te maken met ingewikkelde regelgeving of
beschikken niet altijd over alle informatie die ze nodig hebben. Er kan daardoor van alles
misgaan zonder dat opzet of fraude in het spel is. Dit betekent dat het beding in zijn huidige
vorm een breder bereik heeft dan waarvoor de regeling ons inziens is bedoeld.
2. Onderzoeksplicht en bezwaarprocedure
Daarnaast wordt in de toelichting bij de regeling niet aangegeven hoe er vastgesteld wordt of
er sprake is van toerekenbaar handelen en welke mogelijkheden een hulpverlener heeft
indien hij of zij wordt beschuldigd van frauduleus handelen. Heeft een hulpverlener een
mogelijkheid om hiertegen bezwaar te maken en of de terugbetaling op te schorten? Graag
zien wij toegevoegd aan het derdenbeding en in de toelichting dat rechtstreekse
terugvordering alleen mogelijk is indien er sprake is van opzettelijk frauderend en
toerekenbaar handelen en indien dit zorgvuldig is vastgelegd in een (controle- en
fraude)onderzoek. Voorkomen moet namelijk dat een hulpverlener, zonder zorgvuldig
onderzoek of waarborgen, als frauderend wordt aangemerkt.
Indien de regeling niet nader wordt gespecificeerd of wordt uitgewerkt kan dit grote risico’s
tot gevolg hebben. Vooral kleine aanbieders kunnen in grote problemen komen als ze op
korte termijn een groot bedrag moeten terugbetalen. De continuïteit van de organisatie kan in
het geding zijn. Cliënten kunnen daar de dupe van worden. Bij een zorgvuldige afweging
hoort daarom ook de afweging van de consequenties voor de zorgorganisatie en de cliënten.
Zeker als het niet de bedoeling is dat de zorgverlener noodgedwongen moet stoppen, ligt het
voor de hand dat de subsidieverstrekker afspraken maakt over een passende
betalingsregeling.
Intermediaire organisatie als contractpartner
Ten slotte kunnen in het kader van de zorgovereenkomst meer partijen betrokken zijn dan
alleen de cliënt en de directe zorgverlener. Ook kan een contractpartner een intermediaire
organisatie zijn. In dergelijke contracten is het wenselijk om ook een derdenbeding op te
nemen om pgb-fraude op te lossen.
Graag zijn wij bereid onze standpunten en vragen mondeling toe te lichten. Hiervoor kunt u
contact opnemen met Tonny van Hensbergen, Senior Beleidsadviseur bij de Federatie
Opvang via [email protected] , Linda van den Brink, Bestuurssecretaris RIBW
Alliantie via [email protected] en Charlotte Karman, Beleidsadviseur bij
GGZ Nederland via [email protected] .
Met vriendelijke groet,
A.P.B.M. van Tuijn
voorzitter RIBW Alliantie
drs. J.P. Laurier
voorzitter Federatie Opvang
mevrouw J.van den Hoekl
waarnemend directeur GGZ Nederland
2