Transcript pdf - Delta

NR.5
9 JANUARI
2017
onafhankelijk universiteitsblad
Rugbyer Marijn Huis
‘Lekker beuken
en vies worden’
Lustrum TU Delft
Wandelen door
de geschiedenis
Autonome auto’s
Slim maar
irritant braaf
Cum laude
DE ENE IS DE ANDERE NIET
9 JANUARI 2017
08
COVER
TE VEEL CUM LAUDE?
Bij de najaarsuitreiking kreeg ruim
18 procent van de bachelors bij
3mE een cum laude. Hoe bijzonder
is dit predicaat nog?
12
INTERVIEW
MARIJN HUIS
Marijn Huis wil professioneel
rugbyer worden. Hij onderbreekt
zijn studie om in Nieuw-Zeeland zijn
sportieve ambities te realiseren.
20
REPORTAGE
ZELFRIJDENDE
AUTO'S
VERDER
04
06
15
18
19
23
25
31
Column
Nieuws
Master
Sport
Lifestyle
Starter
Desgevraagd
Science
Een krantje lezen, terwijl je
autonome auto je door het drukke
verkeer van de stad heen loodst?
Zo makkelijk gaat dat niet.
22
BIOTECHNOLOGIE
De basisbeginselen van Delfts
eerste microbioloog professor
Beijerinck staan na 120 jaar nog
steeds recht overeind.
Een terugblik.
Delta
COVER
Het coververhaal over cum
laude afstuderen gaat vooral
over cijfers. Hierbij leek het
ons aardig om een jongleur
cijfers in de lucht te laten
houden. De cijfers waren
echter niet te vinden, dus ze
zijn in de ringen gemonteerd.
Deze professionele jongleur,
Niels Duinker, kan de ringen
op allerlei manieren gooien,
bijvoorbeeld zo dat ze niet
elkaar te veel overlappen.
3
TU Delft
Op 8 januari 1842 richt Koning Willem II aan dit gebouw aan de Oude Delft 95 de
voorganger van de technische universiteit op. Dit jaar viert de TU Delft haar 175ste
verjaardag. Pagina 16: Speurtocht langs het verleden
(Fotograaf Sam Rentmeester)
COLOFON
REDACTIE
Saskia Bonger (hoofdredacteur),
Tomas van Dijk,
Dorine van Gorp, Connie van Uffelen,
Jos Wassink, Katja Wijnands
(Foto: Sam Rentmeester)
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER
Jorinde Benner, Maurice van Bussel, Dap
Hartmann, Auke Herrema, Christian
Jongeneel, Thom Mandos, Heather
Montague, Damini Purkayastha, Molly
Quell, Boudewijn de Roode, Abel
Streefland, Jimmy Tigges, Roos van
Tongeren, Marco Villares, Robert Visscher
FOTO’S
Marcel Krijger, Sam Rentmeester
BLADCONCEPT EN VORMGEVING
Maters & Hermsen, Leiden
LAY-OUT
Liesbeth van Dam, Saskia de Been
REDACTIE-ADRES Universiteitsbibliotheek,
Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft,
015 278 4848, [email protected]
ADVERTENTIES
H&J Uitgevers, 010 451 5510,
[email protected]
DRUK
Quantes Grafimedia B.V.
Oplage 4.500
Jaargang 49
ISSN 2213 8838
Meld je aan voor de wekelijkse
nieuwsbrief op de website.
MEER INFORMATIE OP
www.delta.tudelft.nl/colofon.
REAGEER!
Pop-up restaurant
Student technische natuurkunde Jan
Willem van Galen nam vorig jaar het
initiatief voor een pop-up restaurant
waarin vluchtelingen en Nederlanders
vrijwillig samenwerken en elkaar kunnen ontmoeten. Samen met andere
studenten begon hij een crowdfunding-actie op hartigesamaritaan.nl.
Pal voor de jaarwisseling was er voldoende geld binnen om restaurant de
Hartige Samaritaan op 25 februari
een maand te kunnen openen. Een
locatie is nog niet bekend, maar eventuele winst gaat naar Stichting Timon
die zich richt op hulp aan vluchtelingenjongeren.
Dienstauto’s
Het college van bestuur heeft zijn twee
dienstauto’s verkocht. In plaats daarvan komt er een proef met een combinatie van verschillende soorten
vervoer als taxi, trein, OV-fiets en zogeheten 'executive' vervoer.
delta.tudelft.nl/32597
Wetenschapsquiz
Hoogleraar cybersecurity Michel
van Eeten en filosofe en schrijfster
Simone van Saarloos hielden tot de
laatste vraag stand in de Nationale
Wetenschapsquiz op Eerste Kerstdag,
maar uiteindelijk won het duo
Reinoud Lavrijsen(fysicus) en
muzikante Frédérique Spigt.
Van Eeten: “Ik werk graag mee
aan wetenschapspropaganda.”
delta.tudelft.nl/32612
VeloX fietsers
Voormalig Nederlands kampioene Iris
Slappendel en topamateurwielrenster
Aniek Rooderkerken zullen namens het
Delfts/Amsterdamse Human Power
Team in september 2017 een aanval
doen op het wereldsnelheidsrecord op
de fiets.
delta.tudeflt.nl/32578
Afmelden tentamens
Utrechtse studenten melden zich bij
bosjes ziek voor tentamens omdat
ze niet mogen herkansen bij een
score lager dan een vier. De TU heeft
deze regel niet, maar ziet wel andere
problemen met tentamens. Gevolg: te
veel surveillanten en lege zalen. “Niet
afmelden voor tentamens is lullig.”
delta.tudelft.nl/32576
TU in het rood
De TU begroot voor dit jaar 640
miljoen euro aan inkomsten,
maar gaat 8 miljoen euro méér
uitgeven door eenmalige kosten
in het vastgoedprogramma zoals
verhuizingen en sloop van oude
complexen.
Delta.tudelft.nl/32557
4
Column
Dap Hartmann
Nevenactiviteiten
Ieder jaar wordt mij, als onderdeel van de R&O-cyclus, gevraagd
naar mijn nevenactiviteiten. Op het formulier vul ik dan braaf in
dat ik een column schrijf voor Delta. Men wil ook weten wat het
belang daarvan voor de TU Delft is en of de reputatie van de TU
Delft erdoor kan worden aangetast. ‘Enorm’ en ‘integendeel’,
antwoord ik daarop, in die volgorde.
Ik heb veel bewondering voor TU-medewerkers die naast hun
reguliere werkzaamheden artistieke, culturele of intellectuele
prestaties leveren. Zo zijn er diverse collega’s die een boek hebben
geschreven. Soms ligt dat in het verlengde van hun dagelijkse
TU-besognes, zoals ‘Framing’ van Hans de Bruijn, ‘Graaiers of
redders?’ van Willemijn Dicke, Bauke Steenhuisen en Wijnand
Veeneman, en ‘Innovatie uit de polder’ van Patrick van der Duin.
Nog meer bewondering heb ik voor collega’s die een roman
schrijven, zoals ‘Tegennatuur’ van Michel van Eeten en ‘Mea’ van
Willemijn Dicke. Want met een roman creëer je echt iets uit het
niets, en dat is verdomd hard werken. Ook het kinderboek dat
Cees Dekker schreef met Corien Oranje is het vermelden waard,
al is het maar omdat ‘Het geheime logboek van topnerd Tycho’
in christelijke kring niet overal even goed is ontvangen. En zelfs
‘Spaghetti Spoetnik’ van Tonie Mudde heb ik gelezen, hoewel
hij al lang niet meer bij de TU werkt. Tonie was verslaggever en
columnist voor Delta.
Ook andere creatieve uitingen van (ex-)collega’s volg ik met
belangstelling. Zo was ik bij de try-out van Onder de streep, de
nieuwe cabaretvoorstelling van Jasper van Kuijk. Ik hou van tryouts omdat ze doorgaans in een klein theater worden gespeeld,
in dit geval Pepijn in Den Haag. Dat maakt het veel intiemer dan
een grote zaal, en bovendien stelt de cabaretier zich kwetsbaar
op omdat er natuurlijk iets mis kan gaan. De Volkskrant gaf hem
drie sterren en een sneer: ‘Van Kuijk vertelt leuk, maar vervalt
in woordgrapjes.’ Ik vond het erg onderhoudend en bij vlagen
bijzonder geestig. Maar vooral knap gedaan en dapper. Op 7 mei
speelt hij in Delft. Gaat dat zien!
En vorige week was ik bij een try-out van Dingen die ik dacht, de
nieuwe voorstelling van Pieter Jouke. De Volkskrant gaf zijn vorige
voorstelling twee sterren en een sneer: ‘Vijf kwartier Pieter Jouke
is een hele zit.’ Pieter werkte lang geleden bij TBM en ik wist dat hij
daarna een van de mensen achter Buro Renkema was. Hoewel de
laatste aflevering van Buro Den Haag alweer vijf jaar oud is, blijft
het hilarisch: tinyurl.com/BuroDenHaag. Verder was ik hem uit het
oog verloren en omdat ik vrijwel geen tv kijk (en al helemaal niet
naar programma’s van BNN) wist ik niet dat hij ‘bekend van tv’
was, zoals zijn website vermeldt. Via uitzending gemist keek ik een
paar afleveringen terug van Padoem Patsss waarin hij excelleert
in oneliners. Zijn voorstelling vult anderhalf uur met zulke
oneliners die met enig kunst- en vliegwerk tot samenhangende
anekdotes zijn gesmeed. Desondanks vond ik het
spitsvondig en snedig. Op 8 maart speelt hij in
Delft. Gaat dat zien!
Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt
als onderzoeker bij de faculteit Techniek,
Bestuur en Management.
Steeds minder jonge studenten (17-22 jaar) gaan op
kamers, blijkt uit cijfers van het CBS. In 2014 is de
basisbeurs afgeschaft waardoor veel studenten moeten
lenen om op zichzelf te kunnen wonen. Toch is Frans
van der Zon, manager strategie en beleid bij
studentenhuisvesting Duwo, niet bang voor
leegstand in studentenhuizen.
1. De bouw van nieuwe
studentenwoningen
wordt nu gestopt.
NEE
3. De wachttijden
voor kamers
worden veel
korter.
NEE
2. Duwo merkt veel
van de nestvaste
studenten.
NEE
4. Duwo gaat kamerprijzen verlagen om
op kamers wonen te
stimuleren.
NEE
Op welke stelling wilt u terugkomen?
“Op stelling 2. De jongerejaars blijven inderdaad wat meer thuis wonen,
maar wij merken daar niet veel van. We zien dat twintigplussers wel uit huis
willen en op kamers gaan wonen. Daarnaast is er in Delft een grote
instroom van buitenlandse studenten, die allemaal een kamer zoeken. Zo
komen we uiteindelijk nooit met lege kamers te zitten. We hebben onze
visie dus eigenlijk ook niet hoeven aanpassen op deze veranderingen. Er is
nog steeds een tekort aan studentenwoningen en we blijven gewoon doorbouwen. De wachttijden voor de kamers kunnen misschien iets korter
worden, maar veel zal het niet uitmaken.” (RvT)
Delta
5
TU Delft
Cijfer
Wie je moet kennen...
Hij viel dubbel in de prijzen; dr.ir. Jacob Hoogenboom (Technische
Natuurwetenschappen) kreeg van wetenschapsfinancier NWO een ECHOgrant én een Building Blocks of Life-grant. In totaal krijgt hij samen met
collega’s van het UMC Groningen en de Universiteit Utrecht ruim acht ton.
De TU-onderzoeker werkt aan elektronenmicroscopie. Hij onderzoekt de
wisselwerking tussen elektronen en fluorescente moleculen. Uiteindelijk
wil hij moleculen oplichten onder de microscoop in de hoop beter inzicht te
krijgen in de werking van ons immuunsysteem. (Foto: Sam Rentmeester)
Dr. Arjan Houtepen (TNW) wordt een van de nieuwe leden van De Jonge
Akademie, een groep van vijftig jonge wetenschappers die zich inzet voor
wetenschapspopularisering. Houtepen (1979) onderzoekt hoe lampen,
beeldschermen en zonnecellen efficiënter gemaakt kunnen worden
met nanotechnologie. Hij richt zich op colloïdale nanomaterialen,
materialen die andere eigenschappen krijgen als de vorm van de
moleculen verandert. De Jonge Akademie maakt deel uit van de Koninklijke
Nederlandse Akademie van Wetenschappen. (Foto: Sam Rentmeester)
150
Als je je verlopen OV-studentenkaart niet op
tijd stopzet, hoef je vanaf 2018 geen boete
meer te betalen als je er niet mee reist.
Reis je er wel mee dan krijg je voortaan een
Studenten prijzen haar de hemel in, onder meer vanwege haar feedback op
toetsen. Ir. Judith Bosboom is tijdens de Onderwijsdag op 14 december
uitgeroepen tot Best Lecturer van de TU. Bosboom doceert bij Civiele
Techniek en Geowetenschappen het vak coastal dynamics 1. Volgens de
jury is dit een zeer complex vak, waarvan ze het lesmateriaal continu
innoveert en verbetert. Ze maakt gebruik van vrijwillige, tussentijdse
toetsen. Studenten met een goede score kunnen een bonus krijgen voor
het tentamen. (Foto: TU Delft)
hogere boete. Nu is die boete nog 97 euro
per halve maand, maar vanaf 2018 gaat de
boete na twee maanden omhoog naar 150
euro per halve maand. Dat heeft de Tweede
Kamer besloten om misbruik te bestrijden. In
de eerste twee maanden is de boete echter
lager: 75 euro per halve maand.
delta.tudelft.nl/32602
Uit Delftse bronnen
DE EERSTE STUDENTEN
O
p 8 januari 1842 was het zover. De Koninklijke Akademie, voorloper
van de TU Delft, werd opgericht als eerste niet-militaire ingenieursschool van Nederland. Om enigszins uit de kosten te komen werd
naast de ingenieursopleidingen een populaire opleiding tot OostIndisch ambtenaar én een voor landmeetkundig ijker of belastingambtenaar
ingericht. Technische studenten konden uit vier studierichtingen kiezen: civiele techniek, mijnbouw, scheepsbouw en schei- en werktuigkunde. De opleiding
duurde vier jaar. In de 22 jaar dat de school bestond, studeerden er 207 ingenieurs af. De opleiding tot civiel ingenieur was met 183 afgestudeerden veruit
Omdat de
TU Delft dit jaar 175
jaar bestaat, reflecteert
universiteitshistoricus Abel
Streefland op het verleden.
Deze maand: wie waren de
eerste studenten van
de TU Delft?
het populairst. Bij mijnbouw studeerden
zeventien mensen af, bij scheepsbouw vijf
en werktuigbouw had slechts twee afgestudeerden. De school had in de eerste jaren een streng karakter. Er moest de hele dag
worden gestudeerd en elke afwezigheid werd
door de leraren minutieus bijgehouden.
Studeren aan de Koninklijke Akademie was niet
goedkoop. Studenten moesten 200 gulden schoolgeld
meebrengen, dat was ongeveer twee maandsalarissen van een ingenieur in die
tijd. Studiebeurzen waren er nog niet. Dit zorgde ervoor dat vooral kinderen uit
de hogere burgerij en de elite naar de Akademie konden gaan – over het algemeen natuurlijk geholpen door hun ouders. De opleidingen waren er vooral op
gericht om studenten op te leiden tot ingenieurs voor de overheid en veel minder voor handel, nijverheid of scheepvaart.
Toen de industrialisatie in de laatste jaren van de negentiende eeuw in Nederland een vlucht begon te nemen, veranderde ook de populariteit van de studierichtingen. Er ontstond een hype rond werktuigbouw. Pas in de eerste decennia
van de twintigste eeuw, toen de Koninklijke Akademie de vorm van Technische
Hogeschool had aangenomen, veranderde de sociale achtergrond van de studenten. Vanaf 1916 werden de schoolgelden geschaald naar het inkomen van de
ouders. Studeren in Delft was toen niet alleen meer weggelegd voor de rijkere
milieus.
Lees het interview met Abel Streefland op delta.tudelft.nl/32609
Vroege studenten van de Technische Hogeschool bij een college van professor
Snijders, ca. 1907. (Foto: Corpsfotograaf J.G.G. Witten/Trésor)
6
Nieuws
Gelukkig nieuw voornemen!
(Foto's: Roos van Tongeren)
Minder roken, snacken, drinken, meer sporten en gezonder eten. Januari is de maand van de goede voornemens en grote plannen. Of juist niet?
SANDER BOKSEBELD
EEFJE BENSCHOP
SANDRA VAN ADRICHEM
MAX BUIRMA
MARE SANTEMA
Student werktuigbouwkunde
“Ik wil dit jaar aan mijn afstuderen beginnen en er hard
aan werken om dit in januari 2018 af te ronden. Ik twijfel of ik dit op de TU ga doen
of extern. Het heeft allebei
voordelen: op de TU zal het
wat meer lijken op de rest
van de studie. Bij een extern
bedrijf ga je meer praktisch
aan de slag. Extern lijkt mij
interessanter, maar het nadeel is dat er minder focus op
het academische onderzoek
ligt. En dat is nu juist belangrijk bij het afstuderen.”
Bestuurslid Gezelschap Practische Studie, civiele techniek
“Mijn goede voornemen is
om de kerstboom niet te lang
te laten staan, die staat er
soms nog tot de lente. Verder
wil ik minder vaak te laat komen. Bij de studievereniging
beginnen we elke ochtend
om half negen op kantoor.
Als ik de dag ervoor veel heb
gedronken, kom ik nog wel
eens te laat. Oja, ik wil ook
minder lang vergaderen over
kleine dingen. We kunnen zo
een kwartier vergaderen over
iemand die iets wil lenen.”
Servicepuntmedewerker
civiele techniek en TNW
“Goede voornemens houd
ik niet vol. Ik wil altijd meer
sporten, maar uiteindelijk
doe ik dat niet. Ik vind dat
ik lekker bezig ben, ik heb
een leuke baan en hobby’s.
Zo zing ik in een rockband,
Horse. Dit jaar komen er veel
dingen op mijn pad. We gaan
bijvoorbeeld met twintig
vriendinnen op 'Wilde Wijven
Weekend', dat doen we al
twintig jaar. Al is het nu meer
het ‘Wandelende Wijven
Weekend’ geworden.”
Maritieme techniek
“Ik wil nooit meer zoveel drinken als met Oud en Nieuw.
De volgende dag was ik hele
delen van de avond kwijt. Als
ik mijn vrienden mag geloven
heb ik gelukkig geen gekke
dingen gedaan. Dit jaar wil
ik veel punten voor mijn bachelor halen. Studeren er wat
bij ingeschoten omdat ik veel
heb gewerkt als barista bij de
Coffeestar. Ik heb geld nodig
deze zomer een maand naar
Amerika te gaan. Daar gaat
een vriend van mij trouwen
en ik wil er zeker bij zijn.”
Bouwkunde
“Voornemens vind ik een
beetje stom, je kunt toch
altijd beginnen met iets verbeteren? Ik heb dit jaar wel
wat om naar uit te kijken,
ik ga vier keer op vakantie.
Eerst naar Praag met mijn
studie, later naar de westkust
van Amerika en Curaçao met
mijn familie en ook nog naar
Zuid-Frankrijk met mijn club.
Ja, daar heb ik wel zin in.
Vorig jaar was ook een goed
jaar, want toen heb ik in één
keer mijn P gehaald.” (RvT)
‘Help offshore te verduurzamen’
De offshore-industrie heeft een vies
imago, merkt offshore professor Mirek
Kaminski tijdens colleges. In plaats van
klagen kunnen studenten nu ideeën
aanleveren ter verbetering.
Dat mag nu niet meer. Voor offshore-installaties
zijn er ondersteuningsvaartuigen die voorraden
brengen en afval mee terugnemen. De offshoreindustrie ziet nu juist een rol voor zichzelf in het
opruimen van plastic dat via rivieren in de oceanen
terechtkomt. Offshorebedrijven ondersteunen ook
Boyan Slat met zijn Ocean Cleanup initiatief.”
De offshore industrie is dringend toe aan
vernieuwing, stelt het platform Our Oceans
Challenge (OOC). Professor dr.ir. Mirek Kaminski
(3mE) is een van de bestuursleden van het platform
dat drie jaar geleden op initiatief van twee TUalumni bij Heerema is begonnen. Kaminski heeft nu
een oproep aan TU-studenten en medewerkers.
U hebt een oproep aan studenten en
medewerkers. Hoe luidt die?
U stelt dat de offshore-industrie zware tijden
doormaakt. Waaruit blijkt dat?
“Dat is een gevolg van de lage olieprijs
waardoor veel projecten zijn gestopt die in
ontwikkeling. Bedrijven zijn daardoor opdrachten
verloren. Nederlandse offshorebedrijven
deden veel installatie en vervoer voor grote
oliemaatschappijen. Daar is overcapaciteit in
ontstaan zodat bedrijven mensen hebben moeten
ontslaan.”
De industrie moet zijn verantwoordelijkheid
nemen om duurzaam te werken, stelt u. Is daar
Professor Mirek Kaminski. (Foto: Sam Rentmeester)
draagvlak voor in deze moeilijke tijden?
“Ik denk het wel. Wanneer het aantal opdrachten
terugloopt, moet je het beter doen dan de anderen.
Veel opdrachten worden tegenwoordig verstrekt
door overheden, en die stellen eisen ten aanzien
van milieu en werkomstandigheden. Dat dwingt
de industrie tot verbeteringen en dat versterkt hun
concurrentiepositie.”
Een van de duurzaamheidsaspecten is
afvalmanagement. Hoe gaat dat nu dan?
Kiepen ze alles over reling?
“Ik heb daar niet veel zicht op omdat wij ons
bezighouden met de bouw van installaties, niet het
operationele beheer. Vroeger ging bij schepen op
internationale wateren het afval vaak overboord.
“Kom in actie. Studenten zeggen tegen mij ‘offshore
is vies’. Dat is helaas de perceptie. Maar nu ligt
er een kans om dat beter te maken. Probeer de
offshore-industrie meer duurzaam te maken.”
In 2014 was er ook zo’n oproep. Wat heeft
dat opgeleverd?
“Er waren toen ruim 450 inzendingen waarvan
na een traject van selectie en begeleiding zestien
concepten overbleven. Die konden hun idee
presenteren aan investeerders. Daar zijn toen
vijf startup bedrijven uit ontstaan. Our Oceans
Challenge beschikt over veel expertise. Dus als
het OOC een initiatief ondersteunt, biedt dat
investeerders vertrouwen. De vorige keer hield de
bemoeienis van het OOC op bij de prijsuitreiking.
Dat willen we nu beter doen. Het bestuur werkt aan
maatregelen om de nazorg te verbeteren.” (JW)
ouroceanschallenge.org
Delta
7
TU Delft
Nalatenschap Duwo energyrace
‘Geld terugkrijgen is mooi meegenomen’
Voor het derde jaar op rij doen
studentenhuizen in Delft mee
met de energyrace van studentenhuisvester Duwo. De Delftse huizen doen het goed, vorig
jaar won een huis uit de stad
de titel van best besparende
studentenhuis. Delta bezocht
een aantal oud-deelnemende
huizen om te kijken hoe het nu
gaat met het energieverbruik.
Heeft een wedstrijd als deze
zin?
D
e bewoners zijn zich nog altijd bewust van de besparingen die het zuinig omgaan
met energie kunnen opleveren. De 22-jarige Erik Donkersloot
heeft nog maar net de verwarming in
de keuken aangezet. “We koken en
eten straks met zijn allen hier, daar
mag de verwarming wel even voor
aan.” In de keuken van het huis aan
de Oude Delft staat een koelkast waar
de stekker los op ligt. “We kwamen
erachter dat met een beetje moeite,
alles ook wel in één koelkast kan”,
zegt hij.
EEN LEUKE BIJDRAGE
Het meedoen aan de competitie was
geen lastig vraagstuk voor de bewoners. “Eigenlijk kun je alleen winnen.
Misschien niet de hoofdprijs, maar
besparen is altijd goed voor studenten. Afgelopen zomer kregen we allemaal zo’n 300 euro terug, zo net voor
de vakantie is dat een mooie bijdrage
voor een reis.” De bewoners vonden
het erg handig om de app te gebruiken om te zien wat er verbruikt werd
op welk moment. “Ook dit heeft onze
ogen geopend.”
De regels van de race zijn stiekem in
de huisregels geslopen. “We spreken
elkaar aan op bijvoorbeeld het laten
branden van het licht, als die persoon
niet thuis is. Als iemand vaak lang onder de douche staat, kan het zijn dat
iemand er iets van zegt.” Ook nieuwe
bewoners worden attent gemaakt op
de manieren om te besparen voor het
hele huis. “Wanneer we een tijd niet
op de kamer zijn, hoeft de verwarming niet voor niks te draaien”, besluit hij.
EXTREME MAATREGELEN
Iets verderop aan de Oude Delft wonen de winnaars van de vorige editie.
In het grote studentenhuis
wonen veertien vrouwen. Als ik binnenkom maken vijf bewoonsters zich
net gereed om te gaan eten. Ze zitten
gezellig in de warme keuken. “Achter de verwarmingen zit een speciaal soort folie dat ervoor zorgt dat de
warmte niet in de muur trekt”, zegt
Noor Boreel. Het is één van de praktische oplossingen die zijn overgebleven van de wedstrijd. Het zorgt ervoor
dat er minder gestookt hoeft te worden. De meiden hebben het nu sowieso een stuk sneller warm dan voor de
deelname.
Tijdens één van de ontmoetingen met
de andere deelnemende studentenhuizen werden de ervaringen over
de wedstrijd uitgewisseld. “Een bepaald studentenhuis hoefde niet zoveel te doen om veel te besparen, de
Tot december is het jassen aan, verwarming uit in dit mannenhuis aan de
Voorstraat.
De bewoonsters zitten er nu warm bij, dat was een jaar geleden heel anders.
(Foto's: Thom Mandos)
stekker van hun jacuzzi uit het stopcontact zorgde al voor een enorme
besparing”, zegt een van de meiden
laconiek. De dames hebben iedere stekkerdoos vervangen voor een
exemplaar met een uitschakelaar.
“Lekstroom is een grote bron van verspilling dus dat wilden we tegen kunnen gaan”, zegt Boreel.
AFZIEN
De wedstrijd was geen pretje voor
de bewoners. Gelukkig wonnen ze
met de eerste maandprijs dekens en
mokken. “Telkens wanneer we gasten of vrienden over de vloer kregen,
moesten we ze een dekentje aanbieden. Met een gang van 81 meter lang
kun je wel nagaan hoe koud het hier
wordt”, zegt Joia Tieleman. Zelfs in
bed kregen de meiden het niet warm.
“Ik lag op een gegeven moment met
drie lagen kleding in bed en had het
nog koud, het was afzien.”
Uiteindelijk moest er dus veel gelaten
worden om de wedstrijd te winnen.
“We gebruikten de kraan de laatste
maand amper, gebruikten geen borden en bestek, want dan moest de
kraan open om af te wassen. Afwassen deden we, als het dan echt moest,
net als op de camping in een teiltje”,
zegt Geraldine van der Storm. “Aan de
ene kant hebben we veel met elkaar
gelachen, aan de andere kant zaten
we allemaal zo veel mogelijk op onze
kamer.” Veel meiden brachten ook
aanzienlijk meer tijd buiten de deur
door. Dat was weer niet goed voor de
band tussen de bewoners, die altijd
erg hecht is
geweest.
LUDIEKE REPERCUSSIES
Het laatste huis dat ik bezoek aan de
Voorstraat, is een typisch mannenhuis. Ze deden de eerste keer dat de
wedstrijd in Delft gehouden werd
mee en werden op een haar na tweede. Sindsdien geldt in het huis de regel dat voor december de verwarmingen niet aan mogen. “Voor die tijd
zitten we hier soms in onze jas”, zegt
Bruun de Jong. “Een huisgenoot had
zijn licht aan laten staan toen hij weg
was. We hebben toen al zijn lampen
eruit gedraaid en er bananen voor in
de plaats gestopt. Daarnaast hadden
we zijn raam opengezet en koelelementen in zijn bed gelegd, want ook
de verwarming stond nog aan”, zegt
hij lachend.
Duwo hielp ze wel te besparen. “Met
speciale hulpstukken verbruiken de
kranen minder, deze waren er echt
heel snel tussenuit aangezien er nog
amper water uit de kranen kwam.”
Net als bij de andere huizen werd ook
hier een maandprijs gewonnen. “We
kregen een gourmetset, ik geloof dat
we hem één keer hebben gebruikt”,
zegt Jonas Hamann. Het bijbehorende
certificaat is onvindbaar en prijkt niet
net als bij de andere huizen aan de
muur. “We hebben wel wat bespaard
geloof ik, maar niet zoveel dat we nu
meteen een gat in de lucht springen.
Het competitieve aspect van de wedstrijd dat is waar we het vooral om deden.” (TM)
Duwo Student Energy Race 2016-2017,
elf studentenhuizen uit vier studentensteden strijden om wie het meeste
energie kan besparen. Volg de race op
facebook.com/DUWOStudentEnergyRace
Cum laude
Tekst: Connie van Uffelen
Delta
9
TU Delft
De ene cum laude is de andere niet. Dat concludeert Delta na een
onderzoek naar percentages cum laude en criteria daarvoor bij de acht
faculteiten. Het college van bestuur gaat naar aanleiding hiervan in
gesprek met examencommissies.
50
keer cum laude!’ luidde
eind oktober de kop in een
nieuwsbrief van de faculteit
Werktuigbouwkunde,
Maritieme Techniek &
Technische Materiaalwetenschappen (3mE).
Bij de najaarsuitreiking van de bachelordiploma’s ontvingen 50 van de 271 studenten
een cum laude. Omgerekend is dat ruim 18
procent, bijna 1 op 5. Hoe bijzonder is een
predicaat dat bedoeld is voor studenten met uitzonderlijk goede studieprestaties? Hoeveel indruk wekt deze cum laude bij vervolgopleidingen of werkgevers?
Delta onderzocht de percentages bij alle faculteiten in voorgaande jaren en de criteria bij
grote afwijkingen. De bevindingen zijn opmerkelijk. Zo lag het percentage cum laudes bij 3mE
in 2005 op nog geen 3 procent. Waar Industrieel
Ontwerpen (IO) en Techniek, Bestuur en
Management (TBM) op 3 procent bleven, liep
dat percentage bij 3mE op tot 14 procent in 2015.
In dit cijfer zijn de najaarsuitreiking en die in
het voorjaar opgeteld. Die nuance komt naar
voren uit cijfers die de TU in december op intranet zette. (Zie grafieken).
VERSCHILLENDE EISEN
De eisen voor het verkrijgen van een cum laude
verschillen per faculteit. Zo moesten bachelorstudenten bij 3mE jarenlang minstens gemiddeld een 7,5 hebben voor hun vakken, waar andere faculteiten een 8 vroegen. 3mE gaat daar
pas toe over vanaf 2015-2016. Daarnaast moesten studenten voor hun bachelor eindproject altijd minimaal een 8 hebben. Tot aan het huidige collegejaar, waarin het gemiddelde van hun
vakken inclusief het eindproject minstens een 8
moet bedragen.
Waarom koos de examencommissie van 3mE
jarenlang voor een gemiddelde van 7,5 en niet
voor een 8? Directeur onderwijs Hans
Hellendoorn verbaasde zich er ook over. “De
vorige examencommissie stond er niet voor
open”, zegt hij. De nieuwe examencommissie
paste de normering in 2015-2016 aan naar een
8 ‘om meer aansluiting te vinden bij het cijfergemiddelde van andere examencommissies’,
meldt secretaris Francisca Coladarci.
De aantallen cum laudes werden namelijk te
gortig, zegt Hellendoorn . Volgens hem heeft
tweederde van de cum laude studenten een cijfer tussen 7,5 en 8. Eenderde zit daarboven. Hij
verwacht daarom dat de percentages snel afnemen zodra de eerste studenten afstuderen die
onder de nieuwe eis van 2015-2016 vallen.
Tegelijkertijd werd in datzelfde jaar de maximale studieduur voor een cum laude verhoogd
van 3,5 jaar naar 4 jaar, terwijl bij de meeste
andere faculteiten 3,5 jaar geldt. De examencommissie vindt dat een excellente student tijd
moet krijgen voor persoonlijke ontwikkeling.
Daarom staat de commissie cum laude studenten toe om een jaar langer te doen over hun
driejarige bachelor, aldus secretaris Coladarci.
Andere faculteiten geven met hetzelfde argument slechts een half jaar extra.
sneller weten af te ronden en dat iets meer studenten dat cum laude weten te doen.”
Bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen geldt als extra eis dat studenten geen cijfers onder de 7 mogen hebben. Volgens Corrie
Zeeuw, secretaris van de examencommissie, is
het streven aan de TU dat het aantal cum laudes tussen de 5 en 10 procent mag liggen en probeert de commissie de regelgeving daar op af
te stemmen. "Een paar jaar terug hadden we in
één van onze opleidingen 20 procent cum laude en toen werd er gezegd: hoe kan dat? Maar ze
waren echt allemaal goed.”
Zeeuw vindt daarom dat 18 procent aan cum
laudes bij 3mE ‘echt’ kan vóórkomen. “Het kan
best zijn dat er in één jaar veel goede mensen
zitten. Bij buitenlandse studenten heb je een
voorselectie en dat zou een reden kunnen zijn.
Je moet dan niet meteen de regels veranderen.
We stemmen de regels achteraf af.”
STUDIETERMIJN AANGEPAST
De regels afstemmen op de percentages, is dat
niet een beetje vreemd? Moeten studenten zich
niet aanpassen aan de eisen in plaats van andersom? Collegelid Anka Mulder: “We hadden
een regeling kunnen maken waarbij de 10 procent studenten met de hoogste cijfers een diploma cum laude krijgen, maar daar hebben we
niet voor gekozen. We hebben voor inhoudelijke redenen gekozen. Als studenten daaraan
voldoen, moeten zij gewoon hun diploma cum
laude kunnen krijgen.”
Dat verklaart volgens Mulder voor een deel de
fluctuaties. “De informatie over werktuigbouwkunde is een beetje vertekend”, zegt ze, doelend
op de 18 procent. “Er vindt twee keer per jaar
een diploma-uitreiking plaats, in het voorjaar
en in het najaar. Tijdens de uitreiking in het najaar zijn er veel meer cum laudes omdat dan de
nominaal studerende studenten hun diploma
krijgen.” Desondanks noemt Mulder het ‘verstandig’ om - zoals Zeeuw doet - naar de regels
te kijken als het percentage cum laudes hoog
wordt.
Lees verder op pagina 11
Bouwkunde is de enige andere opleiding waar
studenten vier jaar over hun bacheloropleiding
mogen doen. Na vragen daarover van Delta onderzocht de examencommissie van deze faculteit wat de werkelijke studieduur was van
cum laude studenten in collegejaar 2015-2016.
Volgens secretaris Erik Ootes waren er elf studenten met een cum laude, 5,1 procent van de
afgestudeerden. Tien daarvan hadden het programma nominaal doorlopen, de elfde had vijf
maanden meer nodig.
Ootes concludeert dat Bouwkunde dus geen
extra cum laude studenten had door de toegestane langere studieduur. Daarom gaat de examencommissie het voorstel indienen om volgend studiejaar de termijn officieel naar 3,5 jaar
aan te passen, zodat die aansluit bij de meeste
andere faculteiten.
“De vier jaar stond bij ons al langer in de regeling en voor 2013-2014 haalde nog geen 2
procent een cum laude”, zegt Ootes. “De vernieuwing van de bachelor heeft er bij ons voor
gezorgd dat studenten de studie gemiddeld
REGELS AFSTEMMEN
3mE
Bouwkunde
Grafiektitel
18
18
18
16
16
14
14
14
12
12
12
10
10
8
8
8
6
6
4
4
2
2
16
16
14
12
10
10
8
6
6
4
4
2
2
0
0
Grafiektitel
18
0
0
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
bachelor
2012
2013
2014
master
Bachelor
2015
2015
20
20
18
18
18
16
16
16
14
14
14
14
12
12
12
10
10
10
8
8
8
8
6
6
6
6
4
4
4
4
2
2
2
2
0
0
0
0
12
10
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Bachelor
Master
Bachelor
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Master
Master
EWI
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Bachelor
Master
Master
2011
Bachelor
IO
Grafiektitel
16
2009
Bachelor
16
2008
2008
Grafiektitel
18
2007
2007
Bachelor
Grafiektitel
2006
2006
Master
CiTG
2005
2005
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
2013
2014
2015
2013
2014
2015
2013 2014 2015
Master
LR
Grafiektitel
25
16
2012
2012
25
14
14
20
20
12
12
10
10
15
15
8
8
6
6
4
4
2
2
0
0
10
10
5
5
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Bachelor
0
Master
Bachelor
0
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Bachelor
Master
Master
2011
Bachelor
TBM
12
10
10
8
8
6
6
4
4
2
2
0
0
2013 2014 2015
Master
TNW
Grafiektitel
12
2012
2012
Grafiektitel
25
25
20
20
15
15
10
10
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Bachelor
Master
5
5
0
0
2015
2015
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Bachelor
Bachelor
Master
2011
Master
Bachelor
2011
2012
2012
Master
2013
2014
2015
2013 2014 2015
Delta
11
TU Delft
De eisen voor het
verkrijgen van
een cum laude
verschillen per faculteit
TU (percentages)
De faculteit Industrieel Ontwerpen (IO) evalueert om de zoveel jaar en stelt de eisen indien
noodzakelijk bij ‘om weer in de buurt van het
streefcijfer 5 procent uit te komen’, legt hoofd
onderwijs en studentenzaken Ellen Bos uit.
“Met altijd een overgangsregeling, want voor
sommige studenten is cum laude behalen een
doel. De nieuwe regeling gaat in per nieuw
cohort. Studenten anticiperen op een regel:
na een dip zien we het aantal cum laudes vaak
weer toenemen.”
GEEN FRAUDE
Waar een faculteit als Civiele Techniek en
Geowetenschappen (CiTG) expliciet eist dat er
voor een cum laude geen sprake mag zijn van
fraude, kent IO die eis nu niet. “Wellicht heeft
dit te maken met het feit dat het aantal fraudegevallen bij onze faculteit niet groot is”, zegt
Bos. “Fraude betekent dat een vak niet kan worden afgerond en dat er dus sprake is van vertraging. De kans op cum laude wordt daarmee al
kleiner. Ik sluit echter niet uit dat invoeren van
een dergelijke regel binnenkort op de agenda
van de examencommissie zal staan.”
Een eis waarin faculteiten ook van elkaar verschillen, is die van het cijfer voor het bachelor
eindproject. Bij TBM en CiTG moeten studenten hiervoor minimaal een 8,5 hebben, waar
andere faculteiten een 8 hanteren of het eindproject meetellen bij het gewogen gemiddelde van alle vakken. De examencommissie van
TBM hanteert een 8,5 vanwege het grote aandeel van het eindproject (15 studiepunten) in
het hele examenprogramma,
zegt secretaris Robbert Kruiniger.
Door alle verschillen
tussen faculteiten valt
te concluderen dat de
ene cum laude de andere niet is. “Dat klopt”,
zegt Hans
Hellendoorn van 3mE. “Daar
moeten we wat aan doen.” Wel
zegt hij over de toegestane vierjarige studieduur dat veel studenten een project doen in de
Dream Hall. “En een bovengemiddeld aantal studenten doet
bestuurswerk. Dat speelt bij ons
nu mee in de discussie.”
16
Grafiektitel
16
14
14
12
12
10
10
8
6
4
2
0
8
6
4
2
0
2005
2006
2007
2008
2009
2010
bachelor
2011
2012
2013
2014
2015
master
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Bachelor
Zou het niet goed zijn als alle faculteiten dezelfde criteria hanteren? Hellendoorn vindt dat
ingewikkeld. “Je kunt faculteiten slecht vergelijken. Bij Bouwkunde bijvoorbeeld heb je veel
meer projecten waarvoor het moeilijk is om een
tien te halen. Wij kregen klachten van studenten die fantastische cijfers hadden en die voor
het bachelor eindproject een acht moesten halen in groepjes van vier studenten. Soms kwamen studenten in een verkeerd groepje en kregen ze een 7,5. Daarom tellen wij het bachelor
eindproject nu als een normaal vak. Bij natuurkunde is het meer individueel.”
IN GESPREK
Collegelid Anka Mulder noemt de verschillen
tussen faculteiten ‘groot’ en gaat naar aanleiding van het onderzoek van Delta met de
directeuren onderwijs in gesprek. Conrector
Peter Wieringa spreekt tweemaal per jaar met
de examencommissies. “Verschillen tussen opleidingen moeten er kunnen zijn, maar ze mogen niet te groot zijn” , vindt Mulder.
Onderwijsdirecteuren en examencommissies
hebben echter hun eigen bevoegdheden. Elke
opleiding aan de TU heeft een examencommissie die onafhankelijk en zelfstandig de regels en
richtlijnen van de Examencommissie (RRvE)
vaststelt, waarvan cum laude regelingen onder-
Master
deel uitmaken. Juist vanwege die zelfstandige
rol is het collegelid voorzichtig geweest om examencommissies centraal bijeen te roepen. “Ik
vind het van belang dat zij een zelfstandige positie hebben, maar het is ook belangrijk om met
hen in overleg te gaan. Het is voor examencommissies prettig om te weten hoe het eraan toegaat bij andere faculteiten.”
Zou Anka Mulder tot slot voor alle faculteiten
een gewogen gemiddelde willen hanteren van
bijvoorbeeld een 8 en eventueel een 8 voor het
bachelor eindproject? “Ik weet het niet. Ik vind
het charmant om niet te grote afwijkingen te
hebben. Je moet ook naar de belangen van studenten kijken. Als je de regels in één klap harmoniseert, kan het zijn dat je studenten er geen dienst mee bewijst.
Als bij een bepaalde opleiding
zou blijken dat bijvoorbeeld
nul procent van de studenten in aanmerking komt
voor een cum laude, zou
ik dat ingewikkeld vinden.” <<
Landskampioen worden met
zijn rugbyclub en een WKkwalificatie binnenhalen met
het grote Oranje zijn twee
grote wensen van Marijn
Huis. Bovenal wil hij graag
professioneel rugbyer
worden. Hij onderbreekt
zijn TU-studie om vanaf
8 januari in NieuwZeeland een deels
betaalde opleiding
te volgen.
‘LEKKER BEUKEN,
RONDRENNEN IN
DE MODDER’
Tekst: Jimmy Tigges
Foto's: Marcel Krijger
Delta
Rugby is een kleine sport in Nederland, toch ben je er al
vroeg mee in aanraking gekomen. Hoe ging dat?
“Ik was zes jaar. Op de basisschool in Hoek van Holland
kregen we een boekje waarin verschillende sporten werden gepresenteerd die je kon uitproberen. De eerste vier
keer sporten was gratis. Voetbal vond ik niks, dus ben ik
gaan rugbyen. Het was ook een beetje de keuze van mijn
moeder. Ik was nogal een wild kind. Ik had veel energie,
stuiterde door het huis, daar werd ze een beetje gek van.”
Je had geen ouders die zelf rugby speelden?
“Nee, ik vond het gewoon leuk. Mijn vader is pas later gaan
rugbyen, op zijn 37ste, via mij en mijn broertje. Hij speelt
nog steeds. Mijn ouders waren wel heel belangrijk voor
me. Toen ik nog geen rijbewijs of ov-kaart had, reden ze
mij overal naartoe.”
Was rugby de enige sport die je beoefende?
“Ik heb een tijdje getennist, ook vanaf mijn zesde. Competitiewedstrijden vond ik niet zo leuk, omdat ik vaak
verloor. Een beetje voor de lol met vrienden tennissen
ging wel, daarom ben ik er nog tot mijn twaalfde mee
doorgegaan. Ik heb ook een jaar of drie gejudood, maar
daar was ik niet zo goed in. En gezwommen, mijn A-, B- en
C-diploma en zwemvaardigheid I gehaald. Rugby vond ik
verreweg het leukst. Lekker beuken, tackelen, rondrennen
in de modder, vies worden. Dat vind ik nog steeds geweldig, al is het technische aspect belangrijker geworden.”
Wanneer bleek dat je echt talent had?
“Bij mijn eerste wedstrijd bij de junioren, in Den Haag.
Er kwam iemand naar mij en een ander jongetje uit mijn
team toe. Hij vroeg of we het leuk vonden om te gaan
trainen op het RTC, het regionaal talentencentrum. Dat
waren vijf trainingen per jaar, ik was toen vijftien. Aan het
eind van het seizoen, in april, kreeg ik een brief thuisgestuurd dat ik geselecteerd was voor het Nederlands team
onder zestien jaar. We hadden een trainingskamp van een
week, speelden tegen België en Roemenië. Het ging heel
goed en het was ook erg gezellig. In Jong Oranje
onder achttien werd ik captain. Met die ploeg werden we
zevende van de een-na-hoogste poule op het EK in Toulouse. In die tijd was ik twee keer per week aan het fitnessen en twee keer per week aan het trainen met mijn club,
The Hookers. In het weekend speelde ik een of twee wedstrijden, op zaterdag trainden we vaak met Jong Oranje.”
Hoe veranderde je toch al drukke leven toen je in Delft
ging studeren?
“Ik ben tegelijk met die studie begonnen aan een topsportopleiding in Amsterdam. Van maandag tot en met vrijdag
‘Dit is een kans die niet
iedereen zomaar krijgt,
Nieuw-Zeeland is hét
rugbyland’
TU Delft
13
was ik op de universiteit. Op maandag, woensdag en vrijdag moest ik om drie uur weg uit Delft om om vijf uur in
Amsterdam te trainen. Op donderdagavond trainde ik in
Hoek van Holland. Daarnaast had ik een bijbaantje, officieel als technisch adviseur bij Safe Beveiliging. In de praktijk was ik een beetje het knechtje en werkte ik in de verkoop en in de winkel. Zo'n zes tot acht uur per week.”
Heb je nog tijd voor een sociaal leven?
“Zeker, daar maak ik tijd voor. Ik ben geen zombie. Bij
rugby en in Delft heb ik genoeg contacten met vrienden.”
Op welke positie speel je?
“Ik sta in de tweede rij. Dat zijn de lange gasten, die ook in
de line-out meespringen. Het zijn in het algemeen goede
‘baldragers’. Ze maken deel uit van de voorwaartsen die
ruimte maken voor de wingers (vleugelspelers –red.) om
een try te kunnen scoren. Ik sta ook regelmatig op nummer 8, dat is een soort spelverdeler.”
In een filmpje op internet omschreef een medespeler jou
als ‘sociaal en fanatiek’. Is dat een goede typering?
“Fanatiek ben ik zeker, sociaal probeer ik te zijn. Binnen
de lijnen komt dat niet altijd naar boven. In het gewone
leven ben ik wel een sociaal persoon.”
Je speelt al je ‘hele leven’ bij The Hookers.
Wat betekent die club voor jou?
“Dat is echt mijn club, al mijn vrienden lopen er rond. Met
de colts (jeugd onder negentien jaar –red.) zijn we vorig
jaar tweede geworden. In de verloren finale heb ik mijn
enkel gebroken, dat was een bitter einde van een mooi
seizoen. Ik zou nog wel eens een keer met heren 1 landskampioen willen worden. Als het mij lukt om voor een
buitenlandse club te gaan spelen, kom ik daarvoor later
misschien terug naar Hoek van Holland.”
Is een landstitel wel reëel voor The Hookers?
Jullie horen niet tot de erkende topteams.
“Clubs als Hilversum en het Gooi steken boven de rest uit,
ze hebben sterke selecties. Op papier hebben wij een goed
team, maar we hebben nu erg veel blessures. We hebben
ook moeite om het goede naar boven te krijgen, vooral op
mentaal vlak.”
En nu ga je dus naar Nieuw-Zeeland.
Hoe kwam je daar terecht?
“Op Facebook volgde ik een recrutement agency. Ik zag
een leuke advertentie van de Running Inside Academy in
Nieuw-Zeeland. Ze zochten een tweederijer, iemand van
achttien jaar. Ik baalde, omdat ik negentien was, maar heb
een vriend getipt. Ik denk dat ze via hem mijn profiel hebben opgezocht op internet, want ik kreeg een persoonlijke
mail met de vraag of ik wat kon vertellen over mijn rugbyleven. Ik heb ze een filmpje en mijn CV opgestuurd. Een
paar dagen later ontving ik een mail, ze hadden overlegd
en boden mij een halve scholarship aan. Als ik achttien
was geweest had ik een volledig scholarship aangeboden
gekregen. Normaal kost het een vermogen aan levensonderhoud, de club, huisvesting et cetera.”
Lees verder op pagina 14
14
‘Voetbal vond ik niks, dus
ben ik gaan rugbyen’
Wat staat je daar te wachten?
“Ik ga elke dag trainen op de academie. ’s Ochtends fitnessen, ’s middags conditie- en skills-training: passen, springen, tackelen. En ik ga
bij een club spelen waar ze een tweederijer nodig hebben. Met die club
train ik twee avonden per week. We spelen in een lokale competitie
waarvan het niveau hoger moet liggen dan het hoogste niveau in
Nederland. Ik zie dat als een investering, je wordt er een betere rugbyer
van. Ik wil graag professioneel rugbyer worden. Dit is een kans die niet
iedereen zomaar krijgt, Nieuw-Zeeland is hét rugbyland. Ik woon daar
in een huis met al die andere jongens, in een twee- of vierpersoonskamer. Het ligt in de Bay of Plenty, op het Noordereiland, bij Mount
Maunganui. Mijn contract gaat in op 8 januari en loopt tot eind mei,
met de optie tot contractverlenging en de mogelijkheid dat ik in het
buitenland ga spelen. Misschien in Engeland.”
Enig idee of het gaat lukken?
“Ik durf mij daar niet over uit te spreken, maar deze opleiding verhoogt
mijn kansen wel.”
Wat betekent dit voor je plaats in de nationale selectie?
“Voor het grote Oranje zijn er op dit moment betere en meer ervaren spelers dan ik. Daar ben ik nog niet aan toe. Ik ga wel het EK onder
twintig met Jong Oranje missen, eind maart in Polen.”
Wat zijn de gevolgen voor je studie?
“Ik ben technische bestuurskunde gaan doen omdat ik op school goed
was in bètavakken en interesse heb in economie en ondernemerschap.
Vorig jaar heb ik mijn propedeuse gehaald. Als tweedejaars loop ik nog
steeds nominaal. Voor nu is het even klaar. Een fulltime programma
op die academie betekent ook echt een fulltime programma. Als het
CV
Marijn Huis werd op 16 augustus
1997 geboren in Delft, woont
in Rotterdam en groeide op
in Hoek van Holland. Daar
doorliep hij vanaf zijn zesde de
jeugdafdeling van de plaatselijke
rugbyvereniging RC The
Hookers. De hem toegedichte
leiderskwaliteiten resulteerden in
het aanvoerderschap van Oranje
onder achttien jaar, nu speelt
hij voor Oranje onder twintig.
In juni 2015 was hij een van de
drie genomineerden voor de titel
‘jeugdspeler van het jaar’.
Tegelijk met de aanvang
van zijn studie technische
bestuurskunde in Delft, in
augustus 2015, begon hij aan
een topsportopleiding op het
Nationaal Trainings Centrum
(NTC) in Amsterdam. Vorig jaar
mocht hij een paar keer opdraven
in het eerste team van The
Hookers, bij aanvang van het
lopend seizoen werd hij daarin
een vaste waarde. Uit NieuwZeeland, rugbyland bij uitstek,
kreeg hij een halve scholarship
aangeboden voor het volgen
van een opleiding aan een
rugbyacademie.
eind mei voor mij ophoudt daar, kom ik terug naar Delft. Maar
als ik bijvoorbeeld een kans krijg om in Engeland te gaan rugbyen, dan kies ik daarvoor. Het bevalt mij overigens goed op de
TU, ook wat gezelligheid betreft. Het is hartstikke fijn dat ik op
de TU kan sporten, zoals fitnessen als ik verder vrij ben. Dankzij mijn topsportstatus kan ik makkelijker uitstel vragen, al probeer ik alles wel nominaal te doen.”
Je hebt tweetalig vwo-onderwijs gehad in Rotterdam.
Was dat al met het oog op een internationale carrière?
“Ik zat daar al toen ik nog niet zo heel serieus rugbyde. Maar
toen ontstonden wel de plannen om mij op het buitenland te
richten.”
Wil je je niet liever richten op sevens-rugby, omdat dat nu een
Olympische sport is?
“Dat is niet voor mij weggelegd, daar ben ik niet snel en explosief
genoeg voor. Als ik ooit een blessure krijg, ga ik misschien wel
roeien of schaatsen.” <<
de
Master
Ruben Zoutewelle
Mensen, wat een kou. Lag je maar op het dek van een luxe
jacht; dobberend onder de tropische zon. Ingenieur Ruben
Zoutewelle kwam voor zijn afstuderen bij 3mE afgelopen
maanden dichterbij dan de meesten.
Wie droomt er niet van, wanneer hij weer eens op zijn
fiets door de regen ploetert. Een luxe superjacht, van alle
gemakken voorzien en niets anders dan je druk om te maken
dan wie je volgende glas wijn inschenkt.
Hoe geweldig zou het zijn om, met eenmaal je
ingenieursdiploma op zak, ten minste eigenhandig aan die
jachten te ontwerpen, bouwen, of rekenen?
Dat laatste is nog niet zo simpel. Superjachten bestaan voor
een groot deel uit maatwerk, dat gedurende het bouwproces
- drie tot vier jaar – regelmatig wordt aangepast. Bereken
daar maar eens de prijs van. Ruben Zoutewelle (26) ontwierp
een tool die aan het begin van de ontwerpfase een snelle én
nauwkeurige kostenberekening kan maken.
Werven zitten erom te springen, denkt hij, want het meest
on-sexy deel van hun werk, het berekenen van de kosten
voor de bouw van een luxe jacht, neemt als snel zo’n twee
tot drie weken in beslag. En dan nog komt het voor een groot
deel aan op een schatting. Zoutewelle: “Tegen de tijd dat je
als werf met een aangepaste offerte kunt komen vanwege
meerwerk, soms pas maanden later, is de klant misschien
al weg.” Iets wat overigens steeds makkelijker wordt in
een groeiende superjachtenmarkt, waarin Nederland nog
steeds marktleider is. Logisch, vindt de ingenieur: “Tot het
koopcontract betaalt die klant vaak al een paar ton aan.
Dan verwacht je wel een beetje service.”
Niet iets om als werf op in te leveren dus, als je moet
rondkomen van misschien maar één jacht per jaar.
Zoutewelles instrument maakt een kostenopgave op
basis van de belangrijkste pijlers aan het begin van het
ontwerpproject: benodigde motorvermogen, lengte, breedte
en snelheid van het schip. “Daarna delen we de verschillende
ontwerponderdelen op in zestien groepen, waarin de stalen
romp, de motorkamer en het interieur het meest bepalend
zijn. Die variabelen berekent mijn tool door, gedurende het
bouwproces.” Resultaat: een wéken snellere, gespecificeerde
kostenopgave, waarmee een werf zich concurrerend kan
opstellen. “Zie het als de keukenboer”, zegt Zoutewelle.
“Daar teken je bij een luxe keuken vaak ook de grove offerte.
Gedurende het ontwerp pas je het oventype aan,
of je aanrechtblad.”
Heel makkelijk was het niet om de tool te bouwen. “Werven
geven hun kosten niet graag prijs. Uiteindelijk kreeg ik
mijn gegevens van een onderaannemer.” Niet dat dat
hem afschrikt: Zoutewelle voorziet in die immer groeiende
jachtenmarkt een prima toekomst voor zichzelf. (JB)
‘De vraag naar
superjachten stijgt’
‘A superyacht cost estimation tool - Connecting
yacht design & yacht building cost’
EINDCIJFER:
8
Foto: Sam Rentmeester
ONDERWERP:
Speurtocht langs
het verleden
De TU bestaat 175 jaar.
De sporen van haar
geschiedenis vind je
overal in de binnenstad.
ld
rsve
utte
Sch
Op 8 januari 1842 richt
Koning Willem II aan de Oude
Delft 95 de voorganger van
de technische universiteit
op: de ‘Koninklijke Akademie
ter opleiding van burgerlijke
ingenieurs zoo voor ‘s lands
dienst als voor de nijverheid
en van kweekelingen voor
den handel’. Nog geen 22
jaar later wordt dat de
Polytechnische Hogeschool,
die de opleidingen weg- en
waterbouw, scheepsbouw,
werktuigbouw en mijnbouw
aanbiedt. Pas in 1905 krijgen
die een academisch niveau
als koningin Wilhelmina op
10 juli de Technische
Hogeschool officieel
opent. Als halverwege de
jaren tachtig de benaming
‘hogeschool’ wettelijk alleen
nog maar geldt voor hoger
beroepsonderwijs, ontstaat
op 1 september 1985 de
Technische Universiteit.
oen
s
t
lan
p
t
Oos
lft
e
D
e
Oud
Bronnen:
• nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_
rijksmonumenten_in_Delft
• nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_
gebouwen_van_de_Technische_
Universiteit_Delft
• architectuurgidsdelft.nl
• achterdegevelsvandelft.nl
• delft.nl/monumentenzoek.jsp
• wikidelft.nl
• 150jaarwerktuigbouwkunde.nl
• tudelft.nl
OOSTPLANTSOEN 25
Dit pand werd begin jaren twintig gebouwd voor de toenmalige afdeling weg- en waterbouwkunde. Op de trappen
van dit gebouw kwamen op
23 november 1940 honderden studenten bijeen om te
protesteren tegen de schorsing
van Joodse docenten door de
nazi’s. Na een toespraak van student
Frans van Hasselt gingen ze spontaan staken.
Toen in 1975 Civiele Techniek een nieuw gebouw
op de campus kreeg, deed het een tijd dienst als
uitbreiding van de TH-bibliotheek.
Tekst: Connie van Uffelen
Plattegrond: Karl Baedeker, Paul Ollendorff
Foto's: Sam Rentmeester
SCHUTTERSVELD 2, BIBLIOTHEEK
De bibliotheek van de TU was
van 1915 tot 1997 gevestigd
in dit neorenaissance gebouw op een voormalig
exercitieterrein. Toen de
huidige bibliotheek in 1997
werd opgeleverd, verhuisde
de laatste functie van de universiteit uit de binnenstad naar
de huidige campus.
17
OUDE DELFT 39
De Verenigde Oost-Indische
Compagnie kocht tussen
1620 en 1631 verschillende
panden aan de Oude Delft
en voegde die samen tot
Oude Delft 39. Zo ontstond
haar Delftse Kamer voor
specerijen- en porseleinhandel. Rond 1930 trok de afdeling Bouwkunde erin. Nu wonen
er studenten en zit er een ingenieursbureau.
an
ela
uw
Nie
elft
D
e
d
Ou
t
NIEUWELAAN 76
Het gebouw werd tussen
1905 en 1911 gebouwd voor
de afdelingen werktuig- en
scheepsbouwkunde. Het
had een laboratorium met
drie hallen voor proeven
aan stoom-, gas-, en petroleumwerktuigen. Naast het
ketelhuis (waarin de stoom
werd geproduceerd) lag een kolenhuis dat was verbonden aan de schoorsteen
die nu nog is te zien aan de Ezelsveldlaan 61. In
1921 kwam er een hulpgebouw voor aero- en hydrodynamica. In 1955 verhuisden de afdelingen
naar de Mekelweg.
est
v
t
s
We
NIEUWELAAN 1
In het voormalig Laboratorium voor Microbiologie (1897-1957)
werkten onder
anderen Martinus
Willem
Beijerinck en Albert
Jan Kluyver, de grondleggers van de Delft
School of Microbiology. Het
pand is gebouwd in neo-renaissancestijl en er
zat onder meer een bibliotheek, een zaal voor
microscopie, een chemisch lab, werk- en tekenkamers, een professorenwoning en woningen
voor de conciërge en de amanuensis.
OUDE DELFT 71
Het gebouw met de vijf
vensters werd rond 1800
gebouwd en bood vanaf
1898 plaats aan het
Laboratorium voor Microchemie. Nu is het een
rijksmonument en zijn er
appartementen.
OUDE DELFT 81
Toen een promovendus van
Martinus Willem Beijerinck, Gerrit van Iterson,
in 1907 hoogleraar werd
van het nieuwe en zeer
populaire vak microscopische anatomie, werd de
Nieuwelaan 1 te klein voor
beiden. Van Iterson kreeg
daarom vanaf 1908 een eigen
ruimte aan de Oude Delft 81, het Oude Kantongerecht. De tuin werd geschikt gemaakt
voor het kweken van planten nodig voor
onderwijs en onderzoek. Zo ontstond hier
de studie die hij later technische botanie
zou noemen. Het is al 93 jaar een studentenhuis.
OUDE DELFT 87-91
Om de Koninklijke Academie
aan de Oude Delft 95 te
kunnen uitbreiden, kocht
de gemeente vanaf 1842
de rij aaneengeschakelde
buurpanden aan Oude
Delft 87-91. In het lange,
witte pand met 22 ramen
op rij kwamen vanaf 1864 de
afdeling handtekenen en ornamentleer van de faculteiten Bouwkunde en Civiele Techniek van de Polytechnische
School. In 1945 werd het studentenhuis De
Engelenbak, nu 87-89. Nummer 91 bestaat
uit appartementen.
OUDE DELFT 95
Ooit stond hier brouwerij De
Cimbel, totdat toenmalig
burgemeester Willem
Hooft haar driehonderd
jaar geleden kocht,
sloopte en er zijn droomhuis in Lodewijk XIV-stijl
liet bouwen. Het pand
werd vanaf 1799 gebruikt als
‘provinciekantoor’ van de Bataafse Republiek en later als weeshuis en
militaire academie. In 1842 richtte Koning
Willem II er de Koninklijke Academie op
voor opleiding van burgerlijke ingenieurs.
Het diende 110 jaar als hoofdgebouw.
WESTVEST 7 EN 9
Dit neoclassicistische gebouw werd rond 1865
gebouwd als uitbreiding
van het vroegere hoofdgebouw aan de Oude
Delft 95. Het huisvestte
scheikunde en werktuigbouwkunde. Tien jaar later
werd een kopie op nummer
7 (nu nummer 5) gebouwd. Hier
werden natuurkundelaboratoria en een grote
collegezaal ingericht.
18
SPORTZAKEN
TEAMGEEST
Foto: Sam Rentmeester
TEAM: Phoenix Firebirds, ondervereniging van DSC SPORT: ijshockey TRAINING: eenmaal per
week WOORDVOERDERS: Niels Oggel, Nicolaas Brouwer NIVEAU: landelijke studentendivisie
THUISHAVEN: Uithof, Den Haag
TEAMKARAKTERISTIEK
YELL
“Wij doen het voor de lol, lekker klooien met
vrienden op het ijs. Sommige nieuwe leden hebben veldhockey gespeeld, maar nog nooit op ijshockeyschaatsen gestaan. Die moeten eerst leren
schaatsen. Je krijgt pas een ijshockeypak als je laat zien dat je er echt voor wilt
gaan. Er is geen hoge prestatiedruk. Brak zijn voor
een wedstrijd is geen probleem, maar als we eenmaal spelen komt er een mind
focus en gaan we ervoor. Het gaat trouwens best
goed.”
‘If you can’t beat them, burn the motherfuckers’.
“Onze Zweedse keeper Kiko Guimaraes is by far
onze beste en meest ervaren ijshockeyer. Hij vertelt ons wat wij beter moeten doen. Hij vindt het
studentenleven hier prachtig,
begrijpt niet hoe wij dat volhouden. We slepen
hem altijd mee naar borrels, dan is hij de hele
volgende dag brak.”
MINPUNTJES
LEUKE SPORT WANT…
“De uitwedstrijd tegen Groningen begint meestal zondagavond om 9 uur. Dan ben je pas om 2, 3
uur ‘s nachts thuis. En om de een of andere reden
verliezen we er altijd.”
“Het is intens. IJshockeyen is fysiek zwaar,
na een uur trainen ben je helemaal
kapot.” (JT)
BIJZONDER TEAMLID
Gebroken ketting en
lekke banden
Crossen in de regen achter de Ikea, wat zijn de
beste Delftse studentensportverenigingen,
welke faculteit levert de meeste topsporters,
wie ligt er op kampioenskoers en voor welke
clubs dreigt degradatie?
December is lijstjestijd. Kristel van blog.studeersnel.
nl zette ‘de beste studentensportverenigingen’ van
het land op een rijtje, gerangschikt naar stad. In Delft
zijn dat Laga (roeien), Proteus (idem), Obvius (tennis),
Punch (volleybal) en DSHC (hockey). ‘Sport wordt bij
deze verenigingen gecombineerd met gezelligheid en
leuke activiteiten. Je leert veel nieuwe mensen kennen
en maakt er vaak vrienden voor het leven’, lichtte zij de
criteria toe. Zal ongetwijfeld kloppen, maar geldt dat
niet voor alle studentensportverenigingen?
Op een ander lijstje prijken 48 namen van studenten
die aan de TU officieel staan geregistreerd als topsporter. Een status die ondersteuning vanuit de universiteit
waarborgt op zowel financieel- als studievlak. IO scoort
met acht topsporters het hoogst, gevolgd door civiele
techniek, werktuigbouwkunde (beide 7) en L&R (6).
Allemaal goed en wel, maar de belangrijkste lijstjes
in de sport blijven toch de competitieranglijstjes. De
stand van zaken bij ingang van de winterstop zou een
graadmeter kunnen zijn voor het aantal zorgeloos te
verorberen oliebollen tijdens de feestdagen en/of het
organiseren van een paar extra trainingen. Dat laatste
zou kunnen gelden voor de hockeyers van DSHC 1 dat
voorlaatste staat en door degradatiegevaar wordt
bedreigd. Net als de hockeydames van Scoop. En de
eens zo roemruchte damesrugbyploeg van SRC THOR
is in de degradatiepoule van de eerste klasse terechtgekomen. Daarin begon de veelvoudige landskampioen vlak voor de winterstop met een nederlaag van
37-0 bij de Lady Wasps in Nijmegen. Linke soep. De
mannen van DSR-C konden daarentegen buitengewoon welgemutst de winterstop ingaan. Voor de
glorieuze koploper lonkt terugkeer naar het hoogste
landelijke rugbyniveau.
Er waren in december ook nog enkele bijzondere evenementen. Op het NSK zaalkorfbal in Utrecht begonnen de korfballers en -sters van de twee teams van
Paal Centraal goedgeluimd aan de derde helft, na het
veroveren van zowel de tweede als derde plek. Delftse
vrolijkheid heerste ook in de Jaap Edenhal in
Amsterdam, waar de schaatsafvaardiging van ELS op
een Interuniversitair Toernooi (IUT) zes medailles in
ontvangst nam.
Wielervereniging WTOS organiseerde een regiocross
in het kader van de Zuid-Hollandse veldritcompetitie.
De omstandigheden op het grillige parkoers achter de
Ikea waren ideaal. Aanhoudende miezerregen,
bemodderde gezichten, lekke banden en een gebroken ketting bepaalden hier de sfeer. Crossen zoals crossen bedoeld is. Pim van der Marel won met overmacht
in de 50 man sterke A-groep. In de met slechts 9 deelnemers bezette vrouwenwedstrijd was Juul Hubert de
beste. (JT)
Tips? [email protected]
Delta
WAT:
Winterdorp Festival
WAAR:
Schoemaker Plantage, Delft
WANNEER:
Zaterdag 14 januari,
16.00 - 23.00 uur
PRIJS:
Maximaal € 28,50
PARTYPROGNOSE
19
TU Delft
Festival in snowboots
9
Kerst en Oudjaar overleefd: dan
kan het feest nu echt beginnen.
Het Winterdorp aan de Schoemaker
Plantage – pal naast de campus,
ja – sluit af met een groot festival
in wintersfeer.
Nou ja, groot: de organisatie noemt het Winterdorp
Festival liever gigantisch. Winters Delft, het ijsdorp
dat sinds 16 december aan de Schoemaker Plantage
ligt, vraagt om een knallend eindspektakel. Bijna
anderhalve vierkante kilometer ijs, een ijsglijbaan…
Stel je voor dat je je daar met een biertje op begeeft. Op gehuurde schaatsen. Of barbecueënd op
het ijs, dat als het nog niet op je bucket list stond, er
dus nu meteen op moet. En dat je dan van podium
naar podium hobbelt, en zodra je onderkoeld dreigt
te raken, de sauna in kunt duiken (echt!). Een soort
Lowlands in de sneeuw.
Evenementenbureau De Burgemeesters, ook de
naam achter het Oranjekoorts Festival, Feemuz en
Delft Serveert, pakt de organisatie van het festival
vernieuwend aan. De bezoekers bepalen namelijk
zelf hoe groot het festival wordt: hoe meer verkochte entreekaarten, hoe meer podia De Burgemeesters erbij bouwen, en hoe meer acts ze boeken. De
bedoeling is een compleet winterdorp op te trekken
rondom de schaatsbaan, met verschillende ‘wijken’.
Eind december was de duizendste kaart verkocht en
ging bouwfase 3 in. Er zijn diverse podia, waaronder
een après-ski-stage met dj, een podium van muziekbar Steck met onder andere livebands Playground
Zer0, Project Bongo en een silent disco. Op de mainstage staan Snollebollekes, D-Block & S-te-Fan en
Girls Love DJs en de winnaar van de Winters Delft
junior DJ contest. Ook komt er een Hollandse kroeg,
compleet met hitjesbingo. Niet missen dus.
Uiteindelijk kunnen maximaal 3500 bezoekers op
het terrein terecht. De slimmeriken hebben hun
kaartje al in december gekocht, omdat met de groei
van het festival, ook de prijs van de kaartjes stijgt.
Hoeveel het kaartje aan de deur kost, hangt dus
af van het uiteindelijke aantal podia. Heeft verder
weinig invloed op de festivalsfeer: op je snowboots
dansen op Barry Badpak is per definitie een feestje.
(JB)
winterdorpfestival.nl
De eerste brakke dag van het jaar
Begin 2017 met een gezond ontbijt, dat is nog eens een goed voornemen.
Eigenlijk is het vreemd. Op 31 december heeft iedereen goede voornemens
voor het nieuwe jaar. Minder drinken, meer studeren, stoppen met roken en
gezond eten. Toch voelen bijna alle studenten zich op 1 januari brak. Te veel
gedronken en te weinig geslapen. Om nieuwjaarsdag te overleven en zo snel
mogelijk te beginnen met je goede voornemens, een
paar tips voor een gezond ontbijt.
Granola met gember en koriander voor
door de kwark
250 g havervlokken; 250 g noten en pitten (ik
gebruikte cashewnoten, walnoten, amandelen,
hazelnoten en zonnebloempitten); 1 el gemberpoeder; 1 el korianderpoeder; 100 g honing; 100 g
gembersiroop; 120 g kokosolie; 4 el espresso of 4 el
sterke koffie; 1 tl zout.
Verwarm de oven voor op 160 graden Celsius. Meng de droge ingrediënten, behalve het zout, in een
grote mengkom. Doe in een klein steelpannetje koffie, honing, gembersiroop, zout en
kokosolie. Warm het, op laag vuur, op zodat
de kokosolie smelt en het geheel gemengd
is. Zorg dat het niet gaat koken. Giet het
vocht bij de droge ingrediënten in de mengkom en meng goed. Spreidt de ongebakken
granola uit op een bakplaat met bakpapier
of een antiaanbaklaag. Doe de granola
in de voorverwarmde oven. Meng om het
kwartier de granola met een vork zodat alles dezelfde kleur en garing krijgt. Haal na 50
minuten de granola uit de oven. Doe de granola
niet meteen in een pot of zak maar laat het eerst volledig afkoelen, anders bestaat de kans dat de granola weer zacht wordt. Zodra
het afgekoeld is, kun je er eventueel nog gedroogd fruit doorheen doen. Het is
heerlijk met een beetje sinaasappelsap en sinaasappelpartjes gemengd door
de kwark.
Maurice van Bussel (23) is vierdejaars student Industrieel Ontwerpen en werkt
bij sterrenrestaurant Niven in Rijswijk.
20
Delta
TU Delft
Autonoom
crashen
Lekker je krantje lezen, terwijl je autonome auto je
door het drukke verkeer van de stad heen loodst?
Dat is nog toekomstmuziek.
Z
e rijden al rond in Silicon Valley;
de zelfrijdende wagentjes van
Google, Uber, Ford en Nissan.
Een stuur zit er nog in, maar
niemand hoeft er aan te zitten.
Behalve in noodgevallen. Tesladirecteur Elon Musk meent dat auto’s binnen
vijf jaar volledig autonoom rijden, zelfs in hectische steden. En Ford liet onlangs weten in 2022
auto’s te verkopen zonder stuur.
Zo’n auto zal je Maarten Sierhuis niet snel zien
kopen. Hij is expert kunstmatige intelligentie
en chef van een laboratorium van Nissan voor
zelfrijdende auto’s in Silicon Valley. Hij sprak
harde woorden over de rollende robots tijdens
het symposium ‘The Future of Driving’, georganiseerd door studenten van de Electrotechnische Vereeniging (faculteit Elektrotechniek,
Wiskunde en Informatica) afgelopen november
in Delft .
‘Met een ledlampje
kan een autonome
auto aangeven dat hij
jou gezien heeft’
“Iedereen die zegt dat je binnen enkele jaren
niet meer achter het stuur hoeft te zitten, liegt.
Wij maken een autonome auto die in 2020 in de
stad kan rijden. Maar dat is een eyes-on auto.”
(een wagen waarin een mens continu een oogje
in het zeil houdt, red.) Denk maar niet dat volledig autonome auto’s binnen vijf à tien jaar in de
stad rijden.”
Steden, met al hun voetgangers, fietsers en verkeerd geparkeerde auto’s, zijn een nachtmerrie volgens de Nissanmedewerker. “Autonome
auto’s zijn amper in staat om een voetganger te
herkennen als deze vlakbij een boom staat. De
sensortechnologie is nog lang niet genoeg ontwikkeld.”
VERKEERSREGELS
De grootste uitdaging ligt op het gebied van de
artificiële intelligentie. Niemand houdt zich
strikt aan verkeersregels. Mensen onderhandelen zich een weg door de stad met lichaamstaal
en gebaren. “De software moet de mensen leren
begrijpen.”
Wat is sociaal geaccepteerd, wat communiceren andere weggebruikers met hun lichaamstaal en hoe maak je je eigen intenties duidelijk?
Autonome auto’s moeten op al die terreinen
snel schakelen, binnen een fractie van een
seconde. “Dat vergt enorme rekencapaciteit en
elektriciteit.”
En dan heb je het probleem van de sociale ac-
ceptatie. “Autonome auto’s zijn irritant. Laatst
reed ik midden in de nacht naar huis. Drie autootjes van Google reden voor me met 25 mijl
per uur, een slakkengangetje. “Get out of my
way”, dacht ik. Maar ja, ze moeten zich aan de
verkeersregels houden.”
Niet alleen is die braafheid irritant. Het kan
zelfs gevaarlijk zijn. Wat gebeurt er als op een
gelijkwaardig kruispunt – waar iedereen van
rechts voorrang heeft – vier autonome auto’s tegenover elkaar komen te staan. Er ontstaat een
impasse, geen enkele auto beweegt meer. Mensen daarachter worden ongeduldig en gaan gevaarlijke inhaalmanoeuvres uithalen.
Sierhuis liet op het symposium een aantal
kruispunten zien waar autonome auto’s zich
geen raad mee zouden weten. “Een ervan is
vlakbij ons instituut. ‘The monster’ luidt zijn bijnaam. Niemand snapt dit kruispunt.”
GEVAARLIJKE SITUATIES
Op de vraag of autonome auto’s überhaupt ooit
de stad zullen veroveren gaf Sierhuis geen antwoord. “Laten we eerst zorgen dat auto’s met
een mindere mate van autonomie sociaal geaccepteerd raken.”
Autonome auto’s moeten soepel met verkeersregels omgaan. Dat was ook de boodschap van
Serge Lambermont, chef autonoom rijden bij
auto-onderdelenfabrikant Delphi. Hij werkt
mee aan een proef in Singapore. Die stadstaat
Tekst: Tomas van Dijk
Illustratie: Auke Herrema
streeft naar een volledig autonoom voertuigsysteem op afroep, een soort gerobotiseerde
car2go.
Lambermont liet een filmpje zien: een autonome auto maakt een ritje vlakbij het bedrijf van
Delphi in Singapore met de ceo aan boord.
Alles gaat goed. Van baan wisselen ook maar er
is dan ook nauwelijks ander verkeer.
Lambermont: “Bij drukte, had de auto niet kunnen invoegen. In Singapore rijden mensen
agressief. Zodra je je knipperlicht aanzet, geven
ze extra gas om het gat dicht te rijden. We moeten de wagen tweaken waardoor hij agressiever
rijdt.”
Maar tweaken betekent misschien dat de wagen niet altijd de wettelijk vereiste afstand aanhoudt tot een voorligger. Als we wagens van de
verkeersregels laten afwijken, creëren we dan
geen gevaarlijke situaties? Wagens die autonoom crashen?
Lambermont vindt het lastige vragen. “Ik weet
niet of het mogelijk is om een auto autonoom te
laten rijden volgens de verkeersregels.”
CREATIEF MET REGELS
Hoogleraar autonome auto’s en artificiële intelligentie, prof.dr.ir. Pieter Jonker, denkt dat
auto’s kunnen leren om creatief met regels om
te gaan en zich ook op een sociale manier kunnen gaan gedragen, inclusief het maken van
oogcontact. “Ik denk dat we een situatie krijgen
Delta
21
TU Delft
waarbij de verkeersregels de default-instelling
zijn en dat de wagen daar binnen beperkte marges van kan afwijken. Middels deep learning
gaan auto’s leren om adequaat te reageren bij
tal van verkeersscenario’s. En ze zullen oogcontact moeten kunnen simuleren met menselijke
weggebruikers. Met een ledlampje, dat groen
gaat branden, kan een autonome auto aangeven dat hij jou gezien heeft. De ontwikkelingen
gaan ontegenzeggelijk die kant op.”
WEPODS
Dat menselijke interactie een crime is, weet
Jonker maar al te goed. Hij is nauw betrokken
bij de ontwikkeling van de WEpod, een semiautonoom busje dat dit jaar mensen vervoerde
tussen Ede en Wageningen. “De WEpod rijdt via
een vaste route, over een soort virtuele trambaan, en heeft iemand aan boord die kan ingrijpen. We hebben hem afgelopen september
getest in Amsterdam op een parcours met veel
taxi’s, voetgangers en fietsers. Dat was bijzonder lastig. We moesten vaak bijsturen met de
joystick.”
Autonoom rijden in de stad zal als eerste gebeuren met voertuigen als de WEpods, denkt
Jonker. “Die vervoeren toeristen over virtuele
trambanen door de stad. Ze rijden heel voorzichtig. Als er een tegenligger is stoppen ze. Ze
rijden tegen niemand aan, er kan alleen tegenaan gereden worden.
Niet alleen is die
braafheid iritant. Het
kan ook gevaarlijk zijn
GRIEZELVALLEI
Promovendus Jork Stapel, van de sectie Intelligent Vehicles & Cognitive Robotics, doet onderzoek naar menselijk gedrag in autonome auto’s.
Hij denkt dat we met autonome auto’s terecht
komen in de uncanny valley, een griezelvallei.
Deze term komt uit de robotica en geeft aan dat
mensen bang zijn voor robots die ontzettend
veel lijken op echte mensen.
In de uncanny valley zijn autonome auto’s net
niet helemaal autonoom. Dat levert gevaarlijke
situaties op. Denk aan de Tesla die afgelopen
najaar is gecrasht in Nederland. Een vrachtwagen stak de snelweg over. De Tesla was daar
niet op berekend. Stapel: “Deze auto kan nog
niet helemaal autonoom op de snelweg rijden.
Je wordt geacht als bestuurder op elk moment
in te kunnen grijpen. Maar Tesla heeft vooral
klanten die houden van coole gadgets. Die willen dat dan natuurlijk testen of hij autonoom is.
En dan kan het misgaan.” <<
22
Bouwstenen
van de
biotechnologie
Informatica, databases en robots zijn de toekomst
van de biotechnologie. Toch staan de basisbeginselen van Delfts eerste microbioloog professor
Beijerinck na 120 jaar nog steeds recht overeind.
H
oe het begon: in 1895 liet
Jacques van Marken, directeur van de Koninklijke
Nederlandse Gist en Spiritusfabriek, een laboratorium
inrichten in de Polytechnische School voor de getalenteerde, maar sociaal
onhandige microbioloog Martinus Beijerinck.
Hierdoor ontstond een typische Delftse ingenieursbenadering van biotechnologie: praktisch inzicht in de fysiologie en ecologie van
bacteriën, gisten, schimmels en algen, dat bij
voorkeur in getallen wordt uitgedrukt.
Meer nog dan de ontdekker van het virus wordt
Beijerinck in Delft gezien als stamvader van de
‘selectieve ophopingsculturen’. Dit is een moeizame term voor een simpel en effectief idee: als
je een micro-organisme zoekt voor een zekere
omzetting, onderwerp dan een monster uit
afvalwater of een modderpoel aan een streng
regime en de succesvolle stam treedt als vanzelf naar voren. Ben je op zoek naar een bacte-
rie die stikstof uit de lucht kan binden? Begin
dan een kweek zonder stikstof in de voedingsbodem zodat alleen organismen die stikstof uit
de lucht opnemen kunnen groeien.
Beijerincks groei onder selectieve druk wordt
nog altijd toegepast. Een van de recente succesvolle uitkomsten is de Anammox-bacterie die
zonder zuurstof nitriet en ammonium (NH4+)
uit afvalwater verwijdert. Er zijn bacteriën gekweekt die in korrels groeien en daardoor sneller bezinken. In de waterzuivering bespaart dat
onder de handelsnaam Nereda energie en oppervlakte. Ook vraatzuchtige en zwaarlijvige
bacteriën die bioplastics uit afvalstromen vormen, zijn onder selectiedruk boven komen drijven.
EENHEID IN DE BIOCHEMIE
Biologen mogen zich graag verwonderen over
de diversiteit in de natuur. Microbioloog Albert
Jan Kluyver, de opvolger van Beijerinck, keek
door de soortenrijkdom heen en zag juist een
Kluyver zag de overeenkomst tussen een
bacterie die de melk zuur maakt en een
sporter die zichzelf zwaar belast
grote eenheid in de stofwisseling. In 1926 publiceerde hij het artikel ‘Die Einheit in der Biochemie’. Hij zag een overeenkomst tussen een bacterie die de melk zuur maakt en een sporter die
zichzelf zwaar belast. De biochemische processen zijn gelijk: de omzetting van suiker in melkzuur. Inmiddels gaan biotechnologen er vanuit
dat voor vrijwel iedere chemische omzetting
waar energie mee te winnen is, een microorganisme bestaat met juist dat metabolisme.
‘Microbiologie is thermodynamica’, vatte
emeritus hoogleraar Gijs Kuenen ooit samen.
PROCESTECHNOLOGIE
De ontwikkeling van penicilline tijdens de
Tweede Wereldoorlog was vergelijkbaar met het
Manhattan-project voor de ontwikkeling van
de atoombom. In de Eerste Wereldoorlog waren
meer soldaten omgekomen door infecties dan
door oorlogsgeweld. Dat moest anders. Daarom
werd een industriële productie van penicilline
opgezet door kweek van de schimmel op ongekende schaal.
In Delft hoorde medewerkers van ‘De Gist’ hierover via de clandestien beluisterde BBC. Met
hulp van Kluyver begon men onder de schuilnaam Bacinol aan een uiterst geheime schimmelkweek. Dat leidde in 1945 tot de eerste gele
korrels zuivere penicilline.
Na de oorlog groeide Gist Brocades uit tot een
van de grootste penicillinefabrikanten ter
wereld. De productiviteit werd in 35 jaar met
Tekst: Jos Wassink
Foto: Sam Rentmeester
Delta
23
TU Delft
’
een factor vijfduizend vergroot. Dat was het
resultaat van selectie van stammen, toevoegen
van voedingsstoffen en hogere concentraties
in de reactoren. DSM, de opvolger van de Gistfabriek, bracht de penicillineproductie in 2005
over naar China en India.
RECOMBINANTE DNA-TECHNIEK
Kluyvers eenheid in de biochemie werd zo’n
zestig jaar later een nieuwe toepassing. Het
bleek mogelijk om een stuk DNA uit een micro-organisme te halen en het functioneel bij
een andere cel in te brengen. Onderzoeker Jack
Pronk maakte een gistcel met een schimmelgen
uit olifantenpoep. Het gen waarmee de schimmel houtsuikers in suikers kon omzetten, werkte ook in gist. De gemodificeerde gist, in nauwe
samenwerking met DSM voorzien van tal van
andere genetische veranderingen, kan maisafval omzetten in alcohol, lees: biobrandstof.
Twee jaar geleden opende koning WillemAlexander een fabriek in Emmetsburg in Iowa
(Verenigde Staten), waar Delftse gistcellen van
DSM honderden tonnen maisloof per dag omzetten in ethanol. De beoogde productie bedraagt honderd miljoen liter ethanol per jaar
(op een totaal van zestig miljard liter uit mais).
MICROBIËLE GENETICA
Voor gistonderzoekers was 1996 een mijlpaal.
Laboratoria van over de hele wereld hadden
deelgenomen aan een gigantisch, miljoenen-
project om het gistgenoom in kaart te brengen. Alle stukjes kwamen in 1996 bijeen in een
totaaloverzicht van 12,5 miljoen nucleotiden
in 5.770 genen verspreid over zestien chromosomen van bakkersgist. De eenheid in de biochemie die Kluyver veronderstelde, kon nu letterlijk worden aangetoond in databases van
verschillende organismen.
De ontwikkeling van de genetica kwam hierna
in een stroomversnelling. Het lezen van DNAvolgorden (sequencen), dertig jaar geleden nog
een megaproject, gebeurt nu met een apparaatje zo groot als een smartphone aan een usbpoort. Met een beetje geluk lees je in een keer
een heel gistchromosoom uit. Online databases
met alle denkbare organismen zijn te raadplegen. DNA hoeft niet uit een soortvreemd organisme gewonnen te worden. Robots synthetiseren het en kweken gemodificeerde cellen. Het
ontwerpen en construeren van micro-organismen voor tal van toepassingen is in de overdrive geraakt. Beijerinks woorden, vereeuwigd
in keramiek, waren nog nooit zo actueel: “Gelukkig zij die nú beginnen.” <<
NRC over Bacinol-project:
vorige.nrc.nl/wetenschap/article1678362.ece
DICHTERBIJ BEIJERINCK
De deur gaat open en je stapt een eeuw terug in de tijd. Geen computer, geen camera
en geen kopieermachine. Wel boeken, microscopen en een bureau met tientallen portretten erboven. “Je had daar portretten hangen
van mensen met wie je veel correspondeerde”,
vertelt microbiologe dr. Lesley Robertson. Zij
richtte op de tweede verdieping van het
Science Centre de werkkamer in van Martinus Beijerink en zijn opvolger Albert Jan Kluyver naar voorbeeld van de kamer aan de Nieuwelaan. Opvallend is de hoge eiken ladenkast
waarin de professor artikelen en brieven bewaarde. Zo’n beetje de harddrive uit die tijd.
Met daar bovenop prachtige plant- en bloemmodellen zo groot als een literfles. Die werden
gebruikt tijdens college, net als de handgeschilderde platen door Beijerincks zuster.
Delen van de academische nalatenschap zijn
teruggehaald uit Leiden en Groningen en staan
nu hier uitgestald. Vanaf 16 maart, Beijerincks
geboortedatum in 1851, is de werkkamer op
afspraak te bezichtigen. Robertson heeft het
draaiboek geschreven voor de rondleidingen.
Bezichtiging werkkamer Maurice Beijerink,
vanaf 16 maart, aanmelden via
sciencecentre.tudelft.nl
24
Tekst: Christian Jongeneel
BOEK
Maritiem pionier in een mannenwereld
In de eerste honderd jaar van de moderne maritieme technologie kreeg welgeteld één
vrouw een patent toegewezen. Janet Taylor (1804-1870) heeft bijna anderhalve eeuw
na haar dood eindelijk een biografie gekregen.
D
at Janet Ionn een begaafd
kind was, bleek al op jonge
leeftijd. Haar vader, een
bemiddelde predikant,
stuurde haar daarom op negenjarige
leeftijd naar een kostschool vlak buiten Londen. De gedachte was niet
zozeer dat Ionn haar eigen bedrijf zou
beginnen, als wel dat ze dankzij het
goede onderwijs een aantrekkelijke
huwelijkspartij zou vormen.
Dat laatste dreigde niet helemaal
goed te gaan, maar gelukkig liet ze op
25-jarige leeftijd tijdens een regenbui
in Antwerpen een stapel boeken uit
haar handen glippen, waarop de toevallig passerende weduwnaar George
Taylor te hulp schoot. Het tweetal
trouwde in Rotterdam en settelde zich
vervolgens in Londen.
De internationale scheepvaart was
rond 1830 booming business en Ionn
nam het risico om haar hele erfenis
te steken in een scheepvaartschool.
Het studiemateriaal besloot ze zelf
te schrijven. Het in 1833 verschenen
‘Luni-Solar and Honorary Tables’ was
een boek met dik tweehonderd pagina’s tabellen over de standen van zon
en maan op verschillende lengte- en
breedtegraden – essentieel voor iedere fatsoenlijke zeeman om zijn positie
op zee te kunnen bepalen. De rekenmethode had ze zelf bedacht.
Ongeveer tegelijkertijd bedacht ze,
op basis van dezelfde rekenmethode,
een instrument waarmee de stand
van zon en maan beter viel vast te
stellen. Zo ontstond een volgens haarzelf superieure manier van plaatsbepaling op zee. De ontwikkeling kostte
een groot deel van haar vermogen,
maar het patent werd toegekend. Ze
bood haar instrument aan aan de
Royal Navy. Het oordeel was vernietigend. Knap bedacht, maar veel te fijn-
zinnig om praktisch bruikbaar te zijn
in eeltige zeemanshanden op volle
zee. Het voornaamste nautische tijdschrift kraakte haar boek af. De rest
van haar leven werd een gevecht tegen critici. Natuurlijk, er waren lichtpuntjes, zoals de gouden medaille
die koning Willem I haar stuurde voor
haar tweede tabellenboek, dat in de
Nederlandse vertaling wél succesvol
was. Maar werkelijke erkenning bleef
uit. Ze stierf berooid en zo goed als
vergeten.
Die erkenning komt nu in de vorm van
een biografie ‘Mistress of Science’
door haar verre nazaten John en
Rosalind Croucher, die beslag hebben
weten te leggen op correspondentie,
die vooral veel vertelt over haar privéleven. Het resultaat is een weinig kritisch boek, waaruit je niettemin moet
concluderen dat de bijdragen van
Janet Taylor aan de nautische weten-
SUDOKU VARIATION
schap beperkt is geweest. Dat maakt
haar uiteraard niet een minder bijzondere vrouw.
Het boek geeft vooral een gedetailleerd, levendig tijdsbeeld van de
scheepvaart aan het begin van een
grote bloeiperiode. Meer dan in algemene overzichtswerken zit je op
de huid van de mensen die het meemaakten, juist omdat Janet Taylor zich
niet in een uitzonderingspositie bevond. (CJ)
John & Rosalind Croucher,
‘Mistress of Science’, Amberley
Books, 2016.
ISBN 978-1-4456-5985-5
Voor advertenties bel met:
Solution Delta Sudoku 4
T (010) 451 55 10
F (010) 451 53 80
E [email protected]
H & J Uitgevers
Bosscheweg 76
5151 BE Drunen
© 2016 www.sudoku-variations.com
In a regular Sudoku, every row,
column and block of 3 x 3 cells must
contain the nine digits exactly once.
In this MagicSquareDoku there are
four more items to solve. These
are the three groups of nine cells,
marked A through C. Each group also
has to contain these digits exactly
once. The fourth item is the magic
square of the nine digits in the
middle block.
In a magic square the sum of the
digits in each row, each column and
each diagonal is exactly the same.
If you love to solve more of these
challenging Sudoku variations please
visit www.sudoku-variations.com.
Neem contact op met Hennie de Ruyter
of Mireille van Ginkel voor nadere
informatie.
Delta
Internet als
zwart gat
In de serie De starter vertellen
starters over hun leermomenten,
verkeerde inschattingen en fouten.
Printen zonder inkt
Koopje, die nieuwe printer. Beetje
jammer van de inktcartridges of
toners die hij slurpt, en waar je als
consument alsnog op leegloopt.
Inkless, een bedrijf van Delftse starters, belooft hier verandering in brengen met inktloze printtechnologie.
“Mijn compagnon en oud-student industrieel ontwerpen Venkatesh Chandrasekar bedacht het concept drie jaar geleden al, voor zijn afstuderen”, zegt
medeoprichter en oud-student civiele techniek
Arnaud van der Veen (29). “We hebben sinds onze
oprichting in 2013 grotendeels onder de radar geopereerd; de technische ontwikkeling lag nogal
gevoelig. Maar, de techniek is steady nu: we printen
net zo snel en met dezelfde kwaliteit in zwart-wit als
inktprinters.”
Met hun wereldwijd gepatenteerde uitvinding maken de Delftenaren in één klap de zwarte-cartridgemarkt van 12,8 miljard euro overbodig. Daarnaast
helpen ze het milieu een handje, want slechts dertig procent van de cartridges wordt gerecycled, zegt
Van der Veen. Wat vinden huidige printerfabrikanten, die verdienen op hun cartridges, hier van? “Die
zijn – hoe onverwacht misschien ook - geïnteresseerd in onze technologie, en positief. Ze hebben
geleerd van voorbeelden uit het verleden, denk ik.
Grote partijen in de foto-industrie wilden de ontwikkeling van de digitale camera aanvankelijk óók
tegenhouden om te kunnen blijven verdienen aan
fotorolletjes. Zij staan nu buitenspel in de fotowereld. Uit zulke voorbeelden blijkt dat je innovatie
niet kunt tegenhouden; als printerfabrikant kun je
dus beter aanhaken.” Hét moment om met de grote printbedrijven in gesprek te gaan, vindt Van der
Veen. “Als zij onze techniek inbouwen, wint
iedereen.”
De techniek: Inkless gebruikt geen inkt, maar
brandt de print in het papier. Het bedrijf ontwikkelde daar een eigen carbonisatietechniek voor, die zo
gevoelig is dat hij niet door het papier heen brandt.
Een tweede, nieuwe techniek zorgt ervoor dat de
print inktzwart is. De printmethode is ook bruikbaar
voor bijvoorbeeld het aanbrengen van houdbaarheidsdata op verpakkingen. De printer zal in aanschaf wat duurder zijn dan de gemiddelde inktprinter, maar wat je bespaart aan inktcassettes weegt
daar ruimschoots tegenop, aldus het bedrijf.
Inmiddels heeft Inkless zijn kantoor bij YesDelft aangevuld met een locatie in Waddinxveen. De zeven
werknemers eten lekker van hun nieuwe technologie. “Dat is te danken aan het feit dat we al tijdens
onze studententijd zijn begonnen”, zegt Van der
Veen. “Doordat er al een prototype stond toen we
afstudeerden, konden we vier maanden na onze
studie al verdienen aan ons bedrijf. Bescheiden,
want als je elke euro voor jezelf houdt, gaat dat ten
koste van je ontwikkeling.” Bovendien: de toekomst
lacht. “Over vijf jaar printen alle zwartoplossingen zonder cartridges, en zijn we ingebouwd in een
groot deel van de kleurenprinters.” (JB)
inkless.ink
Eigenlijk is de term ‘browser’ lachwekkend onschuldig. In principe is het internet een medium om vanaf de ene computer bij data op een andere computer
te kunnen, of ‘browsen’. Maar daar
waar vandaag de dag hele levens worden vastgelegd in code en het internet
meer weg heeft van een digitaal universum lijkt de term ‘wormhole’ een betere
naam.
Het internet kan letterlijk tijd verorberen. De astronomie noemt het zwarte
gaten, de rest van de wereld noemt het
YouTube, of Netflix, of Facebook…
Ik verlies gemiddeld een dag per week
aan het internet. Neem dinsdag. Ik heb
dan pas om 13.30 uur college. Er is altijd genoeg achterstallig werk, dus zet
ik elke maandagavond de wekker om
acht uur. ’s Ochtends gaat het eigenlijk
al mis. Zodra na vijf keer snoozen mijn
ogen eindelijk open blijven, richten ze
zich al naar mijn telefoon. Even dat kattenfilmpje kijken dat mijn zus gisteren
stuurde en nu.nl checken of er al een
derde wereldoorlog is uitgebroken.
Tegen de tijd dat ik in het lichtje van de
koelkast sta te turen is het tien uur. Tijdens het ontbijt pak ik er een serie bij.
Ah, nog één aflevering dan. Terwijl de
overgebleven havermoutvlokjes tegen
de kom aan het uitdrogen zijn, valt mijn
blik op vier kleine cijfertjes: 12:04?! Uiteindelijk kom ik te laat bij het college en
zit ik het tweede uur te kijken hoe Britt
Dekker de voorpluk van haar paard aan
het vlechten is… Over het toilet hoef ik
denk ik niet meer te beginnen. Binnen
vijf minuten poepen kan alleen als mijn
telefoon aan de lader ligt.
Het ergst zijn de dagen waarop je éigenlijk keihard moet leren. Als ik actief ben
op Facebook kun je de klok er op gelijk
zetten dat ik binnenkort tentamens heb.
Ik heb mezelf laatst met veel moeite
gedwongen het internet alleen nuttig
te gebruiken, ik heb nog nooit zo’n nuttige dag gehad. Het concentreren wordt
er niet makkelijker of leuker op, maar je
krijgt meer gedaan in minder tijd.
Bovendien kun je na een goede dag écht
ontspannen en gek genoeg is 9gag dan
ineens niet zo boeiend meer.
Boudewijn de Roode is bachelorstudent
werktuigbouwkunde.
COLUMNBOUDEWIJNDEROODE
Foto: Marcel Krijger
DE STARTER
25
TU Delft
26
Delta
TU Delft
BOEKEN
Nieuwe technologie maakt
ons juist verstandiger
Architect en voormalig
hoogleraar Herman
Hertzberger gaf met
zijn gebouwen vorm
aan Nederland. Van
een montessorischool
in Delft tot het kantoor
van Centraal Beheer in
Apeldoorn.
Social media, apps en
gadgets maken ons
steeds slimmer, stelt
journalist Clive Thompson.
Zijn boek ‘We worden
steeds slimmer’ biedt
een verfrissende kijk op
het gebruik van nieuwe
technologie.
D
ocenten van een school in
Nieuw-Zeeland bedachten
een nieuwe opdracht voor
hun leerlingen. Hun teksten
hoefden ze niet bij de leraren in te leveren, maar moesten ze als blog publiceren op internet. ‘Wie dat wilde
kon de blogpost becommentariëren’,
schrijft Thompson.
Er kwamen reacties van over de hele
wereld. Op een boekbespreking van
een van de leerlingen reageerde zelfs
de auteur van het boek.
Leerlingen gingen daardoor beter op
hun spelling en woordkeuze letten en
leverden veel betere stukjes af dan
normaal.
Ook op een Canadese school leidde
een soortgelijk initiatief tot veel betere schoolprestaties. Dat komt door de
zogeheten publieksfactor. Scholieren doen beter hun best
als ze een publiek hebben.
Het is een van de vele voorbeelden
van hoe nieuwe technologie ons slimmer maakt. Thompson gaat met die
boodschap recht in tegen doemdenkers, die zeuren dat nieuwe technologie ons juist dommer maakt.
Neem de Amerikaanse journalist Nicholas Carr. In zijn bestseller ‘Het Ondiepe’ waarschuwt hij dat het gebruik
van internet en mobiele telefoons ons
brein negatief verandert. Het is een
onheilspellende, maar weinig overtuigende boodschap. Uiteraard verandert ons brein, dat doet het voortdurend. Ook het lezen van deze tekst
past jouw hersenen aan. Maar wetenschappers zijn er nog lang niet uit op
wat voor manier het brein verandert
en of dit negatief of positief is.
Thompson richt zich vooral op hoe je
gadgets, apps en social media slim
gebruikt. Hij is journalist en schrijft
Lijvige monografie over Hertzberger
onder meer voor Wired. Het boek
staat vol met goede voorbeelden.
Nieuwe technologie zorgt er bijvoorbeeld voor dat jongeren beter gaan
schrijven en dat sommige mensen
zich beter uiten in video’s dan in het
geschreven woord.
Scholieren doen beter hun
best als ze een publiek
hebben
Het grote nadeel van apps, gadgets
en sociale media benoemt Thompson
ook: afleiding. Hij haalt een onderzoek aan van hoogleraar informatica
Gloria Mark. Ze observeerde drie uur
lang kantoormedewerkers. En ontdekte dat ze niet langer dan elf minuten geconcentreerd een taak uitvoerden voor ze werden afgeleid. Het
duurde daarna maar liefst 25 minuten voordat ze de oude taak weer oppakten.
Ook tijdens het schrijven van dit stukje
werd ik afgeleid: een keer ging de telefoon en twee app’jes stoorden me.
We moeten, kortom, beter leren omgaan met de mobiele telefoon. Het
gebruik ervan bepaalt of we er wat
goeds mee doen of niet. Opmerkelijk
genoeg helpen apps daarbij weer, zodat je niet wordt afgeleid door andere
apps. Zoals Freedom waarmee je internet voor een door jouzelf bepaalde
tijd uit kan schakelen. (RV)
Clive Thompson, ‘We worden
steeds slimmer’, Maven, 383
pagina’s, 20 euro.
H
erman Hertzberger (1932)
kon zich geen betere leerschool wensen, dan opgroeien in een omgeving die
was bedacht door H.P. Berlage.
Als kind speelde hij op straat in
Amsterdam-Zuid tussen de gebouwen, die waren neergezet volgens
‘Plan Zuid’ van Berlage. Het maakte
een diepe indruk en beïnvloedde hem
naar eigen zeggen als architect. Hij
doelde daarmee onder meer op de
dimensies, de breedte en lengte van
de straten, die Berlage gebruikte.
Daardoor werden de straat een ontmoetingsplaats voor buurtbewoners.
Het is geen toeval dat Hertzberger dit
voorbeeld noemt in de lijvige monografie die over hem is verschenen. De
architect ontwierp graag panden waar
mensen samen komen, zoals schoolen kantoorgebouwen. Met name vanwege de scholen verwierf hij, terecht,
grote bekendheid. Weinig andere architecten waren zo invloedrijk op dit
gebied als de emeritus hoogleraar van
de faculteit Bouwkunde.
Een van de meest in het oog springende schoolgebouwen van Hertzberger
staat in Delft. Hij ontwierp daar het
gebouw van een montessorischool.
Hertzberger is vergroeid met deze manier van onderwijs. Al op zijn derde zat
hij op een montessorischool en zijn
vrouw gaf er jarenlang les.
De school in Delft is een levenswerk
van Hertzberger geworden. Zijn werkzaamheden begonnen in 1960 en de
school breidde daarna meerdere
keren (1966, 1968, 1970, 1981 en
2009) flink uit, waar Hertzberger ook
weer de ontwerpen voor maakte.
Hertzberger bedacht L-vormige klaslokalen rond een grote gemeenschappelijke ruimte. Binnenin de lokalen zitten veel hoekjes en hoogteverschillen,
waar kinderen zich kunnen afzonderen met hun werk.
De verschillende verbouwingen
komen goed tot hun recht in dit dikke boek dat prachtig is geïllustreerd.
Bovendien is het zeer uitgebreid. Zo
wordt bijvoorbeeld een ontwerp van
een studentenhuis in Amsterdam uitgebreid behandeld.
Uiteraard is er ook aandacht voor de
samenwerking van Hertzberger met
Aldo van Eyck en Jaap Bakema bij het
roemruchte tijdschrift Forum, waarmee ze de naoorlogse architectuur
De architect ontwierp
graag panden waar
mensen samenkomen,
zoals school- en
kantoorgebouwen
opschudden. En worden de bekende
ontwerpen van Hertzberger behandeld, zoals kantoorpand van Centraal
Beheer in Apeldoorn. Dat is samen,
met de scholen en het Chassé Theater
in Breda, misschien wel zijn meest
iconische ontwerp.
De begeleidende teksten zijn prima
geschreven, staan boordevol informatie en vervelen nooit. Dit boek is een
terecht eerbetoon aan Hertzberger.
Wie het leest twijfelt er niet meer aan
dat Hertzberger een van de grootste
architecten is van ons land. (RV)
Robert McCarter, Herman
Hertzberger, Nai010 publishers,
524 p., 69,50 euro.
27
DESGEVRAAGD
Stelling
‘Op langere termijn zorgen
stappentellers er voor dat
mensen minder actief
worden’
De provincie Limburg heeft last van ‘na-ijleffecten’
van de mijnbouw, meldde de NOS.
D
e laatste kolenmijn in
Limburg sloot in 1974 de
poorten. Sinds gestopt is
met het wegpompen van
water om de mijnbouw in Limburg
mogelijk te maken, sijpelt het vocht
langzaam terug. Chemicaliën die
tijdens de mijnbouwactiviteiten
werden gebruikt, kunnen in
grondlagen terecht komen waaruit
drinkwater geput wordt, vreest de
provincie Limburg. Om deze angst
weg te nemen, liet minister Henk
Kamp van Economische Zaken
onderzoek doen naar de gevolgen
van het rijzende water. Dat onderzoek
was half december afgerond. En wat
is de conclusie? De oude kolenmijnen
in Limburg zijn geen direct risico voor
de veiligheid.
Uit het onderzoek blijkt ook dat de
bodem verder omhoog zou kunnen
komen door stijgend mijnwater.
Kamp wil de veranderingen in de
bodemgesteldheid de komende jaren
daarom laten monitoren.
Dat is geen gek idee, vindt dr. Jack
Voncken (faculteit Civiele Techniek
en Geowetenschappen). Hij is
gespecialiseerd in de chemie van de
ondergrond.
“De grond zuigt zich vol als een
spons en zet uit”, zegt Voncken
desgevraagd. “Dat gebeurt niet
overal even snel doordat er breuken
in de aarde zitten. Dat leidt tot
hoogteverschillen en scheuren in de
muren van huizen.”
Vroeger ontstond regelmatig schade
aan huizen wanneer in onbruik
geraakte mijngangen instortten.
Een paar jaar geleden gebeurde dat
nog bij winkelcentrum Het Loon in
‘Niet onwaarschijnlijk dat
de schade aan huizen
hierdoor zal toenemen’
Heerlen. “Nu zien we dat de stukken
grond die in principe stabiel waren
geworden toch weer bewegen door
het rijzende water”, zegt Voncken.
“Ik denk dat de schade aan huizen
hierdoor zal toenemen.”
Expert grondmechanica, dr.ir.
Leon van Paassen (ook van CiTG),
deelt die mening. “Wat schade
aan huizen betreft, lijkt het me
niet onwaarschijnlijk dat we iets
van dezelfde orde grootte als in
Groningen te zien zullen krijgen.”
Om eerdere alarmistische
berichtgeving van de NOS moeten
de heren lachen. Op 30 november
meldde de nieuwszender dat
Limburg bedreigd wordt door ‘gif
dat onstuitbaar omhoog kruipt’. Het
water voor drinkwatervoorziening
zou in het geding zijn.
“Dat kan best kloppen”, zegt Voncken.
“Het zal geld kosten om het water te
zuiveren. Maar een drama zal dat niet
zijn.”
Om wat voor chemicaliën gaat het?
“Je kunt denken aan smeermiddelen
voor boorhamers en andere
machines. Daar zal nog wel wat van
rondslingeren in de mijngangen. Dat
kan omhoogkomen.”
Maar veel belangrijker is de vervuiling
door natuurlijke mineralen. “In
steenkoollagen zit veel pyriet (FeS2).
Als dat met het mijnwater in contact
komt reageert het, en ontstaat
zwavelzuur. Dat corrodeert alles.
Het zorgt ervoor dat zware metalen
loskomen uit het gesteente. Het vreet
ook alles aan wat in de mijngangen is
achtergelaten.”
Wie de rekening moet betalen is
nog onduidelijk. Kamp vindt dat alle
schade door de mijnbouw inmiddels is
verjaard. Limburg denkt daar anders
over en wil met een proefproces die
verjaring van tafel halen. (TvD)
CORINE HORSCH
ingenieur mens-technologieinteractie
Uit proefschrift: ‘A virtual sleep
coach for people suffering from
insomnia’
“Ik heb deze stelling gekozen
omdat hij gaat over langdurige
gedragsverandering, net
zoals mijn thesis. De stelling
geeft het schouwspel tussen
intrinsieke en extrinsieke
motivatie mooi weer, en
je kunt er verschillende
theorieën aan koppelen die
de stelling ondersteunen of
juist tegenspreken. Zelf denk
ik dat een stappenteller voor
bepaalde mensen wel zal
werken, maar voor anderen
niet. Een stappenteller
verhoogt extrinsieke motivatie.
Als mensen stoppen met het
gebruik van de stappenteller
zullen ze minder actief zijn,
omdat de extrinsieke motivatie
is verdwenen. Aan de andere
kant kan een stappenteller
het zelfvertrouwen van de
gebruiker verhogen, en
daarmee de hoeveelheid
beweging van iemand op de
lange termijn.”
Verdediging 23 november 2016
28
News
Text: Heather Montague
Photo: Mint Museum of Toys
Educating ethical
engineers
English pages
Happy New Year! We hope
you enjoyed some time off for
the holidays. Looking for some
things to do in the new year?
Check out the Survival Guide,
which highlights a lot of cool
events coming up in Delft in
2017. And if that’s not enough
to do, check out the Museum
Paul Tetar van Elven featured
on the back cover.
A new course called
Professional ethics for
engineers was recently
launched by TU Delft
Online Learning. The first
in a series being offered, it
is aimed at professional or
chartered engineers.
I
n the Netherlands, engineering
graduates with at least five years
of experience can apply for professional designation through the Royal Institute of Engineers (KIVI). In order to maintain the Chartered Engineer
(CEng) or Incorporated Engineer (IEng)
titles, continuing education courses
like this one are required. Although this
new online offering from TU Delft was
designed to include the KIVI code of
ethics, instructor for the course Dr. Ibo
van de Poel (Antoni van Leeuwenhoek
professor in Ethics and Technology at
the Faculty of Technology, Policy and
Management TBM) said it is relevant
for engineers around the world.
The course itself will address standards
of professional behaviour, principles
of ethical conduct and the obligations
that engineers have to society, their
clients and to the profession. There will
also be case studies and a chance for
participants to analyse their own cases
or experiences, thus promoting reflection and practical application rather
than just theory.
ETHICAL SENSITIVITY
Van de Poel, who has worked at TU
Delft for some twenty years, said he
has seen changes in the approach to
ethics during that time. “I know at TU
Delft and on a broader level there is an
urgency to address ethical issues,” he
said. “Companies want their engineers
to have ethical sensitivity, too, so from
all sides there is an increased feeling of
importance.” He noted that the
Executive Board has asked for more
teaching on ethics to make it more
Robotics is one area where issues of ethics arise.
systematic, adding that he thinks TU
Delft is an example in the field of ethics
teaching.
BIG ISSUES
Not only is there more importance
being given to ethics, but the ethical issues in engineering themselves have
changed as technology has evolved.
“As I see it, you have to differentiate
between ethics issues in engineering
and ethics issues of technology,” said
Van de Poel. He explained that in engineering there are things that every
engineer might encounter like conflicts of interest or confidentiality issues, but ethical issues of technology
are more specific for different technologies. For example, he said that the
field of robotics raises different issues
than synthetic biology. In addition, he
said that with ethics of technology there are more stakeholders and actors
involved.
'At the moment, job loss may be one of
the most important ethical issues'
As Van de Poel sees it, there are a number of big questions when it comes to
science and ethics. And there are some
technologies that have the potential to
transform society. For example, artificial agents might change our idea of
what it means to be human. And issues
like the ability to generate new forms
of life or genetically modify human
beings raise deep ethical questions.
But Van de Poel said we should be
careful not to focus solely on the big issues, because there are some smaller
issues that may be even more important. He noted the example of large
numbers of people in the US that have
lost their jobs. Although it is often blamed on globalisation, it is more likely due to technological development.
“Robotics has a huge impact on job security, the political climate and things
that are already happening in the
world,” he said. “At the moment, job
loss may be one of the most important
ethical issues.”
Delta
29
TU Delft
Goodbye leads to hello
The end of an academic career is
not always a clear-cut end point.
Han Meyer gave what he called his
fake farewell speech on December 9,
since he moves to a next career stage
at the Faculty of Architecture and the
Built Environment (BK).
M
eyer will stay on part-time to set up a
new chair of Delta Urbanism at BK. He
retires as an expert in the highly relevant field studying urbanisation in rich
but vulnerable river deltas, where prosperous human settlements are the engines of national economies.
“Climate change is making these delta cities more
vulnerable,” he said, “but more important is how
they have been developed and used.” Too often,
short-sighted urbanisation is undermining natural
conditions of prosperity, so the challenge is to balance both man-made and natural systems at these
sites to enhance one another.
Reflecting his own approach rooted in historical
awareness, Meyer surveyed his more than 25 years
Too often, short-sighted
urbanisation is undermining
natural conditions of prosperity
as professor of Urban Compositions. He considered
it a transition period in a changing context. At the
start, modernist functional urban planning was mistrusted and challenged in times of de-industrialisation, the prevalence of neoliberalism and changes in
political culture.
He assisted the reinvention of urbanism with the
aim of creating diverse, flexible urbane environments with attractive public spaces, paying atten-
tion to long term elements better related to the
surrounding territory. These would allow cities to
maintain a degree of permanence, absorbing changing societal dynamics and avoid the old pitfalls of
functional planning and zoning.
Then climate change impacts, explosive urban
growth and increasing social inequality upped the
ante requiring cities to be even more shock resistant. Meyer said future cities should be more societally inclusive and in balance with their territory
and tools are needed to handle the larger mega city,
itself the scene for the new economy.
Since urban designers cannot know and solve everything, he proposes future urbanism should enhance
design capacity as an exploratory tool and binder
between disciplines to do this in a communicative
and collaborative setting. The experiences so far
in delta projects in the Netherlands, New Orleans,
New York, Houston, and San Francisco show the value of this inclusive, multifaceted design approach
as the motor of the whole process. (MV)
Run for your life!
Imagine you’re at a concert on a majestic island.
Suddenly, an earthquake
shakes the ground beneath your feet. What
would you do?
T
he behaviour of people facing
this same decision was analysed by PhD graduate Mignon
van den Berg (Faculty of Civil
Engineering and Geosciences). Rather
than focus solely on real-life evacuations, she turned her attention to a
mock disaster created within an experimental video game environment
dubbed Everscape. It was created as
part of a collaboration between researchers at TU Delft and Tokyo’s
National Institute of Informatics.
Everscape and slightly different scenarios were used during a series of
experiments conducted in late 2013
and early 2014. In each one, a group
of participants were led into a computer lab and given a series of instructions before they dived into Everscape
to begin their virtual journey to a concert on a small island. During the performance, an earthquake occurred
and they were warned that a tsunami
would likely soon engulf the venue
and the surrounding area.
There were different ways for them
to reach high ground: by car, train or
helicopter. During some of the experiments, all of the participants were allowed to choose whichever method of
escape they deemed best. In others,
a few of them were selected to play
as ‘spooks’ and either quickly flee the
venue or stubbornly remain and get
washed out to sea. Van den Berg was
interested in monitoring the effect
of herding behaviour during emergencies like this one and whether
or not people panicked or kept their
cool. “On average, 10 - 15% of people remained calm and rational,” she
said. “75% reacted semi-automatic.
Another 10 - 15% responded in a way
that was uncontrolled and inappropriate.”
Van den Berg concluded that herding
behaviour definitely played a major
role in whether people decided to stay
or leave the venue. The more concertgoers a participant saw leaving, the
more inclined they were to join them.
“From research, it is known that
people tend to follow other people
through herding behaviour,” she said.
“They use each other as a source of information.”
Once they left, most participants tried
to leave by car because it gave them a
greater sense of control. In total, 11%
of them didn’t survive for reasons ranging from not taking the threat of the
tsunami seriously and delaying their
departure to getting stuck on the
train platform after each carriage was
filled to capacity. (BH)
30
Text: Damini Purkayastha
Photo: Holland Media Bank
DELFT SURVIVAL GUIDE
Surviving the New Year
Life may seem rough
after the excitement of
Christmas and New Year’s
Eve, but do not despair. Despite the awful
weather, Delft has a ton
of excitement lined up
for the first two months
of 2017. Here are some
events you can circle into
your agenda.
WINTER WARMTH
Haven’t been ice skating yet? Winters
Delft, the ice rink and winter festival,
is on until January 17, so get in on the
action quickly. Tank up on hot chocolate and mulled wine to make the festive season last a bit longer.
Esther Riphagen, who looks after
sponsorships for Winters Delft, assures us that they have an exciting lineup in the New Year. “On January 7, we
have a special Glow In the Darkthemed event and on the 10th we
have disco skating on ice. One of
our bigger events, Ladies Night, will
be held on the 12th of January,” she
said.
wintersdelft.nl
MUSIC IN THE SNOW
The organisers of Winters Delft are
also hosting the second edition of the
Winterdorp Festival on January 14.
With six stages of music and a host of
live acts, besides the snow and skating, it might be a great way to kick
off an exciting year.
winterdorpfestival.nl
BEST DUTCH BEER
Warm up with a crowd of beer enthusiasts at the winter edition of the
Nederlandse Bieren Festival. Organised by Biercafe Doerak, this year
the beer festival will be held at Lijm
en Cultuur, closer to campus. “We
needed a bigger location this time.
Last year, we had 2,000 visitors for
the one day event. This year, the
event will be on for two days and we
plan to sell 1,500 tickets per day,”
said Marijke Vuik, the organiser.
Sixteen breweries will be present and
Vuik considers them “some of the
best brewers in the Netherlands”. A
ticket costs €15 and includes a festival glass, a book and pen and four
tokens.
facebook.com/
events/200967453664518/
DELFT BLUES FESTIVAL
What’s a new year with the annual
Delft Blues Festival? From February
17 to 19 over 30 pubs across the city
will host live performances by a number of Blues artists. The range of performances include Blues styles such
as West Coast Blues, Chicago Blues
and Boogie Woogie. On February 18,
there will also be a harmonica workshop (€20) and the cost includes a
harmonica.
delftblues.nl
INTERNATIONAL COMEDY
NIGHTS
Looking for some live comedy where
you can actually understand the
punchline? Theatre De Veste’s
Comedy Club Delft finally has standup nights in English. The theatre now
hosts international comedy nights
and invites famous foreign comedians to perform. In 2016, they hosted
Warm up with a crowd of beer
enthusiasts at the Nederlandse
Bieren Festival
Ice skating is a national pastime in the Netherlands.
three acts from the UK (Brexit notwithstanding). Their next international night is on February 15 and the line-up will be announced closer to the
date. Student tickets are €12.50.
theaterdeveste.nl
FLATSTYLE 2017
Believe it or not, on February 18-19,
Delft will host a high adrenalin snow
sporting event. Flatstyle 2017, the annual snowboarding competition, returns to the Markt for its second edition. 15 truckloads of snow and a cable
system will be used to recreate the
traditional mountainous terrain needed for professional snowboarding.
There will be also side events, in case
you can take your eyes off the action!
flatstyle.nl
STUKAFEST
There’s still more fun to be had in February. While the Stukafest kicks off
on February 1 in Nijmegen, it will be
held in Delft on February 22. For the
uninitiated, Stukafest (studentenkamerfestival) is an arts festival that is
literally held in student rooms. Events
include band performances, theatre
and even poetry! Tickets will be on
sale at the Bouwpub, Faculty of Architecture on February 11.
stukafest.nl
Delta
31
TU Delft
SCIENCE
Edison’s battery
reinvented as hydrolyser
Edisons 1901 iron and nickel
battery produced hydrogen
when it was full. Professor Fokko Mulder saw this
shortcoming as a benefit
and reintroduced the NiFe
battery as the ‘battolyser’.
More news on
delta.tudelft.nl/science
Double danger
Earthquakes in Groningen due to gas extraction may compromise levees and lead
to floodings. Civil engineer Paul Korswagen studied the combined effects of earthquake and flooding in the lowlands. Lowlying houses next to an elevated waterway
are in double danger. An earthquake could
damage the houses, and also make a levee
break and cause a flooding. The water flow
would result in slightly higher damages,
but it would be a big killer after the earthquake because the water would hinder
rescue operations.
delta.tudelft.nl/32552
W
ith an increasing
amount of energy
from sun and wind,
power storage has
become a major issue in the electricity supply. Batteries are under
development, as are installations
for producing hydrogen from excess power. Up to now, however,
no one thought of combining the
two.
The Ni-Fe battery was a variation
on the nickel-cadmium battery,
made by the Swedish inventor Waldemar Jungner around 1900. He
found that the Ni-Fe type charged
slower than Ni-Cd battery and that
it ‘gassed’; it produced hydrogen
when fully charged. Thomas Edison patented the finding in the US
in 1901 and claimed the iron-nickel
battery to be ‘far superior to batteries using lead plates and acid.’
Except for the gassing, that was.
Mulder commented: “It’s a very
robust battery. Original examples
are still working. Also, the raw materials are cheap and obtainable
everywhere.”
When the battery charges, NiOOH
forms at the positive plate (from
Ni(OH)2) and iron (Fe) at the negative plate (from ferrous hydroxide
Fe(OH)2. Mulder noticed that both
of these materials (NiOOH and Fe)
are known catalysts for the forming of oxygen and hydrogen gas
respectively.
“The fact that nickel-iron batteries
also produce hydrogen gas while
charging was always regarded as
a drawback,” explained Mulder.
“No-one has ever tried to combine
power storage and hydrogen production to see whether it could be
SHORT
Bernhard Weninger (left) with visiting Nobel laureate Stephen Chu and battolyser (right). (Photo: Bernard Dam)
worthwhile.” He blames the lack of
communication between the battery world and the hydrogen world
for not having explored the combination.
The brick-sized prototype that Mulder’s student Bernhard Weninger
constructed worked right away.
'The next step is
a demo the size
of a container'
Mulder said: “As soon as the battery approached full charge, it produced hydrogen.”
Experiments showed that the combination of storage and hydrogen
production resulted in 80-90%
energy efficiency, which is higher
than Ni-Fe battery (60-70%) or hydrolysis (up to 70%) apart. Mulder,
Weninger and others published
their result in the magazine Energy
& Environmental Science by the
Royal Society of Chemistry on December 14, 2016.
The Technology Foundation STW
has awarded funding for further
research at Mulder’s group Materials for Energy Storage and Conversion, supported by various companies including Nuon and Proton
Ventures.
The current prototype stores up to
18 Watthour of energy and handles charging currents up to 20
Amperes. The next step is the development of a larger demo the
size of a shipping container. That
should be able to handle megawatts and store megawatt-hours
(the power of one megawatt over
one hour). A consortium is lining
up for its development in the next
18 months.
The technology is promising because the materials are cheap,
non-toxic and abundantly available. The metals are kept in a cheap
water-based electrolyte. Besides
the technology has proven to be
long-lived and it requires no rare
metals (like platinum) as catalysts.
(JW)
Cosmic cannonball
Deception at TU’s Astrodynamics & Space
Missions section. In 2022 NASA will for
the first time test a technique to slightly
change an asteroid’s or comet’s trajectory
by smacking a satellite against it. The insights that this cannonball method produce should help us get prepared for the real
thing: an earthbound asteroid the size of
the dino-killer (65 million years ago). The
mission is called the Asteroid Impact and
Deflection Assessment (AIDA). But ESA
withdrew its support. And with that, TU
Delft’s part in what could possibly become
a planet-saving technology shrinks to nearly null.
delta.tudelft.nl/32603
In from the cold
Dr. Jing Rong Gao (Applied Sciences) is
back from Antarctica. His terahertz sensors
were the eyes of the STO2 mission (Stratospheric Terahertz Observatory) that was
launched under a large helium balloon
on December 8, 2016. Driven by the polar wind, it circled around the South pole
while scanning the Statue of Liberty Nebula for star-forming processes. Gao’s terahertz sensors appeared to be working fine
and were 100 times more sensitive than
previous measurements from 1997.
delta.tudelft.nl/32605
28
30
31
Educating
ethical
engineers
the new year
Edison's
battery
MAIN
Contents
International
SURVIVING
SCIENCE
WHAT'S HIDING IN DELFT
Museum Paul Tetar van Elven
C
alled the ‘gem of the canal’, Museum
Paul Tetar van Elven is a small but grand
cultural site. Nestled along the canal, the
museum was built as a home in the 16th
century.
The interior, renovated in the 18th century and
few times since, offer a peak into the life of the
bourgeoisie of Delft. Besides the architecture and
furniture, the museum also has an interesting
permanent collection. Named after artist and art
collector Paul Tetar van Elven (1823-1896), the
collection includes paintings, artefacts, weapons,
oriental porcelain, Delft Blue and paintings by
contemporaries of Van Elven. Besides these, the
museum also has imitations of paintings by old
masters such as Titian and Rembrandt painted by
Van Elven.
The permanent collection is fascinating enough,
but if you visit before March, you can catch an
exhibition of an art form rarely seen. Starting just
after Christmas is an exhibition called Lumos! which
features a collection of optic prints of Delft and
Den Haag. “Optic illuminations and prints were
an art form that was popular in the 18th and 19th
century,” explained Alexandra Oostdijk, the curator
of the museum. The prints were designed to create
an illusion of perspective when viewed through
an optical device called a zograscope. Back then,
people would pay a few cents to look through these
machines and get a photograph-like glimpse of
places painted by artists.
TU Delft visitors won’t even have to pay a few cents.
“We believe our collection will be very interesting
for the students of the university and have decided
that the entry to the museum will be free for all
TU Delft students with valid student cards,” said
Oostdijk.
tetar.nl
Text: Damini Purkayastha
Photo: Marcel Krijger