Bestelauto`s - Belastingdienst

Download Report

Transcript Bestelauto`s - Belastingdienst

Belastingdienst
Bestelauto’s
Motorrijtuigenbelasting
Zodra een bestel­auto op uw naam staat, moet u motor­rijtuigen­belasting betalen. Ook als u de
bestelauto niet gebruikt.
MB 045 - 1Z*14FD
Er zijn verschillende tarieven voor bestel­auto’s. Bepalend is onder andere of de bestelauto geschikt
gemaakt is om gehandicapte personen te vervoeren en of de auto gebruikt wordt door een ondernemer.
In deze brochure leest u alles daarover. Voor vracht­auto’s kunt u een aparte brochure krijgen.
1 Waarover gaat deze brochure?
Als u een bestelauto bezit, hebt u een aantal wettelijke verplichtingen:
– De bestelauto moet op uw naam staan.
– U moet de bestelauto periodiek laten keuren.
– U moet een WA-verzekering hebben.
– U moet motor­rijtuigen­belasting betalen.
– Bij de aanschaf moet u mogelijk bpm betalen.
Deze brochure gaat over het betalen van motor­rijtuigen­belasting voor bestelauto’s.
1.1
Wat zijn bestelauto’s?
Een bestelauto is een motorrijtuig dat voornamelijk is ingericht voor het vervoer van goederen en dat
maximaal 3.500 kg mag wegen (zie deel I of IA van het kentekenbewijs of de kentekencard bij ‘Toegestane
maximum massa’).
Om voor het bestelautotarief in aanmerking te komen, moet het motorrijtuig aan een aantal voorwaarden
voldoen. In het volgende hoofdstuk leest u hier meer over. Voldoet een bestelauto niet aan de voorwaarden,
dan geldt het tarief voor personenauto’s.
Hebt u een motorrijtuig dat voor meer dan 50% is ingericht voor het vervoer van goederen en dat meer
dan 3.500 kg mag wegen? Dan geldt het tarief voor vracht­auto’s. Zie hiervoor de brochure Vrachtauto’s.
1.2
Wanneer moet u motor­rijtuigen­belasting betalen?
U moet motor­rijtuigen­belasting betalen zodra de bestelauto op uw naam staat. Het maakt daarbij niet uit
of u met de bestelauto op de weg rijdt, of dat het motorrijtuig stilstaat op privéterrein.
Let op!
Als u achter uw bestelauto een aanhangwagen gebruikt, hoeft u alleen motor­rijtuigen­belasting
te betalen voor de bestelauto.
2 Wanneer geldt het tarief voor bestelauto’s?
Om als bestelauto aangemerkt te worden, moet het motorrijtuig aan een aantal voorwaarden voldoen.
Er zijn algemene voorwaarden die gelden voor alle typen bestelauto’s. Daarnaast zijn er specifieke
voorwaarden die gelden per type bestelauto.
2.1
Algemene voorwaarden voor bestelauto’s
Het bestelautotarief geldt als uw bestelauto voldoet aan de volgende algemene voorwaarden:
– De laadruimte heeft een vaste, vlakke laadvloer die op onverbrekelijke wijze is verbonden met de rest
van de carrosserie.
– De laadvloer is aangebracht over de gehele breedte en lengte van de laadruimte, met uitzondering
van eventuele wielkasten. Enige profilering, bijvoorbeeld ter versteviging, is wel toegestaan.
– Er zijn geen zitplaatsen in de laadruimte.
– De auto voldoet aan de inrichtingseisen voor bestelauto’s (zie bijlage I).
Bij eisen aan de afmetingen van de laadruimte, gaan we uit van een blok dat in de lengterichting
rechtop moet kunnen staan. Het blok hoeft dus niet door de deur naar binnen te kunnen.
Mag er 1 ruit in de rechterzijde van de laadruimte worden aangebracht? Dan mag u in de laadruimte geen
andere uitsparingen aanbrengen. Een profilering op de plaats waar doorgaans de zijruiten zitten, mag wel.
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 2
Heeft de auto meer zijruiten? Dan moet u deze vervangen door panelen uit 1 stuk van ondoorzichtig en
vormvast materiaal (geen glas). De panelen moeten zoveel mogelijk rondom en op onverbrekelijke wijze
aan de carrosserie worden vastgelast of -gelijmd. Op ‘onverbrekelijke wijze verbonden’ houdt in dat de
delen aan elkaar vastgelast of -gelijmd zijn. Dat kan bijvoorbeeld met speciale carrosserielijn. Als de delen
met alleen popnagels, schroeven, klemmen, bouten en moeren en dergelijke zijn vastgemaakt,
beschouwen we dat niet als ‘op onverbrekelijke wijze verbonden’.
Heeft de bestelauto een zogenoemde ‘soft top’? Dan moet u het materiaal dat de eventueel aanwezige
overige zijruiten vervangt, vastlijmen of -naaien aan de overkapping van de laadruimte.
2.2
Specifieke voorwaarden per type bestelauto
Naast de algemene voorwaarden, gelden ook per type bestelauto inrichtings­eisen. Deze vindt u in bijlage I.
U kunt nagaan of uw type bestelauto aan de inrichtingseisen voldoet door het schema in bijlage II (enkele
cabine) of III (dubbele cabine) te volgen.
3 Motorrijtuigenbelasting: aangifte doen en betalen
Op het moment dat u de bestelauto op uw naam laat zetten, doet u gelijk aangifte motor­rijtuigen­belasting.
Korte tijd later sturen wij u een rekening met een acceptgiro. Daarop staat het bedrag dat u aan motor­
rijtuigen­belasting moet betalen.
Let op!
U blijft zelf verantwoordelijk voor het op tijd betalen van motor­rijtuigen­belasting. Hebt u een bestelauto op
uw naam laten zetten en krijgt u niet binnen 1 maand een rekening van ons? Neem dan contact met ons op.
3.1Tijdvakken
Motorrijtuigenbelasting wordt berekend per tijdvak van 3 maanden. Een tijdvak begint op de datum dat er
voor het eerst een kenteken­bewijs is afgegeven voor de bestelauto. Deze datum staat op het kenteken­bewijs
deel I of IA of de kentekencard. Daarna lopen de tijdvakken voor deze bestelauto continu door.
Als u een gebruikte bestelauto koopt, komen het begin van een tijdvak en de aankoopdatum meestal
niet met elkaar overeen. U betaalt dan eerst motor­rijtuigen­belasting over een deel van een tijdvak.
Daarna betaalt u per tijdvak van 3 maanden.
3.2
Voorbeeld 1: U koopt een nieuwe bestelauto
U koopt op 2 november een nieuwe bestelauto. Diezelfde dag laat u de bestelauto op uw naam zetten.
Het eerste tijdvak waarover u moet betalen, begint op 2 november en duurt tot en met 1 februari van het
volgende jaar. De volgende tijdvakken beginnen op 2 februari, 2 mei en 2 augustus.
Voorbeeld 2: U koopt een gebruikte bestelauto
U koopt op 2 november een gebruikte bestelauto. Diezelfde dag laat u de bestelauto op uw naam zetten.
De eerste keer dat er een kentekenbewijs voor de auto is afgegeven, was op 5 juni. De bij de bestelauto
horende tijdvakken beginnen dus steeds op 5 juni, 5 september, 5 december en 5 maart. Het eerste
tijdvak waarover u motor­rijtuigen­belasting moet betalen, loopt van 2 november tot en met 4 december.
Hoe betaalt u?
U kunt de motorrijtuigenbelasting voor uw bestelauto betalen via automatische incasso.
Via automatische incasso betaalt u per maand. U betaalt altijd op tijd. Betaalt u nog niet via
automatische incasso? Vraag dan een machtigingsformulier aan bij de BelastingTelefoon Auto.
Als het voor u niet mogelijk is om via automatische incasso te betalen, kunt u ook via een
acceptgiro betalen.
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 3
4 Hoeveel belasting moet u betalen?
Voor bestelauto’s gelden verschillende tarieven. Het tarief hangt onder andere af van de gebruiker
(particulier, ondernemer of gehandicapte), het gewicht van de bestelauto, de brandstof waarop de
bestelauto rijdt en of de bestelauto onder de oldtimerregeling valt. Wilt u weten hoeveel u precies
moet betalen? Gebruik de rekenhulp motor­rijtuigen­belasting op belastingdienst.nl/mrb. Of bel de
BelastingTelefoon Auto.
Bpm
Behalve motorrijtuigenbelasting moet u mogelijk ook belasting van personen­auto’s en motorrijwielen
(bpm) betalen. Zodra u de bestelauto voor het eerst laat registreren in het Nederlandse kentekenregister,
moet u bpm betalen. Als echter de bestelauto 5 jaar of langer geleden voor het eerst in gebruik is genomen,
bent u geen bpm meer verschuldigd. Dit geldt ook als een u bestelauto importeert.
Wij sturen u een aangifteformulier zodra de bestelauto op uw naam is geregistreerd. U moet bpm betalen
binnen 1 maand nadat de bestelauto op uw naam is gezet.
Als ondernemer of gehandicapte kunt u vrijstelling of teruggaaf van bpm krijgen. Voldoet u niet langer
aan de voorwaarden voor deze speciale regelingen? Dit moet u dan zelf melden. Datzelfde geldt als u de
bestel­auto doorverkoopt aan iemand die geen recht heeft op de ondernemers- of gehandicaptenregeling.
U moet dan het resterende bedrag alsnog betalen. Hebt u ten onrechte bpm teruggekregen of vrij­stelling
van bpm gekregen? Dan krijgt u bovenop de naheffing een boete.
4.1
Tarief ondernemers
Voldoet u aan de voorwaarden van de ondernemersregeling? Dan geldt een laag tarief motor­rijtuigen­
belasting. Voorwaarde is dat u een btw-nummer hebt en dat de bestelauto op uw naam of op naam van
uw bedrijf staat. Als u een eenmanszaak hebt, staat de auto altijd op uw eigen naam. Daarnaast moet u de
bestelauto meer dan bijkomstig voor de onderneming gebruiken. Dit betekent dat jaarlijks meer dan 10%
van de kilometers voor de onderneming moet worden gereden.
Het lagere tarief is ook van toepassing wanneer een bestelauto ter beschikking wordt gesteld aan een
andere ondernemer die aan de voorwaarden voldoet. Als de bestelauto ter beschikking wordt gesteld aan
een particulier (niet-ondernemer), geldt het lagere tarief alleen als de terbeschikkingstelling niet langer is
dan 4 weken.
Bpm voor ondernemers
Hebt u vrijstelling van bpm gekregen en verkoopt u de bestelauto aan iemand die geen recht heeft op
vrijstelling? En is de auto jonger dan 5 jaar? Dan moet u alsnog bpm betalen. Verkoopt u de bestelauto aan
iemand die ook voldoet aan de ondernemersregeling bpm? Dan kan de vrijstelling van bpm overgaan op de
koper. Hiervoor moeten u en de koper beiden een verklaring ondertekenen. U kunt hiervoor het formulier
Bpm doorschuifregeling ondernemers gebruiken. Deze kunt u downloaden van belastingdienst.nl
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 4
4.2
Tarief gehandicapten
Ook voor gehandicapten geldt een laag tarief motor­rijtuigen­belasting. Hiervoor gelden onder meer
de volgende voorwaarden:
– De gehandicapte is aangewezen op een bestelauto voor het vervoer van zichzelf en van een
niet‑opvouwbare rolstoel of een ander zwaar of groot hulpmiddel.
– Het tarief geldt voor 1 bestelauto per gehandicapte.
De bestelauto hoeft niet geregistreerd te zijn op naam van de gehandicapte.
– De bestelauto dient alleen voor persoonlijk gebruik van de gehandicapte. De auto mag ook worden
gebruikt door de persoon op wiens naam de auto geregistreerd is en door inwonende gezinsleden.
Maar de bestelauto mag niet aan anderen worden uitgeleend.
– De bestelauto mag niet worden gebruikt voor het vervoer van de gehandicapte in een rolstoel in
de laadruimte.
– De bestelauto moet voldoen aan de inrichtingseisen die in bijlage I van deze brochure staan.
Is de vaste wand tussen de cabine en de laadruimte aangepast of verwijderd in verband met de
handicap? Dan kunnen wij voor deze aanpassing een uitzondering maken. Neem hiervoor contact
op met de BelastingTelefoon Auto.
Wilt u in aanmerking komen voor het bestelautotarief voor gehandicapten? Dan moet u hier zelf om
verzoeken. Dat kan met het formulier Verzoek motorrijtuigen­belasting bestelautotarief voor gehandicapten.
Dit formulier kunt u downloaden van belastingdienst.nl/mrb.
Overlijden gehandicapte en motor­rijtuigen­belasting
Als de gehandicapte persoon overlijdt, dan betaalt u het lage bestel­autotarief nog 1 jaar na het lopende
kwartaal voor de motor­rijtuigen­belasting. Het kenteken moet daarvoor op naam worden gezet van een
inwonend gezinslid van het gezin van de gehandicapte. En het kenteken moet op naam van deze persoon
blijven staan. Was het kenteken op naam gezet van een ander dan de gehandicapte? Dan moet het
kenteken op naam blijven staan van die andere persoon. Vanaf het 5e kwartaal na het overlijden van
de gehandicapte berekenen wij het standaard (hogere) tarief motor­rijtuigen­belasting voor bestelauto’s.
Bpm voor gehandicapten
Bent u voor uw vervoer afhankelijk van een (aangepaste) bestelauto? En voldoet u aan de voorwaarden
voor de gehandicaptenregeling? Dan kunt u de betaalde bpm terugkrijgen. Hiervoor moet u zelf een
verzoek indienen. Dat kan met het formulier Verzoek teruggaaf bpm gehandicaptenregeling. Dit formulier kunt u
downloaden van belastingdienst.nl.
Verkoopt u vervolgens de bestelauto aan iemand anders die aan de voorwaarden voor de gehandicapten­
regeling voldoet? Dan kan de vrijstelling van bpm over­gaan op de koper. Hiervoor moeten u en de koper
samen een verzoek indienen. Dat kan met de formulieren Verzoek teruggaaf bpm gesloten-beurzenregeling en
Bijlage bij verzoek gesloten-beurzenregeling gehandicapten - Nieuwe situatie. Deze formulieren kunt u downloaden
van belastingdienst.nl.
Overlijden gehandicapte en bpm
Als de gehandicapte persoon overlijdt, hoeven de nabestaanden geen bpm te betalen. Staat het kenteken
op naam van de gehandicapte? Dan geldt als voorwaarde dat het kenteken op naam wordt gezet van een
inwonend gezins­lid van de gehandicapte. Als het kenteken op naam van een ander dan de gehandicapte
staat, dan moet het kenteken op naam blijven staan van die andere persoon. Wordt het kenteken alsnog
op naam van iemand anders gezet binnen 5 jaar na de eerste registratie? Dan moet de houder van de auto
alsnog een deel van de bpm betalen.
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 5
4.3
Tarief voor particulieren
Hoeveel motor­rijtuigen­belasting u als particulier voor een bestelauto moet betalen, hangt af van:
– het gewicht
U vindt het gewicht op deel I of IA van het kentekenbewijs (massa ledig voertuig). Op de
kentekencard staat geen ledig gewicht, alleen de massa rijklaar. Het gewicht berekent u door
de massa rijklaar met 100 kg te verminderen.
– de brandstof (aardgas, benzine, diesel, lpg)
– of uw bestelauto wordt aangedreven door een elektromotor
4.4Oldtimers
Voor alle bestelauto’s die ten minste 40 jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen, geldt een
vrijstelling. De datum 1e toelating bepaalt wanneer een motorrijtuig voor het eerst in gebruik is genomen.
Overgangsregeling voor oldtimers
U kunt voor uw bestelauto een verzoek doen voor de overgangsregeling, als deze:
– uitsluitend bestemd is om op benzine te rijden, én
– voor het eerst in gebruik is genomen op 1 januari 1977 of later, maar vóór 1 januari 1988
Hoeveel belasting betaalt u bij de overgangsregeling?
Het tijdvak waarover u motorrijtuigenbelasting betaalt, is een kalenderjaar. U betaalt dan een kwart van
de motorrijtuigenbelasting die u normaal betaalt over die periode. Het tarief op 31 december van het
voorafgaande kalenderjaar is bepalend. U betaalt een bedrag van maximaal € 122. U moet dit bedrag betalen
voordat het tijdvak begint.
U mag uw bestelauto niet op de weg gebruiken in de maanden januari, februari en december van hetzelfde
tijdvak. Alleen als uw bestelauto in die maanden een APK-keuring moet ondergaan, mag u wel naar het
keuringsstation rijden.
Let op!
Als uw bestelauto niet uitsluitend bestemd is om op benzine te rijden, komt u niet in aanmerking voor
de overgangsregeling. U betaalt dan volledig motorrijtuigenbelasting, tot uw bestelauto 40 jaar is. U
komt dan in aanmerking voor de oldtimervrijstelling.
Als uw bestelauto 40 jaar is, krijgt u automatisch vrijstelling voor uw oldtimer. Als u niet automatisch
vrijstelling krijgt, kunt u vrijstelling aanvragen met het formulier Verzoek motorrijtuigenbelasting vrijstelling.
Dit formulier kunt u downloaden van belastingdienst.nl/mrb.
4.5Bestelauto’s met elektromotor of aangedreven door waterstof
U hoeft geen motor­rijtuigen­belasting te betalen voor bestelauto’s die uitsluitend worden
aangedreven door:
– een elektromotor
Dit geldt alleen als de elektrische energie uitsluitend wordt geleverd door een batterij of
een brandstofcel.
– een verbrandingsmotor die kan worden gevoed met waterstof
4.6
Vrijstelling voor andere categorieën
Ook voor andere categorieën bestelauto’s kunnen vrijstellingen gelden. Bijvoorbeeld als de
auto uitsluitend wordt gebruikt voor defensie.
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 6
5 Veranderingen aan uw bestelauto
Als u veranderingen aanbrengt aan uw bestelauto, moet u misschien een hoger of lager bedrag
aan motorrijtuigen­belasting gaan betalen. Bijvoorbeeld als:
– de bestelauto in een andere gewichtsklasse komt
– de soort brandstof van uw bestelauto verandert
– u de bestelauto ombouwt tot een kampeerauto
– u de bestelauto ombouwt tot een personenauto
5.1
Wat moet u doen als de bestelauto is aangepast?
Brengt u veranderingen aan uw bestelauto aan? Dan moet u het motorrijtuig laten keuren door de RDW
en het kentekenbewijs of de kentekencard laten aanpassen. Neem hiervoor zelf contact op met de RDW.
Het is mogelijk dat u een verandering aanbrengt waarvoor het kenteken­bewijs of de kentekencard niet
hoeft te worden aangepast, maar waardoor de motor­rijtuigen­belasting wel wijzigt. Bijvoorbeeld als u in
uw bestelauto een extra zijruit maakt, waardoor uw bestelauto fiscaal als een personen­auto wordt gezien.
In zulke gevallen moet u bij ons aangifte doen. Dat kan met het formulier Aangifte motorrijtuigen­belasting
verandering aan het motorrijtuig. Dit formulier kunt u downloaden van belastingdienst.nl/mrb.
5.2
Aanpassingen voor het bestelautotarief
Wilt u uw auto aanpassen om voor het belastingtarief voor bestelauto’s in aanmerking te komen?
Dan moet u rekening houden met een aantal zaken.
Als u een laadruimte wilt aanpassen die lager is dan 98 cm over een breedte van ten minste 20 cm,
dan moet u het dak verhogen over de volle lengte en breedte.
Plaatst u een geheel nieuw dak over het oorspronkelijke dak van de laadruimte, waardoor de laadruimte
voldoet aan de vereiste afmetingen? Dan mag een deel van het oorspronkelijke dak blijven zitten. In dat
geval moet het oorspronkelijke dak worden verwijderd over een lengte van ten minste 125 cm en over een
breedte van ten minste 55 cm.
Verhoogt u het dak alleen om een schot te kunnen plaatsen van ten minste 30 cm hoog? Dan moet u
het dak verhogen over de volle lengte en breedte. Het oorspronkelijke dak moet worden verwijderd over
een lengte van ten minste 70 cm en over een breedte van ten minste 55 cm. De laadruimte moet voor de
aanpassing al ten minste 98 cm hoog zijn over een lengte van ten minste 125 cm en over een breedte van
ten minste 20 cm.
5.3
Betaling nieuw tarief
Is het kentekenbewijs of de kentekencard aangepast of hebt u bij ons aangifte gedaan?
Dan moet u vanaf het eerstvolgende tijdvak een nieuw bedrag aan motor­rijtuigen­belasting betalen.
De rekening ontvangt u vanzelf.
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 7
6 Wanneer krijgt u motor­rijtuigen­belasting terug
U kunt motor­rijtuigen­belasting terugkrijgen als u:
– uw bestelauto verkoopt of inruilt
– uw bestelauto definitief uitvoert of laat demonteren
– de tenaamstelling in het kentekenregister laat schorsen
Wanneer uw bestelauto in aanmerking komt voor de overgangsregeling voor oldtimers, krijgt u bij verkoop,
uitvoer, sloop, diefstal of schorsing geen belasting terug.
U moet de reden voor de wijziging van de motor­rijtuigen­belasting doorgeven aan de RDW. De wijziging gaat
in op het moment dat de RDW de aanleiding registreert.
6.1
Bij verkoop of inruil van uw bestelauto
Bij verkoop of inruil van uw bestelauto moet u ervoor zorgen dat de RDW weet dat de bestelauto niet langer
op uw naam staat. Het maakt daarbij niet uit of u uw bestelauto verkoopt aan een erkende handelaar of aan
een particulier. Vanaf het moment dat de bestelauto niet meer op uw naam staat in het kentekenregister
van de RDW, hoeft u geen motor­rijtuigen­belasting meer te betalen. De te veel betaalde belasting krijgt u
automatisch van ons terug.
Met een vrijwaringsbewijs kunt u aantonen dat de bestelauto niet langer op uw naam staat. Bij verkoop aan
een particulier krijgt de koper een vrijwarings­bewijs. Dat gebeurt bij het op naam zetten van de auto op het
postkantoor. Dit bewijs moet de koper aan u geven. Bij verkoop aan een erkende handelaar ontvangt u van
de handelaar een vrijwarings­bewijs. Door de RDW erkende handelaars en autosloopbedrijven herkent u aan
het muurschild met het opschrift: ‘RDW erkend’ en een erkenningssticker.
6.2
Bij definitieve uitvoer of demontage van uw bestelauto
Als u uw bestelauto laat demonteren, moet u dit doorgeven aan de RDW. Zorg ervoor dat demontage
plaatsvindt bij een sloopbedrijf dat erkend is door de RDW. U ontvangt dan van dit bedrijf een vrijwarings­
bewijs. Daarmee kunt u aantonen dat de bestelauto niet langer op uw naam staat.
Als u uw bestelauto definitief uitvoert, moet u de zogenaamde ‘uitvoer­verklaring’ invullen bij een van de
RDW-kantoren. Meer informatie hierover vindt u op rdw.nl
6.3
Bij schorsing van de tenaamstelling in het kentekenregister
Gebruikt u uw bestelauto langere tijd niet, dan kunt u schorsing van de tenaamstelling in het kenteken­register
aanvragen. Dat kan op rdw.nl. Ook kunt u dit op het postkantoor regelen. Raadpleeg hiervoor de RDW.
Duurt de schorsing ten minste 1 maand? Dan hoeft u tijdens die periode geen motorrijtuigenbelasting te
betalen. Als u gebruikmaakt van de overgangsregeling voor oldtimers, krijgt u bij schorsing van uw oldtimer
geen teruggaaf van betaalde belasting. Tijdens de voor uw bestelauto geldende schorsing mag u niet op de
weg komen met uw bestelauto. Aan een schorsing zijn kosten verbonden. Zie voor de tarieven rdw.nl.
Meer informatie over schorsen vindt u op rdw.nl
Let op!
Beëindigt u de schorsing voordat er 1 maand voorbij is? Dan moet u alsnog motor­rijtuigen­belasting
betalen over de periode waarin de tenaamstelling in het kentekenregister was geschorst. Wij sturen u dan
een naheffingsaanslag. Als de schorsing binnen 1 maand na het begin daarvan eindigt door het vervallen
van de tenaamstelling in het kentekenregister hoeft u geen belasting te betalen.
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 8
7 Als u tijdelijk naar het buitenland gaat
Ook als u tijdelijk naar het buitenland gaat, moet u uw motorrijtuigenbelasting op tijd betalen. Daarbij
maakt het niet uit of u uw auto meeneemt naar het buitenland. Het makkelijkst is uw motorrijtuigen­
belasting via automatische incasso te betalen. Via automatische incasso betaalt u per maand. U betaalt
altijd op tijd.
Als het voor u niet mogelijk is om via automatische incasso te betalen, kunt u iemand machtigen de
rekeningen voor u te betalen. Ook kunt u de rekening(en) over de periode dat u in het buitenland verblijft
vóóraf betalen. Neem hiervoor contact met ons op.
Let op!
U kunt ook schorsing aanvragen van de tenaamstelling in het kentekenregister als u uw bestel­auto
niet meeneemt naar het buitenland. Uw bestelauto mag dan in Nederland niet op de weg komen.
8 Er wordt gecontroleerd
8.1
Betaal op tijd
U moet de motor­rijtuigen­belasting op tijd betalen. De uiterste betaal­datum staat op de rekening die wij u
sturen. U krijgt een naheffings­aanslag als u niet op tijd betaalt. Als u ons machtigt de motor­rijtuigen­belasting
automatisch af te schrijven, voorkomt u dat u niet op tijd betaalt en een naheffingsaanslag met boete krijgt.
8.2
Geef wijzigingen op tijd door
Wij controleren intensief en kijken 1 volledig jaar terug. Daarbij gebruiken wij onder andere foto’s,
douanegegevens en inlichtingen van de politie, zoals bekeuringen en processen-verbaal.
Als blijkt dat u geen of te weinig motor­rijtuigen­belasting hebt betaald, krijgt u een naheffingsaanslag.
Bovendien krijgt u een boete die even hoog is als de aanslag. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als wij
vaststellen dat u:
– de inbouw van een gasinstallatie niet hebt doorgegeven aan de RDW
– gebruikmaakt van de weg tijdens de schorsing van de tenaamstelling in het kentekenregister
– niet (meer) voldoet aan de voorwaarden voor het bestelautotarief voor gehandicapten of
voor ondernemers en dus het bestelautotarief voor particulieren geldt
9 Hebt u nog vragen?
Meer informatie
Hebt u nog vragen? Kijk op belastingdienst.nl/mrb. Hier kunt u ook een berekening maken en brochures
downloaden.
Contact met de RDW
Hebt u vragen over kentekenbewijzen, schorsing, erkenningen als handelaar of autosloopbedrijf?
Neem dan contact op met de RDW. Dat kan op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur.
Telefoonnummer: 0900 - 0739.
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 9
Bijlage I Overzicht algemene inrichtingseisen
Grote bestelauto (grote bestelbus, verhuisbus en dergelijke)
Laadruimte - ten minste 200 cm lang
- ten minste 130 cm hoog over een breedte van ten minste 20 cm en een lengte van ten minste 200 cm
Zijruiten
Vaste wand
Aanvullende eisen
- zijruiten toegestaan in de laadruimte
- vaste wand niet vereist
- voor het meten van de laadruimte;
de bestuurdersstoel staat in de fabrieksmatige achterste stand; de rugleuning mag rechtop staan
Bestelauto, enkele cabine met open laadbak en Xtracab (1,5 cabine)
Open laadbak
Vaste wand
Aanvullende eisen
- ten minste 125 cm lang en 20 cm breed
- is de achterwand van de cabine over de volle breedte en hoogte
- maximaal 115 cm achter het achterste punt van het stuur
- de vaste wand mag 1 of meer vaste ramen naast elkaar hebben van maximaal 40 cm hoog en
met voorzieningen voor de veiligheid
- er mogen geen klapstoeltjes of banken achter de voorste zitplaatsen zijn aangebracht
- als een open laadbak wordt overkapt, dan moet de auto voldoen aan de eisen voor een bestelauto
met gesloten laadruimte. Een afdekzeil/plat deksel is toegestaan
Bestelauto met verhoogd dak (combi’s, kleine bestelauto’s en dergelijke)
Dak laadruimte
Laadruimte
Vaste wand
Zijruiten
- ten minste 25 cm hoger dan de bovenkant van de portieropening van de bestuurder
- ten minste 125 cm lang
- ten minste 98 cm hoog over een breedte van ten minste 20 cm en over een lengte
van ten minste 125 cm
- tussen laadruimte en bestuurdersgedeelte
- over de volle breedte en ten minste 30 cm hoog
- 1 zijruit aan de rechterzijde van de laadruimte is toegestaan
- aan de linkerzijde geen zijruiten
Middelgrote bestelauto zonder verhoogd dak (ruimtewagens, minibusjes, terreinauto’s en dergelijke)
Dak laadruimte
Laadruimte
Vaste wand
Zijruiten
- minder dan 25 cm hoger dan de bovenkant van de portieropening van de bestuurder
- ten minste 125 cm lang
- ten minste 98 cm hoog over een breedte van ten minste 20 cm en over een lengte
van ten minste 125 cm
- direct achter de bestuurderszitplaats en maximaal 115 cm achter het achterste punt van het stuur
- over de volle breedte en ten minste dezelfde hoogte als de bestuurderscabine
- de vaste wand mag 1 of meer vaste ramen naast elkaar hebben van maximaal 40 cm hoog
en met voorzieningen voor de veiligheid
- 1 zijruit aan de rechterzijde van de laadruimte is toegestaan
- aan de linkerzijde geen zijruiten
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 10
Bestelauto met dubbele cabine (met gesloten laadruimte of open laadbak)
Cabine
Vaste wand
als de cabine ten minste 130 cm hoog is gelden de volgende eisen:
- slechts 1 extra rij zitplaatsen/zitbank
- ïs de achterwand van de cabine en geplaatst direct achter de achterbank
- over de volle breedte en hoogte van de cabine
- de vaste wand mag 1 of meer vaste ramen naast elkaar hebben van maximaal 40 cm hoog
en met voorzieningen voor de veiligheid
Laadbak of laad-
- ten minste 150 cm lang en bovendien ten minste 2/3 van de lengte die de laadruimte zou hebben
ruimte zonder de extra zitruimte. Daarvoor meten vanaf een fictief schot, dat is geplaatst op een afstand
van 115 cm achter het achterste punt van het stuur
- ten minste 40% van de werkelijke lengte van de laadruimte is vóór het hart van de achterste as
¹/₃
²/₃
geplaatst
- ten minste 130 cm hoog over een breedte van ten minste 20 cm en over een lengte
van ten minste 150 cm
Aanvullende eis: Als de cabine lager dan 130 cm is, moet de laadruimte ook ten minste 2 maal de lengte
van de cabine hebben. Bij de bestelauto met een dubbele cabine is de lengte van de cabine de afstand tussen
het achterste punt van het stuur en de vaste wand. Als een open laadbak wordt overkapt, dan moet de auto
voldoen aan de eisen voor een bestelauto met dubbele cabine met gesloten laadruimte. Een afdekzeil/plat deksel
is toegestaan.
Zijruiten
- 1 zijruit aan de rechterzijde van de laadruimte is toegestaan
- aan de linkerzijde geen zijruiten
Algemene informatie
Heeft de bestelauto meer zijruiten dan is toegestaan? Dan moet u deze vervangen door panelen van
ondoorzichtig en vormvast materiaal. Dit mogen geen glazen panelen zijn, ook niet voor een deel.
U moet de panelen rechtstreeks aan de carrosserie vastlassen of vastlijmen, bijvoorbeeld met speciale
carrosserielijm. U mag de panelen niet plaatsen in de bestaande raamrubbers of vastzetten aan de
carrosserie met bijvoorbeeld popnagels, schroeven, klemmen of bouten en moeren. Voor de afwerking
van de las- of lijmconstructie mag u wel een deel van het raamrubber laten zitten.
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 11
Bijlage II Inrichtingseisen bestelauto’s
Heeft de laadruimte een
Personenauto
vlakke laadvloer?
Nee
Ja
Nee
Zijn er zitplaatsen achter
de bestuur­ders­zitplaats? Ja
Heeft de auto een
dubbele cabine?
Ja
Bestelauto met dubbele
cabine (zie bijlage III
inrichtings­eisen bestel­
auto’s met dubbele cabine)
Nee
Heeft de auto een
gesloten laad­ruimte?
Lengte laadvloer ten
Nee minste 125 cm?
Personenauto
Nee
Ja
Afscheiding: over volle
breedte, direct achter
zitplaats, zelfde hoogte
als de bestuurders­
cabine?
Ja
Vanaf voorruit dak
Nee aanwezig?
Nee
Ja
Bestelauto
Ja
Afscheiding: over volle
breedte, direct achter
bestuur­ders­­zit­plaats,
hoogte van ten minste
30 cm?
Personenauto
Nee
Ja
Lengte ten minste 200
cm; hoogte ten minste
130 cm over ten minste
200 cm van lengte en
20 cm van breedte?
Is de laadruimte geheel
Nee geblin­deerd of slechts
aan de rechter­zijde
voorzien van 1 ruit?
Ja
Lengte ten minste
125 cm; hoogte ten
minste 98 cm over ten
minste 125 cm van
lengte en 20 cm van
breedte?
Personenauto
Nee
Ja
Bestelauto
Nee
Personenauto
Ja
Afscheiding: over volle
breedte, direct achter
zit­plaats, dezelfde
hoogte als bestuurders­
cabine?
Nee
Laadruimte: ten minste
Nee 25 cm hoger dan het
bestuurders­portier?
Ja
Ja
Bestelauto
Ja
Personenauto
Afscheiding: over volle
breedte, direct achter
bestuur­ders­zitplaats,
hoogte van ten­minste
30 cm?
Nee
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 12
Bijlage IIIInrichtingseisen bestelauto’s met dubbele cabine
Zitplaatsen achter de
bestuurder?
Bestelauto (zie bijlage II
Nee inrichtings­eisen bestel­
auto’s)
Ja
Zitplaatsen voor 1 rij
naast elkaar in de
rijrichting zittende
personen?
Personenauto
Nee
Ja
Lengte laadruimte/
laadvloer ten minste
150 cm?
Nee
Ja
Gesloten laadruimte?
Nee
Ten minste 40% van de lengte van de laadruimte/
Nee laadvloer is voor het hart van de achterste as geplaatst?
Ja
Hoogte: ten minste
130 cm over ten minste
150 cm van de lengte en
20 cm van de breedte?
Nee
Personenauto
Ja
Ja
Is de laadruimte geheel
geblindeerd of slechts
aan de rechterzijde
voorzien van 1 ruit?
Nee
Ja
Lengte ten minste 2/3
van de lengte van de
laadruimte/laadvloer
die de laadruimte/
laadvloer zou hebben
als achter de bestuurder
geen zitplaatsen zouden
zijn?
Personenauto
Nee
Ja
Laadruimte/laadvloer
ten minste 2 maal de
lengte van cabine?
Ja
Nee
Cabinehoogte ten
Nee minste 130 cm?
Ja
Vaste scheidings­wand, over gehele breedte,
direct achter zitruimte, minimaal zelfde hoogte
als de cabine?
Nee
Personenauto
Ja
Bestelauto
(met dubbele cabine)
Dit is een uitgave van
Belastingdienst
Januari 2017
Belastingdienst | Motorrijtuigenbelasting – Bestelauto's 13