Aanwijzing Zorgtuinderij het Groene Erf Waarland december 2016

Download Report

Transcript Aanwijzing Zorgtuinderij het Groene Erf Waarland december 2016

> Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen
AANGETEKEND
Zorgtuinderij Het Groene Erf
T.a.v. N.N
Directeur/eigenaar
Westkade 18
1738 DT WAARLAND
Stadsplateau 1
3521 AZ Utrecht
Postbus 2518
6401 DA Heerlen
T 088 120 50 00
F 088 120 50 01
www.igz.nl
Inlichtingen bij
N.N.
[email protected]
Ons kenmerk
2016-1364200/V1013585/
Datum
Onderwerp
29 december 2016
Aanwijzing ex artikel 27 van de Wet kwaliteit, klachten en
geschillen zorg.
Geachte heer …….,
Per aangetekende brief en e-mail van 16 december 2016 heeft de Inspectie voor
de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) u geïnformeerd over haar voornemen
tot het geven van een aanwijzing ex artikel 27 van de Wet kwaliteit, klachten en
geschillen zorg (Wkkgz). Met deze brief geeft de inspectie gevolg aan haar
voornemen en geeft u een aanwijzing, waarmee u wordt verplicht om binnen vier
maanden maatregelen te treffen, zodat wordt voldaan aan de in deze aanwijzing
geformuleerde punten.
Zienswijze aanwijzing
U heeft geen gebruik gemaakt van de gegeven mogelijkheid uw zienswijze te
geven. De inspectie stelt vast dat er geen redenen zijn aangevoerd om van het
geven van een aanwijzing af te zien.
Bevindingen
De inspectie komt tot de volgende bevindingen:
Voorgeschiedenis
Op 24 september 2013 bracht de inspectie een eerste bezoek aan Het Groene
Erf. Dit bezoek maakte onderdeel uit van het toezicht op nieuwe of onbekende
zorgaanbieders, die vielen onder de Kwaliteitswet zorginstellingen. Naar
aanleiding van de bevindingen van het bezoek van 24 september 2013
verzocht de inspectie Het Groene Erf maatregelen te nemen die op 9 januari
2014 zijn getoetst. Na het bezoek van 9 januari 2014 trok de inspectie de
conclusie dat Het Groene Erf nog steeds niet voldeed aan de wettelijke e isen
met betrekking tot het zorgplan en de klachtencommissie en niet voldeed aan
de randvoorwaarden die redelijkerwijze moeten leiden tot het bieden van
verantwoorde zorg.
Pagina 1 van 8
Voor de inspectie was dit reden om de staatssecretaris van het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: ministerie) te adviseren een
aanwijzing in het kader van de Kwaliteitswet zorginstellingen op te leggen.
Het Groene Erf gaf tijdens het zienswijze gesprek op 20 februari 2014 aan een
extern adviesbureau te hebben ingehuurd om alsnog aan de randvoorwaarden
voor verantwoorde zorg te kunnen voldoen. Het Groene Erf stuurde haar plan
van aanpak op 21 februari 2014 naar de inspectie. Op 7 maart 2014
beoordeelde de inspectie deze documenten en adviseerde het ministerie over
de bevindingen. De conclusie van de inspectie was dat er een goede aanzet
was gedaan om te komen tot verbeteringen, maar dat nog niet werd voldaan
aan de (rand)voorwaarden die moeten leiden tot het bieden van verantwoorde
zorg.
Ons kenmerk
2016-1364200/V1013585/
Datum
29 december 2016
In afwachting van de schriftelijke reactie van het ministerie bracht de inspectie
op 13 mei 2014 opnieuw een inspectiebezoek aan Het Groene Erf om te
toetsen of er voldoende verbeteracties waren ingezet. De inspectie was van
mening dat Het Groene Erf vorderingen had gemaakt en inmiddels grotendeels
voldeed aan de randvoorwaarden van verantwoorde zorg. Op basis daarvan is
er besloten om geen uitvoering te geven aan het voornemen om Het Groene
Erf een aanwijzing te geven.
Op 26 februari 2015 bracht de inspectie een onaangekondigd Quick Scan
bezoek aan Het Groene Erf. De aard van het onaangekondigde Quick Scan
bezoek bracht met zich mee dat niet alle thema’s uitputtend aan de orde
kwamen.
De inspectie concludeerde op basis van dit bezoek dat Het Groene Erf in
voldoende mate voldeed aan de getoetste normen. Er werden echter wel een
aantal noodzakelijke verbetermaatregelen geconstateerd op de punten
waaraan Het Groene Erf op dat moment niet voldeed.
Daarna ontving de inspectie in de eerste helft van 2016 een aantal signalen
over vermeende organisatorische misstanden die van directe invloed zouden
kunnen zijn op de kwaliteit van zorg binnen Het Groene Erf. In maart 2016
vond een calamiteit plaats bij Het Groene Erf hetgeen tot een externe
crisisplaatsing heeft geleid. Het Groene Erf onderzocht de calamiteit, maar
bleek, volgens de inspectie, niet voldoende in staat deze calamiteit op basis
van een gevraagde onderzoeksmethode te analyseren en adequate
verbeteracties te implementeren.
Gezien de binnengekomen signalen en de bevindingen uit eerdere
inspectiebezoeken bracht de inspectie op 20 oktober 2016 opnieuw een
onaangekondigd inspectiebezoek waarbij de kwaliteit van zorg, op basis van de
wetgeving en veldnormen, nader is getoetst.
Bevindingen inspectiebezoek 20 oktober 2016
Op 20 oktober 2016 bood Het Groene Erf, op basis van de Wet langdurige zorg,
aan 14 cliënten zorg inclusief verblijf en aan ongeveer 20 cliënten dagbesteding.
Tijdens het inspectiebezoek op 20 oktober 2016 voldeed Het Groene Erf niet aan
23 van de 28 getoetste normen. De inspectie concludeerde dat de zorg op die
punten leidt tot ernstige risico’s voor cliënten. Het bleek tijdens het
inspectiebezoek opnieuw dat de kwaliteit en veiligheid van zorg niet voldoet aan
de voorwaarden voor het leveren van goede zorg.
Pagina 2 van 8
De inspectie leidt uit de beoordeelde normen af dat bij Het Groene Erf sprake is
van tekortschietende zorginhoudelijke kennis en kunde op alle vijf de onderzochte
thema’s: sturen op kwaliteit en veiligheid (inclusief goed bestuur, cliëntdossier,
deskundigheid en inzet personeel, medicatieveiligheid en vrijheidsbeperking.
Ons kenmerk
2016-1364200/V1013585/
Datum
29 december 2016
Gesprek met de directie
Op 30 november 2016 vond een gesprek plaats tussen de inspectie en de
directeur. De directeur gaf aan dat er de afgelopen drie jaar ontzettend veel is
veranderd en er hard is gewerkt aan verbeteringen. De directeur heeft
aangegeven zich te realiseren dat Het Groene Erf er nog niet in geslaagd is om
voldoende kwaliteitsverbeteringen uit te voeren. Om dit alsnog te laten slagen
heeft de directeur zich georiënteerd op samenwerkingspartners in de regio.
Ten tijde van het gesprek met de directie lag er een intentieverklaring om met een
grote zorgaanbieder uit de regio in de toekomst te gaan samenwerken. De wijze
waarop deze samenwerking kan gaan plaats vinden wordt op dit moment
geïnventariseerd.
Ook gaf de directeur aan actief bezig te zijn om een raad van toezicht in te stellen
en de medezeggenschap van cliënten te gaan organiseren.
Beoordeling zorgverlening
De inspectie is van mening dat, gelet op de bevindingen uit het rapport van het
bezoek aan Het Groene Erf op 20 oktober 2016, de verkregen signalen en de
analyse van de melding in maart 2016, er ernstige risico’s voor de cliëntveiligheid
bestaan op de thema’s sturen op kwaliteit en veiligheid, cliëntdossier,
deskundigheid en inzet personeel, medicatieveiligheid en vrijheidsbeperking.
Hierbij is in acht genomen, dat ten opzichte van 2013 het aantal cliënten dat in
zorg is, is toegenomen, dat er ten tijde van het inspectiebezoek op 20 oktober
2016 commerciële dagbestedingactiviteiten voor cliënten plaatsvonden en dat er
voor de komende jaren uitbreidingsplannen zijn. Ondanks dat Het Groene Erf bij
enkele inspectiebezoeken vooruitgang toonde, komt de inspectie tot de conclusie
dat over het geheel gezien Het Groene Erf onvoldoende verbeterkracht heeft laten
zien. Ook met behulp van externe kwaliteitsadviseurs slaagde Het Groene Erf er
niet in om afdoende verbeteringen te realiseren om te voldoen aan de wettelijke
eisen en veldnormen.
De inspectie stelde ook tekortkomingen vast in het kader van goed bestuur bij Het
Groene Erf.
Het Groene Erf heeft geen toelating in het kader van de Wet Toelating
Zorginstellingen (WTZi). De regels bij of krachtens de WTZi zijn op haar niet van
toepassing. Wel is Het Groene Erf op basis van artikel 3 Wet kwaliteit, klachten en
geschillen zorg (Wkkgz) gehouden tot een zodanige toedeling van
verantwoordelijkheden, bevoegdheden alsmede afstemmings- en
verantwoordingsplichten, dat een en ander redelijkerwijs moet leiden tot het
verlenen van goede zorg. De inspectie onderstreept het nut van de Zorgbrede
Governancecode als algemeen erkend en aanvaard richtsnoer van de branche zelf
voor het bestuurlijk handelen. Bij de beoordeling van goed bestuur bij Het Groene
Erf maakt de inspectie gebruik van artikel 3.1 van de Zorgbrede Governancecode
2010 en het Kader Goed Bestuur IGZ/NZa 2016.
Pagina 3 van 8
De inspectie acht het, gelet op het voorgaande, in het belang van de
cliëntveiligheid noodzakelijk een maatregel op te leggen aan Het Groene Erf, zodat
bereikt wordt dat de benodigde maatregelen worden getroffen ten aanzien van de
geconstateerde tekortkomingen en cliënten van Het Groene Erf kunnen rekenen
op goede en veilige zorg.
Ons kenmerk
2016-1364200/V1013585/
Datum
29 december 2016
Uit het toezicht van de inspectie blijkt dat u als zorgaanbieder artikel 2, 3 en 7 van
de Wkkgz niet of onvoldoende naleeft. Hieronder wordt dit artikelsgewijs nader
toegelicht en onderbouwd.
De inspectie kiest mede gezien de blijvend onvoldoende resultaten na een lange
periode van toezicht, voor de maatregel van een aanwijzing. De inspectie is van
mening dat Het Groene Erf de geconstateerde tekortkomingen redelijkerwijs moet
kunnen wegnemen binnen een periode van vier maanden, gerekend vanaf de dag
na de dagtekening van de aanwijzing.
Omdat de inspectie het noodzakelijk acht dat Het Groene Erf prioriteit geeft aan
de verbetering van de kwaliteit van de geboden zorg, acht zij het van belang dat
Het Groene Erf de hoeveelheid cliënten, te weten 14 clienten met de indicatie
verblijf en 20 cliënten met dagbesteding, niet verder uitbreidt totdat de geboden
zorg voldoet aan de eisen die de inspectie hieronder stelt.
Aanwijzing
Gelet op het vorenstaande geef ik thans Het Groene Erf, voor de geboden Wlzzorg krachtens artikel 27 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg een
aanwijzing met de volgende inhoud:
U moet zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier maanden na dagtekening
van de aanwijzing, te weten op 29 april 2017, voldoen aan:
Kwaliteit en veiligheid; artikel 3 en 7 Wkkgz
De zorgaanbieder analyseert aantoonbaar en systematisch alle
geregistreerde MIC meldingen.
De zorgaanbieder maakt aantoonbaar welke verbetermaatregelen zij treft
op basis van die analyse.
De zorgaanbieder maakt concreet en aantoonbaar dat zij naleving van het
beleid op het terrein van intimiteit, vriendschap, seksualiteit en seksueel
grensoverschrijdend gedrag tussen cliënten borgt.
Cliëntdossier; artikel 2 Wkkgz
Medewerkers inventariseren en evalueren periodiek de cliëntgebonden
risico’s en baseren hierop de zorg en ondersteuning.
Afgesproken doelen, acties, rapportages en evaluaties zijn op elkaar
afgestemd.
Deskundigheid en inzet personeel; artikel 2 en 3 Wkkgz
Medewerkers werken op een verantwoorde manier met relevante, actuele
richtlijnen, protocollen en/of werkinstructies.
Pagina 4 van 8
-
-
De zorgaanbieder stelt een scholingsplan op dat past bij de zorg- en
ondersteuningsbehoeften van de doelgroep en het deskundigheidsniveau
van de medewerkers en voert deze uit.
De zorgaanbieder maakt aantoonbaar dat de inzet van personeel wordt
afgestemd op de zorgvraag van cliënten.
Ons kenmerk
2016-1364200/V1013585/
Datum
29 december 2016
Medicatieveiligheid; artikel 2 Wkkgz
De zorgaanbieder beschikt over een procedure farmaceutische zorg die
voldoet aan de eisen van de handreiking medicatiebeleid
gehandicaptenzorg. De zorgaanbieder maakt concreet en aantoonbaar dat
zij naleving van de procedure veilige en verantwoorde farmaceutische zorg
borgt.
Vrijheidsbeperking; artikel 2 Wkkgz
De zorgaanbieder beschrijft zijn visie op en beleid over preventie,
terugdringing, besluitvorming en uitvoering van vrijheidsbeperkende
maatregelen.
Goed bestuur; artikel 3 en 7 Wkkgz
De zorgaanbieder draagt zorg voor een zodanige toedeling van
bestuurlijke verantwoordelijkheden, bestuurlijke bevoegdheden alsmede
afstemmings- en verantwoordingsplichten dat dit redelijkerwijs moet
leiden tot het verlenen van goede zorg;
De zorgaanbieder draagt binnen haar organisatie zorg voor een stelsel van
systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit en
veiligheid van zorg.
Het Groene Erf breidt, gerekend vanaf de dagtekening van de aanwijzing, het
aantal Wlz-cliënten niet verder uit.
Het Groene Erf mag het aantal Wlz-cliënten pas weer uitbreiden, indien na
toetsing door de inspectie is vastgesteld dat Het Groene Erf voldoet aan de
hiervoor genoemde vereisten en normen op grond van de Wkkgz, dan wel dat
aantoonbaar wordt gemaakt dat de genoemde vereisten en normen op grond van
de Wkkgz voor toekomstige Wlz-cliënten worden nageleefd.
Uiterlijk op 29 april 2017 dient aan de aanwijzing gevolg te zijn gegeven. Indien u
binnen deze termijn geen gevolg heeft gegeven aan de aanwijzing, kan ik een last
onder bestuursdwang dan wel een last onder dwangsom opleggen teneinde de
naleving van de aanwijzing af te dwingen.
Naast de genoemde tekortkomingen in deze aanwijzing heeft de inspectie nog een
aantal tekortkomingen in het inspectierapport van het bezoek op 20 oktober 2016
benoemd die u weg dient te nemen alvorens er sprake kan zijn van goede zorg. In
het vastgestelde rapport van het inspectiebezoek op 20 oktober 2016 staat in
paragraaf 3.4 beschreven wat hierin van u wordt verwacht.
Openbaarmaking
U heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid uw bedenkingen te uiten over
het voornemen van de inspectie de aanwijzing actief openbaar te maken.
Pagina 5 van 8
De inspectie streeft met actieve openbaarmaking verschillende doelen na,
waaronder het informeren van patiënten, cliënten en zorgverzekeraars over de
zorgkwaliteit. Dit kan cliënten helpen bij het kiezen van goede zorg. De
openbaarmaking heeft daarmee een informatief karakter voor cliënten in de zorg
en heeft geen punitief karakter. De openbaarmaking van de aanwijzing aan
Het Groene Erf valt onder het informatieve karakter dat de inspectie met haar
openbaarmakingbeleid tot doel heeft. Daarnaast draagt de inspectie hiermee bij
aan transparantie van de overheid over de wijze waarop toezicht wordt gehouden
op de zorg. Voorts verhoogt het actief publiceren het nalevingsniveau van
zorgaanbieders van wettelijke- en veldnormen.
Ons kenmerk
2016-1364200/V1013585/
Datum
29 december 2016
Bij de afweging van het algemene belang, u kunt hierbij denken aan cliënten,
maar ook aan soortgelijke zorgaanbieders die zijn gediend bij openbaarmaking
van de aanwijzing enerzijds, versus het belang van u als zorgaanbieder om geen
onevenredig nadeel te lijden als gevolg van die openbaarmaking anderzijds, is de
inspectie van oordeel dat aan het algemene belang een grotere waarde moet
worden toegekend. Dat is de reden waarom de inspectie overgaat tot
openbaarmaking. Dit houdt in dat het onderliggende rapport, de aanwijzing en het
persbericht integraal worden gepubliceerd op de website.
Deze aanwijzing geldt per direct. Teneinde u in de gelegenheid te stellen een
voorlopige voorziening tegen de openbaarmaking in te dienen, zal de inspectie de
aanwijzing niet eerder dan 30 december 2016 om 12.00 uur openbaar maken.
Ik ga ervan uit u met het bovenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.
Indien u een toelichting op dit besluit wenst dan kunt u contact opnemen met ……
op telefoonnummer……..
Hoogachtend,
N.N.
Hoofdinspecteur
Pagina 6 van 8
Bezwaar
Ons kenmerk
2016-1364200/V1013585/
Heeft u vragen over deze beslissing of bent u het er niet mee eens? Kijk dan op
http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/vws/bezwaarschriften-vws. Daar wordt
uitgelegd wat u kunt doen als u het niet eens bent met de beslissing en misschien
bezwaar wilt maken. Er staan voorbeelden waarmee u de kans op een succesvol
bezwaar kunt inschatten.
Datum
29 december 2016
Wilt u een bezwaarschrift sturen, dan moet dit binnen zes weken na de datum die
bovenaan deze brief staat. Let op: doe dit op tijd, anders kan uw bezwaar niet
worden behandeld.
Het bezwaarschrift e-mailt u naar: [email protected], bij
voorkeur met een ingescande handtekening. Indien u het bezwaarschrift per email indient zonder ondertekening, bestaat de mogelijkheid dat u op een later
moment verzocht wordt om bewijs te leveren dat u bevoegd bent tot het indienen
van het bezwaar.
Indien u niet kunt of wilt e-mailen, kunt u uw bezwaarschrift ook versturen per
post naar:
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken,
Postbus 20350,
2500 EJ Den Haag.
U kunt uw bezwaarschrift ook faxen naar: (070) 340 59 84.
Noem in het bezwaarschrift:
• uw naam en adres
• de datum
• het kenmerk van deze brief
(deze gegevens vindt u in de rechterkantlijn)
• geef aan waarom u het niet eens bent met de beslissing
Vergeet niet om uw bezwaarschrift te ondertekenen en van een datum te
voorzien. Wilt u zo vriendelijk zijn om een kopie van deze brief mee te sturen met
het bezwaarschrift?
Voorlopige voorziening
Het indienen van een bezwaarschrift heft de werking van dit besluit niet op.
Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, dan kunt u daarnaast ook een
voorlopige voorziening aanvragen waarmee mogelijk de werking van dit besluit,
betreffende de aanwijzing en de openbaarmaking, kan worden opgeschort.
Indien dit, gelet op de betrokken belangen, onverwijlde spoed vereist dan kunt u
de voorzieningenrechter van de sector bestuursrecht van de rechtbank van het
arrondissement waarbinnen u gerechtigd bent beroep in te stellen, verzoeken een
voorlopige voorziening te treffen. Voor de regio-indeling en de adressen van de
rechtbanken verwijs ik naar de volgende website:
Pagina 7 van 8
http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Pages/default.aspx
Mocht u naast een eventueel bezwaar een verzoek om een voorlopige voorziening
doen, dan verzoek ik u mij middels bekend e-mailadres daarvan vóór 30
december 2016 om 12.00 uur in kennis te stellen onder gelijktijdige verzending
van het verzoekschrift.
Ons kenmerk
2016-1364200/V1013585/
Datum
29 december 2016
Bij het verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven.
Pagina 8 van 8