Handleiding KIEM-VANG regeling

Download Report

Transcript Handleiding KIEM-VANG regeling

Call for proposals
Kennis Innovatie Mapping (KIEM) Van afval naar grondstof (VANG)
Impuls voor praktijkgericht onderzoek Circulaire Economie
KIEM-VANG 2
Handleiding 2017
Utrecht, december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (onderdeel van NWO)
Inhoud
1. Inleiding
3
1.1 Achtergrond
3
1.2 Beschikbaar budget
3
1.3 Geldigheidsduur call for proposals
3
2. Doel
4
3. Richtlijnen voor aanvragers
5
3.1 Wie kan subsidie aanvragen
5
3.2 Wanneer kan worden aangevraagd
5
3.3 Hoe wordt de aanvraag opgesteld en ingediend
6
3.4 Algemene voorwaarden
7
3.5 Specifieke subsidievoorwaarden
7
3.6 Financiële en administratieve subsidievoorwaarden
8
4. Procedure
10
4.1 Beoordelingsprocedure
10
4.2 Beoordelingscriteria
11
4.3 Uitvoering
11
5. Contact en overige informatie
12
5.1 Contact
12
5.2 Overige informatie
12
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
2
1.
Inleiding
1.1 Achtergrond
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) heeft het programma Van Afval
Naar Grondstof (VANG) ontwikkeld om de transitie naar Circulaire Economie (CE)
te versnellen. Binnen dit kader wordt uitvoering gegeven aan het verbinden van
kennis en onderwijs met Circulaire Economie. Daartoe heeft I&M het
zogenoemde Onderzoek- en Opleidingsprogramma VANG (O&O VANG) opgezet.
Het programma heeft als doel voor specifieke materiaalstromen ketensluiting en
waardecreatie te bevorderen. Dit alles om het ontstaan van afvalstoffen te
voorkomen, grondstofbesparing en hoogwaardig hergebruik te stimuleren.
Kenmerk van het programma is de samenwerking van bedrijven en onderzoeken onderwijsinstellingen. Gezamenlijk wordt nieuwe kennis ontwikkeld voor
toepassing bij bedrijven en voor de ontwikkeling van het onderwijs.
Het PRO-VANG (Praktijkgericht Onderzoek Van Afval Naar Grondstof) programma
biedt samenwerkingsmogelijkheden voor bedrijfsleven en kennisinstellingen en
hogescholen. De activiteiten van het programma zijn gericht op kennisontwikkeling
en -benutting, met focus op het thema Circulaire Economie. Specifiek wordt
onderzoek gedaan naar de transitie naar circulaire materiaalstromen, zoals
metalen, kunststoffen, rubber en biotische afvalstromen. Het programma
stimuleert de kennisontwikkeling van circulair ontwerp, technologie, proces- en
systeeminnovatie. Eveneens wordt binnen het programma gewerkt aan de
ontwikkeling van opleidingsagenda’s en kennisoverdracht, zodat de opgebouwde
kennis wordt toegepast in het onderwijs en de praktijk.
Het programma PRO-VANG bestaat uit de KIEM-VANG regeling en een landelijk
PRO-VANG platform. Deze call for proposals beschrijft de KIEM-VANG regeling.
Het PRO-VANG programma is gericht op:
•
vernieuwing van de beroepspraktijk bij mkb-ondernemingen en publieke
instellingen waar het gaat om vraagstukken en oplossingen op het gebied
van Circulaire Economie;
•
vernieuwing van het onderwijs als uitkomst van het praktijkgericht
onderzoek;
•
versterking van de kennispositie wat betreft het onderwerp Circulaire
Economie en kennisbenutting bij lectoraten, onderzoekers en
ondernemers;
•
realisatie van duurzame innovatietrajecten bij mkb-ondernemingen en
instellingen.
1.2 Beschikbaar budget
Voor deze call for proposals is maximaal € 820.000 subsidie beschikbaar.
1.3 Geldigheidsduur call for proposals
Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf de publicatiedatum tot 10 november
2017, 14.00 uur CET. Zie hiertoe ook paragraaf 3.3.
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
3
2.
Doel
Het programma heeft als doelstelling het bevorderen van ketensluiting en
waardecreatie voor specifieke materiaalstromen. Dit alles om het ontstaan van
afvalstoffen te voorkomen en grondstofbesparing en hoogwaardig hergebruik te
stimuleren. Specifiek kan praktijkgericht onderzoek worden gedaan naar de
transitie naar circulaire materiaalstromen voor metalen, kunststoffen, rubber,
nutriënten, bouwmaterialen en biotische afvalstromen.
Met de KIEM-VANG regeling worden ondernemers en onderzoekers in staat
gesteld samen te werken aan praktijkgericht onderzoek gericht op concrete
innovaties op het gebied van circulaire economie die bijdragen aan de VANGdoelstellingen van I&M. De afkorting KIEM staat voor Kennis Innovatie Mapping
in het mkb, het bevorderen van kenniscirculatie tussen hogescholen en
ondernemingen. De regeling is gericht op het ondersteunen van kleine,
doelgerichte onderzoeksprojecten die concrete kansen voor een Circulaire
Economie benutten.
KIEM heeft als doel het opzetten en stimuleren van samenwerkingsverbanden
tussen kennisinstellingen en het mkb. Binnen een KIEM-aanvraag kunnen een
onderzoeker van een hogeschool en minimaal twee mkb-ondernemingen een
langduriger samenwerkingsverband opzetten. Binnen de KIEM-aanvragen is het
noodzakelijk de kennisvraag van private partijen (bedrijven), eventueel aangevuld
met publieke organisaties (gemeenten, waterschappen), nader te articuleren.
Mogelijke uitkomsten van KIEM-projecten zijn: gezamenlijke projectvoorstellen,
bijeenkomsten, (business)modellen, demonstrator, prototype(n), werkwijze,
proces, platform, instrumenten, etc.
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
4
3.
Richtlijnen voor aanvragers
3.1 Wie kan subsidie aanvragen
De aanvrager dient een door de overheid bekostigde hogeschool te zijn, zoals
bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek (WHW).
Het College van Bestuur (CvB) van de penvoerende hogeschool benoemt een
medewerker die als aanvrager verantwoordelijk is voor het indienen van het
voorstel. In de aanvraag is de projectleider benoemd (medewerker hogeschool)
die namens de hogeschool het aanspreekpunt is voor Regieorgaan SIA.
De aanvraag dient te zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van een lector, of
een anderszins aan de hogeschool verbonden senior onderzoeker. De lector of
senior onderzoeker kan ook als projectleider optreden.
De penvoerder draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het project
en het projectmanagement, inclusief de inhoudelijke samenhang, de voortgang,
de resultaten en de financiële (eind)verantwoording van het project.
De penvoerder ontvangt alle correspondentie met betrekking tot het project en is
verantwoordelijk voor de verspreiding van de relevante informatie onder de leden
van het samenwerkingsverband.
3.2 Wanneer kan worden aangevraagd
Reguliere aanvragen
Met ingang van december 2016 kunnen aanvragen voor KIEM-VANG subsidies
doorlopend worden ingediend bij Regieorgaan SIA (zie ook paragraaf 3.6) tot 10
november 2017, 14.00 uur CET. Aanvragen die na de sluitingsdatum worden
ingediend worden niet in behandeling genomen.
Echter, wanneer de beschikbare middelen vóór 10 november 2017 zijn uitgeput,
zal deze call for proposals op dat moment worden gesloten.
De beoordeling van aanvragen vindt periodiek plaats. Deze perioden staan op de
website van Regieorgaan SIA gecommuniceerd.
Aanvragen in het kader van het NWO onderzoeksprogramma Gesloten Kringlopen
Hogescholen kunnen onder voorwaarden de KIEM-VANG regeling inzetten om
te participeren in projectaanvragen bij het NWO onderzoeksprogramma Gesloten
Kringlopen (GK). De deadline voor het indienen van deze aanvragen is 7 februari
2017, 14.00 uur CET. Meer informatie over deze call is te vinden op
www.nwo.nl/geslotenkringlopen.
De voorwaarden en werkwijze voor deelname van hogescholen aan deze NWO
call zijn als volgt.
•
Het is verplicht het uit te voeren hogeschoolonderzoek-gedeelte in te
dienen met een vooraanmelding bij Regieorgaan SIA. De sluitingsdatum
hiervoor is dinsdag 10 januari 2017, 14.00 uur CET. De vooraanmelding
gebeurt online, via ISAAC (aanvraag- en rapportagesysteem), door het
aanleveren van het reguliere KIEM-VANG 2 aanvraagformulier, het
projectvoorstel en de begroting.
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
5
•
De onderzoeksactiviteiten moeten betrekking hebben op het
toetsingskader en de criteria KIEM-VANG, zie paragraaf 4.2. Het betreft
onderzoek dat leidt tot reductie van één van de afvalstromen: metaal,
kunststof, bouwmaterialen, biotische materialen en nutriënten.
•
De minimale totale kosten van de hogeschool bedragen € 90.000,
waarbij maximaal € 60.000 aan KIEM-VANG subsidie kan worden
aangevraagd. Het betreft een clustering van drie KIEM-VANG
aanvragen.
•
De programmacommissie KIEM-VANG brengt advies uit aan de directie
van Regieorgaan SIA op basis van deze vooraanmelding.
•
Bij positief advies: het hogeschoolonderzoeksvoorstel past binnen de
KIEM-VANG criteria, het voorstel kan geïntegreerd worden in de gehele
GK aanvraag.
•
Bij negatief advies: de commissie geeft helder aan welke punten
verbeterd moeten worden. Het hogeschoolonderzoeksvoorstel kan
zelfstandig en dus zonder aanspraak op een KIEM VANG bekostiging
worden opgenomen in de GK- aanvraag. Ofwel de hogeschool ziet af
van deelneming in de call GK.
•
De KIEM-VANG aanvraag wordt geïntegreerd in de gehele aanvraag
(wo-hbo) en wordt door de universiteit ingediend bij NWO en beoordeeld
conform de procedure zoals beschreven in de call GK.
•
Bij honorering door NWO van de gehele GK aanvraag, met een KIEMVANG goedgekeurde vooraanmelding van de hbo-component, zal
bekostiging van het hbo-onderdeel plaatsvinden via Regieorgaan SIA.
•
Indien de totale GK aanvraag - met een KIEM-VANG goedgekeurde
vooraanmelding van de hbo-component - wordt afgewezen, vervalt
eveneens de mogelijkheid om de hbo-component zelfstandig te
bekostigen vanuit de KIEM-VANG regeling.
3.3 Hoe wordt de aanvraag opgesteld en ingediend
De subsidieaanvraag bestaat uit de volgende onderdelen:
1) Het aanvraagformulier
Download het aanvraagformulier en het format voor de begroting vanuit ISAAC.
Vul de formulieren in. Sla deze op als (niet beveiligde) pdf en upload in ISAAC.
2) Projectvoorstel
Voeg een projectvoorstel toe volgens het format zoals dat in het aanvraagformulier staat beschreven. Onderdeel daarvan is onder andere een
activiteitenplan waaruit blijkt welke stappen worden gezet en welke partijen uit de
praktijk daarbij worden betrokken.
3) Begroting
Download het format voor de begroting vanuit ISAAC. Vul het formulier in en
onderteken het voorblad van het formulier. Sla voorblad en formulier op als (niet
beveiligde) pdf en upload in ISAAC.
Het aanvraagformulier, model projectvoorstel en begrotingsformat zijn
beschikbaar gesteld via ISAAC. Het is verplicht deze formulieren en modellen te
gebruiken. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
6
behandeling genomen. Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via
zijn/haar eigen ISAAC-account in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen
ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal een dag voor het indienen aan te
maken. Dit is om eventuele aanmeldproblemen nog op tijd te kunnen verhelpen.
Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de
ISAAC helpdesk.
Het inlogscherm ISAAC is bereikbaar via: www.isaac.nwo.nl
De handleiding ISAAC is bereikbaar via: www.isaac.nwo.nl/help
De ISAAC helpdesk is bereikbaar via: [email protected]
Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u online enkele aanvullende
gegevens in te voeren. Ruim hier voldoende tijd voor in.
3.4 Algemene subsidievoorwaarden
Voor alle aanvragen geldt de ‘Regeling subsidieverlening NWO’.
De maximaal aan te vragen subsidie is € 20.000 per aanvraag. De looptijd van
het project bedraagt minimaal 6 maanden en maximaal 12 maanden. Inzet van
subsidie buiten de looptijd van het project is niet mogelijk. Het project dient uiterlijk
binnen 6 weken na datum van het subsidiebesluit van start te gaan. Het project
kan ook niet eerder aanvangen dan de datum van het subsidiebesluit.
De subsidiegelden zijn uitsluitend bestemd voor het uitvoeren van praktijkgericht
onderzoek.
Uitgesloten zijn projectaanvragen die zich uitsluitend richten op deskundigheidsbevordering van personeel, het ontwikkelen van een nieuwe opleiding/curriculum
voor de hogeschool en/of behoren tot reguliere activiteiten van een hogeschool.
Subsidiëring van (deel)projectactiviteiten die reeds zijn gesubsidieerd vanuit
andere bronnen, is niet mogelijk.
De penvoerder is verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de
samenwerkingspartners over onder andere de rechten op producten of zaken die
binnen het project worden ontwikkeld (bijvoorbeeld intellectueel eigendom).
3.5 Specifieke subsidievoorwaarden
Bij aanvang van het KIEM-project heeft het samenwerkingsverband zich middels
ondertekening van de aanvraagformulieren verzekerd van deelname van het mkb
aan het project, eventueel aangevuld met publieke organisaties. Voor de
betrokkenheid van het mkb als projectdeelnemer geldt als voorwaarde bij
indiening van het projectvoorstel een deelname van minimaal twee mkbondernemingen.
Mkb-ondernemingen die participeren in de aanvraag behoren aan de volgende
criteria te voldoen:
•
er is sprake van een onderneming, te weten: een eenheid, ongeacht haar
rechtsvorm, die een economische activiteit uitvoert;
•
•
de onderneming staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;
de deelname is gericht op het bewerkstelligen van innovatie en
economische groei van de betreffende onderneming.
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
7
Een bovengrens is vastgesteld: bedrijven boven de 250 werknemers of met een
hogere jaaromzet dan € 50 mln, komen niet in aanmerking. Zzp’ers kunnen
deelnemen aan een aanvraag als zij deel uitmaken van een collectief dat zich
aantoonbaar richt op economische groei en/of innovatie.
De deelnemers binnen het project dragen bij aan het project. Deze cofinanciering
bedraagt minimaal € 10.000, waarvan minimaal € 5.000 afkomstig is vanuit het
mkb. Voor een maximale subsidieaanvraag bedraagt de projectomvang dus
minimaal € 30.000. De cofinanciering kan zowel in cash als in kind (op geld
waardeerbare zaken, uren, natura) plaatsvinden. De omvang van de
cofinanciering dient bij de aanvraag opgegeven te worden.
3.6 Financiële en administratieve subsidievoorwaarden
De projectkosten die gefinancierd kunnen worden, betreffen de noodzakelijke,
rechtstreeks aan de uitvoering van een project toe te rekenen gemaakte en/of
betaalde kosten gebaseerd op kostprijs, inclusief eventuele niet-verrekenbare
btw. De volgende kostenposten worden onderscheiden:
Loonkosten hogeschool
•
Een berekening van de uurtarieven van de hogeschool gebaseerd op de
door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geaccordeerde
Integrale KostPrijs-methodiek, zie voor informatie de website van RVO:
www.rvo.nl/subsidies-regelingen/subsidiespelregels/subsidiabele-kostenalgemeen/integrale-kostensystematiek. Indien u van deze methodiek
gebruik maakt, dient u de eigen verklaring integrale kostensystematiek
en het tarievenoverzicht, zoals berekend op basis van de eigen
verklaring integrale kostensystematiek, bij te voegen bij de begroting.
•
Het uurtarief van de hogeschool wordt berekend op basis van het
brutoloon van de betreffende medewerker(s) verhoogd met sociale lasten
en eventuele overhead (maximaal 25% van het loon inclusief sociale
lasten). Dit bedrag dient te worden gedeeld door 1.650 uur (bij een
fulltime dienstverband) om het uurtarief te bepalen.
of
Kosten studenten
Het is toegestaan studenten, verbonden aan de hogeschool, voor het project in te
zetten en de kosten hiervan binnen het project op te voeren. Indien de inzet van
de studenten geschiedt als onderdeel van de opleiding (de studenten dienen in dat
geval ook studiepunten te krijgen voor de activiteiten), dan is enkel de
stagevergoeding zoals gebruikelijk binnen de instelling declarabel. Indien de
studenten extra-curriculair ingezet worden in het project, dan kunnen zij maximaal
voor 250 uur per persoon per projectjaar ten laste van het project gebracht
worden. Uitsluitend de werkelijke, aan de studenten uitbetaalde, bedragen kunnen
als kosten voor de inzet van studenten binnen het project opgevoerd worden. In
alle gevallen geldt een maximaal uurtarief van € 25. Uren en uurtarieven boven de
genoemde maxima kunnen niet als projectkosten worden opgevoerd. Aan het
aantal in te zetten studenten in het project is geen maximum verbonden.
Inhuur externe expertise en materiële kosten
Maximaal 25% van het subsidiebedrag kan ten bate komen aan de kosten van
de inhuur van externe expertise en/of materiële kosten.
Bij de inhuur van externe expertise is de bepaling van het uurtarief in principe vrij.
De externe expertise kan afkomstig zijn van partners in het samenwerkingsverband (zijnde geen hogeschool) dan wel kennistoeleveranciers buiten het
samenwerkingsverband. In dit laatste geval dient de offerte goedgekeurd te
worden door de penvoerder.
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
8
Materiële kosten betreffen de aan de uitvoering van het project verbonden kosten
als verbruik van materialen, hulpmiddelen, prototypes, testopstellingen en overige
kosten zoals reis- en verblijfkosten en publicaties. Aanschaffingen van machines
en apparatuur kunnen niet tot de projectkosten worden gerekend. Voor machines
en apparatuur kunnen slechts de aan het project toe te rekenen afschrijvingskosten of leasetermijnen worden opgevoerd. Afschrijvingstermijnen dienen te
worden berekend op basis van de historische aanschafprijs exclusief
financieringskosten, een lineaire afschrijvingsmethode en een levensduur van vijf
jaar. Opvoering van kosten voor gebruik van apparatuur ouder dan vijf jaar is dus
niet mogelijk.
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
9
4.
Procedure
4.1 Beoordelingsprocedure
De NWO-code Belangenverstrengeling is van toepassing voor alle bij de
beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen en medewerkers.
KIEM-VANG kent een korte en schriftelijke procedure. Vanaf het moment van
indienen is het streven een KIEM-aanvraag binnen acht weken af te handelen.
De procedure bestaat uit de volgende stappen:
Stap 1: indiening aanvraag via ISAAC
Stap 2: ontvankelijkheidtoets
Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. Als de aanvraag
binnenkomt, controleert Regieorgaan SIA of alle benodigde stukken (aanvraagformulier, begroting en projectplan) volledig zijn ingevuld en aangeleverd. Als dat
niet het geval is, krijgt de aanvrager één mogelijkheid om binnen de gestelde
termijn de ontbrekende gegevens aan te vullen. Alleen volledige aanvragen
worden in behandeling genomen.
De programmamanager van Regieorgaan SIA stelt vast of de aanvraag voldoet
aan de formele eisen van de KIEM-VANG 2 call for proposals. Aanvragen die hier
niet aan voldoen, worden niet in behandeling genomen. Hierbij gaat het om de
onderstaande eisen.
•
•
De aanvraag is ingediend door een hogeschool (zie paragraaf 3.1).
•
De projectbegroting voldoet aan de onder paragrafen 3.4 t/m 3.6 van
deze call gestelde voorwaarden.
Het samenwerkingsverband bestaat uit minstens één onderzoeker en
minstens twee mkb-ondernemingen, eventueel aangevuld met een
publieke organisatie.
Stap 3: beoordeling commissie
De aanvragen worden vervolgens in behandeling genomen door de VANGprogrammacommissie. Deze commissie bestaat uit onafhankelijke experts
afkomstig uit de onderzoekswereld en de praktijk. De programmacommissie stelt
vast of de aanvraag inhoudelijk binnen het PRO-VANG programma past en
beoordeelt de aanvragen conform de criteria in paragraaf 4.2. Aanvragen die
voldoen aan de gestelde criteria worden voorgedragen voor honorering.
Stap 4: besluitvorming
Het VANG-programmacommissie-advies tot al dan niet honorering van de
aanvraag wordt ter accordering voorgelegd aan de directeur van Regieorgaan
SIA, onder mandaat van het bestuur van Regieorgaan SIA. De directeur toetst de
procedure die tot het advies heeft geleid en neemt het definitieve besluit over
goedkeuring of afkeuring, op basis van het advies van de programmacommissie.
Stap 5: uitslag
Het subsidiebesluit wordt schriftelijk meegedeeld, in geval van honorering
inhoudende een subsidiebesluit en in geval van niet-honorering inhoudende een
afwijzingsbesluit. In een bezwaarprocedure is voorzien. Informatie hierover vindt u
op de website van NWO.
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
10
4.2 Beoordelingscriteria
Aanvragen worden getoetst aan de hand van de volgende beoordelingscriteria.
1. De bijdrage aan het sluiten van de materiaalketen.
2. Het voorkomen van afvalstoffen en het stimuleren van
grondstofbesparing.
3. Het creëren van hoogwaardig hergebruik en toegevoegde waarde.
Het onderzoek betreft de transitie naar circulaire materiaalstromen, voor
metalen, kunststoffen, rubber en biotische afvalstromen.
4.3 Uitvoering
Wijzigingsverzoeken
Praktijkgericht onderzoek kan soms tijdens de uitvoering door verschillende
factoren tot wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke plan van aanpak
leiden. Voor iedere substantiële inhoudelijke wijziging en/of budgettaire afwijking
van het gesubsidieerde projectvoorstel is schriftelijke toestemming van
Regieorgaan SIA vereist. Onder substantiële wijzigingen/afwijkingen worden in
ieder geval, maar niet uitsluitend, verstaan:
•
•
•
•
•
•
iedere wijziging in de looptijd van het project;
budgettaire afwijkingen groter dan € 5.000;
de toe- en/of uittreding van samenwerkingspartners;
wijziging van projectleider;
wijziging van lector of betrokken onderzoekers;
inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de projectaanvraag.
De penvoerder is gehouden Regieorgaan SIA, via ISAAC, zo spoedig en volledig
mogelijk te informeren ten aanzien van bovenbedoelde wijzigingen/afwijkingen.
Indien Regieorgaan SIA niet kan instemmen met een voorgelegde
wijziging/afwijking, dan zal het met de penvoerder in overleg treden. Wijziging van
de contactpersoon of diens gegevens dienen direct te worden doorgegeven.
Eindrapportage
Het project wordt afgerond met de oplevering van een eindrapportage.
Deze eindrapportage bestaat uit 1) een inhoudelijke eindrapportage, inclusief een
overzicht van prestatie-indicatoren, 2) een financiële rapportage van het project
conform format projectbegroting. Afwijkingen tussen de financiële eindrapportage
(realisatie) en oorspronkelijke projectbegroting dienen door de penvoerder te
worden onderbouwd. De penvoerder levert de twee onderdelen van de
eindrapportage binnen acht weken na de einddatum van het project bij het
Regieorgaan SIA aan.
Voor zowel de eindrapportage als eventuele wijzigingsverzoeken dient gebruik te
worden gemaakt van de formats die via ISAAC beschikbaar worden gesteld.
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
11
5.
Contact en overige informatie
5.1 Contact
Inhoudelijke vragen
Voor inhoudelijke vragen over deze call for proposals, aanvullende informatie over
de indieningsprocedure en -voorwaarden en/of eventuele overige vragen kan
contact worden opgenomen met:
ir. Rolf Bossert, programmamanager
tel. +31 (0)6 51319063
e-mail: [email protected]
Technische vragen over ISAAC
Bij technische vragen betreffende het gebruik van ISAAC neemt u contact op met
de ISAAC helpdesk. Leest u alstublieft eerst de handleiding voordat u de helpdesk
om raad vraagt.
Bereikbaarheid ISAAC helpdesk: van maandag t/m vrijdag van 11.00 tot 17.00
uur, telefoonnummer 0900 - 696 47 47. Helaas ondersteunen niet alle
buitenlandse providers het bellen naar 0900-nummers. U kunt ook uw vraag per
e-mail sturen aan [email protected].
Bezoekadres
Van Vollenhovenlaan 661
3527 JP Utrecht
Tel. +31 (0)30 633 14 56
5.2 Overige informatie
Op de pagina van het KIEM programma is de meest recente informatie
te vinden.
KIEM-VANG 2 Handleiding call 2017
Versie december 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
12