Transcript RAAK-PRO

Call for proposals
RAAK-PRO
Handleiding 2016 versie 1.0
Documentnummer: SIA.2016.S053
Utrecht, mei 2016
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (onderdeel van NWO)
Inhoud
1.
Inleiding ............................................................................................................ 3
1.1 Achtergrond................................................................................................... 3
1.2 Beschikbaar budget....................................................................................... 3
1.3 Nieuw in 2016: intentieverklaring ................................................................... 3
1.4 Geldigheidsduur call for proposals ................................................................ 4
2.
Doel .................................................................................................................. 5
3.
Richtlijnen voor aanvragers ............................................................................ 6
3.1 Wie kan subsidie aanvragen? .................................................................... 6
3.2 Wat kan worden aangevraagd? ................................................................. 6
3.3 Wanneer kan worden aangevraagd? ........................................................... 7
3.4 Hoe wordt de intentieverklaring en de definitieve aanvraag opgesteld? ....... 7
3.5 Specifieke subsidievoorwaarden .................................................................. 8
3.6 Financiële en administratieve subsidievoorwaarden .................................... 8
3.7 Het indienen van een aanvraag .................................................................. 10
4.
Beoordelings- en uitvoeringsprocedure ...................................................... 11
4.1 Beoordelingsprocedure ............................................................................... 11
4.2 Uitvoering .................................................................................................... 13
4.3 Afronding ..................................................................................................... 13
4.4 Beoordelingscriteria .................................................................................... 14
4.5 Weging ........................................................................................................ 15
5.
Contact en overige informatie ...................................................................... 16
5.1 Contact ........................................................................................................ 16
5.2 Overige informatie ....................................................................................... 16
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
2
1. Inleiding
1.1 Achtergrond
Het versterken van de innovatiekracht van het mkb en de publieke sector is een speerpunt in
het Nationale en Europese beleid. In de Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek
en Wetenschap, Kwaliteit in verscheidenheid, stelt het kabinet dat het praktijkgericht
onderzoek van hogescholen daarbij een essentiële schakel vormt.
Het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (hierna Regieorgaan SIA) heeft
als taak om de ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek van hogescholen te stimuleren
en voert daartoe de RAAK-regelingen uit.
Met de regeling RAAK-PRO worden hogescholen gefinancierd voor het uitvoeren van
praktijkgericht onderzoek, als middel tot het vernieuwen van het onderwijs en de
beroepspraktijk. Het onderzoek is geworteld in de beroepspraktijk. De vraagstellingen
worden ingegeven door de professionele praktijk (‘real life’-situaties). Het onderzoek
genereert vervolgens kennis, inzichten en producten die bijdragen aan het oplossen van de
problemen in de beroepspraktijk en/of aan de ontwikkeling van deze beroepspraktijk. Het
onderzoek draagt zorg voor de toepassing van de resultaten in de beroepspraktijk en in het
onderwijs.
Het onderzoek is methodologisch verantwoord en daarnaast sterk gebonden aan de
toepassingscontext. Dit betekent dat bij beoordeling van onderzoeksvoorstellen zowel
wetenschappelijke criteria als ook criteria uit de context (beroepspraktijk) een rol spelen.
De gegenereerde kennis en inzichten moeten niet alleen geldig en betrouwbaar zijn, maar
ook maatschappelijk robuust.
De resultaten van het onderzoek zijn praktisch bruikbare, creatieve en innovatieve
oplossingen voor de beroepspraktijk. Het onderzoek levert daarnaast een aantoonbare
bijdrage aan de vernieuwing van het hoger beroepsonderwijs.
Belangrijk aandachtspunt is de borging van de structurele interactie tussen onderwijs en
onderzoek binnen een hogeschool. RAAK-PRO ondersteunt hogescholen in de realisatie
van hun profileringsagenda en de ambitie om daarbij aan te sluiten op regionale, en
bovenregionale economische en maatschappelijke ontwikkelingen.
1.2 Beschikbaar budget
Het beschikbare budget voor deze call is € 9,8 miljoen. Per RAAK-PRO project kan
maximaal € 700.000,- worden aangevraagd.
1.3 Nieuw in 2016: intentieverklaring
De RAAK-PRO regeling werkt deze ronde met een verplichte intentieverklaring. Met de
intentieverklaring drukt een consortium (i.o.) de intentie tot het indienen van een aanvraag
uit. De intentieverklaring vervangt de eerder gehanteerde vooraanmelding. In tegenstelling
tot de vooraanmelding zal de intentieverklaring niet worden beoordeeld.
De intentieverklaring dient om inzicht te krijgen in de onderwerpen van de voorgenomen
aanvragen en verdeling daarvan en om partijen op onderwerp met elkaar in contact te
brengen. Dit laatste kan gaan om consortia die met verschillende aanvragen op hetzelfde
onderwerp of aanverwante onderwerpen bezig zijn, of om derden die aansluiting bij
voorgenomen aanvragen zoeken. Hiertoe worden de intentieverklaringen gepubliceerd op de
website van Regieorgaan SIA.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
3
1.4 Geldigheidsduur call for proposals
Op 14 juni 2016, uiterlijk 14.00 uur ’s middags, Nederlandse tijd, dienen intentieverklaringen
voor RAAK-PRO te worden ingediend.
De definitieve RAAK-aanvragen dienen op 15 november uiterlijk 14.00 uur ’s middags,
Nederlandse tijd, te worden ingediend.
Intentieverklaringen en aanvragen kunnen naar keuze in het Engels of Nederlands worden
ingediend.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
4
2. Doel
RAAK-PRO wil de verdere professionalisering van de programmatische aanpak voor het
praktijkgericht onderzoek van hogescholen stimuleren. Onderzoek dat meerwaarde laat
ontstaan door nieuwe kennis en inzichten op een systematische en structurele wijze te
vertalen naar nieuwe theorieën en methoden, die dienstig zijn aan de onderwijs- en
beroepspraktijk.
De regeling RAAK-PRO is tevens bedoeld om de samenwerking te bevorderen tussen
hogescholen en andere kennisinstellingen. De samenwerking is gericht op de ontwikkeling
van kennis en de toepassing van deze kennis in de praktijk.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
5
3. Richtlijnen voor aanvragers
3.1 Wie kan subsidie aanvragen?
De aanvrager dient een door de overheid bekostigde hogeschool te zijn, zoals bedoeld in
artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Het College van Bestuur (CvB) van de penvoerende hogeschool benoemt de projectleider
(medewerker hogeschool) die namens de hogeschool het aanspreekpunt is voor
Regieorgaan SIA.
De aanvraag dient te zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van een lector, of een
anderszins aan de hogeschool verbonden senior onderzoeker. De lector of senior
onderzoeker kan ook als projectleider optreden.
De penvoerder draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het project en het
projectmanagement, inclusief de inhoudelijke samenhang, de voortgang, de resultaten en de
financiële (eind)verantwoording van het project. De penvoerder ontvangt alle
correspondentie met betrekking tot het project en is verantwoordelijk voor de verspreiding
van de relevante informatie onder de leden van het consortium en deelnemers aan het
project.
Binnen het project vormt de hogeschool en/of vormen de hogescholen een consortium met
twee of meerdere organisaties en instellingen vanuit de beroepspraktijk. Het consortium kan
aangevuld worden met andere kennisinstellingen. Regieorgaan SIA gaat er vanuit dat de
penvoerder en de projectdeelnemers afspraken maken over het nakomen van de onderlinge
toezeggingen en verplichtingen en deze afspraken vastleggen in een
(consortium)overeenkomst. In het consortium nemen partners deel die een aansturende rol
vervullen, naast een eventueel uitvoerende rol. Bij aanvang van het project heeft het
consortium zich middels ondertekening van de aanvraagformulieren verzekerd van
deelname van beroepspraktijk (in casu het mkb, ofwel de instellingen uit de publieke sector)
aan het project.
RAAK-PRO richt zich op de versterking van de infrastructuur voor onderzoek bij
hogescholen. In geval een promotieonderzoek deel uitmaakt van het project dan dient de
voor het onderzoek verantwoordelijke lector als copromotor op te treden en voor de
begeleiding van de promovendus te zorgen.
3.2 Wat kan worden aangevraagd?
De maximaal aan te vragen subsidieomvang is € 700.000,-. De duur van het project is
maximaal vier jaar. Inzet van subsidie buiten de looptijd van het project is niet mogelijk.
Ter versterking van het Nederlandse kennis- en innovatiesysteem neemt Regieorgaan SIA,
als onderdeel van NWO, deel aan het topsectorenbeleid van de overheid. Dit beleid
stimuleert binnen negen sectoren samenwerking tussen bedrijven, onderzoekers en
overheid. NWO brengt de verschillende partijen bij elkaar om onderzoeksprogramma’s te
ontwikkelen. Regieorgaan SIA draagt bij aan de NWO-propositie door hogescholen expliciet
uit te nodigen aanvragen in te dienen die aansluiten bij de Kennis- en Innovatieagenda’s en
roadmaps die verzorgd worden door de Topconsortia Kennis en Innovatie (TKI’s) van de
topsectoren. Voor meer informatie: www.nwo.nl/beleid/topsectoren
Daarnaast is de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) van groot belang voor de
ontwikkeling van al het onderzoek in Nederland. De NWA is gebaseerd op 140 vragen op
hoog niveau aan de wetenschap. Door dit landschap aan vragen zijn routes gedefinieerd die
disciplines aan de vragen en aan elkaar verbinden. Regieorgaan SIA erkent het potentiële
belang van de NWA voor de vormgeving van het onderzoek in Nederland in de toekomst en
verzoekt daarom hogescholen aanvragen in te dienen die aansluiten bij de NWA. Voor meer
informatie: www.wetenschapsagenda.nl
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
6
Bij de beoordeling blijft de kwaliteit leidend voor de toekenning van middelen.
De subsidiegelden zijn uitsluitend bestemd voor het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek
conform de gesubsidieerde projectaanvraag.
De deelnemers binnen het project dragen bij aan het project. Deze cofinanciering dient ten
minste 30% van de totale projectkosten te bedragen. De cofinanciering kan zowel in-cash als
in-kind (op geld waardeerbare zaken, uren, natura) plaatsvinden. De omvang van de
cofinanciering dient bij de aanvraag opgegeven te worden. De RAAK-PRO begroting bestaat
uit een deelbegroting voor fase 1, betreffende het eerste en tweede jaar en een
deelbegroting voor fase 2, betreffende het derde en vierde jaar. Het cofinancieringspercentage is per fase 30%.
Subsidiëring van (deel)projectactiviteiten die reeds zijn gesubsidieerd vanuit andere
bronnen, is niet mogelijk. Wel is het mogelijk om naast RAAK-subsidie andere
stimuleringsgelden als cofinanciering in te brengen in het project mits duidelijk wordt
aangegeven welke subsidie voor welke (deel)activiteit wordt ingezet en mits dit vanuit de
andere regeling voor stimuleringsgelden is toegestaan.
Herindiening van projectaanvragen die bij eerdere indieningsrondes niet zijn gesubsidieerd,
is toegestaan. Als er sprake is van een herindiening, is het verplicht dit bij het indienen van
de aanvraag aan te geven.
Uitgesloten zijn projectaanvragen:
•
die zich uitsluitend richten op deskundigheidsbevordering van personeel, het
ontwikkelen van een nieuwe opleiding/curriculum voor de hogeschool en/of
behoren tot reguliere activiteiten van een hogeschool.
•
indien de deelnemende organisaties behoren bij een hogeschool of een
substantieel belang hebben van personeel van een hogeschool of hun directe
familieleden.
3.3 Wanneer kan worden aangevraagd?
De deadline voor het indienen van aanvragen voor de call is aangegeven in paragraaf 1.4.
Aanvragen kunnen na de deadline niet meer worden verbeterd of aangevuld.
3.4 Hoe wordt de intentieverklaring en de definitieve aanvraag opgesteld?
Intentieverklaringen en definitieve aanvragen worden ingediend via het online aanvraag- en
rapportagesysteem ISAAC. Ze dienen conform de modellen in ISAAC te worden opgesteld.
Definitieve aanvragen worden in behandeling genomen wanneer:
•
Inhoudelijk de definitieve aanvraag in lijn is met de eerder ingediende
intentieverklaring.
•
Het voorstel is opgesteld conform het model, inclusief de volledig ingevulde lijst met
prestatie-indicatoren.
•
Het aanvraagformulier volledig is ingevuld en ondertekend door alle
consortiumpartners.
•
Het begrotingsformat met kostenonderbouwing, aangevraagde subsidie en
cofinanciering volledig is ingevuld .
Het formulier intentieverklaring, aanvraagformulier, model projectvoorstel, begrotingsformat
en overige formulieren worden minimaal zes weken voor de deadline in het online aanvraagen rapportagesysteem ISAAC beschikbaar gesteld. Het is verplicht deze formulieren en
modellen te gebruiken.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
7
3.5 Specifieke subsidievoorwaarden
Het project dient te worden gestart uiterlijk zes maanden na toekenning van de subsidie. Bij
eventueel voortijdig afbreken bepaalt Regieorgaan SIA of de subsidie – geheel of ten dele –
moet worden gerestitueerd.
De penvoerder is verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de consortiumpartners
over onder andere de rechten op producten of zaken die binnen het project worden
ontwikkeld (bijvoorbeeld intellectueel eigendom en knowhow).
Onderzoeksresultaten tot stand gekomen met RAAK-subsidie dienen zo veel en zo spoedig
mogelijk voor het publiek en voor verder onderzoek toegankelijk te zijn. Met het oog op te
verwachten exploitatierechten op onderzoeksresultaten kan de penvoerder de publicatie van
onderzoeksresultaten uitstellen tot maximaal negen maanden na de totstandkoming
daarvan.
Met het oog op een optimale verspreiding, respectievelijk toepassing van de resultaten van
publiek gesubsidieerd onderzoek dient de penvoerder, voorafgaand aan de uitvoering van
het onderzoek er zorg voor te dragen dat, in geval het onderzoek (mede) wordt uitgevoerd
door personen die geen dienstverband hebben met de instelling, deze personen schriftelijk
afzien van eventuele eigendomsrechten op de onderzoeksresultaten.
Mkb-ondernemingen die participeren in de aanvraag behoren aan de volgende criteria te
voldoen:
•
Er is sprake van een onderneming, te weten: een eenheid, ongeacht haar
rechtsvorm, die een economische activiteit uitvoert.
•
•
De onderneming moet ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel.
De deelname moet gericht zijn op het bewerkstelligen van groei van de betreffende
onderneming.
Een bovengrens is vastgesteld: bedrijven boven de 250 werknemers of met een hogere
jaaromzet dan 50 miljoen euro, komen niet in aanmerking.
Zzp’ers kunnen deelnemen aan een aanvraag wanneer zij deel uitmaken van een collectief
dat zich aantoonbaar richt op economische groei en/of vernieuwing van het vakgebied.
De NWO Regeling subsidies zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 1 december 2015 is
van toepassing. In het subsidieverleningsbesluit en de bijlage bij het
subsidieverleningsbesluit worden verplichtingen en nadere bepalingen opgenomen ten
aanzien van de uitvoering van het project.
Het beleid van NWO inzake Misbruik & Oneigenlijk gebruik is van toepassing.
De bezwaarprocedure is te vinden op de website van NWO.
3.6 Financiële en administratieve subsidievoorwaarden
De projectkosten die met subsidie gefinancierd kunnen worden, betreffen de noodzakelijke,
rechtstreeks aan de uitvoering van een project toe te rekenen gemaakte en/of betaalde
kosten gebaseerd op kostprijs, inclusief eventuele niet-verrekenbare btw.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
8
De volgende kostenposten kunnen worden opgevoerd als projectkosten:
Loonkosten hogeschool
•
Een berekening van de uurtarieven van de hogeschool gebaseerd op de door
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geaccordeerde Integrale
Kostensystematiek, zie voor informatie de website van RVO: www.rvo.nl/subsidiesregelingen/subsidiespelregels/subsidiabele-kosten-algemeen/integralekostensystematiek. Indien u van deze systematiek gebruik maakt, dient u de eigen
verklaring integrale kostensystematiek en het tarievenoverzicht, zoals berekend op
basis van de eigen verklaring integrale kostensystematiek, bij te voegen bij de
begroting.
•
Het uurtarief van de hogeschool wordt berekend op basis van het brutoloon van de
betreffende medewerker(s) verhoogd met sociale lasten en eventuele overhead
(maximaal 25% van het loon inclusief sociale lasten). Dit bedrag dient te worden
gedeeld door 1.650 uur (bij een fulltime dienstverband) om het uurtarief te bepalen.
of
Kosten studenten
Het is toegestaan studenten, verbonden aan de hogeschool, voor het project in te zetten en
de kosten hiervan binnen het project op te voeren. Indien de inzet van de studenten
geschiedt als onderdeel van de opleiding (de studenten dienen in dat geval ook studiepunten
te krijgen voor de activiteiten), dan is enkel de stagevergoeding zoals gebruikelijk binnen de
instelling declarabel. Indien de studenten extra-curriculair ingezet worden in het project, dan
kunnen zij maximaal voor 250 uur per persoon per projectjaar ten laste van het project
gebracht worden. Uitsluitend de werkelijke, aan de studenten uitbetaalde bedragen, kunnen
als kosten voor de inzet van studenten binnen het project opgevoerd worden. In alle gevallen
geldt een maximaal uurtarief van € 25,-. Uren en uurtarieven boven de genoemde maxima
kunnen niet als projectkosten worden opgevoerd. Aan het aantal in te zetten studenten in het
project is geen maximum verbonden.
Loonkosten partners (kennistoeleveranciers)
De bepaling van het uurtarief is in principe vrij. De partners kunnen kennistoeleveranciers
zijn binnen het consortium (zijnde geen hogeschool) dan wel kennistoeleveranciers buiten
het consortium. Indien het uitbesteding betreft aan kennistoeleveranciers buiten het
consortium dan dient de offerte goedgekeurd te worden door het consortium.
Materiële kosten
De aan de uitvoering van het project verbonden kosten als verbruik van materialen,
hulpmiddelen, prototypes, testopstellingen en overige kosten zoals reis- en verblijfkosten,
accountantskosten en kosten publicaties.
Aanschaffingen van machines en apparatuur kunnen niet tot de projectkosten
worden gerekend. Voor machines en apparatuur kunnen slechts de aan het project toe te
rekenen afschrijvingskosten of leasetermijnen worden opgevoerd. Afschrijvingstermijnen
dienen te worden berekend op basis van de historische aanschafprijs exclusief
financieringskosten, een lineaire afschrijvingsmethode en een levensduur van vijf jaar.
Opvoering van kosten voor gebruik van apparatuur ouder dan vijf jaar is dus niet mogelijk.
Regieorgaan SIA wenst geïnformeerd te worden over de voortgang en de resultaten van het
project. In het kader van de (inhoudelijke en financiële) verslaglegging verplicht de
penvoerder zich, namens het consortium, tot het ter beschikking stellen van alle (inhoudelijke
en financiële) informatie van het project en tot het verlenen van volledige medewerking aan
eventueel nader onderzoek.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
9
3.7 Het indienen van een aanvraag
Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC.
Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Een
hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen ISAAC-account in te
dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal
een dag voor het indienen aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te
kunnen verhelpen. Indien de hoofdaanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen
nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen.
Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u online enkele aanvullende gegevens in te
voeren. Ruim hier voldoende tijd voor in.
Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC
helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De
ISAAC helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op
telefoonnummer 0900-696 47 47. Helaas ondersteunen niet alle buitenlandse providers het
bellen naar 0900-nummers. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via
[email protected]. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie
U wordt verzocht de projectaanvraag en -registratie geheel en volledig in te vullen. Eveneens
wordt u gevraagd het projectplan, de begroting en het aanmeldingsformulier, voorzien van
alle benodigde handtekeningen, digitaal toe te voegen aan de aanvraag.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
10
4. Beoordelings- en uitvoeringsprocedure
4.1 Beoordelingsprocedure
Voor alle bij de beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen en medewerkers is de
NWO-code Belangenverstrengeling van toepassing.
De procedure bestaat uit de volgende stappen:
Stap 1: indiening intentieverklaring via ISAAC
De intentieverklaring dient om de beoordeling van ingediende volledige aanvragen voor te
bereiden en om geïnteresseerde derde partijen aan te laten sluiten bij voorgenomen RAAKPRO-aanvragen. Dit laatste wordt bevorderd door publicatie van de intentieverklaringen op
de website van Regieorgaan SIA. De intentieverklaring wordt niet inhoudelijk beoordeeld.
Stap 2: ontvankelijkheidtoets intentieverklaring
De intentieverklaring wordt na ontvangst gecontroleerd op tijdige indiening en juistheid ten
aanzien van volledigheid en vormvereisten. Indien de intentieverklaring hieraan voldoet,
wordt deze in behandeling genomen, wordt deze geregistreerd en krijgt deze een uniek
projectnummer. Dit projectnummer geldt als vast kenmerk voor alle verdere correspondentie,
inclusief de definitieve aanvraag.
Stap 3: indiening volledige aanvraag via ISAAC
U wordt verzocht het projectplan, de begroting en het aanvraagformulier, voorzien van alle
benodigde handtekeningen, digitaal toe te voegen aan de aanvraag. De aanvrager ontvangt
een ontvangstbevestiging van de aanvraag vanuit ISAAC.
Stap 4: ontvankelijkheidtoets volledige aanvraag
De volledige aanvraag wordt na ontvangst gecontroleerd op tijdige indiening en juistheid ten
aanzien van volledigheid en vormvereisten. Indien de projectaanvraag hieraan voldoet, wordt
deze in behandeling genomen. Voldoet de definitieve aanvraag volledig aan de eisen, dan
wordt de aanvraag ontvankelijk verklaard. De penvoerende hogeschool krijgt daarvan
bericht. Voldoet de projectaanvraag niet en is de deadline voor indiening nog niet
verstreken, dan wordt de penvoerder de mogelijkheid geboden aanvullende gegevens te
verstrekken. Indien de gegevens binnen de gestelde termijn worden aangeleverd en akkoord
worden bevonden, wordt de aanvraag alsnog ontvankelijk verklaard. De penvoerende
hogeschool krijgt daarvan bericht.
Indien deze gegevens niet binnen de gestelde termijn zijn verstrekt, wordt de aanvraag nietontvankelijk verklaard. De penvoerende hogeschool krijgt daarvan bericht.
Stap 5: Beoordeling van de aanvragen – referentencommentaar en weerwoord
Een definitieve aanvraag die in behandeling is genomen, wordt voorgelegd aan en
beoordeeld door de beoordelingscommissie.
De beoordelingscommissie beoordeelt de projecten op basis van de beoordelingscriteria in
paragraaf 4.2.
Referentencommentaar en weerwoord
De beoordelingscommissie legt de definitieve aanvragen ter becommentariëring voor aan
referenten. Per voorstel wordt commentaar gevraagd van drie referenten. Op basis van een
vastgesteld format wordt het voorstel door de referent becommentarieerd op de criteria
vraagarticulatie, netwerkvormingen en onderzoeksplan. Referenten hebben naast ervaring
en competentie t.a.v. onderzoek (design en methodiek) ook affiniteit met de beroepspraktijk.
Hogescholen kunnen zelf met suggesties komen voor referenten. De beoordelingscommissie
besluit welke referenten gevraagd worden. Het referentencommentaar wordt naar de
penvoerder gestuurd voor weerwoord. Het consortium heeft de mogelijkheid om een
schriftelijke reactie te geven op het referentencommentaar, die meegenomen wordt in de
verdere beoordeling (weerwoord).
Voorselectie
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
11
Voorselectie vindt alléén plaats indien het aantal aanvragen minimaal drie keer zo hoog is
als het aantal te honoreren aanvragen. Als hier niet aan voldaan wordt, worden alle
aanvragen zonder voorselectie naar externe referenten gestuurd. De reden voor voorselectie
is dat bij een grote aanvraagdruk het aantal te raadplegen referenten te omvangrijk is en de
kans van slagen voor veel kandidaten zeer gering is.
Voorselectie gebeurt op basis van de drie beoordelingscriteria (zie paragraaf 4.2). Bij
voorselectie beoordeelt de beoordelingscommissie alle aanvragen vergelijkenderwijs en
prioriteert deze naar kansrijkheid, zonder gebruik te maken van externe referenten. De minst
kansrijke kandidaten krijgen bericht dat de commissie hen niet beoogt te selecteren voor
verdere behandeling. Indien kandidaten een gegronde reden hebben om tegen het oordeel
van de commissie in te gaan, dan kan een gemotiveerde reactie naar Regieorgaan SIA
worden gestuurd. Naar aanleiding van de reactie kan de commissie de kandidaat eventueel
alsnog selecteren. Als de kandidaat niet wordt geselecteerd, ontvangt de kandidaat een
formeel afwijzingsbesluit over de aanvraag..
Beoordeling beoordelingscommissie
De beoordelingscommissie stelt het eindoordeel voor elke projectaanvraag afzonderlijk vast,
op basis van de projectaanvraag, het referentencommentaar en het weerwoord hierop van
de penvoerder. De beoordelingscommissie stelt haar definitieve beoordeling vast, inclusief
onderbouwing en een beschrijving van de door haar gevolgde werkwijze.
De beoordelingscommissie brengt advies uit aan het bestuur van Regieorgaan SIA. Op
grond van het advies van de beoordelingscommissie neemt het bestuur van Regieorgaan
SIA een besluit.
Stap 6: Besluitvorming
Het bestuur van Regieorgaan SIA toetst de gevolgde procedure en besluit op basis van het
advies van de beoordelingscommissie. De beschikbaarheid van middelen is bepalend voor
het aantal projectaanvragen dat voor subsidie in aanmerking komt.
Stap 7: Uitslag
Het subsidiebesluit van het bestuur van Regieorgaan SIA wordt schriftelijk meegedeeld, in
geval van honorering inhoudende een subsidieverleningsbesluit en in geval van niethonorering inhoudende een afwijzingsbesluit.
Regieorgaan SIA streeft er naar het definitieve besluit uiterlijk eenentwintig weken na de
datum van indiening bekend te maken. Na toekenning van de gelden is de uitvoering van
een gesubsidieerd project de verantwoordelijkheid van de penvoerende hogeschool namens
het consortium.
De subsidie wordt in vijf delen aan de penvoerende hogeschool beschikbaar gesteld:
•
20% van het totale subsidiebedrag binnen vier weken na het afgeven van het
subsidieverleningsbesluit;
•
20% van het totale subsidiebedrag binnen een jaar en vier weken na de startdatum
van het project;
•
20% binnen vier weken na het afgeven van het bericht van goedkeuring van de
midtermrapportage door Regieorgaan SIA;
•
25% van het totale subsidiebedrag binnen drie jaar en vier weken na de startdatum
van het project;
•
restantbetaling binnen vier weken na het afgeven van het besluit omtrent
vaststelling van het definitieve subsidiebedrag.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
12
4.2 Uitvoering
Binnen vier weken na afloop van het elk jaar van de looptijd, te rekenen vanaf de startdatum
van het project, dient de penvoerder bij Regieorgaan SIA een tussenrapportage in,
bestaande uit een inhoudelijke voortgangsrapportage, inclusief een overzicht van prestatieindicatoren.
Na het tweede jaar voert de beoordelingscommissie een midterm-evaluatie uit. De
rapportage hiervoor bestaat uit 1) een inhoudelijke voortgangsrapportage, inclusief een
overzicht van prestatie-indicatoren en de doorwerking; 2) een financiële rapportage van het
project conform format projectbegroting. Regieorgaan SIA toetst deze onderdelen van de
tussenrapportage op de gerealiseerde voortgang van het project.
Wijzigingen
Voor iedere substantiële inhoudelijke afwijking van het gesubsidieerde projectvoorstel is
schriftelijke toestemming van Regieorgaan SIA vereist. Wij vragen u voorgestelde
wijzigingsverzoeken toe te lichten op de volgende punten: 1) inhoud van de wijziging, 2)
reden van wijzigen, 3) mate waarop de wijziging van invloed is op de kwaliteit van het
project, en 4) in hoeverre de wijziging leidt tot andere resultaten dan beoogd.
Onder substantiële inhoudelijke afwijkingen worden in ieder geval, maar niet uitsluitend,
verstaan:
•
•
•
•
•
•
iedere wijziging in de looptijd van het project;
budgettaire afwijkingen groter dan € 10.000;
de toe- en/of uittreding van projectdeelnemers of projectmedewerkers;
wijziging van projectleider;
wijziging van lector of senior onderzoeker;
inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de gesubsidieerde projectaanvraag.
De penvoerder is gehouden Regieorgaan SIA zo spoedig en volledig mogelijk schriftelijk te
informeren ten aanzien van bovenbedoelde afwijkingen. Indien Regieorgaan SIA niet kan
instemmen met een voorgelegde afwijking, dan zal Regieorgaan SIA met de penvoerder in
overleg treden. Wijziging van de contactpersoon of diens gegevens dienen direct aan
Regieorgaan SIA te worden doorgegeven. Eventuele afwijkingen van het bovengestelde
dienen in overleg met Regieorgaan SIA te worden overeengekomen.
4.3 Afronding
Het project wordt afgerond met de oplevering van een eindrapportage. Deze eindrapportage
bestaat uit: 1) een inhoudelijke eindrapportage, inclusief een overzicht van prestatieindicatoren en de doorwerking; 2) een financiële rapportage van het project conform format
projectbegroting. Afwijkingen tussen de financiële eindrapportage (realisatie) en
oorspronkelijke projectbegroting dienen door de penvoerder te worden onderbouwd. De
penvoerder levert de onderdelen van de eindrapportage binnen acht weken na de einddatum
van het project bij Regieorgaan SIA aan.
Voor de tussenrapportages, eindrapportages (beiden inclusief onderdeel over doorwerking),
en wijzigingsverzoeken dient gebruik te worden gemaakt van de formats die in het online
aanvraag- en rapportagesysteem ISAAC beschikbaar worden gesteld.
Het project eindigt met de verstrekking van het vaststellingsbesluit, conform de bepalingen
zoals beschreven in artikel 24 van de NWO-regeling subsidies.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
13
Tijdpad
Dinsdag 14 juni 2016, 12:00 uur ‘s middags Deadline indiening intentieverklaringen
Juni 2016
website-publicatie intentieverklaringen
Dinsdag 15 november 2016,
12:00 uur ‘s middags
deadline indiening definitieve aanvragen
November 2016 – januari 2017
referentenronde
Eind januari 2017
weerwoord aanvragers
Februari 2017
vergadering beoordelingscommissie
Maart 2017
besluit bestuur Regieorgaan SIA
Maart 2017
bekendmaking
4.4 Beoordelingscriteria
Alle voorstellen worden door de beoordelingscommissie beoordeeld aan de hand van drie
beoordelingscriteria: vraagarticulatie, netwerkvorming, onderzoeksplan.
De beoordelingscommissie brengt advies uit aan het bestuur van Regieorgaan SIA. Het
bestuur neemt een subsidieverleningsbesluit per aanvraag.
Vraagarticulatie
•
De mate waarin de vraag aanwijsbaar afkomstig is van het mkb of van
professionals werkzaam in de publieke sector of uit het mkb.
•
De kwaliteit van het proces waarlangs de vraagarticulatie heeft plaatsgevonden
(workshops in het veld, survey, verwijzingen naar presentaties et cetera).
•
De maatschappelijke relevantie van de praktijkvraag. Het is een meerwaarde als
het gaat om een urgente vraag die uitnodigt tot het ontwikkelen van innovatieve
kennis.
Netwerkvorming
a. Specifieke criteria netwerkvorming
Het is belangrijk dat het project aansluit op de strategische keuzes van de hogeschool.
Hierbij wordt o.a. gekeken naar de mate van aansluiting bij de (aantoonbare) sterktes van de
eigen instelling(en).
b.
Generieke criteria netwerkvorming
•
De mate van actieve betrokkenheid van het mkb en of de deelnemende instellingen
in de publieke sector bij het onderzoek.
•
De mate waarin het netwerk kennis en kwaliteit heeft om het onderzoek uit te
voeren.
•
De mate waarin het netwerk van personen of organisaties relaties heeft met
relevante initiatieven op het vakgebied.
•
De mate van samenwerking tussen hogescholen onderling en/of andere nationale
en internationale kennisinstellingen.
•
Het is een meerwaarde als het een uitbreiding van een bestaand netwerk betreft.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
14
Onderzoeksplan
Het onderzoeksplan wordt beoordeeld op:
1) de uitwerking en kwaliteit van de volgende aspecten:
•
een volledige maar beknopte weergave van de state of the art kennis in de
professionele praktijk en wetenschap, binnen en buiten Nederland. Hiertoe behoort
een literatuurreview met actuele studies over het onderwerp van de aanvraag. Dit
vraagt ook om een overzicht van toonaangevende regionale, landelijke of
internationale kennisagenda’s op dit onderwerp, de daaruit voortkomende
initiatieven en de positie die de aanvraag hierin inneemt.
•
een zorgvuldig geformuleerde onderzoeksvraag. Deze onderzoeksvraag is een
vertaling van de praktijkvraag en sluit aan bij de state of the art kennis.
•
een beschrijving en onderbouwing van de voorgestelde methoden en
analysetechnieken waarmee de onderzoeksvraag beantwoord kan worden. De
methoden passen optimaal bij de aard van de vraagstelling. De methoden en
analysetechnieken verlopen volgens een bepaalde systematiek en zijn daardoor
inzichtelijk reproduceerbaar en overdraagbaar.
•
een activiteitenplan met meetbare (tussen)doelstellingen en te verwachten
(tussen)resultaten, waaruit zichtbaar wordt wie wat wanneer doet, waarom en wat
het oplevert.
2) de mate waarin de netwerkpartners in gezamenlijkheid komen tot kennisontwikkeling
door zelf kennis in te brengen (kenniscirculatie). In het activiteitenplan staat genoemd
welke rol praktijk-, onderzoeks- en onderwijspartners op zich nemen (bijvoorbeeld
deelname focusgroepen, leerkringen, uitvoering van pilots).
3) de haalbaarheid en uitvoerbaarheid. Hieronder wordt verstaan:
•
De mate waarin de gevraagde financiële middelen in een redelijke verhouding
staan tot de aard, omvang en verwachte impact van het projectvoorstel.
•
De personele bezetting en kwaliteit als ook de mate van beschikbare middelen en
tijdsinvestering.
•
De mate waarin sprake is van een duidelijk belegd en gekwalificeerd projectmanagement.
•
De mate waarin het beroepenveld bereid is zelf substantieel bij te dragen aan de
uitvoering van het project (zoals financieel, bijdrage in het beschikbaar stellen van
apparatuur, werkruimte, bijdrage in tijd door begeleiding of projectdeelname,
bijdrage in beschikbaar stellen van patenten, licenties, etc.).
•
•
dat er, in geval van promotieonderzoek, duidelijke afspraken over dit traject zijn;
de borging van de methodologische kwaliteit van het onderzoek;
4.5 Weging
De beoordelingscommissie oordeelt op basis van de bovenstaande criteria. Alleen projecten
die op alle criteria een voldoende of hoger scoren, komen in aanmerking voor goedkeuring.
De drie criteria worden in een onderlinge weging gehanteerd. De kwaliteit van het
onderzoeksplan weegt 50% mee in de beoordeling. De criteria vraagarticulatie,
netwerkvorming wegen elk voor 25% mee in de beoordeling.
Bij de beoordeling van de criteria wordt gebruikt gemaakt van een scoreoverzicht. Alle
projecten ontvangen een totaalscore en worden op basis van de weging in rangorde gezet.
De honorering van de goedgekeurde projectaanvragen is afhankelijk van het beschikbare
budget.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
15
5. Contact en overige informatie
5.1 Contact
Inhoudelijke vragen
Voor inhoudelijke vragen over deze call for proposals, aanvullende informatie over de
indieningsprocedure en -voorwaarden en/of eventuele overige inhoudelijke vragen kan
contact worden opgenomen met:
dr.ir. Frank Karelse, programmamanager RAAK-PRO.
tel. +31 (0)6 11 56 71 54
e-mail: [email protected]
Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC
Bij technische vragen betreffende het gebruik van ISAAC neemt u contact op met de ISAAC
helpdesk. Leest u alstublieft eerst de handleiding voordat u de helpdesk om raad vraagt.
Bereikbaarheid ISAAC helpdesk: van maandag t/m vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur,
telefoonnummer 0900-696 47 47. Helaas ondersteunen niet alle buitenlandse providers het
bellen naar 0900-nummers. U kunt ook uw vraag per e-mail sturen aan [email protected]
Bezoekadres:
Van Vollenhovenlaan 661
3527 JP UTRECHT
Tel. +31 (0)30 633 14 56
5.2 Overige informatie
Op de pagina RAAK-PRO op de website is de meest recente informatie te vinden.
Aanvraagformulier, model projectvoorstel, begrotingsformat en overige formulieren worden
minimaal zes weken voor de deadline via ISAAC beschikbaar gesteld. Het is verplicht deze
formulieren en modellen te gebruiken.
RAAK-PRO, handleiding 2016
Documentnummer: SIA-2016.S053
Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA
16