Bijlage 7 - Driestar College

Download Report

Transcript Bijlage 7 - Driestar College

Overgangsnormen bij combinatie brugklas basis– en kaderberoepsgerichte opleiding
Bevorderen B2
Bevorderen K 2
Bevorderen GT2
1
Individuele eindcijfers van de
kernvakken: Ne, En en Wi
6,0 of hoger
7,0 of hoger
7,5 of hoger
2
Rekenen
5,0 of hoger
6,0 of hoger
7,0 of hoger
3
Het gemiddelde van de eindcijfers
van Ak, Du, Bi, Gs
6,0 of hoger
7,0 of hoger
7,5 of hoger ((
(8 of hoger
4
Het gemiddelde van de eindcijfers van
alle vakken die hierboven niet
genoemd worden
6,5 of hoger
7,0 of hoger
7,5 of hoger
Bevorderen bespreken
als het cijfer niet meer
dan 0,5 afwijkt van de
norm bij één van deze
drie vakken
als het cijfer ≤ 0,5 afwijkt
van de norm
als het cijfer ≤ 0,5 afwijkt
van de norm
als het cijfer ≤ 0,5 afwijkt
van de norm
 Wanneer het cijfer van godsdienst lager is dan een 5,5 krijgt de leerling een opdracht van de godsdienstdocent. Hiervoor moet een
voldoende behaald worden.
 De leerling moet voldoen aan alle vier de criteria (alle vier regels).
 Bij twijfel wordt er gekeken naar de leerlingkenmerken, en de uitslag van de Cito.
 LWOO-brugklas: bij het leerwegondersteunend onderwijs zijn met name de leerlingkenmerken van belang bij de overgang naar het volgende leerjaar. Bij
de overgang naar een hoger of lager niveau zijn zowel de cijfers als de leerlingkenmerken belangrijk.
Overgangsnormen bij aparte brugklas en tweede klas basis - (lwoo) en kaderberoepsgerichte leerweg
Bevorderen naar
hoger niveau
Bevorderen naar
huidige niveau
Maximaal één vak een
5
1
Eindcijfer per vak
2
7,5 of hoger
4
Gemiddelde eindcijfers van nietkernvakken (buiten Ne, En, Wi en
rekenen)
Klas 2: niet-sectorgebonden vakken.
Eindcijfer voor de kernvakken Ne, En,
Wi en rekenen
Eis overheid: Ne en rekenen min. een
5 en een 6
Klas 2: sectorgebonden vakken.
Uitslag cito toets Ne, En, Wi
In de uitslag van de
toetsen zit een
duidelijke stijging
van niveau.
Uitslag van de toetsen
blijft binnen de marge
van het huidige
niveau.
5
Godsdienst
6 (afgerond) of hoger
6
Leerlingkenmerken / sociaal
emotionele ontwikkeling
6 (afgerond) of
hoger
Spelen een rol in de
besluitvorming van
de docentenvergadering.
3
Zie volgende pagina voor een toelichting
8,0 of hoger
Bespreken
Maximaal één 4 of
Maximaal 2 vakken
een 5
Doubleren (of naar een
lager niveau)
Vanaf een 3 of vanaf 3
vakken met een 5
Eén vak een 5
Uitslag van een of
meerdere toetsen
laat niet de
gewenste (stijgende)
ontwikkeling zien.
5 of lager een taak
Spelen een rol in de
besluitvorming van
de docentenvergadering.
Toelichting overgangsnormen brugklas en tweede klas basis - (lwoo) en kaderberoepsgerichte leerweg:
 Bij het derde rapport krijgt iedere leerling een voorlopig doorstroomadvies gegeven. Daarbij wordt gekeken naar werkhouding, inzicht en
behaalde cijfers.
 De onafgeronde eindcijfers voor de vakken Nederlands, Duits, Engels en wiskunde tellen 1,5 keer. De onafgeronde eindcijfers voor de vakken
aardrijkskunde, biologie en geschiedenis tellen 1 keer. Deze cijfers worden opgeteld en afgerond. Dit puntenaantal bepaalt naar welk niveau een
leerlinge bevorderd kan worden.
 Bij de overgang naar een hoger niveau moeten de cijfers gemiddeld 8,0 of hoger zijn. Sociaal-emotioneel gezien moet de leerling een groei hebben
doorgemaakt. Ook zal worden gekeken naar de leerlingkenmerken. Deze laatste twee aspecten geven de doorslag.
 Wanneer leerlingen in de bespreekmarge zitten, tellen ook andere aspecten mee.
 Om een advies voor een niveau hoger te kunnen krijgen, moet een leerling ten minste twee rapporten in het gewenste niveau scoren. Bij het vierde
rapport moet een leerling minimaal in de bespreekmarge scoren.
 De uitslagen van de Cito-toetsen (VAS-toetsen 0 en 1) tellen ook mee. Omdat ze het inzicht van de leerling bij de kernvakken.
 Nederlands, Engels en wiskunde laten zien, kunnen ze zelfs van doorslaggevend gewicht zijn.
 Als een leerling aan het eind van periode 3 een hoger advies krijgt, zal voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde in periode 4 extra leerstof
worden aangeboden.
Overgangsnormen brugklas gemengde - en theoretische leerweg
1
2
3
4
Individuele eindcijfers van de
kernvakken Ne, En, Wi
Rekenen
Bevorderen H2
Bevorderen GT 2
7,5 of hoger
5,5 of hoger
6,0 of hoger
5,0 of hoger
4,4 of lager
6,0 of hoger
5,7 of lager
6,0 of hoger
5,4 of lager
Het gemiddelde van de eindcijfers
8,0 of hoger
van Ak, Du, Bi, Gs
Het gemiddelde van de eindcijfers van
alle vakken die hierboven niet
7,0 of hoger
genoemd worden
Bevorderen K2
Bij twee
onvoldoendes of
meer (< 5,5)
Bevorderen bespreken
als het cijfer niet meer
dan 0,2 afwijkt van de
norm bij één van deze
drie vakken
als het cijfer ≤ 0,5 afwijkt
van de norm
als het cijfer ≤ 0,2 afwijkt
van de norm
als het cijfer ≤ 0,5 afwijkt
van de norm
 Wanneer het cijfer voor godsdienst lager is dan een 5,5 krijgt de leerling een opdracht van de godsdienstdocent. Hiervoor moet een
voldoende gehaald worden.
 Wanneer drie of meer c
 riteria ‘bevorderen H2’ aangeven, kan een leerling worden bevorderd naar H2. Het 4 e criterium moet dan minimaal in de bespreekmarge
vallen.
 Wanneer twee of meer criteria ‘bevorderen K2’aangeven en geen van deze cijfers in de bespreekmarge vallen, wordt de leerling altijd
bevorderd naar K2.
 De uitslag van de Citotoetsen kan in de bespreekgevallen doorslaggevend zijn.
 Bij twijfel wordt er gekeken naar de leerlingkenmerken.
Overgangsnormen vmbo klas 2 gemende – en theoretische leerweg
Sectorgebonden vakken
Sectoren
Zorg en Welzijn
Economie
Techniek
Verplichte vakken
Nederlands-Engels-Biologie
Nederlands-Engels-economie
Nederlands-Engels-wiskunde-natuurkunde
Eén vak verplicht kiezen uit:
Geschiedenis-aardrijkskunde-wiskunde
Frans (*)-Duits-wiskunde
(*) alleen voor GT
Bevorderingsnormen sectorgebonden vakken
Van/Naar
GT-3
GT-2
Gemiddeld > 6,5
Bevorderingsnormen niet-sectorgebonden vakken
Van/Naar
GT-3
GT-2
Gemiddeld > 6,0
Kader-3
Gemiddeld < 6,0
Basis-3
Kader-3
Gemiddeld < 6,0
Bespreken
>6,0 - <6,5
Basis-3
Overige bepalingen
 Voor het vak godsdienst dient een eindgemiddelde van ten minste een 6,0 behaald te worden.
 Wanneer de beslissingen op grond van de sectorgebonden vakken en de niet-sectorgebonden vakken niet eenduidig zijn, volgt er altijd
bespreking.
 Doubleren vindt plaats als de docentenvergadering van mening is dat (binnen de toegestane studievertraging) de gekozen leerweg
afgemaakt kan worden.
 Een leerling die van vmbo-bk klas 2 naar vmbo-gt klas 3 wil worden bevorderd, wordt altijd besproken.
 Een extra vak kan alleen gekozen worden, indien de docentenvergadering hiermee akkoord gaat.
 Een leerling met een 4,0 in zijn vakkenpakket wordt zonder meer in de bespreekmarge geplaatst.
 Tijdens de laatste docentenvergadering in de tweede klas bestaat de mogelijkheid om bij verwacht slecht resultaat van vakkenpakket te
wisselen. Deze wisseling vindt alleen plaats na goedkeuring van docentenvergadering.
Overgangsnormen havo en vwo klas 1 t/m 3
Bevorderen naar
een niveau hoger
Bevorderen naar
hetzelfde niveau
Bespreekmarge*
* Hoe meer onderdelen in
de bespreekmarge hoe
groter de kans op
doubleren
Doubleren of
bevorderen naar een
niveau lager
Afgerond eindcijfer van elk vak afzonderlijk
Niet lager dan een 5
Een 4
Een 3 of lager
Afgeronde eindcijfers van alle vakken bij
elkaar
Maximaal twee
vakken hebben een 5
Drie vakken hebben
een 5 of lager
Vier of meer vakken
hebben een 5 of lager
Het gemiddelde van de onafgeronde
eindcijfers van alle leervakken (buiten Ne,
En, wi, rekenen)
7,5 of hoger
Tussen 7,4 en 6,5
6,4 of lager
Het gemiddelde van de onafgeronde
eindcijfers van de kernvakken (Ne, En, wi)
8,0 of hoger
Tussen 7,9 en 6,5
6,4 of lager
Rekenen
8,0 of hoger
Tussen 7,9 en 6,5
6,4 of lager
De niveauaanduiding van de cito toetsen Ne,
En, wi
Uitslag van de
toetsen zijn boven
het niveau
Uitslag van de
toetsen zijn op het
niveau
Uitslag van een of
meerdere toetsen zijn
onder het niveau
6,5 of hoger
6,4 of lager
Combinatievak **
** Combinatievak = mu, bv, lo, tn, ict, project
Twee of meer vakken
hebben een 5; Eén of
meer vakken hebben
een 4
Godsdienst
Zie regeling Gd
Zie regeling Gd
Zie regeling Gd
Zie regeling Gd
Leerling kenmerken
Tellen mee
Tellen mee
Tellen mee
Tellen mee
Overgangsregeling vmbo-3 naar vmbo-4.
a.
Vakken, die vallen onder de slaag/zakregeling.
TLW / GLW
Nederlands, Engels, de sectorvakken (2), twee vakken in het vrije
deel en maatschappijleer 1 (dus zeven vakken)
Een kandidaat wordt bevorderd als:
 voor ten hoogste één van de gekozen examenvakken het eindcijfer 5 is behaald en voor de overige examenvakken een 6 of hoger, of
 voor ten hoogste één van de examenvakken het eindcijfer 4 is behaald en voor de overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan
ten minste één 7 of hoger, of
 voor twee van de examenvakken het eindcijfer 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of
hoger.
b.
Overige vakken.
1. Voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel moet de kwalificatie ‘goed’ of ‘voldoende’ zijn
behaald.
2. Een 6 of hoger moet behaald worden voor het vak godsdienst. Indien dit niet het geval is, kan de leerling niet bevorderd worden en is
er eenmaal een herkansing mogelijk!
3. Gemiddeld een 6 of hoger voor: de niet gekozen vakken uit het vakkenpakket in de derde klas.
Bespreking volgt als in het laatste geval het gemiddelde lager is dan een 6.
Bespreking vindt ook plaats als de resultaten in het examendossier onvoldoende zijn.
BEZWAAR MAKEN
Ouder(s)/verzorger(s) hebben de mogelijkheid om in beroep te gaan als ze een bezwaar hebben tegen de overgangsbeslissing.
Dat kan alleen wanneer aan de volgende criteria wordt voldaan
- het bezwaar moet altijd betrekking hebben op een leerling die volgens de normen in de bespreekmarge ‘valt’.
Deze bespreekmarge staat vermeld in de overgangsnormen. Wanneer een leerling buiten de bespreekmarge valt, kan er dus geen bezwaar
gemaakt worden.
- een uitzondering hierop is als er omstandigheden zijn geweest, die op de behaalde resultaten van invloed zijn geweest en op het moment van
de overgangsvergadering niet bekend waren. Deze invloed moet wel aangetoond kunnen worden.
- het beroep moet schriftelijk (liefst per e-mail) worden ingediend bij de mentor. Dat dient uiterlijk om 09.00 uur op de vrijdagmorgen van de
laatste schoolweek te gebeuren.
- Op deze vrijdag vergadert de commissie nadere beslissingen. Deze commissie bestaat uit: locatiedirecteur, de afdelingsleider en de mentor.
De beslissing van deze commissie is bindend.