Sportbeleidis meer dan sport alleen

Download Report

Transcript Sportbeleidis meer dan sport alleen

Foto’s: Shutterstock.com
Sportbeleid is meer
dan sport alleen
Tekst: Remco Hoekman, Mulier Instituut
50
Sport & Gemeenten • december 2016
GEMEENTELIJK SPORTBELEID
Hoe ziet het sportbeleid anno 2016 eruit bij de gemeenten in Nederland? Om hier zicht op te krijgen
heeft het Mulier Instituut in samenwerking met Vereniging Sport en Gemeenten een vragenlijst ontwikkeld over lokaal sportbeleid die dient als startpunt voor de nieuwe Monitor Lokaal Sportbeleid.
In dit artikel beschrijven we enkele uitkomsten van de eerste meting van deze Monitor Lokaal Sport­
beleid, waar medio 2016 240 gemeenten aan hebben meegedaan. We gaan in op de totstandkoming,
de doelen, de inhoud en de doeltreffendheid en doelmatigheid van het sportbeleid.
Sport kan nadrukkelijk rekenen op politieke aandacht. 87 procent van de gemeenten geeft aan dat sport expliciet wordt
genoemd in de portefeuille van een wethouder en 70 procent van de gemeenten meldt
dat sport een specifiek aandachtspunt is in
Het sportbeleid beoogt
duidelijk meer dan enkel
het verhogen van de
sportdeelname
het collegeprogramma. Om sportonderwerpen op de beleidsagenda te krijgen is een
sterreinen dan kleinere gemeenten. Alleen
de samenwerking met de afdeling Welzijn
is redelijk vergelijkbaar naar gemeentegrootte. Mogelijk houdt dit verband met de
decentralisaties in het sociale domein, waar
alle gemeenten mee te maken hebben.
Doelen van het sportbeleid
De samenwerking met andere beleidster-
grote rol weggelegd voor sportverenigingen
de gezondheidsnota. De aanwezige sport-
reinen bij de totstandkoming van het sport-
en raadsleden. Daarnaast spelen nieuwe
nota’s stammen overwegend uit de periode
beleid werkt door in hetgeen de gemeente,
subsidieregelingen van het Rijk (o.a. Rijksre-
voor 2014. De start van een nieuwe college-
volgens de beleidsambtenaar Sport, met
geling Sport en Bewegen in de Buurt), ont-
periode in 2014 is maar voor een beperkte
het sportbeleid wil bereiken. Het sportbe-
groep gemeenten aanleiding geweest om
leid beoogt duidelijk meer dan enkel het ver-
het sportbeleid te herzien en een nieuwe
hogen van de sportdeelname. Ter illustratie:
sportnota te laten verschijnen. Mede als
het verhogen van de sportdeelname is niet
gevolg hiervan blijkt bij een kwart van de
één van de drie meest genoemde doelen
gemeenten dat de looptijd van de sportnota
van het sportbeleid. Sportbeleid gaat aller-
is verstreken. Werk aan de winkel dus.
eerst om het bevorderen van de gezond-
Bij het ontwikkelen van een nieuwe nota
heid en om het in beweging brengen van
wordt door gemeenten een beroep gedaan
de samenleving (zie tabel 2). Het bredere
op het lokale speelveld. Burgers en sportor-
beweeggedrag, en de gezondheidswaarde
ganisaties kunnen meepraten vanuit een
die hieraan is gekoppeld, wint het van het
Grotere gemeenten
werken meer samen met
andere beleidsterreinen
dan kleinere gemeenten
adviserende rol bij de totstandkoming van
bevorderen van sport op zichzelf. Verder
wikkelingen in de sport, het aflopen van de
een nieuwe sportnota. Binnen het gemeen-
valt op dat gemeenten met behulp van
sportnota en bezuinigingstaakstellingen,
tehuis werkt de afdeling Sport samen met
sport willen bijdragen aan sociale participa-
waar ook sport een bijdrage aan moet leve-
diverse andere beleidsafdelingen bij de tot-
tie en integratie. Niet toevalligerwijs zijn dit
ren, een belangrijke rol bij de stap om nieuw
standkoming van de sportnota. De sectoren
ook de beleidsterreinen (beleidsterreinen
beleid te gaan ontwikkelen of aanpassin-
gezondheid, welzijn en onderwijs worden
gezondheid en welzijn/Wmo) waarmee bij
gen door te voeren in het huidige beleid.
het meest genoemd, maar ook cultuur,
de totstandkoming van de sportnota het
In de meeste gemeenten is een sportnota
recreatie of vrije tijd en armoedebeleid, soci-
meest is samengewerkt.
aanwezig. Is die er niet, dan is het sportbe-
ale zekerheid en integratie worden relatief
Na deze doelen, op de vierde plek, komt het
leid in nagenoeg alle gevallen beschreven
vaak genoemd (zie tabel 1). Grotere gemeen-
verhogen van de sportdeelname, gevolgd
als onderdeel van een andere nota, zoals
ten werken meer samen met andere beleid-
door het toegankelijk houden van sport
Sport & Gemeenten • december 2016
Sport & Maatschappij
Totstandkoming sportbeleid
51
GEMEENTELIJK SPORTBELEID
voor alle burgers. Dit zijn de twee doelen
die van nature toebehoren aan de basisonderdelen en voornaamste bouwstenen van
het sportbeleid, te weten sportstimulering
en sportaccommodaties (zie het visiedocument Nederland Sportland van VSG, 2010).
Dit wijst erop dat de nadruk in het sportbeleid nog wat verder is opgeschoven naar
de maatschappelijke betekenis van sport.
Dat sport wordt ingezet als middel om doelstellingen buiten de sportafdeling te realiseren is natuurlijk niet nieuw. Maar dat het
sportbeleid zelf nadrukkelijk ten dienste
staat van andere thema’s en niet in de eerste plaats sport als centraal doel omarmt, is
wel degelijk een verschuiving. Een verschuiving die overigens past bij de wijze waarop
tegenwoordig het sportbeleid tot stand
de inhoud van het sportbeleid nog altijd in
komt, namelijk integraal en in afstemming
de eerste plaats om accommodatiebeleid
met andere afdelingen in het gemeentehuis,
en sportstimulering. Bij accommodatiebe-
en bij de brede erkenning voor de maat-
leid gaat het om capaciteitsvraagstukken
schappelijke betekenis van sport.
en thema’s als beheer/onderhoud (privatisering, verzelfstandiging), tarieven, mul-
Inhoud van het sportbeleid
tifunctionaliteit en medegebruik, en ver-
Hoewel de doelen van het sportbeleid
duurzaming. Bij sportstimulering spelen de
zijn opgeschoven naar de preventieve en
combinatiefunctionarissen en buurtsport-
curatieve waarde van sport, gaat het bij
coaches logischerwijs een belangrijke rol,
In veel gemeenten is
maar voor een beperkt
deel van de doelstellingen bekend of deze zijn
gerealiseerd
en is er aandacht voor de doelgroepen jeugd,
Tabel 1. Samenwerking met andere beleidsterreinen/afdelingen bij de totstandkoming
ouderen en mensen met een beperking.
van de laatste sportnota, naar gemeentegrootte (in procenten)
Sportaccommodaties
en
sportstimule-
ring komen weliswaar op de eerste plaats,
maar we zien ook veel aandacht uitgaan
Totaal
<20.000
inwoners
20.000-75.000
inwoners
>75.000
inwoners
76
65
79
86
constateren we dat sport en bewegen in de
74
65
78
76
openbare ruimte niet meer weg te denken is
Onderwijs
61
46
63
86
alleen op sportaccommodaties, maar op de
Cultuur, recreatie of vrije tijd
47
34
50
62
bredere sportinfrastructuur en daarmee de
42
35
41
66
mogelijkheden om te sporten en bewegen
naar gezondheidsbevordering en verenigingsondersteuning (zie figuur 1). Tevens
Gezondheid
Welzijn, Wmo, jeugd, ouderen,
(bijzondere) zorg
Armoedebeleid, sociale zekerheid,
integratie
Ruimtelijke ordening, stedelijke
uit het sportbeleid. De focus ligt niet meer
in de openbare ruimte. Dit sluit goed aan
22
28
62
Veiligheid, leefbaarheid
16
3
18
34
bevolking en bij de huidige ontwikkelingen
Economie, werk
14
6
13
34
in de sport. Een groot deel van de sportdeel-
Weet niet, niet van toepassing
12
22
8
7
name vindt tegenwoordig immers plaats in
Anders, namelijk
5
3
5
7
de openbare ruimte. Tot slot blijkt dat veel
stimuleren van een actieve leefstijl bij de
Bron: Mulier Instituut/Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) (Monitor Lokaal Sportbeleid), 2016.
52
bij de aandacht voor gezondheid en het
30
vernieuwing, wonen
Sport & Gemeenten • december 2016
sportnota’s aandacht hebben voor de rol
GEMEENTELIJK SPORTBELEID
Tabel 2. Wat de gemeente, volgens de beleidsambtenaar Sport, wil bereiken met het
beleid is nadrukkelijk breder dan sport
sportbeleid, naar gemeentegrootte (in procenten)
alleen. Het gaat om sporten, bewegen en
sportieve recreatie, en niet alleen om sportaccommodaties, maar ook om sportief en
Totaal
<20.000
inwoners
20.000-75.000
inwoners
>75.000
inwoners
Bevorderen gezondheid
90
86
91
97
Dat mensen meer gaan bewegen
(spelen, wandelen en fietsen in de
openbare ruimte, ...)
90
85
91
97
Sociale participatie en integratie
84
75
86
100
hoeverre het sportbeleid ook daadwerkelijk
Verhogen sportdeelname
80
72
81
93
de maatschappelijke betekenis heeft die
78
69
79
97
wordt voorgestaan, blijft jammer genoeg
recreatief gebruik van de openbare ruimte.
Het bevorderen van gezondheid staat
Toegankelijk houden van sport voor
alle burgers
bovenaan, en de maatschappelijke betekenis van sport en bewegen klinkt sterk door
in de doelstellingen alsook in de beleidsthema’s die centraal staan in de sportnota’s. In
grotendeels onbekend. Wanneer meer aantoonbaar kan worden gemaakt dat sportbe-
Economische impact
20
7
17
62
Anders, namelijk
5
4
6
7
ongetwijfeld meer mogelijkheden en finan-
Weet niet, niet van toepassing
3
7
1
0
ciële speelruimte om de inzet van sport te
leid doeltreffend en doelmatig is, biedt dit
Bron: Mulier Instituut/Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) (Monitor Lokaal Sportbeleid), 2016.
verbreden. Denk bijvoorbeeld aan een grotere rol van sport bij de taakstellingen in
van sport bij het nastreven van maatschap-
gelijk is om te bepalen of het beleid doelma-
werk aan de winkel. Toekomstige peilingen
pelijke verbondenheid en integratie, goed
tig was. Bij doelmatigheid van beleid gaat
van de Monitor Lokaal Sportbeleid moeten
aansluitend op de doelen die worden nage-
het immers om de verhouding tussen de
uitwijzen hoe dit zich verder ontwikkelt en
streefd met het sportbeleid.
beleidskosten en de beleidseffecten, waar-
of er zich veranderingen voordoen in het
bij het streven is om tegen zo min mogelijk
proces van beleidsontwikkeling of bij de
Doeltreffendheid en
doelmatigheid van beleid
kosten zo positief mogelijke beleidseffecten
doelstellingen of de inhoud van het sport-
te realiseren. Het is dan ook geen verrassing
beleid.
Om goed zicht te blijven houden op de bete-
dat gemeenten maar heel beperkt (4%) de
kenis van sportbeleid en de mate waarin
doelmatigheid van het sportbeleid als goed
de beoogde doelen worden gerealiseerd
beoordelen. 56 procent van de gemeenten
is monitoring en evaluatie van essentieel
geeft aan dat het redelijk is en voor het
belang. Dit gebeurt echter lang niet bij alle
overige deel is het vooral onbekend (zie
Verder lezen…
gemeenten. Slechts dertig procent van
figuur 2). Dit is een punt van aandacht voor
Op het Visie & Beleidsplein op
de gemeenten geeft aan dat sprake is van
de komende periode. Het specifieke pro-
www.sportengemeenten.nl kunt u de
structurele of periodieke monitoring en
gramma van de Brede Impuls Combinatie-
volgende documenten downloaden:
evaluatie van (onderdelen van) het sportbe-
functies, waar ook vragen over zijn gesteld,
leid. Dit maakt het moeilijk om te oordelen
laat immers zien dat het ook anders kan.
‘Vereniging Sport en Gemeenten (2010).
over de doeltreffendheid en doelmatigheid
Daar is meer aandacht voor monitoring en
Visiedocument Nederland Sportland’
van het sportbeleid. Veel gemeenten geven
evaluatie en geeft 88 procent van de betrok-
bij Sport en Beweegbeleid
aan dat maar voor een beperkt deel van de
ken gemeenten aan dat dit programma aan-
doelstellingen bekend is of deze zijn gereali-
toonbaar heeft bijgedragen aan de ontwik-
‘Mulier Instituut (2014). Sport in colle-
seerd. En waar het gaat om de effectiviteit
keling van sport in de gemeente.
geprogramma’s’ bij Sport en
van beleid, blijft het veelal bij aanwijzingen
Sport & Maatschappij
het sociaal domein. Wat dat betreft is er nog
Beweegbeleid
dat sportbeleid heeft bijgedragen aan het
Tot slot
realiseren van de doelstellingen, maar is het
We constateren dat het sportbeleid veelal
‘Vereniging Sport en Gemeenten (2010).
niet aantoonbaar. Het ontbreekt daarmee
wordt ontwikkeld in samenwerking met
Lokale sportagenda 2014-2018’ bij
aan inzicht in de doeltreffendheid van het
andere beleidsafdelingen en in interactie
Sport en Beweegbeleid
beleid, waardoor het lastig of zelfs onmo-
met het lokale speelveld. Het huidige sport-
Sport & Gemeenten • december 2016
53