V– 2 – Christiaan de Goede (1795 – 1821)

Download Report

Transcript V– 2 – Christiaan de Goede (1795 – 1821)

Familieportretten - Genealogie Goeden/de Goede/Gooden – door Wim de Goede ([email protected])
VIJFDE GENERATIE – V– 2: Christiaan de Goede (1795 – 1821)
V-2
Christiaan de Goede was een zoon van Dirk de Goede (geb Velsen 1765 – ovl
1813 Velsen) (IV-2 ) en Anna Maria (Mietje) Steijgers (geb. ca 1765 – ovl 1820
Beverwijk)
Zijn personalia
Christiaan de Goede is geboren 25 december 1795 in Beverwijk en overleden op 9
oktober 1821 in Spaarnwoude
Zijn kinderen:
geen
Zijn verhaal:
1795-1813 – Geboren en opgegroeid in Westerhout
Chris de Goede is omstreeks 25 december 1795 geboren in Beverwijk op het landgoed Westerhout en een dag
later gedoopt in de R.K. kerk van Velsen in Driehuis 1.
Zijn ouders Dirk de Goede en Mietje Steijgers woonden aanvankelijk in de Hofgeest, een buurtschap onder
Velsen, maar maar vanaf 1795 woonden zij in Westerhout. 2
Het landgoed “Westerhout” lag in de Banne van Wijk aan Duin op de grens van Beverwijk en Velsen.
Anno 2016 is er niet heel veel van over maar in de periode dat Dirk en Mietje daar woonden was het een
landgoed met veel bos, tuinderijen, woonhuizen, landerijen, een paar boerderijen en “wildernis” (duingebied) in
Wijk aan Zee en Duin, Heemskerk, Beverwijk en Velsen. Ook de herberg Roomen en de boerderij Velserend
maakten er deel van uit. De schatrijke Pieter de Veer was in die tijd de eigenaar 3.
Voor Dirk de Goede en Mietje Steijgers zal er altijd wel wat werk te doen zijn geweest.
Westerhout in de 18e eeuw
1 De schuilkerk in Driehuis: Zie mijn verhaal over het gezin van Hermanus (Herman) Goeden (de Goede) x Geertruijd
(Truijtje) van Wunnik
2 Vanaf de doop van Chris in 1795 wordt bij de doop van alle volgende kinderen n.l. als woonplaats “Westerhout”
vermeld.
3 Pieter de Veer (1744-1814), kapitein ter zee in dienst van de admiraliteit van Amsterdam, HGMK – LB11 – 1984
Makkelijk zal het niet geweest zijn voor dit gezin. Dirk en Mietje waren niet vermogend want zij trouwden in
1792 in de klasse “pro deo”. En van de 6 kinderen die uit hun huwelijk werden geboren zijn er twee zeer jong
overleden en is één kind doodgeboren. Bleven over de zoons Herman, Chris en Jan.
De omstandigheden waren in de jaren 80 al niet best maar na 1792 ging het nog verder bergafwaarts. In 1795
werd Nederland door de Fransen bezet. Hoewel de Fransen door velen als bevrijders waren binnengehaald
drukten de lasten van bezetting zwaar op de inwoners. De korte maar hevige oorlog tussen Bataven/Fransen en
Engelsen/Russen die in het najaar van 1799 in Noord Holland woedde veroorzaakte veel ellende. Beverwijk en
Wijk aan Duin lag niet aan het front maar wel direct daar achter. Veel soldaten hadden kampement in de streek
of trokken er door heen. Dirk en Mietje kregen in de periode 1797 t/m 1804 maar liefst 13 keer inkwartiering
van één of twee soldaten die hoorden bij de doortrekkende Bataafsche en Franse korpsen. Ook lag er in oktober
1799 bij Westerhout in het veld bij de herberg Roomen een groot Frans militair “campement” met maar liefst
1000 tot 3000 Fransen en dat ging niet ongemerkt voorbij.4 Naarmate de strijd langer duurde werden de
soldaten agressiever. Franse en Hollandse militairen kapten massaal bomen en roofden hout, voedsel, vee,
gewassen en alles van waarde waardoor de inwoners tot “uitterste armoede werden gebragt” 5.
De Franse overheersing duurde tot en met 1813. De Wijker bevolking maakte er het beste van.
De vele tuinderijen van Wijk aan Duin zullen enige verlichting hebben gebracht.
November 1813 – Einde van het Franse bewind
Eind november 1813 – Chris' vader Dirk was net op 3 november 1813 overleden – vertrokken de Fransen uit
Beverwijk en werd de Oranjevlag gehesen in Beverwijk. In Den Haag riep het Driemanschap van Hogendorp,
van der Duyn van Maasdam en van Limburg Stirum het Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden uit.
Op 30 november 1813 landde Willem Frederik, zoon van de laatste stadhouder Willem V op het strand van
Scheveningen. Op 2 december riep hij zichzelf in Den Haag uit tot Soeverein Vorst der Verenigde Nederlanden.
Op 21 september 1815 zou hij Koning Willem I worden.
Een van de eerste zaken die hij aanpakte was de vorming van een nieuw leger, de Nationale Militie, waarvoor
op 29 juni 1814 een oproep aan jongemannen werd gedaan om een vrijwillig engagement aan te gaan. Niet lang
daarna werd een wet aangenomen om de door Napoleon ingevoerde dienstplicht – conscriptie geheten, door
velen gehaat – opnieuw in te voeren. Jongemannen vanaf 20 jaar moesten in dienst, tenzij ze werden vrijgeloot
of tegen betaling een plaatsvervanger (in het nog ingeburgerde deftige Frans “remplaçant”) konden regelen. Dat
was een door Napoleon beproefde methode om de elite koest te houden.
1815- vrijwilliger in de Nationale Militie
Het lijkt er op dat Chris gehoor heeft gegeven aan de oproep tot vrijwillige dienstneming. De economische
situatie zal daarbij ongetwijfeld een rol hebben gespeeld. En wie weet ook de dreiging van Napoleon, die
februari 1815 van Elba was ontsnapt en weer de macht had gegrepen. Misschien telde vaderlandsliefde en/of de
hang naar avontuur mee?
Op 29 april 1815 – hij was toen 19 jaar oud – engageerde hij zich te Alkmaar voor de tijd van 6 jaar voor de
Nationale Militie tegen betaling van een handgeld van 10 gulden, waarvan hij 5 gulden direct bij aankomst in
Alkmaar ontving en de resterende 5 gulden in de periode mei-september 1815. Niet veel, voor zes jaar, maar
veel keuze was er niet. Zeker als je in armoede leefde was 6 jaar kost, inwoning, kleding en regelmatig soldij
niet zo gek.
Broer Herman, zojuist in 1814 of 1815 als voormalig Napoleon-conscript thuis gekomen en broer Jan, een
geslaagde tuinder, zullen voor moeder hebben gezorgd.
Op 4 mei 1815 voegde hij zich bij zijn corps Bataljon treinsoldaten van linie in 's Hage ('s Gravenhage).
Het korps was in november 1813 opgericht te 's-Gravenhage als Artillerieveld- en transporttrein onder
commando van Majoor D. Seitz. Bij de inschrijving in het Militair Stamboek onder nummer 689 werd de naam
van zijn vader fout vermeld: Arie ipv Dirk!
Ook is in het register zijn signalement ingeschreven: We kunnen ons dus een beetje een beeld vormen hoe hij er
uit zag.
Zijn lengte was 5 voet en 4 duim ( plm 1.62 m) 6 Verder een rond en gezond aangezicht, rond voorhoofd,
4 Dagverhaal der doormarcheerende troepen – blz 69/70 – HGMK 1999
5 Dagverhaal der doormarcheerende troepen – blz 64/74 – HGMK 1999
6 1 voet = 12 duim, 1 voet = 30.48 cm,1 duim = 2.54 cm
blauwe ogen, een ordinaire (gewone) neus, kleine mond, een ronde kin en blond haar.
Inschrijving militair stamboek nummer 689 – 575: Bataillon artillerietrein (1813-1817)
7 http://zoekakten.nl
7
1815 – Een Artillerie Trein Soldaat
Bij de Nederlandse divisies en brigades waren omvangrijke Artillerie-trein-afdelingen ingedeeld, waarvan de
‘wagenparken’ bestonden uit karren en wagens (al dan niet gevorderd) en caissons, alles met paardentractie. De
leiding over dit vervoer berustte bij de officieren van de ‘Trein’, die evenals de manschappen in grijze,
eenvoudig ogende tenue’s waren gekleed.
Met dit korps neemt Chris in 1815 deel aan de veldtocht in Nederland en Frankrijk tegen Napoleon
1815 – Op veldtocht in Nederland en Frankrijk
Interessant is de vermelding in de stamboeken dat Christiaan in 1815 heeft deelgenomen aan een veldtocht in
Nederland en Frankrijk. Met Nederland zal ongetwijfeld België bedoeld zijn want dat maakte sinds het Wener
Congres 1814-1815 deel uit van Nederland. Blijkbaar was de artillerietrein waarin Chris diende in 1815 met
Willem I op veldtocht naar de zuidelijke Nederlanden om Napoleon te bevechten.
Na de nederlaag van Napoleon in Leipzig en de omwenteling in november 1813 was er niet veel tijd geweest
voor de opbouw, want Napoleon herstelde zich, na zijn ontsnapping in 1814 van Elba snel. Hij begon in hoog
tempo opnieuw militaire activiteiten te ontplooien. Nederland sloot zich aan bij de Engelsen en Pruisen. Vanaf
17 maart 1815 kwam vervolgens geleidelijk aan het nieuwe Nederlandse leger te velde. Het telde op 12 juni
1815 ruim 30.000 man en ruim 6000 paarden. Op 16 juni 1815 onderging het in de Zuidelijke Nederlanden bij
het plaatsje Quatre-Bras de vuurdoop.
In juni 1815 trok Napoleon met een 130.000 man sterk leger de Frans - Nederlandse grens over in de richting
van Brussel. Een Engels / Pruisisch / Nederlands leger onder bevel van de hertog van Wellington trok zich
daarop samen om de hernieuwde Franse agressie het hoofd te bieden. De Franse eenheden stuitten veertig
kilometer ten zuiden van Brussel op de Nederlandse troepen die onder bevel van generaal de Perponcher naar
het strategisch gelegen kruispunt van wegen bij Quatre Bras was opgerukt. Dit ondanks het bevel van
Wellington om terug te trekken. Tijdens een fel gevecht slaagden de Nederlandse troepen erin de Franse opmars
tegen te houden.
Twee dagen later, op 18 juni 1815, nam het Nederlandse leger actief deel aan de slag bij Waterloo, waarbij
Napoleon definitief verslagen werd. Het Britse en Pruisische leger en het Nederlandse leger achtervolgden de
verslagen keizer zelfs tot voor de poorten van Parijs dat op 22 juni 1815 werd bezet. Een groot succes voor de
militairen van het nog jonge en onervaren Nederlandse leger.
Ook de artillerietrein waarin Chris de Goede diende nam onder commando van Majoor D. Seitz deel aan deze
veldtocht.
Van deze Majoor is nog een brief bewaard gericht aan Generaal Dupont - belast met de uitrusting van de
troepen - waarin hij aangeeft dat de soldaten van de artillerietrein uitgerust zouden moeten worden met een
pistool. 8
“Aangezien het mij, volgens de mondelingsche verhaalen van sommige der geblesseerde soldaten van
mijn onderhebbend batailjon welke bij de jongstleden affaire zijn tegenwoordig geweest, ten
duidelijkste gebleken is, dat den treinsoldaat, bij de gelegenheid eenen charge der kavalerie, zich aan de
gevolgen derzelve, zonder eenige tegenstand te kunnen bieden, moet exponeeren; het volgend
voorbeeld strekke ten bewijs.
Bij eene charge door de fransche lanciers op onze troepen in de laatste veldtogt gemaakt gebeurde het
dat een lancier, de voorrijder van een kaisson, vijf sabelhouwen toebracht, zonder dat de middel of agter
rijder zich in staat bevonden hem zulks te beletten, maar integendeel geduldig het ogenblik moesten
afwagten waarop het den lancier mogt behagen hun op eene gelijke wijze te behandelen, het geen dan
ook het gevolg was; de middelrijder ontving ogenblikkelijk daarna drie sabelhouwen, en de agterrijder
een steek met de lans door de linkerarm. Al het geen waarschijnlijk niet zoude geschied zijn, indien
voor, middel en agterrijder van pistolen waren voorzien geweest, en het is te vermoeden dat, in dat
geval den lancier moeilijk zoude zijn teruggekeerd.
Zo neem ik eerbiedigst de vrijheid Uwe Excellentie voortedragen om de treinsoldaten in 't vervolg met
pistolen te doen wapenen.
Het is buiten dien natuurlijk, en het verlicht oordeel van Uwe Excellentie zal hierin ten volle
bewilligen, dat het een belangrijk but (sic!) van de zijde van den vijand is, wanneer hij bij eene charge
zo ver kan doordringen, dat hij zich in staat bevind om de bespanningen van het materieel der artillerie
buiten effect te stellen, en gevolglijk alle pogingen op den treinsoldaat aanwend.
De major, kommanderende het bataillon treinsoldaten van Linie.
(get.) D. Seitz”
8
http://ifthenisnow.eu/nl/artikelen/waterloo-veteranen-brief-van-majoor-seitz-aan-generaal-dupont-augustus-1815
R.Knotel – de bestorming van het landgoed Saint La Haye
Over de rol van de Nederlandse (Belgische) strijdkrachten bij Quatre Bras doen veel verhalen de ronde.
Graag neem ik de onderstaande bijdrage over van Erwin Muilwijk 9
Een formidabele strijdkracht
Reeds half maart 1815 mobiliseerde het toenmalige Verenigde Koninkrijk der Nederlanden een
veldleger om het grondgebied te beschermen, nadat Napoleon ontsnapte van het eiland Elba. Het
veldleger bestond uit 30.000 man, afkomstig uit het huidige Nederland en België, maar werd ook
versterkt door enkele duizenden manschappen uit het Hertogdom Nassau. Hoewel nog maar net
opgericht in januari 1814 bestond de landmacht voor een aanzienlijk deel uit ervaren officieren en
lagere rangen. Deze hadden in Franse dienst de afgelopen twee decennia aan menige campagne
deelgenomen in onder andere Duitsland, Spanje en Rusland. Elk infanteriebataljon, cavalerie regiment
of artilleriebatterij telde binnen haar gelederen wel zo’n 20 – 30% aan veteranen. Het Nederlandse
veldleger in 1815 was daarmee een strijdkracht om rekening mee te houden, al vertellen veel
buitenlandse historici over de veldslag bij Waterloo iets heel anders. De Nederlandse militairen
schuwden het gevecht in die dagen echter niet. Voorbeeld doet volgen en mythes omtrent de
Nederlanders dienen recht gezet te worden. …..
1816 – 1819: Reorganisaties, overstap naar Regiment Rijdende Artillerie en vertrek
In 1816 werd het korps omgezet in het Bataljon Artillerietrein nr. 1 10 11 en op 1 januari 1819 gaat Chris over
naar het 1e Bataillon veldartillerie 12 als kanonnier der 2e klasse.
De reden is dat in 1819 de drie drie treinbataljons werden verdeeld over de vier bataljons Veldartillerie.
9 http://ifthenisnow.eu/nl/gebeurtenissen/de-nederlanders-in-de-slag-bij-waterloo
10 Er waren in 1815/1816 drie treinbataillons opgericht. In 1819 zijn deze verdeeld over de vier bataljons Veldartillerie.
Bron: http://www.gahetna.nl/
11 Bron: Geschiedenis der Nederlandse artillerie – F. H. W. Kuypers: Bij besluit van 27 October 1815 werden de twee
bestaande bataljons trein in 3 hervormd, ieder van 8 compagnieën, waarvan er 16 bestemd waren voor de artillerie, 2
voor den pontontrein, 5 voor het voerwezen en den geneeskundigen dienst en een zou depôt worden. Ieder bataljon was
op voet van oorlog sterk: 1286 hoofden en 2172 paarden, op voet van vrede : 1276 hoofden 568 paarden. De drie
bataljons werden aangevoerd door den majoor D. Seitz; het 1e bataljon door den eersten-kapitein Bunskerken, het 2de
door den kapitein J. J. Reitz en het 3" door den majoor P. H. van Beugen. *
12 Bataljon Veldartillerie nr. 1. In 1819 ontstaan uit het Bataljon Artillerie van Linie (Bat. Artillerietrein) nr. 1.
Op 20 mei 1819 wordt Chris met nummer 1611 ingeschreven in het stamboek van het korps Regiment Rijdende
Artillerie. En wel voor de tijd van 2 jaar en 16 dagen. Dus tot medio 1821 zou hij daar dienen.
Ook bij deze inschrijving werd de naam van zijn vader weer fout vermeld: Deze keer was hetChristiaan ipv
Dirk!
Het korps Regiment Rijdende Artillerie was in december 1813 te Utrecht opgericht onder commando van
Kuitenbrouwer. Dit korps staat in de volksmond nog steeds bekend onder de naam van ”Gele Rijders”. Een
bevordering blijkbaar!
Inschrijving militair stamboek nummer 1611 – 509: Korps/Reg. Rijdende Artillerie (1816-1823)
De toetreding tot het Korps/Reg. Rijdende Artillerie duurde niet lang. Hij had getekend tot medio
1821 maar op 20 juni 1819 gaat hij zonder vermelding van reden plotseling met verlof met paspoort.
Uit de inschrijvingen van collega's blijkt dat hij pas in augustus 1821 afgezwaaid zou kunnen zijn.
Misschien was zijn gezondheid zodanig dat dit niet meer kon? Er is geen reden vermeld. Maar omdat
zijn moeder Mietje op 13 januari 1820 is overleden in Beverwijk dus dat zou wel eens de reden voor
zijn onverwachte vertrek geweest kunnen zijn.
1821 – Op de Mooie Nel met een schuijtje in het water gezonken en verdronken
Op 10 oktober 1821 doen Dirk Hoogenbos en Dirk Stokman aangifte van het overlijden van Chris de
Goede. Chris blijkt op 9 oktober 1821 om half zeven 's avonds in de Mooijenel in Spaarnwoude“ met
een schuitje te zijn gezonken en verdronken”. Volgens de akte is hij dan 27 jaar oud maar dat moet 25
jaar zijn. Chris is inmiddels landbouwersknecht en woonachtig in Spaarnwoude in het huis nr. 3.
Dirk Hoogenbos en Dirk Stokman zijn naaste buren en goede bekenden van Chris. Dirk is landbouwer
en grootgrondbezitter en woonde aan de Lagendijkse Wetering (tegenwoordig Lagendijk genoemd) en
de Dirk Stokman is arbeider en woonde ook aan de Lagendijkse Wetering.
Het kadaster 1833 laat zien waar zij woonden:
De huizen in Spaarnwoude in 1833:
1:
2:
3:
4:
De boerderij van Dirk Hoogenboom – het huidige adres Lagendijk 7 – Spaarndam
Het huis van Dirk Stokman – het huidige adres Lagendijk 7 – Spaarndam
De boerderij van Willem Warmendam – het huidige adres Lagendijk 5 – Spaarndam
De Mooijenel
De Liede is een riviertje dat vroeger het Haarlemmermeer verbond met het Spaarne ten zuiden van
Spaarndam. Bij Spaarndam is de Liede zo breed dat men kan spreken van een meer en hier heet het de
Mooie Nel (vroeger de "Mooie Hel").
Chris de Goede woonde op een van deze drie adressen. Waarschijnlijk werkte hij voor Dirk
Hogenboom omdat dat een rijke boer was met veel grond in Spaarnwoude.
De situatie anno 2011
Nu rijst natuurlijk de vraag: Wat is er gebeurd op die avond?
In de akte staat alleen dat hij “met een schuitje is gezonken en verdronken”.
Ook de Opregte Haarlemse Courant vermeldt niets over dit voorval.
Het weerbericht van die dag zegt het volgende:
De temperatuur op 9 oktober 1821 lag rond de 15,0 °C.
De wind kwam overheersend uit het noord-westen. Typering van het weer: half bewolkt .
Het kon flink spoken op de Mooie Nel. Die avond kwam de wind uit het Noord-Westen. Was hij aan
het vissen en is hij omgeslagen? Hij kon niet zwemmen en zich niet in veiligheid brengen?
Of was er een andere reden? Ik weet het niet13.
Maar ik vond het leuk om na 195 jaar zijn portret te schetsen.
13 Misschien dat de notulen en bestuursstukken van Spaarnwoude nog nieuwe informatie geeft.
Dat moet ik nog onderzoeken.