Inspectierapport KOV 2015

Download Report

Transcript Inspectierapport KOV 2015

Inspectierapport

KDV De Broekies (KDV) De Dikte 1 7991NH DWINGELOO Registratienummer 216144462 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek : Status: Datum vaststelling inspectierapport: GGD Drenthe Westerveld 04-09-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 14-09-2015

Inhoudsopgave

Het onderzoek .................................................................................................................... 3

Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4

Personeel en groepen ....................................................................................................... 6

Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7

Ouderrecht ..................................................................................................................... 8

Inspectie-items ................................................................................................................... 9

Gegevens voorziening ......................................................................................................... 13 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 13

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 14

Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO 2 van 14

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties.

Beschouwing Algemeen

ontbrak Kinderopvang De Broekies is een kleinschalige, agrarische kinderopvang voor kinderen van 0-12 jaar volgens de formule van de Verenigde Agrarische Kinderopvang (VAK), maximaal 12 kindplaatsen gezamenlijk voor kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Kinderopvang De Broekies biedt opvang aan op maandag t/m vrijdag van 7.30 tot 18.00 uur.

Inspectiegeschiedenis

Tijdens de inspectie van 2014 voldeed kinderopvang De Broekies niet aan de volgende voorwaarden uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: - Personeel en Groepen: Verklaring omtrent het gedrag en beroepskwalificatie beroepskracht - Ouderrecht: Informatie, GGD rapporten waren niet inzichtelijk op de website en er was geen oudercommissie ingesteld (de houder voldeed wel aan de inspanningsverplichting) De gemeente heeft opdracht tot een nader onderzoek gegeven voor de voorwaarde personeel. De houder voldeed in het nader onderzoek aan de eisen; er was een verklaring omtrent gedrag en beroepskwalificatie van de beroepskracht.

Inspectie september 2015

Tijdens de inspectie van augustus 2015 voldeed kinderopvang De Broekies aan alle geïnspecteerde eisen uit de Wet Kinderopvang.

Advies aan College van B&W

Geen handhaving. Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO 3 van 14

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

Kinderopvang De Broekies is een kleinschalige, agrarische kinderopvang voor kinderen van 0-12 jaar volgens de formule van de Verenigde Agrarische Kinderopvang (VAK), maximaal 12 kindplaatsen gezamenlijk voor kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Kinderopvang De Broekies is aangesloten bij de Verenigde Agrarische Kinderopvang (VAK). Deze organisatie ondersteunt agrariërs in de exploitatie van kinderopvang op de boerderij en biedt hen een kwaliteitsmanagementsysteem. Binnen de Verenigde Agrarische Kinderopvang wordt er onderscheid gemaakt tussen het pedagogisch beleidsplan en het pedagogisch werkplan. In het beleidsplan 2010 worden de theoretische achtergronden beschreven en in het werkplan 2014 van kinderopvang De Broekies wordt de praktische uitwerking hiervan gegeven. Zo wordt er voor gezorgd dat de achtergronden van waaruit gewerkt wordt dezelfde zijn, terwijl elke agrarische kinderopvang zijn eigen accenten kan geven.

Visie kinderopvang De Broekies:

Wij vinden het belangrijk dat kinderen letterlijk en figuurlijk volop de ruimte krijgen zich te ontwikkelen. Letterlijk: Door de veilige, speelse en grote speeltuin krijgen de kinderen dagelijks volop kans ontdekkingen te doen op het gebied van de natuur. Daarnaast stimuleert de buitenruimte een kind vanzelf tot spelen en bewegen. En het stimuleert samenspel, waardoor kinderen spelenderwijs zich ontwikkelen in hun sociale vaardigheden en persoonlijke weerbaarheid. Figuurlijk: Wij sluiten aan op de behoeftes van een kind. Wil het kind even alleen spelen dan is dat prima. Is het tijd om fruit te gaan eten, maar wil het kind nog net even wat afmaken, dan krijg hij hier de ruimte voor. Daarnaast willen wij aandacht besteden aan de christelijke visie. Wij zijn van mening dat de bijbel ons leert om solidair met elkaar te zijn, te delen, eerlijk te zijn en elkaar te helpen. Wij willen dit tot uiting brengen door met kinderen te bidden of voor het eten een liedje te zingen, verhalen uit de bijbel aan te bieden en hier activiteiten aan te koppelen. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk wordt het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Tijdens een gesprek met de beroepskracht blijkt dat zij voldoende op de hoogte is van het pedagogisch beleid. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep.

Pedagogische praktijk

- emotionele veiligheid; - sociale competentie; Emotionele veiligheid Sociale competentie Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: - persoonlijke competentie; - overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum.

Er heerst een ontspannen sfeer in de groep

Het dagschema biedt een balans tussen structuur en flexibiliteit. Het is tijd om te eten maar de kinderen zitten nog vol met energie. Ze rennen en springen in de ruimte. De beroepskracht besluit muziek aan te zetten zodat ze samen op de muziek kunnen bewegen en pas daarna te gaan eten. Persoonlijke competentie

Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting

Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. De kinderen gaan een vast deel van de tijd naar buiten. De inrichting biedt gelegenheid tot gezamenlijk en individueel spel.

De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten

4 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO

De beroepskracht beoordeelt eerst hoe de situatie in elkaar zit en geeft de kinderen de ruimte om het zelf op te lossen. Tijdens een spelletje kijkt de beroepskracht hoe de kinderen spelen en of het ene kind ook aangeeft dat het spel hem zeer doet. Als het spel wat langer doorgaat vraagt ze het kind of hij het leuk vindt en zegt dat het kind kan zeggen "Niet doen, dat doet me zeer!" De beroepskracht helpt de kinderen om zo sociale vaardigheden te ontwikkelen en om voor zichzelf op te komen. Normen en waarden

Afspraken en regels zijn duidelijk

te houden. Gebruikte bronnen:  De beroepskracht kent de afspraken en regels en omgangsvormen en past ze consequent toe. Aan tafel worden de afspraken meerdere keren herhaald om het kind te bewegen om zich aan de regels Tijdens de observatie bleek dat de beroepskracht voldoet aan de voorwaarde voor het scheppen van een pedagogisch klimaat. Zij weet wat het effect is van haar handelen op het behalen van de vier pedagogische basisdoelen. Zij draagt bij aan het welbevinden van kinderen. Interview houder en/of locatieverantwoordelijke    Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO 5 van 14

Personeel en groepen

Beroepskwalificatie en verklaringen omtrent gedrag

Alle beroepskrachten zijn tijdens de inspectie en nader onderzoek van 2014 gecontroleerd en akkoord bevonden. Ten tijde van de inspectie was er een nieuwe beroepskracht in dienst genomen. Zij wordt nog niet als werknemer ingezet maar moet wachten tot de verklaring omtrent gedrag toegestuurd is. Haar verklaring omtrent gedrag en beroepskwalificatie zijn derhalve niet meegenomen in deze inspectie. Er waren geen stagiaires werkzaam in kinderopvang De Broekies.

Opvang in groepen

Kinderopvang De Broekies werkt met één stamgroep waarbij kinderen van 0-12 jaar bij elkaar zitten, een verticale groep, kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Ten tijde van de inspectie was er op kinderopvang De Broekies 1 beroepskracht aanwezig, verantwoordelijk voor 3 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. De beroepskracht-kind-ratio en de omvang van de groep is gecontroleerd door middel van presentielijsten. De beroepskracht heeft toelichting gegeven op de inzet van personeel op het aantal aanwezige kinderen per dag. Hieruit blijkt dat de praktijk met de theorie overeenkomt. Er wordt Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke    Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO 6 van 14

Veiligheid en gezondheid

       

Risico-inventarisatie

Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen. De meest recente risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid van kinderopvang de Broekies is uitgevoerd op 2 september 2015. Naar aanleiding van de risico-inventarisatie zijn er huisregels, actieplannen en een veiligheids- en gezondheidsverslag opgesteld. De te nemen maatregelen genoemd in de risico monitor zijn niet allemaal verwerkt in huisregels, zijn niet allemaal schriftelijk vastgelegd. Sommige maatregelen zijn niet van toepassing of de risico's worden aanvaard. Er is een ongevallenregistratie aanwezig.

Vierogenprincipe

Door het kleinschalige karakter van kinderopvang De Broekies, is er vaak maar één pedagogisch medewerkster op de groep aanwezig. Om toch invulling te geven aan het vier-ogen principe zijn de volgende maatregelen getroffen: 1.

Open deuren beleid wat inhoudt dat er ten allen tijde mensen de kinderopvang binnen kunnen komen. Belangrijk voor de pedagogisch medewerkster hierin is, dat zij er scherp op is of de personen die binnen willen komen, ook daadwerkelijk iets te zoeken hebben op de kinderopvang. Bij onbekende personen zal zij zo snel mogelijk naar de deur toe komen om de persoon in de hal op te wachten, zodat deze niet per se in de groepsruimte hoeft te komen. Dit in het kader van veiligheid van de kinderen. 2.

Flexibele breng- en haaltijden: er zijn meerdere momenten op de dag dat er ouders binnen kunnen komen. 3.

Mede eigenaren kinderopvang komen op niet afgesproken tijd(en) binnen om een praatje te maken of iets te brengen. 4.

5.

Slaapkamers zijn voorzien van raampjes: Er kan altijd (onverwacht) mee gekeken worden wat er op de slaapkamer gebeurd. Een erkend leerbedrijf: Op dagen dat er een stagiaire aanwezig is, wordt het vier-ogen beleid ondervangen door deze extra persoon. Deze afspraken staan beschreven in het pedagogisch beleid. Het vierogenprincipe wordt tijdens de intake besproken met nieuwe ouders. Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke  Observaties Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Veiligheidsverslag Gezondheidsverslag Huisregels/groepsregels 7 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO

Ouderrecht

Ouderrecht

Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders betrekt en informeert inzake het beleid. Kinderopvang De Broekies informeert ouders middels de website, pedagogisch beleid, informatieboekje en mondelinge overdracht tussen beroepskrachten en ouders. Het laatste inspectierapport staat niet op de website. Er is een verwijzing aanwezig naar de GGD rapporten op de website maar deze kan niet worden geopend. Wel is het rapport inzichtelijk voor ouders op de locatie. Kinderopvang De Broekies voldoet hiermee aan de voorwaarden betreffende ouderrecht.

Oudercommissie

wordt gevraagd. Binnen dit domein is beoordeeld of de houder een oudercommissie heeft ingesteld en of er advies Sinds begin 2015 heeft kinderopvang De Broekies een oudercommissie ingesteld. De oudercommissie heeft advies gegeven over de door de houder aangeleverd onderwerp, de ruildagen, en ongevraagd advies gegeven over een lief en leed potje. De oudercommissie is nog niet lang genoeg ingesteld om gelegenheid te hebben gehad om verzwaard advies uit te brengen. De volgende voorwaarden kunnen derhalve nog niet worden beoordeeld; -De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen - De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft Gebruikte bronnen:  Interview houder en/of locatieverantwoordelijke    Reglement oudercommissie Informatiemateriaal voor ouders Website Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO 8 van 14

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 9 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO

Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 11 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Ouderrecht

Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO 12 van 14

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie

Gegevens houder

Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente Adres Postcode en plaats

Planning

Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : KDV De Broekies : http://www.kdvdebroekies.nl : 12 : Nee : KDV De Broekies : Eemster 17 : 7991PP DWINGELOO : 51312115 : GGD Drenthe : Postbus 144 : 9400AC ASSEN : 0592-306300 : Janneke Bruins : Westerveld : Postbus 50 : 7970AB HAVELTE : 04-09-2015 : 08-09-2015 : Niet van toepassing : 14-09-2015 : 15-09-2015 : 15-09-2015 : 15-09-2015 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO 13 van 14

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-09-2015 KDV De Broekies te DWINGELOO 14 van 14