Transcript 15410/16 nuf/hh 1 DG B 1C Voor de delegaties gaan in de bijlage

Raad van de
Europese Unie
Brussel, 8 december 2016
(OR. en)
15410/16
SOC 790
EMPL 533
ECOFIN 1173
EDUC 425
JEUN 110
RESULTAAT BESPREKINGEN
van:
het secretariaat-generaal van de Raad
d.d.:
aan:
8 december 2016
de delegaties
nr. vorig doc.:
15015/16 SOC 755 EMPL 505 ECOFIN 1136 EDUC 409 JEUN 104
Betreft:
De uitvoering van de jongerengarantie en het
jongerenwerkgelegenheidsinitiatief- Conclusies van de Raad (8 december
2016)
Voor de delegaties gaan in de bijlage de conclusies van de Raad over de uitvoering van de
jongerengarantie en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, die tijdens de 3507e zitting van
de Raad Epsco op 8 december 2016 zijn aangenomen.
15410/16
nuf/hh
DG B 1C
1
NL
Conclusies van de Raad over de uitvoering van de jongerengarantie en het
jongerenwerkgelegenheidsinitiatief
OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:
1.
De prestatie van jongeren op de arbeidsmarkt van de EU is de afgelopen jaren in het algemeen
verbeterd, maar toch zijn vandaag nog steeds meer dan 4,1 miljoen jongeren (15-24 jaar)
werkloos. De jongere generaties zijn zwaar getroffen door de economische en financiële crisis
en blijven de sociale en werkgelegenheidseffecten tot vandaag voelen.
2.
Ook al is de jeugdwerkloosheid afgenomen, van een piek van 23,9 % in februari 2013 tot
18,2 % in september 2016, zij blijft hoog in de EU en in een aantal regio's daarvan. Tussen de
lidstaten met de laagste jeugdwerkloosheidscijfers en die met de hoogste, gaapt een kloof van
meer dan 30 procentpunten. Ondanks de aanhoudende aanzienlijke verschillen tussen landen
en regio's, blijft de jeugdwerkloosheid een belangrijk zorgpunt voor de gehele EU.
3.
Vanaf het prille begin van de crisis heeft de EU zich grote inspanningen getroost om de
situatie van die groep te verbeteren, hoofdzakelijk via de uitvoering van de aanbeveling
inzake de jongerengarantie en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief.
4.
Drie jaar na de start van de uitvoering van de jongerengarantie en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, is het passend de situatie te evalueren en moet de gemeenschappelijke inzet
van de EU voor de verbetering van de werkgelegenheidssituatie van haar jongeren worden
hernieuwd.
15410/16
nuf/hh
DG B 1C
2
NL
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
5.
IS INGENOMEN MET de mededeling van de Commissie over de uitvoering van de
jongerengarantie en het functioneren van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief 1, die er is
gekomen na een oproep van de Europese Raad in juni 2013 2.
6.
NEEMT NOTA van het voorstel dat de Europese Commissie in de mededeling van
14 september 2016 doet om het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief voort te zetten 3.
7.
NEEMT NOTA van het jongereninitiatief van 7 december 2016 van de Commissie en van de
start van een Europees solidariteitskorps.
8.
HERINNERT AAN de routekaart die tijdens de top van de 27 lidstaten van 16 september
2016 in Bratislava is afgesproken, en aan de conclusies van de Europese Raad van 20 en 21
oktober 2016 4, waarin wordt gepleit voor EU-steun aan de lidstaten ter bestrijding van
jeugdwerkloosheid en voor het versterken van EU-programma's voor jongeren.
9.
BENADRUKT dat een volledig herstel van de werkgelegenheid een adequate beleidsmix op
economisch gebied vereist die bevorderlijk is voor een banenrijke groei, en voor het
integreren van werklozen, waaronder de jongere werklozen, in de arbeidsmarkt; investeringen
spelen in dat herstel een belangrijke ondersteunende rol.
10.
NEEMT NOTA VAN het voornemen van de lidstaten om nationale jongerengarantieregelingen en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief te zullen uitvoeren, en van de eerste
vruchten die de tot dusver uitgevoerde maatregelen en hervormingen hebben afgeworpen.
1
2
3
4
12749/16 + ADD1, 2, 3.
EUCO 104/2/13.
12183/16.
EUCO 31/16.
15410/16
nuf/hh
DG B 1C
3
NL
11.
IS ZICH BEWUST van het werk dat de lidstaten hebben verzet om extra financiële middelen
vrij te maken, hun arbeidsmarktinstellingen te versterken en te moderniseren, partnerschappen
tussen de werkgelegenheids-, onderwijs-, en jongerensector te steunen, en in contact te treden
met de sociale partners, conform de nationale praktijken, en met andere belanghebbenden,
teneinde een beter resultaat te boeken met de jongerengarantie.
12.
WIJST EROP dat de lidstaten hervormingen in de sector onderwijs en opleiding steunen,
onder meer regelingen op het gebied van stages en leerlingenplaatsen, zodat jongeren de
vaardigden worden aangereikt die nodig zijn voor een vlotte overgang van het onderwijs naar
de arbeidsmarkt.
13.
BEKLEMTOONT dat voortzetting van de jongerengarantieregelingen berust op een blijvend
engagement van overheden om maatregelen te nemen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid.
14.
ONDERSTREEPT dat de financiële steun uit het Europees Sociaal Fonds, en in de meeste
lidstaten door middel van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, heeft bijgedragen aan het
opzetten van jongerengarantieregelingen.
15.
HERINNERT ERAAN dat de lidstaten overeenkomstig het regelgevingskader de eerste
nationale evaluaties van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief eind 2015 hebben ingediend.
Een tweede nationale evaluatie door de lidstaten wordt eind 2018 verwacht. Die evaluaties
helpen de Raad om actief de doeltreffendheid van het instrument te beoordelen.
16.
BEKLEMTOONT het belang van een hechter contact met jongeren die niet werken, geen
onderwijs of opleiding volgen (NEET's) en evenmin bij de openbare diensten voor
arbeidsvoorziening geregistreerd zijn. Bij het uitstippelen van beleid dat jongeren opnieuw
naar de arbeidsmarkt of een opleiding moet loodsen, moet rekening worden gehouden met
heterogene karakter van de NEET's, bijvoorbeeld door, waar passend, de verlening van
sociale diensten en diensten voor arbeidsvoorziening te integreren.
15410/16
nuf/hh
DG B 1C
4
NL
17.
WIJST OP de noodzaak van een grotere betrokkenheid ten aanzien van kansarme jongeren en
het bevorderen van verschillende trajecten naar de arbeidsmarkt. Bijzondere aandacht moet
uitgaan naar het aanbieden van alomvattende en empirisch onderbouwde ondersteuning vaan
jongeren die op hun weg naar de arbeidsmarkt tal van barrières aantreffen (armoede, sociale
uitsluiting, gebrek aan kwalificaties, gezondheidsproblemen, handicap, migratieachtergrond
en discriminatie).
18.
ONDERKENT dat een goede kwaliteit van het aanbod en de diensten voorwaarde is voor een
duurzame binding met de arbeidsmarkt.
19.
ONDERSTREEPT het belang van persoonlijke begeleidings- en adviesdiensten voor
jongeren, vooral in de overgangsfasen tussen werkloosheid, onderwijs en werk.
ROEPT DE LIDSTATEN OP:
20.
De uitvoering van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief verder te blijven intensiveren en
ervoor te zorgen dat de meest kansarme jongeren er profijt uit trekken.
21.
Zich te blijven inzetten om jongeren die niet bij de openbare diensten voor arbeidsvoorziening
geregistreerd zijn de hand te reiken, onder meer door een gedifferentieerde aanpak voor de
verschillende behoeften van de NEET's, en door een beter contact met de jongeren die
meerdere obstakels moeten overwinnen om toegang tot de arbeidsmarkt te krijgen en zich op
die markt te handhaven, onder meer door bijscholing.
22.
Erop toe te zien dat elk aanbod in het kader van de jongerengarantie bijdraagt tot een
duurzame binding van jongeren met de arbeidsmarkt en, in voorkomend geval, de validering
van hun vaardigheden.
23.
Zich in te zetten om de nationale gegevens beter af te stemmen op het gemeenschappelijk
kader van indicatoren voor toezicht op de jongerengarantie, rekening houdende met de
huidige mogelijkheden en beperkingen van nationale gegevens.
15410/16
nuf/hh
DG B 1C
5
NL
ROEPT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE OP
24.
Gezamenlijk wegen te verkennen om de uitvoering te verbeteren en meer EU-middelen uit te
trekken voor werkloze en niet-actieve jongeren, met speciale aandacht voor kansarmen en
probleemgebieden.
25.
Binnen het kader van het Europees netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening
actief te zijn om de capaciteit van deze diensten verder uit te bouwen en hen in staat te stellen
de jongerengarantie uit te voeren en de vorderingen daarbij te evalueren.
26.
Na te gaan hoe het aanbod van leerlingenplaatsen in het kader van de jongerengarantie nog
kan worden uitgebreid, teneinde een hoog niveau van leerlingenmobiliteit te bewerkstelligen.
ROEPT DE COMMISSIE OP:
27.
De lidstaten te blijven steunen bij de bestrijding van jeugdwerkloosheid.
28.
Steun te blijven verlenen aan wederzijds leren en de verspreiding van beste praktijken, vooral
innovatieve empirisch onderbouwde praktijken ter ondersteuning van niet-geregistreerde
NEET's en jongeren die meerdere obstakels moeten overwinnen om toegang tot de arbeidsmarkt te krijgen en op die markt te blijven, of naar het onderwijs terugkeren.
29.
Synergieën te creëren met andere jongereninitiatieven voor het:
a)
verlenen van steun voor wederzijds leren en de uitwisseling van beste praktijken tussen
de lidstaten wanneer zij nationale wetgevingskaders aannemen om te voldoen aan het
kwaliteitskader voor stages;
b)
verlenen van verdere steun aan hervormingen van leerlingplaatsen en leerlingenmobiliteit, voortbouwend op de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen, met name
door bedrijfspartnerschappen met de aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding aan
te moedigen;
c)
streven naar sterkere partnerschappen met aanbieders van onderwijs- en opleiding en
met de jongerensector in het kader van 2020-strategie voor onderwijs en opleiding en de
EU-strategie voor jongeren.
15410/16
nuf/hh
DG B 1C
6
NL
ROEPT HET WERKGELEGENHEIDSCOMITÉ OP:
30.
De monitoring van de nationale uitvoering van jongerengarantieregelingen te verbeteren via
het multilaterale toezicht in het kader van het Europees semester en via het gemeenschappelijk kader van indicatoren voor toezicht op de jongerengarantie.
31.
Te onderzoeken of er in het kader van de indicatoren ruimte is voor een debat over normen
voor kwaliteitscriteria.
32.
Zich verder in te spannen om de transparantie, een betere vergelijkbaarheid en consensus bij
de uitlegging van de in dit kader van indicatoren verzamelde gegevens te garanderen.
15410/16
nuf/hh
DG B 1C
7
NL