Transcript abstract

BEGRAVEN TIJDENS DE LATE MIDDELEEUWEN IN WEST-EUROPA Jean Luc Meulemeester Het begraven van mensen heeft in de loop van de geschiedenis grote wijzigingen ondergaan. Ook in West-Europa. Die evolutie is nog steeds bezig want het begraven is de laatste jaren in onze gewesten enorm gewijzigd. De veranderende godsdienst- en cultuurbeleving spelen hierbij een grote rol. Ook in de (lange) middeleeuwen is een duidelijke wijziging vast te stellen. Zo was de ritus van het begraven in de vroege middeleeuwen anders dan in de vijftiende eeuw. Aan de hand van miniaturen, schilderijen en afbeeldingen op beeldhouwwerken wordt een overzicht geboden van het sterven en het begraven tijdens de middeleeuwen. Wat gebeurde nadat iemand was overleden? Dat er een duidelijk verschil was tussen rijk en arm zal wel niemand betwijfelen. Dit verschil uitte zich niet alleen in de begrafenis zelf, maar evenzeer waar de dode werd begraven en hoe. Bestonden toen al begrafenisondernemers? En wat was hun functie? De rol van de bedelorden was zeker niet te onderschatten. Zij beïnvloeden ongetwijfeld de dodenliturgie, maar eveneens de gezangen, de gebeden en de iconografie op grafmonumenten. Ze stonden in voor één van de zeven werken van barmhartigheid: de doden begraven. Pas in 1207 werd dit zevende werk toegevoegd door paus Innocentius III (1198-1216). Hij steunde daarvoor op het boek Tobit (1,17): “… als ik het lijk van een volksgenoot buiten de muren van Nineve zag liggen, dan begroef ik het.” In moeilijke tijdens (zoals tijdens de pestepidemieën) was het begraven van doden een gevaarlijke en moeilijke opdracht. Ook het maken van graven binnen kerken was niet steeds een gemakkelijke opgave. De binnenkanten van het graf werden in het oude graafschap Vlaanderen zelfs nog dikwijls beschilderd. Maar hoe dan ook iedereen – arm of rijk, paus of vorst, jong of oud - stierf, wat de middeleeuwse dodendans zeer nadrukkelijk vertelt.