SURF Magazine 04
Download
Report
Transcript SURF Magazine 04
04
SPOTLIGHT
Leveranciers gaan uitdaging
aan op Challenge day 4
BEST PRACTICE
Werkboek ‘Veilig toetsen’
helpt toetstraject te beveiligen 14
CONNECTED
Informatiebeveiliging in het mbo 16
Magazine over ICT voor het onderwijs en onderzoek in Nederland December 2016
MARLON DOMINGUS, PROJECTMANAGER RESEARCHDATAMANAGEMENT (RDM) EN COÖRDINATOR VAN DE COMMUNITY
RDM ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM:
‘ALS JE BEVEILIGING GOED OP ORDE HEBT, BESCHIK
JE DAARMEE OVER EEN COMPETITIVE EDGE’
COLUMN
EEN HPC DATACENTER VOOR
EEN FEDERATIEVE CLOUD
Met het vallen van de bladeren is de gehele nationale e-infrastructuur
verhuisd naar het fonkelnieuwe datacenter van Digital Realty. De ruim 100
kilometer kabel, 2000 reken- en opslagservers, 6000 netwerkpoorten en
tientallen petabytes aan data zijn met 78 verhuiswagens verplaatst, binnen
de geplande tijd. In 1977 verhuisde SURFsara, toen nog Stichting Academisch
Rekencentrum Amsterdam, zijn datacenter voor het eerst van de VU naar
het Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer. De toenmalige directeur
Tjaart Schipper zei destijds: “Ik moet er niet aan denken, wat voor een
toestand dat worden zal.” Een toestand was deze tweede verhuizing niet,
dankzij twee jaar van zorgvuldig voorbereiden, nauwkeurig plannen en de
inzet van vele medewerkers onder leiding van een ervaren projectleider.
Dit datacenter, in de Amsterdam Data Tower, is het beste van twee werelden.
Het biedt speciale voorzieningen voor de hosting van HPC-systemen met
relatief lage operationele kosten. Daarnaast biedt het uitbreidingsmogelijkheden en een serviceniveau van een commercieel datacenter. Ook voldoet
het ruimschoots aan de duurzaamheidseisen van SURF en de stad Amsterdam, met warmte-koudeopslag waarbij warmte op duurzame wijze wordt
afgevoerd naar grondwaterlagen en wordt gebruikt voor verwarming in
de winter. In het 72 meter hoge state-of-the-art datacenter heeft SURFsara
de beschikking over 2 etages voor een eigen HPC-datacenter.
Onze samenleving digitaliseert razendsnel en in de toekomst verschuiven
bijna alle data naar de cloud. Het nieuwe HPC-datacenter van SURFsara is
dan ook een essentieel onderdeel van de federatieve hybride communitycloud van SURF voor het onderwijs en onderzoek in Nederland. Niet alleen
is het een vertrouwde en veilige haven voor Nederlandse onderzoeksdata,
het datacenter bevindt zich ook op de Europese hub van het Science Park
Amsterdam met de snelle netwerkkoppelingen van NetherLight en AMS-IX.
Met het nieuwe HPC-datacenter en in de toekomst een potentiële opslagcapaciteit van een exabyte, treedt Nederland toe tot de ‘exa-scale league’,
de Champions League voor wetenschappelijk onderzoek. Het gaat uiteindelijk om toponderzoek, publicaties, Nobelprijzen, patenten en de concurrentiekracht van onze economie. Dat is waar we het allemaal voor doen!
COLOFON
SURF Magazine is een uitgave van SURF,
de ICT-samenwerkingsorganisatie van het
onderwijs en onderzoek in Nederland.
Binnen de coöperatie SURF werken
universiteiten, hogescholen, mbo-scholen,
onderzoeksinstellingen en de universitaire
medische centra samen aan ICT-voorzieningen
én ICT-vernieuwingen. SURF heeft zijn
activiteiten onderbracht in drie werkmaatschappijen: SURFmarket, SURFnet en
SURFsara.
Abonnement SURF Magazine verschijnt
vier keer per jaar. Een gratis abonnement
op SURF Magazine kunt u aanvragen via
het redactieadres of via www.surf.nl/
aanmeldensurfmagazine.
Een afmelding voor het magazine kunt u
ook doorgeven via [email protected].
SURF Magazine is ook digitaal beschikbaar via:
www.surf.nl/magazine
Redactieadres
SURF
Postbus 19035
3501 DA Utrecht
T 088 787 30 00
[email protected]
Wwww.surf.nl
Hoofdredactie Dimphy van der Zanden
Productie Gerlinde van der Vegte en
Kees Ligtelijn
Eindredactie Jan Michielsen en Eric Daamen
Redactie Marieke van Dijk, Judith Verhoeven,
Josje Spinhoven, Arian Ooijevaar en
Kees Ligtelijn
Medewerkers Arnoud Groot, Mirjam Hulsebos,
Wilma Schreiber, Aad van de Wijngaart,
Marjolein van Trigt, Daphne Riksen, Pieter van
den Brand, Marieke van Dijk
Ontwerp Studio Koelewijn Brüggenwirth,
Den Haag
Fotografie Harry Meijer, Elodie Burrillon/
HUCOPIX, Cynthia Fotografie, Arie Kers, Lynn
Mellema/ Noorderpoort
Illustratie Vijselaar en Sixma, Michael Kluver
(Visuele Notulen), Flowww
Anwar Osseyran, directeur SURFsara
Druk Roto Smeets Grafiservices
Reacties? [email protected]
02 SURF04 december 2016
www.surf.nl/magazine
INHOUD
04
14
10
16
04
14
BEST PRACTICE
Back-up op een geografisch
gescheiden locatie
Leveranciers gaan uitdaging
aan op Challenge day
Werkboek ‘Veilig toetsen’
helpt toetstraject te beveiligen
07 GASTCOLUMN door
Om flexibel en persoonlijk onderwijs
te kunnen bieden, hebben onderwijsen onderzoeksinstellingen technologie
nodig die koppelbaar en vervangbaar is.
In het digitale tijdperk wordt het lastiger
om toetsen fraudevrij af te nemen. Om
instellingen te ondersteunen ontwikkelde
SURFnet het werkboek ‘Veilig toetsen’
SPOTLIGHT
06 FOCUS Vier vragen over ...
Sally Wyatt
08 KORT
13 LANCERING ROC Noorderpoort
100ste lid SURF
10
16
Onderzoekers vragen maatwerk
Informatiebeveiliging in het mbo
Bijna iedereen die zich in Nederland
bezighoudt met research support zal
Marlon Domingus kennen. Hoe pakt hij
bij de Erasmus Universiteit Rotterdam
(EUR) de uitdagingen van research
support aan?
Datalekken, examenfraude, DDoS-aanvallen, ransomware en phishing komen
ook in het mbo regelmatig voor. Samen
met saMBO-ICT en Kennisnet heeft SURF
hard gewerkt om informatiebeveiliging
en privacy naar een hoger plan te tillen.
INTERVIEW
www.surf.nl/magazine
18 LICENTIENIEUWS
Slimme tools voor online onderzoek
en competentiemanagement
CONNECTED
20 START-UP
Online platform Ans verlicht nakijkwerk
en maakt efficiënte feedback naar
studenten mogelijk
20 IN DE ETALAGE
SURF04 december 2016 03
LEVERANCIERS GAAN UITDAGING
AAN OP CHALLENGE DAY
Om flexibel en persoonlijk onderwijs te kunnen bieden, hebben onderwijs- en onderzoeksinstellingen
technologie nodig die eenvoudig koppelbaar en vervangbaar is. Op de Challenge Day werden softwareleveranciers aan de tand gevoeld over de integratiemogelijkheden van hun producten.
Tekst Marjolein van Trigt Illustraties Michael Kluver, Visuele Notulen
“Wat een leuke ervaring om in één
omgeving te zijn met mensen die onderwijssoftware gebruiken én de mensen
die de software bouwen,” zegt Daan
Rijpkema, student informatica aan de
Universiteit Utrecht. Het gebeurt niet
iedere dag dat softwareleveranciers oog
in oog staan met zowel hun concurrenten
als hun gebruikers. De Challenge Day, op
6 oktober 2016 georganiseerd door SURF,
biedt een mooie dwarsdoorsnede van
04 SURF04 december 2016
digitale toepassingen voor het onderwijs.
Maar dat is niet waarom Rijpkema en de
andere aanwezigen naar CitySense
Utrecht zijn gekomen. Ze willen vooral
weten of de markt aansluit op de behoefte
aan onderwijs op maat. In hoeverre zijn
al die prachtige producten met elkaar
te integreren? Hoeveel moeite kost het
om ze los te koppelen? De onderwijsen onderzoeksinstellingen willen hun
onderwijs kunnen afstemmen op indivi-
duele studenten, maar ze zijn daarvoor
afhankelijk van de interoperabiliteit en
de integratiemogelijkheden van de ICT.
Idealiter sluiten de onderdelen als
legoblokjes op elkaar aan. Rijpkema zit
vandaag in een panel dat probeert te
achterhalen in hoeverre dat het geval is.
Meer kennis van standaarden
“Er is een mooie diversiteit aan grote en
kleine leveranciers,” stelt Rijpkema na
www.surf.nl/magazine
SPOTLIGHT
afloop van de leverancierspresentaties vast.
“Je ziet dat de grote learningmanagementsystemen (LMS) steeds meer inzetten op
het integreren van nieuwe functionaliteiten,
maar dat zij ook steeds meer doen om de
mogelijkheden van componenten van
derden te integreren. Mensen weten dat er
standaarden bestaan voor het uitwisselen
van data tussen verschillende externe en
interne systemen, maar nog lang niet alle
leveranciers ondersteunen ze ook. Dat is
jammer, want uiteindelijk moeten we toe
naar een situatie waarin een onderwijsinstelling alleen maar kan kiezen uit software
die gebruikmaakt van standaarden.”
‘Vijf jaar geleden was
de kennis van standaarden en koppelingen
beduidend lager’
Zijn collega-panellid Pierre Gorissen, senior
onderzoeker bij de Hogeschool van Arnhem
en Nijmegen, sluit zich daarbij aan. “Als we
vijf jaar geleden een Challenge Day hadden
georganiseerd, was de kennis van standaarden en koppelingen beduidend lager
geweest. Maar ja, the proof of the pudding
is in the eating. Als panel vragen we altijd
naar voorbeelden van implementaties.
Daar willen we er nog wel meer van zien.”
software. Rijpkema verwacht dat het
onderwerp een grotere rol zal spelen op
een eventuele volgende Challenge Day.
“Er zijn nog veel meer data nodig om
algoritmes te trainen voordat ze nuttig
worden.”Het woord ‘privacy’ valt niet
tijdens de presentaties. “Ik heb er één
leverancier van opensource-software een
vraag over gesteld, maar eigenlijk is het
een aspect dat alle softwareontwikkelaars
zouden moeten belichten.”
Klaar voor onderwijs op maat?
Is de markt in staat om aan de behoefte
aan onderwijs op maat te voldoen? ‘Nee’
is het korte antwoord van bezoekster
Niki Vaes, projectleider bij Fontys. “De
bedrijven die specifieke componenten
bieden snappen het wel. Leveranciers
van integratiesoftware ook. Maar ik mis
nog steeds een echt kern-LMS. Daarvan
had ik er meer willen zien.”
Frank Benneker, projectleider standaarden
bij SURF en vandaag tevens panellid, ziet
de leveranciers worstelen met onderwijs
op maat. “Veel leveranciers willen zelf
een totaaloplossing bieden. Het is ze
nog vreemd om in componenten te
denken die je aan elkaar kunt koppelen.”
Daan Rijpkema: “De leveranciers verwerken
de componentenvisie nog niet genoeg in
hun software en in hun verhaal. Werk aan
je standaarden en je API’s, zodat je op
de volgende Challenge Day alleen maar
instemmend knikkende hoofden in de
zaal ziet.”
Veel nadruk op learning analytics
De leveranciers hebben het niet makkelijk
op de Challenge Day. “Het is moeilijk om
een technisch verhaal te vertellen aan een
publiek dat niet per se technisch is,”
concludeert Rijpkema. “Niemand wordt blij
van een structuurdiagram. Vertel liever kort
wat je product doet, welke standaarden je
ondersteunt, welke integraties je aanbiedt
en welke je nog wil maken. En laat vooral
zien hoe het systeem werkt voor de eindgebruiker! Daar gaat het uiteindelijk om.”
Het valt hem op dat vrijwel alle leveranciers
hun kaarten hebben gezet op learning
analytics. “Met de komst van meer data
zijn er ook steeds meer mogelijkheden om
conclusies te trekken uit de leeromgeving.
Maar persoonlijk heb ik een probleem met
meten voor het meten. Als je kwaliteit
probeert te meten wordt het kwantiteit,
is een uitspraak uit de zorgsector.
Dat is in het onderwijs ook een risico.”
Ook kunstmatige intelligentie doet
voorzichtig zijn intrede in de onderwijswww.surf.nl/magazine
Meer informatie
> Bekijk de presentaties op www.surf.nl/
challenge-day-2016
> Lees een blogverslag en bekijk de visuele notulen op www.surf.nl/blog-challenge-day
Verslag en visuele notulen
De notitie ‘Een flexibele en persoonlijke leeromgeving. Van losse onderdelen
naar één geheel’ beschrijft een visie waarin ieder onderdeel van de digitale
leeromgeving naar behoefte als een legoblokje in de andere onderdelen kan
worden geprikt. Zo ontstaat een ICT-omgeving waarmee onderwijs op maat
gemakkelijker aangeboden kan worden. De notitie vindt u op www.surf.nl/notitieeen-flexibele-en-persoonlijke-leeromgeving.
Voor de realisatie van deze componentenvisie moet software beschikken
over integratiemogelijkheden en/of dezelfde standaarden ondersteunen als
de software van de concurrent. Het doel van de Challenge Day was om samen
met onderwijsinstellingen en leveranciers te kijken hoe ver we zijn met de
componentenvisie.
SURF04 december 2016 05
FOCUS
WAAROM WILLEN JULLIE EEN
BACK-UP OP ELKAARS LOCATIE
PLAATSEN NAAST EEN BACK-UP
IN JULLIE UITWIJKDATACENTER?
Kees Kamphuis, coördinator Infrastructuur bij Windesheim: “Wij zitten in Zwolle. Dat ligt langs
de IJssel in een overstromingsgebied. Daarom willen wij onze back-up maken en bewaren op
een plek die niet in een overstromingsgevoelig gebied ligt. Groningen is dan een goede optie.”
Bernard van Dijk, manager Operations bij de Hanzehogeschool Groningen: “We zijn bezig om
ons uitwijkdatacenter in te richten op een locatie 15 kilometer verderop. Net als ons primaire
datacenter bevindt ook dat zich aan de rand van een aardbevingsgebied. We willen het
risico uitsluiten dat cruciale data verloren gaan. Ook in het onwaarschijnlijke geval dat beide
datacenters te maken krijgen met bijvoorbeeld aardbevingsschade. Daarom slaan we onze
data ook op in Zwolle.”
Vier vragen over …
EEN KAST VOOR EEN KAST:
BACK-UP OP EEN GEOGRAFISCH
GESCHEIDEN LOCATIE
Iedere onderwijsinstelling beschikt over data die cruciaal zijn voor de bedrijfsvoering.
Natuurlijk wordt hiervan dagelijks een back-up gemaakt. Maar is die back-up ook nog
beschikbaar als zich een grote calamiteit voordoet, zoals een natuurramp? De Hanzehogeschool Groningen en Hogeschool Windesheim in Zwolle hadden behoefte aan een back-up
op een verder weg gelegen locatie. Ze helpen elkaar met het initiatief ‘Kast voor een kast’.
Tekst Mirjam Hulsebos
2
HOE HEBBEN JULLIE
ELKAAR GEVONDEN EN WAT
ZIJN DE OVERWEGINGEN
OM HET ZO TE DOEN?
Van Dijk: “Ik heb een oproep geplaatst of een andere hogeschool
geïnteresseerd was om met gesloten beurzen aan elkaar kastruimte
beschikbaar te stellen voor de back-up.
Daar reageerde Windesheim op. De essentie van de samenwerking
is dat wij een rack, stroom, koeling en noodstroom beschikbaar
stellen aan hen en zij doen hetzelfde voor ons. We verrekenen
verder dus geen kosten.”
06 SURF04 december 2016
www.surf.nl/magazine
GASTCOLUMN Sally Wyatt
3 WAT ZIJN DE
VOORDELEN VAN DEZE
SAMENWERKING?
Van Dijk: “De kosten zijn lager dan wanneer
je een commerciële partij inschakelt voor
een back-up op afstand. Ook ben ik een
warm voorstander van meer samenwerking
in bedrijfsvoering en IT. Op die manier
kunnen we kosten verlagen en innovatie
versnellen. Daarnaast is het ook gewoon
leuk om samen te werken. Je brengt elkaar
op ideeën. Wij hebben al uitgezocht wat
je juridisch en technisch moet regelen om
dit te realiseren. Die blauwdruk ligt klaar.
Anderen kunnen die zo gebruiken.”
4 WAT IS DE ROL
VAN SURFNET?
Kamphuis: “We versturen de data via een
lichtpad van SURFnet. Zij hebben ons
geholpen bij de aansluiting hiervan. We
kregen een mail met drie vragen, onder
meer over de locatie waarmee je wilt
verbinden en de benodigde bandbreedte.
SURFnet heeft vervolgens het lichtpad
geconfigureerd. Het enige wat we zelf
moesten doen, is ons netwerk koppelen
op de Multi Service Poort (MSP).”
Meer weten over het principe
‘Een kast voor een kast’?
Lees de best practice:
www.surf.nl/kast-voor-een-kast
Foto: Elodie Burrillon / HUCOPIX
WHAT’S IN A NAME?
Dit overbekende citaat uit Romeo & Julia van Shakespeare was een
pleidooi voor tolerantie: accepteer elk mens zoals hij is, ongeacht zijn
sociale achtergrond. Maar als het gaat om concepten en ideeën, zijn
aanduidingen en etiketten juist van groot belang. En ze veranderen
ook na verloop van tijd. Dat is meteen een bijzonder interessante
toepassing van digital humanities (digitale geesteswetenschappen):
achterhalen hoe concepten in de loop der tijd en in een gewijzigde
context veranderen door het analyseren van grote aantallen
gedigitaliseerde teksten.
Twee voorbeelden: Stel, je wilt op basis van krantenartikelen meer
te weten komen over de politieke ontwikkelingen in Indonesië in
de vorige eeuw. Zoveel eilanden, zoveel kranten, niet-westerse talen
en twintig aanduidingen voor een en dezelfde entiteit. Of je bent
geïnteresseerd in de lotgevallen van een familie tijdens en na de
Holocaust. Bronnen zijn incompleet, mensen en archieven zijn over
meerdere landen verspreid. Voor dergelijk onderzoek kun je je voorstellen dat historici computerwetenschappers liefdevol omarmen:
dankzij digitalisering kunnen zij gegevens makkelijker vinden,
verzamelen, verwerken, analyseren en weergeven.
Maar het is geen eenrichtingsverkeer. Geesteswetenschappers zijn
gewend met onvolledige en onzekere bronnen te werken, hebben
kennis van de politieke en sociale context en trekken op basis
daarvan voorzichtige conclusies. Met andere woorden, source criticism,
iets wat computers lastig te leren is. Die veldervaring kan computerdeskundigen dan ook helpen bij het verbeteren van zoekmachines.
Ziedaar een braakliggend terrein waar samenwerking tussen
geesteswetenschappers en computerdeskundigen onderzoek op
allerlei terreinen vooruit kan helpen.
Meer informatie
>www.ehumanities.nl/
>www.kitlv.nl/nl/research-projects-elite-network-shifts/
(project over Indonesië)
>www.niod.nl/nl/ehri (project over de Holocaust)
Sally Wyatt is bijzonder hoogleraar Digital Cultures in Development
aan de Universiteit Maastricht, directeur van de interuniversitaire
onderzoekschool Wetenschap Technologie en Moderne Cultuur en
lid van de Programmaleiding van eHumanities.NL.
www.surf.nl/magazine
SURF04 december 2016 07
KORT
WINNAARS SURF ONDERWIJSAWARDS
2016 BEKEND
Onderwijsinnovatie met ICT lukt alleen dankzij de inzet van
mensen. Mensen die het onderwijs vernieuwen met de inzet van
ICT en het zo naar een hoger plan tillen. SURF wil de inspanningen erkennen van deze ‘change makers’, die het verschil maken
binnen hun onderwijsinstelling. Tijdens Dé Onderwijsdagen
werden de SURF Onderwijsawards voor het eerst uitgereikt.
In de categorie docenten is Farshida Zafar (Erasmus Universiteit
Rotterdam) de grootste change maker, Jan Haarhuis (Universiteit Utrecht) in de categorie ICT- en onderwijsprofessionals
en Anka Mulder (TU Delft) in de categorie bestuurders.
SURFMARKET HELPT BIJ SLUITEN
BEWERKERSOVEREENKOMST
Het is belangrijk voor instellingen dat ze goede afspraken maken
met software- en cloudleveranciers die privacygevoelige informatie
voor ze verwerken. SURFmarket helpt bij het overeenkomen van
bewerkersovereenkomsten die daarvoor gebruikt kunnen worden.
De instellingen zijn echter zelf verantwoordelijk voor de ondertekening ervan. Daarom geeft ‘Mijn SURFmarket’ instellingen
vanaf 1 november 2016 een signaal als zij een nieuw product
of nieuwe dienst willen afnemen waarvoor een bewerkersovereenkomst nodig is. Eind maart 2017 worden de lopende licentieovereenkomsten indien nodig voorzien van een bewerkersovereenkomst. Met instellingen waarvoor dit van toepassing is
neemt SURFmarket contact op.
Meer informatie
> www.surf.nl/onderwijsaward
HBO MAAKT ACTIE-AGENDA VOOR
OPEN ACCESS
Tijdens het seminar ‘Open access doen we samen’ op 27
september stelden ruim 130 belanghebbenden binnen het hbo
een actie-agenda op die open access publiceren moet bevorderen. De agenda is een levend document in de vorm van een
wiki. Het is de bedoeling dat steeds meer hogescholen aansluiten en voor hun eigen onderwijsinstelling actiepunten definiëren
om open access publiceren tot norm te maken. De wiki wordt
aangeboden aan relevante organisaties, zoals de Vereniging
Hogescholen, Vereniging van lectoren, HBO Kennisinfrastructuur en het regieorgaan SIA. Het seminar was een vervolg op
eerdere stappen die het hbo in open access zette, nadat zeven
jaar geleden de Berlin Declaration getekend werd.
MAUREEN VAN EIJNATTEN (25) WINT
YOUNG ESCIENTIST AWARD 2016
Maureen van Eijnatten (25) van het VU Medisch Centrum heeft
de Young eScientist Award 2016 gewonnen. De prijs is een aanmoediging voor een jonge wetenschapper die uitblinkt in eScience:
de ontwikkeling of toepassing van digitale technologie voor wetenschappelijk onderzoek. Van Eijnatten ontvangt een stimulans van
10.000 euro voor haar onderzoek en een halfjaar lang ondersteuning
van een eScience Research Engineer (specialist in de toepassing
van digitale technologie voor wetenschappelijk onderzoek). De
prijs vormt zo de start van een gezamenlijk onderzoeksproject.
SNEL DATA DELEN MET ZUID-KOREA VIA
NETHERLIGHT
SURFnet en de Zuid-Koreaanse
organisatie KISTI zijn in oktober officieel
gaan samenwerken in high-performance
networking. Door hun kennis en infrastructuur met elkaar te delen, willen
beide partijen de netwerken voor
onderzoek nog verder verbeteren.
Meer informatie
>www.surf.nl/snel-data-delen
08 SURF04 december 2016
Medisch 3D-printen van lichaamsdelen
Van Eijnatten’s onderzoek richt zich op het 3D-printen van lichaamsdelen. Het vertalen van ‘menselijke data’ in ‘virtuele data’ door middel
van beeldvorming en beeldverwerking is een foutgevoelig proces.
Het kan leiden tot ‘holtes’ in digitale 3D-modellen van implantaten.
Van Eijnatten veronderstelt dat we deze digitale 3D-modellen kunnen
verbeteren door deeplearning-algoritmes toe te passen in de processen van beeldvorming en beeldverwerking. Het verbeteren van deze
digitale 3D-modellen kan resulteren in preciezere en goedkopere
medische ingrepen met een kleinere kans op complicaties.
www.surf.nl/magazine
ONDERZOEK NAAR PROVIDERONAFHANKELIJKE ENTERPRISE
SIM (E-SIM)
BOSSERS & CNOSSEN LEVERT TECHNOLOGIE NIKHEF, SURFNET EN SURFSARA
Bossers & Cnossen uit Groningen gaat de komende twee jaar de compute- &
storage-apparatuur leveren voor Nikhef, SURFnet en SURFsara, inclusief benodigde
licenties, software, onderhoud en dienstverlening. Op 30 september werd een
raamovereenkomst getekend, die het resultaat is van een Europese aanbesteding.
Meer informatie
www.surf.nl/bossers-cnossen
SURFnet en de Branchevereniging ICT en
Telecommunicatie Grootgebruikers (BTG)
gaan samen onderzoek doen naar een
provideronafhankelijke Enterprise SIM (E-SIM).
Daarmee kunnen organisaties straks in eigen
beheer en als eigenaar van E-SIM-kaarten
contracten afsluiten met providers, zonder
dat eindgebruikers hun SIM hoeven te
wisselen.
Meer informatie
> www.surf.nl/enterprise-sim
NIEUW DATACENTER VOOR
NATIONALE E-INFRASTRUCTUUR
THEMA-UITGAVE ‘VAN
ONDERWIJSVISIE NAAR
DE INRICHTING VAN DE
DIGITALE LEEROMGEVING’
NOTITIE ‘FLEXIBELE EN PERSOONLIJKE LEEROMGEVING:
EEN MODULAIR FUNCTIONEEL
MODEL’
Hoe maak je als instelling de vertaling
van de onderwijsvisie naar de inrichting
van de digitale leeromgeving? Zes casusbeschrijvingen van instellingen die dit
proces doorliepen, gaan in deze uitgave
in op veelvoorkomende onderdelen van
de onderwijsvisie en wat deze onderdelen
betekenen voor de inrichting van de
leeromgeving.
De persoonlijke en flexibele digitale leeromgeving is opgebouwd uit losse componenten. Maar uit welke gegevens en
functionaliteiten bestaan deze componenten,
hoe hangen ze met elkaar samen en welke
standaarden zijn nodig om ze als één
geheel met elkaar te laten samenwerken?
De antwoorden hierop leest u in deze notitie.
Meer informatie
> www.surf.nl/thema-uitgave
Meer informatie
> www.surf.nl/notitie-modulair-functioneel-
model
MELD U AAN VOOR DE MASTERCLASS RESEARCH SUPPORT
VOOR HOGESCHOLEN
SURFsara opende op 8 november officieel
zijn nieuwe datacenter. Tussen augustus
en oktober is de complete e-infrastructuur
verhuisd naar het nieuwe pand op Amsterdam Science Park. Met dit nieuwe nationale
datacenter voor high-performance
computing, simulatie, opslag en analyse
van onderzoeksdata kunnen duurzaam en
efficiënt inspelen op de groeiende behoefte
van onderzoeksinstellingen, onderwijs en
bedrijfsleven.
Meer informatie
>www.surf.nl/nieuw-datacenter
SUPER D EVENT BRENGT
WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE
SAMEN
Onderzoek neemt ook bij hogescholen een steeds belangrijkere plaats in. Hoe kunnen zij onderzoekers zo
goed mogelijk ondersteunen? Bij de tweede SURFmasterclass hierover kwamen universiteiten, UMC’s en
hogescholen samen om landelijke en lokaal inzetbare
oplossingen te bedenken voor research support. In 2017
organiseert SURF een dag speciaal voor hogescholen
om hun uitdagingen in research support samen aan te
pakken. Bent u binnen het hbo bezig met research support en wilt u graag de masterclass
bijwonen? Mail dan naar [email protected].
Het jaarlijkse Super D Event van SURFsara
vindt plaats op donderdag 15 december in
Amsterdam. Keynotesprekers zijn SiewertJan Marrink (hoogleraar Molecular Dynamics
aan de Rijksuniversiteit Groningen) en Aske
Plaat (hoogleraar en scientific director van
het Department of Computer Science aan
de Universiteit Leiden). Het Super D Event
brengt wetenschap en technologie samen.
Meld u aan en laat u bijpraten over de
nieuwste inzichten in grootschalig rekenen
en datamanagement.
Meer informatie
>www.surf.nl/support-4-research
Meer informatie en aanmelden:
>super-d.surf.nl
www.surf.nl/magazine
SURF04 december 2016 09
10 SURF04 december 2016
www.surf.nl/magazine
INTERVIEW
Onderzoekers vragen maatwerk
Research support bij Erasmus
Universiteit Rotterdam
Tekst Aad van de Wijngaart Fotografie Harry Meijer
Bijna iedereen die zich in Nederland bezighoudt met research support
zal Marlon Domingus kennen, al was het maar door de bijeenkomsten
die hij (mede)organiseert. Hoe pakt hij ‘thuis’, bij de Erasmus Universiteit
Rotterdam (EUR), de uitdagingen van research support aan?
Wat is de visie van de EUR op research
support?
“Iedere Nederlander wordt geacht de wet te
kennen, maar in de praktijk is dat natuurlijk
slechts in beperkte mate zo. Datzelfde geldt
voor onderzoekers. Er zijn heel veel partijen
die eisen aan hen stellen. Voor Support4research heb ik dat in kaart gebracht in
het rapport ‘Research support in Nederland,
de stand van zaken’. Je hebt de financier,
het instituut, de instelling, commerciële
partners, gedragscodes, privacywetgeving
… Stiekem is het een hele wirwar aan
vereisten.
De oplossing is niet dat je de onderzoeker
gaat lastigvallen met allerlei kennis over
het recht en contracten, maar dat je een
manier vindt om hem goed te ondersteunen. Niet alleen door templates aan te
bieden voor een datamanagementplan,
maar ook door met alle betrokken afdelingen samen support te organiseren. Dat is
echt een organisatorische uitdaging. Vaak
zie je alleen een samenwerking tussen
universiteitsbibliothecarissen en IT’ers,
maar die support community moet je
breder trekken: dat is mijn uitgangspunt.
Bij de EUR is de decaan van het instituut
Beleid & Management Gezondheidszorg
www.surf.nl/magazine
(iBMG) benoemd tot vicerector Research.
Hij is verantwoordelijk voor wat we op het
gebied van research support gaan doen.
Daaromheen is een netwerkorganisatie
opgezet in de vorm van een programma
met een staf en – tot dusver – vier community’s: Research Data Management (RDM),
Grant Support, Research Intelligence en
Legal.
Het is cruciaal dat we de onderzoeker
centraal stellen. De vraag is niet: snapt de
onderzoeker ons proces wel? Maar: wat
vraagt hij zelf eigenlijk? Wat heeft hij nodig
en waar loopt hij vast?”
Hoe verloopt dat contact met onderzoekers van de EUR?
“Ik heb onderzoekers van elke faculteit
geïnterviewd. Die gesprekken beginnen
vaak een beetje wantrouwig: ‘Daar is
iemand van centraal, die iets wil weten
van mijn onderzoek. Dan moet ik vast van
alles, en krijg ik straks een of ander systeem
dat voor geen meter werkt en waar ik –
ondanks goede bedoelingen – alleen maar
last van heb’.
En aan de supportkant denkt men vaak dat
de onderzoekers allemaal iets anders willen
en samen de hele wereld vragen. Maar dat
blijkt uiteindelijk behoorlijk mee te vallen.
In een structurele dialoog met de onderzoeker zie je al snel de bouwstenen die
iedereen nodig heeft.
Het is ook een kwestie van perceptie.
Kijk naar dataprotectie: als er binnen jouw
universiteit telkens datalekken zijn, dan
heeft dat gevolgen, zowel voor jouw kansen
op samenwerking als voor funding. Heeft je
universiteit daarentegen de zaken wél goed
op orde, dan beschik je daarmee ook als
onderzoeker over een competitive edge.”
‘Als je beveiliging goed op orde
hebt, beschik je daarmee over
een competitive edge’
Welke kansen voor research support
zie je in de samenwerking tussen de
EUR en SURF?
“Ik vind SURF een prachtige organisatie:
een partij die veel makkelijker dan wijzelf
de instellingen bij elkaar aan tafel krijgt,
zaken kan agenderen en ook als incubator
kan werken voor allerlei diensten. Neem het
Landelijk Coördinatiepunt Research Data
SURF04 december 2016 11
INTERVIEW
Management: dat kan echt de regie pakken,
dus je zit straks niet met allerlei clubjes
waar min of meer hetzelfde wordt gedaan
en onderling weinig wordt uitgewisseld.
Ook via Support4research doet SURF
goed werk. Bijvoorbeeld de masterclasses.
Die zorgen ervoor dat de experts in
research support elkaar en elkaars werk
echt beter leren kennen. Hetzelfde geldt
voor de bootcamps, waar onderzoekers
en onderzoeksondersteuners samen ver
de technische diepte ingaan. En dan zijn
er natuurlijk SURFdrive en ons contract
met SURFsara.”
Wat houdt dat contract met SURFsara
in?
“We wisten dat een aantal onderzoekers
bij ons gebruikmaakt van high-performance
computing (HPC) bij SURFsara. Dat ging
via NWO-aanvragen: een proces van weken,
soms maanden, waarbij de onderzoeker
allerlei technische vragen moet beantwoorden. Het bleek ook anders te kunnen,
via een contract van de universiteit voor
SURFsara’s Research Capacity Computing
Service (RCCS). Dat hebben we een jaar op
proef genomen en daarbij zagen we snel
een toename in het gebruik. Geen wonder,
want de aanvraag is nu een kwestie van
dagen. Daarbij ben ik ook erg te spreken
over de dienstverlening van SURFsara
aan de onderzoekers: vragen worden
vlot opgepakt, er wordt snel persoonlijk
contact gezocht en de dingen worden
vervolgens ook goed geregeld.
Natuurlijk kost het ons extra geld, maar
het gaat hier om essentiële faciliteiten
die we zelf niet in huis hebben. Het belang
reikt ook verder dan bijvoorbeeld technisch
en econometrisch onderzoek. In november
gaan we samen met SURFsara een informatieve bijeenkomst beleggen voor onder
meer geestes- en sociale wetenschappen.
Want iedereen die intensief aan text- of
datamining doet, of aan datavisualisatie,
kan gebaat zijn bij HPC. Beperkingen vallen
weg, waardoor er ruimte ontstaat om meer,
andere en complexere vragen te stellen:
echte vernieuwing in de wetenschap.”
‘Beperkingen vallen weg,
waardoor er ruimte ontstaat
om complexere vragen te
stellen: echte vernieuwing
in de wetenschap.’
Hoe zie je de toekomst van research
support voor je?
“Ik denk dat we nog vijf jaar bezig zijn
om de ontbrekende diensten te implementeren. De crux is dat we de onderzoeker
zien als een apart type gebruiker met
aparte ondersteuningsbehoeften. Het
duurt even voor we die ondersteuning
voor elkaar hebben, maar daarna wordt
research support business as usual.”
Meer informatie
>www.eur.nl/researchmatters
>www.surf.nl/rcss
>www.surf.nl/rapport-research-support
>www.surf.nl/project/support4research
>www.lcrdm.nl
Marlon Domingus Na een studie Wijsbegeerte werkte Domingus als
projectmanager bij de universiteiten van Leiden en Delft, onder meer
aan open access en de ontwikkeling en oplevering van een onderzoekswerkplek. Hij werkte daarnaast vanuit Logica CMG op het gebied van
intelligence (informatiegestuurd optreden) bij Defensie en de politie.
Hij heeft nu twee functies bij Erasmus Universiteit Rotterdam:
projectmanager researchdatamanagement (RDM) en coördinator van
de Community RDM. Daarnaast is hij medevoorzitter van de werkgroep
Juridische aspecten en zeggenschap van het Landelijk Coördinatiepunt
Research Data Management, dat werkt onder de vlag van SURF. Hij was
onder meer de drijvende kracht achter de Support4research Masterclass
die in september bij de EUR werd gehouden. Experts van universiteiten,
UMC’s, hogescholen en onderzoeks-instellingen wisselden er kennis uit
over research support.
12
SURF04 december 2016
www.surf.nl/magazine
ROC NOORDERPOORT
100STE LID SURF
LANCERING
SURF verwelkomde in oktober zijn honderdste lid. Noorderpoort, een ROC in de regio
Groningen, trad toe tot de coöperatie. Sinds mei 2014 kunnen mbo-instellingen lid worden
van SURF. Inmiddels zijn er 36 toegetreden.
Infographic Flowww
Foto Lynn Mellema, Noorderpoort
Albert Vlaardingerbroek, directeur bestuursdienst
Noorderpoort: ‘SURF ondersteunt het onderwijs in de volle
breedte, vanaf techniek (bijvoorbeeld SURFinternet) tot en
met het onderwijsproces (bijvoorbeeld learning analytics
voor docenten). Daarnaast zijn we als mbo-instelling blij
met de samenwerking tussen saMBO-ICT, Kennisnet en SURF.’
Ook in andere sectoren bestaat belangstelling. Zo werden
afgelopen jaar onder andere het RIVM, het KNMI en het
Nationaal Archief lid van SURF.
Erik Fledderus, algemeen directeur van SURF: ‘Als lid
van coöperatie SURF maken organisaties echt deel uit van de
onderwijs- en onderzoeksgemeenschap in Nederland, en kunnen
ze meepraten en meebeslissen over de verdere ontwikkeling op
het gebied van digitalisering. Dat eigenaarschap is voor vele
organisaties een belangrijke reden om zich te willen aansluiten.’
Meer informatie
>www.surf.nl/100ste-lid
>www.noorderpoort.nl
Van links naar rechts: Remco Rutten
(adviseur mbo SURF), Albert Vlaardingerbroek
(directeur bestuursdienst Noorderpoort),
Erik Fledderus (algemeen directeur SURF)
www.surf.nl/magazine
SURF04 december 2016 13
WERKBOEK ‘VEILIG
HELPT TOETSTRAJE
Tekst Arnoud Groot Foto Cynthia Fotografie
In het digitale tijdperk wordt het steeds lastiger om toetsen fraudevrij af te nemen. Om instellingen te ondersteunen bij het veilig maken van het gehele toetsproces ontwikkelde SURFnet met experts uit verschillende
instellingen het werkboek ‘Veilig toetsen’. Een aantal hogescholen en universiteiten is hier al mee aan de slag
gegaan. “Het werkboek is een prima startpunt om het hele toetstraject tegen het licht te houden.”
Monica Buijinck, projectleider Innovatieprojecten van Saxion
Fraudevrij toetsen grotere uitdaging
Frauderen met toetsen is van alle tijden.
Door de opmars van digitaal toetsen wordt
het echter een steeds grotere uitdaging om
toetsen fraudevrij af te nemen. Voor Saxion
was dat begin vorig jaar reden de beveiliging
van toetsings-procedures projectmatig aan te
pakken. “Directe aanleiding waren verschillende externe en interne fraudesituaties”, vertelt
Monica Buijinck, projectleider Innovatieprojecten van Saxion. “Die hebben vaak zeer ernstige
implicaties, tot waardevermindering van verstrekte diploma’s aan toe. Met het project
wilden wij zorgen dat de kwaliteit van onze
eindkwalificatie zo weinig mogelijk ter discussie kan komen te staan.”
‘Al snel kwam de focus te
liggen op het creëren van
bewustzijn.’
Complexiteit toetsingsketen
Al snel kwam bij het realiseren van een veilige
toetsomgeving de focus te liggen op het
creëren van bewustzijn. “De technologie is
doorgaans zo veilig als de mensen die daar
gebruik van maken”, stelt Buijinck. “Daarom
is het essentieel dat je mensen doordrongen
zijn van de noodzaak veilig te werken, en de
uitdagingen die dat met zich meebrengt. Die
komen vaak voort uit de complexiteit van de
toetsingsketen. Uit onze analyse bleek dat die
bij Saxion kan worden ingedeeld in acht hoofdstappen met veertig tot vijftig deelstappen.
Bij al die verschillende stappen zijn verschillende personen betrokken, van docenten en examinatoren tot leden van de curriculumcommissie. Die keken elkaar allemaal aan bij de vraag
wie nu eigenlijk verantwoordelijk is voor de
veiligheid. Het toewijzen van eigenaarschap
voor de verschillende delen van de toetsketen
was dan ook een belangrijke stap in het veiliger
maken van ons toetsproces.”
14
SURF04 december 2016
www.surf.nl/magazine
TOETSEN’
CT TE BEVEILIGEN
BEST PRACTICE
Concrete handvatten voor verbetering
Consequenties benadrukken
Om instellingen te ondersteunen bij het beveiligen van hun
eigen toetsproces, ontwikkelde SURFnet het werkboek
‘Veilig toetsen’. Dat gebeurde in nauwe samenwerking met
de experts van Saxion en andere onderwijsinstellingen.
“Ook voor leken op gebied van IT-beveiliging is dat een
zeer leesbare publicatie geworden”, constateert Buijinck
tevreden. “Na een korte introductie volgen zes uitgebreide
bijlagen waarin instellingen veel concrete handvatten
vinden om dit onderwerp grondig aan te pakken. Zelf
gebruiken wij het werkboek ook om de organisatie te
stimuleren verdere verbeteringen door te voeren. Beveiliging kan immers altijd beter, en het is belangrijk jezelf
geregeld langs de meetlat te leggen. Ook daarvoor reikt
het werkboek verschillende bruikbare methodes aan.”
Welke tips heeft Buijinck voor instellingen die hier ook mee
aan de slag willen? “Het werkboek is een prima startpunt
om het toetstraject goed tegen het licht te houden. Omdat
elke instelling weer anders is georganiseerd, moet daar
nog wel een vertaalslag op plaatsvinden. Bij de voorlichting aan studenten hebben wij stevig ingezet op het
benadrukken van de mogelijke consequenties van frauderen. Je gaat niet alleen minder goed voorbereid je professionele toekomst tegemoet, maar je loopt ook het risico
een grote groep medestu-denten zwaar te duperen. Uit
onze ervaringen blijkt dat studenten met name voor dit
laatste zeer gevoelig zijn.”
Studenten bewust maken van risico’s
Meer informatie
>www.surf.nl/werkboek-veilig-toetsen
Naast bewustwording onder het personeel wijst Buijinck
op het belang om ook de studenten bij dit onderwerp te
betrekken. “Wij zijn al anderhalf jaar bezig om studenten
bewust te maken van de risico’s van fraude bij toetsen.
In de praktijk blijken studenten zich vaak helemaal niet
bewust van het feit dat ze aan het frauderen zijn. Ze
denken ‘ergens handig gebruik van te kunnen maken’.
Het is best een uitdaging om dat misverstand op een
aansprekende manier onder de aandacht te brengen.
Wij hebben er onder meer voor gekozen de studenten
zelf een aantal filmpjes en ondersteunende blogs te laten
maken voor onze website. Die zijn allemaal erg goed
bekeken. Verder hebben we kramen in onze instellingen
geplaatst waar op ludieke wijze ‘toetsen’ werden verkocht.
Uiteraard werd daar voorlichtingsmateriaal gedeeld dat
inmiddels ook door studieloopbaanbegeleiders wordt
uitgedeeld. Studenten reageerden ook hier positief op.”
Ervaringen van andere onderwijsinstellingen
Inmiddels zijn verschillende instellingen, waaronder de Universiteit van Amsterdam
(UvA), de Hogeschool van Amsterdam en de Technische Universiteit Eindhoven
(TU/e), met het werkboek aan de slag gegaan. “Wij hebben net drie workshops
achter de rug”, vertelt Myrthe Bil van de UvA. “Daarin hebben we onder meer
gebrainstormd over de vraag hoe we het werkboek kunnen implementeren in onze
organisatie. Bewustwording was daarbij direct een belangrijk thema; we willen
toewerken naar bewust-bekwame docenten die weten dat ze vanaf het moment dat
ze met een toets aan de slag gaan ook aan de veiligheid moeten denken. Verder
hebben we ook helder gekregen wie de eindverantwoordelijken zijn binnen het
toetsproces.” Bij de TU/e heeft net de eerste workshop plaatsgevonden. “Het besef
dat het gaat om een complex proces, waar zonder twijfel vele verbeterpunten in
zitten, is hier ten volle geland”, vertelt Ludo van Meeuwen. “De talrijke handvatten
die het boek aanreikt om het proces aan te vliegen zijn dus zeer welkom.”
www.surf.nl/magazine
SURF04 december 2016 15
Informatiebeveiliging
in het mbo
Datalekken, examenfraude, DDoS-aanvallen, ransomware en phishing komen ook
in het mbo regelmatig voor. Daarom heeft deze sector de afgelopen twee jaar
samen met saMBO-ICT, Kennisnet en SURF hard gewerkt om informatiebeveiliging
en privacy naar een hoger plan te tillen.
Tekst Daphne Riksen Illustratie Vijselaar en Sixma
Ludo Cuijpers is een van de grondleggers
van het mbo-beleid op het gebied van
informatiebeveiliging en privacy (IBP).
Hij was lid van de inmiddels opgeheven
Taskforce Informatiebeveiliging en voorzitter van de werkgroep Kennisdeling.
Wat is de afgelopen twee jaar in het
mbo bereikt?
“Om het kennisniveau en de bewustwording in het mbo te verbeteren,
hebben saMBO-ICT, Kennisnet en SURF
een tijdelijke Taskforce opgericht. Er is
eerst geïnventariseerd wat al beschikbaar
was op het gebied van informatiebeveiligingsbeleid. SURF had bijvoorbeeld al een
framework voor het hoger onderwijs, waar
we ons eigen framework ‘IBP in het mbo’
deels op hebben gebaseerd. Zo’n framework kun je vergelijken met een encyclopedie, die voor allerlei vragen praktische
kaders, handreikingen en checklists bevat.
‘Privacy is een vorm van respect,
daar moet je zorgvuldig mee
omgaan.’
Een privacytoetsingskader is ontwikkeld
door een werkgroep van de Taskforce.
Die was in het hoger onderwijs nog niet
uitgewerkt, dus daarvoor bestaat binnen
die sector weer belangstelling. Daarnaast
verzorgen we praktische masterclasses.
De masterclass ‘Informatiebeveiliging’,
met theorie en best practices, is heel
populair, ook bij hogescholen. De masterclasses ‘Privacy’ en ‘Peer review’ worden
ook goed bezocht. Verder kunnen mboinstellingen kennis en ervaringen op het
gebied van IBP delen in een gebruikersgroep en een netwerkgroep. Dankzij de
goede samenwerking en afstemming
16
SURF04 december 2016
tussen het mbo, saMBO-ICT, SURF en
Kennisnet hebben we dit allemaal, op
korte termijn, voor elkaar gekregen.”
Wat vind jij de grootste uitdaging?
“Je kunt nog zo’n mooie aanpak en
theoretische basis hebben, het gaat er
natuurlijk om dat mbo-instellingen er
zelf mee aan de slag gaan. IBP staat door
allerlei vernieuwingen in het onderwijs niet
bepaald hoog op de agenda, totdat zich
grote incidenten voordoen, zoals datalekken, ransomware en DDoS-aanvallen.
Mensen meekrijgen is dus het allerbelangrijkste. Het overtuigen van colleges van
bestuur (CvB’s) lukt gelukkig steeds
beter. Kennisnet en saMBO-ICT bezoeken
momenteel alle CvB’s om ze het framework IBP persoonlijk te overhandigen.
Nu zijn instellingen zelf aan zet; het is
vooral een kwestie van bewustwording
bij docenten en andere medewerkers.
Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat
je verlies van een notebook of telefoon
met informatie over leerlingen moet
melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens. En docenten realiseren zich niet dat
ze toestemming van leerlingen nodig
hebben om hun foto’s op internet te
plaatsen. Privacy is een vorm van respect,
daar moet je zorgvuldig mee omgaan.”
Wat moet er nog gebeuren?
“Een van de belangrijkste dingen die
op ons afkomen is de nieuwe privacywetgeving, de Algemene Verordening
Gegevensbescherming (AVG), die in mei
2018 van toepassing wordt. Verder is
het belangrijk informatiebeveiliging en
privacy niet alleen in je eigen instelling
op orde te hebben, maar daarover ook
afspraken te maken met ICT-leveranciers.
Steeds meer instellingen besteden
netwerkbeheer uit of maken gebruik
van cloudomgevingen.”
Esther van der Hei is medewerker
informatieanalyse en gegevensbeheer
bij Nimeto, een zelfstandige Utrechtse
vakschool met ruim 1300 leerlingen en
120 docenten. Daarnaast is ze voorzitter
van de netwerkgroep IBP, waaraan
ook saMBO-ICT, Kennisnet en SURF
deelnemen.
Hebben jullie veel last van incidenten?
“Gelukkig niet! Op onze school zijn tot
nu geen DDoS-aanvallen uitgevoerd,
maar onze leeromgeving heeft weleens
platgelegen omdat de leverancier werd
aangevallen. Ook met ransomware hebben
we geen ervaring. Bij een inbraak zijn
een keer laptops van studenten gestolen,
waardoor hun werk verloren ging, maar
dat is het wel.”
‘De bewustwording op het gebied
van privacyprincipes is laag en
dat klimaat moet veranderen.’
Wat voor maatregelen nemen jullie?
“Dit jaar hebben we de masterclass ‘Peer
review’ gevolgd. Je voert dan eerst een
self-assessment uit met behulp van het
toetsingskader uit het framework ‘IBP
in het mbo’. Daarna worden je scores
getoetst in een peer review. De aanbevelingen die daaruit kwamen, waren heel
leerzaam. Ze liggen nu voor prioritering
bij ons college van bestuur, want je moet
als school afspreken waarin je wel en niet
gaat investeren. Ga je bijvoorbeeld een
wachtwoordenbeleid ontwikkelen en wat
doe je op het gebied van datakwalificatie?
Die masterclass had trouwens ook tot
www.surf.nl/magazine
CONNECTED
gevolg dat we allerlei mensen hebben leren
kennen van andere mbo-instellingen, met
wie we tips en documenten uitwisselen. Ik
vind de menselijke factor het belangrijkste.
De bewustwording op het gebied van
privacyprincipes is laag en dat klimaat moet
veranderen. Van zorgdossiers van leerlingen
weten docenten en medewerkers nog wel
dat je daar heel zorgvuldig mee om moet
gaan, maar een docent die een namenlijst
ophangt in een openbare ruimte realiseert
zich niet dat ook dat privacygevoelig is.”
www.surf.nl/magazine
Welke nieuwe onderwerpen komen er
op je af?
“Bewustwording blijft natuurlijk een groot
thema. Daarvoor kunnen we allerlei materialen van SURF en Kennisnet gebruiken.
Zelf wil ik graag meer juridische kennis
opdoen op het gebied van persoonsgegevens. Ook hebben we een methode
voor incidentenregistratie nodig. Voor alle
instellingen geldt dat we binnen twee jaar
moeten voldoen aan de AVG. Vooral het
aanstellen van een onafhankelijke functio-
naris gegevensbescherming zal nog wel
wat voeten in de aarde hebben, want
het is nog onduidelijk hoe we die functie
het beste kunnen invullen.”
Meer informatie
>www.surf.nl/themas/beveiliging
>www.sambo-ict.nl/gebruikersgroepen/
informatiebeveiliging
SURF04 december 2016 17
SLIMME TOOLS VOOR ONLINE ONDERZOEK
EN COMPETENTIEMANAGEMENT
De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) zocht een goede tool om snel online enquêtes te
houden binnen en buiten de hogeschool. Een belangrijke eis was een beveiligde externe omgeving.
In het onderwijs van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) staat het bijbrengen van
de juiste competenties centraal. Het academisch ziekenhuis zocht een volwaardig systeem om de ontwikkeling van zijn honderden studenten bij te houden. Parantion voorziet in hun softwarebehoeften.
Tekst Pieter van den Brand
Maak eigentijdse enquêtes met
Easion Survey
Marc Gersen heeft een dubbele functie
bij de HAN. Hij is beleidsmedewerker op
de stafafdeling HR en onderzoeker bij
het lectoraat Human Resource Management. In beide functies gebruikt Gersen
Easion Survey. “Vorig jaar zijn we met
Easion gestart. Daarvoor gebruikten we
voorganger Parantion Web Survey. Aan
mijn onderzoeken doen gemiddeld zo’n
300 tot 3600 respondenten mee. Met
Easion zetten we enquêtes uit binnen en
buiten de hogeschool. De vragenlijsten
die je kunt maken, hebben een eigentijdse uitstraling. Ook kun je foto’s,
logo’s en dergelijke aan een vragenlijst
toevoegen. Bij het gebruik van Easion
zijn handige functionaliteiten voorhanden. Data hoef je niet meer per se te
exporteren naar bijvoorbeeld Excel om
er grafieken van te maken, dat kan ook
in Easion.”
Goed en veilig data opslaan
Een belangrijke voorwaarde voor
Gersen is dat verzamelde data goed
en veilig zijn opgeslagen. “Ik ben op dit
moment met een intern onderzoek naar
werkdruk bezig. Deze privacygevoelige
informatie moet honderd procent
beschermd zijn. Met ‘goed’ bedoel
ik dat data niet per ongeluk gewist
worden, als je bijvoorbeeld uit het
systeem wordt gegooid. Het geeft me
een prettig gevoel dat ik data altijd
terug kan halen, want bij Easion staan
ze extern op een beveiligde server.
Het duurt even voor je Easion in de
vingers hebt. Daar moet je als onder-
18
SURF04 december 2016
zoeker wat tijd in investeren. Gaandeweg het gebruik van het programma
word je daar steeds handiger in. De
ondersteuning vanuit Parantion is
bovendien vriendelijk en geduldig.”
Competentieontwikkeling met
Scorion Talent
Fransje Okker is onderwijsconsulent
in het UMCG en ondersteunt de docenten – artsen en tandartsen – bij het
inrichten van het onderwijs. Om artsen
op te leiden die zijn toegerust op de
continu veranderende zorg, is de
ontwikkeling van de juiste competenties
cruciaal. Studenten werken aan een
portfolio, waarin de ‘bewijsstukken’
voor hun professionele ontwikkeling
staan, zoals reflectieverslagen en
interviews met patiënten. “We begonnen met het inrichten van een ‘basic’
portfolio. Van daaruit groeide de
behoefte aan een volwaardig systeem
om competentieontwikkeling te volgen.
Scorion Talent kwam als beste naar
voren. Niet eens zozeer vanwege de
functionaliteit, maar wat prijs en
gebruiksvriendelijkheid betreft – de
lay-out is vergelijkbaar met Outlook.
Flexibel dashboard
“In Scorion registreren we alle leer- en
ontwikkelactiviteiten van de student”,
vertelt Okker. “Op een flexibel in te
richten dashboard kunnen coaches
en mentoren met één blik zien of een
student in de bacheloropleiding op
schema ligt met de zeven competenties
waar we op beoordelen. Het dashboard
geeft de ontwikkeling hiervan in
eenvoudige kleurtjes van groen tot
oranje en rood weer. We nemen van
de masterstudenten ook de studieresultaten mee in Scorion. Van daaruit zijn
deze data makkelijk te exporteren en in
één keer door te geven aan het centrale
administratiesysteem. Ik vind dat
fantastisch. Niet iedere docent heeft
een account nodig. We hebben acht
locaties in Nederland en Curaçao, waar
studenten coschappen doen. Via een
toegemailde link gaan de docenten daar
direct naar het beoordelingsformulier in
het portfolio van de student om hun
feedback te geven. Dat is erg handig;
artsen hebben toch al weinig tijd.”
Via SURFmarket kunnen instellingen
deze twee tools van softwareontwikkelaar Parantion afnemen:
Easion Survey
Met Easion Survey kunnen gebruikers
eenvoudig via website, app of social
media een online enquête afnemen;
van het maken van het vragenformulier tot het opstellen van het
onderzoeksrapport.
Scorion Talent
Scorion Talent biedt een dashboard
om de talentontwikkeling van
studenten te tonen en te volgen.
Ook studenten zelf zien realtime
hoe zij in het leerproces vorderen.
www.surf.nl/magazine
<CONSORTIUMOVEREENKOMST
MET FEEDBACKFRUITS VOOR
ONDERWIJSPLUG-INS EN
LIDMAATSCHAP ONDERWIJS
DOETANK>
SURFmarket heeft een consortiumovereenkomst
gesloten met FeedbackFruits, de leverancier van
acht bestaande onderwijsplug-ins voor learningmanagementsystemen. Deze plug-ins zijn oplossingen
voor herkenbare didactische uitdagingen die docenten direct kunnen inzetten om hun vakken te innoveren. Er zijn onderwijsplug-ins om tijdens de
colleges de aandacht van studenten vast te houden,
om ‘peer feedback’ vorm te geven, om gepersonaliseerde leerpaden te maken of om het leerproces
te intensiveren door interactieve video’s. Het consortium biedt de instelling ook een lidmaatschap in
de Onderwijs Doetank: een innovatieve samenwerking
LICENTIENIEUWS
<BIZZDESIGN ENTERPRISE STUDIO VOOR
EEN BUSINESSDESIGNPLATFORM>
De overeenkomst via SURFmarket met BiZZdesign is met drie jaar
verlengd tot 31 augustus 2019. BiZZdesign Enterprise Studio biedt
een businessdesignplatform met geïntegreerde ontwerp-, dashboard- en rapportagemogelijkheden voor onder andere businessprocesmanagement, enterprisearchitectuur en datamodellering.
De tool ondersteunt verschillende (open) modelleerstandaarden
zoals ArchiMate, BPMN, UML en TD. Instellingen hebben de keuze
uit twee educatieve BiZZdesign-licenties: Enterprise Studio PRO
EA en Enterprise Studio PRO BPM. BiZZdesign Enterprise Studio
Advanced wordt als bedrijfsmatige licentie per gebruiker aangeboden. Enterprise Studio Advanced is niet meer verkrijgbaar als
single-user-, concurrent- of campuslicentie. De licentie wordt nu
per ‘named user’ (seat) aangeschaft.
van univer-siteiten en hogescholen die met behulp
van moderne methoden nieuwe onderwijsplug-ins
bouwt. De inschrijving is inmiddels gestart, de
overeenkomst treedt in werking wanneer 15 deelnemers zich inschrijven.
Meer informatie
> onderwijsconsortium.feedbackfruits.com/
<BEVEILIGINGSOPLOSSINGEN VOOR
INSTELLINGEN VAN ESET>
ESET is een Europese leverancier van beveiligingsoplossingen
voor systemen, netwerken, databases en websites en biedt hierbij
inzicht, oplossingen en advies. Binnen de overeenkomst via
SURFmarket worden meerdere producten aangeboden, elk met
specifieke doeleinden. ESET Endpoint Protection Standaard en
Advanced helpen bijvoorbeeld het netwerk schoon te houden en
beschermen endpoints (zoals computers en smartphones) vanaf
een centrale werkplek met de ESET Remote Administrator. Ook
zijn er oplossingen voor het beschermen en beveiligen van in- en
uitgaande mail en ICT-omgevingen als SharePoint. Kijk voor een
overzicht van alle producten van ESET op Mijn SURFmarket. De
vernieuwde overeenkomst loopt van 1 juni 2016 tot 29 mei 2019.
www.surf.nl/magazine
SURF04 december 2016 19
START-UP door Pieter van den Brand
ONLINE PLATFORM ANS VERLICHT NAKIJKWERK EN MAAKT
EFFICIËNTE FEEDBACK NAAR STUDENTEN MOGELIJK
Directeur/oprichter Kerim Haccou van Ans
Delft: “Tijdens mijn studie aan de Technische
Universiteit Delft heb ik ervaren dat het
krijgen van goede feedback van docenten
op je werk belangrijk is. Maar voor docenten
is dat een tijdrovende bezigheid. Ze hebben
het al zo druk. Met mijn huidige zakenpartner
Benjamin Wols assisteerde ik in 2012 bij het
programmeervak Matlab. De docent gaf aan
geen tijd te hebben voor het nakijken van
de wekelijkse huiswerkopdracht van 600
studenten. Inleveren was genoeg voor een
voldoende. Dat was erg demotiverend,
vonden wij. Studenten kregen zo niet de
terugkoppeling die ze nodig hadden en ze
deden aardig wat werk voor dat vak. We
hebben toen in dezelfde programmeertaal
een nakijkscript geschreven, om de opdrachten te beoordelen. De docent was laaiend
enthousiast. Hij heeft er toen het hele jaar
mee gewerkt en het jaar erop hebben we het
script verbeterd. Ook docenten van andere
programmeervakken gingen ons script
gebruiken. Sommige docenten moesten
we wel overtuigen, want het nakijken en
beoordelen van het werk van een student
is hun domein en ze laten zich daarbij niet
graag in de kaarten kijken. Voordeel van ons
script is dat het een objectieve nakijktool is.”
Toetsen digitaal nakijken
“Zo hebben we de kiem gelegd voor het bedrijf dat we in 2014 zijn gestart. De naam
Ans’ verwijst naar de afkorting van ‘answer’,
die je op je rekenmachine krijgt als je een
berekening hebt uitgevoerd. We hebben een
online platform gebouwd voor docenten
om programmeeropdrachten na te kijken en
tegelijkertijd feedback te geven. Om nieuwe
gebruikers voor ons platform te vinden, hebben we de feature ‘Exam’ ontwikkeld voor het
automatisch nakijken van tentamens. Dat is
immers interessant voor veel onderwijsinstellingen in ons land. Op dit moment nemen
docenten een grote berg van vaak honderden
tentamenformulieren mee naar hun kantoor.
Daar worden al die formulieren gescand en
digitaal opgeslagen. Wij hebben een tentamenformulier met op elke pagina een barcode ontworpen. Docenten voeren de vragen
in via het platform. Daarna wordt het tentamenformulier aangemaakt. Het formulier is
na het scannen uniek terug te voeren naar
de betreffende student. Docenten kunnen de
handgeschreven toetsen gedigitaliseerd
nakijken. Ons systeem verwerkt automatisch
de puntentelling. Zo heeft de docent nog
minder werk. We hebben al 25.000 programmeer-opdrachten en 7.000 tentamens in
Ans nagekeken. Met Ans kunnen we het
nakijkproces dus aanzienlijk versnellen en
verbeteren.”
Digitaal groeipaspoort voor studenten
“Studenten kunnen op het online platform
Ans makkelijk de digitale kopie van hun
toets inzien. Ze kunnen hun voordeel doen
met een toegankelijk platform waar ze in
een veilige omgeving inzicht krijgen in hun
prestaties. Per vraag voegt de docent tijdens
het digitaal nakijken criteria toe. Studenten
kunnen in Ans zien in welke mate ze hun
leerdoelen beheersen en waar ze punten
hebben laten liggen. Ze kunnen van hun
fouten leren en weten wat verbeterpunten
zijn, waardoor studenten zich continu
ontwikkelen. Dit onderdeel hebben we
Mona, het digitaal groeipaspoort, genoemd.
We zijn dit nog verder aan het ontwikkelen.
Inmiddels zijn twee grote universiteiten
geïnteresseerd om een proef te starten.”
Meer informatie
> https://www.ans-delft.nl
IN DE ETALAGE
SURFSARA’S PERSISTENT
IDENTIFIER SERVICE
STARTUPPODIUM.SURF.NL
Persistent identifiers (PID’s) zorgen ervoor dat onderzoeksdata
altijd vindbaar blijven. PID’s zijn te vergelijken met een ISBN-nummer
bij boeken. Ook als de locatie of de onderliggende infrastructuur
verandert, blijft de verwijzing intact.
Wij helpen bij het aanmaken van PID’s en adviseren
hoe je jouw data zo goed mogelijk vindbaar maakt.
www.surf.nl/pids
SARA
Start-ups die zich bezighouden met
innovatieve ICT-technologieën kunnen
een belangrijke impuls geven aan
vernieuwingen binnen onderwijsinstellingen. SURFnet biedt het Start-up
Podium met interessante en relevante
start-ups voor het onderwijs. SURFnet
wil hiermee de weg tussen ICT-startups en het onderwijs verkorten.