Lezen: Micha 5:1-4 Op mijn boekenkast staat een eenvoudig

Download Report

Transcript Lezen: Micha 5:1-4 Op mijn boekenkast staat een eenvoudig

1
e
2 Advent: Bethlehem, meditatie Groot Nieuws van 4 december 2016, van Ds. Jan Kraaijeveld,
gevangenispastor in Dordrecht.
Lezen: Micha 5:1-4
Op mijn boekenkast staat een eenvoudig, houten kerststalletje. Daar staat ie
overigens niet alleen in deze tijd, maar het hele jaar door. Als een soort
permanente herinnering aan de geboorte van Jezus en aan Zijn komst en Zijn
toekomst. Als een permanente adventsboodschap.
Maar ook als een permanente herinnering aan Bethlehem, waar ik dit
kerststalletje een paar jaar geleden heb gekocht.
En als het Kerstfeest gevierd wordt in de gevangenis waar ik als predikant werk,
neem ik het mee en vertel ik erover. Midden in het kerststalletje is namelijk een
muur te zien. Een muur die het zicht op het kind wegneemt, een beeld van de
muur die dwars door Bethlehem heen loopt. Die muur beneemt letterlijk voor het
winkeltje van de familie Anastas in Bethlehem het zicht op Jeruzalem en maakt
het voor hen en andere Palestijnse christenen onmogelijk om het graf van Rachel
te zien of te bezoeken, dat direct aan de andere kant van de muur is te vinden.
Het geloof dat de toekomst uiteindelijk in Gods Handen is, de hoop op het
koninkrijk waar de Vredevorst koning is en de liefde als dragende kracht voor dit
geloof, heeft deze Palestijnse Christenen de moed gegeven niet te wijken voor het
geweld en de intimidatie van de Israelische bouwers, die wilden dat zij ter wille
van deze muur hun woning en winkel zouden verlaten. Ondanks dat zij nauwelijks
te vinden zijn in hun kleine hoekje is het hen gelukt toch op die plek hun winkel te
blijven houden en dankzij internationale aandacht hun produkten te kunnen blijven
verkopen.
Het mooie van de muur in het kerststalletje is dat je hem weg kunt halen.
Juist voor wie dagelijks tegen een onverbiddelijke muur in zijn leven aankijkt,
spreekt dit houten stalletje van een onmogelijke mogelijkheid.
Van Goddelijke creativiteit.
Dit stalletje is een en al adventspreek. De hoop wordt erin verwoord, de
verwachting dat Bethlehem -- Beth Lechem --- zal blijven en steeds weer zal zijn
zoals het is genoemd: Huis van het Brood.
In de loop van de geschiedenis is Bethlehem steeds weer een plaats van honger
geweest, een plaats van verlangen naar brood, naar dagelijks voedsel, naar
vrede en leven in vrede tussen mensen en tussen religies. Een plaats van
verlangen naar vreugde in plaats van verdriet. Van vrede in plaats van oorlog, van
levensruimte en vrijheid in plaats van uitzichtloosheid en gevangen zitten.
Alsof de Here God steeds maar weer deze plaats, wil laten zien als Zijn plek om
de wereld te komen troosten. Want hier stierf Rachel, toen zij Benjamin baarde,
hier vond de kindermoord plaats, hier is de plaats waarvan de profeet Micha al
getuigde dat deze plek in al zijn kleinheid niet zal onderdoen voor wat door
imperiums als de hoofdsteden der wereld gekozen wordt.
2
Niet in Jeruzalem, maar in Bethlehem wordt het Kind geboren. In Bethlehem,
vertelt Mattheus, vinden de Wijzen uit de wereld van het verre oosten, het Kind.
In de lijn van de geslachten van David, die zelf op zijn beurt in de lijn van Naomi
en haar heidense schoondochter Ruth, uit Bethlehem geboren is. En steeds zorgt
God ervoor dat in de plaats die Broodhuis heet, op het moment dat dat huis geen
brood meer heeft, dat het een en al hongersnood en dood en verdriet uitstraalt, er
weer op ongedachte nieuwe Goddelijke wijze, levensbrood te vinden is.
Er was blijkbaar een volkstelling voor nodig om de geboorte van Jezus te kunnen
laten plaatsvinden op de plaats waarover de profeten spraken. Ze waren gewoon
op reis gegaan, zo zwanger als ze waren van leven en onleven, van bezetting
door een wereldmacht die het dagelijks leven beheerste en het ongeboren
kwetsbare aanstaande nieuwe leven. Denk je in zo’n situatie aan de woorden van
de profeten als gelovige Jood? Ik stel me voor dat Maria en Jozef alleen maar
dachten: ook dat nog. Nu moeten we ook nog helemaal van Nazareth naar
Bethlehem omdat de bezetter het zo nodig vindt om ons te registreren…En dan,
eenmaal aangekomen, geen plek. Geen brood, geen onderdak, zoals gewenst
voor een geboorte. Mijn gedachten verschuiven onwillekeurig naar de vraag over
Gods weg met elk van ons, de vraag naar hoe God betrokken is bij ons leven van
elke dag en het punt waar we nu gekomen zijn, via allerlei ongedachte omwegen.
Is dit nu Gods leiding in je leven, Jozef? Dit allemaal met Maria en Jezus en zo?
Ik stel me voor dat hij -- veel later, achteraf, -- vertelt: ja, er was die droom en er
was het verhaal over Maria, er was de schande en de neiging om haar te verlaten.
En daar, in die droom, kreeg ik als het ware goddelijke helderheid over mijn
volgende stap in ons gezamenlijke leven. Dat heeft toen mijn geloof wel verdiept.
Maar steeds was er dan daarna ook weer wat en toen moesten we opeens naar
Bethlehem, zo zwanger als we waren; zo onmogelijk. En daarna, weer een droom,
onze vlucht naar Egypte, dat verschrikkelijke, van al die kinderen die toen in
Bethlehem zijn omgekomen, toen wij er niet waren…ja, als je mij vraagt, hoe
werkt God toch in onze wereld? Ik besef vooral dat ik maar een eenvoudige
timmerman ben en ik ben er vooral stil van geworden. Ik heb geleerd mijn leven
en dat van mijn gezin waarvoor ik me verantwoordelijk weet, aan Hem toe te
vertrouwen. Aan God en Zijn liefde voor ons en ja, zeker, Hij gaat zijn ongekende
gang, vol donkre majesteit.
Op mijn boekenkast staat een kerststalletje. Het staat er het hele jaar door. En het
herinnert me aan Bethlehem, die plaats waar in de loop der eeuwen hongersnood
en verdriet elkaar afwisselen, die plaats waar een Geboortekerk staat, waarin veel
toeristen de plek die aangewezen is als geboorteplaats van Jezus, kussen. Die
plaats waar een muur doorheen loopt die het dagelijks leven van de plaatselijke
bevolking enorm bemoeilijkt, die plaats waar dagelijks geweld en intimidatie het
leven van de gewone palestijnse burgers bepaalt. Bethlehem, het Broodhuis, waar
mensen hopen en verwachten en in miniatuur laten zien dat de muur ertussenuit
kan. Dat niet de muur een onverbiddelijke en onveranderlijke machtsgod is, maar
dat God muren afbreekt omdat Hij het zicht op het Kind wil vrijmaken. Dat Kind
dat tot aan Zijn wederkomst als de verwachte Messias de vertegenwoordiger is
van Gods liefde in de kwetsbaarheid van het leven en de dood.
Hoe werkt God toch in deze, onze wereld, in mijn leven?
3
Het stalletje herinnert me aan de muur in mijn eigen leven, die me het Zicht op het
Kind regelmatig ontneemt en tegelijk de hoop op Zijn Komst in mij levend houdt.
Gods leiding in ons leven? Iets om over na te denken en daar veel van te
verwachten. God gaat zijn ongekende gang, vol donkre majesteit, soms zichtbaar
achter de muur in een cel waar in een ziel van een gedetineerde medemens het
Licht aangaat van Gods oneindige liefde. Of in een woordeloos gebed van een
vluchteling of zomaar op een onverwacht moment of een onverwachte plek in uw
leven. Let wel: het gebeurt niet in Jeruzalem maar in Bethlehem.
Ik hoop dat u ook ergens zo’n kerststalletje hebt staan in uw leven…als
herinnering en wegwijzer…
Dat Hij zal komen en dat de mensen veilig zullen wonen, omdat hij zal heersen tot
aan de einden der aarde
en Hij brengt vrede.