Woningtransformatie vraagt om aandacht voor

Download Report

Transcript Woningtransformatie vraagt om aandacht voor

Tekstproductie en beeld ir. I.A. (Ingrid) van de Cruijs en ir. J. (Jeroen) Vugts, LBP|SIGHT //
Tekenwerk Henk Heusinkveld
Woningtransformatie vraagt om
aandacht voor akoestisch comfort
Geluidsisolatie krijgt te weinig aandacht bij transformatie van bestaande gebouwen naar woningen.
De regelgeving laat veel toe, maar van groter belang nog is het te halen ambitieniveau van de woon­
kwaliteit. Er zijn ook in bestaande gebouwen diverse mogelijkheden om de geluidsisolatie te verbeteren.
De laatste jaren is het transformeren van
bestaande gebouwen naar woningen
steeds populairder geworden, onder
andere door de grote leegstand van kan­
toorgebouwen en industriële panden en
door de vraag naar betaalbare woningen.
Sinds de inwerkingtreding van het Bouw­
besluit 2012 zijn de eisen voor bouw­
akoestiek bij transformaties van utiliteits­
gebouwen naar woningen behoorlijk
versoepeld. Het doel van de overheid is
om de grote leegstand van deze gebou­
wen terug te brengen door de regeldruk
te verminderen. De vraag is echter wat de
akoestische kwaliteit is of zou moeten
zijn van een woning na transformatie?
Worden bewoners van deze woningen
voldoende beschermd?
Eisen Bouwbesluit
In het algemeen geldt dat bij een her­
bestemming (of transformatie) van een
gebouw voor de nieuwe functie minimaal
de eisen uit het Bouwbesluit voor be­
staande bouw gelden. Als men naast een
functiewijziging veranderingen gaat aan­
brengen (transformatie), dan zijn voor
deze veranderingen de eisen voor ver­
bouw van toepassing. In het Bouwbesluit
wordt voor te verbouwen onderdelen als
prestatieniveau veelal het rechtens ver­
kregen niveau voorgeschreven. Praktisch
gezien houdt het rechtens verkregen
niveau in dat de situatie na de verbouw
niet slechter mag zijn dan voor de ver­
bouwing. Hierbij geldt het prestatieniveau
voor nieuwbouw als bovengrens.
Om te bepalen welke geluideisen vol­
gens het Bouwbesluit gelden voor een
transformatie naar woningen zijn de vol­
gende stappen belangrijk:
Stap 1. Wijzigen gebruiksfunctie huidige
gebouw naar een woonfunctie.
Het gebouw in eerste instantie toetsen
aan de eisen voor bestaande bouw in
Bouwbesluit 2012 voor een woonfunctie.
Voor de bouwakoestiek betekent dit dat
geen eisen worden gesteld.
Stap 2. Toetsen van gedeelten van het
gebouw die worden verbouwd (veran­
derd, vernieuwd of vergroot) aan de voor­
schriften die gelden voor verbouw.
Sinds het Bouwbesluit 2012 zijn de eisen
ten opzichte van het Bouwbesluit 2003
voor transformaties aanzienlijk versoe­
peld. In tabel 1 (zie verderop) staan de
akoestische eisen zoals deze in Bouw­
besluit 2003 en 2012 voorgeschreven
zijn. In Bouwbesluit 2012 wordt alleen een
prestatie-eis voor bescherming tegen
geluid van installaties gesteld. Voor de
overige aspecten wordt uitgegaan van
het rechtens verkregen niveau.
Stap 3. Bepalen van het rechtens verkre­
gen niveau (prestatie-eisen Bouwbesluit).
Formeel gelden de eisen die gesteld
werden ten tijde van de laatst verleende
bouwvergunning als invulling van het
begrip ‘rechtens verkregen niveau’. De
akoestische kwaliteit mag bij een trans­
formatie dus niet verminderen ten op­
zichte daarvan.
Geluidmetingen in de bestaande
situatie zijn altijd zinvol, al is het
alleen maar om vast te stellen wat
het huidige kwaliteitsniveau is
1
Veel onduidelijkheid
Er heerst in de praktijk veel onduidelijk­
heid over wat het rechtens verkregen
niveau precies is. Het Handboek Bouw­
besluit 2012 beschrijft dat alles dat feite­
lijk aanwezig is in een gebouw voordat de
verbouwing wordt uitgevoerd, onderdeel
is van het kwaliteitsniveau van het ge­
bouw. Dit wijkt naar onze mening enigs­
zins af van de formele uitleg. De uitleg
maakt het echter wel een stuk praktischer
om om te gaan met het rechtens verkre­
gen niveau, omdat de destijds geldende
eisen niet altijd te achterhalen zijn.
Het rechtens verkregen niveau kent vol­
gens het Bouwbesluit 2012 ook een bo­
vengrens: het nieuwbouwniveau. Het is
daarmee toegestaan om een eventuele
hogere kwaliteit terug te brengen tot het
nieuwbouwniveau.
De bewijslast voor de feitelijke hoogte
van het rechtens verkregen niveau ligt bij
degene die voornemens is te gaan (ver)bouwen. De afstemming van het gewen­
ste kwaliteitsniveau met de eindgebruiker
is de verantwoordelijkheid van de markt.
Kwaliteit
Als gevolg van het ontbreken van wette­
lijke prestatie-eisen voor de geluidsisola­
60 // Bouwwereld
60-61-62-63_bouwfysicaakoestiek.indd 60
04-11-16 11:35
Bouwfysica //
2
Droge verend opgelegde dekvloer
Bestaande dekvloer
Bestaande betonnen vloer op
betonnen balken
Spouw > 250mm
Woningscheidende wand
Woningscheidende wand
3
Bestaande betonnen vloer op
betonnen balken
Spouw > 250mm
Passtuk
Passtuk
Minerale wol 80mm
Gipsvezelplaat 15mm op
vrijdragende of verend opgehangen profielen
4
Droge verend opgelegde dekvloer
Bestaande dekvloer
Minerale wol 80mm
Gipsvezelplaat 15mm op
vrijdragende of verend opgehangen profielen
tie tussen woningen in woongebouwen
bij transformatie ontstaat een onduidelijke
situatie. Ontwikkelaars willen graag be­
taalbare woningen realiseren met vol­
doende kwaliteit voor de bewoners. Deze
kwaliteit wordt vooral gezocht op het
gebied van een goed energielabel, vol­
doende daglichttoetreding en bijvoor­
beeld het creëren van een buitenruimte.
Het voldoen van de bouwakoestische
kwaliteit aan de nieuwbouweisen heeft
vaak een lagere prioriteit. Bijvoorbeeld
vanwege praktische en budgettaire rede­
nen. Daarnaast kunnen monumentale
aspecten in een gebouw een verbeterde
geluidsisolatie lastig of soms onwenselijk
maken.
In de praktijk komen we veel verschillen­
de situaties tegen en kunnen we geen
algemene gewenste aanpak formuleren.
Geluidmetingen in de bestaande situatie
zijn naar onze mening altijd zinvol, al is
het alleen maar om vast te stellen wat het
huidige kwaliteitsniveau is (los van of dit
formeel als het rechtens verkregen ni­
veau kan worden beschouwd). In overleg
met de ontwikkelaar en/of gebruiker kan
bekeken worden of het wenselijk is het
niveau te verhogen en tot welk kwaliteits­
niveau. Vervolgens kunnen de hiervoor
benodigde aanvullende voorzieningen in
kaart worden gebracht.
Prestatie-eisen voor de geluidsisolatie
zijn voor ontwikkelaars en bewoners
echter niet eenvoudig te vertalen in com­
fort en beleving. Om een idee te krijgen
van de akoestische prestatie-eis is in
NEN 1070 een vertaling gemaakt tussen
geluidweringsklassen en het percentage
gehinderden. In tabel 2 (zie verderop)
worden de geluidsisolatie-eisen uit het
Bouwbesluit gecombineerd met tabel C.1
uit NEN 1070. In de tabel is te lezen dat
geluidweringsklasse III in de praktijk gelijk
is aan de Bouwbesluit-eisen voor nieuw­
bouw. Deze prestatie-eis uit het Bouw­
besluit wil dus niet zeggen dat er geen
kans is op geluidhinder.
Kozijnstijl
Kozijnstijl
1 // Risico op flanking via de gevel bij horizon­
taal doorlopende gevelopeningen. (Foto:
MidNed projectontwikkeling) 2 // Detail met
advisering voor verbetering van de geluids­
isolatie van de woningscheidende vloeren in
project Wijnhavenkwartier in Den Haag.
3/4 // In project De Meelfabriek in Leiden bij­
voorbeeld zijn uitgebreide geluidmetingen
verricht in de bestaande situatie om de ge­
luidsoverdracht van de bestaande constructie
in kaart te brengen, onder andere door trilling­
metingen bij de bestaande stalen kolommen.
De wens was om de bestaande constructie
zoveel mogelijk in het zicht te laten. Met behulp
van deze informatie is een realistisch ambitie­
niveau vastgesteld en zijn de geluidsisolerende
voor­zieningen bepaald. Er is een nieuwe me­
talstud-wand geplaatst als woningscheidende
wand, die met een speciaal passtuk aansluit op
Bepalen ambitieniveau
Bij het bepalen van het akoestisch ambi­
tieniveau hanteren wij het volgende stap­
penplan:
1. Breng de eisen in kaart met behulp van
de eerder beschreven stappen 1 t/m 3.
2. Breng het kwaliteitsniveau van het
gebouw in kaart met behulp van de be­
schreven stap 3.
3. Bepaal de doelgroepen van de toe­
komstige woningen en het ambitieniveau.
de kozijnstijl. (Bron: Studio Akkerhuis)
Bouwwereld // 61
60-61-62-63_bouwfysicaakoestiek.indd 61
04-11-16 11:35
// Bouwfysica
Streef zoveel mogelijk naar
de nieuwbouweisen uit het
Bouwbesluit voor woningen
Het ambitieniveau voor starterswoningen
kan anders zijn dan dat voor appartemen­
ten in het hogere segment. Het kan ook
zinvol zijn het ambitieniveau te verhogen
wanneer de doelgroep bijvoorbeeld
kwetsbare mensen betreft.
4. Streef zoveel mogelijk naar de nieuw­
bouweisen uit het Bouwbesluit voor wo­
ningen.
5. Bedenk samen met het ontwerpteam
‘pragmatische’ oplossingen om de akoes­
tische kwaliteit te verbeteren, rekening
houdend met andere randvoorwaarden.
Zo kunnen er bijvoorbeeld wensen zijn
om monumentale elementen in het zicht
te laten. Technisch is dit vaak goed op te
lossen wanneer we er vanaf het begin
rekening mee kunnen houden.
Mogelijke oplossingen vloeren
Om de geluidsisolatie te verbeteren in
bestaande gebouwen bij transformatie
kan rekening gehouden worden met de
volgende ‘standaard’ voorzieningen voor
woningscheidende vloeren:
- Verzwaren van bestaande vloeren. Bij
betonnen vloeren kan in overleg met de
constructeur aanvullend beton worden
aangebracht. Bij houten vloeren kan aan
de bovenzijde massa worden toege­
voegd, bijvoorbeeld door het aanbrengen
van een betonnen vloer met behulp van
zwaluwstaartplaten.
- Verstijven van bestaande constructieve
houten verdiepingsvloeren met extra
beplating aan de bovenzijde.
- Toepassen van verend opgelegde (dek)vloer op de betonnen of houten construc­
tieve vloer, opgebouwd uit een verende
laag van bijvoorbeeld geëlastificeerde
EPS of steenwol en een dekvloer van
zandcement/anhydriet. Ook kunnen dro­
ge verende vloerelementen worden aan­
gebracht.
- Aanbrengen van een geluidsisolerend
plafond onder de constructieve vloer. Het
geluidsisolerende plafond als het enigs­
zins kan ontkoppelen van de vloer, dus
verend ophangen of bevestigen tussen
de wanden. De spouw tussen vloer en
plafond deels vullen met minerale wol.
Mogelijke oplossingen wanden
Nieuwe woningscheidende wanden wor­
den bij transformaties doorgaans van­
wege praktische en kostentechnische
voordelen als lichte wand uitgevoerd.
Hiermee zijn hoge geluidsisolatiewaarden
te behalen. Voor het nieuwbouwniveau
kan volstaan worden met wanden die
bestaan uit dubbele gescheiden met
minerale wol gevulde profielen met aan
beide zijden een dubbele gipskarton­
plaat. De woningscheidende wanden
worden dan toegepast tussen twee ver­
schillende woningen binnen het gebouw
en tussen de woning en de gemeen­
schappelijke verkeersruimte.
Als er al steenachtige binnenwanden
aanwezig zijn, dan kan de geluidsisolatie
worden verbeterd met een lichte buig­
slappe metalstud-voorzetwand.
Kritische situaties
Een kritische situatie treedt op bij relatief
kleine appartementen zonder hal waar
men direct na de woningtoegangsdeur
de woonkamer/keuken betreedt. De to­
tale geluidsisolatie van de verkeersruimte
naar de woonkamer/keuken van het ap­
partement wordt dan sterk beïnvloed
door de geluidsisolatie van de deur. Met
een standaard woningtoegangsdeur is
het niet mogelijk om te voldoen aan de
eisen voor nieuwbouw. In dat geval wordt
een deur met een betere geluidsisolatie
in combinatie met dubbele kierdichting
en een valdorpel toegepast. Bij nieuw­
bouw van studentenwoningen vervalt in
het Bouwbesluit 2012 deze eis overigens.
Bij woningscheidende wanden is het
belangrijk dat indirecte geluidsoverdracht
– oftewel flankerende geluidsoverdracht,
via de gevel, vloeren en binnenwanden
– zoveel mogelijk wordt beperkt. Bijvoor­
beeld in situaties waarbij de bestaande
kozijnen in de gevel volledig doorlopen,
kunnen de woningscheidende wanden
alleen aangesloten worden op een stijl
van een kozijn. Dilataties of verzwaringen
kunnen dan noodzakelijk zijn om de ge­
wenste geluidsisolatie te realiseren.
Problemen in de praktijk
De uiteindelijk gerealiseerde geluidsisola­
tie is afhankelijk van de combinatie aan
maatregelen en de uitvoering hiervan.
Voorbeelden van aspecten in de praktijk
die bepalend kunnen zijn voor de keuze
van de meest geschikte geluidsisoleren­
de maatregelen zijn:
- De verdiepingshoogten in het gebouw.
- De aansluitingen op bestaande trappen
of gevelopeningen.
- De aanwezigheid van constructieve
elementen (monumentale) die zichtbaar
moeten blijven.
- Het gekozen installatieconcept.
Tabel 1
Eisen in het Bouwbesluit 2003 en 2012 voor transformatie naar woningen (verbouw)
Bouwbesluit 2003
Bouwbesluit 2012
Bescherming tegen geluid van buiten
10 dB(A) lager dan nieuwbouw
Rechtens verkregen niveau
Bescherming tegen geluid instal­laties
10 dB(A) lager dan nieuwbouw
10 dB lager dan nieuwbouw
Beperking van galm
Nieuwbouw
Rechtens verkregen niveau
Geluidwering tussen ruimten
10 dB lager dan nieuwbouw
Rechtens verkregen niveau
62 // Bouwwereld
60-61-62-63_bouwfysicaakoestiek.indd 62
04-11-16 11:35
Tabel 2
Vertaling eisen Bouwbesluit 2012 naar beleving en kwaliteit
Geluidweringsklasse
Omschrijving
Gehinderden (indicatief)
I
(Bouwbesluit nieuwbouw
+ 10 dB)
Een hoge mate van bescherming en rust. Geluiden van buiten zijn
nauwelijks waarneembaar. Zeer luide spraak is in het algemeen niet
verstaanbaar, gewone spraak en muziek niet hoorbaar; luide muziek
en feestjes wel hoorbaar maar nauwelijks hinderlijk. Loopgeluiden
zijn niet storend waarneembaar en installatiegeluid slechts zelden
storend.
< 5%
II
(Bouwbesluit nieuwbouw
+ 5 dB)
Onder normale omstandigheden een goede bescherming zonder al
te veel beperkingen aan bewonersgedrag. Gewone spraak niet
hoor­baar, harde spraak en muziek soms hoorbaar maar niet te ver­
staan. Zeer luide spraak en muziek, feestjes duidelijk hoorbaar, maar
spraak niet verstaanbaar. Loopgeluiden in het algemeen niet storend
hoorbaar. Installatiegeluiden soms storend.
5% tot 10%
III
(Bouwbesluit nieuwbouw)
Bescherming tegen ontoelaatbare storing, uitgaande van een ge­
drags-/leefpatroon waarbij men rekening houdt met elkaar.
Spraak soms waarneembaar, maar niet verstaanbaar.
Zeer luide spraak verstaanbaar, harde muziek goed hoorbaar.
Loopgeluiden e.d. soms storend. Ontoelaatbare storing door instal­
latiegeluid wordt in het algemeen voorkomen.
10% tot 25%
IV
(Bouwbesluit nieuwbouw
- 5 dB)
Ook bij gelijksoortige leefpatronen en aangepast gedrag, zal regel­
matig storing optreden. Spraak en muziek zijn vaak hoorbaar. Zeer
luide spraak goed verstaanbaar en muziek storend. Loopgeluiden
zijn veelal hinderlijk. Regelmatig storing van installatiegeluiden.
25% tot 50%
V
(Bouwbesluit nieuwbouw
- 10 dB = Bouwbesluit 2003
verbouw)
Er wordt feitelijk geen bescherming geboden tegen geluiden.
­Gewone spraak is vaak verstaanbaar, muziek en luide spraak,
­loopgeluiden en installatiegeluid veelvuldig hinderlijk.
> 50%
Conclusie
In onze adviespraktijk merken wij dat
ontwikkelaars niet altijd het risico van een
te laag ambitieniveau voor de akoesti­
sche kwaliteit beseffen. Wanneer na rea­
lisatie van de transformatie de nieuwe
bewoners geluidklachten ervaren, kan
een zeer vervelende situatie ontstaan.
Achteraf geluidmetingen verrichten kan
dan noodzakelijk zijn om vast te stellen
wat de gerealiseerde akoestische kwali­
teit is. Het is alleen wel vaak lastig om
dan nog grote verbeteringen in bijvoor­
beeld de geluidsisolatie te realiseren
zonder ingrijpende maatregelen.
Als tijdens de ontwerpfase vanwege an­
dere meer zwaarwegende redenen wordt
gekozen voor een lager ambitieniveau
dan het huidige nieuwbouwniveau, advi­
seren wij om dit ook aan de nieuwe be­
woners uit te leggen. Het is zeer effectief
om nieuwe bewoners vooraf te informe­
ren over de redenen van bepaalde keu­
zes en hiermee een realistisch verwach­
tingspatroon te creëren. Bijvoorbeeld in
het geval dat er om het mooie originele
monumentale plafond in het zicht te laten
gekozen is voor lagere geluidsisolatie.
De onduidelijkheid in de regelgeving –
vooral ten aanzien van het rechtens ver­
kregen niveau – helpt ook niet bij het
stellen van goede ambitieniveaus. Het
verschil tussen het akoestisch niveau
voor bestaande bouw (dus vaak geen
prestatie-eis) en nieuwbouw is zeer groot.
Bouwers en ontwikkelaars kunnen dan al
snel het gevoel krijgen dat het nieuw­
bouwniveau een te strenge eis is voor
een bestaand gebouw. Zo kijkt men ook
naar andere bouwfysische aspecten,
zoals de thermische isolatie van de gevel
of de energieprestatie van een gebouw.
Daarbij accepteert men vaak een groter
thermisch verlies via de gebouwschil. Dit
hoeft alleen het thermisch comfort in de
woning niet direct te ondermijnen. Dat is
bij een verminderd akoestisch comfort
vaak wel het geval.
Uit onze ervaring blijkt dat wanneer de
akoestisch adviseur vroeg in het ontwerp­
stadium wordt betrokken, een goed
akoestisch comfort technisch realiseer­
baar is.
Raadgevend ingenieursbureau
LBP|SIGHT stelt regelmatig zijn kennis en
ervaring beschikbaar qua bouwfysica,
bouwakoestiek en brandveiligheid.
Reacties: [email protected] of
[email protected]
Bouwwereld // 63
60-61-62-63_bouwfysicaakoestiek.indd 63
04-11-16 11:35