Transcript Orde van dienst zondag 20 november 2016

ORDE VAN DIENST
zondag 20 november 2016
gedachtenis van de namen
Voorganger: Ds. Evert Jan de Wijer
Cantor-organist: Harmen Trimp
m.m.v. Elma Timmers-Dekker, sopraan
Ouderling van dienst: Marianne Piek-den Hartog
Diaken van dienst: Nel Hagemeijer
PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE
Prinses Irenestraat 36, 1077 WX Amsterdam. Koster: Roelf Koning
Tel: 673 81 71 www.thomaskerk.nl; e-mail: [email protected]
Opgang
Orgelspel: Johann Sebastian Bach (1685 - 1750) “Vor deinen Thron tret' ich hiermit” BWV 688a
Gemeente gaat staan
Aanvangslied: Psalm 98: 1 en 2
Bemoediging
V:
Onze hulp is in de Naam van de Heer
G:
Die hemel en aarde gemaakt heeft
V:
Die trouw houdt tot in eeuwigheid
G:
en niet laat varen het werk van zijn handen.
Groet
V:
Genade zij u en vrede van God onze Vader
en van de Heer Jezus Christus
G:
Amen.
Vervolg: Psalm 98: 3
V:
G:
Hoor Israël
De HEER is onze God
De HEER is één en enig
Gij zult de HEER uw God liefhebben
met geheel uw hart
en met geheel uw ziel
en met geheel uw kracht
Amen
Vervolg: Psalm 98: 4
Gemeente gaat zitten
Franz Schubert (1797 - 1828) “Litanei auf das Fest Aller Seelen” (1816)
Ruh'n in Frieden alle Seelen,
Die vollbracht ein banges Quälen,
Die vollendet süßen Traum,
Lebenssatt, geboren kaum,
Aus der Welt hinüberschieden:
Alle Seelen ruhn in Frieden!
2
Liebevoller Mädchen Seelen,
Deren Tränen nicht zu zählen,
Die ein falscher Freund verließ,
Und die blinde Welt verstieß
Alle die von hinnen schieden,
Alle Seelen ruhn in Frieden!
Und die nie der Sonne lachten,
Unterm Mond auf Dornen wachten,
Gott, in reinen Himmelslicht,
Einst zu sehn von Angesicht:
Alle die von hinnen schieden,
Alle Seelen ruhn in Frieden!
De kinderen gaan naar De Kleine Thomas
Gebed om ontferming
Gemeente zingt:
Ontferm U Heer naar de maat van Uw liefde
Ontferm U toch met de ruimte van Uw hart
Gemeente zingt: Gezang 726: 1, 2 en 5
DIENST VAN DE SCHRIFTEN
Inleiding op de te lezen bijbelgedeelten
Gemeente zingt: Gezang 333
3
Eerste Schriftlezing: Genesis 49: 29 - 50: 26
(uit: Karel Deurloo/Wilken Veen, red., De gezegende temidden van
zijn broeders. Jozef en Juda in Genesis 37-50, Baarn 1995)
29
Hij gebood hun en zei tot hen:
Ik word gevoegd bij mijn voorouders.
Begraaft mij bij mijn vaderen
in de grot op het veld van Efron de Hethiet
30
in de grot op het veld van Makpela in het
zicht van Mamre in het land van Kanaän,
die Abraham gekocht heeft met het veld van
Efron de Hethiet tot graf in eigendom.
31
Daarin heeft men Abraham en zijn vrouw Sara
begraven,
daarin heeft men Isaak en zijn vrouw Rebekka
begraven,
daarin heb ik Lea begraven.
32
Gekocht is het veld met de spelonk erop
van de zonen van Heth.
33
Toen Jakob geëindigd had zijn zonen gebiedend toe te
spreken,
voegde hij zijn voeten samen op het bed, hij overleed,
hij werd gevoegd bij zijn voorouders.
50:
1
Jozef wierp zich neer aan zijn vaders aangezicht,
hij weende bij hem, hij kuste hem.
2
Toen gebood Jozef de artsen, die in zijn dienst stonden,
om zijn vader te balsemen.
De artsen balsemden Israël.
3
Veertig volle dagen gingen daaroverheen,
want zo worden de dagen van het balsemen voltallig.
Zeventig dagen weenden de Egyptenaren over hem.
4
Toen de dagen van zijn bewening voorbij waren,
sprak Jozef het huis van Farao aan:
Mocht ik toch genade vinden in jullie ogen:
Spreekt toch in Farao’s oren en zeg:
5
Mijn vader heeft mij aldus doen zweren:
“Zie ik ga sterven.
In mijn graf, dat ik mij in het land van Kanaän heb
uitgehouwen, daarin moet je mij begraven.”
Nu zou ik dus willen opgaan,
mijn vader begraven en terugkeren.
6
Farao liet zeggen:
Ga op, begraaf je vader, zoals hij je heeft doen zweren.
4
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Jozef ging op om zijn vader te begraven.
Met hem mee gingen op al Farao’s knechten:
de oudsten van zijn huis en alle oudsten van het land Egypte,
en heel het huis van Jozef
en zijn broeders en het huis van zijn vader.
Alleen hun kroost, hun kleinvee en hun grootvee
lieten ze in het land Gosen.
Met hem mee gingen op zowel wagens als ruiters.
Zo was het een zeer gewichtig heerleger.
Ze kwamen bij Stekeldoorn-dorsvloer,
aan de overzijde van de Jordaan.
Ze hieven daar een klacht aan,
een grote en zeer gewichtige dodenklacht.
Hij liet rouw bedrijven voor zijn vader zeven dagen lang.
De bewoners van het land, de Kanaänieten zagen
de rouw in Stekeldoorn-dorsvloer,
ze zeiden:
Dat is een gewichtige rouw voor Egypte!
Daarom riep men er de naam over uit: Rouw van Egypte;
dat ligt aan de overzijde van de Jordaan.
Zijn zonen deden met hem zoals hij hun geboden had.
Zijn zonen droegen hem naar het land Kanaän,
ze begroeven hem in de grot van het veld van Makpela,
die Abraham gekocht heeft met het veld tot graf in
eigendom, van Efron de Hethiet,
in het zicht van Mamre.
Toen keerde Jozef terug naar Egypte,
- hij en zijn broeders en allen die met hem waren
opgegaan om zijn vader te begraven
nadat hij zijn vader begraven had.
Toen Jozefs broeders zagen dat hun vader dood was,
zeiden zij:
Als nu toch Jozef zijn vete met ons zou opnemen
en in vergelding over ons terug zou doen komen
al het kwaad dat wij hem hebben bereid!
Zij geboden (te zeggen) tot Jozef:
Je vader heeft geboden, voor zijn dood:
“Zo moeten jullie zeggen tot Jozef:
Ach vergeef toch het vergrijp van je broeders en hun
zonden,
dat ze jou kwaad hebben bereid.”
En nu:
5
18
19
20
21
22
23
24
25
26
Schenk toch vergeving voor het vergrijp van de
knechten van de God van je vader!
Jozef weende, toen zij zo met hem spraken.
Toen gingen de broeders ook zelf
en vielen voor zijn aangezicht neer en zeiden:
“Hier zijn wij, jou tot knechten!”
Jozef zei tot hen:
Vreest geenszins! Gods plaats, zou ik die innemen?
Jullie hebben kwaad tegen mij berekend;
God heeft het omgerekend ten goede
om te doen zoals heden het geval is,
een groot volk in het leven behouden.
En nu:
Vreest geenszins!
Ik zelf zal jullie en je kroost verzorgen.
Zo troostte hij hen en sprak tot hun hart.
Jozef bleef in Egypte, hij en het huis van zijn vader.
Jozef leefde honderdtien jaren.
Jozef zag van Efraïm de zonen tot in het derde geslacht.
Ook de zonen van Makir, de zoon van Manasse, werden
geboren op de knieën van Jozef.
Jozef zei tot zijn broeders:
Ik ga sterven,
maar God, hij zal intreden voor jullie.
Hij zal jullie doen opgaan uit dit land
naar het land dat hij heeft toegezworen aan
Abraham, Isaak en Jakob.
Jozef bezwoer de zonen van Israël:
Als God intreedt, hij voor jullie,
dan moeten jullie mijn gebeente doen opgaan van hier.
Jozef stierf honderdtien jaar oud.
Men balsemde hem
en men legde hem in een kist in Egypte.
Gemeente zingt: Gezang 166a: 1, 9 en 10
Tweede Schriftlezing: Lucas 21 : 5 - 19 (Naardense Bijbel)
5
6
Als enkelen zeggen over het heiligdom
dat het met fraaie stenen
en wijgeschenken is gesierd, zegt hij:
dit alles wat ge nu aanschouwt,er zullen dagen komen waarin
6
geen steen op een steen gelaten zal worden
die niet zal worden weggebroken.
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Maar ze vragen hem en zeggen:
leermeester, wanneer zal dat zijn,
en wat is het téken,
wanneer dat alles gaat geschieden?
Maar hij zegt:
kijk uit dat ge niet in dwaling geraakt!want velen zullen
komen onder mijn naam en zeggen
‘ík ben het’ en ‘het moment is genaderd’:
trekt niet achter hen aan!maar wanneer ge zult horen van
oorlogen en opstanden
raakt dan niet in de war:
want dat ‘moet éérst geschieden’,nee, het is niet meteen het einde!
Toen heeft hij tot hen gezegd:
‘ontwaken zal volk tegen volk
en koninkrijk tegen koninkrijk’;
maar er zullen grote aardbevingen zijn
en op plaatsen her en der
hongersnoden en pestepidemieën,vreselijke dingen en
vanuit de hemel grootse tekenen
zullen er zijn.
Maar vóór dat alles
zullen ze hun handen op u werpen
en u vervolgen,
door u over te geven aan de
samenkomsten en de bewakingen,
door u af te voeren
naar koningen en landvoogden
omwille van mijn naam!
Het zal voor u uitlopen op getuigen.
Welnu, zet het u in uw harten
om niet vooruit te piekeren
hoe u te verdedigen;
want ikzelf zal u een mond geven.
en een wijsheid die
allen die tegen u in het geweer komen
niet zullen vermogen te weerstaan
7
of weerspreken.
16
17
18
19
Maar ge zult wel overgegeven worden,
zelfs door ouders en broers,
verwanten en vrienden,
ook zullen ze er uit uw midden doden;
ge zult door allen gehaat wezen
vanwege mijn naam,
maar geen haar van uw hoofd gaat verloren;
door uw volharding
zult ge uw levens-en-zielen winnen!
Gemeente zingt: Gezang 339a
VERKONDIGING
De kinderen komen terug van de kleine Thomas
INLEIDENDE WOORDEN
Gemeente zingt samen met de soliste: “De mensen van voorbij” tekst Hanna Lam - melodie Jos van der Kooy
Couplet 1 en 2 sopraan, couplet 3 gemeente
8
3.
De mensen van voorbij
zij worden niet vergeten.
De mensen van voorbij
zijn in een ander weten.
Bij God mogen ze wonen,
daar waar geen pijn kan komen.
De mensen van voorbij
zijn in het licht, zij zijn vrij.
Gemeente gaat staan
9
Gedachtenis van de namen
AAFKE MARIA VAN DER WERFF
27-02-1938 - 23-12-2015
NICOLAAS TJEPKO BAKKER
21-01-1934 - 29-12-2015
REINERA FERKRANUS-DE VRIES
18-01-1924 - 25-01-2016
PETER PAUL VAN LELYVELD
06-11-1936 - 27-02-2016
GERT VAN SELM
18-11-1932 - 25-05-2016
JACOB DIRK LOUISSE
02-01-1936 - 10-06-2016
JAN FREDRIK BARTH
28-05-1930 - 19-06-2016
HERMANNUS HEIKO MISKOTTE
21-06-1932 - 17-07-2016
PIETER CORNELIS STOBBE
12-04-1933 - 24-08-2016
GEERT SLOMP
19-06-1921 - 26-08-2016
PAULIEN NEELTJE VAN DEN BROEK
09-08-1918 - 29-08-2016
INGE PIETERNELLA OLANDE HEIJMANS
17-04-1952 - 23-09-2016
MARINUS VAN DE ROEMER
22-11-1928 - 06-10-2016
ADRIANA GILHUIS-CAMFFERMAN
13-10-1932 - 24-10-2016
MOMENT VAN STILTE
Gemeente gaat zitten
Arvo Pärt (1935) - Vater unser (2005/2011)
10
DIENST VAN DE DANKBAARHEID
Mededelingen
Inzameling van de gaven in één rondgang voor Gevangenenzorg
“Hoogtij” en Pastoraat
Johann Sebastian Bach / Gottfried Heinrich Stölzel (1690 - 1749) Aria “Bist du bei mir”
Bist du bei mir, geh ich mit Freuden
zum Sterben und zu meiner Ruh.
Ach, wie vergnügt wär so mein Ende,
es drückten deine schönen Hände
mir die getreuen Augen zu!
Als jij bij mij bent, dan ga ik met vreugde
naar de dood en naar mijn rust.
Ach, hoe aangenaam zou mijn einde zijn
als jouw mooie / lieve handen
mijn trouwe ogen zouden sluiten.
VOORBEDEN - intenties te beantwoorden met: Gezang 367h
Stil gebed
Gebed des Heren
Slotlied (staande): Gezang 737: 1, 2, 3, 4 en 5
Zegen, beantwoord met:
Orgelspel: Piet Kee (1927) Fantasia "Wachet auf, ruft uns die Stimme" - 1961
11
(aanvang 10.30 uur)
VOLGENDE WEKEN GAAN VOOR:
1e Advent - Schrift & Tafel
27 nov. : Ds. E.J. de Wijer
2e Advent
4 dec. : Ds. E.J. de Wijer
3e Advent
11 dec. : Ds. R.J. van Zwieten
4e Advent
18 dec. : Ds. E.J. de Wijer
COLLECTEOPBRENGSTEN VAN 13 NOVEMBER 2016
- Kerk in Actie / Binnenlands Diaconaat en Eredienst
- Stichting “Cybersoek”
Offerblok
€ 214,09
€ 178,65
€ 4,00
Agenda
Wo. 23 nov. : Meelezen
14.00 uur
Vr. 25 nov. : ThomasFilm: “Youth” (2015)
regie Paolo Sorentino
19.30 uur
De Stiltekapel is elke woensdag van 12.30 – 13.30 uur open.
Op woensdag 30 november vindt om 13.00 uur een kort
middaggebed plaats in de Stiltekapel o.l.v. Ds. Evert Jan de Wijer.
Giften voor de Stichting Vrienden van de Thomaskerk op
rek.nr. NL37 RABO 0119 0842 52 t.n.v. Stichting Vrienden van de
Thomaskerk.
Giften in het offerblok in de hal zijn bestemd voor de eredienst.
Gastenboek: voor nader contact en kennismaking met predikant
of ouderling kunt u uw naam, adres, e-mailadres en telefoonnummer vermelden in het gastenboek in de hal. Wij nemen dan
z.s.m. contact met u op.
De Nederlandse sopraan Elma Timmers kreeg haar eerste zang- lessen van
Marianne Pak. Momenteel wordt zij gecoacht door Hanneke de Wit en Paul
Triepels. Elma volgde masterclasses bij o.a. Christoph Prégardien, Margre et
Honig, Nico van der Meel, Johannette Zomer en Miranda van Kralingen. Elma
Timmers geeft regelmatig concerten met organisten, waaronder Aart Bergwerff,
Geerten van de Wetering, Matthias Havinga en Pieter van Dijk. Zij legt daarbij
de focus op repertoire dat speciaal voor sopraan en orgel geschreven is van
o.m. Max Reger, Alphons Diepenbrock en Hendrik Andriessen. Vanwege haar
interessse in theologische vraagstukken studeerde Elma Timmers ook
Wereldgodsdiensten aan de Universiteit Leiden.
12