Brief voorkom pensioenkortingen

Download Report

Transcript Brief voorkom pensioenkortingen

FNV
Houttuinlaan 3
3447 GM WOERDEN
E-mail: [email protected]
T 020 58 16 300
F 020 68 44 541
Aan de voorzitter en leden van de Vaste Commissie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 AE ‘s-Gravenhage
CNV
Tiberdreef 4
Postbus 2475
3500 GL Utrecht
C.c. staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Mevrouw J. Klijnsma
T 030 751 11 00
F 030 751 11 09
VCP
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90525
2509 LM ’s-Gravenhage
T 070 349 97 40
Datum
18 november 2016
Ons kenmerk
HB/cd/aw.170
T.b.v. Algemeen overleg pensioenen op
24 november 2016
Betreft: Kabinetsreactie op
najaarsrapportage DNB
Uw kenmerk
Telefoonnr.
06-24558387
06-54224817
06-53995109
E-mail
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Geachte dames en heren,
Op 18 november heeft staatssecretaris Klijnsma de kabinetsreactie op de Najaarsrapportage
DNB aan U gestuurd. Uit de Najaarsrapportage blijkt dat op basis van de stand van de
dekkingsgraden ultimo 30/9/2016 30 pensioenfondsen in de loop van 2017 kortingen
moeten doorvoeren van gemiddeld 0,7%. Deze kortingen zullen waarschijnlijk het topje van
een veel grotere ijsberg blijken te zijn, die in de daarop volgende jaren boven water komt.
Deze voorwaardelijke kortingen zouden in 2020/2021 kunnen overgaan in
onvoorwaardelijke kortingen.
Het beeld rond de kortingen is nog onzeker en blijkt met name een neerwaarts risico te
kennen. Uit de door DNB uitgevoerde scenario-analyses blijkt dat bij een daling van de rente
of van de zakelijke waarden veel grotere groepen pensioendeelnemers worden geraakt. Een
stijging van de rente of van zakelijke waarden maakt de groep die wordt getroffen door
kortingen nauwelijks kleiner. Daarmee ontstaat steeds sterker het beeld dat zonder nader
beleid een grote groep pensioendeelnemers - in orde van grootte van circa 2.000.000
deelnemers waaronder een kleine 200.000 gepensioneerden - door kortingen in 2017 dreigt
te worden getroffen - zelfs als de rente en rendementen op zakelijke waarden nog wat
zouden stijgen.
Datum
18 november 2016
Pagina('s)
2 van 3
Verdere premieverhogingen of opbouwverlagingen, zo blijkt uit de DNB-analyse, zullen vrij
weinig effect hebben op de omvang van de groep die door kortingen wordt getroffen. De
extreem lage rente, die door de ECB-interventie onder de (gedaalde) evenwichtswaarde ligt
treft het sterkste de groene fondsen met lange duration in hun verplichtingen en dus veel
jonge deelnemers.
Het zijn dus ook de jongeren, bijvoorbeeld in een super groen fonds zoals dat van de
kappers, die last hebben van de lage rente en niet alleen de ouderen die uiteraard het meest
direct worden getroffen. Dit laat nog een zien hoe bijzonder de rentesturing bij
pensioenfondsen nu uitwerkt. Pensioenfondsen met veel jonge deelnemers hebben juist
nog veel tijd om te herstellen, maar moeten door de regelgeving het hardste bijsturen.
FNV, CNV en VCP maken zich ernstig zorgen over dit beeld en hebben dit in brieven aan U in
juni en september van dit jaar al eerder onder uw aandacht gebracht. Pensioenkortingen
zijn slecht voor het vertrouwen en kunnen daarmee een tijdbom onder het economisch
herstel vormen.
FNV, CNV en VCP waren en zijn dan ook positief over de bereidheid van het kabinet om te
zoeken naar maatregelen om de effecten van deze bijzondere economische situatie en de
kunstmatig lage rente te bezien. Hiertoe heeft u een onderzoek geïnitieerd naar de effecten
van het ‘’tijdelijk’’ verlengen van de hersteltermijnen. Uit de najaarsrapportage van DNB
blijkt dat, indien er op korte termijn geen zelfstandig herstel optreedt bij deze
pensioenfondsen, alleen bij een verlenging van de hersteltermijn met 2 jaar of een
hersteltermijn die is gerelateerd aan de duur van de gemiddelde verplichtingen echt soelaas
kan worden geboden. Uit de CPB-analyse blijkt voorts dat de generatie-effecten van een
verlenging van de hersteltermijnen vrij klein zijn. Daarbij dient te worden bedacht dat
tevens een premieverhoging of een verlaging van de pensioenopbouw ook generatieeffecten hebben.
Verlenging van de hersteltermijn lijkt dus een begaanbaar pad. De FNV, CNV en VCP zijn
echter wel van mening dat er moet worden gezocht naar een structurele oplossing en niet
slechts een tijdelijke oplossing. Een maatregel in de vorm verlenging van de hersteltermijn
zou volgens de FNV, CNV en VCP dan ook moeten gelden zolang sprake is van een extreem
lage rente, als bijzondere economische omstandigheid in de zin van artikel 142 van de
Pensioenwet. Slechts een tijdelijke verlenging van de hersteltermijnen, die los staat van de
ontwikkeling van de rente en het ECB-beleid, verschuift de problemen naar 2018 en is
daarmee zeer ontoereikend. Met het oog op een mogelijk aanhoudend lage rente op
langere termijn dienen tevens meer creatieve oplossingen, zoals het uitgeven van
pensioenobligaties of het gebruiken van een kasstroommodel, nader onderzocht te worden.
Het kabinet neemt nu nog geen beslissing over maatregelen maar stelt deze uit tot het
moment waarop definitief duidelijkheid is over de hoogte van de kortingen op grond van de
huidige regels. FNV, CNV en VCP pleiten echter voor een maatwerkaanpak die kortingen zo
goed en zoveel mogelijk op een verantwoorde generatie faire wijze manier voorkomt,
voordat de korting een feit is. Het nu doorvoeren van kortingen zoals nu voorzien zal het
draagvlak onder pensioenhervormingen niet schragen maar schaden. Kortingen zullen ook
niet helpen om deelnemers en gepensioneerden in vertrouwen de overstap te laten maken
Datum
18 november 2016
Pagina('s)
3 van 3
naar een nieuw toekomstbestending pensioencontract. Het is gewenst dat uw Kamer zich in
het Algemeen Overleg helder uitspreekt over het voorkomen van kortingen via een
maatwerk aanpak.
FNV, CNV en VCP beseffen dat verlenging van de hersteltermijn geen structurele oplossing
vormt. Daarom willen FNV, CNV en VCP constructief verder werken aan een goed nieuw
stabieler pensioencontract dat in de volgende kabinetsperiode met een breed
maatschappelijk draagvlak zouden moeten kunnen worden ingevoerd.
Terecht heeft de WRR in haar advies “Samenleving en Financiële Sector in Evenwicht”
geconcludeerd dat het huidige pensioencontract te conjunctuurgevoelig is. En dat moet
worden gekomen tot een contract dat een oriëntatie op de langere termijn beter mogelijk
maakt. Daarin is van belang dat zeker de lange termijn pensioenverplichtingen op stabielere
wijze kunnen worden verdisconteerd.
Met vriendelijke groet,
namens FNV, CNV en VCP,
Han Busker
Willem Jelle Berg
Nic van Holstein
Lid Dagelijks Bestuur FNV
Lid Dagelijks Bestuur CNV
Voorzitter VCP