Marja Baeten

Download Report

Transcript Marja Baeten

THEMA: GEZELLIG THUIS!
’s
Speelbrief
NOVEMBER 2016
Omdat het in november meer waait en regent, is het extra fijn om binnen samen iets
te ondernemen. Je kunt net als aapje Pippo
broodjes bakken in de keuken. Of verstoppertje spelen in huis zoals Muisje Meisje doet.
Maar kinderen houden er ook van om, net als
Beertje Bruin, te helpen in het huishouden.
Ouders of andere grote mensen imiteren is
een spel, maar tegelijkertijd de meest eenvoudige en directe manier om te leren hoe
de dingen om hen heen gaan. Daarom kijkt
peuter Max geboeid toe als hij een nieuwe
kast krijgt en helpt hij mama en papa om al
zijn kleren er een plekje in te geven. Op de
grote uitklapplaat achterin ga je samen op
zoek naar herkenbare plekjes in huis of naar
lievelingsplekjes, want die hebben peuters
ook vaak.
Verder is er in deze Speelbrief extra aandacht
voor interactief voorlezen. In PIPPO Plus lees
je daar nog meer over.
Ik wens je gezellig, huiselijk speel- en leesplezier met PIPPO!
Marja Baeten
redactie PIPPO
PIPPO-thema prentenboeken
Op zoek naar peuterboeken die passen bij het
PIPPO-thema van deze maand?
Via deze link vind je er een heleboel:
http://clavisbooks.com/thema/pippo
Speelbrief - November 2016 - p1
AAPJE PIPPO
BAKT BROODJES
Aapje Pippo speelt vandaag voor bakker. Hij rolt
het deeg zoals het moet en vult zijn eigengemaakte broodje met een stukje chocola.
Omdat de fotoverhaaltjes van aapje Pippo uitgaan van herkenbare situaties voor peuters, en
omdat de foto’s door peuters als ‘echt’ worden
ervaren, is het niet moeilijk om kinderen bij de
inhoud te betrekken. Ze reageren meestal spontaan. Als je dan in gesprek raakt, ben je interactief
aan het voorlezen.
Interactief? Dat doe je zo!
Houd contact met je kind. Probeer hem of haar
actief bij het voorlezen te betrekken. Maak oogcontact, las af en toe pauzes in, geef gelegenheid
om te reageren op het verhaal, laat je kind vragen
stellen of dingen in het boek aanwijzen.
Kinderen aan de praat krijgen. Je kunt samen
kijken naar de tekeningen en vertellen wat er te zien
is. Kinderen leren er veel van als je samen met hen
over gebeurtenissen praat die in het boek plaatsvinden. Stel aan oudere peuters geen ja/nee vragen,
maar open vragen zoals: ‘Wat zou jij doen als...?’
Let op stemgebruik. Probeer de verschillende karakters een eigen stemmetje te geven in plaats van
monotoon – alles op een en dezelfde toonhoogte
– voor te lezen.
ACTIVITEIT
SAMEN BROODJES BAKKEN
Omdat peuters niet heel geduldig zijn, kun je brooddeeg het beste een dag eerder maken. Laat het rijzen in de koelkast. Als het de volgende dag nog
een uurtje buiten de koelkast heeft gestaan om op
kamertemperatuur te komen, kan de broodjespret
beginnen. Doe zelf mee en laat zien hoe je door kneden, duwen en rollen allerlei vormen kunt maken. Geef
amandelen en rozijnen om de broodjes te versieren.
Natuurlijk kan er net zoals in het broodje van aapje
Pippo ook een stukje chocola in worden verstopt.
Verwarm de oven voor op 220 graden.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg de gevormde broodjes erop. Bak de broodjes in ongeveer
20 tot 25 minuten goudbruin.
Mimiek. Lezen doe je niet alleen met je stem. Gebruik gezichtsuitdrukkingen. Trek een vies gezicht
als je leest over een vies gerecht. Staat er iets engs?
Laat dan merken dat het spannend is. Overdrijf
niet, want dat leidt af.
Voorleesplek. Zorg dat je kind ontspannen kan
zitten en je goed kan zien. Voorkom dat het kind
wordt afgeleid. Zet de tv uit, ruim speelgoed op, etc.
Roep geen ‘Uit!’ aan het einde van het boek. Het
gaat er niet om het boek uit te krijgen, maar om wat
uw kind tijdens het lezen/kijken beleeft.
Bron: Peuterplace.nl
VOORLEESTIPS:
1. Wijs tijdens het lezen de voorwerpen aan die
in de tekst worden genoemd. Zo leert een kind
het verband te leggen tussen woord en beeld.
Speelbrief - November 2016 - p2
2. Als je het verhaaltje voor een tweede keer
leest, kun je per pagina vragen stellen.
3. Als je aan dreumesen en jonge peuters een
vraag stelt, blijf je dicht bij wat er in de tekst
staat. Aan oudere peuters kun je ook al meer
open vragen stellen.
Bij plaatje 1: Wat heeft aapje Pippo nodig om
een broodje te maken? Heb jij ook wel eens
een broodje gebakken? Heb jij wel eens een
chocoladebroodje gegeten? Vond je het net
zo lekker als aapje Pippo?
Bij plaatje 2: Kijk eens naar de mond van aapje
Pippo. Hij kijkt nu anders dan op de vorige
bladzijde. Hoe komt dat, denk je? Kun jij ook
zo kijken? Hoe kijkt aapje Pippo op de volgende
bladzijde. Waarom, denk je?
ACHTERGROND
KIJK, IK KAN IETS MOOIS MAKEN
Bij het zelf iets maken of knutselen, gaat het bij
jonge kinderen vooral om het plezier van het bezig
zijn en de ervaring dat je de wereld om je heen
kunt veranderen en mooi maken.
Doelen en competenties bij creatief bezig zijn:
• Kijk, ik kan iets moois maken: dit zorgt voor
zelfvertrouwen.
• Kijk, ik kan het zelf: dit zorgt voor het ontdekken van materialen en het leren van fijne
motoriek.
• Kijk, ik voel, weet en ontdek: dit zorgt voor het
leren waarnemen en vergelijken van vormen.
• Luister, ik kan het zeggen: dit zorgt dat kinderen leren vertellen over wat ze gemaakt
hebben.
Uit: Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar.
PLAATJES
en woordjes
LASSE EN LINA ETEN EEN BOTERHAM
Krrr. Onze buikjes knorren.
We gaan een lekkere boterham eten.
Op deze bladzijden zie je losse plaatjes en een grote kijkplaat waar die losse voorwerpen in voorkomen. Het is de bedoeling dat kinderen nieuwe woorden leren.
1. Benoem elk plaatje. Stimuleer je kind om het woord na te zeggen.
En herhaal het dan zelf nog een keer.
2. Zoek nu samen dat ene voorwerp terug in de grote plaat. Dan
ziet een kind het voorwerp in de context. Dat helpt mee om het
woord inhoudelijk beter te snappen en ook om het te onthouden
en te kunnen plaatsen in de eigen omgeving.
3.
Bij iets oudere kinderen kun je de plaatjes aanwijzen en de
kinderen zelf het woord laten zeggen.
Beertje Bruin doet Papa Beer na
Speelbrief - November 2016 - p3
In de verhaaltjes van Beertje Bruin vervangen we steeds
een aantal woorden door een plaatje. De bedoeling
daarvan is dat het kinderen uitlokt om tijdens het voorlezen dat woord zelf te noemen. Zo helpen ze mee om
het verhaal volledig voor te lezen. Zodra ze dat doen
hebben ze een actieve rol bij het lezen en dat vergroot
de betrokkenheid. We horen vaak van ouders en leidsters in de opvang dat kinderen met name dit verhaaltje
op hun beurt ‘voorlezen’ aan de pop of een knuffel.
ACTIVITEIT
ACTIVITEIT
Naar voorbeeld van het verhaaltje van Beertje
Bruin kun je ook zelf zo’n verhaaltje maken.
Knip herkenbare voorwerpen uit tijdschriften of
winkelfolders. Met die afbeeldingen bedenk je
een verhaaltje van een paar zinnen. Je begint
bijvoorbeeld met: ‘Weet je waar ik zin in heb?’
Je kunt in zo’n zelfgemaakt verhaaltje ook een
fotootje van je kind, een broertje of zusje of van
jezelf gebruiken. Dat maakt het nog leuker.
Maak kopieën van de boterham op de volgende
bladzijde. Plak de boterham eventueel op steviger
papier. Laat kinderen de boterhammen ‘beleggen’.
Zoek in tijdschriften naar foto’s die lijken op de kleur
van kaas, worst, pindakaas of chocopasta. Knip of
scheur stukjes papier uit en plak ze op de boterhammen. Je kunt hagelslag ook stempelen. En
vruchtenhagel? Gebruik kleine propjes sitspapier
en het is net echt!
EEN EIGEN VERHAALTJE MAKEN
WAT WIL JIJ OP JE BOTERHAM?
Deze bo
terhamm
en
zi jn van
: .............
.......
Dit werkblad hoort bij PIPPO november 2016.
bron: www.juflisette.nl
Speel verstoppertje
met Muisje Meisje
Muisje Meisje speelt verstoppertje met
haar vriendjes. Muisje Meisje telt af:
‘1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 ...
Wie niet weg is, is gezien! Ik kom!’
ACTIVITEIT
VERSTOPSPELLETJE MET LIEDJE
Met dit liedje kun je verschillende spelletjes spelen. Wil je het liedje horen? Kijk en luister dan op
http://www.klavertjekoe.nl/?page_id=379.
De naam Klavertje kun je vervangen door elke andere naam.
Kiekeboe Klavertje
Klavertje, Klavertje, waar ben je?
Waar ben jij verstopt?
Klavertje, Klavertje, waar ben je?
Waar ben jij verstopt?
Kiekeboe!
Muziek en tekst: Conny de Vries
©Shuttersto
ck
KIEKBOE KLAVERTJE VOOR
DREUMESEN:
Speelbrief - November 2016 - p5
Leg een knuffel onder een doek en zing het liedje.
Telkens als je de naam van de knuffel noemt, til
je de doek even op. Bij ‘Kiekeboe!’ trek je de
doek weg.
KIEKEBOE KLAVERTJE VOOR
PEUTERS
Nodig: handspiegel met blanco achterkant.
Zing het lied zoals bij het dreumesspel met de
naam van het kind in plaats van ‘Klavertje’. Kijk
tijdens het zingen naar de achterkant van de spiegel. Draai de spiegel om zodat het kind zichzelf
in de spiegel ziet en zing: ‘Kiekeboe!’
Kijk samen in de spiegel, verstop je neus en zing
dan: ‘Kleine neus, kleine neus waar ben je? Waar
ben jij verstopt?’ Zo kun je allerlei onderdelen van
je gezicht verstoppen en weer
tevoorschijn toveren terwijl je samen in de spiegel kijkt.
ACHTERGROND
De eerste vorm van verstoppertje is kiekeboe
spelen. Het is voor dreumesen een manier om
te ontdekken dat iemand die je even niet ziet, er
nog wel kan zijn. Dreumesen en peuters bekijken
de wereld nog uitsluitend vanuit zichzelf: als ze
jou niet zien, kun jij hen ook niet zien. Daarom
verstoppen peuters zich onder een handdoek
en is het lachen geblazen als je die voorzichtig
wegtrekt. Verstoppertje spelen lijkt een simpel
spelletje, maar het zit vol met grote ervaringen:
verrassing, schrik, communicatie en fantasie.
Door verstoppertje te spelen, leren peuters afscheid nemen en erop vertrouwen dat iets wat
weg is, ook weer terugkomt.
Samenstelling en teksten: Marja Baeten.
Pedagogische bron: Pedagogisch kader kindercentra
0-4 jaar.