 Doelen  Theorie  Sociale-affectieve ontwikkeling  Opdracht 4 (de peuter)  Doelen gehaald?



De Sociaal-affectieve ontwikkeling

 Ontstaan ik-besef  Koppigheidsfase  Begin gewetensontwikkeling  Spelgedrag  Ontstaan van vriendschappen  Angst en fantasie  Lust is gekoppeld aan zindelijk worden

 Tot 3 e jaar: Peuter merkt langzaamaan dat hij degene is die morst, de bal weg schopt en iets anders kan doen dan zijn ouders.

 In het 3 e jaar: Gaat zichzelf “ik” noemen ipv zijn naam en ontdekt dat hij een eigen willetje heeft en zelf besluiten kan nemen  Wordt

EGOCENTRISCH

Verschil egoïsme?

 Peuter heeft nog geen grip op zijn gevoelens  Wil alles

“zelluf doen”

ook het idee dat hij het kan en dat t zo moet zoals hij het wil en heeft meestal  Raakt daardoor snel gefrustreerd  En kan gaan gillen/slaan/bijten Als het ontdekt dat het met een driftbui zijn zin krijgt…

= Innerlijke stem over wat goed of slecht is  Peuters hebben nog geen intern geweten (rond 6e jaar)  Weten wel wat goed/slecht is, maar overzien de reden en gevolgen niet en zijn daarmee aan het experimenteren  Bv peuter blijft netjes van de CD-speler af als moeder erbij is, maar niet als zij weg is. Niet om stiekem te doen, maar dan geldt de regel niet.

 Door egocentrisme kan het nog niet echt samenspelen 12 botsingen p/u 

Solitair spel

vrijspelen in KDV  Speelt NAAST en niet met elkaar 

Parallel spel

 Peuters houden van imitatiespel, constructiespel, bewegingsspel en fantasiespel

 Stimuleer fantasiespel voor de sociaal-emotionele ontwikkeling:   Peuter leert zich inleven in een bepaalde rol Door het spelen van rollen beleeft en herkent het kind emoties en verwerkt deze zo nodig.

 Tips om alle spel te stimuleren: - Geef het kind de ruimte Denk aan overprikkeling - Let op veiligheid - Let op je eigen houding

 De 1 e vriendschap!

 Peuters hebben al voorkeuren  Help vriendschappen te ontwikkelen door:  elkaar te laten helpen, te troosten, samen blij te zijn en feestjes te vieren  GROOT HART: Ruzie is geen reden om de vriendschap te beëindigen!

 Door de rijke fantasie, kunnen zij angstig worden!

 Geven automatisch betekenis aan iets wat ze niet snappen bv schaduw is een monster waar ik niet los van kom    

TIPS

Blijf rustig en leg uit hoe het in elkaar zit Geef er een positieve wending aan Rituelen kunnen helpen om over de angst te komen



Hey er is verschil!

Peuters zijn nieuwsgierig naar hun eigen lichaam en ontdekken verschillen jongens en meisjes.

 Negatieve reactie: kind ervaart het als een taboe  Maar… leer ook dat doktertje spelen niet in alle situaties kan en het lichaam privéterrein is.

Lustbeleving heeft met poepen te maken -> Anale fase  “trots op zijn product”  Ervaart het spelen er mee als prettig  Gevoel van macht om wel/niet in het potje iets te kunnen doen Zindelijkheidstraining heeft pas zin als het kind: - Sluitspieren kan beheersen - Verband kan leggen tussen aandrang en daadwerkelijk plassen en poepen - Moet er aan toe zijn en het willen

 Lezen theorie blz 99 - 107 en 125 - 129 Boek Cliënt en Omgeving  Maken kleuteropdracht 5 en 6  Zet de gemaakte opdrachten in het vakje Ontwikkelingspsychologie bij sakai.portfolio4u.nl



De Sociaal-affectieve ontwikkeling

 Wat bedoelen ze met ontstaan ik-besef?

 Wat is een kenmerkende fase?

 Heeft een peuter een geweten?

 Welk Spelgedrag kun je stimuleren?

 Ontstaan vriendschappen?  Hoe kan het dat peuters Angst beleven?

 Waar is Lust aan gekoppeld?

LUKT DAT?