Een goede investering

Download Report

Transcript Een goede investering

Een goede investering
Groot Nieuws dd 13 november 2016
Beste luisteraar,
Ik wil met u enkele verzen lezen uit Jeremia 32 (vers 14-15):
Zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Neem deze brieven, deze
koopbrief – de verzegelde en deze opengelaten brief – en doe ze in een aarden pot,
zodat ze vele dagen in goede staat blijven.
Want zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Er zullen weer
huizen en akkers en wijngaarden gekocht worden in dit land.
Jeremia 32 is een wonderlijk hoofdstuk in de Bijbel.
Het gaat helemaal over een aankoop die Jeremia doet.
Een neef van Jeremia verkoopt hem een akker.
Dat is weinig bijzonders, zou je denken.
Maar de tijd waarin het gebeurt, geeft die aankoop iets bijzonders.
Want het is oorlogstijd.
Jeruzalem is belegerd.
Nog even, en de stad wordt ingenomen.
Het land wordt straks leeggeroofd.
Wie koopt er nu op zo’n moment een akker?!
Dat is weggegooid geld!
Jeremia weet dat als geen ander.
Hij heeft het vaak tegen de mensen gezegd: 70 jaar zal de ballingschap duren.
Hij gaat het niet meer meemaken dat hij terugkeert.
Hij zal nooit één vrucht eten van zijn akker.
Toch is die aankoop voor Jeremia belangrijk.
Want als de koop is gesloten en Jeremia houdt de koopakte in handen, spreekt hij een
profetie uit:
“Zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: “Er zullen weer huizen en
akkers en wijngaarden gekocht worden in dit land.’” (vs. 15)
De koopakte is een teken van hoop.
Het is om zo te zeggen een tegoedbon voor de toekomst.
Nu merk je in dit hoofdstuk dat dat voor Jeremia wel dwars door de crisis heengaat.
Want eerst spreekt de profeet hoopvolle woorden.
Maar het lijkt wel of daarna de twijfel toeslaat.
Wat heb ik gedaan?
Wat moet ik met een platgebrande akker in oorlogsgebied?
Is het geen weggegooid geld?
Kunnen de woorden van God wel waar worden?
Is dat niet een veel te wonderlijk verhaal.
Je ziet dat bij Jeremia vaker.
De worsteling met God en met de woorden van God.
Het wordt in de Bijbel heel eerlijk beschreven.
En de profeet komt daarin ook heel dicht bij ons.
1
Want wie van ons herkent de vragen niet?
We hebben zoveel woorden van hoop in de Bijbel.
Hoop op een nieuwe toekomst.
Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Maar wat blijkt ervan?
“Ik vind geloven vaak wel heel moeilijk,” zei een oudere mevrouw een tijdje geleden
tegen me.
Ze is vast niet de enige.
Misschien vind jij het ook wel lastig.
Om die mooie woorden, de beloften van God en het harde, gebroken leven te
verbinden.
Maar dan neemt God het woord.
Hij zegt: Jeremia, het is dan misschien een aangevochten investering, maar ook een
gegronde investering.
Mijn woorden zijn waar!
“Ik ben de HEERE, de God van al wat leeft. Zou ook maar iets voor Mij te wonderlijk
zijn?” (27)
Voor God is niets te wonderlijk.
Inderdaad: na de periode van ballingschap zal Israël terugkeren.
Er zúllen in de toekomst weer akkers gekocht worden in dit land.
Het toekomstige heil wordt hier heel aards getekend.
Maar dat is niet het enige.
Want er komt ook een nieuw begin in de relatie met God.
De terugkeer naar het land en de terugkeer tot God worden helemaal met elkaar
verbonden.
God gaat een nieuw verbond maken.
Hij verklaart aan zijn mensen opnieuw de liefde.
Aan Israël.
Maar ook aan de volken.
Aan u, jou, mij.
In een van zijn brieven vanuit zijn gevangeniscel schrijft Dietrich Bonhoeffer aan zijn
verloofde Maria de volgende woorden:
Bij Jeremia klinkt het tot zijn volk in grote nood: “nog zal men huizen en akkers kopen
in dit land”, als teken van vertrouwen in de toekomst. Daartoe behoort geloof; God
schenkt ons dat dagelijks; ik bedoel niet het geloof dat de wereld ontvlucht, maar dat
het in de wereld uithoudt en de aarde, ondanks alle nood die zij ons brengt, vasthoudt
en haar trouw blijft. Ons huwelijk moet een “ja” zijn tot Gods aarde. Ze moet onze
moed versterken om op die aarde wat tot stand te brengen en te bewerken. Ik ben
bang dat christenen die slechts met één been op de aarde durven te staan, ook maar
met één been in de hemel staan.
Zoals Jeremia geroepen werd om te investeren, zo geldt dat ook vandaag.
Er worden investeerders gevraagd!
Mensen die in deze wereld de hoop van het evangelie laten zien.
Misschien lijken het kleine dingen.
Zoals zo’n akkertje kopen dat Jeremia deed.
Wat stelt het voor?
Maar het wordt tot een bewijs dat Gods werk doorgaat!
Het is goed om erover na te denken hoe wij dat zouden kunnen doen.
Denk aan je werkplek.
2
Aan de collega’s om je heen.
Aan jongeren in je klas.
Aan zakenrelaties.
Hoe zou je in het contact met hen kunnen investeren?
Hoe zou je zo met hen kunnen omgaan, dat daarin iets van de hoop van het evangelie
zichtbaar wordt?
Denk aan de kring van mensen om je heen.
Je kinderen, kleinkinderen.
Je familie.
Je buren.
Bid je voor hen?
Doe je het goede in de contacten met hen?
Of ben je vooral met jezelf bezig?
De akker van Jeremia wordt tot teken van hoop.
En zo worden wij uitgenodigd om hier en nu tekenen op te richten van Gods
Koninkrijk dat komt.
Om dingen te doen waarin de hoop van het evangelie zichtbaar wordt.
Deze wereld gaat niet naar de vernieling.
Maar naar de vernieuwing.
Want Jezus Christus leeft!
En zeker – wat wij tot stand brengen is in onze ogen vaak klein.
Maar God vergeet niets van wat we in zijn naam hebben gedaan.
Al wat gedaan werd uit liefde tot Jezus
dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan.
3