De verdeling - Provincie Noord

Download Report

Transcript De verdeling - Provincie Noord

Advies van de Adviescommissie Kunsten
in het kader van de aanvragen op paragraaf 1 en 2 van
de Subsidieregeling Hedendaagse Cultuur
Provincie Noord-Brabant
Inhoudsopgave
Financiering van professionele kunst en cultuuur integraal bezien
2
Paragraaf 1: 33 adviezen
7
Paragraaf 2: 28 adviezen
69
Afslag Eindhoven
8
Beeldenstorm
70
Ambiance Tracks
10
BookAwake/Tilt
72
Theater Artemis
12
BredaPhoto
73
Axesjazzpower
14
Broet
74
Baltan
15
B-There
75
Bio Arts Laboratories
16
Cacaofabriek
77
Theaterfestival Boulevard
18
DansBrabant
79
Cappella Pratensis
20
De Compagnie/Noordkade
81
Club Solo
22
DOCfeed
82
Cross-linx
24
Dutch Design Foundation
83
De Stilte
26
Electron
85
Festival Cement
28
Graphic Design Festival Breda
87
Festival Circolo
30
Het Groote Hoofd
88
Fundament
32
Het Kader/Docwerk
90
Hetpaarddatvliegt
33
HZT Studio’s voor de Residentie Brabant
92
Het Zuidelijk Toneel
35
KOP
94
Incubate
37
Kunstpodium T
95
Internationaal Vocalisten Concours (IVC)
39
MOTI
97
LeineRoebana
41
PARK
98
Matzer
43
Podium Bloos
100
MU
45
So What’s Next
102
Festival Mundial
46
Storioni Festival
103
November Music
48
Festival Stranger than Paranoia
104
Onomatopee
50
STRP
105
Opera Zuid
52
TextielMuseum
107
Panama Pictures
54
Van Gogh Zundert
109
Paul van Kemenade
56
Verkadefabriek
111
Playgrounds Digital Arts Festival
58
Wave of Tomorrow
112
Schippers & Van Gucht
60
T.r.a.s.h.
62
Tromp Percussion Eindhoven
64
United Cowboys
65
Vloeistof
67
Bijlage: Uitleg over het gebruik van kwalitatieve normeringen
Oktober 2016
114
1/114
Financiering van professionele kunst en cultuuur integraal
bezien
Een brede ondersteuning van de professionele kunstsector in Brabant is ingezet;
nu doorzetten
Het is inmiddels vier jaar geleden dat de Adviescommissie Kunsten van de provincie NoordBrabant op verzoek van GS het advies ‘Het culturele DNA van een eigengereide, innovatieve
provincie’ schreef, naar aanleiding van de bezuinigingen in de cultuursector. Dat advies was toen
mede aanleiding voor het vrijmaken van extra middelen voor zes partijen in de basisinfrastructuur.
En het was aanleiding voor het starten van het Impulsgeldenprogramma; een mogelijkheid om
projectgelden beschikbaar te houden voor de cultuursector.
Het waren vier jaren waarin de sector de gevolgen van de bezuinigingen moest verwerken en
uitkeek naar een nieuwe Kunstenplanperiode. Die breekt nu aan.
De Adviescommissie Kunsten vindt het positief dat de provincie zich zo duidelijk uitspreekt over het
belang van cultuur en dat voor de beleidsperiode 2017-2020 ook bekrachtigt door meer
middelen beschikbaar te stellen voor de culturele infrastructuur. Zo wordt, niet alleen voor de
meerjarige ondersteuning van de organisaties van de basisinfrastructuur, maar ook met middelen
voor talentontwikkeling, voortzetting van het Impulsgeldenprogramma en het fonds Brabant C, een
ruimere ondersteuning van de kunsten in den breedte mogelijk. Dat was hard nodig, zoals de
Adviescommissie vier jaar geleden al aangaf, maar kon ook bijna niet anders gezien de in het
Uitvoeringsprogramma Cultuur beschreven ambities van de provincie.
De afgelopen weken heeft de Adviescommissie Kunsten zich gebogen over de aanvragen op
paragraaf 1 en 2 van de Subsidieregeling Hedendaagse Cultuur. Op paragraaf 1, die zich
vooral richt op instellingen met nationale betekenis, werden 33 aanvragen voor een totaalbedrag
van 20 mln ingediend. Op paragraaf 2, die zich richt op instellingen die landelijk nog niet op
meerjarige ondersteuning kunnen rekenen, maar regionaal wel degelijk een belangrijke rol spelen,
werden 27 aanvragen ingediend voor een totaalbedrag van 11 mln.
Gezien de plafonds in de regeling (€12,9 mln in paragraaf 1 en €4,5 mln in paragraaf 2) vraagt
dat een stevige selectie op basis van de verdeelcriteria.
De verdeelcriteria
De beoordelingscriteria die in de regeling werden gedefinieerd, hebben betrekking op de
bijdrage aan de culturele infrastructuur van Brabant (te beoordelen met maximaal twintig punten),
de artistiek-inhoudelijke kwaliteit, de zakelijke professionaliteit en de publiekstrategie (ieder
maximaal tien punten).
De Adviescommissie wil benadrukken dat bij de beoordeling van de aanvragen uitsluitend deze
door de provincie gestelde criteria zijn gehanteerd. In paragraaf 1 was de honorering door het
rijk wel een belangrijk aanvullende criterium. Maar de beoordelingen die het rijk, de fondsen of
gemeentes hanteren bij het al dan niet toekennen van aanvragen, zijn niet inhoudelijk gevolgd in
de adviezen. De Adviescommissie heeft daarop haar eigen afwegingen gemaakt.
Voor het criterium van de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur hanteerde de
Adviescommissie 15 punten als goed. Alleen voor echte excellentie op dat terrein, bijvoorbeeld
door betrokkenheid bij talenthubs, werkplaatsen of andere samenwerkingsverbanden of
bijzondere niche posities, kende de Adviescommissie dan nog maximaal vijf extra punten toe.
Opvallend is dat veel aanvragers goed scoren op die inbedding. Binnen de culturele infrastructuur
van Brabant is veel samenwerking, overleg en afstemming. Dat zien we terug in
Oktober 2016
2/114
gemeenschappelijke belangenbehartigers als ‘De Kunst van Brabant’, ‘Bigger than Brabant’, de
samenwerkende werkplaatsen en dergelijke.
Op het criterium van publiekstrategie en de daarmee samenhangende zichtbaarheid is de
Adviescommissie kritischer. Publiekstrategie wordt nu door beleidsmakers nog vaak vooral gezien
als het vergroten van publieksbereik en het verhogen van publieksinkomsten, terwijl er ook veel te
zeggen valt voor langduriger en intensiever bezoek, grotere betrokkenheid en
verantwoordelijkheid van het publiek en publieksdiversiteit. De Adviescommissie was blij dat de
provincie wel die bewegingsvrijheid bood in de interpretatie van het criterium, maar zag in de
meeste aanvragen nog veel ruimte voor verbetering. Dat hangt ook samen met de verdere
zakelijke professionalisering van de sector.
De Adviescommissie was, mede in het licht van de gevolgen van de bezuinigingen, voorbereid op
aanvragen waarbij de kwetsbaarheid van de organisaties een belangrijke rol zou spelen. Dat
beeld werd bevestigd: veel instellingen (zelfs de grote) hebben minder dan 2 fte in vaste dienst, en
relatief beperkte budgetten voor inhuur, communicatie et cetera. Terwijl juist in dat laatste, de
communicatie, een belangrijke sleutel zit voor een succesvolle publieksstrategie. Daar staat
tegenover dat steeds meer instellingen een brede financieringsmix vinden en elkaar opzoeken
voor het delen van bepaalde back-office zaken.
Hoewel de artistiek inhoudelijke keuzes bij de meeste aanvragers wel op orde zijn, weet niet
iedereen dat te onderbouwen vanuit een visie of goed verhaal. Sommige andere instellingen
hebben een te eenzijdige benadering, zijn nog zoekend naar hun identiteit of bevinden zich
dusdanig in een niche dat de instelling zich in een isolement manoeuvreert.
Honorering
Over het algemeen is de commissie tevreden over het advies dat nu voorligt. Er is een
representatieve lijst met positief beoordeelde aanvragen met beduidend meer toekenningen dan
vier jaar geleden.
De kritische grens voor het wel of niet kunnen toekennen van een aanvraag, gezien de plafonds,
bleek rond de veertig punten te liggen. Daardoor zijn er instellingen die op bijna alle criteria goed
scoren en desondanks vanwege de hoogte van de subsidieplafonds niet kunnen worden
gehonoreerd.
Extra lastig te beoordelen waren de aanvragen van Het Zuidelijk Toneel en Opera Zuid omdat het
rijk die onder voorbehoud heeft gehonoreerd. Het positieve besluit van de minister veranderde het
oordeel van de Raad voor Cultuur van een ‘nee, mits‘ in principe in een ‘ja, tenzij’. De minister
heeft die aanvragen dus voorlopig wel gehonoreerd, maar onder opschortende voorwaarden.
De Adviescommissie Kunsten van de provincie volgt daarin de minister en adviseert een
soortgelijke aanpak. In de regeling werd die aanpak ook al voor aanvragen die nog door het
Mondriaan Fonds moeten worden beoordeeld, voorgesteld. Overigens adviseert de
Adviescommissie op basis van de positieve beoordeling van Onomatopee en Het Zuidelijk Toneel
bij hen de opschortende voorwaarde achterwege te laten.
Een echte uitzonderingspositie neemt de philharmonie zuidnederland in die nu buiten het oordeel
van de Adviescommissie valt, terwijl wel met enige regelmaat een beroep wordt gedaan op de
expertise binnen de commissie om de ontwikkelingen bij het orkest in ogenschouw te nemen. De
Adviescommissie is van mening dat die uitzonderingspositie niet wordt gerechtvaardigd door de
positie die het orkest historisch in het veld van kunst en cultuur inneemt. Het orkest wordt zo een
buitencategorie instelling die aanspraak maakt op verworvenheden die het belang van andere
organisaties – en niet alleen binnen de sector muziek – tekort doen. De Adviescommissie maakt
bezwaar tegen de figuur waarbij philharmonie zuidnederland zich kan onttrekken aan een
Oktober 2016
3/114
onafhankelijke kwaliteitsbeoordeling, te meer daar de financiering van het orkest een
miljoenensubsidie betreft.
Een en ander hangt samen met de verzwakkende positie van de discipline muziek in de culturele
infrastructuur in Brabant doordat de aanvragen voor provinciale financiering van de festivals
Storioni en Incubate niet kunnen worden gehonoreerd. Dat, in combinatie met het verdwijnen van
de functie voor talent in de muziek, die Muzieklab Brabant eerder vervulde, vind de
Adviescommissie zorgelijk voor de infrastructuur in de muzieksector. De Adviescommissie spreekt
de hoop uit dat via de Talenthubs de aanwas in de muzieksector zich in de nabije toekomst kan
herstellen.
Maar naast de uitkomsten van de beoordeling, zijn er andere dingen die ons zijn opgevallen.
Zowel in de aanvragen, als in het proces en de context. Wij vinden het belangrijk u die, met het
oog op de toekomst, mee te geven.
Een ambivalente rol
De Adviescommissie Kunsten beziet haar positie met enige ambivalentie. In de subsidieregeling
wordt meer aangesloten bij de beoordeling van het rijk of de rijksfondsen. Dat leidt ertoe dat
aanvragers die nu juist exclusief van belang zijn voor de provincie dan nauwelijks nog voor
financiering in aanmerking komen. Door het belang dat gehecht wordt aan landelijke honorering
en de hoogte van de provinciale subsidieplafonds vallen juist instellingen met vooral regionale
betekenis buiten de boot. Het heeft ook tot gevolg dat er voor de adviescommissie weinig echte
beoordelingsruimte over blijft gezien de hoogte van de subsidieplafonds. Daarom is de
Adviescommissie tegen het klakkeloos volgens van de landelijke honorering, omdat het
noodzakelijke regionale keuzes vrijwel onmogelijk maakt. Dat de provincie daar wel belang aan
hecht blijkt uit de grotere inzet die van de Adviescommissie wordt gevraagd op het gebied van
visitatie-, monitor- en voortgangsgesprekken, overleg en uitwisseling met het veld, deelname aan
discussies en expertmeetings, bezoeken aan voorstellingen, tentoonstellingen, concerten,
uitvoeringen en dergelijke.
De nieuwe regeling had de intentie meer samenhang te brengen, een betere aansluiting bij het rijk
te realiseren en dubbel werk te voorkomen. De Brabantse instellingen werden tegelijkertijd
gestimuleerd hun zichtbaarheid in de regio aan de orde te stellen naast hun betekenis voor het
landelijke bestel. Dat heeft geleid tot toezeggingen vooraf in de vorm van ‘matching’. Daarmee is
aan de Brabantse instellingen een goede uitgangspositie voor de landelijke beoordeling
meegegeven. Dat is in veel aanvragen terug te zien, en het heeft tot een behoorlijke toename aan
honoreringen geleid in vergelijking met de voorafgaande periode. Zeker na Prinsjesdag, toen de
minister aanvullende middelen ter beschikking stelde voor met name de festivals, heeft dat gunstige
effecten gehad. Het heeft echter ook gezorgd voor een regeling waarin veel van tevoren vast ligt
en een grotere afhankelijkheid van keuzes van de landelijke commissies een gevolg is. Meer
regioprofiel in de toekomst vraagt juist om een betere afweging in de provincie. Dat moet
volgende keer meer centraal staan. Relatieve autonomie van de Adviescommissie moet behouden
blijven om gerichte keuzes voor de provincie te kunnen maken. In de huidige situatie gaat het
weliswaar niet om grote afwijkingen in de besluitvorming landelijk of provinciaal, maar juist op de
zaaglijn maken autonome keuzes door de provincie en onafhankelijkheid van keuzes door het rijk,
het verschil.
Samenhang
De Adviescommissie Kunsten wijst op de andere instrumenten die de provincie hanteert ter
concretisering van haar beleid uit het Uitvoeringsprogramma Cultuur naast de meerjarige
ondersteuning. Er moet voor worden gewaakt dat er een te versnipperd beleid ontstaat en dat
Oktober 2016
4/114
alleen doorgewinterde doorgronders van het opgeknipte financieringsbeleid voor kunst en cultuur
het leeuwendeel krijgt toebedeeld. De Adviescommissie pleit ervoor om die, elkaar aanvullende
mogelijkheden vooral integraal te bezien om tot afgewogen oordelen te komen.
Verder adviseren we om de relatie tussen de structurele vierjarige subsidie, de Impulsgelden en het
fonds Brabant C ook in samenhang te bezien en daarbij tevens het beleid voor kunsteducatie en
erfgoed te betrekken. Zo zou de Adviescommissie GS willen adviseren de mogelijkheden te
verkennen om een gezelschap als Cappella Pratensis (dat met een specifiek onderdeel van oude
muziek op hoog, internationaal niveau actief is) binnen de discipline Erfgoed – als onderdeel van
het religieuze verhaal van Brabant - te honoreren.
Voor het nog te ontwikkelen instrumentarium van de Talenthubs is de samenstelling van de
basisinfrastructuur van groot belang. Om daarbinnen goed te functioneren is het noodzakelijk dat
binnen de infrastructuur voldoende organisaties per kunstsector actief zijn. Dat geldt niet of
nauwelijks voor film en audiovisuele technieken, de eerder aangehaalde muziekinfrastructuur en
ook de discipline literatuur heeft nog weinig armslag. In die sectoren hebben de Talenthubs
daardoor een zware taak te verrichten.
Omdat het nu, op basis van de ingediende begrotingen vaak niet afleesbaar/herleidbaar is welke
inzet de gehonoreerde instellingen in hun plannen reserveren voor deelname aan de Talenthubs,
adviseert de Adviescommissie van alle partijen in de basisinfrastructuur een serieuze bijdrage te
vragen aan de totstandkoming en uitvoering van dat beleid. In de visitatiegesprekken zal specifiek
aandacht zijn voor hetgeen vanuit de reguliere bijdrage kan worden verwacht.
Voor een goede afstemming van die reguliere taak en de Talenthubs is het belangrijk tot een
uitwisseling tussen de betreffende Adviescommissies te komen.
In de wisselwerking tussen het beleid van het rijk, de provincie en de gemeentes is het nog niet tot
echte regioafstemming over honorering van subsidieaanvragen gekomen. Er zitten nog te veel
verschillen in type regelingen die fondsen en overheden hanteren. Ook rijksfondsen onderling
hanteren nog verschillende methodieken. Volledige afstemming tussen alle subsidiërende partijen is
voorlopig een illusie. Met gemeentes die zijn overgestapt naar een meerjarig systeem is al wel
betere afstemming mogelijk. De afstemming van het beleid en instrumentarium van de partners in
BrabantStad en die van de provincie is met het oog op een sterk regioprofiel van groot belang.
Disciplines die aandacht vragen
De Adviescommissie Kunsten constateert dat de visuele kunsten nu meteen goed zijn
vertegenwoordigd in de basisinfrastructuur. Bij die betreffende organisaties ligt de
verantwoordelijkheid om hun rol goed te vervullen en om andere spelers in hun sector daarin mee
te nemen en te steunen. De samenwerking tussen het beeldende kunst- en vormgevingsonderwijs,
werkplaatsen, presentatie-instellingen en talentbegeleiders en -ontwikkelaars kan daardoor worden
bevorderd.
Aangezien de Visuele Kunsten een behoorlijk aantal grote, hoogwaardige spelers kent – we
noemen het TextielLab, EKWC, de Dutch Design Week, BredaPhoto, Mu, STRP, Playgrounds –
nemen die een flink deel van de beschikbare middelen voor hun rekening. Het subsidieplafond is
van dien aard dat kleinere organisaties die vooral ook regionaal van betekenis zijn daardoor niet
of nauwelijks in aanmerking komen voor financiële ondersteuning door de provincie. De
Adviescommissie betreurt dat. Een aantal van die kleinere organisatie scoort relatief hoog in de
beoordelingen en de Adviescommissie zou hen bij een ruimer budget graag hebben gehonoreerd.
De commissie maakt zich zorgen over de positie van de dans in Brabant. Een aantal al langer
bestaande gezelschappen vertoont op meerdere onderdelen stagnatie en krijgt geen positief
advies. Nieuwkomers met een vertrouwenwekkende organisatiestructuur zijn er niet of nauwelijks.
De overkoepelende instelling DansBrabant verricht goed werk, maar is nog niet lang genoeg
Oktober 2016
5/114
actief om al de vruchten te plukken van het ingezette beleid. Jong dans- en choreografietalent
neemt snel de toevlucht tot voorzieningen elders in Nederland of het buitenland. Podia beperken
de programmering van dans ten gunste van andere theaterdisciplines die meer publiek trekken. De
dans moet de tijd en de kans krijgen om zich weer een betere positie te verwerven. Nieuwe
dansinitiatieven die zich in de komende beleidsperiode aandienen zouden wellicht met speciale
projectfinanciering kunnen worden gestimuleerd zich verder te ontwikkelen.
Zoals eerder opgemerkt geldt soortgelijke zorg ook de sector muziek waar het evenwicht tussen
de honorering van philharmonie zuidnederland en de beperkte mogelijkheden van honorering van
andere instellingen volledig zoek is.
Paragraaf 3
Op 18 oktober hebben GS de eerste wijzigingsregeling op de Subsidieregeling Hedendaagse
Cultuur vastgesteld, met daarin een derde paragraaf voor meerjarige ondersteuning van starters in
de professionele kunsten.
Wij denken dat de provincie er goed aan heeft gedaan niet iedereen de kans te geven een
aanvraag in te dienen op paragraaf 3. Het budget daarvoor is zo beperkt en het belang van
aanwas en doorstroom zo groot, dat ‘jonge’ organisaties ook echt een kans moeten krijgen.
Opvallend is dat in de subsidieparagraaf 2 ook een flink aantal ‘jonge aanvragers’ door de
commissie positief wordt gewaardeerd, maar dat ze door het subsidieplafond niet kunnen worden
gehonoreerd. Wij adviseren hen te herkansen in subsidieparagraaf 3 voor zover ze aan de
criteria voldoen. Ook andere organisaties die niet eerder een subsidieaanvraag hebben ingediend
en nog geen acht jaar bestaan, kunnen van die mogelijkheid gebruik maken.
Tot slot
Als laatste wil de Adviescommissie opmerken dat in Brabant de bijdrage van de gemeentes aan
de kunst en cultuur ver achterblijft bij het landelijk gemiddelde. Hier en daar zien we zelfs dat
culturele instellingen door hun gemeentes worden gestraft voor succesvol ondernemerschap. Dat
kan en mag de bedoeling niet zijn. Nu zowel het rijk als de provincie na vier magere jaren, zij het
nog bescheiden, weer extra middelen uittrekken voor kunst en cultuur, moeten ook de gemeentes
daarbij aansluiten. Pas dan kan echt een begin worden gemaakt met het herstel van wat in de
achter ons liggende jaren is teloorgegaan.
Oktober 2016
6/114
Paragraaf 1: 33 adviezen
Oktober 2016
7/114
Afslag Eindhoven
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Afslag Eindhoven is een theatergezelschap dat vanuit haar standplaats Eindhoven aan de hand
van maatschappelijk relevante thema’s werkt aan voorstellingen op locatie.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de positieve beoordeling van de aanvraag bij het
Fonds Podiumkunsten.
De Adviescommissie waardeert de bijdrage van Afslag Eindhoven aan de Brabantse culturele
infrastructuur als ruim voldoende. Afslag Eindhoven is een klein Eindhovens gezelschap met een
sterke focus op de regio. Afslag Eindhoven is een van de weinige locatietheatergezelschappen in
Brabant. De thematiek is maatschappelijk relevant en de locatie en vorm sluiten aan bij de
behandelde problematiek.
Afslag Eindhoven heeft naast haar productionele functie geen hele brede of speciale functie in de
keten. Wel werken ze samen met Fontys en gaan zij een intensievere samenwerking aan met het
Parktheater Eindhoven. Verder worden samenwerkingsverbanden vooral gezocht op basis van de
thematiek met maatschappelijke partners. Afslag Eindhoven is niet heel breed bekend of zichtbaar,
dit hangt waarschijnlijk samen met de variatie in thematiek, locatie en daarmee publieksgroepen.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke visie met een voldoende op basis van de
sterke visie en oorspronkelijkheid. Het ontbreekt Afslag Eindhoven niet aan ideeën; deze zijn
doorgaans sterk en worden gevoed door een maatschappelijke urgentie. Afslag Eindhoven wil het
theater in de samenleving brengen en hierdoor op de juiste plekken relevante vragen laten
ontstaan over maatschappelijk relevante onderwerpen. Door deze sterke thematiek en het intensief
toetsen van het onderwerp bij de relevante bevolkingsgroepen ontstaat een grote
oorspronkelijkheid.
De artistieke uitvoering is in de ogen van de Adviescommissie echter niet altijd optimaal. De
artistieke keuzes die worden gemaakt zijn vaak te eenduidig, waardoor er geen gelaagdheid
ontstaat. Dit gebrek is soms te wijten aan de tekst, soms aan de dramaturgie en soms aan de
regie. De Adviescommissie vindt het jammer dat in het begeleidende schrijven, waarin wordt
ingegaan op het advies van FPK, niet wordt ingegaan op dit, ook door het FPK aangehaalde,
aspect.
De Adviescommissie uit haar twijfels over het voornemen om meer aan de hand van
boekbewerkingen te gaan werken. De kracht van Afslag Eindhoven ligt juist in het presenteren van
actuele maatschappelijke vraagstukken. Daarop doorpakken en investeren in het vakmanschap
om die thema’s treffender uit te werken, lijkt de commissie een betere strategie.
De zakelijke professionaliteit beoordeelt de Adviescommissie als voldoende. Afslag Eindhoven is
een kleine, maar stabiele organisatie, hoewel er weinig armslag is.
Oktober 2016
8/114
De begroting is bescheiden door de lage personeelskosten. Om een stevige financiële basis te
verkrijgen gaat Afslag Eindhoven bewust op zoek naar meer kapitaalkrachtige partners. Dit is
gelukt in het project Groot Wild, wat getuigt van goed ondernemerschap.
De visie die Afslag Eindhoven ontwikkelt aan de hand van het model ‘ the cycle’ waarin ‘de
familie’ en de later genoemde ‘aandeelhouders’ de financiële basis substantieel zullen versterken
is ideologisch mooi, maar twijfelachtig of daar veel extra geld mee te generen is.
Ook de veronderstelling dat het Mondriaan Fonds en Brabant C op basis van in het verleden
gehonoreerde projecten opnieuw zal steunen, is niet sterk.
Daarentegen is Afslag Eindhoven uitermate realistisch in het beschrijven van de andere financiële
risico’s die zij lopen.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie met een voldoende vanwege de grote
diversiteit aan bezoekers, en het vermogen een publiek met weinig theaterervaring te trekken. In
de aanvraag wordt echter zeer beperkt aandacht besteed aan de publieksstrategie. De ervaring
leert dat Afslag Eindhoven een breed publiek trekt, vaak gerelateerd aan de thematiek. Afslag
Eindhoven geeft aan meer te willen investeren om een grotere ‘familie’ om zich heen te krijgen,
maar geeft niet aan hoe. Het is de vraag wat een mogelijke verandering in artistieke keuzes,
bijvoorbeeld met boekbewerkingen, voor gevolgen heeft op de publieksbinding.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren, voor zover de definitieve ranking dat
uitwijst.
Oktober 2016
9/114
Ambiance Tracks
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Ambiance Tracks is het componistenduo Strijbos en Van Rijswijk (S&VR). Het duo kenmerkt zich
door de ontwikkeling van nieuwe podia en locatiespecifieke voorstellingen voor electroakoestische muziek waarbij het publiek actief betrokken wordt.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de positieve beoordeling en gedeeltelijke
honorering van de aanvraag bij het Fonds Podiumkunsten.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage van Ambiance Tracks aan de culturele infrastructuur
als zeer goed. Ambiance Tracks legt tal van relaties met relevante andere Brabantse partijen,
zoals Panama Pictures, Zuidelijk Toneel, Incubate, Cappella Brabant), ook buiten het kunstenveld.
Zij zijn daarnaast ambassadeurs voor de provincie in binnen- en buitenland.
Artistiek-inhoudelijk vindt de Adviescommissie de kwaliteit van S&VR goed. Dit betreft ook de visie.
S&VR hebben een ongewijzigd realistische blik op hun werk, en zijn in staat om met enkele
heldere statements hun werkwijze weer te geven: “Het scheppen van nieuwe muzikale ruimtes
door het transformeren van bestaande”. Het werk opereert op het snijvlak van nieuw
gecomponeerde muziek, beeldende kunst, design en omgevingskunst. Met deze blik lopen S&VR
nog immer vooruit op veel bestaande ontwikkelingen binnen de muzieksector.
S&VR hebben bovendien een zeer authentieke, oorspronkelijke stijl die met name herkenbaar is
aan heldere, simpele maar uiterst intelligente concepten. De Adviescommissie vindt hun werk vaak
vernieuwend als kruispunt van klank, visuele kunst, omgeving en een actieve rol van de
toeschouwer en/of luisteraar.
S&VR combineren de precisie van beeldend kunstenaars met de impact van belevingskunst. Hun
werk getuigt van vakmanschap: het is zorgvuldig bedacht en gemaakt waarbij het eindresultaat
vaak zowel een beeldende als auditieve component heeft. De muziek is ambachtelijk en elegant,
maar in de ogen van de Adviescommissie soms weinig gelaagd en niet zo spannend. De
Adviescommissie vindt hun autonoom werk (in de zin van: ‘niet bedoeld voor bij een theater- of
dansvoorstelling’) sterker dan het werk in samenspraak met andere makers.
Het werk van S&VR is sterk gericht op publieksbeleving en heeft grote zeggingskracht. Niet zelden
wordt de toeschouwer een actieve rol toebedeeld. Gedacht vanuit de muziek is deze opvatting
redelijk uniek.
Hun werk is transparant, prikkelend en niet zelden maatschappelijk relevant.
De zakelijke professionaliteit van S&VR vindt de Adviescommissie zeer goed. S&VR werken binnen
een kleine organisatie waarin zij zelf alle overzicht houden. Gezien het specifieke karakter van
hun werk is het van belang dat zij zelf volledig in controle zijn van alle aspecten van hun
bedrijfsvoering.
Oktober 2016
10/114
De aanvraag is zakelijk, realistisch en professioneel. Uit de aanvraag maakt de Adviescommissie
op dat de organisatie financieel gezond is. S&VR weten uitstekend aan opdrachten te komen en
genereren daarmee een stevige omzet die de omvang van subsidies makkelijk overschrijdt.
Aandachtspunt voor de Adviescommissie is of deze kleine organisatie met nog meer activiteiten het
werk aan blijft kunnen.
De publieksstrategie beoordeelt de Adviescommissie als goed. Doordat veel werk in opdracht is,
laten S&RV de verantwoordelijkheid voor de publieksstrategie doorgaans bij de coproducerende
partij. De Adviescommissie mist in de aanvraag zelfstandige initiatieven van S&RV op dit vlak. Wel
zijn zij zich bewust van het belang van publiek: het is integraal onderdeel van hun werk om het
publiek te betrekken.
De gepresenteerde publiekscijfers zijn indrukwekkend, met name vanwege een enorme
hoeveelheid buitenlandse bezoeken, onder meer gerealiseerd met de app ‘Walk with me’.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgesteld subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te honoreren.
Oktober 2016
11/114
Theater Artemis
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Theater Artemis maakt en speelt voorstellingen voor een publiek van vele leeftijden, maar is er in
de eerste plaats voor kinderen en jongeren.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij de BIS van
OCW.
De Adviescommissie is van mening dat de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur
uitstekend is. Het belang van Artemis als jeugdtheatergezelschap in de BIS kan onmogelijk
onderschat worden. De groep loopt voorop in de landelijke ontwikkelingen en neemt op fraaie
wijze risico. Binnen Brabant is Artemis een stabiele peiler die vele samenwerkingsverbanden
onderhoudt. Lokaal, provinciaal en landelijk.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als goed. Artistiek leider Jetse
Batelaan is een eigenzinnige regisseur die ontregelend en risicovol theater maakt dat ook vaak
anarchistisch genoemd wordt. Terecht zoals ook weer blijkt uit de reacties op hun laatste productie
‘Hoe de grote mensen weggingen en wat er daarna gebeurde’. Niet alle voorstellingen zijn even
sterk, maar dat mag gezien de basisattitude waarin risico uitgangspunt is, geen verbazing
wekken. Het vernieuwende karakter van Batelaans werk en diens uitgesproken wens om voor een
groot publiek te werken zijn van eminent belang. Jetse Batelaan maakt antitheater, is een dwarse
denker met hoogst originele ideeën. In zijn jeugdvoorstellingen speelt hij graag met begrippen als
gezag en autoriteit. Hij vindt het leuk om het theater zelf ter discussie te stellen en voelt sympathie
voor kinderen die niet naar het theater willen. Daar wil hij voorstellingen voor maken. Batelaan wil
dat de spelers niet gestoord worden door reacties van het publiek, maar gevoed. Dat kan op
scholen wel eens lastig zijn, maar dan is hij in zijn element. Kortom: de aanvraag is helder,
eigenwijs en realistisch.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als goed. Het gezelschap vaart een
stabiele koers en behaalt goede resultaten. Zeer recent is zakelijk leider Maurice Dujardin – die
directeur werd van De Nieuwe Vorst in Tilburg – vervangen door Marieke Simons. Artemis heeft
een goed geoutilleerde, kleine organisatie met een eigen huis waarin zowel gerepeteerd als
gespeeld kan worden.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als ruim voldoende. In de aanvraag is dit wat
summier en niet zo sterk uitgewerkt. Publiek werven voor jeugdtheater is complex, omdat je niet
kunt opbouwen met een publiek dat telkens verandert. Het is dan ook logisch dat Artemis hierin
vooral leunt op de contacten met onderwijs en theaters die voor hen een onmisbare intermediair
vormen met het publiek.
Oktober 2016
12/114
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te honoreren.
Oktober 2016
13/114
Axesjazzpower
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Axesjazzpower richt zich als podium op de presentatie van nieuwe avontuurlijke muziek.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat niet wordt voldaan aan het in Artikel 1.6 lid 2 beschreven
vereiste dat een aanvraag dient te zijn ingediend bij een van de genoemde regelingen.
Op basis van deze constatering adviseert de Adviescommissie Kunsten de aanvraag niet verder in
behandeling te nemen en af te wijzen.
Oktober 2016
14/114
Baltan
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Baltan doet onderzoek op het snijvlak van wetenschappelijke, technologische en artistieke
ontwikkelingen om daarmee bij te dragen aan oplossingen voor actuele maatschappelijke
vraagstukken.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de afwijzing van de aanvraag bij het
Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.
De Adviescommissie beoordeelt de inbedding van Baltan in de Brabantse culturele infrastructuur
als ruim voldoende. Dit is gebaseerd op het feit dat Baltan gelokaliseerd is op Strijp-S. De
organisatie kijkt over de eigen grenzen heen en zoekt ook naar goede (internationale)
samenwerking in andere sectoren en gebieden. De relatie met het hoger kunstonderwijs en de
Technische Universiteit is goed en binnen de regio Eindhoven heeft Baltan een positie verworven,
wat ook wordt bewezen door aanwezigheid op de Dutch Design Week.
Baltan heeft samenwerkingen met Fontys, St. Lucas, Avans, Design Academy, TU, het Van
Abbemuseum, Holst Centre, het Vlaamse Arteconomy, Hivos, VPRO-Medialab en met
verschillende bedrijven. Strijp-S bevindt in het voormalige Natlab, wiens historische innovatieve
kenmerken ze voortzetten.
De artistiek-inhoudelijke kwaliteit van Baltan is goed. Baltan benadert onderwerpen vanuit diverse
perspectieven, is actueel gericht en zoekt naar gelaagde benaderingen en oplossingen. Aan de
hand van vaste programma’s zoals Age of Wonderland, Hack the Body, the Creative Community
Collider en Seeds realiseert Baltan een netwerk dat in beweging is. De kunstenaar/ontwerper is
altijd het uitgangspunt voor een kritische benadering van maatschappelijke problemen.
De zakelijke professionaliteit is ruim voldoende. Baltan is een kleine, actieve en gedreven
organisatie die een bescheiden begroting goed op orde heeft. De Adviescommissie ziet in de
aanvraag een reële inschatting op het verwerven van steun vanuit het bedrijfsleven. Ook in de
vorm van mecenaten wil Baltan meer middelen genereren, ze gaan daar in de toekomst extra op
inzetten.
De Adviescommissie waardeert de publieksstrategie van Baltan als goed. Deze is geënt op een
netwerkbenadering. Het communicatieplan richt zich niet op het grote publiek maar op de
partners; het verspreiden van de boodschap zien zij als een belangrijker uitgangspunt dan het
genereren van publieksinkomsten. Hoewel de Adviescommissie uit de aanvraag maar beperkt kan
opmaken hoe dit concreet wordt ingevuld, laten de ervaringen zien dat dit wel functioneert. Baltan
weet de juiste kanalen te vinden en weet het publiek te ‘pakken’.
Gelet op onderstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
15/114
Bio Arts Laboratories
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Bio Arts Laboratories combineert wetenschap, natuur, technologie en creativiteit ten behoeve van
de ontwikkeling van een biologisch duurzame samenleving. Experiment en ideeontwikkeling staan
voorop in de activiteiten die gericht zijn op maatschappelijke vraagstukken, innovatie en
ondernemerschap.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het
Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als
voldoende. Bio Arts Laboratories wil functioneren als ambassadeur voor de
kunstenaarsgemeenschap, het bedrijfsleven en de kennisregio die Brabant is. De Adviescommissie
is van mening dat dit meer geconcretiseerd kan worden en dat er nadrukkelijk samengewerkt kan
worden binnen het verband van regionale en landelijke kunstwerkplaatsen en andere bioinitiatieven. Bio Arts Laboratories is nog een jonge organisatie en kan in die zin nog stappen
zetten.
De artistiek-inhoudelijke kwaliteit is in de ogen van de Adviescommissie niet voldoende. Bio Arts
Laboratories richt zich artistiek-inhoudelijk op nieuwe materialen en nieuwe technieken waarmee
op een niet gekende manier producten en ontwerpen tot stand kunnen komen. De
Adviescommissie beoordeelt de artistieke kwaliteit als onvoldoende omdat zij graag zou zien dat
de organisatie een duidelijker stellingname aan de dag legt en meer heldere artistieke
selectiecriteria hanteert voor de keuze van jong talent waarmee in de vorm van residenties wordt
samengewerkt. Bio Art Laboratories beschikt over de nodige zeggingskracht, het elan en
aansprekende voorbeelden om wat dat betreft richting te geven aan de uitbreiding van de
mogelijkheden. De aandacht zou vooral uit moeten gaan naar de artistieke uitwerking van de
voorstellen die worden ingebracht.
De zakelijke professionaliteit is voldoende. Bio Art Laboratories is een nieuwe organisatie die
bewijst als geen ander te kunnen netwerken en die met overtuigingskracht andere partijen aan
zich weet te binden. De Adviescommissie ziet hierin voldoende kansen. Organisatorisch wordt
veel in modellen en algemene benaderingen gedacht die specifieker kunnen worden uitgewerkt.
De publieksstrategie wordt als niet voldoende beoordeeld. Ook hier geldt dat die veel specifieker
moet worden uitgewerkt. Hoewel er een apart communicatie- en marketingplan is geschreven, lijkt
dit in de ogen van de Adviescommissie een oefening voor de bühne. In concrete zin is het de
vraag hoe effectief de doelgroepenbenadering zal zijn.
Oktober 2016
16/114
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren voor zover de definitieve ranking dat
uitwijst. De Adviescommissie vraagt wel specifiek aandacht te geven aan de kritische
kanttekeningen.
Oktober 2016
17/114
Theaterfestival Boulevard
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Theaterfestival Boulevard is een jaarlijks terugkerend festival in ’s-Hertogenbosch met artistiek
hoogwaardige producties, theater en dans, van gelauwerde en jonge makers uit binnen- en
buitenland voor een breed publiek.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele sector als uitstekend.
Gezien de schaalgrootte, de impact en de samenwerking met alle Brabantse partijen die ertoe
doen was, is en blijft Boulevard een vlaggenschip van het Brabantse culturele veld. Boulevard
heeft veel verbindingen; binnen Brabant, landelijk en ook internationaal.
Dat laatste niveau wil Theaterfestival Boulevard graag versterken. De samenwerking met
Vlaanderen krijgt al een goede invulling. De Adviescommissie is van mening dat ook de
nagestreefde samenwerking met de Ruhr Triënnale een interessante keus is.
Met het nieuwe Joseph Kwartier is de mogelijkheid ontstaan voor een eigen productie- en
repetitieruimte, in samenwerking met Festival Cement. Boulevard wordt als speelplek, en nu ook
als ontwikkelingsplek, als belangrijke partner gezien binnen de talenthub Plan. De
Adviescommissie vindt het van belang dat Theaterfestival Boulevard een rol vervult voor andere
Brabantse instellingen. Die rol vervult Boulevard goed met brede programmering van Brabantse
gezelschappen. Dat er afgelopen editie geen samenwerking met November Music was, ziet de
commissie als een gemiste kans.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek inhoudelijke visie en keuzes als uitstekend. De kwaliteit
van voorstellingen op Boulevard blijft hoog in alle opzichten. Theaterfestival Boulevard verbindt op
een laagdrempelige manier hoogwaardige, eigentijdse podiumkunsten van gezelschappen en
makers met bewezen kwaliteit aan werk van een nieuwe generatie theatermakers uit binnen- en
buitenland. Dat doen ze door vakmanschap en zeggingskracht als voornaamste criteria te
gebruiken bij de selectie van makers, gezelschappen en hun producties.
Theaterfestival Boulevard hecht aan ontwikkeling en vernieuwing. Binnen de programmering ligt
de nadruk op het spelen op steeds wisselende locaties in en rond 's-Hertogenbosch. Speerpunt
binnen het beleid is om zo veel mogelijk meerjarige samenwerkingen met (en ondersteuning van)
zowel jonge als gerenommeerde theatermakers, choreografen, dansers, componisten en musici
aan te gaan, die hun toeschouwers letterlijk en figuurlijk in beweging brengen.
De onder de nieuwe directeur gekozen koers heeft een sterke start gekend. De 2016-editie had
zoals aangekondigd al meer internationale producties die ook goed bezocht zijn geweest. Milou
Rau/Campo, Miwa Matreyek en Lost Dog/Ben Duke zijn daar goede voorbeelden van. De keuze
voor openingsvoorstellingen van groepen als Marie Chouinard en de aankondiging van
samenwerking met Ruhr Triënnale getuigen van veel ambitie.
Oktober 2016
18/114
De Adviescommissie is verheugd dat ook de voorstellingen op het plein weer van hoge kwaliteit
waren.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als uitstekend. Als ondernemer heeft
het festival zich ruimschoots bewezen. Theaterfestival Boulevard wordt georganiseerd vanuit de
Stichting Bosse Nova. Het vaste kernteam wordt vanuit deze stichting geleverd. Daarnaast wordt
per editie gewerkt met zzp’ers en met gemiddeld ongeveer 250 vrijwilligers. Dat de nieuwe
directeur met haar team tot tweemaal toe asbestproblemen op cruciale festivallocaties vlak voor
de opening snel en adequaat wist op te lossen, is opnieuw een bewijs van enorme daadkracht.
Een aanvraag bij Brabant C, is gehonoreerd. De ambitie om grootser, internationaler te
programmeren krijgt hiermee nog meer een kans.
Het ondernemerschap is bovendien ook nog eens sterk gebleken uit het feit dat Boulevard
afgelopen vier jaar zonder subsidie van FPK moeiteloos het festival op peil wist te houden in
zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als uitstekend. De marketing en publiciteit van
Boulevard zijn uitstekend op orde. De publieksbenadering is zeer gedifferentieerd en wordt in de
tijd en programmering van de dag gezet, wat vanzelfsprekend zou mogen zijn, maar niet overal
gebeurt en zelden wordt omschreven in een aanvraag.
Dat de publieksstrategie op orde is, weerspiegelt zich in de bezoekcijfers die tamelijk stabiel zijn.
92 % van de bezoekers geeft aan het volgende jaar terug te komen en 60% zegt het festival aan
te bevelen bij vrienden en bekenden. Dit geeft aan dat de waardering van het publiek voor het
festival groot is.
De Adviescommissie is van mening dat de wijze waarop het publiek benaderd wordt bij de
Infobalie alles in zich heeft om de publieksstrategie te doen verwezenlijken. Een heel persoonlijke,
professionele en klantgerichte aanpak.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren.
Oktober 2016
19/114
Cappella Pratensis
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Cappella Pratensis is een koor dat zich specialiseert in polyfone muziek.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de afwijzing van de aanvraag bij Fonds
Podiumkunsten.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als goed.
Cappella Pratensis is gevestigd in ’s-Hertogenbosch en bezingt het Noord-Brabants en Vlaams
erfgoed. Alleen dat gegeven is al een reden voor een goede waardering. Daarnaast is Cappella
gevestigd in het Zwanenbroedershuis, dat in de 16e eeuw ook opdrachten gaf voor composities
en deze nu nog in bezit heeft.
Cappella Pratensis is goed ingebed in Noord-Brabant, met samenwerkingen met Paul van
Kemenade, De Stilte, amateurkoren en veel vakonderwijs. Het afgelopen jaar is in het kader van
diverse jubilea een grote verbreding van het aantal samenwerkingspartners binnen het netwerk tot
stand gekomen. Gezien de geïsoleerde nichepositie bestrijkt het bereik van Cappella ver buiten
Brabant, en zijn zij ook internationaal gewaardeerd.
De Adviescommissie acht Cappella Pratensis van relevante waarde voor het Verhaal van Brabant
met betrekking tot het religieus erfgoed in de 16e eeuw.
De Adviescommissie is van mening dat de plannen artistiek-inhoudelijk goed in elkaar zitten en
kloppen en waardeert het onderzoek naar de oude bronnen.
Mede door de keuze voor een zeer strikte uitvoering van de oude bronnen, ziet de
Adviescommissie weinig artistieke doorontwikkeling van het koor. Desalniettemin betreft het
repertoire van Cappella Pratensis artistiek gezien een geweldig muzikaal erfgoed van deze streek.
In die rol is het van groot belang, maar in de podiumkunstensector blijft het hiermee wel een echte
niche.
Cappella Pratensis kent een bescheiden maar werkende organisatie die de Adviescommissie als
voldoende beoordeelt op het gebied van zakelijke professionaliteit. Gezien de kleine organisatie
kent Cappella Pratensis een grote mate van efficiency en flexibiliteit. Het feit dat het bestuur ook
onbezoldigd werkt voor de organisatie (0,2 fte) duidt op een grote betrokkenheid van de
liefhebbers, maar tekent ook de kwetsbaarheid van de organisatie.
Cappella Pratensis probeert haar zangers ook meer zakelijke klussen te laten doen, dit lukt nog
maar beperkt. Gezien de nichefunctie blijft de afhankelijkheid van subsidienten relatief groot. De
Adviescommissie krijgt de indruk dat veel van wat beschreven staat, is toegeschreven naar de
regels van de subsidienten, dit geeft geen overtuigend beeld van een instelling met een autonome
drive tot professionaliteit.
Oktober 2016
20/114
De Adviescommissie vindt de paragraaf betreffende de publieksstrategie onvoldoende. Deze is
erg summier, algemeen en weinig ambitieus of overtuigend. Gezien de niche waarin Cappella
Pratensis opereert is de afzet en impact beperkt. Het is in dat kader jammer dat er geen
aansluiting bij Festival Oude Muziek is. Met de jubilea van het afgelopen jaar is een nieuw
publiek bereikt, maar Cappella Pratensis maakt hiervan in publieksstrategie geen gebruik. De
jubilea waren ‘toevalstreffers’ omdat het repertoire van Cappella hier vrij natuurlijk bij aansloot,
maar het is de vraag of Cappella die vergrote interesse kan vasthouden.
De Adviescommissie vindt de recente samenwerkingen met De Stilte en Paul van Kemenade
interessante pogingen om een ander publiek te bereiken, maar is van mening dat deze niet heel
natuurlijk aanvoelen. Andere verbindingen, mogelijk buiten de podiumkunsten, bijvoorbeeld met
schilderkunst uit die tijd, zouden mogelijk tot een meer passende samenwerking kunnen leiden.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
21/114
Club Solo
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Club Solo is een presentatie-instelling voor beeldende kunst in Breda die zich richt op het maken
van solotentoonstellingen met vooral mid-career kunstenaars van wie de actieve atelier-praktijk
minder zichtbaar is geworden.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het Mondriaan
Fonds.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is goed. De commissie is van mening dat
Club Solo in Brabant een betekenisvolle aanvulling is op de bestaande presentatie-instellingen en
kunstenaarsinitiatieven. Sinds het wegvallen van Lokaal 01 in Breda, dat ooit landelijk een sterke
positie innam, heeft Club Solo in de ontstane leemte voorzien met een opvallende invalshoek en
een specifieke invulling van het tentoonstellingsprogramma. Club Solo heeft een goede aansluiting
met het hoger kunstonderwijs, met een aantal musea waarmee inhoudelijk wordt samengewerkt en
met het kunstenveld.
Artistiek-inhoudelijk is het programma goed. Club Solo startte met een sterk concept dat meteen
goed werd ontvangen door het Mondriaan Fonds en met meerjarige subsidie werd gehonoreerd.
Die waardering is nu gecontinueerd. Zowel stedelijk, regionaal als landelijk is het programma van
Club Solo een waardevolle toevoeging aan het bestaande aanbod. Met name het clubaspect
wordt door de Adviescommissie gewaardeerd. Club Solo heeft door middel van lezingen,
presentaties met onder anderen studenten, op overtuigende wijze een community in Breda aan
zich weten te binden. De keuze voor de mid-career kunstenaars is niet altijd even helder
gemotiveerd en de vraag waarom bepaalde kunstenaars min of meer ‘van de radar zijn
verdwenen’ wordt soms onvoldoende aan de orde gesteld. Het aan de orde stellen van het
volledige oeuvre van een kunstenaar als reactie op het veelal projectmatige karakter van
hedendaagse kunstpresentaties is onderscheidend, maar kan verder uitgediept worden. Club Solo
werkt met een spannend gegeven dat het nodige discours teweegbrengt en kan daarmee het
debat meer op het scherp van de snede voeren dan tot nu toe wordt gedaan.
De zakelijke professionaliteit is goed. De financiële organisatie van Club Solo is bescheiden en
realistisch. Het belang van de maker staat altijd centraal. De connectie met de musea waarmee
wordt samengewerkt draagt bij aan de structuur en de continuïteit van de organisatie. Onder de
naam Hotel Solo worden samenwerkingen en diverse dwarsverbanden met partijen van buitenaf
georganiseerd. Door middel van lidmaatschap voor bezoekers, verkoop van publicaties en
multiples wordt er financiering gegenereerd.
De publieksstrategie is ruim voldoende. Naar het oordeel van de Adviescommissie kan Club Solo
een meer zichtbare positie verwerven in het veld, ook landelijk. Het gaat daarbij om het
Oktober 2016
22/114
positioneren van de kunstenaars met wie wordt gewerkt. De potentie van het publieksbereik is
groter dan nu wordt gerealiseerd. Club Solo kan het onderscheidende gehalte van het
programma wat dat betreft beter inzetten. De aanzetten daartoe zijn aanwezig.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te honoreren.
Oktober 2016
23/114
Cross-linx
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Cross-linx is een jaarlijks festival gericht op de ontmoeting van avant-gardepop en hedendaagse,
gecomponeerde muziek. Cross-linx opereert vanuit het Muziekgebouw in Eindhoven en
presenteert haar programma daar, in Amsterdam, Groningen en Rotterdam. Programmatisch ligt
het accent op de combinatie van indiepop en klassieke muziek.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
De Adviescommissie vindt dat Cross-linx een goede bijdrage levert aan de Brabantse culturele
infrastructuur. De programmering is onderscheidend ten opzichte van andere Brabantse festivals.
In Brabant worden 2.000 mensen bereikt (en vergelijkbare aantallen in de drie andere steden).
Het educatieprogramma bereikt zo’n 200 scholieren. Omdat er nauw contact is met Brabantse
talentontwikkelingsprogramma’s verschijnen er relatief veel regionale talenten in het programma.
Ook met andere Brabantse (muziek)partners is er een samenwerking. Ten aanzien van
audiovisuele kunst is er een samenwerkingsrelatie met het Van Abbemuseum. Daarbij merkt de
Adviescommissie op dat strikt gesproken Cross-linx een Brabantse organisatie is. Het
Muziekgebouw weet dat profiel goed te bewaken. Tegelijk is het een landelijk initiatief dat
rekenschap moet geven aan de belangen van de andere podia. Het feit dat het festival slechts een
kort moment in het jaar actief is, maakt haar impact beperkt. Internationaal timmert Cross-linx ook
aan de weg door samenwerking met zusterfestivals en -initiatieven in het buitenland.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. Cross-linx
bestaat al zo’n 15 jaar en de formule is in die periode weinig veranderd (behalve dat het goed
meebeweegt op de eisen van de tijd). Neoklassiek, art-pop, minimal: deze stijlen slaan een brug
tussen het meer populaire en het meer doorwrochte muzikale idioom; een combinatie die een
ruime publieke belangstelling geniet. Deze aanvraag accentueert de zoektocht van het festival
naar nieuwe presentatievormen en de aandacht voor de luisterervaring. Doordat een breed,
divers publiek wordt bereikt (laverend tussen high en low art) beschouwt de Adviescommissie het
festival als een belangrijk platform voor het vernieuwen en verrijken van het podiumkunstaanbod in
Brabant. Tegelijk merkt de Adviescommissie op dat de missie van de organisatie ook sterk is
gelieerd aan die van het Muziekgebouw. De ‘zoektocht’ naar nieuwe speelplekken is gelimiteerd
tot het Muziekgebouw. En na al die jaren is het ‘Music Mining’-concept wel wat sleets geworden.
Opdrachtcomposities en coproducties worden gerealiseerd vanuit een missie tot kruisbestuiving
tussen verschillende genres. Elk jaar wordt een aansprekende gastcurator bereid gevonden aan
het programma bij te dragen. De voorgestelde programma-accenten voor de komende jaren vindt
de Adviescommissie prikkelend en relevant. De muzikale kwaliteit is doorgaans goed; het
programma stemt overeen met de uitgangspunten en de visie van de organisatie en omvat
Oktober 2016
24/114
internationale en nationale toppers, landelijk en regionaal talent en interessante initiatieven en
coproducties binnen het geschetste artistieke profiel. Met bovenstaande uitgangspunten en
plannen lijkt het logisch Cross-linx te zien als een relevant en prikkelend initiatief. De beperkte duur
(vier dagen op vier podia in het land) en de organisatiestructuur (waarbij verschillende lokale
partners verschillende lokale belangen willen behartigen) doen enige afbreuk aan de impact die
het festival zou kúnnen hebben. Daarnaast is het gegeven dat alles zich afspeelt in het
Muziekgebouw een beperking in de missie om te zoeken naar nieuwe speelplekken en
luisterervaringen.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als goed. Cross-linx wordt in nauwe
samenwerking met vier zalen gerealiseerd die ook elk een substantiële bijdrage leveren. De eigen
inkomsten zijn op orde, de financieringsmix is dat ook. Er is een lage overhead omdat een groot
deel van de personeelskosten uit de middelen van de zalen wordt betaald. De sterke relatie met
het Muziekgebouw lijkt kansen te bieden, maar ook beperkingen.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als ruim voldoende. Cross-linx opereert tussen
verschillende doelgroepen in en doet dat sterk. De doelgroepen zijn niet sterk beschreven
(stedelijke studenten, oudere popfans). Het versterken van de band met bestaand publiek en het
blijven zoeken naar nieuwe geïnteresseerden zijn speerpunten.
Het verleiden van nieuw publiek is een belangrijke doelstelling die elk jaar ook wordt
gerealiseerd. De marketingaanpak is professioneel en wordt ondersteund door geregeld
publieksonderzoek.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren voor zover de definitieve ranking dat
uitwijst.
Oktober 2016
25/114
De Stilte
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
De Stilte is een jeugddansgezelschap. Doelstellingen zijn het in aanraking brengen van kinderen
met dans, de productie en presentatie van dansvoorstellingen voor kinderen, de ontwikkeling en
uitvoering danseducatie en de uitvoering en presentatie van talentontwikkelingsprogramma’s.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het FPK.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als
uitstekend. De Adviescommissie is van mening dat De Stilte een waardevolle, zeer goede bijdrage
levert aan het aanbod van professionele jeugddans in Brabant. Het gezelschap neemt in de
provincie een uitzonderlijke positie in.
De Stilte is stevig ingebed in Breda en Brabant en heeft een groot netwerk. Het vervult meerdere
rollen in de keten: leren, ontwikkelen, produceren, presenteren. Het heeft een doordachte en
stevige relatie met het onderwijs opgebouwd, vanaf 2017 vastgelegd in convenanten.
Van het aantal uitvoeringen (272) wordt er 55% in het zuiden uitgevoerd. Ook landelijk gezien
weet De Stilte een goede spreiding over de verschillende regio's te realiseren.
Samenwerking met Paul van Kemenade en Cappella Pratensis staat op de rol. Dit laat een
duidelijke beweging voorwaarts zien naar meer samenwerking met Brabantse partners.
Het gezelschap presenteert zijn werk in verschillende vormen: het speelt met name
schoolvoorstellingen, maar ook voorstellingen binnen het reguliere circuit en festivalvoorstellingen.
Dit draagt bij aan de diversiteit van het jeugdaanbod.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek inhoudelijke kwaliteit als goed. Het plan is
vooruitstrevend, innovatief en dynamisch. De activiteiten worden goed beschreven en
onderbouwd. De Stilte zoekt de dialoog op met andere partners, in binnen- en buitenland. De
visie is verankerd in het gezelschap en vertaalt zich naar het programma. Het vakmanschap van
artistiek leider Jack Timmermans staat wel vast door de ervaring en kennis die is opgebouwd. Het
gezelschap heeft met schoolvoorstellingen en educatieve activiteiten een grote expertise
opgebouwd. De kleinschalige manier waarop De Stilte de jeugdige doelgroep laat kennismaken
met moderne dans middels concepten als de '1-2tjes' is voorbeeldstellend.
Het werk van De Stilte kent een eigen signatuur waarin pure beweging als communicatiemiddel
centraal staat. Dit resulteert in voorstellingen die de jonge doelgroep van het gezelschap
aanspreken. Helder in vormgeving en gelaagd.
Soms blijft het bewegingsvocabulaire enigszins hangen in vertrouwde concepten. De Stilte blijft
echter zoeken naar een goede balans tussen de productie van nieuw werk en ruimte voor
verdieping en ontwikkeling.
In het kader van talentontwikkeling vraagt de Adviescommissie aandacht voor het aantrekken van
talent van buitenaf, om te voorkomen dat aan het programma vooral eigen mensen van de Stilte
Oktober 2016
26/114
deelnemen. De Adviescommissie adviseert meer ruimte te maken voor nieuwe inbreng en andere
visies, naast die van de artistiek leider.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als goed. Dit blijkt onder meer uit de
aanvraag die gedegen en samenhangend is. De Stilte investeert in personeel en ziet zichzelf als
een goede werkgever. Ervaren professionals van buitenaf worden ingehuurd om de organisatie
efficiënt te laten verlopen.
De Stilte heeft een financieel gezonde organisatie, gekenmerkt door een solide bedrijfsvoering en
een ondernemende houding. De begroting en financieringsmix ogen realistisch. In het plan
worden de prognoses iets voorzichtiger geschat dan de afgelopen jaren. De eigen inkomsten zijn
stabiel. De ambities voor publieksbereik en eigen inkomsten worden gedragen door een gedegen
marketingstrategie. Relaties worden voor langere tijd aangegaan.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als goed. Binnen het aanbod voor de jeugd
bespeelt het gezelschap een breed scala aan podia (van theaters tot buurtcentra), wat het werk
toegankelijk en zichtbaar maakt voor een groot publiek. Het publiek bestaat voornamelijk uit
kinderen uit het primaire onderwijs. De Stilte werkt samen met een extern marketingbureau en
heeft een goede kennis van de doelgroepen. Het gaat veel allianties en convenanten aan. Ook
hierin is De Stilte ambitieus.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren.
Oktober 2016
27/114
Festival Cement
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Festival Cement richt zich middels een jaarlijks festival in ’s-Hertogenbosch op de presentatie van
jong podiumkunsttalent.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
Festival Cement heeft een actieve en belangrijke rol in de Brabantse culturele infrastructuur, die de
commissie beoordeelt als zeer goed. Festival Cement is geworteld in Den Bosch en staat voor een
jaarlijks festival waarin jong theater-/danstalent wordt gepresenteerd. Het heeft een plek binnen
de keten amateur-opleiding-werkplaats-producent-presentatieplek en is genereus naar andere
aanbieders in het Brabantse culturele landschap, zoals Boulevard, Tilt, Playful Arts festival en
Festival Circolo. Festival Cement geeft jonge makers een podium en begeleidt hen meerdere jaren
op alle terreinen die nodig zijn om een plek te verwerven in de theater/danswereld. Het festival is
ook landelijk erkend en gewaardeerd als vakkundig scout van jong talent. Festival Cement is
oprichter van de Metselarij (zakelijk talent) en trekker van Plan (artistiek talent). Die taken vindt de
Adviescommissie ook passen bij de reguliere taak van Festival Cement. Festival Cement heeft met
Boulevard en Artemis de handen ineen geslagen om meer verbinding met de stad Den Bosch te
maken.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke visie als goed. Cement is met haar goede
artistiek-inhoudelijke visie een erkend scout van talent. Er wordt gescout op individuele
zeggingskracht en eigenheid. Festival Cement weet voor de vakgenoten en het cultuurliefhebbende publiek elk jaar een nieuwsgierigmakend festival neer te zetten.
Festival Cement is niet het enige festival in Nederland dat zich hier mee bezig houdt, maar wel het
enige in het zuiden van Nederland en in de verbinding met Vlaanderen. In die hoedanigheid is
Festival Cement een belangrijk platform voor jonge makers, choreografen en schrijvers; een
ontmoetingsplek voor professionals in de sector. De makelaars- en springplankfunctie van Cement
is van cruciaal belang. De artistieke kwaliteit van de getoonde voorstellingen beoordeelt de
commissie als wisselend, maar dat is inherent aan het doel van een dergelijk festival. De opzet van
het festival met een aantal vaste onderdelen heeft een prettig overzichtelijke structuur.
De commissie geeft de waardering goed voor de financiële situatie van Cement en voor de reële
plannen en begroting. Festival Cement heeft de stap naar Pand 18 durven zetten en hoopt
daarmee eigen inkomsten (onder andere uit horeca) te verwerven. Cement heeft in haar plannen
en begroting de gevraagde bijdrage van FPK gehandhaafd. De aanvraag geeft geen zicht op de
wijze waarop andere publieke fondsen geworven kunnen worden. De financiële positie en
eerdere slagkracht maken echter dat de Adviescommissie vertrouwen heeft in de oplossing. De
Oktober 2016
28/114
commissie is van mening dat met het volwassen worden van de organisatie de productionele
organisatie van het festival wel iets strakker mag.
De Adviescommissie vindt de publieksstrategie in de plannen voldoende, maar ziet hier wel zeker
ruimte voor verbetering. Hoewel Cement vooral een kleinschalig festival is voor insiders wordt het
vrij goed bezocht. De waardering in de pers is hoog. Cement geeft aan een meer cultuurminnend
publiek te willen binnenhalen, maar houdt in de aanvraag een tamelijk afgezaagd verhaal over
persona’s. Hoewel de commissie de ambitie om een breder publiek te bereiken waardeert, geeft
het plan nog geen overtuigend beeld of dat ook gaat lukken. Festival Cement heeft nu een
redelijke zaalbezetting, maar het is de vraag of de stijging in het aantal dagen ook het gewenste
extra publiek oplevert. Het presenteren van nieuwe makers verhoudt zich veelal moeilijk tot breed,
groot publieksbereik.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te honoreren, voor zover de definitieve
ranking dat uitwijst.
Oktober 2016
29/114
Festival Circolo
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Festival Circolo is een festival voor circustheater specifiek gemaakt voor de circustent in Het
Groene Woud. Het is een showcase en internationaal platform voor theater en
festivalprogrammeurs, en een podium voor jong talent.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
Circolo is zeer goed ingebed in de Brabantse culturele infrastructuur. De Adviescommissie is van
mening dat Festival Circolo een unieke positie inneemt binnen het culturele landschap van
Brabant, maar ook van Nederland. Het festival maakt onderdeel uit van de Kunst van Brabant,
werkt samen (als programmeur) met de Verkadefabriek en de Nieuwe Vorst. Het programmeert in
het eigen programma werk van Brabantse makers: Panama Pictures, HZT, T.r.a.s.h., DansBrabant.
Het festival heeft een directe lijn met Fontys hbo-circusopleiding en heeft een actief
educatieprogramma voor het PO en VO. Festival Circolo is op zoek naar het nieuwe circus dat
persoonlijk, nieuw, verrassend, experimenteel en van hoge kwaliteit is. Het festival kent een 2jaarlijks ritme, afwisselend geprogrammeerd met Rotterdam Circusstad. Maar Circolo onderscheidt
zich daarvan en van andere Europese circusfestivals, omdat het het enige festival is met focus op
voorstellingen in (rond of ¾ rond) circustenten.
De Adviescommissie vindt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit zoals die ook blijkt uit de aanvraag
ruim voldoende. De artistieke visie kan echter nog scherper. Festival Circolo heeft de ambitie om
tot de vijf beste circusfestivals ter wereld te behoren, door een groei in kwaliteit. Tot op heden
programmeerde Festival Circolo nog wat veel regulier circusprogramma, maar vanaf komende
editie wordt het coproducent van internationaal vermaarde gezelschappen voor voorstellingen die
bij Circolo in (wereld-)première gaan. Het programma noemt weinig Nederlandse groepen en de
vraag dringt zich op of Nederland wel genoeg te bieden heeft. De positie die Circolo landelijk
inneemt mag zeker nog groeien. De Adviescommissie vindt het goed dat er een duidelijke keuze is
gemaakt voor tentvoorstellingen. Dit zal het onderscheidende vermogen nog sterker maken. De
Adviescommissie heeft grote waardering voor de zeggingskracht voor het publiek door
programmering en locatie. De Adviescommissie is van mening dat de locatie veel toevoegt aan de
kwaliteit van het festival.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als ruim voldoende. Festival Circolo
is een kleine, maar stevige organisatie met een zeer sterk ontwikkeld netwerk. Circolo is goed op
zoek naar verdienmodellen om meer eigen inkomsten te genereren, door verhuur en
dienstverlening. Het heeft een brede financieringsmix en ziet ook de zakelijke markt als wezenlijk
onderdeel. Toch blijft de afhankelijkheid aan de overheid erg groot.
Oktober 2016
30/114
De Provincie heeft aangegeven komende jaren geen middelen meer beschikbaar te stellen naast
middelen uit deze regeling.
De publiekstrategie wordt beoordeeld als ruim voldoende. Festival Circolo beschrijft in haar
plannen de ambitie om te groeien; weliswaar niet in publieksaantallen maar in verblijfsduur en het
verkopen van duurdere soorten kaartjes.
Festival Circolo ziet een driedeling in het publiek, de vakbroeders en de zakelijke markt. De
strategie is op deze driedeling ingericht. Ze willen het publieksbereik verbreden met bezoekers
van buiten de regio. Onderzoek vindt plaats, strategie en campagne worden goed beschreven.
Voor de marketing maken ze gebruik van het samenwerkingsverband met de andere festivals in
Brabant. Landelijk zou Festival Circolo meer aandacht verdienen. De Adviescommissie benoemt
het als een uitdaging voor de pr en marketingafdeling om hier een strategie op te ontwikkelen. De
kansen die hier nog liggen zijn aanleiding het aspect van publieksstrategie met een ruim
voldoende te beoordelen.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren voor zover de definitieve ranking dat
uitwijst.
Oktober 2016
31/114
Fundament
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Fundament is een jaarlijkse beeldende kunstmanifestatie in het Tilburgse park de Oude Warande
en is gewijd aan (monumentale) sculptuur in de openbare ruimte.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het Mondriaan
Fonds.
Fundament is voldoende ingebed in de Brabantse culturele infrastructuur. Fundament is een
beeldententoonstelling en wil zich meten met vergelijkbare manifestaties in Sonsbeek in Arnhem en
Cultuur Münster, maar heeft een kleinere schaalgrootte. Het Brabantse karakter van het festival is
zeker aanwezig, maar Fundament profileert zich vooral met grote namen uit het buitenland. De
manifestatie heeft een nogal op zichzelf staand karakter, maar werkt wel samen met het EKWC,
Museum De Pont en het kunstenaarsinitiatief Park. De Adviescommissie is van mening dat
Fundament ten aanzien van sculptuur nadrukkelijker een verbindende rol in Noord-Brabant kan
vervullen. Er kunnen meer partijen bij de manifestatie worden betrokken.
Artistiek-inhoudelijk vindt de Adviescommissie dat Fundament ruim voldoende scoort, maar er
kunnen scherpere keuzes worden gemaakt die meer op een inhoudelijk programma zijn gestoeld
dan op (gevestigde) reputaties. Dat neemt niet weg dat er belangwekkend werk wordt getoond en
dat nieuwe ontwikkelingen op het gebied van sculptuur zichtbaar worden gemaakt. Fundament
zou een stimulerende rol kunnen spelen in het ontwikkelen van een monumentale, sculpturale
traditie in Noord-Brabant.
De zakelijke professionaliteit is voldoende. Fundament is in financiële zin niet de meest
ondernemende organisatie, vooral niet waar het aankomt op eigen inkomsten. Daar valt nog een
wereld te winnen.
De publiekstrategie is voldoende. Het blijkt voor Fundament lastig om mensen in groten getale
naar het park te laten komen. Het Sonsbeekconcept, bijvoorbeeld, gaat niet op voor de Oude
Warande. De Adviescommissie is positief over de samenwerking met Visit en Stadsmarketing
Tilburg om hiervoor passend beleid te ontwikkelen.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren voor zover de definitieve ranking dat
uitwijst en onder voorbehoud van uiteindelijke toekenning door Mondriaanfonds.
Oktober 2016
32/114
Hetpaarddatvliegt
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Hetpaarddatvliegt is een jeugdtheatergezelschap dat eigen voorstellingen maakt en grote thema’s
bij een klein publiek wil binnenbrengen.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de afwijzing van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
De Adviescommissie waardeert de bijdrage aan het Brabants cultuursysteem als goed.
Hetpaarddatvliegt is een theatercollectief dat is gevestigd in Pand P in Eindhoven.
Hetpaarddatvliegt is vooral actief in Eindhoven, maar staat door samenwerking met Parktheater,
Kunstbalie en andere instellingen ook in de rest van Brabant goed bekend en geprogrammeerd.
Hetpaarddatvliegt wordt ook door de landelijke fondsen regelmatig projectmatig ondersteund.
Behalve haar voorstellingen, heeft Hetpaarddatvliegt ook veel educatieve activiteiten, een
jeugdraad en een theaterwerkplaats (Weiland) in samenwerking met Parktheater Eindhoven.
Onder de noemer SPAN biedt het collectief daarnaast ruimte voor talentontwikkeling aan
vierdejaarsstagiaires van de Fontys Academie voor Theater in Tilburg.
De artistiek-inhoudelijke kwaliteit wordt door de Adviescommissie als ruim voldoende beoordeeld.
De voorstellingen van Hetpaarddatvliegt worden gekenmerkt door humor, beeldende vondsten en
persoonlijke betrokkenheid. Binnen het aanbod van jeugdtheater (vanaf 4 jaar) in de provincie
heeft het collectief een eigen, herkenbare signatuur. Serieuze onderwerpen als ‘schaamte’,
‘dementie’ en ‘de dood’ worden op een voor de jeugd toegankelijke manier gebracht.
Hetpaarddatvliegt heeft geen hoge pretenties, maar maakt voorstellingen die veel herkenbaarheid
bieden en goed gewaardeerd worden.
Theaterkrant recenseerde als enige landelijke medium twee voorstellingen uit de afgelopen jaren,
‘Kwijt’ en ‘Paniekman’, beide goed voor drie sterren. Hun degelijke kwaliteit blijkt ook uit de
verkoop van hun voorstellingen door Stip Producties. Het zelfbeeld van Hetpaarddatvliegt zou
gezien de kwaliteit iets ambitieuzer mogen zijn.
In de ogen van de Adviescommissie is de zakelijke professionaliteit voldoende. Hetpaarddatvliegt
heeft een kleine staf met een totale formatie van 1,6 fte. Sterk punt is de verkoop van
voorstellingen door Stip Producties uit Amsterdam, dat een toonaangevend impresariaat is voor
jeugdtheater. Binnen de kleine schaal van het gezelschap weet men veel te bereiken.
Hetpaarddatvliegt heeft afgelopen jaren slechts beperkt andere inkomstenbronnen weten aan te
boren. Dat maakt het moeilijk de reactie op de afwijzing van FPK als realistisch te bezien.
Anderzijds heeft Hetpaarddatvliegt het de afgelopen jaren ook zonder subsidie van FPK kunnen
doen. Al met al geeft dit de commissie voldoende vertrouwen in de zakelijke professionaliteit.
Oktober 2016
33/114
De Adviescommissie is van mening dat de publieksstrategie in het plan voldoende is. Deze is heel
bescheiden, maar getuigt ook van weinig visie. Daar staat tegenover dat met de inzet van o.a.
Stip Producties en Kunstbalie zeker qua schoolvoorstellingen een deel van het publiek
gegarandeerd is. De zichtbaarheid buiten Brabant is laag en Hetpaarddatvliegt heeft maar weinig
recensies in landelijke media. Hetpaarddatvliegt geeft in de aanvraag aan meer inzet op
marketing te willen plegen door inzet van een parttime medewerker. Of dat gerealiseerd kan
worden, gezien de afwijzing van FPK, is nog maar de vraag.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
34/114
Het Zuidelijk Toneel
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Het Zuidelijk Toneel is het Bis theatergezelschap van het zuiden, dat onder leiding van een
artistiek intendant uiteenlopende makers hedendaagse verhalen laat vertellen.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennis genomen van de voorwaardelijke honorering van de aanvraag
bij de BIS van OCW. Er is 1,6 miljoen gereserveerd, onder voorwaarde van instemming op een
aangepast plan.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage van het Zuidelijk Toneel (HZT) aan de Brabantse
culturele infrastructuur als uitstekend. De rol van HZT in het Brabantse systeem is onmisbaar. Het is
hét theatergezelschap van Brabant en is stimulerend in het Brabantse cultuurklimaat. Het
gezelschap is goed ingebed in de Brabantse culturele infrastructuur en onderhoudt tal van
uiteenlopende samenwerkingsrelaties.
De artistiek-inhoudelijke kwaliteit vindt de Adviescommissie ruim voldoende. Het plan om jonge
makers in de grote zaal te laten regisseren is voor de Adviescommissie bijzonder en spannend.
Hiermee wordt een nieuw model geïntroduceerd binnen de BIS, waarbij HZT toch een soort
productiehuis wordt, met een fascinerende rol voor de intendant. Het plan draagt bij aan de
talentontwikkeling van jonge makers.
De Adviescommissie vraagt zich af wat de diversiteit van deze jonge makers, die in ontwikkeling
zijn en streven naar autonomie, betekent voor de signatuur van HZT.
In het plan wordt de keuze voor de makers beperkt toegelicht. De artistieke visie blijft wat steken in
algemeenheden. De Adviescommissie is benieuwd naar de nadere uitwerking van de plannen.
De zakelijke professionaliteit wordt beoordeeld als goed. HZT is een BIS-gezelschap met
jarenlange ervaring dat een goede en gezonde bedrijfsvoering en zakelijke professionaliteit kent,
zowel financieel als organisatorisch. Hoewel honorering van HZT in de BIS nog niet onomstotelijk
vaststaat en in afwachting is van een nieuw plan, is er bij de Adviescommissie voldoende
vertrouwen dat HZT dit tot een succesvol einde zal brengen.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als voldoende. HZT zegt een ‘dynamische
identiteit’ te hebben en gebruikt 'storytelling' als centraal marketingconcept om het merk HZT
voldoende consistentie te geven. Dit wordt echter in het plan niet nader uitgewerkt.
De Adviescommissie vindt de huidige plannen spannend, maar ook risicovol als het gaat om
voldoende publieksbereik. De huidige plannen vragen om nieuwe branding met per voorstelling
sterke campagnes. Het echte campagneplan kan met deze koers niet zover van te voren gemaakt
worden, maar er kan wel duidelijker een marketingstrategie ontworpen worden om het merk beter
te positioneren. Nu ontbreekt een heldere publieksstrategie.
Oktober 2016
35/114
Positief is dat HZT is aangesloten bij Podiumkunst.info en Publiek.nl wat hen veel marktinformatie
oplevert. Bij de verschillende voorstellingen zijn wel de beoogde doelgroepen omschreven.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgesteld subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te honoreren.
Oktober 2016
36/114
Incubate
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Incubate presenteert kleinschalige, grensverleggende en verschillende kunstuitingen op basis van
populaire cultuur op een grootschalige manier aan een breed publiek.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de afwijzing van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage van Incubate aan het Brabantse cultuursysteem als
goed. Incubate is uniek in zijn soort (zelfs in Nederland) en is een goede toevoeging van een
middelgroot festival op de grenzen van verschillende disciplines uit de populaire cultuur. Incubate
weet bijzondere verbindingen in de stad en regio te maken. Incubate was voorloper op het
gebied van het Social Festival Model, maar gaf daarin zoveel ruimte dat de samenhang in de
programmering niet altijd meer duidelijk was. In het nieuwe festivalmodel, dat Incubate lanceerde
naar aanleiding van tegenvallende resultaten in 2015, wordt meer samenhang gebracht in vier
festivalweekends.
Incubate is een programmaoverleg gestart met Theaters Tilburg, 013 en andere aanbieders, en
wil hetzelfde gaan doen met museale partners (De Pont, Park, enz.), Brabantse partners en de
Tilburgse/Brabantse bevolking/vrijwilligers. De Adviescommissie voorziet hierin een risico, omdat
Incubate daarmee tot het culturele establishment gaat horen en haar underground imago kan
verliezen.
De artistiek-inhoudelijke kwaliteit beoordeelt de Adviescommissie als goed. De Adviescommissie is
van mening dat Incubate een gedegen en goede trackrecord opgebouwd heeft in de afgelopen
jaren. Incubate staat midden in de maatschappij en weet steeds de vooroplopende smaakmakers
vanuit de popcultuur te vinden. Incubate kan dus steunen op de opgedane ervaring, maar lijkt
daar met de nieuwe opzet een beetje van weg te vloeien. Artistiek-inhoudelijk staat er in de
aanvraag niet echt een duidelijke koers en lijken de programma-elementen die worden
aangehaald inhoudelijk wat minder bijzonder. Incubate lijkt zich wat meer te voegen naar wat er
speelt in samenleving. Het is zeer de vraag of dat een goede keuze is. Het kan net zo goed een
vervaging van het merk Incubate tot gevolg hebben.
Incubate gaat nog een aanvraag doen bij het Mondriaan Fonds. De Adviescommissie is van
mening dat het programma op het gebied van de beeldende kunst de afgelopen jaren niet zo
heel sterk was. Incubate maakte hierin weinig eigen keuzes.
De Adviescommissie vindt de zakelijke professionaliteit van het festival voldoende. Incubate heeft
in 2015 een zwaar verlies geleden. Met de aanstelling van de nieuwe directeur en de invoering
van een nieuw festivalmodel kan Incubate gaan werken aan het opnieuw positioneren van het
festival. Het is goed dat de begroting, na de afwijzing van het Fonds Podiumkunsten, is aangepast
met daadwerkelijke bezuinigingen op een aantal zaken (personeel, reserves en onvoorzien). Het
Oktober 2016
37/114
is nog onduidelijk of het succes van de toekenning door het Mondriaan Fonds nogmaals zal
opgaan, evenals een nieuwe aanvraag bij Brabant C.
De publieksstrategie van Incubate is voldoende. Incubate is altijd het grote voorbeeld geweest in
hoe zij hun publiek wisten te bereiken en hoe ze verschillende groepen liefhebbers tegelijkertijd
hebben kunnen bedienen. Dat heeft altijd gezorgd voor goede bezoekersaantallen en evenredige
recette. Door over te gaan naar een paar weekenden per jaar en daar niet een speciale
marketingstrategie voor te bedenken, wordt het risicovoller om de gewenste publieksaantallen te
halen. In het plan wordt aangehaald die strategie af te stemmen op de doelgroep per editie, maar
daar wordt verder weinig invulling of beeld van gegeven wat dat betekent in uitvoering. De
belangrijke rol die Incubate vervulde door het samenbrengen van een grote diversiteit in publiek
van verschillende rafelranden, gaat met de thematische weekendprogramma’s waarschijnlijk
grotendeels verloren. Mogelijk dat bezien over het gehele jaar er wel sprake zal zijn van een
toename van aantallen bezoekers.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
38/114
Internationaal Vocalisten Concours (IVC)
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Het IVC is een internationaal toonaangevend concours dat als talentontwikkelaar een
bovenregionaal belang heeft dat zowel Brabant als Nederland ontstijgt. Het IVC bevindt zich in
het hart van de vocale muziekwereld.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is goed. IVC heeft een lange geschiedenis in
Brabant, is goed ingebed in Brabant en is daarnaast een internationaal toonaangevend concours.
Het belang van IVC voor Brabant bestaat uit de aanwezigheid van een dergelijke gerenommeerd
concours binnen de provinciegrenzen dat veel oplevert voor de Brabantse klassieke
muziekwereld. Connecties met het Fontys conservatorium, Brabant Koor, Opera Zuid en
Philharmonie Zuid zijn daarin van belang. IVC opereert bewust voortdurend in verbinding met
andere partijen, zowel lokaal, regionaal als (inter)nationaal. Allianties zijn er met eigenlijk alle
relevante partijen in de sector waarin IVC werkzaam is. Daarmee is IVC een cruciale organisatie
in de talentontwikkeling van jonge zangers en een springplank naar de (inter)nationale top. De
enorme markt die China voor het IVC vormt, zou wellicht ondersteund kunnen worden vanuit de
talrijke handelscontacten die Brabant heeft met China. Voorts zou het IVC met specifieke
participatieprojecten het draagvlak in Brabant willen vergroten. De kosten van dit soort
arbeidsintensieve trajecten kan de organisatie echter niet dragen.
Artistiek-inhoudelijk is het beleid ruim voldoende. Een concours als het IVC is niet zozeer
gebaseerd op artistieke uitgangspunten, als wel op een positionering binnen de (inter)nationale
vocale wereld. Dat bepaalt de status van het concours waardoor internationaal toptalent zich
graag op dit platform beweegt. De eisen die aan de deelnemers worden gesteld, houden
daarmee verband. IVC beweegt zich in de top van de internationale zangconcoursen en
onderscheidt zich daarmee regionaal, nationaal én internationaal. Het niveau van de juryleden en
van de gastmusici is hoog. Internationaal gezien is het niveau van IVC niet exceptioneel, maar in
Nederland wel; er moet echter terdege rekening worden gehouden met toenemende concurrentie.
Het nieuwe Belvedere Concours in Amsterdam vormt een bedreiging voor de positie van IVC. Als
tegenzet heeft IVC een alliantie met het Liszt Concours gesloten. Prettig is dat IVC ook nadenkt
over veranderende concertpraktijk en bijbehorende kwaliteiten van vocalisten.
De zakelijke professionaliteit is zeer goed. IVC is een kleine organisatie, die met zzp’ers en
vrijwilligers wordt aangevuld in de piekfases van het concours. Het is een zuinige organisatie die
relatief makkelijk diverse inkomstenbronnen aanboort. Met IVC 2.0 maken ze de sprong naar de
toekomst: gezond ondernemerschap, waarin een kostenbesparing en een nieuw verdienmodel zijn
Oktober 2016
39/114
opgenomen. Bestuur en directie van IVC tonen zich initiatiefrijk en creatief in het aangaan van
strategische allianties en fondsenwerving.
De publieksstrategie is goed. Per editie weet IVC zich verzekerd van zo'n 20.000 bezoekers,
verdeeld over ongeveer 60 activiteiten. Daartoe behoren educatie- en participatie-activiteiten die
het IVC zichtbaarder en relevanter maken voor de stad en de regio. De publieke waardering is
groot; vaste 'fans' zijn zeer betrokken bij het IVC. IVC heeft een goed beeld van het bestaande
publiek. Groei wordt vooral gezocht in de uitbreiding van de kring rond het bestaande publiek.
Gastgezinnen voor concoursdeelnemers vormen daarin een belangrijke schakel. Een doelstelling
voor de komende jaren is het werven van nieuw publiek.
Gelet op onderstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren voor zover de definitieve ranking dat
uitwijst.
Oktober 2016
40/114
LeineRoebana
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
De missie van LeineRoebana is het realiseren van dans als hedendaagse kritische kunstvorm,
reflecterend op vragen van onze tijd met uiterst fysieke en muzikale voorstellingen die het publiek
in hart, hoofd en lichaam beroeren.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie Kunsten heeft kennisgenomen van de afwijzing van de subsidieaanvraag van
LeineRoebana bij het FPK.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan Brabantse culturele infrastructuur als voldoende.
LeineRoebana opereert vanuit haar thuisbasis Amsterdam en verbindt dit met haar positie als
huisgezelschap in het Chassé Theater in Breda. Andere samenwerkingspartners zijn DansBrabant,
Podium Bloos en Fontys. Het gezelschap is een aanvulling op het bestaande dansaanbod in
Brabant. In de aanvraag spreekt LeineRoebana zich uit voor een intensievere samenwerking met
Brabant, toch wordt dit in het plan vrij algemeen beschreven. De Adviescommissie ziet momenteel
een beperkte structurele verbondenheid met de Brabantse samenleving. De samenwerkingsrelaties
zijn nog voornamelijk op Breda gericht. De Adviescommissie is benieuwd naar de rol die
LeineRoebana de aankomende jaren in de provincie gaat spelen.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek inhoudelijke kwaliteit van LeineRoebana als goed. De
Adviescommissie vindt de danskwaliteit sterk, het vakmanschap is overduidelijk aanwezig. Uit de
activiteiten blijkt dat LeineRoebana door wil gaan op de ingeslagen weg. LeineRoebana
onderscheidt zich door de combinatie van abstracte dans met live muziek. Het is daarin niet uniek
maar draagt absoluut wel bij aan de dans in Nederland. Hun relatie met de muziekwereld is
goed. De keuzes voor ondermeer ASKOISchönberg en NPhO staan garant voor kwaliteit.
Internationaal gezien vallen vooral de projecten op die in samenwerking met Indonesische
kunstenaars tot stand komen. De voorstelling Ghost Track (Indonesië) beschouwt de
Adviescommissie als een iconische voorstelling.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als voldoende. De organisatie
bestaat in 2016 25 jaar. Er is sprake van een constante samenwerking met Chassé in Breda, die
zich de afgelopen jaren goed heeft ontwikkeld. De organisatie is klein en er wordt veel in eigen
beheer gedaan. LeineRoebana heeft de afgelopen 4 jaar moeten inkrimpen door de korting op de
subsidie. De financiële armslag is zeer beperkt en het eigen vermogen gering. Het
ondernemerschap is de laatste jaren wat verbeterd, bijvoorbeeld op het vlak van fondsenwerving.
De Adviescommissie mist een reflectie hierop en hoe men dit gaat versterken in de toekomst, zeker
gezien de ambitie om wel groot te blijven produceren.
De publieksstrategie vindt de Adviescommissie eveneens voldoende. In het plan zijn doelstellingen
geformuleerd op het gebied van publieksbereik (behouden, versterken en vergroten) en
Oktober 2016
41/114
speerpunten om dit te realiseren. Deze zijn vrij algemeen, maar voldoende. Hoe de binding met
het Brabants publiek wordt geïntensiveerd, is echter niet beschreven.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
42/114
Matzer
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Matzer is een landelijk opererend theatergezelschap, gevestigd in ’s-Hertogenbosch dat op
artistieke wijze politiek onderzoek, klassieke verhalen en boekbewerkingen presenteert om zo bij
te dragen aan het maatschappelijk debat.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de positieve beoordeling van de aanvraag bij het
Fonds Podiumkunsten.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage van Matzer aan het Brabantse cultuursysteem als
zeer goed. Uit de aanvraag spreekt veel energie en bevlogenheid. Matzer is zeer actief, zo klein
als ze zijn, en kiest er bewust voor ook kleine dingen te blijven doen. De aanvraag toont een
goede balans tussen wat ze zelf willen (eigenheid) en wat ze moeten doen om een goed publiek
te halen (publieksvriendelijk). Matzer werkt samen met diverse podia en festivals en is gehuisvest
in de Verkadefabriek. Matzer deelt faciliteiten en kennis met verscheidene provinciale en culturele
instellingen, waaronder Festival Cement, November Music, Bureau Babel, Theater Artemis en
Bosch 500 en de opleidingen Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (lectoraat Virtual Theatre) en
Fontys Academie voor Drama Tilburg.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van Matzer als goed. Matzer
staat voor degelijk, ambachtelijk toneel waarin verhalen het belangrijkst zijn. De Adviescommissie
is van mening dat Matzer slimme en interessante keuzes maakt in de beschreven producties en
beoogde medewerkers. Het is goed dat de artistieke signatuur wordt gevoed met nieuwe
invloeden. Liliane Brakema is een regietalent dat op doorbreken staat. Dat geldt evenzeer voor
actrice Ilke Paddenburg. Daarnaast werken ze opnieuw samen met Michiel de Regt en Leopold
Witte. En met schrijver Lot Vekemans en dramaturge Janine Brogt; beiden gevestigde namen. In
het werkplan zit een afgewogen mix van grote en kleine projecten, waaronder de Ontbijtclub,
waaruit grote maatschappelijke betrokkenheid blijkt.
Deze kleine activiteiten zijn van groot belang voor de publieksbinding en de voeding van de
voorstellingen. De Adviescommissie vindt dit een goede kruisbestuiving.
De Adviescommissie vindt de zakelijke professionaliteit van Matzer goed. Matzer heeft jaarlijks
ongeveer 150 speelbeurten, veel eigen inkomsten in de laatste vijf jaar en een eigen
inkomstenpercentage van gemiddeld 38%. Gezien de kleine bezetting is dat een sterke prestatie
die getuigt van goede zakelijke professionaliteit. Matzer heeft slechts drie vaste werknemers,
waarbij alleen de hoogst noodzakelijke taken in huis worden uitgevoerd. Matzer toont slim
ondernemerschap door de verkoop van haar voorstellingen over te laten aan een commerciële
producent die ook een impresariaatfunctie vervult. Hierdoor zijn hun speellijsten langer dan die
van vele andere landelijke gezelschappen, die overigens deze werkwijze steeds meer overnemen.
Oktober 2016
43/114
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als ruim voldoende. Matzer wil meer externe
mensen inzetten om de ‘branding’ en het publieksbereik te verbeteren. Doordat deze plannen in
de aanvraag vrij algemeen beschreven zijn, wordt het de commissie niet duidelijk wat dit moet
opleveren. Matzer gaat meer investeren in marketing en wil de publieksinkomsten verhogen. Heel
concreet zijn die plannen nog niet. De commissie deelt wel de uitgangspunten die Matzer in haar
plannen omschrijft, waarbij vooral de inhoud, repertoirekeuze en casting van belang zijn. Die
werkwijze is doorgaans meer succesvol.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren voor zover de definitieve ranking dat
uitwijst.
Oktober 2016
44/114
MU
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
MU is een internationaal werkende presentatie-instelling, die een avontuurlijk programma toont op
het gebied van de nieuwste ontwikkelingen binnen de beeldende kunst en visuele cultuur.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de positieve beoordeling van de aanvraag bij de
BIS van OCW.
MU is goed ingebed in de Brabantse culturele infrastructuur. De commissie is van mening dat de
bijdrage van MU aan de Brabantse infrastructuur van groot belang is en dat de organisatie
binnen de kunstdisciplines en daarbuiten, kunstzinnig, bedrijfsmatig, maatschappelijk en educatief
zinvolle samenwerkingsverbanden initieert en onderhoudt. Door verbindingen te maken met
diverse disciplines, onder andere beeldende kunst, vormgeving, digitale en urban cultuur neemt
MU een unieke positie in zowel binnen als buiten Brabant.
Artistiek-inhoudelijk is het programma ruim voldoende. MU behoort met Framer Framed in
Amsterdam, Witte de With in Rotterdam, BAK in Utrecht, West in Den Haag en Marres in
Maastricht tot de presentatie-instellingen voor beeldende kunst die door de Raad voor Cultuur zijn
opgenomen in de landelijke basisinfrastructuur. MU mixt hedendaagse kunst met design, mode,
muziek, architectuur en nieuwe media. MU werpt zich daarin op als een gids die onontdekte
gebieden exploreert in een internationale programmering. MU initieert en coproduceert
presentaties met internationale kunstenaars, solo of in groepsverband. MU realiseert een veelheid
aan projecten dankzij een wijd vertakt netwerk van contacten. MU was van 1998 tot juli 2014
gevestigd op de eerste verdieping van De Witte Dame als directe buur van de Design Academy,
en is toen verhuisd naar gebouw Gerard op Strijp-S, waar het meer en breder samenwerking is
aangegaan met uiteenlopende partners. MU is nauw gelieerd aan de STRP Biënnale.
De zakelijke professionaliteit van MU is ruim voldoende. MU is een financieel gezonde
organisatie.
MU hanteert een zeer goede publieksstrategie die erop is gericht de kunstkenner en -liefhebber
een kwalitatief hoogwaardig programma te bieden en tegelijkertijd laagdrempelig een
gevarieerd, breed publiek aan te spreken dat het nieuwe in de kunst en de media wil ontdekken.
Dit vertaalt zich in hoge bezoekersaantallen, met name tijdens de grote festivals (STRP, DDW,
GLOW).
Gelet op onderstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond,
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren.
Oktober 2016
45/114
Festival Mundial
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Festival Mundial is voortgekomen uit de behoefte om meer 'wereldmuziek' te programmeren.
Inmiddels is deze programmering veel breder geworden, met crossovers naar veel verschillende
muziekstijlen. De afgelopen jaren is het festival zich meer gaan richten op jongeren, met onder
andere R&B, hiphop en dance maar ook meer experimentele muziek.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de afwijzing van de aanvraag bij het FPK.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als
voldoende. Mundial is een bekende naam in de Brabantse culturele infrastructuur en trekt een
groot en breed publiek. De instelling heeft zich vooral in het Tilburgse ingebed en probeert daar
ook meer verbinding aan te gaan met de wijken. Op grond van de aanvraag concludeert de
Adviescommissie dat Festival Mundial een vrij op zichzelf staande organisatie is, die weinig
relevante en duurzame relaties onderhoudt met andere Brabantse organisaties in de culturele
infrastructuur.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek inhoudelijke kwaliteit als onvoldoende. Een visie
ontbreekt en de aanvraag blijft steken in algemeenheden. In het plan wordt niet concreet
aangegeven wat het festival gaat doen of veranderen buiten het aanstellen van een nieuwe
programmeur.
In het plan wordt veel gesproken over nieuwe wereldmuziek, maar de aanvraag maakt niet
duidelijk wat die nu precies inhoudt. De verbreding in de programmering die het festival zoekt,
vindt de Adviescommissie in de aanvraag tevens onduidelijk verwoord. De Adviescommissie heeft
zorgen over het behoud van het onderscheidende karakter van het festival.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als niet voldoende. De begroting is
gebaseerd op bijdragen van FPK en Brabant C, waarvan niet zeker is of deze doorgaan. Er wordt
een bijdrage van Brabant C verwacht voor 2017 en 2018, terwijl Brabant C vooralsnog een
subsidie heeft verleend voor één jaar (2016) met de uitnodiging om een vervolgaanvraag te
doen.
De Adviescommissie mist daarnaast in de aanvraag een toelichting op de verschillende bv’s
waarvan Mundial gebruik maakt. Hierdoor heeft de commissie weinig zicht op de totale financiële
situatie van Festival Mundial.
De kwetsbaarheid van een klein team wordt ondervangen door te werken met zzp'ers en samen te
werken met DisCoa voor gezamenlijke backoffice. Het aantal bezoekers is deels onzeker, want
sterk afhankelijk van weersomstandigheden. Tussen 2013 en 2014 scheelde dat ongeveer 3000
bezoekers (resp. 24.000-21.000).
Oktober 2016
46/114
De adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als niet voldoende. Hoewel Mundial in de
afgelopen periode goede bezoekcijfers wist te realiseren, mist de Adviescommissie een visie of
strategie daarop. Hetgeen wordt beschreven is weinig uitgewerkt en berust voor een groot deel
op optimistische aannames (bijvoorbeeld met betrekking tot de rol van de influential). De
voornemens tot wijziging van zowel de inhoudelijke programmering als de locatie (naar eigen
zeggen dient er op termijn een nieuwe locatie gevonden te moeten worden omdat de
ontwikkelingen in de Spoorzone tot ruimtegebrek zullen leiden) vragen om een andere, meer
bewuste publieksstrategie waarvoor de aanvraag geen plan bevat.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
47/114
November Music
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
November Music is een jaarlijks festival dat plaatsvindt in ’s-Hertogenbosch. Het festival laat de
laatste muzikale ontwikkelingen zien waarbij makers en componisten putten uit hedendaags
gecomponeerde muziek, jazz, new world music, muziektheater, visual music, electronics &
soundscapes en geluidsinstallaties.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
November Music is een zelfbewuste organisatie die een uitstekende plek heeft verworven binnen
de Nederlandse muziekscene en die binnen Brabant een unieke positie inneemt. Het festival is
zich bewust van haar rol in het Brabantse: neemt een voortrekkersrol in ten aanzien van nieuwe
Brabantse makers, bedient een groeiend publiek afkomstig uit Brabant en (ver) daarbuiten, werkt
samen met alle relevante partijen in het Brabantse en heeft een inspirerende, frisse uitstraling
waarin kwaliteit aan avontuur wordt gekoppeld. Daarmee opereert November Music als een
cruciale schakel in de muzikale keten van Brabant. Fraai is daarbij dat November Music andere
partijen, zoals philharmonie zuidnederland, uitdaagt zich in de nieuwe muziek te begeven. De
verwachting is dat de uitbreiding van het festival naar tien dagen deze positie nog verder kan
bekrachtigen. In het plan wordt blijk gegeven van een sterk omgevingsbewustzijn en het vermogen
tot reflectie. De Adviescommissie is van mening dat de instelling een zeer grote bijdrage levert aan
de Brabantse culturele infrastructuur.
De artistiek-inhoudelijke visie en keuzes die November Music maakt beoordeelt de
Adviescommissie als goed. November Music heeft een belangrijke rol in de productie en
presentatie van nieuwe muziek in Brabant en Nederland. Zij initieert interessante producties en
samenwerkingen op het vlak van grofweg drie domeinen: gecomponeerde muziek, jazz/impro en
geluidskunst. November Music weet wat de huidige ontwikkelingen binnen de nieuwe muziek zijn
en omarmt de pluriformiteit van het muziekleven. Daarnaast realiseert November Music zich het
belang van haar positie als festival dat in deze tijd een cruciale plek inneemt als presentatie- en
doorgroeiplek voor muzikaal talent. Dat talent krijgt bij November Music een centrale plek. Op
deze manier slaagt November Music er volgens de Adviescommissie in om tegelijkertijd zowel
een makers- als een publieksfestival te zijn.
De Adviescommissie is benieuwd of November Music de huidige tendens van het zoeken naar
nieuwe, andere podia zal ondersteunen. ‘Klassieke’ muziek zoekt wereldwijd naar andere
presentatiewijzen én naar andere podia, waar November Music zich doorgaans begeeft op de
traditionelere speelplekken. Een uitzondering is de ‘festivalhit’ Kunstmuziekroute waar dat wel
gebeurt. Hierover is de Adviescommissie overigens zeer positief.
Oktober 2016
48/114
Kwaliteit is van groot belang in het artistieke profiel van November Music. Dat geldt ook voor de
talenten die November Music programmeert. Binnen het talentontwikkelingsprogramma New
Arrivals speelt November Music een belangrijke rol. De Adviescommissie heeft echter de indruk
dat de inhoudelijke ondersteuning van de talenten soms wat steviger en onafhankelijker mag
worden aangezet. Talentontwikkeling is tijdrovend en precair en daarom soms niet passend in een
festivalcontext (hoewel festivals wél de aangewezen plekken zijn talent te presenteren).
De Adviescommissie is van mening dat November Music qua zakelijke professionaliteit uitstekend
wordt geleid. De financiën zijn keurig op orde, de eigen inkomsten worden gehaald, pers en
publiek vinden soepel hun weg naar November Music en de festivalleiding staat bekend om haar
open coöperatieve houding naar de buitenwereld en met name de muzieksector. November
Music wordt geleid door een tweehoofdige directie in parttime dienstverband. Deze krappe
bezetting wordt aangevuld met een programmeur, een festivalproducent, een hoofd techniek en
tal van andere functies gedurende het festival. De organisatie functioneert uitstekend, ondanks het
beperkte aantal fte. Wel zou de Adviescommissie adviseren extra mankracht in te zetten voor een
stevigere begeleidende rol op het gebied van talentontwikkeling. Ondernemerschap in relatie tot
nieuwe muziek is niet eenvoudig. November Music leunt stevig op overheids- en private fondsen,
maar is wel verzekerd van behoorlijke publieksinkomsten.
De Adviescommissie Kunsten beoordeelt de publieksstrategie als zeer goed. De publiekscijfers van
November Music geven elk jaar een groei weer; een zeer goede prestatie binnen de zo
kwetsbare nieuwe muziek. De strategie rust in belangrijke mate op het goed bespelen van
relevante media met unieke projecten, componisten en concerten. De beoogde groei van het
festival zal niet automatisch tot een vergelijkbare groei in publiek leiden maar biedt wel nieuwe
aanknopingspunten voor publieksgroei. Het festival is zich goed bewust van haar sterke en minder
sterke punten. Evenwel zou er meer werk gemaakt kunnen worden van de inzet van haar beste
ambassadeurs: het publiek. De inzet van social media lijkt nog steeds geen speerpunt in de pr.
Ook lijkt November Music zich nog steeds niet goed te realiseren welke kansen educatie kan
bieden in het vinden van een nieuw, jong publiek. Wel vindt de Adviescommissie het toe te juichen
dat een sterkere verbinding met de amateurkunst wordt gezocht.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te honoreren.
Oktober 2016
49/114
Onomatopee
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Onomatopee is een presentatie-instelling en uitgeverij voor beeldende kunst in Eindhoven die zich
in tien jaar tijd tot een fundamentele voorziening voor de ontwikkeling van de beeldende kunst
heeft ontwikkeld en zowel landelijk als internationaal een uitstekende reputatie heeft opgebouwd.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de positieve beoordeling van de aanvraag bij het
Mondriaan Fonds.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is zeer goed. De Adviescommissie is van
mening dat Onomatopee in Brabant een cruciale rol speelt in de samenwerking tussen de
regionale presentatie-instellingen en kunstenaarsinitiatieven. Ook landelijk profileert Onomatopee
zich sterk binnen het samenwerkingsverband ‘De Zaak Nu’.
Onomatopee is stevig gevestigd in Eindhoven en slaat een brug tussen design, waar Eindhoven
om bekend staat, en beeldende kunst. Daarnaast is Onomatopee goed vertegenwoordigd in een
nationaal en internationaal netwerk.
Artistiek-inhoudelijk scoort Onomatopee goed. Binnen de sector beeldende kunst en vormgeving is
Onomatopee een begrip geworden. Als uitgeverij beschikt het over een internationaal netwerk
waarbinnen de eigenzinnige en onderscheidende publicaties evident worden gewaardeerd en
van betekenis zijn. Onomatopee heeft in de aanvraag in beperkte mate een visie beschreven,
maar heeft naar het oordeel van de commissie wel een goede mix van gevestigde reputatie en
nieuw talent die gezamenlijk garant staan voor een goed programma. Dat gebeurt vanuit een
opvatting die eigenzinnig maar enigszins eenkennig voortkomt uit de koker van de artistiek leider.
Dat geeft Onomatopee een herkenbaar profiel, maar de commissie is van oordeel dat een
bredere scope Onomatopee ten goede zou komen en meer mogelijkheden zou bieden zich te
manifesteren op belangrijke podia voor de hedendaagse kunst. De nieuwe locatie aan de
Willemstraat in Eindhoven biedt daartoe ook mogelijkheden die eerder noodgedwongen onbenut
bleven.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit van Onomatopee als goed.
Onomatopee heeft een kleine, functionele organisatie. Die is daarmee wel erg kwetsbaar. De
financiële organisatie van Onomatopee vaart qua eigen inkomsten vooral op de verkoop van
publicaties. Daarin is de organisatie opmerkelijk succesvol. Er is een groot netwerk en de
verkoopcijfers zijn verrassend goed.
De publieksstrategie is ook goed. Het beleid hieromtrent vaart erg op en sluit aan bij de
publicaties. Enig cynisme ten aanzien van de politieke en beleidsmatige focus op publieksbereik is
Onomatopee niet vreemd. Het gevaar is aanwezig dat die houding zich tegen de instelling keert.
Oktober 2016
50/114
De commissie waardeert echter de volharding waarmee Onomatopee met beperkte middelen
hoge inhoudelijke kwaliteit nastreeft en moeilijke tijden heeft doorstaan.
Gelet op onderstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren.
Oktober 2016
51/114
Opera Zuid
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Opera Zuid brengt vanuit de zuidelijke provincies, Brabant en Limburg, operatheater met veel
jonge getalenteerde, (inter-)nationale vocalisten.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennis genomen van de voorwaardelijke honorering van de aanvraag
bij de BIS van OCW. OCW heeft ten behoeve van Opera Zuid 1.020.000 gereserveerd onder
voorwaarde van instemming op een aangepaste aanvraag.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage van Opera Zuid aan de Brabants culturele
infrastructuur als goed. Door haar vestiging in Maastricht en landelijke taakstelling is het Brabantse
karakter van Opera Zuid niet erg groot, maar wel relevant.
Het is het enige operagezelschap in Brabant en speelt er veel op diverse plekken. Daarnaast zijn
er activiteiten als workshops, schoolprogramma's, kleine muziektheaterproducties, recitals en
commerciële evenementen, waarmee Opera Zuid verankerd is in de regio.
Van belang is ook de relatie met Philharmonie Zuid die in principe de orkestbegeleiding verzorgt
van Opera Zuid. De Adviescommissie meent dat de samenwerking met Philharmonie
Zuidnederland steviger zou kunnen. De verwachting is dat met de nieuwe zakelijk leider de rol
van Opera Zuid in Brabant versterkt kan worden.
De artistiek-inhoudelijke kwaliteit wordt beoordeeld als onvoldoende. De Adviescommissie is van
mening dat de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van Opera Zuid, zowel muzikaal als scenisch,
wisselend is met te veel negatieve uitschieters. Zoals de Raad voor Cultuur, waardeert de
Adviescommissie het dat Opera Zuid met weinig middelen voorstellingen kan maken voor een
breed publiek en daarbij ook jong talent kansen geeft. Maar van een instelling in de
basisinfrastructuur wordt echter een evenwichtiger kwaliteit van de kernactiviteiten verwacht. Het
ingediende plan was in de ogen van de Adviescommissie bovendien weinig geïnspireerd en
kwalitatief onder de maat.
In opmaat naar een nieuwe aanvraag voor de BIS heeft de Raad van Toezicht ervoor gekozen
om een nieuwe artistieke visie op hoofdlijnen te ontwikkelen die gericht is op aanzienlijke
kwaliteitsverbetering. De geschetste visie is mede van invloed op het profiel van de nieuwe artistiek
leider die de verdere uitwerking in programma's en artistieke teams voor zijn/haar rekening zal
nemen.
Voorts heeft de Raad van Toezicht mede naar aanleiding van het advies van de Raad voor
Cultuur de conclusie getrokken dat een aantal fundamentele wijzigingen in de manier waarop
Opera Zuid functioneert wenselijk en noodzakelijk is. De Raad van Toezicht heeft expertise van
buitenaf aangetrokken en voert gesprekken met de belangrijkste samenwerkingspartners, met
potentiële nieuwe samenwerkingspartners, en met individuele professionals uit de muziek- en
operadisciplines. De medewerkers van het Opera Zuid-team worden actief betrokken bij dit
Oktober 2016
52/114
proces. Dit alles met het oog op kwaliteitsverbetering en het creëren van een stevig fundament
waarop een nieuw Opera Zuid gebouwd wordt.
Daarvoor heeft de Raad van Toezicht Stan Paardekooper als intendant ad interim aangesteld, zijn
externe experts aangetrokken voor de werving van een nieuwe intendant en wordt de Raad van
Toezicht uitgebreid met inhoudelijk deskundigen.
Hoewel een en ander nog in startblokken staat, geeft de verwoording van het benodigde
veranderingsproces ons voldoende vertrouwen om onze steun voor dat proces uit te spreken. De
effectuering van dit veranderingsproces, de aanstelling van een nieuwe artistiek leiding en het
nieuwe activiteitenplan zullen we te zijner tijd met een positieve grondhouding beschouwen.
De zakelijke professionaliteit van Opera Zuid vindt de Adviescommissie ruim voldoende. De
financiële positie is gezond maar vergt voortdurende aandacht. Opera Zuid is actief bezig met
sponsor- en fondsenwerving. Vanwege de economische situatie en de concurrentie van andere
(culturele) instellingen vielen de resultaten op dit gebied in 2014 tegen. Voor de Adviescommissie
werkt de voortvarende aanpak van de Raad van Toezicht vertrouwenwekkend.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als ruim voldoende. Opera Zuid verwacht
gemiddeld 25.000 bezoekers met een toename naar 30.000 per jaar. De Adviescommissie
vraagt zich af hoe ze dit willen aanpakken. Hierover ontbreekt informatie in de aanvraag. De
bezettingsgraad is goed en de publieke waardering eveneens. Opera Zuid weet geregeld een
positieve nationale pers te halen met haar producties. Opera Zuid poogt haar marketing af te
stemmen op de eisen van deze tijd en trekt een relatief jong publiek. Dat is zéér waardevol met
het oog op de toekomst.
Gelet op het onderstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgesteld
subsidieplafond adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te verlenen, voor zover de
definitieve ranking dat uitwijst en onder voorbehoud van uiteindelijke definitieve toekenning door
OCW.
Oktober 2016
53/114
Panama Pictures
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Panama Pictures maakt voorstellingen op het snijvlak van dans en circus. Panama Pictures zoekt
verbinding met de samenleving en werkt actief aan het vergroten van draagvlak voor dans en
circus.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als goed. Pia
Meuthen, artistiek leider van Panama Pictures, heeft in de ogen van de Adviescommissie een
voorbeeldig traject afgelegd. Na Station Zuid en daarna Dans Brabant, is ze zelfstandig
geworden en is Panama Pictures huisgezelschap geworden van de Verkadefabriek. Panama
Pictures is goed ingebed in Brabant en is een goede partner voor Fontys, Festival Circolo en Dans
Brabant. Panama Pictures levert aldus een waardevolle bijdrage aan de Brabantse culturele
infrastructuur.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van het werk als goed. Panama
Pictures biedt in haar aanvraag een heldere analyse van het eigen werk en haar positie in het veld
die getuigt van zelfreflectie. De Adviescommissie ziet bij Panama Pictures een duidelijke
ontwikkeling van het dansidioom over de afgelopen jaren, met een vervagende grens tussen dans
en circus. Vooralsnog is de positie van het gezelschap redelijk uniek. Er zijn niet veel makers die
zich op circus en dans richten. De Adviescommissie verwacht dat dit snel zal veranderen. De
Adviescommissie ziet het als een opgave voor het gezelschap of de signatuur van Pia Meuthen in
de toekomst onderscheidend genoeg kan blijven. Het werk kan nog aan zeggingskracht winnen.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als ruim voldoende. Uit de aanvraag
blijkt Panama Pictures een stevige organisatie te zijn met een goede zakelijke leiding. Met
structurele subsidie zal het gezelschap meer armslag krijgen. De subsidie van het FPK voor 20172020 maakt het mogelijk landelijke ambities waar te maken, alhoewel niet elke zaal geschikt is
om faciliteiten te bieden die nodig zijn voor dit werk.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als ruim voldoende. Panama Pictures is een
jong gezelschap dat nog het nodige moet ontwikkelen. Dit betreft ook de publieksstrategie. In het
plan is de doelgroep goed beschreven, maar het plan bevat nog veel algemeenheden en
optimistische aannames. Het huidige publiek is gemengd en relatief jong. De Adviescommissie
vindt Panama Pictures wel kansrijk. Het kan zich stevig artistiek profileren en heeft profijt van de
groeiende belangstelling voor het nieuwe circus bij het publiek.
Oktober 2016
54/114
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te honoreren.
Oktober 2016
55/114
Paul van Kemenade
Beoordeling subsidie aanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Paul van Kemenade is altsaxofonist, componist, producer, workshopleider, initiator van festival
Stranger than Paranoia. Zijn stichting organiseert, coördineert en faciliteert zijn veelzijdige
werkzaamheden.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de positieve beoordeling van de aanvraag bij het
FPK.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als zeer
goed. In Brabant staat Paul van Kemenade aan de top van de jazz. Hij is van belang in Tilburg
als musicus, workshopleider, en organisator van diverse (eigen) avonden. Paul van Kemenade is
goed ingebed in Brabant en heeft veel Brabantse connecties. Hij is de frontman van de jazz en
ook een beetje ‘stand alone’. Goede podia vinden zou nog een aandachtspunt moeten zijn, bij
voorkeur provinciebreed. Zijn jubileum is een goede aanleiding om ook in Nederland weer meer
te spelen.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van Paul van Kemenade als zeer
goed. Op artistiek-inhoudelijk vlak heeft Paul van Kemenade een duidelijke visie. Hij weet heel
goed waar hij mee bezig is en kan het bevlogen verwoorden. Zijn projecten zijn logisch en
realistisch. Als het gaat om oorspronkelijkheid zijn zijn projecten uniek en door het langdurige
karakter soms eerder ensembles dan projecten.
Het vakmanschap van Paul van Kemenade is groot, hij heeft een herkenbaar eigen geluid. Hij
wordt veel gevraagd, en heeft veel ervaring in bandleiden. In zijn ontwikkeling is hij consistent.
Daarnaast heeft Paul van Kemenade zeggingskracht: het publiek is altijd enthousiast. Bij Paul van
Kemenade is geen enkele vermoeidheid te vinden. Hij speelt met inzet, heeft nooit een offday. Zijn
artistiek-inhoudelijke kwaliteit is bevestigd als winnaar van de Podiumprijs en de Boy Edgar Prijs.
De Adviescommissie juicht het toe dat Paul van Kemenade weer een leerorkest wil gaan oprichten,
wat hij jaren geleden ook gedaan heeft en wat zeer in deze tijd past Het is goed voor de
amateurmuziek om aan een dergelijk orkest deel te nemen.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als ruim voldoende. De
Adviescommissie is enthousiast over de aanvraag. Deze is zakelijk, realistisch en professioneel.
Veel van zijn plannen zijn realistisch maar nog onzeker. Het plan is een logische verzameling
projecten. De Adviescommissie heeft een punt van zorg vanwege de kwetsbaarheid van de
aanvrager. Bij gebrek aan middelen doet Paul van Kemenade tot nu toe bijna alles zelf (productie
en boekingen). Hoewel hij dit zeer goed doet, is het niet efficiënt en maakt het de organisatie
kwetsbaar. Het is consistent met zijn professionele ontwikkeling dat er nu subsidie gevraagd wordt
voor de zakelijke ondersteuning van zijn activiteiten, en professionele medewerkers hiervoor aan
te trekken.
Oktober 2016
56/114
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als goed. Ook als het gaat om een
publieksstrategie ziet de Adviescommissie een positieve ontwikkeling. In de aanvraag zijn een
aantal doelgroepen gedefinieerd en een bijbehorende strategie en inzet van middelen. Een en
ander is nog schetsmatig verwoord.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren voor zover de definitieve ranking dat
uitwijst.
Oktober 2016
57/114
Playgrounds Digital Arts Festival
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Playgrounds onderzoekt, stimuleert en ontwikkelt de postdigitale beeldcultuur van het bewegend
beeld en digitale media van nu en morgen.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het
Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als goed.
Hoe internationaal bijna alle gasten ook zijn, in de grond en realisatie is het een echt Brabants
festival. Playgrounds is goed geworteld in Brabant: het richt zich op alle animatie-opleidingen,
maar heeft via o.a. de directeur en oprichter een sterke band met AKV|St. Joost in Breda. De
Adviescommissie ziet het wel als een belangrijk aandachtspunt dat Playgrounds haar
samenwerkingen voldoende breed blijft opzoeken. Hetzelfde geldt voor het publiek. Juist de
samenvoeging van de doelgroepen is belangrijk. De connectie Breda-Amsterdam is een
uitstekende formule en de samenwerking met Avans Hogeschool is vruchtbaar, evenals die met de
NHTV. De internationale programmering geeft het festival een bijzondere plaats in de wereldwijde
digitale kunstontwikkelingen.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke visie en keuzes als ruim voldoende.
Playgrounds is een state-of-the-artfestival en in die zin een graadmeter voor de nieuwste
ontwikkelingen in de internationale digitale kunst en als zodanig ook breed erkend.
Het festival richt zich op animatie in de breedste zin van het woord en maakt geen onderscheid
tussen kunst en commercie. Met de nieuwe ambitie van Playgrounds NEXT (een talenthub voor
AV) zet Playgrounds nu ook in op de ‘ontwikkelfunctie’.
Binnen Nederland is Playgrounds uniek in haar soort. Ze hebben veel overlap met hun
buitenlandse collega’s, maar onderscheiden zich met hun netwerk van Nederlandse makers.
Playgrounds scheert oppervlakkig over de artistieke animatie heen, die vertegenwoordigd wordt
door KLIK en HAFF. Playgrounds heeft een sterk netwerk, een goed oog voor interessante makers
en voor de nieuwste ontwikkelingen op AV-gebied. Over het geheel genomen is de
Adviescommissie van mening dat Playgrounds de place to be is als je op de hoogte wilt blijven
van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van AV en animatie. Let wel, in zijn volle breedte,
niet per se in artistieke zin.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als goed. De commissie ziet een
realistische begroting en een mooie spreiding en verdeling over de verschillende fondsen,
sponsors en publieksinkomsten. Playgrounds weet op goede wijze zowel haar festival als
randactiviteiten professioneel en relatief goedkoop te organiseren. Hun hechte verbintenis met
industrie en onderwijs is indrukwekkend. De organisatie is in de kern klein en efficiënt en geniet
vertrouwen in het veld. Het publieksbereik is goed.
Oktober 2016
58/114
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie van Playgrounds eveneens als goed.
Playgrounds heeft een heldere doelgroepenomschrijving. Zij streeft niet zozeer meer publiek na,
maar een kwalitatieve publieksbenadering die goed beargumenteerd wordt. Door het toenemen
van de activiteiten door het jaar heen ligt er toch een uitdaging. Playgrounds hanteert hiervoor
een overtuigende strategie. Zij geven in de aanvraag een opsomming van hun marketingbeleid
met uitgebreide en gedetailleerde benoeming van alle media voor elke specifieke doelgroep. Wel
blijft Playgrounds echt een vakfestival, dat een weinig breed of divers publiek trekt.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te honoreren.
Oktober 2016
59/114
Schippers & Van Gucht
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Schippers & Van Gucht, creatief bureau en theatermakers, maken hoofdzakelijk
locatievoorstellingen voor een ‘jong’ publiek.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de honorering van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als goed. In
de afgelopen jaren heeft Schippers & Van Gucht zich bewezen met sterk ontvangen en
succesvolle voorstellingen die veelal met gerenommeerde partners tot stand zijn gekomen.
Schippers & Van Gucht richt zich met name, maar niet uitsluitend, op jong publiek.
Hoewel de instelling nog niet lang in Breda is gevestigd, heeft het zich al aan veel partners binnen
de regio West-Brabant verbonden. Er wordt samengewerkt met vele Brabantse organisaties als
Bloos, Chassé, Kunstbalie, Cultuurwinkel, De Nieuwe Veste, Festival Boulevard en HZT. De
Adviescommissie vraagt wel aandacht om in de komende jaren tot nog betere inbedding en
zichtbaarheid in Brabant te komen.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als goed. De plannen worden
door de commissie betiteld als origineel, onconventioneel zelfs, en ze getuigen van veel
denkkracht en fantasie. Molman was erg sterk in zowel concept als uitvoering. Dat de groep zich
richt op jongeren en vooral hun fantasie prikkelt, laten ze in de voorstellingen overtuigend zien en
dat blijkt ook uit de andere beschreven projecten, waarvan enkele wegens succes hernomen
worden. De visie van Schippers & Van Gucht is fris en origineel en getuigt van veel
oorspronkelijkheid. De vitale zeggingskracht van hun werk blijkt in een voorstelling als Molman
waarin de locatie, een zeecontainer, prachtig past bij het verhaal van een man die onder de
grond leeft. De gekozen vorm draagt op deze wijze veel bij aan de inhoud.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als goed. De organisatie achter
Schippers & Van Gucht is klein en kwetsbaar, maar is zich daarvan zeer bewust. De commissie
vindt het goed dat dit wordt onderkend en dat in de aanvraag specifiek wordt ingegaan op hoe
een provinciale subsidie kan bijdragen aan het verstevigen van de organisatiekracht. Dit blijft een
punt van aandacht om de ambities te verwezenlijken. Niettemin haalt men voldoende eigen
inkomsten. Zakelijk leider Dorine Cremers was voorheen onder meer tien jaar directeur van
Generale Oost en kent het ‘klappen van de zweep’. De groeistrategie lijkt doordacht en de
reprises zijn dan ook slim. Gemikt wordt op minimaal 33 % eigen inkomsten, maar uit de
aanvraag blijkt een grotere verwachting. Het wordt niet duidelijk hoe realistisch die verwachting is.
De publieksstrategie vindt de Adviescommissie voldoende. De marketing is summier maar
voldoende omschreven. En ook het budget daarvoor is bescheiden. Tegelijk hoopt men de
Oktober 2016
60/114
naamsbekendheid verder uit te bouwen. Men lijkt naast de bekende middelen vooral op mond-totmondreclame te hopen, wat gezien de bijzondere vorm en locaties van de voorstellingen niet
onlogisch is. Hoewel dit voor de publiekswerving wellicht goed kan werken, is het voor branding
van het merk Schippers & Van Gucht echt te bescheiden. De Adviescommissie vindt het van
belang dat Schippers & Van Gucht dit doorontwikkelt tot een volwaardige publieksstrategie.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren.
Oktober 2016
61/114
T.r.a.s.h.
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
T.r.a.s.h. is een dansgezelschap dat voorstellingen maakt op het raakvlak van dans en
performance.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de afwijzing van de aanvraag bij het FPK.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als
voldoende. T.r.a.s.h. onderscheidt zich in het dansveld door de expressiviteit van het
bewegingsmateriaal. Daarin heeft het gezelschap in zekere zin een unieke positie. De thematiek is
zwaar en uit zich voornamelijk theatraal.
De voornemens om hun huis in Tilburg meer open te stellen en ruimte te bieden voor jonge makers
vindt de Adviescommissie niet overtuigend. In de aanvraag ontbreekt een duidelijke motivatie en
er ligt geen concreet plan.
De aanvraag biedt weinig informatie over samenwerking en gaat beperkt in op de inbedding van
T.r.a.s.h. in Brabant: er zijn meerjarige afspraken met podia en speelplekken als Festival
Boulevard, Hilvaria Studio’s en Incubate.
De Adviescommissie heeft de indruk dat het voor T.r.a.s.h. steeds moeilijker wordt om
speelplekken in het land te verwerven. De tournees zijn korter. Die situatie wordt in het plan te
weinig toegelicht.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek inhoudelijke kwaliteit als voldoende. De
Adviescommissie mist in het plan echter een overtuigende visie op de huidige situatie en een
reflectie op de toekomst.
De aanvraag is beknopt, zonder inhoudelijk op de verschillende onderdelen in te gaan of voort te
bouwen op de prestaties of ontwikkelingen uit het verleden. De artistieke uitgangspunten duiden
niet op een verandering maar op een pas op de plaats. De inhoud van de verschillende plannen
borduren voort op de bekende thema’s. Voor de Adviescommissie is de zeggingskracht van de
voorstellingen onvoldoende overtuigend. De voorstellingen zouden met meer gelaagdheid aan
kwaliteit winnen.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit van T.r.a.s.h. als onvoldoende. De
financiële situatie is zwak. Zo is er nog steeds een negatief eigen vermogen. Dit is in 2015 wel
voor een deel ingelopen. In 2014 waren de baten veel hoger dan in 2015. De verschuiving naar
meer korte voorstellingen in het kleine circuit, waar per voorstelling lage uitkoopsommen worden
betaald, maakt het moeilijker voldoende opbrengsten te realiseren.
Op grond hiervan en gezien de werkelijke cijfers van de afgelopen jaren, concludeert de
Adviescommissie dat het plan financieel ambitieus is maar niet realistisch.
Oktober 2016
62/114
De nieuwe organisatiestructuur overtuigt niet als inzet voor een betere financiële toekomst. Het
beeld dat ontstaat, is van een weinig stabiele organisatie. Dat maakt het voor de commissie
moeilijk om vertrouwen te hebben in de toekomst.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als onvoldoende. Het hoofdstuk over
publieksbenadering vindt de Adviescommissie mager. De indeling van doelgroepen blijft beperkt
tot professionals, huidig publiek en nieuw publiek. Een strategie gericht op het vergroten van de
zichtbaarheid en een betere binding met het publiek moet nog ontwikkeld worden. Het gemiddeld
aantal bezoekers per voorstelling wil T.r.a.s.h. verhogen naar 150. Dit lijkt niet realistisch gezien
de cijfers. Uit de aanvraag blijkt dat het aantal bezoekers op diverse plekken in Nederland nu ver
beneden de 100 ligt. Het totaal aantal reguliere bezoekers is in 2015 gehalveerd ten opzichte
van 2014. Er is nauwelijks sprake van geografische spreiding.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
63/114
Tromp Percussion Eindhoven
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Tromp Percussion Eindhoven is een slagwerkfestival en concours met een internationaal
deelnemersveld dat in nauwe samenwerking met het Muziekgebouw Eindhoven tot stand komt.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de positieve beoordeling van de aanvraag bij het
Fonds Podiumkunsten.
De inbedding van Tromp Percussion in de Brabantse culturele infrastructuur beoordeelt de
Adviescommissie ais goed. Zowel inhoudelijk als wat betreft publiek. Het festival en het concours
hebben een bovenstedelijke uitstraling en belang; het concours heeft zelfs een internationale
uitstraling. Tromp brengt veel van haar concoursdeelnemers onder bij gastgezinnen in de regio en
draagt op die manier ook bij aan een sociale inbedding.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek inhoudelijke kwaliteit als ruim voldoende. Er zijn
interessante winnaars, er is een functionerend selectiemechanisme en een goede jury. Er wordt in
samenwerking met het Muziekgebouw geprogrammeerd met een succesvol festival als resultaat. Er
zijn steeds aansprekende componisten aan het festival verbonden.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit is goed. Financieel Organisatorisch is
Tromp een realistische organisatie. De directeur maakt deel uit van de projectorganisatie die wordt
aangestuurd door het bestuur van Tromp. Tromp weet relatief veel extern geld binnen te halen,
hoewel dat moeilijker wordt. Tromp weet wat zijn zwakke punten zijn en pareert die adequaat.
Wel is er bij de Adviescommissie enige zorg over het aantal doelen dat Tromp zich stelt en hoe
die moeten worden gefinancierd.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als ruim voldoende. Tromp kent een vast en
trouw publiek. Er zijn geen grote ambities wat betreft publiekstrategie om buiten de gekende
kaders te treden. Publieksuitbreiding wordt gezocht in de kring om bestaande bezoekers heen. De
goed gevulde zalen tijdens het festival maken de publieksstrategie enigszins zelfgenoegzaam. De
Adviescommissie zou graag zien dat het publieksbeleid creatiever en ambitieuzer gestalte krijgt.
Gelet op onderstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren.
Oktober 2016
64/114
United Cowboys
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse cultuur 2017-2020
United Cowboys maakt voorstellingen waarin dans, performance en beeld samenkomen.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de afwijzing van de aanvraag bij het FPK.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de culturele infrastructuur in Brabant als
voldoende. Het gezelschap is ingebed in de infrastructuur met partners als DansBrabant,
Parktheater en Festival Boulevard. Voorheen nam United Cowboys een vrij geïsoleerde positie in.
Uit het plan blijkt het voornemen om meer samen te werken, door het openstellen van het pand
voor andere makers en deelname aan het talentontwikkelingstraject PLAN.
Ondanks de benoemde ambitie om meer samen te werken, is het plan nog erg intern gericht. De
beweging naar meer openheid en samenwerking is niet in het plan terug te lezen. Zo ontbreken in
het plan de namen van de kunstenaars met wie samenwerking wordt aangegaan. Ook op het
punt van talentontwikkeling blijft onduidelijk wie de kunstenaars zijn wiens talent bij United
Cowboys in goede handen is.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van de aanvraag als voldoende.
Artistiek gezien brengt United Cowboys wel wat teweeg. Met grote, lange voorstellingen vraagt
United Cowboys veel van het publiek. De danskwaliteit is sterk. United Cowboys kent weinig
pendanten, het heeft een uitgesproken identiteit en wordt gewaardeerd door een (kleine) groep
liefhebbers.
De Adviescommissie ziet echter weinig ontwikkeling en weinig reflectie op de eigen positie in het
veld. Ze ervaart de aanvraag als erg hermetisch. Er wordt veel en uitvoerig gefilosofeerd over de
vorm waarin het werk wordt gegoten, maar over de artistieke inhoud wordt alleen abstract
gesproken.
Over wat men concreet gaat doen, bijvoorbeeld aantallen voorstellingen en landelijke spreiding,
bevat het plan veel wishful thinking maar weinig informatie.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als onvoldoende. In het plan worden
vaste gegevens als voorstellingsduur en theaterformat verlaten, maar er is geen inzicht in de
consequenties hiervan op het financiële vlak.
Bij de opzet aan producties en curatorschappen wordt uitgegaan van een hoge mate aan
flexibiliteit aan kosten. Er wordt echter onvoldoende doorgerekend wat dat zich mee brengt.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als onvoldoende. De prognoses zijn zeer
optimistisch maar in het plan wordt niet duidelijk waar dit optimisme op gebaseerd is. Er is wel
sprake van marketinginspanningen die verder gaan dan het promoten van de voorstellingen.
Landelijke zichtbaarheid is er echter nauwelijks. De Adviescommissie mist een overtuigend plan
hoe men het publieksbereik wil vergroten.
Oktober 2016
65/114
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
66/114
Vloeistof
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Met vernieuwende dansvoorstellingen en met kunstzinnige interventies in de publieke ruimte wil
Vloeistof een breed publiek aanzetten tot reflectie op actuele maatschappelijke vraagstukken.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 1.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 1.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie heeft kennisgenomen van de afwijzing van de aanvraag bij het Fonds
Podiumkunsten.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur van Vloeistof
als ruim voldoende. Vloeistof werkt samen met Brabantse partners zoals DansBrabant, Fontys
Academie en de Nwe Vorst, en heeft sterke banden met een aantal festivals. In het plan is de
samenwerking beknopt beschreven. De Adviescommissie heeft kennisgenomen van het voornemen
om in Brabant een SubCityLab op te zetten en zo bij te dragen aan lokale talentontwikkeling van
midcareer makers. Hiermee zou Vloeistof ook met talentontwikkeling een plek in de keten hebben.
SubCityLab is een platform om kennis te delen en een netwerkorganisatie. De Adviescommissie
waardeert de samenwerking in SubCityLab, Vloeistof maakt voorstellingen op locatie en wil zich
de komende jaren voornamelijk richten op buitenlocaties. Uit de aanvraag blijkt dat de
voorstellingen veel in het zuiden toeren.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als voldoende. De
Adviescommissie ziet echter weinig doorontwikkeling in het niveau van de voorstellingen van
Vloeistof. Vloeistof haalt niet het hoge niveau dat nodig is voor de combinatie van spelen op
locatie en improviseren.
Vloeistof wil met alledaagse dans een breed publiek aanzetten tot reflectie op maatschappelijke
en actuele thema’s. In de aanvraag worden een aantal projecten beschreven, maar daarin komt
die visie minder tot uitdrukking. De locatievoorstelling ‘We leven op een hellend vlak’ komt het
dichtst in de buurt. Deze voorstelling gaat over de opwarming van de aarde. De Trilogie
expedities 2018-2020 gaat over hoe ons gedrag wordt beïnvloed in de openbare ruimte. En een
voorstelling handelt over de gevolgen van marketing. Het lijkt alsof de nieuwe projecten wat
verder borduren op de geijkte manier. De Adviescommissie ziet weinig samenhang in het
programma.
Vloeistof vindt dat locatievoorstellingen in Nederland gedomineerd worden door een aantal
gezelschappen, maar geeft niet aan waarin zij zelf onderscheidend is. De danstaal oogt
eenvoudig en krijgt geen prioriteit in de aanvraag. Tegelijkertijd wil Vloeistof de komende jaren
met behulp van een dansdramaturg de danstaal en vorm verder verdiepen. De Adviescommissie
vindt dit een goed streven. In de aanvraag wordt echter niet ingegaan op de veranderingen die
dit met zich mee zou kunnen brengen. Vloeistof noemt zichzelf innovatief door de
improvisatietechnieken en door interdisciplinair te werken.
Oktober 2016
67/114
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit van Vloeistof, zoals die blijkt uit de
aanvraag, als voldoende. Vloeistof is vooral een projectorganisatie en de financiële basis is klein.
Er zijn wel voornemens om een zakelijk leider aan te trekken om het bedrijf te versterken.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie in de aanvraag van Vloeistof als niet
voldoende. Vloeistof spreekt een brede doelgroep aan van mensen die niet zoveel met dans op
heeft, dat vindt de Adviescommissie interessant. Maar de paragraaf over publiek en bereik van
doelgroepen is nauwelijks uitgewerkt. Het bereik per jaar is 10.000, de ambitie is om te groeien
naar 12.500. Een stijging van 25% is veel en de beschrijving van de strategie is beperkt. Het is
niet duidelijk of het betalend of gratis bezoek betreft. Vloeistof wil een public engagement officer
aantrekken voor de communicatie over en weer met het publiek. Maar hoe een en ander vorm
krijgt is niet onderbouwd.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
68/114
Paragraaf 2: 28 adviezen
Oktober 2016
69/114
Beeldenstorm
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Beeldenstorm in Eindhoven is een werkplaats voor beeldhouwkunst (metaal, kunststof, glas en
grafisch) en draagt bij aan de ontwikkeling van de hedendaagse sculptuur.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is ruim voldoende. Beeldenstorm, dat al
langere tijd intensief samenwerkt met grafisch atelier Daglicht en daarmee gaat fuseren, is in het
netwerk van kunstwerkplaatsen in de provincie een vaste en stimulerende waarde. Het EKWC
(keramiek), het TextielLab, SLEM (leer en schoenen) vormen samen met de grafische ateliers en de
beeldhouwwerkplaats Beeldenstorm een netwerk in de provincie. Beeldenstorm biedt
noodzakelijke voorzieningen waarin vanuit materialen, technieken en vakmanschap een bijdrage
wordt geleverd aan de ontwikkeling van de hedendaagse beeldende kunst. Er wordt door
Beeldenstorm nauw samengewerkt met collega-werkplaatsen, het onderwijs, industrie,
bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, amateurkunstenaars enzovoort.
Artistiek-inhoudelijk is het programma van Beeldenstorm in de ogen van de Adviescommissie niet
voldoende. Beeldenstorm heeft geen uitgesproken of selectief programma. Het is vooral een
voorziening met faciliteiten en expertisen om sculpturale werken uit te voeren. In feite kan iedereen
ervan gebruik maken tegen een redelijke vergoeding.
Die rol met betrekking tot vakmanschap wordt overigens door de Adviescommissie bezien als zeer
sterk. De kennis en het ambacht zijn optimaal vertegenwoordigd bij Beeldenstorm.
Om als culturele werkplaats werkelijk ook het verschil te maken zou Beeldenstorm veel bewuster
en nadrukkelijker een inhoudelijk programma moeten voeren. Er vindt weliswaar samenwerking
met het Mondriaan Fonds voor een artist in residence plaats, maar die is niet ingebed in een meer
samenhangende visie over de positie van de beeldhouwkunst in Nederland.
In die zin zou Beeldenstorm zich meer in de richting van het EKWC en het TextielLab kunnen
bewegen om de waardering die er bij de beeldhouwers voor de begeleiding en faciliteiten is om
te zetten in een artistiek programma en zich te ontworstelen aan het imago van productieplek
alleen. Onderzoek en ontwikkeling spelen in die productie wel een belangrijke rol en daar liggen
ook de kansen voor de kwaliteitsslag die Beeldenstorm kan maken. Daarvoor moet scherper
worden geselecteerd op de projectplannen van kunstenaars en hun motivatie. Een sturende
houding van Beeldenstorm als curator is daarbij onontbeerlijk, omdat het anders een te facilitaire
en dienstbare instelling blijft. Een en ander neemt niet weg dat zich bij Beeldenstorm voortdurend
interessante kunstenaars melden om er nieuw werk te produceren.
Bij partnerorganisatie Daglicht is die houding van curator al veel sterker aanwezig en als
gefuseerde instelling zou Beeldenstorm die houding in de ogen van de Adviescommissie moeten
incorporeren. Daarvoor is ook meer inhoudelijke samenwerking nodig met museale instellingen en
manifestaties als bijvoorbeeld Fundament. Beeldenstorm kent niet van oudsher een
presentatiefunctie waardoor het voor de organisatie mogelijk niet eenvoudig is die omslag te
maken.
Oktober 2016
70/114
De zakelijke professionaliteit is voldoende. Beeldenstorm is zakelijk degelijk georganiseerd maar
maakt geen heel ambitieuze indruk, wellicht ingegeven door realiteitszin, maar iets meer elan zou
de organisatie wel passen.
De publieksstrategie is ruim voldoende. Als makershuis heeft Beeldenstorm niet echt een algemene
publieksfunctie en richt zich vooral op beeldhouwers/kunstenaars die van de voorzieningen
gebruik zouden kunnen maken. Er worden regelmatig tentoonstellingen en projecten
georganiseerd om de resultaten van de werkplaats onder de aandacht te brengen, maar een
volwaardige presentatiestrategie is dat niet. Ook hier heeft Beeldenstorm nog veel te winnen.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
71/114
BookAwake/Tilt
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Tilt is een organisatie die zich richt op de versterking van de literaire infrastructuur van de
provincie en organiseert daartoe jaarlijks een festival en activiteiten, met name gericht op
talentontwikkeling en –begeleiding.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is zeer goed. Tilt is vooral actief in Tilburg,
maar is ook in andere Brabantse steden te vinden. Daarnaast heeft Tilt een sterke relatie met
Vlaanderen. In samenwerkingsverbanden richt Tilt zich bovendien op landelijke en internationale
partners. Tilt staat in verbinding met allerlei regionale en nationale samenwerkingspartners die in
de literatuur van betekenis zijn. Die verbindingen en de unieke positie van Tilt binnen de discipline
literatuur, maken dat de Adviescommissie de bijdrage aan de Brabantse infrastructuur als zeer
goed beoordeelt.
Artistiek-inhoudelijk is het beleid goed. Tilt draagt bij aan het scheppen van een literair klimaat
waarin schrijvers zich optimaal kunnen ontwikkelen. Via talentontwikkeling, het bereiken van een
nieuw en ander publiek, de wisselwerking met andere kunstdisciplines wil Tilt die doelstelling
verwezenlijken.
Door samenwerking met Watershed in Eindhoven, de Universiteit van Tilburg en wijkcentra wordt
een aansprekend programma ontwikkeld. Literatuur wordt benaderd als een levende kunstvorm
die voortdurend in ontwikkeling is en waaraan iedereen kan bijdragen. Het gaat Tilt niet enkel om
liefhebbers van taal en lezen. Er is ook ruimte voor non-fictie en via het programma Verse Taal
krijgt de samenwerking met Vlaanderen gestalte.
Er wordt gewerkt met professionals uit de sector en via ‘writer in residence’ krijgt literatuur bij Tilt
een duidelijk gezicht.
De zakelijke professionaliteit is goed. Zakelijk gezien weet Tilt een behoorlijk percentage aan
eigen inkomsten te realiseren. Ook is de organisatie succesvol in het werven van financiering bij
particuliere fondsen. Met de extra middelen die het Letterenfonds krijgt, zal Tilt naar alle
waarschijnlijkheid ook meerjarig door het Rijk ondersteund worden. Dit biedt de kans de kleine
kwetsbare organisatie wat verder te professionaliseren.
De publieksstrategie is goed. De programmering wordt in samenwerking met bibliotheken, theaters
en andere festivals op doelgroepen afgestemd. Cocreatie met het publiek en de publicatie van de
resultaten vergroten de toegankelijkheid. Tilt realiseert culturele variatie door samenwerking met
de Turkse, Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren.
Oktober 2016
72/114
BredaPhoto
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
BredaPhoto organiseert tweejaarlijks een grootschalig fotofestival en doorlopende activiteiten op
het gebied van educatie, talentwikkeling en tentoonstellingen.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is zeer goed. BredaPhoto heeft zich landelijk
ontwikkeld tot een belangwekkend en interessant knooppunt voor hedendaagse fotografie en is
stevig geworteld in Breda en Brabant. De bijdrage aan de Brabantse infrastructuur is zeer goed
mede door de samenwerking met tal van culturele en maatschappelijke organisaties en het
bedrijfsleven.
Artistiek-inhoudelijk is het beleid ruim voldoende. Onder het motto ‘BredaPhoto Pictures the Future’
slaagt de organisatie erin de internationale fotografietop in Breda te presenteren, maar ook de
talenten van de toekomst. Aan de hand van maatschappelijke relevante thema’s wordt de
betekenis van fotografie en beeldcultuur zichtbaar gemaakt.
De Adviescommissie vraagt zich af of BredaPhoto niet iets te veel vooral de breedte zoekt en
wellicht gebaat zou zijn met een minder algemene benadering, ook om zich te onderscheiden van
festivals als Noorderlicht en FotoFestival Naarden. De thematische benadering per festival biedt
daartoe mogelijkheden, maar de thema’s zouden dan minder algemeen van aard moeten zijn. De
commissie is enthousiast over de talentontwikkeling in samenwerking met zeven academies en de
voorgenomen uitbreiding ervan naar tien academies in Nederland, België en Duitsland. De
Adviescommissie is van oordeel dat BredaPhoto met het STRP festival en de Dutch Design Week in
Brabant de betekenis van de hedendaagse beeldcultuur op innovatieve wijze inzichtelijk maakt.
De zakelijke professionaliteit van BredaPhoto wordt als ruim voldoende beoordeeld. De
organisatie is klein en effectief. Schaalvergroting en professionalisering van de organisatie zijn
noodzakelijk om groei mogelijk te maken. De voorziene groei in publieksinkomsten vraagt om
flinke inspanningen.
De publieksstrategie van BredaPhoto is zeer goed en garandeert een laagdrempelig en
toegankelijk festival voor een breed en gevarieerd publiek. Dat 70% van de bezoekers van buiten
Breda komt geeft de aantrekkelijkheid van het festival aan. Door met name de ‘beleving’ van de
fotografie te versterken voorziet BredaPhoto een groei van 80.000 bezoekers naar 100.000
bezoekers. Er zijn duidelijk doelen gesteld met betrekking tot een businessclub, de
vriendenstichting, de bekendheid in het buitenland, de inzet van sociale media en crowdfunding.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren.
Oktober 2016
73/114
Broet
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Broet is een organisatie in Eindhoven die de kwaliteit en kwantiteit van Brabantse filmproducties
wil verhogen en jaarlijks een festival voor fictiefilm organiseert.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
Broet is goed ingebed in de Brabantse culturele infrastructuur. De organisatie is opgezet door
Brabantse filmmakers en heeft sterke banden met de AV-sector en de opleidingen. Het is het enige
fictiefestival op het gebied van film in Brabant en daarmee een belangrijk presentatiepodium.
Broet functioneert ook als steunpunt, werkplaats en kennisinstituut voor fictiefilm in de provincie. De
inbedding in zowel het lokale onderwijs als in de lokale als nationale filmindustrie, is
indrukwekkend. Daarbij wil de Adviescommissie wel aantekenen dat de omvang van deze sector,
zeker binnen Brabant, erg beperkt is.
Artistiek-inhoudelijk presteert Broet ruim voldoende. Wat Playgrounds doet voor animatie en
Docfeed voor de non-fictiefilm doet Broet voor fictiefilm. Het is bottom-up tot stand gekomen vanuit
lokale makers. Door het jaar heen evalueert Broet met vakgenoten lokale producties van
beginnende makers en opkomend talent. Door deze te koppelen aan gevestigde makers binnen
de voorzieningen die ze faciliteren dragen zij bij aan de verbetering van het filmklimaat. Broet
ontving de educatieprijs van Filmmuseum Eye.
De zakelijke professionaliteit is goed. Broet weet het festival professioneel en relatief goedkoop te
organiseren, werkt met een realistische begroting en heeft goede publieksinkomsten. Broet
presenteert in de aanvraag duidelijk verwoorde ambities in groei van activiteiten en publiek.
Hiervoor willen zij, bij meerjarige honorering, een marketing medewerker aanstellen.
In de publieksstrategie, die ruim voldoende is, richt Broet zich met alle bekende
filmmarketingmiddelen op zowel de artistieke filmliefhebber als de mainstreamliefhebber, een
combinatie die voor een publieksfestival zinvol is. Het publieksbereik is echter nog niet heel groot
en divers.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
74/114
B-There
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
B-There is sinds 2014 een zelfstandig, tweedaags festival in ‘s-Hertogenbosch voor
jongvolwassenen tussen 18 en 28. Het accent in de programmering ligt op Nederlandse en
onbekende buitenlandse acts en daarnaast is er aandacht voor ‘crossovers vanuit de muziek’.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als niet
voldoende. De Adviescommissie kan op basis van de aanvraag nog weinig zeggen over de
positie van B-There in de Brabantse culturele infrastructuur. De aanvraag biedt te weinig
aanknopingspunten om te kunnen spreken van een voldoende bijdrage aan de culturele
infrastructuur.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als niet voldoende. De aanvraag
geeft onvoldoende blijk van artistiek-inhoudelijke kwaliteit van het festival. Het festival heeft geen
uitgekiende inhoudelijke visie, maar leunt vooral op het creëren van een kruispunt tussen muziek,
kunst, jongeren en uitgaan, en claimt daarmee een werkbare strategie te hebben om jongeren te
betrekken bij kunst.
Hoewel het profiel van het festival interessant is, is er nog te weinig zicht op de programmering de
komende jaren.
Met betrekking tot oorspronkelijkheid, merkt de Adviescommissie op dat in de aanvraag de
nadruk gelegd wordt op authentieke acts die ‘vooruitstrevend’ doch niet per se ‘experimenteel’
zijn. B-There ziet hun uniciteit niet zozeer in het programma zelf, als wel in de combinatie van
inhoud, samenwerking, marketing en communicatie.
Vakmanschap is niet echt aan de orde in de aanvraag. Het artistieke profiel is vooral gedefinieerd
in marketingtermen: jong talent, upcoming, passend bij de doelgroep. In de aanvraag wordt
‘kwaliteit’ wel benoemd, maar wordt het niet geheel duidelijk welke criteria daarbij een rol spelen.
Het creëren van een tijdelijke ‘eigen’ wereld voor jongeren is het instrument waarmee B-There
poogt betekenis en zeggingskracht tot stand te brengen.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als voldoende. De nog wat prille
organisatie lijkt zich op een professionele en eigentijdse wijze neer te zetten. De begroting is
bescheiden en gaat uit van een verdubbeling in vier jaar tijd mede door een provinciale bijdrage.
De partners zijn relevant en men is zelfbewust over de mogelijkheden en uitdagingen voor de
organisatie. Een passende financieringsmix en serieuze plannen om sponsoren te betrekken zijn in
de begroting voorzien. De initiatiefnemers steken ook onbezoldigd veel tijd in B-There.
Publieksstrategie is ruim voldoende. Voor een festival als dit is een passende publieksstrategie de
kern van haar bestaansrecht. Het doel is immers om jongeren/jong volwassenen te prikkelen, uit te
dagen en mee te nemen in de (inhoudelijke) ontwikkeling van het festival. De aanvraag is hierover
nogal beknopt en mist een onderscheidende invalshoek ten aanzien van haar marketing.
Oktober 2016
75/114
Tot nu toe was het festival gratis. Het trok vorig jaar 6.500 bezoekers. Vanaf 2016 moet er
toegang betaald worden en start daarmee een nieuwe dynamiek.
Een en ander is daarom moeilijk te beoordelen op de langere termijn: het festival bestaat pas kort
en gaat juist dit jaar een professionaliseringsslag maken.
De Adviescommissie concludeert dat als gevolg van het korte bestaan van het festival, een
aanvraag voor een meerjarige subsidie vooralsnog prematuur is.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
76/114
Cacaofabriek
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Cacaofabriek is een in Helmond gevestigde presentatieruimte met een accent op actuele
ontwikkelingen in de hedendaagse beeldende kunst. Er is een gevarieerd
tentoonstellingsprogramma, met ruimte voor performances, artistieke interventies, lezingen,
debatten en andere kunst gerelateerde bijeenkomsten. Daarnaast is er een actief educatief
programma dat wordt geleid door professionele kunstvakdocenten. Kunstinitiatief De Cacaofabriek
is een ontmoetingsplaats voor kunstenaars en kunstliefhebbers uit de regio Helmond, ZuidoostBrabant, maar ook van daarbuiten.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage van de Cacaofabriek aan de Brabantse infrastructuur
als ruim voldoende. Door de breedte van de activiteiten is er samenwerking met uiteenlopende
partners, en de Cacaofabriek participeert in het samenwerkingstraject tussen de presentatie
instellingen ‘Bigger than Brabant’. De positie van de Cacaofabriek is vooral van regionale aard,
en is in die context van belang, hoewel er in de regio ZO meerdere presentatie-instellingen zijn.
De Adviescommissie beoordeelt ook de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van de Cacaofabriek als
ruim voldoende. De Cacaofabriek heeft een goede reputatie op het gebied van schilderkunst en
kiest voor goede kunstenaars/gastcuratoren. Namen die in de aanvraag worden genoemd
spreken aan: Jana van Meerveld, Esther de Graaf en Maartje Korstanje. Verder speelt de
Cacaofabriek een goede rol bij de introductie van jong regionaal talent.
De Cacaofabriek heeft participatie als uitgangspunt in haar doelstelling en maakt daarin keuzes
die in de ogen van de Adviescommissie soms eerder proces- dan resultaatgericht zijn.
Kernwoorden zijn ‘voeden, vermaken, verbinden’.
Vanuit die positie ontplooit De Cacaofabriek - naast haar functie als presentatie instelling - vele
andere activiteiten. Het betreft onder andere AIR lab, Cacao Expo+, talentontwikkeling,
festivalmaand en cross-over projecten. De Adviescommissie adviseert om scherper te kiezen voor
een duidelijker artistiek profiel. De Adviescommissie is bijvoorbeeld van mening dat de
Cacaofabriek binnen het AIR-programma vooral gekende, overigens wel goede, namen kiest,
maar dat dit wel wat avontuurlijker zou mogen. De Adviescommissie vindt het jammer dat de
Cacaofabriek werkt met een kunstcommissie die uitsluitend bestaat uit regionale leden. Zij vindt
een sterkere externe oriëntatie op buitenregionaal niveau gewenst.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als niet voldoende. De Cacaofabriek
als geheel wordt geleid door ‘combidirecteur’ Jochem Otten, die ook leiding geeft aan Theater
Speelhuis. Ageeth Scherphuis is directeur van Kunstinitiatief De Cacaofabriek en Martin van de
Laar is artistiek leider. Dat zorgt voor een kleine maar stevige organisatie. Met impulsgelden voor
drie jaar is vanaf 2014 een volwaardig tentoonstellingsprogramma ontwikkeld. Ook de gemeente
draagt hieraan bij.
Oktober 2016
77/114
De aanvraag van de Cacaofabriek richt zich op de expositie, maar de Adviescommissie vindt het
te gemakkelijk en weinig onderbouwd om dat als 25% van de totaalbegroting te presenteren. In
combinatie met het negatieve bedrijfsresultaat van afgelopen jaar, zorgt dat ervoor dat de
Adviescommissie de zakelijke professionaliteit als niet voldoende beschouwt.
De publieksstrategie van De Cacaofabriek is in de ogen van de Adviescommissie ruim voldoende.
De afgelopen jaren heeft er groei in de bezoekersaantallen gezeten. Onderzoek in de regio en
een uitgebreid communicatieplan 2017-2020 waarin vijf publieksgroepen worden onderscheiden,
moeten ervoor zorgen dat die groei doorzet. De Adviescommissie is van mening dat het plan
goed is, evenals realisme in ambities, maar is van mening dat een ambitie van 5% groei in vier
jaar wel erg bescheiden is.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
78/114
DansBrabant
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
DansBrabant positioneert zich als dansontwikkelaar in Brabant. DansBrabant stimuleert het
dansklimaat en de dansinfrastructuur in Brabant en biedt ondersteuning aan choreografen en
dansers bij de ontwikkeling van hun loopbaan.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als zeer
goed. De Adviescommissie constateert dat DansBrabant een sterke positie heeft verworven in het
Brabantse dansveld en een zeer goede bijdrage levert aan de infrastructuur. DansBrabant is een
uitstekende initiator op het punt van samenwerking. De Adviescommissie meent dat, met zijn kleine
bezetting, DansBrabant een bewonderenswaardige output heeft geleverd in de afgelopen
periode.
De wijze waarop DansBrabant in haar plan de doorontwikkeling van talentontwikkelaar naar
dansontwikkelaar vormgeeft, door te spreken over een horizontale en verticale werking, is erg
inzichtelijk.
In het kader van het Plan Brabant werkt DansBrabant samen met andere talentontwikkelaars in
Brabant zoals festival Cement, festival Boulevard en het Zuidelijk Toneel.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als goed. DansBrabant heeft een
uitstekend plan ingediend, met een heldere omschrijving van visie, uitgangspunten en functies. De
artistiek-inhoudelijke kwaliteit van het plan vindt de commissie goed.
De makers worden veelal via coproducties ondersteund. Het is de Adviescommissie niet heel
duidelijk hoe DansBrabant de begeleidende rol en productionele rol in de praktijk vorm geeft.
Opvallend is dat een aantal van de makers werkt vanuit een eigen organisatie en stichtingsvorm.
Er is nauwelijks sprake van exclusiviteit in de relatie DansBrabant en de makers.
Tekenend is dat uit de aanvraag van Cement blijkt dat deze partij steeds door de talenten als
mentor wordt gekozen in het kader van PLAN.
De Adviescommissie is van mening dat DansBrabant zich op dit punt sterker moet profileren. De
werkelijke functie als ondersteunende structuur voor makers kan zichtbaarder worden. Belangrijk is
te concretiseren wat die begeleiding inhoudt. Voor de doorstroom van talent wordt zorg
gedragen. Het is belangrijk dat makers als Jan Martens en Arno Schuitemaker een zelfstandige
positie in het dansveld gingen innemen. Dat schept ruimte voor nieuwe initiatieven en die worden
in het plan beschreven.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als goed. DansBrabant is een kleine
organisatie die goed functioneert. De financiële basis is goed. Inherent aan een kleine organisatie
is dat deze kwetsbaar is en bij te grote ambities een risico ontstaat voor de organisatie. Dit is een
aandachtspunt.
Oktober 2016
79/114
Uit de begroting blijkt dat veel publieksinkomsten toevloeien naar de eigen organisaties van
makers. Dat duidt op een niet zo sterke productionele en zakelijke verantwoordelijkheid van
DansBrabant zelf.
Omdat de Begeleiding van choreografen zowel de productionele, financiële en artistieke
begeleiding aspecten betreft, is de Adviescommissie van mening dat DansBrabant daarom ook
productioneel verantwoordelijkheid zou moeten dragen voor de maker. Ook een zekere
exclusiviteit in de relatie maker/DansBrabant duidt op een heldere verantwoordelijkheid voor het
proces van talentontwikkeling.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als ruim voldoende. De publieksstrategie van
DansBrabant vindt de commissie nog niet zo sterk. Er lijkt een paradox te zijn, waar DansBrabant
de marketing van de eigen organisatie en de zichtbaarheid van de makers niet helder in balans
krijgt. Er wordt in het plan ook niet veel over de verschillende doelgroepen gezegd. DansBrabant
lijkt zich op een publiek van kenners en vakgenoten te richten. In dat opzicht vindt de
Adviescommissie de in de begroting opgenomen groei van publieksinkomsten niet heel realistisch.
Twee jaar geleden is DansBrabant met een aantal andere Nederlandse partners Dansmakers
Amsterdam, Generale Oost, Dansateliers en Random Collision gestart met Moving Futures. Dit is
een reizend dansfestival dat steeds voor een paar dagen neerstrijkt in een aantal Nederlandse
steden. In dat kader merkt de Adviescommissie op dat de deelname van DansBrabant aan
Moving Futures belangrijk kan zijn voor de publieksontwikkeling van DansBrabant.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren.
Oktober 2016
80/114
De Compagnie/Noordkade
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Kunstgroep de Compagnie/Noorkade afficheert zich als de ‘Tate aan de Noordkade’, waarbij
visuele kunst wordt gerealiseerd in de Wiebengassilo op een industrieel erfgoedcomplex in
Veghel. Zes tentoonstellingen per jaar en aanvullende concerten moeten beeldende kunst
toegankelijk maken voor een breed publiek.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage van De Compagnie/De Noordkade aan de
Brabantse culturele infrastructuur als zeer slecht. De Compagnie beschrijft zichzelf als een
waardevolle aanvulling voor de Brabantse infrastructuur, maar legt nergens uit waarom dat zo
zou zijn. Er wordt geen inzicht verschaft in de plaats die de Compagnie inneemt ten opzichte van
andere presentatieplekken in Brabant en ook samenwerkingsverbanden in de provincie worden
niet genoemd. Dit maakt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur zeer beperkt.
De beschrijving van de artistiek-inhoudelijke kwaliteit wordt door de Adviescommissie als slecht
beoordeeld. De Compagnie formuleert geen inhoudelijke visie van waaruit wordt gewerkt noch
criteria die worden gehanteerd bij het selecteren van kunstenaars voor de beoogde
tentoonstellingen. Er worden wel kunstenaars genoemd, maar daarbij wordt geen beeld gegeven
van een samenhang in keuze of richting. De constante is dat het de keuze betreft van de artistiek
leider van de Compagnie vanuit de vrijblijvende veronderstelling dat zo’n eigen en unieke
expositieruimte vanzelf spannende kunst oplevert. De Adviescommissie waagt deze bewering in
twijfel te trekken.
De zakelijke professionaliteit is in de ogen van de Adviescommissie slecht. De begroting is
discutabel, want is voor ieder begrotingsjaar hetzelfde terwijl groei wordt voorzien. Eigenaardig is
dat wordt geschreven dat de omzet van de winkel beoogd wordt te verdrievoudigen, maar dat is
niet in de begroting verwerkt. Zo zijn er meer discrepanties: er wordt € 15.000 aan inkomsten
opgevoerd voor de concerten, terwijl daar eerder over wordt gemeld dat die gratis zijn. Ook gaat
de Compagnie niet in op de fusie die voorhanden is waarbij de organisatie opgaat in de stichting
Cultuurcluster Noordkade.
De publieksstrategie ontbreekt en is daarom als niet aanwezig beoordeeld. Over publieksbereik
zegt de aanvraag niets en ook het publiciteitsplan is nietszeggend.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
81/114
DOCfeed
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
DOCfeed, opgezet door Brabantse filmmakers, organiseert jaarlijks in Eindhoven het enige
documentaire filmfestival in de provincie.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is in de ogen van de Adviescommissie ruim
voldoende. DOCfeed werkt samen met de Brabantse AV-sector, Omroep Brabant en de AVopleidingen in de provincie. Het festival wordt ondersteund en gesponsord door het Brabantse
bedrijfsleven. Als enige regionale presentatiepodium voor non-fictiemakers heeft het een duidelijke
functie.
Artistiek-inhoudelijk presteert DOCfeed ruim voldoende. DOCfeed slaat een brug tussen filmmakers
en publiek, studenten en vertegenwoordigers van het filmvak en biedt zowel kennismaking met de
discipline als diepgang en beleving. Artistiek-inhoudelijk wordt gedacht vanuit een brede opvatting
dat ook het pure vakmanschap kunstzinnig is. Hoewel het festival bottom-up door makers zelf is
opgezet, weten ze ook gevestigde partijen aan zich te binden. DOCfeed kan qua intenties
worden vergeleken met festivals als Playgrounds en Broet. Met elkaar bieden ze een compleet
beeld van de filmcultuur in de provincie: documentaire, animatie en fictiefilm. Deze festivals zijn
onafhankelijk van elkaar ontstaan maar hebben vergelijkbare doelstellingen.
De zakelijke professionaliteit is ruim voldoende. DOCfeed organiseert het festival op een
professionele manier en redelijk goedkoop. Er is een realistische begroting en er zijn haalbare
ambities geformuleerd.
De publiekstrategie is voldoende. Momenteel trekt DOCfeed vooral een lokaal publiek en het
streeft in de toekomst een verdubbeling van het bezoekersaantal na, naar 3.500 mensen. Het is
de vraag of die ambitie wordt waargemaakt omdat het publieksbereik vooralsnog niet heel divers
of groot te noemen is.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
82/114
Dutch Design Foundation
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
De Dutch Design Foundation organiseert jaarlijks in Eindhoven de Dutch Design Week (DDW) die
zich richt op de internationale ontwikkelingen in de beeldcultuur met betrekking tot de
Nederlandse positie daarin.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De inbedding van de DDW in de Brabantse culturele infrastructuur is uitstekend. De DDW is door
de landelijke en internationale reputatie van grote betekenis voor de provincie als regio waar
design, innovatie en industrie waardevolle onderdelen zijn van de infrastructuur. De uitgebreide en
veelzijdige samenwerking met alle belanghebbende partijen in de provincie is onmiskenbaar
stimulerend voor de ontwikkeling van hedendaags design. De magneetfunctie van een evenement
als DDW is van groot belang voor de doorontwikkeling van het profiel van de regio.
Ook de samenwerking en wisselwerking met onderwijsinstellingen als de Design Academy en St.
Lucas zorgt voor een sterke positie in de regio.
Artistiek-inhoudelijk is de DDW zeer goed en zet hiermee internationaal de standaard. De
manifestatie verkent de actuele betekenis van design en stimuleert overheden, industrie, onderwijs
en anderen deze innovatief in te zetten. De Dutch Design Foundation ondersteunt ontwerpers door
internationale exposure te bieden en opdrachten te verstrekken. De manifestatie is inspirerend,
geeft richtingen aan en stimuleert creatieve excellentie. Met samenhangende presentaties op 100
locaties onderscheidt de DDW zich van designbeurzen. Het biedt ook verdiepende en
verstrooiende aanvullende programmaonderdelen die aantrekkelijk zijn voor een groot, breed en
gevarieerd publiek.
DDW ziet Dutch Design niet louter als een label voor een bepaalde groep ontwerpers of
ontwerpesthetiek, maar als de permanente weerslag van een cultuur en mentaliteit.
De DDW toont het beste van het beste van een internationaal erkende creatieve sector in een
gelaagd programma dat door de Adviescommissie als zeer goed wordt beoordeeld.
De zakelijke professionaliteit is uitstekend. De financiële organisatie van de Dutch Design
Foundation is professioneel en slaagt erin hoge eigen inkomsten te realiseren. Door te werken met
‘ambassadeurs’ – in 2015 waren dat Studio Makkink & Bey en Koert van Mensvoort – weet
DDW een grote betrokkenheid in het veld te creëren en een brede belangstelling bij een groot
publiek. DDW is zeer succesvol in het samenwerken met de media (tv-programma Het Klokhuis,
bijvoorbeeld), het werven van fondsen en sponsoren.
De publiekstrategie is zeer goed en succesvol waardoor de Dutch Design Week tijdens de laatste
editie 275.000 bezoekers trok. Er is veel (internationale) persbelangstelling en er is een
professioneel communicatie- en marketingplan. De Dutch Design Week heeft nog volop ambities,
vooral op het gebied van de internationale deelname aan de DDW en het aantal buitenlandse
bezoekers.
Oktober 2016
83/114
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren.
Oktober 2016
84/114
Electron
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Electron is een ontwikkelinstelling voor de visuele kunsten gericht op het geschreven woord, het
authentieke beeld en kunstenaarswerkprocessen.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als
onvoldoende. Electron beschouwt zichzelf als een van de belangrijkste verbinders binnen het
kunstenveld van Breda. Zij doen dit langs 3 programmalijnen: Urban Art Projects, Website Witte
Rook en Platform Electron. Het belang van een initiatief als dat van Electron kan voor de
ontwikkeling van het stedelijk overgangsgebied groot zijn, die functie beoordeelt de
Adviescommissie echter als lokaal.
De Adviescommissie is van mening dat het Electron ontbreekt aan een regionaal
omgevingsbewustzijn. Hoewel Brabant diverse stevige spelers heeft op het gebied van de
ontwikkelfunctie in de visuele kunsten, geven zij in hun aanvraag aan de enige te zijn.
Electron heeft wel diverse samenwerkingspartners, waaronder opleidingen en
projectontwikkelaars, maar ook deze blijven erg lokaal van aard.
De Adviescommissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van Electron als niet voldoende. Electron
spreekt zich in haar aanvraag niet uit over criteria, artistieke visie of scouting. Ze zeggen voor de
projecten voor alle partijen toegevoegde waarde te willen realiseren, waardoor er voor elk
project en elke omstandigheid weer andere criteria zijn. Ze zeggen ook geen criteria te hebben
voor de vorm of kwaliteit van de output van de verschillende processen die ze begeleiden. De
bijgevoegde lijst van cv’s van kunstenaars zijn van diegene die het eerste Urban Art Project
hebben uitgevoerd en van diegene die op de website Witte Rook bloggen.
Of Witte Rook een artistiek inhoudelijke component gaat krijgen, is nog niet te zeggen.
Vooralsnog staat deze site in de kinderschoenen. De ambitie dat Witte Rook in 2020 zover moet
zijn gekomen dat heel het Brabantse kunstenveld hier gebruik van maakt en dat een Engelstalige
toevoeging publiek uit het buitenland zal trekken, lijkt de Adviescommissie weinig realistisch.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als voldoende. Electron bestaat uit
een klein team van artistiek leider, backoffice en programma- of projectleiders. De
personeelskosten zijn relatief laag. De aanvraag geeft geen inzicht in hoe groot de inzet van
vrijwilligers is.
De begroting is eenvoudig en in principe realistisch. Wel vraagt de Adviescommissie zich af wat
het eventueel mislopen van een van de subsidies zal betekenen voor de beschreven
programmering. Electron heeft redelijke inkomsten uit de grafische werkplaats, uit de verhuur van
ruimtes en uit de horeca. De Adviescommissie is van mening dat de kosten voor Witte Rook stevig
drukken op de begroting, maar beoordeelt de zakelijke kwaliteit over de gehele linie als
voldoende.
Oktober 2016
85/114
De publieksstrategie in de aanvraag beoordeelt de Adviescommissie als niet voldoende. Er is
sprake van een ‘grote hoeveelheid bezoekers’ op de website, het medium dat als het belangrijkste
staat omschreven. Het aantal fysieke bezoekers aan tentoonstellingen is beperkt. Daarnaast is er
geen ambitie beschreven om meer publiek te trekken en ontbreekt er een omschrijving van de
manier waarop het potentiële, nieuwe publiek bereikt kan worden.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond,
adviseert de Adviescommissie om de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
86/114
Graphic Design Festival Breda
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Het Graphic Design Festival in Breda (GDFB) is een tweejaarlijkse manifestatie gericht op
beeldcultuur vanuit met name grafisch ontwerp.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is goed. GDFB is toonaangevend op het
gebied van grafisch ontwerp, zowel binnen als buiten de provincie. Het festival was duidelijk
gelieerd aan het Museum of the Image (MOTI), de plaatselijke kunstacademie en andere
stedelijke partners. Doordat de positie van MOTI in het fusietraject met het Breda’s Museum in de
ogen van de Adviescommissie minder helder is dan voorheen met betrekking tot grafisch ontwerp,
is het GDFB op dit gebied de bestendige factor in Brabant geworden. GDFB werkt goed samen
met het hoger kunstonderwijs, de plaatselijke academie die op dat gebied een naam hoog houdt
en de vertegenwoordigers van de beroepspraktijk.
Ook artistiek-inhoudelijk scoort de organisatie goed. Het GDFB heeft in feite dezelfde potentie als
Breda Photo. Ze organiseren beurtelings om het jaar in de stad een festival. GDFB wil een brug
slaan tussen de museale wereld en het dagelijks leven. Ze heeft daarvoor een toonaangevend
programma op gebied van grafisch ontwerp, verspreid over de stad. Dit gaat van exposities en
posters tot interventies in de buitenruimte en gesprekken en lezingen. GDFB doet dat volgens de
Adviescommissie goed, maar is echter nog niet zo ver als het collegafestival voor fotografie. De
opdracht van GDFB is moeilijker, omdat grafisch ontwerp als discipline voor het grote publiek veel
minder herkenbaar is. Wel laat het festival een goede kwaliteit zien en door interventies in de
buitenruimte wordt ook het algemene publiek ermee in aanraking gebracht. Door tussentijds in
binnen- en buitenland activiteiten te organiseren, wordt het festival langzamerhand een vaste
waarde. Tijdens het festival is Breda de ontmoetingsplaats voor grafisch ontwerpers uit het land.
De zakelijke professionaliteit is goed. De organisatie is klein en efficiënt. De bevlogen en vaardige
directeur maakt van GDFB bovendien een betrouwbare organisatie die zakelijk naar behoren
functioneert.
De publieksstrategie is in de ogen van de Adviescommissie ruim voldoende. GDFB is nu nog
gebaat bij erkenning door de professionals en de brede beroepspraktijk van het grafisch ontwerp.
In de toekomst zou de festivalformule een veel groter, gevarieerder en breder publiek moeten
kunnen trekken. De aanzetten hiertoe zijn gegeven, maar de uitwerking ervan is nog niet tot
wasdom gekomen.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie niet te honoreren.
Oktober 2016
87/114
Het Groote Hoofd
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Het Groote Hoofd is een theatergroep die zich vanuit haar standplaats op de Noordkade in
Veghel bezighoudt met modern volkstheater, in nauwe relatie met amateurs en lokale partijen.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt als de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als niet
voldoende. Het Groote Hoofd is gevestigd op de Noordkade in Veghel en heeft zich daar een
stevige plek verworven. Het gezelschap wil bijdragen aan de culturele bewustwording in dit deel
van Brabant door middel van klassieke en hedendaagse stukken over kleinmenselijke thematiek.
De onderwerpen zijn regiogebonden en in de uitvoering worden lokale amateurs naast
professionele spelers ingezet. Het Groote Hoofd kiest daarmee voor een sterk lokale rol en
functie. Ook in speellocatie, publieksopbouw en samenwerkingspartners komt dat naar voren. De
Adviescommissie waardeert die keuze, maar is van mening dat de bijdrage van Het Groote Hoofd
aan de Brabantse culturele infrastructuur daarmee beperkt is.
De artistiek-inhoudelijke kwaliteit van Het Groote Hoofd wordt als niet voldoende beoordeeld. Het
Groote Hoofd geeft aan zich in dit deel van Brabant te hebben gevestigd omdat hier nog geen
professioneel theatergezelschap was en ze de streektaal en -verhalen tot leven wil brengen.
Hoewel Het Groote Hoofd dat met overtuiging doet, wordt hiermee in de ogen van
Adviescommissie eerder een sociale noodzaak weergegeven dan een artistieke.
Hetzelfde geldt voor de nadrukkelijke rol die de amateurs in de voorstellingen krijgen; op het
gebied van participatie is dit een interessante zet, maar dit staat niet garant voor voorstellingen
van voldoende artistieke kwaliteit.
Hoewel de thema’s en plannen voor de toekomst interessant klinken, heeft de Adviescommissie
onvoldoende vertrouwen in de uitwerking en uitvoering. De aanvraag gaat hier niet op in, maar
ook eerdere ervaringen dragen bij aan die mening. In de voorstelling Veevoederfabriek werden te
weinig keuzes gemaakt, was het spelniveau beperkt en ontbrak het over de gehele linie aan een
diepere laag of boodschap. Alles werd expliciet gepresenteerd, zoals bij een voorstelling met
amateurspelers wel vaker het geval is, en de professionele regie van Het Groote Hoofd was hier
onvoldoende zichtbaar.
De zakelijke professionaliteit is in de ogen van de Adviescommissie niet voldoende. Het Groote
Hoofd is een kleine organisatie, die in de afgelopen jaren met projectsubsidies rond heeft kunnen
komen, maar graag vanuit een wat meer solide basis zou willen kunnen opereren. In de begroting
zit volgens de Adviescommissie echter veel ijdele hoop. Zowel wat betreft het oplopen van de
publieksinkomsten (onder andere van publiek van buiten de regio) als voor wat betreft de
sponsoring. Het plan maakt onvoldoende duidelijk hoe realistisch die aannames zijn.
De publieksstrategie wordt beoordeeld als slecht. De Adviescommissie waardeert de grote
diversiteit aan bezoekers en het vermogen een publiek te betrekken dat weinig theaterervaring
Oktober 2016
88/114
heeft. Hiervoor werkt de betrokkenheid van de amateurs goed. De ervaring van de
Adviescommissie is echter dat die betrokkenheid eindig is, dus een goede strategie om dat publiek
te binden is heel belangrijk. De Adviescommissie is echter van mening dat de publieksstrategie
zeer slecht is beschreven. Er worden veel aannames gedaan over groei zonder de bijbehorende
middelen of strategie daarvoor te beschrijven. Het Groote Hoofd geeft wel aan uit te gaan van
mond-tot-mondreclame omdat ze voorstellingen voor en door het volk produceren. Zichtbaarheid
buiten de regio wordt daarbij niet genoemd, terwijl er wel gemikt wordt op publiek van buiten de
regio.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
89/114
Het Kader/Docwerk
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Het Kader/Docwerk is een werkplaats voor het produceren van documentaires, gericht op het
coachen en ondersteunen van AV-talent en de AV-sector.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als ruim
voldoende. Docwerk is opgezet door Brabantse makers en richt zich specifiek op het begeleiden
van Brabantse talenten. De organisatie heeft sterke banden met de Brabantse AV-sector, Omroep
Brabant en de AV-opleidingen, en is binnen Brabant de enige documentairewerkplaats. Daarmee
vormt Docwerk een brug tussen opleiding en de beroepspraktijk. Docwerk heeft impulsgelden
ontvangen voor de AV-talenthub.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als voldoende. De visie is
duidelijk: Docwerk levert “een essentiële bijdrage aan de professionele ontwikkeling van AVtalenten door het aanbieden van ambitieuze en gerichte werkervaring.” De
talentontwikkeling/coaching is er op zowel artistiek, zakelijk als technisch gebied. Naast de
ontwikkeling van een steunpunt en het maken van de Docwerk-afleveringen voor Omroep Brabant,
zijn nieuwe ambities het produceren van documentaires van toptalenten en het vergroten van de
impact van de begeleide documentaires. Hiermee betreedt Docwerk het domein van een
filmproducent. De Adviescommissie vraagt zich af in hoeverre de ambities van deze werkplaats
niet te breed en te groot zijn en of Docwerk zich niet vooral zou moeten richten op het
ontwikkelen van veelbelovende ideeën en plannen van jonge makers.
Bezien vanuit oorspronkelijkheid merkt de Adviescommissie op dat, met het begeleiden/coachen
van beginnende makers, Docwerk gedeeltelijk de coachende taak opvangt van het verdwijnende
Mediafonds. Voor de Adviescommissie staat het vakmanschap van Docwerk buiten kijf. Het team
van Docwerk bestaat uit ervaren producenten met veel kennis en een goed netwerk. De
samenwerking met Omroep Brabant levert relatief grote zichtbaarheid op voor dit soort kleine en
beperkte producties. Deze winnen hierdoor aan zeggingskracht.
De Adviescommissie vindt de zakelijke professionaliteit niet voldoende. De Adviescommissie vraagt
zich af of het productiegeld voor lokale documentaires zal verdwijnen door het verdwijnen van het
Mediafonds, waarmee bijvoorbeeld ook de financiering van de Brabantse Beauties gevaar loopt.
De Adviescommissie ziet het verdwijnen van het Mediafonds als een groot risico. Het is
opmerkelijk dat de aanvraag niet ingaat op de consequenties van deze ontwikkeling. De
organisatie vraagt een meerjarige subsidie aan terwijl er eerder sprake is van een projectmatige
aanpak. De jaren 2014 en 2015 zijn met een negatief saldo afgesloten.
De publieksstrategie vindt de Adviescommissie voldoende. Het samenwerken met Omroep Brabant
levert relatief grote zichtbaarheid op voor dit soort kleine en beperkte producties. De
Adviescommissie acht de ideeën over vertoningen in het filmtheatercircuit echter niet realistisch,
gezien de vele pogingen daartoe van het BKKC en voorganger VBF.
Oktober 2016
90/114
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie niet te honoreren.
Oktober 2016
91/114
HZT Studio’s voor de Residentie Brabant
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
HZT Studio’s vraagt aan voor de Residentie Brabant, een internationale woon- en werkplek voor
podiumkunstenaars.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De link met HZT en vele andere betrokken Brabantse instellingen zorgen voor een ruim voldoende
bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur. De Adviescommissie beoordeelt de plannen
van HZT studio’s als vernieuwend en spannend.
In de plannen wordt uitgegaan van een brede en veelvuldige samenwerking met andere
Brabantse instellingen en zijn daarnaast activiteiten voorzien om het publiek mee te nemen in het
creatieproces met openbare repetities, etentjes, workshops voor scholieren en gastcolleges in het
hoger onderwijs. Maar of de voorstellingen inhoudelijk ook veel relatie hebben met de plek waar
ze gemaakt worden is niet omschreven.
De aanvraag legt sterke accenten op internationalisering, waarmee HZT zich aansluit bij andere
Brabantse instellingen met een internationaal karakter zoals Boulevard, Best of the Fest in
Eindhoven, STRP, Incubate, DansBrabant en Chassé Theater. HZT lonkt naar Kunstenfestival Des
Arts en het Holland Festival waarmee HZT zich zou plaatsen in de eredivisie van de internationale
theaterprogrammering. Onduidelijk is echter hoe concreet deze ambitie is.
De Adviescommissie is van mening dat de ambitie om een residentie te starten heel goed is, maar
dat dit meer tot de reguliere werking van HZT zou moeten horen, dan dat dit als solitaire functie
aangevlogen wordt.
De artistiek-inhoudelijke kwaliteit beoordeelt de Adviescommissie als goed. De aanvraag gaat
echter meer in op de faciliterende kant, dan op de producerende kant.
De aanvraag voorziet desalniettemin in een aantal interessante namen als Nick Steur en de sterk
opkomende Bram Jansen. Samenwerkingspartners als Zollverein in Essen, Theater Oberhausen,
Campo uit Gent en Schauspielhaus Zürich verraden bovendien een hoog artistiek ambitieniveau.
Interessant is dat HZT zich via HZT Studio’s ook wil verbinden met circustheater. De naam en
positie van HZT maken deze ambities realistisch en zorgen voor een goede artistiek-inhoudelijke
kwaliteit.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit van HZT studio’s als goed. HZT
Studio’s is een initiatief van HZT, een BIS-gezelschap met jarenlange ervaring dat een goede en
gezonde bedrijfsvoering en ondernemerschap kent.
De publiekstrategie is in de ogen van de Adviescommissie niet voldoende. In het plan wordt te
weinig zicht gegeven op dit aspect. De publieksstrategie komt amper aan bod; een concrete
aanpak voor het werven en binden van publiek ontbreekt. In principe biedt betrokkenheid van
HZT wel enigszins vertrouwen, hoewel de Adviescommissie van mening is dat ook daar de
zichtbaarheid een aandachtspunt is.
Oktober 2016
92/114
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
93/114
KOP
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
KOP in Breda is een nomadische organisatie die de praktijk van kunstenaars en ontwerpers
stimuleert met exposities op locatie en in de openbare ruimte.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is ruim voldoende. KOP is op de voormalige
vaste locatie in Breda succesvol geweest als opstapplek voor beginnende kunstenaars en
ontwerpers. Er wordt met tal van partners samengewerkt, van het kunstonderwijs tot het
bedrijfsleven. KOP maakt deel uit van het samenwerkingsverband van presentatie-instellingen
Bigger than Brabant. Door wegvallende financiering en vertrek uit het pand aan de Speelhuislaan
in 2014 is de zichtbaarheid van KOP in de ogen van de Adviescommissie wel wat verminderd.
KOP heeft die omstandigheden gebruikt om zich artistiek-inhoudelijk te herpositioneren en zich
meer te richten op de openbare ruimte, waar zij zelf op nomadische wijze deel van uitmaakt.
Artistiek-inhoudelijk is het beleid voldoende. Het programma van KOP is naar het oordeel van de
Adviescommissie sinds het zwervende bestaan wat gaan zwalken en de activiteiten kregen een
wat versnipperd karakter. Leidraad is de openbare ruimte en thematisch speelt de actualiteit een
belangrijke rol, met name de veranderende rol van de kunstenaar in de maatschappij. De
aanvraag besteedt veel aandacht aan wat KOP wil met (jonge) kunstenaars, maar geeft te weinig
aan hoe dat moet gebeuren.
De zakelijke professionaliteit is voldoende. KOP is een kleine organisatie met een bescheiden
begroting en een bedrijfsvoering die daarmee in overeenstemming is. Er wordt onderzoek gedaan
naar verdienmodellen en er zijn activiteiten op het gebied van talentontwikkeling en educatie. Het
valt de commissie op dat KOP creatief ondernemerschap wil uitdragen aan de kunstenaars
waarmee wordt gewerkt, maar dat de eigen begroting nog te zwaar leunt op publieke middelen.
Hier valt nog veel te halen.
De publieksstrategie is voldoende. KOP laat zich met presentaties in de openbare ruimte
voorstaan op hoge bezoekersaantallen, maar dat is een te rooskleurige voorstelling van zaken als
het gaat om werkelijke en langdurige betrokkenheid bij de presentaties. De strategie is er vooral
op gericht om jonge mensen te bereiken via sociale media. Dat is voor die doelgroep geschikt,
terwijl tegelijkertijd de locatieactiviteiten ter plekke ook moeten landen; hoe dat gaat gebeuren is
onduidelijk.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie niet te honoreren.
Oktober 2016
94/114
Kunstpodium T
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Kunstpodium T is een organisatie die zich richt op talentontwikkeling in de beeldende kunst door
(recent afgestudeerde) academiestudenten te koppelen aan gerenommeerde kunstenaars in een
meester-leerlingprogramma.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
Kunstpodium T Is goed ingebed in de Brabantse culturele infrastructuur. Kunstpodium T heeft zich
in het verleden bewezen als een kleine, flexibele organisatie die sterk is in het verbinden van
uiteenlopende partners die van belang zijn binnen de keten beeldende kunst: de kunstenaars zelf,
academies, presentatie-instellingen, musea enzovoort. Daarmee is een goed netwerk opgebouwd.
In Brabant en daarbuiten is Kunstpodium T een begrip. De laatste twee jaar schoot Kunstpodium T
enigszins door in ambitie door het programma meer internationaal (wereldwijd) te organiseren.
Daardoor werd het netwerk trager en logger en konden met name de studenten van buitenlandse
academies niet voldoende worden begeleid. Toen duidelijk werd dat die nieuwe opzet een te
zware wissel op de organisatie trok, heeft het bestuur ingegrepen. Door terug te keren naar de
kerntaak onder leiding van een nieuwe directeur is Kunstpodium T zich aan het herpakken. De
Adviescommissie onderschrijft deze keuze en heeft er vertrouwen in dat op korte termijn de
resultaten ervan zichtbaar zullen worden.
Artistiek-inhoudelijk is het programma goed. Kunstpodium T hanteert een formule die werkt
waardoor aankomende kunstenaars de afstand tussen academie en beroepspraktijk op een
adequate manier kunnen overbruggen. De kunstenaars die onder leiding van een jaarcoördinator
worden aangetrokken om de studenten te begeleiden, zijn succesvol in de eigen beroepspraktijk.
De commissie heeft kennisgenomen van de beslissing om vanaf komend jaar de planning van de
programmering te veranderen en onderschrijft deze keuze. Kunstpodium T zou meer
verantwoordelijkheid kunnen nemen voor nazorg en studenten na afloop van het programma
kunnen blijven begeleiden in een meer bestendige relatie tussen meester en leerling. Doordat het
programma zich nu weer op Nederland en Vlaanderen richt, kan die continuïteit beter worden
gewaarborgd.
De zakelijke professionaliteit is goed. Kunstpodium T is een kleine organisatie met een loyaal
team. Het bestuur heeft de accuratesse getoond om tijdig in te grijpen toen het mis dreigde te
gaan. Dat waardeert de Adviescommissie als goed. Binnen de samenwerkingen met academies in
binnen- en buitenland werd ook altijd een bescheiden financieel aandeel geleverd. En
Kunstpodium T had een structurele samenwerking met Museum De Pont voor artist talks,
presentaties en de Dag van de Jonge Kunstenaar. Het is de vraag of die samenwerkingen in een
afgeslankte vorm behouden kunnen blijven.
De publieksstrategie is ruim voldoende. Kunstpodium T vindt het publiek vooral onder de jonge
kunstenaars en kunststudenten. De publieksstrategie is wat dat betreft effectief. Een aspect dat tot
Oktober 2016
95/114
op heden in de ogen van de Adviescommissie is blijven liggen, is hoe de alumni, de jonge
kunstenaars die het project hebben gevolgd, betrokken blijven bij het programma. Zij zijn immers
de ambassadeurs en laten zien wat Kunstpodium T kan en wil zijn. Het plan formuleert hieromtrent
wel enkele ambities, maar deze moeten nog verder worden ontwikkeld.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie niet te honoreren.
Oktober 2016
96/114
MOTI
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
De aanvraag van Moti voor de periode 2017-2020 betreft ‘het Nieuwe Museum’. Dit is het
resultaat van de fusie tussen Moti met het Breda’s Museum. De beoogde fusiedatum is 1 januari
2017. De aanvraag is gedaan door stichting Moti namens beide musea.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De commissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als niet voldoende.
Er wordt een bijdrage aan de ontwikkeling en realisatie van de programmering gevraagd. De
Adviescommissie beschouwt de fusie en exploitatie van Moti in dit stadium op de eerste plaats als
een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Er is momenteel geen Brabants belang, het museum levert
geen bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur.
Beide musea hebben vooral lokaal verbindingen in de stad (NHTV, Avans), maar weinig
inbedding daarbuiten. De in het plan aangevoerde partners zijn allen afkomstig uit Breda (Club
Solo, Electron etc.) en er staat niet beschreven wat ze gaan bijdragen. De Adviescommissie denkt
dat het, gezien de recente historie van beide musea, niet vanzelfsprekend is dat deze
samenwerkingen hout zullen snijden.
De commissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als niet voldoende. De visie die het
nieuw te vormen museum zou moeten uitdragen vindt de Adviescommissie erg algemeen
geformuleerd en weinig helder. Wat betekent de combinatie tussen beeldcultuur en erfgoed?
Beeldcultuur is een containerbegrip dat moeilijk te positioneren valt. Overigens merkt de
Adviescommissie op dat het voor het Moti de derde naamswijziging is in 8 jaar tijd.
De commissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als voldoende. De Adviescommissie vindt
het opvallend dat er in de aanvraag niet wordt gesproken over de achterliggende reden waarom
deze twee musea samengaan. Deze fusie is niet ingegeven vanuit artistiek-inhoudelijke gronden
maar meer vanuit praktisch, noodzakelijk oogpunt.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als niet voldoende. In de aanvraag wordt
niet duidelijk geformuleerd wat de inhoudelijke noodzaak is van deze samenwerking. De
Adviescommissie wijst op het gevaar dat de samenwerking doorsnee wordt, van beide kanten
weinig. Er is een groot risico dat dit museum een te grote doelgroep wil aanspreken, daarmee te
algemeen wordt en zijn doel voorbij schiet.
De Adviescommissie concludeert dat door de fase waarin beide musea verkeren, ze nauwelijks
kunnen voldoen aan de criteria om voor subsidie in aanmerking te komen. Een projectaanvraag
ligt eerder voor de hand.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
97/114
PARK
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
PARK is een kunstenaarsinitiatief in Tilburg dat in een markante expositieruimte tentoonstellingen
met vooral mid-career hedendaagse kunstenaars organiseert.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur wordt door de Adviescommissie als ruim
voldoende beoordeeld. PARK is een opmerkelijke aanvulling op het aanbod van
kunstenaarsinitiatieven en presentatie-instellingen in de provincie. Juist in een periode waarin door
bezuinigingen in de kunst een aantal instellingen de deuren moest sluiten, wierp PARK zich op als
een initiatief dat het tij wilde keren. Sinds 2013 hebben de vier plaatselijke
kunstenaars/initiatiefnemers een intensief tentoonstellingsprogramma georganiseerd. Doordat zij
ieder hun eigen netwerk inzetten, ontstaat inhoudelijk een vrij breed terrein aan activiteiten. PARK
positioneert zich tussen de musea en de galeries. Vanuit een eigenzinnige houding die vooral op
de kunstenaarspraktijk is gericht, ontwikkelt PARK zich tot een instelling die meer en meer de
samenwerking met anderen opzoekt en binnen een plaatselijk en regionaal netwerk functioneert.
Er is samenwerking met Fundament en Incubate en er worden presentaties georganiseerd op
satellietlocaties in de NW Vorst en Goirle PARKing. De Adviescommissie waardeert die meer
verbindende en uitnodigende houding.
Artistiek-inhoudelijk is het beleid van PARK ruim voldoende. De tentoonstellingen en aanvullende
activiteiten van PARK zijn vooral gemotiveerd door de persoonlijke keuzes van de vier kunstenaars
die om de beurt verantwoordelijk zijn voor het programma. Hier ligt altijd een persoonlijke
noodzaak aan ten grondslag, wat garant staat voor het belang ervan. Daardoor is PARK een
organisatie die binnen het discours van de hedendaagse kunst een uitzonderlijke positie inneemt.
Ze gaan niet of nauwelijks mee met trends of kunstbeschouwelijke benaderingen die ingegeven
zijn door overwegingen die niet in de eerste plaats vanuit de kunstenaarspraktijk worden gedacht.
Het nadeel hiervan, in de ogen van de Adviescommissie, is dat de jaarprogrammering niet echt
samenhangend is en soms wat willekeurig aandoet. In zijn geheel is het oordeel van de
Adviescommissie echter ruim voldoende.
De zakelijke professionaliteit is ruim voldoende. Gesteund door de gemeente Tilburg heeft PARK
met beperkte middelen en aangevuld met vriendenbijdragen en crowdfunding het hoofd boven
water gehouden. PARK staat op het lovenswaardige standpunt dat in elk geval de exposerende
kunstenaars een vergoeding voor hun inspanningen moeten ontvangen. De huidige
organisatiegraad vergt veel liefdewerk.
De publieksstrategie is ruim voldoende. Binnen Tilburg zijn de tentoonstellingen in PARK echte
events. De openingen worden goed bezocht. Daarnaast zijn de openingstijden beperkt en de
publieksopkomst navenant. Door randactiviteiten wordt het bezoek echter gestimuleerd. Met
educatieprogramma’s worden ook middelbare scholieren bereikt.
Oktober 2016
98/114
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie niet te honoreren.
Oktober 2016
99/114
Podium Bloos
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Podium Bloos wil de komende jaren in het westelijk deel van Brabant een onderscheidend stedelijk
en provinciaal stevig verankerde productieplek worden voor makers die werk maken dat lokaal,
provinciaal en landelijk opvalt en waar het publiek meteen getuige van is.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als zeer
goed. Met Podium Bloos lijkt het alsof Brabant er een productiehuis bij heeft. In brede zin, ook met
jongeren, wordt aan talentontwikkeling gedaan, waarbij Bloos talrijke samenwerkingsverbanden
onderhoudt. De plannen van Podium Bloos vormen een belangrijke nieuwe ontwikkeling in de
provinciale infrastructuur. Het podium heeft een brede oriëntatie op jonge makers. Door zijn
presentatie- en ontwikkelfunctie is het podium een zinnige aanvulling in de podiumkunsten die
vooral in Eindhoven, Den Bosch en Tilburg sterk vertegenwoordigd zijn, maar in West-Brabant
minder.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van Podium Bloos als goed. Tot
nu toe bleek Bloos vooral praktische faciliteiten te bieden voor jong talent, maar de ambities
reiken zichtbaar verder. Dat blijkt onder meer uit de gewenste aanstelling van een artistieke kern.
De invulling daarvan is summier omschreven. Het is voor de Adviescommissie in de aanvraag niet
duidelijk of er een producer aangenomen wordt. De Adviescommissie is van mening dat jonge
makers die artistieke begeleiding nodig hebben, vooral inhoudelijk gesteund moeten kunnen
worden.
Met onder meer Schippers & Van Gucht en Guilherme Miotto, actieve deelname in PLAN
Talentontwikkeling en festivals als Gloednieuw en 39Graden die goed ontvangen zijn, blaakt
Podium Bloos van de ambitie, waarbij de frisse plannen vooral nuchter, pragmatisch en niet te
hoogdravend zijn geformuleerd.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als goed. De behaalde resultaten
zijn zowel inhoudelijk als zakelijk gezien opmerkelijk. Vooral door de hoge eigen inkomsten uit de
jaarlijkse verhuur van maar liefst 600 dagdelen en uit horeca. Het eigen vermogen is echter zwak.
Er worden weinig recettes opgevoerd in de begroting als gevolg van de aard van de
programmering. De organisatie wil van 4,4 fte naar 7 fte groeien, onder andere ten behoeve van
sponsorwerving. De zogenoemde gemengde beroepspraktijk betekent voor de theatermakers in
Podium Bloos vooral hands on, opdrachten aannemen en van elkaar leren. De behaalde
resultaten tot nu toe en de realistisch geformuleerde ambities wekken vertrouwen bij de
Adviescommissie. De plannen bieden mooie perspectieven. Podium Bloos heeft de potentie een
interessante plek te worden.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als ruim voldoende. De publieksstrategie van
Podium Bloos is erop gericht dat makers een duurzame relatie opbouwen met hun publiek. Dit
Oktober 2016
100/114
doen ze door het publiek, waar mogelijk, te betrekken in het maakproces. Podium Bloos zet in op
een groei van 20% bezoekers. Podium Bloos wil zijn zichtbaarheid vergroten, ondermeer door de
naam te branden en hiervoor meer mensen en middelen in te zetten. De Adviescommissie is
benieuwd naar de nadere uitwerking en resultaten van deze publieksstrategie.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag te honoreren voor zover het budget dat toelaat.
Oktober 2016
101/114
So What’s Next
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Het So What’s Next? festival richt zich op jazz en aanverwante stromingen.
Het festival is sinds 2016 onafhankelijk van het Muziekgebouw en wil groeien van een eendaags
naar driedaags evenement. Op een van die dagen wordt een showcasefestival georganiseerd in
locaties in de binnenstad van Eindhoven.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als
voldoende. De commissie vindt deze bijdrage van het relatief jonge festival So What’s Next? op
basis van het plan echter lastig te bepalen. Context, meerwaarde en positionering zijn niet zo
duidelijk uit de aanvraag op te maken. Het festival onderhoudt vooral relaties met partijen in
Eindhoven, waaronder het Muziekgebouw.
Artistiek-inhoudelijk vindt de Adviescommissie de kwaliteit ruim voldoende. De programmering van
het festival, die wordt gedaan door Muziekgebouw en Mojo (North Sea Jazz) is artistiek
interessant met goede namen, maar niet exceptioneel. De Adviescommissie mist een overtuigende
artistiek-inhoudelijke visie in de aanvraag.
De plannen met het signature concert en de showcases vindt de commissie bijzonder. Dat kan hele
spannende dingen opleveren. De namen die nu genoemd zijn geven een richting aan en zijn
redelijk mainstream.
De showcases, geselecteerd door New Yorkse scouts, moeten ervoor zorgen dat So What’s
Next? hét evenement wordt in Europa voor professionals. Dat lijkt nu nog wat ongeloofwaardig
gezien de rol en het belang van Jazz Ahead in Bremen.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit van de aanvraag als goed. So
What’s Next? is nu een zelfstandige organisatie die een projectorganisatie aanstuurt. De
begroting is helder en afgewogen, en vertoont een goede financieringsmix. De fondsenwerving
lijkt wat overoptimistisch: fondsen die nu positief beschikken zullen dat niet per definitie in de
toekomst blijven doen.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als voldoende. De aanvraag bevat summiere
informatie over publieksbereik en publieksstrategie. Daarmee is het lastig in te schatten hoe nieuwe
doelgroepen voor de extra dagen van So What’s Next? worden bereikt en overgehaald het
festival te bezoeken. Het online platform zal een nuttige functie kunnen vervullen voor de
publieksbenadering.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
102/114
Storioni Festival
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Het Storioni Festival is een festival in Brabant op het gebied van klassieke kamermuziek. Het
festival is gericht op topcultuur; het omvat talentontwikkeling en heeft een hoge producerende
kwaliteit.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als goed.
Als springplank voor jonge klassieke musici is de functie van talentontwikkelaar belangrijk. Het
Storioni Festival heeft samenwerkingsverbanden met een groot aantal relevante partijen in en
buiten Brabant. Dat geldt voor de talentontwikkelingsfunctie (conservatoria en concoursen) maar
ook voor de presentatiefunctie (de klassieke podia in de provincie). Daarmee levert het Storioni
Festival een goede bijdrage aan de culturele infrastructuur. Het festival vindt plaats in meerdere
steden in Noord Brabant op concertpodia en op andere locaties.
De artistiek-inhoudelijke kwaliteit van het festival is voor de Adviescommissie ruim voldoende.
Hoewel er een aantal kamermuziekfestivals is in Nederland, is het Storioni Festival in Brabant het
enige. Het Storioni Festival heeft een heldere visie, de programmering getuigt van vakmanschap
en het festival heeft een karakteristieke, luchtige atmosfeer. Het niveau van de musici die Storioni
Festival uitnodigt, is hoog. Het internationale netwerk van zowel het Trio als het Muziekgebouw
wordt goed ingezet. De Adviescommissie heeft waardering voor de plannen die het festival heeft
met het verstrekken van compositie-opdrachten aan zowel nationaal als internationaal vermaarde
componisten.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit van het festival als goed. Het festival
heeft een brede financieringsmix. Alle gemeentes waar concerten plaatsvinden, cofinancieren het
festival. Er wordt bovendien een beroep gedaan op verschillende particuliere en publieke fondsen
en er wordt gebruik gemaakt van sponsorinkomsten.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als ruim voldoende. Het festival heeft goed
gevulde zalen. Het festival is zich bewust van haar eigen aantrekkingskracht en weet die goed te
benutten. De Adviescommissie vindt de publieksstrategie zoals die uit de aanvraag blijkt op zich
ruim voldoende, maar het is weinig specifiek beschreven. Gelet op de ambities van het festival zou
het bezoekersaantal zeker hoger dan 7.000 kunnen zijn.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie niet te honoreren.
Oktober 2016
103/114
Festival Stranger than Paranoia
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Stranger than Paranoia is een jaarlijks festival in Tilburg dat bijna 25 jaar bestaat. De missie van
het festival is om vanuit het uitgangspunt ‘improvisatiemuziek’ uiteenlopende muziekdisciplines te
combineren en bij elkaar te brengen. De missie is ook om zeer verschillende musici in een
programma samen te brengen en artistieke kruisbestuivingen te stimuleren.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als goed.
Het festival bestaat bijna 25 jaar. Sinds een jaar of tien is het festival uitgebreid naar meerdere
Brabantse en later ook niet-Brabantse steden. In de programmering is ook aandacht voor
Brabantse makers.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als zeer goed. Het festival biedt
een bijzondere programmering met bijzondere combinaties. Het is ieder jaar een goede mix van
jong en oud, bestaand en nieuw, jazz en niet-jazz.
Daartegenover kan ook opgemerkt worden dat er weinig sprake is van vernieuwing. De opzet van
het festival is een succesformule gebleken en wordt jaarlijks herhaald.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als ruim voldoende. De ambities die
uitgesproken worden zijn reëel. De geraamde inkomsten uit private fondsen vindt de
Adviescommissie wat aan de lage kant. De toelichting op de begroting sluit niet helemaal aan op
de begroting zelf. De aanvraag geeft het beeld van een niet erg sterke organisatie met een stevig
bestuur.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als voldoende. Uit de aanvraag blijkt niet dat
er sprake is van een actieve publieksstrategie. Het festival is in een goede periode in het jaar als
het gaat om publieksbereik (kerstweek). In de Amsterdamse versie levert dat veel toeristen op
onder het publiek. In Tilburg en Brabant komen relatief veel mensen die door het jaar heen niet
naar jazz gaan. De samenstelling van het publiek lijkt weinig te veranderen.
De beschrijving van doelgroepen en benaderingen is redelijk vaag. De bewering dat er veel
mensen met verschillende culturele achtergronden op het festival afkomen, beschouwt de
Adviescommissie als een te makkelijke observatie, die niet per se waar hoeft te zijn en niet
bijdraagt aan een professionele publieksstrategie.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
104/114
STRP
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
STRP initieert, produceert en presenteert internationaal vernieuwende en creatieve technologie
voor een breed en nieuwsgierig publiek in de vorm van een biënnale met tussenprogramma.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
STRP speelt volgens de Adviescommissie een zeer goede en belangrijke rol in de Brabantse
culturele infrastructuur. STRP ziet de presentatie van de nieuwste ontwikkelingen als haar
hoofdtaak. STRP werkt daarvoor samen met een scala van culturele en technologische instellingen
en bedrijven, evenals educatieve instellingen en scholen. De belangrijkste partners komen uit
Brabant, maar het bereik reikt tot ver buiten Brabant. STRP is gezien haar massa en ambitie
toonaangevend binnen Nederland en Europa. STRP is niet de enige organisatie in Brabant die
zich richt op creativiteit en technologie. Wel is STRP het enige multidisciplinaire festival op dit
gebied.
De artistiek-inhoudelijke kwaliteit is goed. De nieuwste technologie in de visuele kunsten wordt
door STRP onder de aandacht gebracht in een aansprekende internationale programmering. STRP
realiseert haar visie om een bijdrage te leveren aan de kennisregio door creatief-technologisch
talent een podium te bieden. In het kleine wereldje van vergelijkbare internationale festivals met
een beperkt aantal aansprekende makers is er veel overlap. STRP onderscheidt zich in haar
thematische aanpak, maar kan bijna per definitie in dit veld niet heel oorspronkelijk zijn. Met het
steeds toegankelijker worden van de techniek, dreigt STRP een stukje van haar toonaangevende
rol voor de makers en de scene te verliezen. Daar is STRP zich van bewust en zij stelt daar in het
plan een mooie balans tussen technologie en de toepassing daarvan in kunst tegenover. Het is
belangrijk dat STRP die balans steeds blijft opmaken, om haar eigen positie in de snel
veranderende sector te behouden. De Adviescommissie is van mening dat de keuze voor een lage
drempel ter bevordering van de toegankelijkheid soms een wat gewaagdere programmering in de
weg staat. STRP heeft een goed netwerk en een goed oog voor interessante makers. Het
programma lijkt zich nog steeds (voor de derde keer op rij onder de nieuwe directeur) te
verstevigen.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als goed. De organisatie van STRP is
klein en functioneel. De wisselwerking tussen het structurele programma van MU en de STRP
Biënnale draagt zorg voor continuïteit. STRP is creatief in de samenwerking met zeer veel
uiteenlopende partners. STRP weet zowel haar festival als randactiviteiten professioneel te
organiseren. De Adviescommissie vindt de begroting realistisch en ziet een mooie spreiding en
verdeling over de verschillende fondsen, sponsors en publieks- en educatie-inkomsten. STRP hoopt
door de vergroting van distributieactiviteiten een nieuwe stroom inkomsten te genereren. Ook wil
STRP nieuwe relaties met technologiebedrijven leggen in de hoop dat ze mee willen investeren in
kunstenaars. De Adviescommissie heeft haar vraagtekens of dat een realistische ambitie is. De
Adviescommissie vindt het jammer dat STRP geen aanvraag heeft gedaan bij het Stimuleringsfonds
Creatieve Industrie. Hoewel we begrijpen dat de kans op honorering op voorhand al nihil leek, is
Oktober 2016
105/114
het voor zichtbaarheid, politiek bewustzijn en ambitieniveau van de instelling wel van belang op
de radar te verschijnen.
STRP heeft een goede publieksstrategie. In de verbinding met lokale makers en een breed publiek
is STRP succesvol. Als één van de weinige instellingen hanteren zij een heldere
doelgroepenomschrijving. STRP streeft actieve betrokkenheid van het publiek na via het opbouwen
van een eigen community en ziet nog potentiële groeimogelijkheden bij de vrouwen en niet-lokaal
publiek. Het streven om te groeien van 30.000 richting 40.000 bezoekers acht de
Adviescommissie, gezien de toenemende concurrentie, ambitieus, net als de 5 á 10.000
bezoekers die zij in de tussenjaren willen halen.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te honoreren.
Oktober 2016
106/114
TextielMuseum
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
TextielLab (onderdeel van het TextielMuseum) is een werkplaats op het gebied van textiel die
vanuit traditioneel vakmanschap experiment en vernieuwing nastreeft.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als zeer
goed. De Adviescommissie is van mening dat zowel op het gebied van vormgeving (ontwerp) als
de beeldende kunst het TextielLab een belangrijke functie heeft in de keten, voor zowel
aankomende als jonge makers, kunstenaars en vormgevers met bewezen talent. Het TextielLab
heeft een belangrijke schakelfunctie tussen uiteenlopende partijen en werkt samen met
onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, technologie en industrie. Het TextielLab werkt samen met de
(internationale) top van de textielkunst en –ontwerp. In de Brabantse culturele infrastructuur maakt
het TextielLab (onderdeel van het TextielMuseum) deel uit van een reeks werkplaatsen op het
gebied van keramiek, grafiek, sculptuur, leer/schoenen/mode die vanuit traditioneel vakmanschap
experiment en vernieuwing nastreven.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als goed. De visie van het
TextielLab (het in leven houden van het textiele vakmanschap en erfgoed door het ontwikkelen,
verzamelen, overdragen en presenteren van design en kunst gemaakt van textiel) is vertaald in
een doelgericht opdrachtenbeleid. Talentontwikkeling en onderzoek zijn belangrijke speerpunten.
De aanvraag maakt melding van een interessant tableau van deelnemende
kunstenaars/ontwerpers, ook zonder textielachtergrond, die met naam en toenaam worden
genoemd. Het TextielLab voldoet aan de eisen van oorspronkelijkheid. Makers zijn aan het werk
voor het oog van het publiek. Het TextielLab heeft geleid tot een eigen designmerk, en een eigen
Textielshop. Het textielambacht wordt doorontwikkeld.
De Adviescommissie merkt op dat het museale beleid om het publiek naar het lab te brengen, op
gespannen voet kan staan met de concentratie die een werkplaats vraagt. Sommige
kunstenaars/ontwerpers willen geen pottenkijkers, terwijl dat juist zo goed is voor de
zichtbaarheid. Dit vraagt om aandacht. Het vakmanschap van het TextielLab is groot. Er werken
medewerkers met hoogwaardige kennis. Het TextielLab biedt zeer geavanceerde technieken, van
handwerk tot computergestuurd. Daarin is het wereldwijd een voorloper. De Adviescommissie
onderschrijft de opmerking in de aanvraag dat het TextielLab deel uitmaakt van een voorhoede
van culturele, museale werkplaatsen internationaal.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als goed. Het TextielLab is ingebed
in het TextielMuseum (en is “het kloppend hart van het TextielMuseum”, aldus de aanvraag). De
Adviescommissie is van mening dat dit een goede zakelijke professionaliteit garandeert. De
deelbegroting van het TextielLab is helder gespecificeerd. Het TextielLab zet het merk (producten)
landelijk goed weg via het label BY TextielMuseum en de exploitatie van de Textielshop. De
Oktober 2016
107/114
Adviescommissie meent dat er nog groei mogelijk is, in exposure maar ook in ondernemerschap.
Gezien eerdere toekenningen denkt ze dat het mogelijk moet zijn om meer inkomsten van fondsen
te genereren.
De kwaliteit van de publieksstrategie vindt de Adviescommissie ruim voldoende. Er is een heldere
doelgroepomschrijving. Marketing en communicatie worden goed beschreven, maar enigszins
algemeen van opzet. Gezien de niche die textiel inneemt, zou de publieksstrategie daar meer op
in mogen gaan. Nationale en internationale zichtbaarheid worden vergroot via deelname aan
prestigieuze manifestaties.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie te honoreren.
Oktober 2016
108/114
Van Gogh Zundert
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Met de geboorteplaats van Vincent van Gogh als vestigingsplaats is Van Gogh Zundert een
organisatie voor beeldende kunst die plaatselijk erfgoed beheert, behoudt en verbindt aan
hedendaagse ontwikkelingen in de beeldende kunst.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is ruim voldoende. Van Gogh Zundert heeft
in het Van Gogh-jaar 2015 de samenwerking met tal van culturele en maatschappelijke
organisaties in en buiten Brabant geïntensiveerd en uitgebreid. De Adviescommissie beoordeelt de
bijdrage aan het Brabants cultuursysteem dan ook als goed. Hoewel Zundert niet heel centraal in
de provincie ligt, heeft het Van Gogh-huis een behoorlijke aantrekkingskracht gekregen. Met een
interessant artist-in-residenceprogramma en tentoonstellingen is er bovendien een goede naam
opgebouwd. Er is een netwerk met zowel de plaatsen waar Van Gogh heeft gewoond en gewerkt
als met de bekende musea met Van Gogh-collecties.
Artistiek-inhoudelijk scoort Van Gogh Zundert bij de Adviescommissie een voldoende. Van Gogh
Zundert gaat in het plaatselijke Van Gogh Kwartier een expositiehal bouwen en wil jaarlijks
50.000 bezoekers gaan trekken. Gezien de huidige bezoekersaantallen is de potentie er. De
Adviescommissie proeft echter enige discrepantie tussen de artistiek-inhoudelijke ambities en de
meer toeristisch gefundeerde publieksbenadering. Een programmering met grote internationale
namen (Fabre, Kiefer, Tuymans) is aantrekkelijk voor een groot internationaal publiek, maar stemt
in de ogen van de Adviescommissie niet helemaal overeen met de schaal van de overige
activiteiten. Momenteel is er juist een aandachtige en intieme omgang met het erfgoed van Van
Gogh, ook in randactiviteiten als wandelingen en dergelijke. Gaat dat niet botsen met de ietwat
hooggespannen verwachtingen met betrekking tot de expositiehal? Het zal een opgave zijn om
daarin de juiste balans te vinden. Omdat de plannen interessant zijn, maar de balans uit de
aanvraag nog niet helemaal blijkt, waardeert de Adviescommissie de artistieke kwaliteit als
voldoende.
Van Gogh Zundert kent in de zakelijke professionaliteit een goede organisatiegraad, realiseert
een behoorlijk percentage aan eigen inkomsten en wordt naar behoren ondersteund door de
gemeente Zundert. De afgelopen jaren was de organisatie succesvol in het aantrekken van
projectsubsidies.
De publieksstrategie is ruim voldoende. Met de huidige activiteiten trekt Van Gogh Zundert relatief
veel publiek. Dit is een breed publiek, van toeristen tot Van Gogh-geïnteresseerden en -kenners.
Van Gogh Zundert werkt met ‘promoting partners’ en is zeer actief op sociale media, via VVV en
binnen de jumelage met Auvers-sur-Oise. Die strategie beoordeelt de Commissie als ruim
voldoende. De aanvraag is grotendeels gebaseerd op het realiseren van de expositiehal,
waarvan de werking echter nog moet worden bewezen. De Adviescommissie vraagt zich af of
Oktober 2016
109/114
uitgaan van meer dan een verdubbeling van publieksaantallen dan realistisch is. Het moet
bovendien nog blijken hoe de extra inspanningen en aandacht voor het Van Gogh-jaar in de
toekomst bestendigd blijven.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
110/114
Verkadefabriek
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
De Verkadefabriek, het vlakkevloertheater in ‘s-Hertogenbosch, vraagt een provinciale bijdrage in
de exploitatie ten behoeve van de programmering en de intensieve samenwerking met Brabantse
aanbieders.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6.
De Adviescommissie is van mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De Adviescommissie beoordeelt de bijdrage aan de Brabantse culturele infrastructuur als goed.
De Adviescommissie is van mening dat de Verkadefabriek een belangrijke rol binnen de Brabantse
culturele infrastructuur vervult. Als vlakkevloertheater heeft de Verkadefabriek een regionale
functie. De Verkadefabriek onderscheidt zich door de programmering van een brede diversiteit
aan Brabantse huisgezelschappen, waardoor het programma uitsteekt boven dat van andere
reguliere podia.
De Verkadefabriek werkt intensief samen met Brabantse gezelschappen als Matzer, Artemis, HZT
en Panama Pictures, en festivals als Festival Cement, November Music en Theaterfestival
Boulevard. Een groot deel van de programmering wordt naar eigen zeggen ingevuld door deze
Brabantse gezelschappen en festivals, die overigens bijna alleen een zelfstandige positie binnen
de Brabantse culturele infrastructuur vervullen.
De Verkadefabriek vervult productie- en presentatiefuncties in de keten en is gericht op
talentontwikkeling door de verbintenis met de creatieve hbo-opleidingen. De Verkadefabriek was
initiatiefnemer in het talentontwikkelingstraject en faciliteert een aantal Brabantse festivals.
De Adviescommissie beoordeelt de artistiek-inhoudelijke kwaliteit als voldoende. De aanvraag
maakt weinig concreet waarvoor subsidie wordt aangevraagd. De aanvraag heeft geen
betrekking op specifieke producties of bijzondere programmakeuzes. De Adviescommissie kan de
artistiek-inhoudelijke kwaliteit van deze aanvraag hierdoor moeilijk beoordelen.
De Adviescommissie beoordeelt de zakelijke professionaliteit als goed. De zakelijke organisatie
van de Verkadefabriek is professioneel en ondernemend. Om de gemeentelijke bezuinigingen op
te vangen, vraagt de Verkadefabriek provinciale subsidie aan. De ingediende begroting maakt
echter niet duidelijk op welk deel van het activiteitenprogramma van Verkadefabriek de aanvraag
zich richt en wat de daarmee gemoeide kosten en opbrengsten zijn. Dat maakt de aanvraag
weinig transparant en het gevraagde bedrag onvoldoende onderbouwd.
De Adviescommissie beoordeelt de publieksstrategie als goed. Uit de aanvraag blijkt dat de
publieksstrategie prima in orde is. De Verkadefabriek hanteert een doelgroepensegmentatie, en
blijft doorontwikkelen in marketingbeleid, onder meer door een verdere intensivering van de VFpas.
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de aanvraag niet te honoreren.
Oktober 2016
111/114
Wave of Tomorrow
Beoordeling subsidieaanvraag Hedendaagse Cultuur 2017-2020
Wave of Tomorrow (WOT) is een organisatie in ’s-Hertogenbosch die interactieve kunstprojecten
onderzoekt, produceert en presenteert tijdens onder andere het Playful Arts Festival en het
tweejaarlijkse festival Shine.
De Adviescommissie Kunsten heeft de aanvraag op ontvankelijkheid beoordeeld door deze te
toetsen aan de subsidievereisten, zoals weergegeven in Artikel 2.6. De Adviescommissie is van
mening dat wordt voldaan aan de beschreven vereisten.
Vervolgens heeft de Adviescommissie de aanvraag beoordeeld op basis van de in Artikel 2.12
benoemde verdeelcriteria.
De inbedding in de Brabantse culturele infrastructuur is voldoende. WOT werkt vanuit de Willem II
Fabriek en heeft in ’s-Hertogenbosch een duidelijke functie door buurtprojecten te organiseren en
de sociale interactie op te zoeken. Eerder waren de initiatiefnemers actief in het
kunstenaarsinitiatief bART met een meer algemene doelstelling binnen de hedendaagse beeldende
kunst. WOT heeft vooral een lokale/regionale functie, maar presenteert met mobiele en
opblaasbare paviljoens projecten in binnen- en buitenland. De organisatie ziet zichzelf als een
pionier op het gebied van nieuwe ontwikkelingen in de beeldende kunst, vooral wat betreft het
speelse gebruik van technologie. Dat is zeker een interessante benadering, maar wel wat beperkt
van benadering. Er wordt samengewerkt met overheden, bedrijfsleven, industrie en
(kunst)onderwijs. WOT maakt deel uit van het samenwerkingsverband Bigger than Brabant.
Artistiek-inhoudelijk scoort WOT bij de Adviescommissie een onvoldoende. WOT stelt de vraag
hoe we de toekomst vormgeven. Durfals en vernieuwende doeners kunnen dat volgens WOT doen
door experiment, innovatie en interactiviteit. Er wordt gewerkt met eigentijdse kunstuitingen die aan
zouden moeten slaan bij de jonge generatie zoals game en playful design. Het programma is
nogal algemeen geformuleerd en blijft enigszins steken in vrijblijvende statements die niet goed
zijn onderbouwd. Voor het Playful Arts Festival wordt onder meer samengewerkt met het Cinekid
Festival in Amsterdam. De Adviescommissie mist in de plannen van WOT werkelijke inhoudelijke
noodzakelijkheid en focus en beoordeelt de artistieke kwaliteit als beperkt.
De zakelijke professionaliteit is naar het oordeel van de Adviescommissie slecht. De begroting van
WOT wekt bij de Adviescommissie weinig vertrouwen. Er zijn geen eigen inkomsten in de
begroting opgenomen, terwijl er wel sprake is van entreegelden. Er wordt een hoge bijdrage van
de gemeente ’s-Hertogenbosch verwacht die niet realistisch aandoet. De verwachte bijdragen van
landelijke fondsen zijn navenant hoog en eerder gebaseerd op ijdele hoop dan op een
realistische verwachting. De jaarrekening van 2015 laat zien dat de financiële positie van WOT
zwak is.
De publieksstrategie scoort niet voldoende. De doelgroepomschrijving van WOT is opportunistisch
geformuleerd als “mensen die zin hebben in iets nieuws”. Het communicatie- en marketingdeel van
de aanvraag maakt een naïeve indruk waarin de ‘als-dan’-redenering de boventoon voert. Shine
trok in 2015 10.000 bezoekers en wordt vervolgens teruggebracht naar vier dagen met een
verwacht bezoekersaantal van 7.500. Niet duidelijk is waarom dat gebeurt.
Oktober 2016
112/114
Gelet op bovenstaande overwegingen en rekening houdend met het vastgestelde subsidieplafond
adviseert de Adviescommissie de gevraagde subsidie niet te honoreren.
Oktober 2016
113/114
Bijlage: Uitleg over het gebruik van kwalitatieve normeringen
Oktober 2016
114/114
Adviescommissie Kunsten
Bijlage
Datum
Onderwerp
: 24 oktober 2016
: Uitleg over het gebruik van de kwalitatieve normeringen in het kader van de
advisering over de aanvragen op paragraaf 1 en 2 van de Subsidieregeling
Hedendaagse Cultuur Noord-Brabant.
De adviescommissie heeft ervoor gekozen de toegekende cijfers voor de verdeelcriteria in het advies
om te zetten in een kwalitatieve normering. Daarvoor heeft de commissie een vaste terminologie
gekozen.
Aangezien voor het criterium ‘Bijdrage aan de Brabantse Culturele Infrastructuur’ maximaal 20
punten te vergeven waren, is hier een deelsleutel van 2 toegepast. Hierbij is gekozen voor afronding
naar beneden waar daar aanleiding toe was. De overige criteria kenden een maximale score van 10.
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
uitstekend
zeer goed
goed
ruim voldoende
voldoende
niet voldoende
onvoldoende
slecht
zeer slecht
zeer slecht
niet aanwezig
Secretariaat: p/a Postbus 90151, 5200 MC ’s-Hertogenbosch
Telefoon: 06 52794058, mw. M. Claassen of 06 52794109, mw. A. van Tilburg