Reactie FNV CNV VCP schriftelijke vragen dagloon WW 24102016

Download Report

Transcript Reactie FNV CNV VCP schriftelijke vragen dagloon WW 24102016

FNV
Houttuinlaan 3
3447 GM WOERDEN
T 088 368 0 368
Aan de voorzitter en leden van de Vaste Commissie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
E-mail: [email protected]
Cc:
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
dhr. dr. L.F. Asscher
Datum
Uw kenmerk
24 oktober 2016
Ons kenmerk
Telefoonnr.
16-091/GV/DT (153LH)
020 58 16 533
Onderwerp
E-mail
Compensatieregeling dagloon
[email protected]
Geachte dames en heren,
Op 6 oktober jl. heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uw vragen over het
Dagloonbesluit WW en de eenmalige tegemoetkoming beantwoord. Deze vragen stelde u
naar aanleiding van de reactie van de minister op de brief van de drie vakbonden FNV, CNV
en VCP van 30 juni jl., waarin wij onze zorgen uitten over de compensatieregeling dagloon.
In die brief gaven wij onze zorgen aan over schrijnende gevallen en onze teleurstelling over
de late inwerkingtreding van de compensatieregeling en het uitsluiten van de groep
zogenoemde herlevers. Uw vragen gingen met name over dit laatste punt. FNV, CNV en VCP
willen graag reageren op de antwoorden die op uw vragen hierover zijn gegeven.
In bijlage 1 wordt in meer technische zin ingegaan op de herlevingsproblematiek en wordt
ook een oplossing voorgesteld. In bijlage 2 vindt u de casus van een herlever (Marc). In
bijlage 3 vindt u een beknopt overzicht van rechterlijke uitspraken.
Opmerking vooraf
Al tijdens het Algemeen Overleg op 23 september 2015 heeft de minister toegezegd het
Dagloonbesluit 2015 ruimhartig te zullen repareren. De Stichting van de Arbeid heeft ter
invulling daarvan twee oplossingen voor het ontstane uitkeringsnadeel in beeld gebracht.
Sociale partners stelden een oplossing voor die zo nauw mogelijk aansloot bij het
Dagloonbesluit 2013, zij het dan in de sleutel van de nieuwe systematiek van
inkomstenverrekening. Als eventuele tweede oplossing stelden sociale partners voor om bij
de berekening van het dagloon niet alleen lege kalendermaanden (geen loon) niet mee te
tellen, maar ook kalendermaanden waarin relatief weinig was verdiend. Anders zou de
perverse prikkel ontstaan dat bij opvolgende werkloosheid het loonde om helemaal niet te
werken in een kalendermaand in plaats van enkele dagen.
CNV
Tiberdreef 4
Postbus 2475
3500 GL Utrecht
T 030 751 11 00
F 030 751 11 09
VCP
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90525
2509 LM ’s-Gravenhage
T 070 349 97 40
Datum
24 oktober 2016
Ons kenmerk
16-091/GV/DT (153LH)
Pagina('s)
2 van 5
Zoals bekend, heeft de minister beide oplossingen van sociale partners naast zich
neergelegd. Hij heeft gekozen voor een oplossing, waarbij alleen volledig lege
kalendermaanden niet meetellen voor de berekening van het dagloon.
Wij gaan hieronder in op de antwoorden van de minister, uitgaande van deze keuze van de
minister.
Reactie op antwoorden van de minister
De minister van SZW past gelukkig de oneerlijke berekeningswijze van het dagloon uit het
Dagloonbesluit 2015 aan, ondanks dat dit gebeurt op een wijze die niet de onze is. Voor
starters, herintreders, flexwerkers en voor werknemers die na twee jaar ziekte een beroep
doen op de WW wordt de berekeningswijze van het dagloon vanaf 1 december 2016 in ieder
geval een stuk eerlijker. Ook is inmiddels duidelijk dat in beginsel diegenen die door het
Dagloonbesluit 2015 financieel schade hebben geleden, deze schade vergoed krijgen
middels een eenmalige tegemoetkoming en dat hun uitkering vanaf 1 april 2017 wordt
herzien naar het hogere niveau van het gewijzigde dagloonbesluit.
Er is echter binnen de keuze, die de minister heeft gemaakt om de dagloonproblematiek op
te lossen, een groep werknemers die toch niet profiteert van de nieuwe berekeningswijze
van het dagloon. Dit zijn de benadeelde herlevers, die langer in de WW verblijven dan de
resterende duur van het oude recht. Voor hen blijft de berekening van het dagloon
gebaseerd worden op de oneerlijke berekeningswijze zoals was vastgesteld in het
Dagloonbesluit 2015, dit omdat het UWV de uitbetaling van de eenmalige tegemoetkoming
voor deze groep niet weet te automatiseren. De minister raamt deze groep in zijn
antwoorden op 15.000 werknemers.
FNV, CNV en VCP zijn blij dat alle fracties, die deel hebben genomen aan de vragenronde,
hierover kritische vragen hebben gesteld aan de minister. De fracties van SP, CDA, PvdA en
D66 hebben in verschillende bewoordingen aangegeven het niet juist te vinden dat een
groep herlevers buiten de compensatieregeling valt om reden van voorwaarde van
automatiseren. De SP vindt dat geen excuus. Voor het CDA is het onaanvaardbaar, omdat
uitsluiting van de groep herlevers leidt tot ongelijke behandeling. Voor de PvdA voelt
uitsluiting van de groep herlevers des te onrechtvaardiger, omdat dit nu juist mensen zijn
die (voor korte duur) weer aan het werk zijn gegaan. D66 vindt het erg dat een grote groep
gedupeerden helemaal niet gecompenseerd wordt, terwijl de minister op 23 september
2015 aan de Kamer had verteld dat het niet de bedoeling was om mensen te benadelen en
dat dit gewoon netjes zou worden opgelost. De VVD en de PvdA hebben de minister
gevraagd naar de mogelijkheden om dan in ieder geval op termijn te compenseren.
FNV, CNV en VCP zijn daarom teleurgesteld in het antwoord van de minister. Hij schrijft
begrip te hebben voor de wens om de groep herlevers alsnog onder de compensatieregeling
te brengen, maar de minister blijft herhalen dat voor hem het belang van uitvoerbaarheid
zwaarder weegt dan de financiële belangen van de betreffende werknemers. Maar er staat
Datum
24 oktober 2016
Ons kenmerk
16-091/GV/DT (153LH)
Pagina('s)
3 van 5
meer op het spel dan louter de financiële belangen van de groep herlevers, hoe diep
ingrijpend deze ook zijn getuige de casus van Marc (bijlage 2).
Mensen die tijdelijk werk hebben aanvaard, ondervinden hierdoor een flink nadeel en
worden bovendien ongelijk behandeld. Voor deze groep benadeelden voelt de toezegging
van de minister dat dit gewoon netjes zou worden opgelost als een loze belofte.
Het antwoord op de vraag naar compensatie op termijn is niet alleen teleurstellend, maar
ook bepaald ongemakkelijk. Ongemakkelijk, omdat de minister het heeft over direct
geraakten en indirect geraakten. De groep benadeelde herlevers (15.000 naar ramingen van
de minister) over wie wij het voortdurend hebben, wordt wel degelijk direct benadeeld.
Deze groep wordt net zo direct benadeeld als de groepen voor wie nu wel compensatie
plaatsvindt. Het zou dus juist wél in de rede liggen om deze groep benadeelde herlevers
alsnog te compenseren, ook als dat eerst op termijn gaat gebeuren vanwege de uitvoering.
De minister ontkent desgevraagd overigens niet dat dat niet mogelijk, hij vindt het alleen
niet in de rede liggen.
Het UWV heeft in de uitvoeringstoets erkend dat er ongeveer 60.000 zaken zijn die
(gedeeltelijk) handmatig moeten worden verwerkt. Zo geeft het UWV aan dat voor klanten,
die niet automatisch geselecteerd kunnen worden, een handmatig proces zal worden
ingericht, zoals voor werknemers met een buitenlands arbeidsverleden. De PvdA heeft dan
ook terecht aan de minister gevraagd waarom voor de groep herlevers niet ook een
uitzondering kan worden gemaakt op de voorwaarde van automatische afhandeling. De
minister antwoordt dat het bij werknemers met een buitenlands arbeidsverleden gaat om
een ‘duidelijk afgebakende en naar verwachting beperkte groep, waardoor het risico van
handmatige afhandeling beperkt blijft’. Dit antwoord overtuigt niet. Daarvan is immers ook
sprake bij de groep benadeelde herlevers. Het is een duidelijk afgebakende groep (die na
afloop van hun eerdere WW-recht terugvallen op het nieuwe, lagere WW-recht) en een naar
verwachting beperkte groep tot 15.000 werknemers, zoals door de minister geraamd.
De minister noemt nog een derde reden waarom voor werknemers met een buitenlands
arbeidsverleden een uitzondering kan worden gemaakt op de voorwaarde van automatisch
afhandelen. De minister schrijft dat het UWV de groep werknemers met een buitenlands
arbeidsverleden niet zelf uit haar systemen kan selecteren, waardoor ze zelf een aanvraag
zullen moeten doen om in aanmerking te komen voor de regeling.
Dit maakt volgens de minister de afhandeling van deze groep daarom ‘overzichtelijk.’ Dit
argument gaat echter ook op voor de groep benadeelde herlevers. Ook deze groep is niet uit
de systemen van het UWV te halen. Deze werknemers zullen zich zelf moeten melden bij het
UWV voor compensatie en herziening. De afhandeling van deze groep zelfmelders is
daarmee dezelfde als bij de groep werknemers met een buitenlands arbeidsverleden.
Zowel het CDA als D66 hebben gevraagd hoe groot de groep herlevers is die buiten de
compensatieregeling valt. De minister raamt de totale groep herlevers ‘in potentie’ op
58.000. Terecht geeft de minister aan dat niet iedereen van deze groep geconfronteerd
wordt met de gevolgen van het Dagloonbesluit 2015. De groep die wél met uitkeringsnadeel
te maken heeft, wordt door de minister geraamd op 15.000, omdat voor deze groep het
Datum
24 oktober 2016
Ons kenmerk
16-091/GV/DT (153LH)
Pagina('s)
4 van 5
oude WW-recht is beëindigd en zij terugvallen op het nieuwe, lagere WW-recht. Deze groep
wordt direct getroffen, omdat dus vaststaat dat zij uitkeringsnadeel ondervinden van het
Dagloonbesluit 2015. Of de omvang van 15.000 benadeelde herlevers juist is, kunnen wij
moeilijk inschatten. Uitgangspunt moet zijn dat alle benadeelde herlevers alsnog onder het
wijzigingsbesluit en de compensatieregeling worden gebracht, wat de omvang van deze
groep in werkelijkheid ook mag zijn.
In antwoord op een vraag van D66 geeft de minister aan over onvoldoende informatie te
beschikken om een inschatting te kunnen maken van de financiële schade die de groep
benadeelde herlevers heeft ondervonden door het Dagloonbesluit 2015. Dat betekent dat
de minister de financiële belangen van deze groep van 15.000 dus ook niet heeft kunnen
wegen. Daarmee heeft hij deze belangen dus ook niet kunnen afwegen tegen het belang van
een geautomatiseerde uitvoering. De minister laat het belang van de uitvoering zonder
enige afweging prevaleren boven het belang van de groep van 15.000 werknemers die zijn
getroffen door het Dagloonbesluit 2015. Van de minister mag verwacht worden dat hij
zorgvuldig onderzoek zou hebben gedaan naar de financiële belangen van deze groep
benadeelden. Dat is dus niet gebeurd, omdat hij over onvoldoende informatie beschikt.
Rechterlijke uitspraken
Inmiddels hebben ook verschillende rechtbanken zich uitgelaten over het Dagloonbesluit
2015. Er zijn bestuursrechters (altijd de meervoudige kamer van de rechtbank) die
geoordeeld hebben dat een WW-dagloon dat (veel) lager is vastgesteld dan op grond van de
verdiensten, die zijn genoten voorafgaand aan het intreden van de werkloosheid, in strijd is
met het loondervingsbeginsel en het verzekeringsbeginsel. Er zijn overigens ook uitspraken
van andere rechtbanken, waarbij de rechter vindt dat hij geen oordeel mag geven over de
regelgeving, omdat de wetgever daar over gaat. In elk geval leidt een gebrekkige regeling tot
rechtszaken.
Wanneer de groep benadeelde herlevers niet alsnog onder de compensatieregeling wordt
gebracht, zal de rechter zich dus moeten uitspreken over het verlaagde dagloon onder het
Dagloonbesluit 2015 en over het in stand houden van dat uitkeringsnadeel onder het
gewijzigde Dagloonbesluit per 1 december 2016 en het uitsluiten van deze groep van de
compensatieregeling per 1 april 2017.
Vanuit het oogpunt van rechtstatelijk optreden van de overheid is het verstandiger om er
voor te zorgen dat straks ook, zoals het Dagloonbesluit 2015, de wijziging van dit besluit niet
in strijd is met het recht jegens de groep benadeelde herlevers. Om die reden kan het
daarom nu maar beter goed worden geregeld, zodat er in de toekomst geen veelvuldige
gang van de benadeelde herlevers naar de rechter nodig is.
In bijlage 3 worden twee rechterlijke uitspraken kort beschreven.
Datum
24 oktober 2016
Ons kenmerk
16-091/GV/DT (153LH)
Pagina('s)
5 van 5
Conclusie
FNV, CNV en VCP vragen uw Kamer om de minister op te roepen alsnog de groep
benadeelde herlevers onder het Wijzigingsbesluit dagloon en Tijdelijke regeling eenmalige
uitkering te brengen. Dit kan op een eenvoudige wijze zoals in bijlage 2 aangegeven. Dan
wel deze groep benadeelden op enigerlei andere wijze te compenseren voor het
uitkeringsnadeel. Dan worden niet langer die werknemers uitgesloten die voor korte duur
weer aan het werk zijn gegaan. Ook worden gelijke gevallen dan niet langer ongelijk
behandeld.
Met vriendelijke groet,
Leo Hartveld
Dagelijks Bestuurder FNV
Bijlagen (3)
Maurice Limmen
Voorzitter CNV
Nic van Holstein
Voorzitter VCP