Persbericht van 28 oktober 2016

Download Report

Transcript Persbericht van 28 oktober 2016

Brussel, 28 oktober 2016
#prijzenobservatorium
Derde kwartaalverslag 2016 van het Prijzenobservatorium
Persbericht
HOGERE INFLATIE IN BELGIË DOOR DE NADELIGE PRIJSONTWIKKELING
VOOR ENERGIE, BEWERKTE LEVENSMIDDELEN EN DIENSTEN
Het Prijzenobservatorium stelt zijn verslag over het derde kwartaal 2016 voor. De totale inflatie in België
steeg licht, voornamelijk door de inflatieversnelling voor energie. De totale inflatie in onze voornaamste
buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) is ook toegenomen, maar bleef op een veel lager
niveau.
In het derde kwartaal 2016 steeg de totale inflatie in België licht tot gemiddeld 1,9 % (tegenover 1,6 % in
het vorige kwartaal). “Deze stijging van de inflatie is voornamelijk te wijten aan een positieve inflatie voor
energie, wat niet meer het geval was sinds eind 2012”, verklaart Peter Van Herreweghe, adviseur-generaal
bij het Prijzenobservatorium.
De totale inflatie in de voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) versnelde in het
derde kwartaal 2016 tot gemiddeld 0,4 % (tegenover een nulinflatie in het tweede kwartaal 2016), maar
blijft dus veel lager dan die van België.: “Het inflatieverschil met onze buurlanden was vooral groot voor
diensten, energie en bewerkte levensmiddelen.” aldus Peter Van Herreweghe.
Grote impact van gereguleerde diensten op de diensteninflatie
De inflatie voor diensten kwam uit op gemiddeld 2,4 % in het derde kwartaal 2016. Met een gewicht van
28,3 % in het geheel van de diensten, waren de gereguleerde diensten dit kwartaal verantwoordelijk voor
iets meer dan een derde van de diensteninflatie. Zo verhoogde bijvoorbeeld het inschrijvingsgeld voor
hogescholen en universiteiten in Vlaanderen in oktober 2015.
In de buurlanden steeg de inflatie voor de diensten licht tot gemiddeld 1,1 % dit kwartaal, lager dus dan in
België. De categorieën telefoondiensten (de packs kostten in België 7,7 % meer in vergelijking met vorig
jaar), onderwijs en restaurants en cafés hebben een belangrijk aandeel in het inflatieverschil voor de
diensten, ten nadele van België.
Inflatie voor energie neemt toe
De inflatie van energetische producten werd het afgelopen kwartaal lichtjes positief, wat niet meer
gebeurde sinds het vierde kwartaal 2012 (ter herinnering, de inflatie bedroeg nog gemiddeld -2,9 % in het
tweede kwartaal). Op productniveau zijn verschillende ontwikkelingen waar te nemen.
 Voor motorbrandstoffen en huisbrandolie bedroeg de prijsdaling op jaarbasis respectievelijk gemiddeld 5,0 % en 14,4 % als gevolg van de terugval van de olieprijs.
 De consumptieprijs voor aardgas daalde op jaarbasis met 12,2 % vooral omwille van de daling van
de kost van de energiecomponent op jaarbasis (-18,5 %). De distributietarieven van gas zijn stabiel
gebleven op jaarbasis (+0,6 %).
 De consumptieprijzen voor elektriciteit stegen op jaarbasis gemiddeld 29,1 % in het derde kwartaal
2016 (tegenover 40,6 % in het voorgaande kwartaal). Deze vertraging van de inflatie wordt grotendeels verklaard door enerzijds het wegvallen van het basiseffect te wijten aan de verhoging van het
btw-tarief in september 2015, en anderzijds aan het wegvallen van het basiseffect te wijten aan de
toevoeging van een "prosumententarief" aan de distributietarieven in Vlaanderen in juli 2015 en de
invoering van een vennootschapsbelastingtarief in de drie gewesten tussen maart en augustus 2015.
Desondanks blijft de inflatie van elektriciteit zeer hoog wat hoofdzakelijk te wijten is aan de btwverhoging van 6 % naar 21 % sinds september 2015, aan de stijging van andere taksen (hoofdzakelijk
de stijging van de bijdrage Energiefonds in maart in het Vlaamse Gewest om de schuld in verband
met het systeem van groenestroomcertificaten te financieren), aan de afschaffing van gratis kWh in
Vlaanderen, en in mindere mate aan de stijging van de distributietarieven (gemiddeld +4,6 %). De
pure energiecomponent (prijs/kWh en retributie, zonder bijdrage voor groene energie en zonder
gratis elektriciteit) had overigens een neerwaartse impact op de elektriciteitsfactuur met een jaarop-jaar prijsdaling van 19 %.
 Op basis van schattingen van het Prijzenobservatorium, blijkt dat de gemiddelde jaarfactuur voor
elektriciteit voor een gemiddeld gezin (jaarconsumptie van 3.500 kWh bij een enkelvoudig tarief)
uitkwam op gemiddeld 967 euro in het tweede kwartaal 2016, een toename met 165 euro in vergelijking met verleden jaar. Er bestaan echter grote verschillen tussen de regio’s. Inderdaad, in Brussel
en Wallonië bedroeg de jaarfactuur voor een gemiddeld gezin het afgelopen kwartaal respectievelijk
717 euro en 882 euro, hetzij een toename met 20 euro en 53 euro op één jaar tijd. In Vlaanderen,
steeg de factuur met 252 euro op één jaar tijd, tot 1.058 euro het afgelopen kwartaal.
Indicator voor een gemiddelde elektriciteitsfactuur en haar componenten
(Consumptieprofiel Dc1 - In cent/kWh)
30
25
20
15
10
5
K1-10
K2-10
K3-10
K4-10
K1-11
K2-11
K3-11
K4-11
K1-12
K2-12
K3-12
K4-12
K1-13
K2-13
K3-13
K4-13
K1-14
K2-14
K3-14
K4-14
K1-15
K2-15
K3-15
K4-15
K1-16
K2-16
2010
2011
2012
2013
2014
2015
0
Energiecomponent
Nettarieven
Taksen en heffingen
Btw (21 %)
Opm. 1: Op de elektriciteitsfactuur dekken de nettarieven de kosten voor het gebruik van de distributie- en transmissienetwerken. Opm. 2: De hoeveelheid gratis elektriciteit die in het Vlaamse Gewest wordt toegekend, werd opgenomen in de
energiecomponent. Sinds mei 2016 is deze hoeveelheid gratis elektriciteit afgeschaft in Vlaanderen (in de GICP).
Opm. 3: Tussen april 2014 en augustus 2015 werd het btw-tarief verlaagd van 21 % naar 6 %. In september 2015
werd het btw-tarief opnieuw verhoogd tot 21 %.
Opm. 4: De federale bijdrage en de bijdrage Energiefonds zijn niet aan de btw onderworpen.
Bron: Eigen berekeningen, VREG, CWaPE, BRUGEL, FOD Economie.
In de buurlanden was de prijsdaling voor energie op jaarbasis opnieuw minder uitgesproken en bedroeg
gemiddeld 4,3 %. In tegenstelling tot de Belgische energie-inflatie, blijft de inflatie gemiddeld wel negatief
in de buurlanden. Voornamelijk voor elektriciteit heeft ons land een sterkere prijsstijging gekend (+29,1 %,
tegenover gemiddeld +0,2 % in onze buurlanden).
Vertraging van de inflatie voor wijn en zuivelproducten
De bewerkte levensmiddelen (tabak inbegrepen) waren het afgelopen kwartaal 3,5 % duurder in de
winkels, tegenover een inflatie van 3,8 % in het voorgaande kwartaal. Deze vertraging van de inflatie is te
wijten aan een minder uitgesproken daling voor alcoholhoudende dranken (voornamelijk door een
vertraging van de inflatie voor wijn) en voor melkproducten (door de sterke vertraging van de inflatie voor
melk na afloop van het melkakkoord).
In onze buurlanden is de inflatie voor bewerkte levensmiddelen gemiddeld stabiel gebleven op een zeer
laag niveau (namelijk 0,3 %). Bij ongewijzigde indriecte belastingen (in België zijn de accijnzen verhoogd in
november 2015 in het kader van de taxshift) zou de inflatie voor bewerkte levensmiddelen veel lager
uitgekomen zijn (+1,7 % in België, tegen gemiddeld 0,2 % in onze voornaamste buurlanden).
Link naar het kwartaalverslag
http://economie.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/economie/analyse_des_prix_2016_icn_rapport_trimestriel_
3.jsp
Meer informatie
FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Peter Van Herreweghe
City Atrium
Vooruitgangstraat 50
1210 Brussel
Tel.: +32 2 277 83 96
Gsm : +32 470 20 77 50
E-mail: [email protected]