REISVERSLAG DEEL 1 – Sumba, oktober 2016 De eerste twee

Download Report

Transcript REISVERSLAG DEEL 1 – Sumba, oktober 2016 De eerste twee

REISVERSLAG DEEL 1 – Sumba, oktober 2016
De eerste twee weken op Sumba zijn werkelijk omgevlogen en penningmeester Anton
Robers is inmiddels alweer op de terugweg naar Nederland. Het weerzien met de
kinderen is altijd weer een feestje. Er zijn 5 nieuwe kinderen bijgekomen, waaronder
drie jongens, die maar wát graag met Anton willen schaken! En de meiden voeren de
eerste avond onder luid gejoel een modeshow op met alle meegebrachte kleren.
Anton en ik hebben vervolgens veel tijd besteed aan het doorspitten van de
administratie en de daarbij behorende gesprekken met pater Mike van partnerstichting
Donders. Alles eens goed tegen het licht houden en op basis daarvan gezamenlijk een
aantal nieuwe afspraken maken, maakt de samenwerking alleen maar beter. En de
beheersing van de taal maakt communicatie zoveel gemakkelijker!
Door het dorpshoofd van kampung Gollu Dapi worden we uitgenodigd voor het
bijwonen van een mis die opgedragen wordt aan zijn stiefbroer die 10 jaar geleden is
overleden. Het is nog altijd een beetje een verrassing wat een dergelijke uitnodiging
precies inhoudt. Krijgen we een hele ceremonie om onze oren inclusief het slachten van
varkens, of is het een ietwat rustiger gebeuren? En wat is de dresscode: ‘Pakaian Adat’
(traditioneel) danwel ‘Pakaian Biasa’ (het gewone kloffie)? Op gevoel kies ik voor het
eerste. Eenmaal aangekomen op de plaats des onheils, is de traditionele kleding in de
minderheid, maar mijn sarong misstaat niet. Er wordt een gewone mis opgevoerd met
daaraan vast een gezamenlijk maaltijd. En toch is dit wel weer een mengelmoesje van
het katholicisme en de oorspronkelijke Marapu. Volgens de Marapu heeft de ziel eeuwig
leven en is het niet meer dan normaal dat familie en vrienden af en toe bij een
overledene op bezoek komen om gezellig samen met hem te eten. Dus, boven op het
graf zitten is geen heiligschennis, maar wel zo gezellig voor de bewoners van het graf.
Eind maart heeft de 17-jarige Nona een dochtertje
gekregen. Ze is in het tehuis komen wonen omdat ze
vanwege haar zwangerschap geen examen meer mocht
doen op haar oude school. Nona komt uit een ander
district, een paar uur rijden vanaf het tehuis. Inmiddels
heeft ze door het afleggen van een aantal tests haar junior
highschool alsnog gehaald en gaat ze verder op de senior
high school in de buurt van het tehuis. Haar dochtertje
woont bij Nona’s moeder en voor de babyvoeding wordt
gezorgd. Nona’s vader is een maand geleden overleden en
dat maakt het er niet gemakkelijker op, maar met de
nodige ondersteuning gaat het lukken. Ook voor Nona’s
vader wordt een mis opgedragen, 40 dagen na zijn
begrafenis, en ook hier worden we uitgenodigd. Er wordt
me op het hart gedrukt dat ik geen traditionele
kleding aan hoef, dus ik stap met een mooi
zondags jurkje de auto in. Hier in Weetebula is
het bloedheet, maar als we de heuvels inrijden
wordt het koeler en begint het enorm te regenen.
Als we bij het huis van Nona’s moeder aankomen
blijkt bijna iedereen in traditionele kleding te
lopen, en sta ik op m’n paasbest midden in de
modder en tussen de varkens… Ik besluit
voortaan áltijd een traditionele sarong in m’n tas
te stoppen!
Na afloop van de mis raak ik in gesprek met een
mooie jonge vrouw. Ze vertelt me trots dat ze een
opleiding volgt en als ze daarmee klaar is, mag ze
zichzelf leraar noemen. Maar haar plan is om
daarna naar Maleisië te gaan, om veel geld te
verdienen in de huishouding…. Ik vraag haar of ze
niet liever hier blijft bij haar man en zoontje, om
geld te verdienen als leraar, maar omdat dat niet
genoeg verdient en haar man werkloos is, is ze dat
zeker niet van plan! Ze wil 4 jaar wegblijven, veel
geld verdienen voor haar gezin, om na terugkeer
opnieuw te vertrekken om nog meer geld te
verdienen. De situatie op Sumba is naar haar eigen
zeggen uitzichtloos; ze hebben weliswaar een huis,
maar de bijbehorende grond is door haar ouders
uit geldgebrek al verkocht waardoor ze geen
mogelijkheden ziet om op Sumba een bestaan op
te bouwen. Ze is er trots op dat ze dit gaat doen,
zegt de gevaren te kennen, maar heeft er
vertrouwen in dat door haar vele bidden de ellende aan haar voorbij zal gaan.
Ik zou willen schreeuwen DOE HET NIET, DOE HET NIET! Er zijn zoveel gevallen van
mishandeling en uitbuiting in dit soort situaties waardoor het een levensgevaarlijke
onderneming is. Bovendien investeren tussenpersonen (of bureau’s) financieel in de
arbeidsmigrant door het regelen van tickets en werkvergunningen. Op het moment dat
een arbeidsmigrant terug wil wegens uitbuiting of het niet ontvangen van loon, is dat
niet mogelijk omdat er een schuld is opgebouwd bij de tussenpersoon. Die moet eerst
worden afgelost, waarmee de arbeidsmigrant in de val zit. En dan is het vervolgens nog
maar de vraag of de benodigde documenten wel legaal zijn en óf er überhaupt ergens
aanspraak op gemaakt kan worden…
Een paar dagen later, Anton en ik zitten met onze neuzen in de spreadsheets en
bonnenboekjes, staat er ineens een man met een groot geweer in zijn hand voor ons.
Hij heeft op een onbewaakt moment kans gezien om het terrein op te lopen en helemaal
door te lopen naar achteren. In zeer redelijk engels begint hij met ons te praten met een
paar felle ogen, een rode mond van de sirih pinang en met een walm van alcohol om zich
heen. Opa Bambang komt er meteen bij staan en de kinderen volgen het gesprek op
afstand. Deze man wil weten waar zijn vrouw en kinderen zijn. Hij heeft ze gezien in de
auto van Donders een week geleden en hij wil pater Mike daarover spreken. Ik hou me
op de vlakte, spreek ineens geen woord bahasa Indonesia meer en leg uit dat wij slechts
gasten zijn die hier een weekje verblijven zodat ik dus geen idee heb waar hij het over
heeft…En maar lachen en vriendelijk kijken, tot m’n kaken pijn doen… Opa Bambang
neemt het gesprek over en weet de man vriendelijk de poort weer uit te werken met een
lach en een grapje. Deze ex-leraar engels mishandelt al jaren zijn vrouw en drie
kinderen. Die zijn vervolgens gevlucht naar Kalimantan, maar daar zijn ze weer vandaan
gehaald. Vervolgens zijn ze verkocht aan een tussenpersoon voor de arbeidsmarkt in
Maleisië, maar daar heeft pater Mike een stokje voor gestoken. Hij heeft ervoor gezorgd
dat moeder en haar kinderen nu in Kupang (Timor) ondergedoken zitten. Dit uiteraard
zeer tegen de zin van ‘vaderlief’, die overigens niet voor de eerste keer verhaal kwam
halen…
Maar er is ook goed nieuws: Save Our Sumba ondersteunt een behoorlijk aantal
studenten en scholieren bij hun studiekosten. Eén van deze studenten die uit het
achtergebleven district Kodi komt, studeert momenteel geneeskunde in Malang (Java)
en doet dat dermate goed dat hij onlangs mee kon doen met de Universiteits Olympiade
(wetenschapswedstrijd) in Oost-Java. Een andere student die Landbouw studeert aan de
Universiteit in Yogyakarta haalt eveneens veelbelovende resultaten. Als dit soort jonge
mensen hun kennis straks kunnen inzetten op Sumba is dat weer een stap in de goede
richting!
En in het tehuis wordt goed voor elkaar gezorgd. Of het nou gaat om het verzorgen van
iemand die ziek is, om de stapels was of om het knippen van haren, de kinderen helpen
elkaar en dat is prachtig om te zien. En jongste bewoner Willy neemt regelmatig
klasgenootjes mee uit school, want samen stripboeken lezen uit de bibliotheek is veel
leuker dan alleen!