Transcript De Horn Vliet, Vlietmeander en Vlieteiland
Beeldkwaliteitsplan DE HORN
VLIET,VLIETMEANDER EN VLIETEILAND
Colofon
Gemeente Katwijk
Koningin Julianalaan 3 Postbus 589 2220 AN Katwijk ZH Telefoon: 071-4065000 Telefax: 071-4065065 E-mail: [email protected]
Website: www.katwijk.nl
Inhoudsopgave
Leeswijzer 5 Inleiding 7 Karakteristieken van het stedenbouwkundig plan 9 Welstandscriteria 15
algemeen 17 lintbebouwing begeleidende wand de veste besloten hof 19 21 23 25
Accenten en relatie met openbare ruimte
mogelijke locaties voor accenten wonen aan het water wonen aan het jaagpad erfafscheidingen
27
29 31 33 35
Voormalige abdij Rijnsburg pagina
4
Leeswijzer
Een beeldkwaliteitsplan borgt: - - - de onderlinge samenhang en consistentie van een stedenbouwkundig plan, vanuit de stedenbouwkundige principes vertaald naar architectonische middelen, als sturend kader voor uitwerking en toetsing van bouwplannen op welstandseisen.
Het bijzondere van een beeldkwaliteitsplan is dat het de stedenbouwkundige uitgangspunten en kaders verbindt met architectonische mogelijkheden en daarmee tevens vermijdbare ontwerpbeslissingen tot op de schaal van de individuele woning. Een beeldkwaliteitsplan schrijft niet voor hoe de uitwerking van woningen in hun context exact dient te gebeu ren: dat is aan de uitwerkende partij. Een belangrijk onderdeel van het beeldkwaliteitsplan zijn de welstandscriteria die dienen als toetsingskader voor de welstandsbeoordeling door de stadsbouwmeester. Dit specifi eke beeldkwaliteitsplan tracht door de schalen heen samenhang te bieden en doet enkele specifi eke uitspra ken. Vertrekkend vanuit het stedenbouwkundige plan worden beeldkwaliteitseenheden benoemd in hun afhanke lijkheid, om vervolgens de specifi eke eigenschappen en kwaliteiten te benoemen van de ensembles met individuele woningen en de wijze waarop deze gestalte kunnen krijgen. Het gaat in een beeldkwaliteitsplan nadrukkelijk niet om een smaak-document of stijl-boek. Wel worden bandbreedtes meegegeven voor materialisaties, texturen, kleuren en afwer kingen, om via deze middelen een eenduidig en coherent geheel van de nieuwe woonwijk te kunnen maken. Er wordt bijvoorbeeld niet gesteld hoe groot een raam in absolute zin is gemaatvoerd, er kan wel worden beschreven welke maat verhouding gezocht wordt, en op welke wijze dit raam zich bevindt in de gevel door sturing op neggemaat (plastiek). Hierin zal enerzijds ruimte moeten bestaan voor de eigenheid van een specifi eke woning, en anderzijds voldoende grond om deze woonwijk tot één geheel te smeden. Met andere woorden, het borgt vanuit de stedenbouwkundige structuren een kwalitatief hoogwaardige uitwerking door derden, in lijn met vastgelegde ambities.
Daar waar referentiebeelden worden getoond, dienen deze zorgvuldig op waarde te worden geschat. Het is nimmer de bedoeling referentieprojecten letterlijk tot voorbeeld te stellen voor verdere uitwerking in dit plan. Zij dienen als inspira tiebron en ambitiemodel. Bij referenties wordt aangeduid welke ambitie vanuit het beeld wordt aangesproken en waar deze betrekking op heeft.
Te allen tijden moet dit beeldkwaliteitsplan begrepen worden naast en in overeenstemming met de regels en uitgangs punten van het bestemmingsplan of uitwerkingsplan, de stedenbouwkundige randvoorwaarden en de programmatische uitgangspunten. Achtereenvolgens komen het stedenbouwkundig plan, de daarin herkenbare beeldkwaliteitseenheden en woontypolo gieën aan de orde. Tot slot zal een aantal specifi eke kwaliteiten worden benoemd aangaande bijzondere woningen en oriëntaties in de wijk.
Het leidmotief van dit beeldkwaliteitsplan voor de fasen Vliet, Vlietmeander en Vlieteiland in plan De Horn is: historie en actualiteit gaan hand in hand, traditioneel en modern gaan op een verrassende wijze samen.
Inleiding| pagina
5
pagina
6
plankaart vastgesteld voorlopig stedenbouwkundig ontwerp, juni 2012
Inleiding
Historie en het Stedenbouwkundig plan
Een Merovingisch grafveld en een Oude Vlietmeander vormen een belangrijk onderdeel van het stedenbouwkundig ontwerp. Op de plek van het grafveld, een archeologische vindplaats en tevens rijksmonument zal nauwelijks iets in de grond mogen gebeuren. Hier zal een grote (ca. 1 hectare) groene ruimte in het plangebied worden gecreëerd. Deze groene openbare ruimte gecombineerd met speelvoorzieningen, een wooncomplex, woningen en het Oegstgeesterka naal zullen tot een levendig en plezierige verblijfsruimte van en voor de wijk moeten leiden. De huidige Vliet loopt nu redelijk rechtlijnig door het plangebied en vormt in de toekomst met zijn natuurvriendelijke oevers en de nieuwe bebou wing aan de oostelijkezijde een overgang naar het historische lint langs de Oegstgeesterweg ‘de Dijk’. De nieuwe (oude) Vlietmeander zal een blauw/groen structurerend element worden in het plangebied, die net als de bestaande Vliet kwali teit geeft aan de woningen, een belangrijke bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit en een positieve invloed heeft op het leefmilieu binnen het plangebied. De kwaliteit van de Vliet zal zoveel mogelijk voelbaar zijn in het plan, daarom loopt er langs bijna de gehele Vliet een informeel wandelpad. Steeds als de Vliet wordt benaderd en overgestoken door de hoofdroute, wordt de bebouwing verbijzonderd. De iets forsere massa van de bebouwing geeft het water een krachtige uitstraling.
Structurerende elementen
Naast het grafveld, de Vliet en de Vlietmeander zijn er nog andere structurerende elementen te vinden in het plangebied. Zo is het Oegstgeesterkanaal een belangrijke waterafvoer richting de Noordzee die langs het plangebied loopt. Deze zorgt voor een harde grens van het plangebied, maar zorgt tegelijkertijd voor een interessant schouwspel van langs varende boten en geeft een weidse blik vanuit het plangebied richting de Vinkenwegzone.
De verkeersstructuur
Naast de belangrijke rol van de waterwegen door en langs het plangebied zorgen ook de nieuwe wegen voor structuur. De weg begeleidt het water zo nu en dan, maar vormt ook regelmatig een tegenhanger op het water. Dit veroorzaakt een interessant spel tussen het water en de wegen en levert interressante plekken op bij de kruisingen van de twee.
Bebouwing
De bebouwingstructuur van de wijk is geënt op de structurerende elementen. De bebouwing heeft zoveel mogelijk een relatie gekregen met het water, waar dit niet mogelijk is heeft het zijn gezicht richting de straat. Waar een weg het water kruist zijn verbijzonderingen in de vormgeving van de woningen om zo een extra accent te leggen bij de importantie van de waterstructuren voor de wijk.
Afwijkend van de grondgebonden woningen, met hier en daar verbijzonderingen in de massa zijn er een vijftal markante gebouwen in het plangebied gesitueerd die een eigen rol hebben binnen het stedenbouwkundige plan. Vier apparte mentencomplexen langs het Oegstgeesterkanaal vormen een reactie op de grote schaal van het kanaal en het achterlig gende landschap. Ze vormen een accent langs het water en een herkenningspunt in en voor de wijk. Naast de apparte menten langs het kanaal vormt het perceel bij de splitsing van de Vliet een verbijzondering centraal in de wijk. Niet alleen qua massa maar ook een bijzondere functie met bij passende architectuur is op deze plek goed denkbaar.
Inleiding| pagina
7
pagina
8
LEGENDA Bebouwing Bebouwing (app) Bergingen Trottoir Jaagpad Hoofdontsluiting Woonstraat Parkeren Parkeren (sur plus) Boom 3e grootte Groen talud Gras Tuin Water Vissteiger Afvalverzamelplek Trafo Brug
De Horn
Karakteristieken van het stedenbouwkundig plan
Schaalniveau 1 | pagina
9
pagina
10
plangebied
Context
De fasen Vliet, Vlietmeander en Vlieteiland vormen samen het hart van de nieuwe woonwijk “De Horn” in Rijnsburg, gemeente Katwijk. In totaal zullen in deze woonwijk ca. 410 woningen gerealiseerd worden op gronden met een rijke historie, en een recente gebruiksgeschiedenis voor onder andere bollenteelt. Fase 2a en 2b, respectievelijk de fase Vliet, en de fase Vlietmeander met Vlieteiland, zijn zeer nauw met elkaar verbonden door verschillende hoofdstructuren. Hoofdont sluiting voor verkeer, het uitgraven van de oude Vliet stroom tot bevaarbaar recreatief water, en de Rijksarcheo logische vindplaats van een Merovingisch grafveld maken deze ontwikkeling tot een ambitieus geheel.
De begrenzing van fasen 2a en 2b wordt aan de zuidkant gevormd door de bestaande Vliet, aan de westkant door de woningen langs de Collegiantenstraat, aan de noordkant door de Nieuwe Vliet, en aan de oostkant door het Mero vingisch grafveld.
Voor fase 2a en 2b is begin 2016 naar aanleiding van een herijking van het VSOP uit 2012 een uitwerking tot stand gekomen. In deze plandelen zullen in totaal maximaal 152 woningen worden gerealiseerd in diverse categorieën.
Nieuwe Vliet
Structurerend element - 1
Van oudsher is de Vliet een voor Rijnsburg belangrijke watergang. Het plangebied wordt aan de zuidelijke kant begrensd door de huidige loop van de Vliet, en zal een nieuwe aftakking krijgen in Noordwestelijke richting. De nieuw te graven watergang volgt de historische, de op dit moment in het landschap herkenbaar loop. Op deze wijze wordt het element water de wijk ingebracht als nieuwe structuur waarlangs woningen en openbare ruimte zich kunnen ontwikkelen. De voor sloepen bevaarbare Nieuwe Vliet geeft een water rijk perspectief op de verschillende deelgebieden, en zorgt voor het behoud voldoende open en groen-blauwe ruimtes.
Schaalniveau 1 | pagina
11
pagina
12
Merovechpark
Structurerend element - 2
Het tweede ruimtelijke structurerende element in de wijk is het archeologisch rijksmonument “Merovingisch grafveld”. Hoewel op deze plek bebouwing niet is toegestaan, geeft deze open ruimte in het plan ruimte aan de ontwikkeling van een park voor de wijk.
Voor de inrichting van het park is een ontwerp gemaakt in lijn met de historische aanwezigheid van de Merovingers in het gebied (V-VII eeuw). Het structuurontwerp gaat uit van een basis die het huidige maaiveld bedekt met een leefl aag, hierop een beperkte helling voorziet en een cirkelvormige land schappelijke uitsnede maakt. Op deze wijze ontstaat een verstilde plek waar de toekomstige bewoners tot rust kunnen komen omgeven door een informele bomenweide. De thematiek van de aanwezigheid van de Merovingers komt terug in het inrichtingselement, verwijzend naar kralen en gespen die zijn gevonden bij opgravingen uit de Merovingische periode. De Kralen werden lokaal gemaakt (glasoven abdijterrein Rijnsburg) en geïmporteerd uit bijvoorbeeld het Oostzeegebied. De toepassing van menshoge kralen levert een leuke aanleiding om op en over te spelen, als zitelementen, en natuurlijk het bijzondere verhaal van de plek te vertellen.
verbindende openbare ruimte
Structurerend element - 3
Een derde belangrijke drager wordt gevormd door het complex aan ontsluitingen om de wijk toegankelijk te maken. Deze openbare ruimte is ontworpen als een conti nue langzaamverkeersroute die zich het plangebied in slin gert, om via een rechte laan langs het Merovechpark terug aan te sluiten op het inmiddels gerealiseerde plandeel “Het Nieuwe Lint”.
groene buurtschappen
Langs de hoofdroute, die een brede profi lering en begelei dende groenstructuur kent, bevinden zich een aantal open ruimtes die gezien kunnen worden als het hart van kleinere buurtschappen binnen de wijk. Deze groene pleinen zijn zoveel mogelijke vrij gehouden van geparkeerde auto’s om maximale ruimte te gunnen aan recreatieve doeleinden voor de naaste buurtbewoners. Bij twee groene pleinen grenzen zowel achtertuinen van woningen als voorzijdes met entrees van woningen aan het groene plein. Een bijzondere uitwerking van de berging in de achtertuin zorgt er dan voor dat het plein een representatief karakter krijgt. Schaalniveau 1 | pagina
13
Anton Louis ‘Anton L.’ Koster | Het huis van Benedictus de Spinoza te Rijnsburg temidden van bloeiende tulpenvelden, olie op doek 75,1 x 100,4 cm. | Terneuzen 1859-1937 Haarlem pagina
14
Welstandscriteria
Vliet, Vlietmeander en Vlieteiland
Schaalniveau 2 | pagina
15
dakkapel ondergeschikt aan het dakvlak pagina
16
gebakken pannen, genuanceerd rood-bruin en grijs-zwart baksteen als basismateriaal
dakkapel ondergeschikt strategische positionering toegang woningen
2a 2b
opgetrokken gevel als accent vermijden van blinde kopgevels geen schijngevels
algemeen
tweede schaalniveau
Voor de algemene beeldkwaliteitskaders kan in grote mate verwezen worden naar het uitwerkingsplan. Op dit schaalniveau worden specifi eke welstandscriteria benoemd, welke tot doel hebben toekomstige bouwplan nen te toetsen in aanvulling op en ter specifi catie van de Nota Welstandsbeleid 2012 - Algemeen en Modern. Op het niveau van het hele plan zijn algemene kaders voor beeldkwaliteit geformuleerd. Voor vier te onderscheiden groepen woningen zijn daarnaast nog specifi eke beeld kwaliteit kaders geformuleerd op de volgende pagina’s. lintbebouwing de begeleidende wanden het besloten hof de veste algemene beeldkwaliteitskaders
samenhang fase 2a en 2b
Op het niveau van het hele plan wordt aandacht gevraagd voor de hiernaast genoemde beeldkwaliteit aspecten. Deze hebben in aanvulling op volumetrische aspecten bepaald door woonprogramma, bouw -en goothoogtes en oppervlakte, een doorslaggevende rol in de beleving van de wijk. Aanbouwen (al dan niet vergunningvrij) zijn in dit overzicht buiten beschouwing gelaten en volgen later in dit document. Door geheel het plan speelt continuïteit en samenhang een doorslaggevende rol. Binnen deze samen hang wordt op verschillende schaalniveaus gezocht naar individuele kwaliteiten en karakter. Voor de hoekwoningen is de ambitie om deze ten alle tijden te voorzien van gevels “met leven”. Hoekoplossingen zijn bijna altijd bijzonder ten opzichte van tussenwoningen, ingegeven door zijtuinen en de relatie met de openbare ruimte. Het mee-ontwerpen van dakkapellen, serres en overige aan/uitbouwen is een vanzelfsprekend gegeven binnen plangebied De Horn. continuïteit op hoeken Er worden vier groepen woningen onderscheiden op basis van typologie en relationele positie in de wijk, rekening houdend met een fl exibel woonprogramma: - lintbebouwing - begeleidende wand - besloten hof - de veste rol van dakvlakken: soms individueel karakter soms collectief rol van gevelvlakken soms individueel karakter soms collectief Het halfronde appartementengebouw, de crescent, maakt onderdeel uit van de begeleidende wand en dient qua verschijning en uitwerking te worden afgestemd op de grondgebonden woningen.
Schaalniveau 2 | pagina
17
diepe negge nuances in kleurenpalet van bakstenen gevels hellend dak op dakkapel en luiken voor de ramen pagina
18
uitbouw in moderne architectuur achterzijde kent vaak eenzelfde kwaliteitsniveau als voorzijde
mogelijke kapvormen: twee-aan-een symmetrisch langskap mogelijke variatie bij aaneengesloten rij voorzijde en achterzijde zijn gelijkwaardig in kwaliteit mogelijke variatie door verspringende gootlijn twee-aan-een symmetrisch topgevels twee-aan-een asymmetrisch verspringende gevellijn ondergeschikte topgevel
lintbebouwing
mogelijke variante door verspringende plint twee-aan-een met gezamenlijke kap en voorgevel
Welstandscriteria
massa en volume
- geveloptrekkingen met topgevels en rechte gevels mogelijk - woningen met verschillende oriëntaties mogelijk - afwisseling in kapvorm bij geschakelde woningen wordt gewaardeerd - onderscheid individuele woningen in een rij kan worden bereikt door toepassing van verspringende gootlijn en verspringende plinten
detaillering
- variatie in neggemaat is wenselijk - bij toepassing van glasroedes zowel binnen als buiten toepassen - bij aanbrengen van luik bij voorkeur functionele luiken toepassen - traditionele detaillering kan worden gecombineerd met moderne elementen
materialisatie, kleur en textuur
- gevels in baksteen, andere materialen in overleg - bij accenten is gemotiveerd afwijken in kleur mogelijk door middel van geschilderd metselwerk - daken met keramische pannen, genuanceerd rood-bruin en grijs-zwart
aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen
- sluiten in architectuur aan op het hoofdgebouw of zijn modern vormgegeven
dakkapellen en dakopbouwen
- ter onderstreping van de oriëntatie van de woning op het kavel - ondergeschikt in materiaal en verschijningsvorm aan hoofdbouwmassa - materialisatie van de zijwangen is passend bij die van gevel of dak - hellende daken op dakkapellen toegestaan - schijngevels vermijden
technische voorzieningen
- bij voorkeur meeontworpen in het totale ontwerp van de woning
aanvullende criteria
- voor- en achterzijde zoveel mogelijk gelijkwaardige kwaliteit, vooral bij achterzijden grenzend aan het openbaar gebied - materialisatie van schoorstenen is waar mogelijk gelijkwaardig aan hoofdbouwmassa geen dode kopgevels, richten op openbare ruimte Schaalniveau 2 | pagina
19
ontspannen straatwand (Moleneind Rijnsburg) verspringende rooi- en gootlijn kan onderscheid tussen individuele woningen zichtbaar maken accent op kop van een bouwblok pagina
20
afwisseling door ritmiek in de gevelwand
langskappen zichtlateien zijn mogelijk variatie langskappen
begeleidende wand Welstandscriteria
massa en volume
- woningen vormen uniforme wanden langs de openbare ruimte - onderscheid individuele woningen wordt bereikt door toepassing van verspringende gootlijn en gemetselde plinten - begin en eind van een rij krijgen accent, bijvoorbeeld door positie voordeur of plaatsing erker of kapvorm onderbreking met dwarskappen
detaillering
- variatie in neggemaat is wenselijk - bij toepassing van glasroedes zowel binnen als buiten toepassen - bij aanbrengen van luik bij voorkeur functionele luiken toepassen - traditionele detaillering kan worden gecombineerd met moderne elementen
materialisatie, kleur en textuur
- gevels in baksteen - bij accenten is gemotiveerd afwijken in kleur mogelijk door middel van geschilderd metselwerk - daken met keramische pannen, genuanceerd rood-bruin en grijs-zwart bijzondere aandacht voor:
aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen
- sluiten in architectuur aan op het hoofdgebouw of zijn modern vormgegeven ondergeschikte topgevel
dakkapellen en dakopbouwen
- ter onderstreping van de oriëntatie van de woning op het kavel - ondergeschikt in materiaal en verschijningsvorm aan hoofdbouwmassa - materialisatie van de zijwangen is passend bij die van gevel of dak - hellende daken op dakkapellen toegestaan - schijngevels vermijden
technische voorzieningen
- bij voorkeur geïntegreerd in het totale ontwerp van de woning
aanvullende criteria
- voor- en achterzijde zoveel mogelijk gelijkwaardige kwaliteit, vooral bij achterzijden grenzend aan het openbaar gebied - materialisatie van schoorstenen is waar mogelijk gelijkwaardig aan hoofdbouwmassa accent op start of einde bouwblok aandacht voor kopgevels Schaalniveau 2 | pagina
21
pagina
22
woningen vormen een compositie functioneel gebruik van luiken waar mogelijk een gemeenschappelijke voorruimte
omkadering ramen en deuren als mogelijk onderscheidend element luiken
de veste Welstandscriteria
massa en volume
- het geheel van woningen vormt één compositie met een gemeenschappelijke voorruimte - de woningen hebben alleen voorgevels
detaillering
- bij voorkeur geen uitgesproken horizontale of verticale oriëntatie - variatie in neggemaat is wenselijk - bij toepassing van glasroedes zowel binnen als buiten toepassen - bij aanbrengen van luiken bij voorkeur functionele luiken toepassen - traditionele detaillering kan worden gecombineerd met moderne elementen
materialisatie, kleur en textuur
- gevels in baksteen, mogelijk gekeimd - daken met keramische pannen, genuanceerd rood-bruin en grijs-zwart - bijzondere, eigen architectuur, materiaaleigen kleurgebruik (twee werelden) - bij voorkeur een gezamenlijke plint
dakkapellen en dakopbouwen
- ter onderstreping van de oriëntatie van de woning op het kavel - ondergeschikt in materiaal en verschijningsvorm aan hoofdbouwmassa - materialisatie van de zijwangen is passend bij die van gevel of dak - hellende daken op dakkapellen toegestaan - schijngevels vermijden
technische voorzieningen
- bij voorkeur geïntegreerd in het totale ontwerp van de woning
aanvullende criteria
- voor- en achterzijde zoveel mogelijk gelijkwaardige kwaliteit, vooral bij achterzijden grenzend aan het openbaar gebied - materialisatie van schoorstenen is waar mogelijk gelijkwaardig aan hoofdbouwmassa aandacht en onderscheid binnen kant en buitenkant Schaalniveau 2 | pagina
23
besloten hof pagina
24
kleinschalig collectief ontworpen
aandacht voor kopgevels lagere goothoogte dan omgeving
besloten hof Welstandscriteria
massa en volume
- het geheel van woningen vormt één compositie - vormgeving van tuinmuren en gemeenschappelijke plint als overgang naar openbare ruimte - voorkomen van blinde gevels - de goothoogte is bij voorkeur lager dan die van de omringende bebouwing
detaillering
- kleinschalige gevelcomposities - toepassing van luiken mag
materialisatie, kleur en textuur
- baksteen, bij voorkeur afwijkend van omringende bebouwing - daken met keramische pannen, genuanceerd rood-bruin en grijs-zwart - gezamenlijke plint
aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen
- zijn uniform en ontworpen in eenheid met tuinmuren/ erfafscheidingen aandacht voor horizontale compo sitie elementen als goot etc continuïteit op hoeken
dakkapellen en dakopbouwen
- mee-ontworpen - schijngevels vermijden
technische voorzieningen
- zoveel mogelijk meeontworpen in het totale ontwerp van de woning
aanvullende criteria
- voor- en achterzijde zoveel mogelijk gelijkwaardige kwaliteit - materialisatie van schoorstenen is waar mogelijk gelijkwaardig aan hoofdbouwmassa besloten hof, integratie van erfafscheidingen voorkeur voor functionele luiken Schaalniveau 2 | pagina
25
pagina
26
erfscheidingen relatie-orientatie voorkantrelatie of koppgevel achterkantrelatie water/jaagpad achterkantrelatie achterkant openbaar binnenterrein woning(-en) met accentwaarde tuin aan water tuin aan jaagpad
derde schaalniveau
Het stedenbouwkundig plan kent een aantal bijzondere momenten: daar waar de hoofdroute kruist met water, daar waar een straat start of eindigt, daar waar een woning zich kan oriënteren op zowel het water als de openbare ruimte, daar waar een woning private tuin aan het water heeft. Overgangen tussen private en publieke ruimte dienen zorgvuldig vormgegeven te worden als mededrager van samenhang en continuïteit. Deze momenten vragen om een laatste verdieping van het beeldkwaliteitskader ten opzichte van het eerste schaal niveau en kan zich op veel manieren uitdrukken: in massa, kapvorm, kaprichting, beukmaat en gevel, detaillering, gebruik van overstekken of aangezette dakranden, enz. Het is evenwel van belang deze woningen te blijven zien als onderdeel van het geheel zoals hiervoor beschreven. Verbijzonderingen moeten niet tot een kakofonie leiden maar dienen passend te zijn als een kers op de taart.
In de relatie tussen Traditie en Vernieuwing, Historie en Moderniteit, zijn deze woningen bijzonder geschikt om een eigentijds accent mee te geven.
Accenten en relatie met openbare ruimte
welstandscriteria
Schaalniveau 3 | pagina
27
modern accent op traditioneel volume pagina
28
accent in kapvorm glas in metselwerk accent in materiaal van de kap
mogelijke locaties voor accenten Welstandscriteria
Op de loacties voor de specials kunnen afwijkende wonin gen worden gerealiseerd. Aanvullend op voorgaande crite ria, gelden voor in de fi guur aangeduide plekken binnen het plangebied de volgende aanvullende criteria: mogelijke verbijzonderingen in de gevel - de woningen kunnen een vormgeving overeenkomstig het algemene beeld hebben of een moderne en strakke vormgeving - de woningen worden verbijzonderd door de oriëntatie van voordeuren, kaprichtingen, percentage glas/metsel werk in het gevelbeeld, open constructies, afwijkende neggematen en liefdevolle details - de woningen kennen afwijkende verbijzonderingen in gevelcompositie, materialisatie en detaillering - deze afwijkingen kunnen relateren aan een moderne en strakke vormgeving - er wordt invulling gegeven aan de bijzondere relaties die deze woningen hebben met het water, de omringende openbare ruimte omkering kaprichting mogelijk uitspringende negge >15 cm negge vlak = 0 cm eindgevel erker of uitbouw mogelijk continuïteit Schaalniveau 3 | pagina
29
pagina
30
bijgebouwen aan het water met een lichte constructie
wonen aan het water Welstandscriteria
Aanvullend op voorgaande criteria, gelden voor in de fi guur aangeduide plekken binnen het plangebied de volgende aanvullende criteria: - er is volledige beeldregie over bebouwing langs het openbaar toegankelijke water; - bijgebouwen sluiten in architectuur aan bij het nautische karakter langs de waterlijn; - bijgebouwen hebben lichte constructies en een nautische uitstraling; - materialisatie bestaat uit combinaties van blank hout, donker geïmpregneerd hout, rood-genuanceerde pannen, uitzonderingen in overleg Schaalniveau 3 | pagina
31
lichte houten constructie dak van pannen pagina
32
platte daken bij uitzondering hoge kwaliteit in materialisatie van bijgebouw
wonen aan het jaagpad Welstandscriteria
Aanvullend op voorgaande criteria, gelden voor in de fi guur aangeduide plekken binnen het plangebied de volgende aanvullende criteria: - aan het Jaagpad wordt een groene afscheiding gerealiseerd waarachter het hoogteverschil wordt overbrugd - er is volledige beeldregie over bebouwing langs het Jaagpad - bijgebouwen hebben lichte constructies en een nautische uitstraling; - materialisatie bestaat uit combinaties van blank hout, donker geïmpregneerd hout, rood-genuanceerde pannen, uitzonderingen in overleg mogelijke bebouwing aan het Jaagpad Schaalniveau 3 | pagina
33
erfafscheiding volledig uitgevoerd als haag gesloten erfafscheiding maar groen en vriendelijk beeld groene erfafscheidingen zorgen voor een dorps karakter pagina
34
erfafscheidingen Welstandscriteria
Erfafscheidingen zijn belangrijke overgangselementen tussen openbaar en privaat gebied. In De Horn bestaat de ambitie deze overgangen met ambitie te ontwerpen en vorm te geven, teneinde een duurzaam sfeervolle wijk te kunnen garanderen; ook na oplevering.
In het algemeen kan gesteld worden dat overal waar zich accenten op bijzondere plekken bevinden, erfafscheidin gen mee-ontworpen dienen te worden en in lijn zijn met het architectonisch motief van díe specifi eke plek. In het uitwerkingsplan zijn de bouwmogelijkheden van erfafscheidingen nader gespecifi ceerd. Bij de twee plein tjes waar zowel voor als achterzijden aan grenzen dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de overgang naar het openbaar gebied zodat het pleintje een represen tatief karakter behoudt.
Schaalniveau 3 | pagina
35