Beschrijving downloaden

Download Report

Transcript Beschrijving downloaden

Instrument
Children´s Depression Inventory (CDI)
De CDI is een zelfrapportagelijst voor kinderen van 7 tot en met 17 jaar en stelt vast of er sprake is van een
depressieve stemming en wat de ernst hiervan is. De vragenlijst kan als routinescreening worden gebruikt in
diverse settings, waaronder het onderwijs, ambulante voorzieningen, residentiële centra en in de bijzondere jeugdzorg.
Doel
Het doel van de CDI is het bepalen van het voorkomen en de ernst van depressieve symptomen bij kinderen
en jeugdigen. De lijst meet cognitieve, affectieve en gedragsmatige symptomen van depressie.
Doelgroep
Kinderen en jongeren van 7 tot en met 17 jaar
Materialen
De CDI bestaat uit:
l
Een handleiding
l
Antwoordformulieren (met daaronder een scoringssleutel)
Gebruik
De CDI wordt afgenomen door een psychodiagnostisch medewerker. Voordat het kind met de vragenlijst
begint neemt deze de richtlijnen grondig met het kind door, werkt een voorbeeld met het kind uit en checkt of
het kind de instructies begrepen heeft. Vervolgens vult het kind of de jongere de CDI zelfstandig in. Bij
voorkeur wordt de vragenlijst individueel afgenomen, maar groepsafname is ook mogelijk (niet bij kinderen
onder de 9 jaar). Direct na de afname controleert de afnemer of de vragenlijst volledig en op de juiste wijze is
ingevuld. Er is een pen-en-papier-versie en een elektronische versie van de CDI beschikbaar.
Meer informatie
Uitgeverij Pearson
Beoordeling door COTAN
COTAN-beoordeling 2009:
l
betrouwbaarheid: voldoende
begripsvaliditeit: voldoende
criteriumvaliditeit: onvoldoende
l
normen: onvoldoende l
l
Betrouwbaarheid
De interne consistentie is berekend met behulp van coëfficiënt alpha. Voor de totale onderzoeksgroep is alpha .85. Bij de basisschoolkinderen (7-12 jaar, N=1499) is alpha .85, bij de adolescenten (13-18 jaar, N
=1574) eveneens .85 en bij de klinische groep (N=511) is alpha .86.
Om de test-hertestbetrouwbaarheid te bepalen werd de CDI na vier weken opnieuw afgenomen (N=643). De
correlatie tussen de twee afnamen is .81 (p < .001).
Validiteit
Om de begripsvaliditeit te onderzoeken is een principale factoranalyse met oblique rotatie uitgevoerd over de
niet-klinische populatie. Er kunnen vier componenten worden onderscheiden: depressie, perifere symptomen,
interpersoonlijke problemen en eigenwaarde en competenties. Daarnaast is een factoranalyse uitgevoerd op
de klinische populatie. Er lijken twee componenten te zijn, maar omdat beide zijn opgebouwd uit positief en
negatief geformuleerde items, gaan de auteurs uit van één overkoepelende factor die wijst op een algemeen onderliggende construct van depressie.
Bij kinderen tussen de 8 en 17 jaar (N=80) werd in verschillende ambulante en intramurale centra in
Vlaanderen en de RIAGG Maastricht de CDI afgenomen gevolgd door een klinisch interview, de KID-SCID. De
CDI-totaalscores waren in de groep met een DSM-IV-diagnose hoger dan in de controlegroep (F (1.65) =
60.78 p < .001).
De COTAN heeft in 2009 de begripsvaliditeit van de CDI als voldoende beoordeeld en de criteriumvaliditeit als
onvoldoende wegens te weinig onderzoek.
Normering
De onderzoeksgroep bestond uit:
l
l
Een niet-klinische normgroep (N= 3073 jeugdigen in de leeftijd van 7-18 jaar, waarvan 1347 Nederlands en
1726 Vlaams).
Een klinische normgroep (N=511 jeugdigen in de leeftijd van 7-18 jaar).
Er zijn normtabellen beschikbaar voor de klinische en niet-klinische populatie, onderverdeeld per geslacht voor
vier leeftijdscategorieën, 7-9 jaar, 10-12 jaar, 13-15 jaar en 16-18 jaar. Literatuur
Timbremont, B., Braet, C. & Roelofs, J. (2008). Children's Depression Inventory, Handleiding. Amsterdam:
Pearson.
Bestellen
Pearson
Postbus 78
1000 AB Amsterdam
E-mail: [email protected]
Website: www.pearson-nl.com
Deze informatie is op 25 oktober 2016 gedownload van www.nji.nl.