Transcript Untitled
Prijs KoMASK Masters Salon 2015 Prix SoREBA Masters Salon 2015 TENTOONSTELLING / EXPOSITION LANGE ZAAL Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen Venusstraat 36, 2000 Antwerpen 01/10/2015 — 11/10/2015 MUSEE CURTIUS Quai de Maestricht 13, 4000 Liege 06/11/2015 — 29/11/2015 7 Voorwoord/ Introduction 16 Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen 42 Académie Royale des Beaux-arts de Bruxelles 68 Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten Den Haag 98 Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Gent 126 Académie Royale des Beaux-arts de Liège 152 Historiek / Historique 164 Juryverslag/ rapport du jury Masters salon 2014 166 Dankwoord / Paroles de remerciement Arne Sierens Inleiding Masters Salon 2015. Introduction au Masters Salon 2015. Deze catalogus is een visuele weergave van een nieuwe lichting schilders uit de belangrijkste Academies van de Benelux. De vzw Komask verzocht elk van deze Academies zelf haar vier beste afstuderende Masters te nomineren om aan het Masters Salon 2015 deel te nemen. Elke genomineerde mocht op zijn beurt zelf vier schilderijen uit zijn oeuvre indienen die zijn identiteit het beste weerspiegelt. Aan deze tentoonstelling werd ook een wedstrijd verbonden die aan een jury van gerenommeerde curatoren de mogelijkheid biedt een prijs uit te reiken aan de meest beloftevolle persoonlijkheid onder hen. De tentoonstellingscatalogus geeft een overzicht van 80 schilderijen uit de top van de professionele kunstopleidingen van de Lage Landen. Het is een staalkaart die binnen twee à drie decennia op haar huidig kunsthistorisch perspectief zal beoordeeld worden. Ce catalogue est une représentation visuelle d’une nouvelle fournée de peintres des plus importantes académies du Benelux. L’asbl Komask a demandé à chacune de ces académies de nominer elle-même ses quatre meilleurs élèves ayant obtenu leur Master, pour participer au Masters Salon 2015. Chaque nominé a dû à son tour, présenter quatre peintures de son œuvre, qui reflètent au mieux son identité. On a aussi joint un concours à cette exposition, qui permet à un jury de curateurs renommés, de remettre un prix à la personnalité la plus prometteuse d’entre eux. Le catalogue de l’exposition donne un aperçu des 80 peintures du top de la formation artistique professionnelle des Pays Bas. C’est un échantillon dont on jugera d’ici deux à trois décennies, la perspective actuelle de l’histoire de l’art. De initiële opzet van het vorig jaar opgestarte project “Masters Salon” was jaarlijks een breed podium te creëren voor de afstuderende masters uit de Koninklijke Academies van België en dit concept te hanteren voor drie opeenvolgende jaren. Na die eerste reeks zou een in samenspraak met de sponsors het concept van een nieuwe reeks uitgewerkt worden. Dit initiatief kaderde in een interregionale pioniersrol die Komask zich tot doel stelde om een hernieuwd cultureel samenwerkingsverband tussen de Vlaamse en Franse Gemeenschappen te realiseren. Gelijktijdig aan de tentoonstelling van de Masters schilderkunst zou er elk jaar een aspect uit de internationale art scene getoond worden. Dit werd in de eerste editie een flashtentoonstelling van werk van Chinese beeldhouwers. L’enjeu initial du projet “Masters Salon” qui a débuté l’année dernière, était de créer un large podium annuel pour les étudiants ayant obtenu leur master des Académies Royales de Belgique et d’user de ce concept durant trois années consécutives. Après cette première série, le concept d’une nouvelle série devrait être mis au point, en accord avec les sponsors. Cette initiative voulait, grâce au rôle de pionnier interrégional de Komask, réaliser un renouvellement du partenariat culturel entre les communautés flamande et française. Conjointement à l’exposition des Masters en peinture, on montrerait chaque année, un aspect de la scène artistique internationale. Lors de la première édition, ce fut une exposition flash du travail de sculpteurs chinois. 7 8 Uit dit internationaalgerichte randgegeven ontstond spontaan de mogelijkheid om het actieterritorium van het Salon naar buiten de grenzen van België te verleggen. Met als gevolg dat in een eerste uitbreiding de Koninklijke Academie van Den Haag de andere academies uit het eerste Salon (Antwerpen, Bruxelles, Gent en Liège) vervoegt zodat nu alle “Koninklijke” Academies van de Benelux in deze editie vertegenwoordigd zijn. Vermits het Groothertogdom Luxemburg geen academie bezit denk ik dat het logisch is dit Masters Salon 2015 de titel het “Masters Salon van de Lage Landen” te geven. Ondertussen voeren we besprekingen met andere Koninklijke Academies van buiten de Benelux die de volgende editie zouden komen vervoegen. Dit alles sluit naadloos, maar sneller dan we zelf verhoopt hadden, aan bij de verzuchtingen van onze Maatschappij om, na de disruptie op het eind van vorige eeuw, terug aan te sluiten op onze vroegere internationale gerichtheid. Het feit dat we deze jongeren een ruim podium kunnen aanbieden - ondermeer met een tentoonstelling in de Lange Zaal van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen en een tentoonstelling in het Museum Curtius te Liège – is te danken aan de financiële ondersteuning uit het Antwerpse mecenaat. Elke tijd heeft zijn kunstliefhebbers die begrijpen dat een culturele belevenis de kwaliteit van het leven en de gemeenschap ten goede komt. Het is dan ook belangrijk dat een evenement gericht op de nieuwe generatie ondersteund wordt vermits dit de garantie inhoudt voor een bestendiging van het culturele leven. Deze jonge schilders die we u in de tentoonstelling en de catalogus mogen voorstellen behoren tot een generatie die in De ce cadre de données axé sur l’international, a jailli spontanément la possibilité de déplacer le territoire d’action du Salon hors des frontières de la Belgique, avec pour conséquence, un premier élargissement par l’Académie Royale de La Haye, venue rejoindre les autres académies du premier Salon (Anvers, Bruxelles, Gand et Liège), de sorte qu’aujourd’hui, toutes les Académies “Royales” du Benelux soient représentées dans cette édition. Etant donné que le Grand-Duché du Luxembourg ne compte aucune académie, je pense qu’il est logique d’intituler ce Masters Salon 2015, le “Masters Salon des Pays-Bas”. Nous sommes entre-temps, en pourparlers avec d’autres Académies Royales, hors du Benelux, qui aimeraient rejoindre la prochaine édition. Tout cela s’enchaîne parfaitement mais plus rapidement que nous ne l’avions espéré nousmêmes, et cadre parfaitement aux aspirations de notre Société qui, après la rupture de la fin du siècle dernier, tend à retrouver ses orientations internationales passées. Grâce au soutien financier du mécénat anversois, nous pouvons offrir à ces jeunes un vaste podium –entre autres grâce à une exposition dans la Grande Salle (Lange Zaal) de l’Académie Royale des Beaux-Arts d’Anvers et une exposition au Musée Curtius de Liège. Chaque époque a ses amateurs d’art comprenant qu’un évènement culturel améliore la qualité de la vie et communauté. Il est donc aussi important qu’un évènement axé sur la nouvelle génération soit soutenu puisqu’il est la garantie de la continuité de la vie culturelle. Ces jeunes peintres que nous pouvons vous présenter lors de l’exposition et dans le een sociaal gecorrigeerde maatschappij opgroeiden. Elke generatie opnieuw moet haar cultuuruitingen gericht een maatschappelijke plaats geven. Welke “Sturm und Drang” etaleert een nieuwe generatie, wat zijn hun onderwerpen, wat zijn hun besognes? Hoe gemondialiseerd we ons ook wanen toch geloof ik sterk dat we kunst in een plaatselijk context moeten bekijken. Welke fundamentele invloed heeft de rest van de wereld op ons continent? Twee grote economische blokken vertonen duidelijke verschillen ten opzichte van de West-Europese kunsttendensen. De USA kiest voor meer figuratieve kunst bv Academy of Fine Arts New York. Het centraal gedirigeerde economisch blok China daarentegen promoot traditionele kunstuitingen, waarin het communistische machtsapparaat zover gaat dat ze maatschappijkritische kunstenaars in quarantaine plaatsen (Ai Weiwei en talloze andere ons minder bekende kunstenaars). Ik kan moeilijk stellen dat we in een directe democratie leven, die utopisch geleid wordt door referenda... Toch heeft het debat over kunst nog nooit in de geschiedenis zo’n massale groep mensen gemobiliseerd dan de laatste decennia. Soms leidt dit tot excessen zoals een recente opiniepeiling de promenade van Oostende, waar de fluokleurige reuze objecten “Rock Strangers” van Arne Quinze werden geplaatst, net omwille van die ingreep tot de tweede lelijkste plek van België uitriep. Nog nooit was de publieke opinie zo zwart-wit. Voor en tegenstanders staan mekaar, in tegenstelling tot de kunstenaars zelf, nèt niet naar het lijf. Door dit geanimeerde publiekelijk debat vind ik dat we kunst steeds plaatselijk moeten evalueren, meer nog: in het hier en nu. De impact van arte facten kan af en toe de grenzen van land en continent overstijgen maar 9 catalogue, appartiennent à une génération qui grandit dans une société socialement corrigée. Chaque génération doit redonner une place sociale centrale à ses expressions culturelles. Quel “Sturm und Drang” étale chaque nouvelle génération, quels sont ses sujets, quelles sont ses préoccupations ? Aussi mondialisés que nous soyons, je crois pourtant fermement que nous devons envisager l’art dans un contexte local. Quelle influence fondamentale a le reste du monde sur notre continent ? Deux grands blocs économiques présentent des différences claires par rapport aux tendances artistiques de l’Europe occidentale. Les U.S.A. préfèrent l’art plus figuratif par ex. à l’Academy of Fine Arts de New York. Le bloc économique centralement dirigé qu’est la Chine, promeut au contraire, des expressions artistiques traditionnelles où l’appareil du pouvoir communiste va si loin que les artistes critiquant la société sont mis en quarantaine (Ai Weiwei et de nombreux autres artistes moins connus). Je peux difficilement affirmer que nous vivons dans une démocratie directe, dirigée de façon utopique par de hauts fonctionnaires... Le débat sur l’art n’a pourtant dans l’histoire, jamais mobilisé la masse comme durant les dernières décennies. Cela mène parfois à des excès comme un récent sondage concernant la promenade d’Ostende déclarée deuxième lieu le plus laid de Belgique à cause de l’installation d’objets géants fluo, les “Rock Strangers” d’Arne Quinze. L’opinion publique n’a jamais été autant noir/ blanc. Défenseurs et opposants s’affrontent de façon menaçante, contrairement aux artistes eux-mêmes. Vu ce débat public animé, 10 dat gebeurt zelden wanneer de kunstenaar, zoals elke in deze catalogus voorgestelde jonge master, pakweg pas 22 jaar is. Los van het feit dat ik elke vorm van kunst maatschappijkritisch vind - vermits de neutraliteit in de kunstuiting een aanvaarding van de politieke realiteit inhoudt - valt het me toch op dat, in zowel deze als vorige editie van het Masters Salon, maatschappijkritische onderwerpen bij de geselecteerde nieuwe kunstenaars ontbreken. Het lijkt alsof er geen penseelstreek kan vuil gemaakt worden aan dreigende Grexits, dramatische Middellandse Zee-oversteken van economische vluchtelingen, sociale gevolgen van mondialisering, de uitholling van het begrip verzorgingsstaat, Podemos, Gafa,... een amalgaam van factoren die het heersende rechtssysteem bedreigen. Behoort dit niet meer tot het interesse gebied van de jonge kunstenaar? Hebben niet generaties kunstenaars de maatschappelijke grenzen verlegd en een betere toekomst helpen realiseren? Probeerden ze geen revoluties uit te lokken, zoals romantische geesten plachten te denken. Dit laatste is, op de opera “La Muette de Portici” van Daniel Auber na, een idee dat geen opgang maakt. Zelfs de iconen uit de schilderkunst van de negentiende tot ver in de twintigste eeuw geven nergens een revolutionaire aanzet. De spraakmakende iconen uit de schilderkunst vanaf de negentiende eeuw die op ons netvlies gebrand zijn zoals “Le Radeau de la Méduse” van Géricault; “La Liberté guidant le Peuple” van zijn tijdgenoot Delacroix’s over “Weberzug” van Käthe Kollwitz en over “Debout les Morts” van Rouault of “Guernica” van Picasso tot “La Ville détruite” van Zadkine geven nergens, in de klassieke zin van het woord, een revolutionaire aanzet. Ze zijn allen voorbeelden van geëngageerde kunst maar verwerken post factum trauma’s van een generatie je pense que nous devons toujours évaluer l’art localement, je dirais même plus : ici et maintenant. L’impact d’objets artistiques peut parfois dépasser les frontières d’un pays et d’un continent mais cela arrive rarement lorsque l’artiste, comme chacun de ceux présentés dans ce catalogue, est un jeune diplômé d’à peine 22 ans. Indépendamment du fait que je sois d’avis que chaque forme d’art comporte une critique sociale –vu que la neutralité de l’expression artistique implique une acceptation de la réalité politique-, je suis pourtant frappé de voir que dans cette édition du Masters Salon, comme dans la précédente, aucun des nouveaux artistes sélectionnés n’intègre une critique sociale dans son œuvre. Comme si aucun coup de pinceau ne pouvait être utilisé pour nous rappeler l’exclusion menaçante de la Grèce, la traversée dramatique de la méditerranée par des réfugiés économiques, les conséquences sociales de la mondialisation, l’érosion de l’état providence, Podemos, Gafa,... un amalgame de facteurs menaçant le système juridique en vigueur. Cela ne fait-il plus partie de la zone d’intérêt du jeune artiste ? Les générations d’artistes n’ont-elles pas déplacé les frontières sociales et contribué à la réalisation d’un meilleur avenir ? N’ont-ils essayé de susciter des révolutions, comme les esprits romantiques aimaient à penser ? Daniel Auber fut le seul à reprendre cette idée dans son opéra “La Muette de Portici”. Même les icônes de la peinture du dix-neuvième jusque tard dans le vingtième siècle, ne témoignent d’aucune impulsion révolutionnaire. Les icônes controversées de la peinture à partir du dix-neuvième siècle, que l’on a encore bien en tête comme “Le Radeau de la Méduse” de Géricault, “La Liberté guidant le Peuple” de zonder dat het werk op zich enige verandering teweeg brengt in het politieke handelen in zijn specifieke tijd. De aangehaalde werken zijn aldus illustraties van het inhoudelijk denken van een culturele elite, die haar standpunten niet wou opdringen maar die via haar beeldend vermogen de goegemeente een geweten trachtte te schoppen. Schilderkunst is een relatief trage ambachtelijke expressievorm die door nieuwe technische hulpmiddelen in expressiekracht ingehaald werd. Deze nieuwe mogelijkheden werden door de sociaal geëngageerde kunstenaar gegrepen om sneller te kunnen reageren op politiek-maatschappelijke uitdagingen. Het lijkt me dan evident dat militant maatschappijkritische onderwerpen uit het repertorium van de jonge generatie schilders verdwijnt. Een andere reden die een shift in de onderwerpen richting maatschappij-neutrale inhoudelijkheid geeft is de zucht, die manifest de media domineert, om te voldoen aan de niet aflatende publiekshonger naar nieuwe sensatie wat lijdt tot een staccato van beeldmateriaal waartegen het statische van schilderkunst niet op kan. Waarschijnlijk zou een op de actualiteit aansluitend schilderij onmiddellijk in de mainstream van de sensatiebeeld-diaree opgenomen worden waardoor het tot de vulgariteit van de beeldhonger zou verdoemd zijn. We vinden daardoor de geëngageerde kunstenaar eerder terug in de video- en multimediasegmenten van de installatiekunst. Dit geeft de kunstenaar een directere actualiteitsimpact waarbij hij zijn boodschap kan verpakken in een contemplatieve context zodat hij zijn uiting een kunsthistorische bestendiging kan geven. De vraag die je hierbij onmiddellijk stelt is: “Zou een kunstdiscipline die zich niet maatschappijkritisch opstelt lijden aan 11 son contemporain Delacroix, sur “Weberzug” de Käthe Kollwitz et sur “Debout les Morts” de Rouault ou “Guernica” de Picasso jusqu’à “La Ville détruite” de Zadkine, ne provoquent nulle part, au sens propre du mot, une impulsion révolutionnaire. Ce sont tous des exemples d’art engagé mais qui essaient seulement, chacun de sa manière, d’accepter et d’assimiler des traumatismes post factum de toute une génération sans que l’œuvre même apporte en ellemême le moindre changement dans l’action politique de sa période spécifique. Les œuvres citées sont donc des illustrations de la pensée intérieure d’une élite culturelle, qui ne voulait pas imposer ses points de vue mais qui, par ses capacités d’expression, tentait de bousculer le grand public et sa conscience. La peinture est une forme d’expression artisanale relativement lente, qui a été rattrapée dans sa puissance d’expression, par de nouveaux moyens techniques. Les artistes engagés socialement ont saisi ces nouvelles possibilités pour pouvoir réagir plus vite aux défis sociaux-politiques. Il me paraît donc évident que des œuvres militantes critiquant la société disparaissent du répertoire de la jeune génération de peintres. Une autre raison qui donne une impulsion dans la direction du contenu créatif socialement neutre, est le souffle qui domine manifestement les médias, qui, pour satisfaire la faim assidue de nouvelles sensations de la part du public, mène à un staccato de matériel visuel contre lequel le côté statique de la peinture ne peut vraiment rien faire. Une peinture correspondant à l’actualité pourrait vraisemblablement être immédiatement reprise dans le courant dominant de la diarrhée d’images à sensation, ce qui amènerait à ce que la vulgarité de la faim 12 conformisme?” De vraag is eenvoudig doch het antwoord is complexer dan men vermoedt. Maar zou het niet kunnen dat schilderkunst zich op zichzelf richt door zich de vrijheid toe te eigenen haar onderzoeksterritorium ontzettend klein te maken. Dit territorium zou zich eventueel kunnen beperken tot een dynamisch onderzoek naar de spanning tussen operatiezaalgroen en appelblauwzeegroen al dan niet in verhouding tot eurobiljettenpaars? Deze laatste kleur dient uitsluitend om de vraag in een economische context te situeren. Maar los hiervan zullen velen de volgende vraagstelling een extremiteit noemen: kan de schilderkunst niet pure sang, de verf om de verf, een uiteindelijk doel op zich zijn? Laten we de vraag omdraaien: “In welke context moeten jongeren nu werken maken?” Het lijkt me toe dat er geen “isme” meer overheerst in de schilderkunst. Er is voornamelijk de triomf van het individualisme, de algehele consecratie van het neoliberalisme. De recente kunstgeschiedenis reikt, binnen het aanbod van veelheid aan ego’s, een hoop excessen als voorbeeld aan de jongeren. Een vermoeden van ongebreidelde zelfverheerlijking vind ik in bv Anselm Kiefer in zijn reeks “Heroische Sinnbilder” of de reeks “Gas Chamber” van Luc Tuymans of de “Fist fuck Pictures” van Mapplethorpe of Jef Koons die sex heeft met La Cicciolina in de reeks “Made in Heaven” Deze hijgende opdringerigheid van controversiële of zelfs aanstootgevende onderwerpen in de picturaliteit noem ik de “shirashi van de hedendaagse kunst”: verse vis op een bedje van vulgaire rijst. Tegenover deze extreme vormen staan wellicht andere iconen die ik zou catalogeren onder de picturaliteit van de eenvoud in d’images soit condamnée. Nous retrouvons ainsi déjà l’artiste engagé dans les extraits vidéos et multimédias de l’art de l’installation, ce qui donne à l’artiste un impact d’actualité direct lui permettant d’envelopper son message dans un contexte contemplatif afin de pouvoir donner à son expression une stabilisation dans l’histoire de l’art. La question qui vous vient immédiatement à l’esprit est : «Une discipline artistique qui n’adopte pas de position sociale critique souffrirait-t-elle de conformisme ?” La question est simple mais la réponse est pourtant plus complexe qu’on ne le présume. Mais ne serait-ce donc pas possible que la peinture se concentre sur elle-même en s’appropriant la liberté de rétrécir son propre territoire de recherche. Ce territoire pourrait éventuellement se limiter à une recherche dynamique de la tension entre le vert « salle d’opération » et le turquoise, et de sa relation avec le mauve des billets d’euros ? Cette dernière couleur doit être unique pour situer la question dans un contexte économique. Mais indépendamment de cela, la question suivante sera peut-être extrême : la peinture ne peut-elle pas être pur-sang, la peinture pour la peinture, et être un but final en soi ? Retournons maintenant la question : “Dans quel contexte, les jeunes doivent-ils aujourd’hui, créer leur œuvre ?” Il semble que plus aucun «isme» ne domine dans la peinture. Il y a principalement le triomphe de l’individualisme, la consécration globale du néolibéralisme. La récente histoire de l’art présente, dans une multiplicité d’égos, de nombreux excès de werken van Lucean Freud, Jenny Saville of Adrian Ghenie of bij ons Rinus Van de Velde. Al deze indringende artefacten uit de heersende kunstactualiteit eisen een enorme maturiteit van deze jongeren, zij moeten of boven het geweld opboksen of opvallen door een fragiele identiteit. Kunnen zij een nieuw gezicht geven aan de kunst? Kent de kunst zijn eigen gezicht en kan de kunst zichzelf richten? Wanneer Anselm Kiefer Damien Hirst verwijt anti-kunst te maken voegt hij er onmiddellijk aan toe dat anti-kunst wel degelijk òòk kunst is. Dit illustreert de soepelheid van het abstracte begrip “kunst” en definieert ook de onvoorspelbaarheid van zijn uitingsvorm. Deze context etaleert duidelijk de moeilijkheidsgraad in kunstopleidingen. Deze, uiterst inclusieve democratische, aanvaarding door de kunst zelf van algehele evenwaardigheid van elke mogelijke contradictie verhindert om in het kunstonderwijs tot een ontwikkeling van een pedagogische blauwdruk te komen. Daardoor moeten opleidingen openstaan voor de realiteit en zijn ze genoodzaakt een niet dirigerende maar toch gidsende opleiding te concipiëren waarin elke zich aandienende student zich, volledig autonoom en binnen zijn eigen capaciteiten, optimaal, kan ontwikkelen. Dit alles onderlijnt de complexe verantwoordelijkheid die de docenten in deze dragen. Uiteindelijk is deze catalogus ook een ode aan hen die dagelijks het vallen en opstaan van deze jongeren begeleiden. Mainstream ondersteunt een maatschappij in zijn bestaan maar de werkelijke vooruitgang is gebaseerd op verwondering. Verwondering die kunst bij ons opwekt is en blijft een drijfriem voor vele levens. Niet de vernieuwing op zich maar 13 Käthe Kollwitz servant d’exemples aux jeunes. Je ne peux m’empêcher de déceler un soupçon d’autoglorification effrénée par ex. chez Anselm Kiefer dans sa série “Heroische Sinnbilder” ou la série “Gas Chamber” de Luc Tuymans ou les “Fist fuck Pictures” de Mapplethorpe ou bien encore dans les ébats sexuels de Jef Koons et La Cicciolina dans la série “Made in Heaven”. J’appelle cette importunité haletante d’œuvres picturales controversées ou même scandaleuses, le « shirashi de l’art moderne » : du poisson frais sur un lit de vulgaire riz. Face à ces formes extrêmes, se trouvent sans doute d’autres icônes que je cataloguerais sous « picturalité de la simplicité » , comme l’œuvre de Lucean Freud, Jenny Saville ou Adrian Ghenie ou chez nous Rinus Van de Velde. 14 Tous ces objets artistiques marquants de l’actualité artistique régnante, exigent une énorme maturité de ces jeunes. Ils doivent soit lutter contre la violence, soit se faire valoir par une identité fragile. Peuvent-ils donner un nouveau visage à l’art ? L’art connaît-il son propre visage et l’art peut-il se diriger lui-même ? Lorsqu’Anselm Kiefer reproche à Damien Hirst de faire de l’anti-art, il ajoute immédiatement que l’anti-art est tout aussi légitime comme forme d’art. Cela illustre la souplesse de la notion abstraite «art» et définit aussi la contingence de sa forme d’expression. Ce contexte étale clairement le degré de difficulté de la formation artistique. Cette dernière acceptation, extrêmement inclusive et démocratique, par l’art lui-même de l’égalité de chaque contradiction possible, empêche l’enseignement de l’art d’arriver à formuler un concept pédagogique général. De ce fait, les formations doivent être ouvertes à la réalité et doivent obligatoirement être axées non pas sur le fait de diriger les étudiants, mais de les guider afin que chacun puisse s’épanouir et développer ses propres capacités de façon totalement autonome. Tout cela souligne la responsabilité complexe portée par les professeurs. Ce catalogue est finalement aussi une ode à ceux qui accompagnent chaque jour ces jeunes, dans les hauts, mais aussi dans les bas. Le mainstream soutient la société dans son existence mais la véritable progression est basée sur l’étonnement. L’étonnement qu’éveille l’art chez nous, met et continuera à mettre un certain entrain dans de nombreuses vies. Pas vraiment le renouvellement en soi mais la pensée “out of the box”. La création qui dans son het “out of the box” denken. De creatie die zo individualistisch is dat elkeen zich getriggerd voelt, de verademing die de sleur van het dagdagelijkse neutraliseert en het bestaan op zich een boost geeft. Dit is het fundamentele zoeken in een hedendaagse open maatschappij, het tegendeel van elke vastgeroeste krampachtige fundamentalistische staat waar geen enkel vrijdenkend individu, zoals wij, deel van wil uitmaken. individualisme nous interpelle tous, une bouffée d’air qui neutralise la routine du quotidien et qui donne un boost à l’existence même. C’est la recherche fondamentale dans une société contemporaine ouverte, le contraire de tout état fondamentaliste crispé et rouillé dont aucun individu libre penseur comme nous le sommes, ne veut faire partie. De groep jongeren die we vandaag voorstellen hebben zich moeten laten inspireren door de overvloed aan beeldmateriaal uit het oeuvre van, groten en minder groten, voorgangers. Ze hebben allen vier jaar kunstopleiding achter de rug en tonen hier hun identiteit die ze tijdens hun leerrijke tochten hebben opgebouwd. Elkeen etaleert dan ook een zeer persoonlijke picturale invalshoek die ons de continuïteit in evolutie van de schilderkunst garandeert. Of tussen deze groep de van Gogh, de Ensor of de Magritte van de 21ste eeuw zit is irrelevant als vraag, maar de mogelijkheid valt niet uit te sluiten. Sinds kunst geen afgebakend terrein meer is leidt een opleiding niet tot een eindpunt maar tot de start van een levenslange vorming, een levenslange dialoog die een picturale uitkomst creëert. De twee toonmomenten in de Lange Zaal van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen en de tweede in het Musée Curtius in Liège worden hopelijk voor hen een springplank naar een internationaal palmares. Le groupe de jeunes que nous présentons aujourd’hui, a dû s’inspirer de l’abondance de matériel visuel tiré de l’œuvre de grands ou moins grands prédécesseurs. Ils ont déjà quatre ans de formation artistique à leur actif et dévoilent ici leur identité qu’ils ont construite durant leurs pérégrinations artistiques. Chacun expose donc une approche picturale très personnelle qui nous garantit la continuité de l’évolution de la peinture. Si dans ce groupe se trouve le Van Gogh, l’Ensor ou le Magritte du 21ème siècle n’est pas une question pertinente, mais cela n’est pas exclu. Depuis que l’art a cessé d’être un terrain délimité, une formation ne mène pas à un point final mais au début d’une formation qui durera toute la vie, un dialogue d’une vie entière qui crée un résultat pictural. Les deux moments d’exposition à la Grande Salle (Lange Zaal) de l’Académie Royale des Beaux-Arts d’Anvers et le deuxième au Musée Curtius de Liège, sont, nous l’espérons pour eux, un tremplin vers un palmarès international. Ik, en met mij de vzw Komask, wensen deze jongeren het grootst mogelijke succes toe. L’asbl Komask et moi-même, souhaitons à ces jeunes gens le plus grand succès possible. Augustus 2015, Bart’d Eyckermans Voorzitter Koninklijke Maatschappij ter Aanmoediging van de schone Kunsten Août 2015, 15 Bart d’Eyckermans Président de la Compagnie Royale d’Encouragement aux Beaux-Arts Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen Jan Gordts Ben Sledsens Heidi Ukkonen Emily Vincke Onze afstudeerrichting Vrije Kunsten - Schilderkunst beweegt zich in het spanningsveld tussen ‘taalvaardigheid’ en persoonlijke artistieke beleving. Vertrekkend vanuit een grote aandacht voor het rijke kader waarbinnen de schilderkunst zich tot op heden heeft ontwikkeld, worden onze studenten uitgenodigd om een eigen beeldtaal te realiseren. On peut situer notre cours de Peinture dans la zone de tension entre une certaine ‘compétence linguistique’ et le vécu artistique personnel de chacun. À partir d’une grande attention pour le riche cadre dans lequel la peinture s’est développée, nous stimulons nos étudiants à développer leur propre langage visuel. In de eerste en tweede bachelor is het atelierwerk voor een belangrijk deel gebaseerd op waarneming (stilleven, model, portret, landschap). Deze studie biedt tal van aanknopingspunten met recente en oudere werken van grote meesters. Zij vormen het noodzakelijke referentiekader van waaruit (of waartegen) het eigen plastische taalgebruik stap voor stap kan worden ontdekt en ontwikkeld. Durant la première et la deuxième année de bachelier le travail d’atelier est en grande partie basé sur la perception (nature morte, modèle, portrait, paysage). Daarnaast is er geleidelijk meer aandacht voor de maatschappelijke context waarbinnen kunstwerken zich ontwikkelen. De beeldenstroom die ons dagelijks als het ware overspoelt, moet worden verwerkt en gefilterd tot relevante beelden, die op hun beurt worden ‘vertaald’ in schilderijen. Bij het beëindigen van de master wordt een project verwacht dat getuigt van een eigen artistieke invalshoek. Het atelier is de centrale plek van waaruit deze processen tot stand komen. De ruime schildersateliers, met een overvloed aan noorderlicht, vormen daar het ideale kader voor. Docenten afdeling Schilderkunst KASKA 17 Cette forme d’étude présente de nombreux liens vers les œuvres récentes et plus anciennes de grands maîtres. Celles-ci forment le cadre de référence nécessaire à partir duquel ou contre lequel, pas à pas, l’étudiant découvre et approfondit son langage visuel personnel. En parallèle à cela et au fur et à mesure, une attention plus particulière est consacrée au contexte social dans lequel se crée un tableau. Le flux d’images qui nous immerge au quotidien devra être assimilé, les images pertinentes filtrées et ensuite ‘traduites’ sur la toile. Pour l’obtention du grade de master, les étudiants constituent un projet témoignant d’une approche artistique personnelle. Grâce à sa situation idéale en haut du bâtiment l’atelier de peinture baigne dans une lumière venant du nord et pour ces raisons s’avère être le lieu central pour la genèse du processus artistique. 18 Jan Gordts lives and works in Antwerp/Asse [email protected] Untitled oilpaint on linnen 47X32 cm 19 20 iri wa oil on linnen 100 X 70 cm futur proche, ami distant oil and watercoloured paper on linnen 180 X 150 cm 21 22 sospiri oilpaint on linnen 101 X 83 cm 23 24 Ben Sledsens Antwerpen 0032 498 37 91 29 - 0032 (03) 237 62 27 [email protected] bensledsens.com Ben sledsens (1991°) is a painter who lives and works in Antwerp, Belgium. His work often shows situations and experiences which are taken from his daily life. He presents these situations and experiences in a fictional environment and in an anecdotal way. Although his work is based on personal events, the spectator is nevertheless still able to give meaning to these images him- or herself. 25 26 A Nice Break oil, acrylic, pastel on canvas 200 x 190 cm Two Persons, Two Tables oil, acrylic and spray paint on canvas 200 x 160 cm 27 28 An Arrival, 2015 oil, acrylic and spray paint on canvas 200 x 160 cm Something Bigger Than Me oil, acrylic and spray paint on canvas 200 x 160 cm 29 30 Heidi Maria R Ukkonen [email protected] 0479/829057 KNOWLEDGE AND EXPERIENCE: Design Assistance The Royal Historic Museum in Stockholm (SPACE)2000 Sole Exhibitionist, Gallery Gummesons Stockholm 2006 Project Cordinator/Creative Design Ragdoll Exhibition Uppsala 2007 Group Exhibition, Lange Zaal Antwerp 2014 KoMASK BA Prize Group Exhibition, Winter Tuin Antwerp 2014 Group Exhibition And remember, an Elephant Never Forgets!, Lange Zaal Antwerp 2015 EDUCATION: Estetiska Programmet Bild Och Formgivning (Fine Art Program) Uppsala Sweden 1999 Stora Konstkursen (Painting) Folk Universitetet Stockholm Sweden 2002 Stora Teckning Och Malning Kursen (Drawing and Painting) Folk Universitetet Stockholm Sweden 2003 Royal Academy Of Fine Art Antwerp BA painting 2014 Royal Academy Of Fine Art Antwerp MA painting 2015 Girls Girls 31 32 Société Anonyme Drops 33 34 Final Countdown 35 36 Emily Vincke ° 1990 Elversele [email protected] 0472 97 16 26 Artistiek onderzoek Mijn werk is gebaseerd op tegenstrijdige en vervreemdende elementen in de chaos die mij omringt. De spanning tussen realiteit en fictie, verleden en heden, waarneming en verbeelding is wat me interesseert. Vorig jaar putte ik mijn inspiratie uit het Antwerpse stadslandschap. Alledaagse elementen zoals schoorstenen, pijpleidingen en daken veranderden in vervreemdende gedaanten . Dit jaar wilde ik het zicht uit het atelier loslaten en verder op zoek gaan naar mijn eigen vormentaal. Ik ging meer experimenteren met dragers, compositie, ruimte, schaal en kleur. Toch merk ik dat het architecturale nooit volledig weg te denken is in mijn werk. De contrastrijke stad die ik doorwandel, het verweerde herenhuis waarin ik woon, de monumentale politietoren die het enige zicht vormt vanuit mijn dakraam, het atelier waar ik bezig ben, alles heeft een invloed op wat ik maak. Deze elementen beginnen een eigen leven te leiden in mijn werk. Het worden autonome vormen die nog amper verwijzen naar hun oorsprong. Ik laat meer en meer de waarneming los waardoor mijn schildersproces meer zoekend wordt. Ik zet vaak heel chaotisch op en begin dan te elimineren, te vereenvoudigen. Tijdens het schilderen verandert het eindbeeld in mijn hoofd voortdurend. Ik reageer op wat het schilderij me aanbiedt. Laag over laag ga ik op zoek naar de essentie. De dragers zijn ook bepalend voor de totstandkoming van het beeld, ze vormen een cruciaal deel van het werk. Soms vind ik ze toevallig ergens onderweg. Doorleefde panelen vind ik het interessantst; ze vragen om een reactie. Hun oorspronkelijke vorm moet nog gedeeltelijk af te lezen zijn. Vaak slingeren ze een tijd rond 37 in het atelier voordat ik weet wat ermee gedaan moet worden. Ik werk op krijtlijm omdat deze grondlaag heel zuigend is en voor een fragiele, frescoachtige kwaliteit zorgt. Daarin kan ik lijnen krassen en lagen wegschuren. Onderliggende lagen schemeren doorheen de architecturale vormen. Ik construeer mijn eigen wereld waar de wetten van perspectief opnieuw moeten worden uitgevonden, waar de zwaartekracht geen vat heeft op de schijnbaar strakke geometrische vormen. Een verlaten wereld zonder logica, waar heden en verleden versmelten. 38 40 Lazaar 40 x 50 cm 41 La peinture et ses enjeux L’atelier de peinture de l’Académie royale des Beaux-Arts de la Ville de Bruxelles s’engage à pratiquer, explorer et étendre les enjeux et possibilités de l’art à l’aide de la picturalité, tant par le médium pictural proprement dit que par ses possibles mutations. L’option peinture L’atelier de peinture est un lieu de formation, de production et de recherche, un lieu d’échange, d’expérimentation et de réflexion. C’est un laboratoire où chacun développe une recherche personnelle, un questionnement construit par une dynamique de travail intense et régulière. Académie Royale des Beaux-arts de Bruxelles Jeannelle Bertrand Marie Braun Weifu & ruifu Guo Lucien Roux Il accueille environs 35 étudiants en Bac et 30 en Master. L’atelier récemment rénové est un très bel espace de plus de X m2 ou les étudiants de toutes les années travaillent ensemble. L’enseignement est attentif à la fois à la singularité de la pratique de chaque étudiant et à l’enrichissement mutuel. Le parcours en peinture de l’ARBA-EsA est conçu comme un entonnoir. Au début de leurs années les étudiants sont inscrits essentiellement dans cette orientation, ensuite le parcours prévoit une ouverture vers d’autres pratiques, vers d’autres disciplines ou médium. La pratique artistique est également étayée par un pôle d’enseignements théoriques soutenus, visant à mener les étudiants à nouer de plus en plus précisément sens et pratique. 43 De schilderkunst en haar uitdagingen Het atelier schilderkunst van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van de stad Brussel engageert zich om de uitdagingen en mogelijkheden van kunst te beoefenen, te exploreren en uit te breiden, door de inzet van het eigenlijke picturale medium als zijn mogelijke veranderingen. Optie schilderkunst Het atelier schilderkunst is een plaats van vorming, productie en onderzoek, een plaats van uitwisseling, experiment en reflectie. Het is een laboratorium waar elk zich een persoonlijke aanpak ontwikkelt, een bevraging gebouwd door een dynamiek van intens en regelmatig werk. Het onthaalt ongeveer 35 bachelorstudenten en 30 masterstudenten. Het recent gerenoveerde atelier is een hele mooie ruimte van meer dan X m2 waarin de studenten van alle academiejaren samenwerken. Het onderwijs heeft tegelijk aandacht voor de bijzondere praktijk van elke student als voor de wederzijdse verrijking. Het traject schilderkunst van ARBA-EsA is als een trechter opgezet. In de eerste jaren zijn de studenten hoofdzakelijk in deze richting ingeschreven, vervolgens voorziet het traject een opening naar andere praktijken, disciplines of media. De artistieke praktijk is eveneens onderbouwd door een pool ondersteunend theoretisch onderwijs dat tot doel heeft de studenten gevoel en praktijk met elkaar te laten verbinden. 44 Avec ou sans pinceau Au vu des développements de l’art de ces dernières décennies, force est de constater que la pratique picturale s’est enrichie des autres médias apparus plus récemment qu’elle : loin de voir la peinture essentiellement pratiquée avec des pinceaux et pigments sur un support, toutes les formes artistiques contemporaines sont envisagées comme autant de champs d’investigations des enjeux de la peinture actuelle. Met of zonder penseel Toutes les pratiques picturales sont envisagées, pratiques étant ellesmêmes la mise en forme d’une pensée singulière, un rapport au monde, au temps, à l’existence et à la société. Alle picturale praktijken worden overwogen, praktijken die aan een bijzondere gedachte, een band met de wereld, tijd, het bestaan en de maatschappij vormgeven. L’étudiant curieux et passionné consacre sa recherche à la question de la peinture, de son sens, de sa fonction, ses implications théoriques en n’ayant crainte de revendiquer l’utilisation des divers langages plastiques assignés aux arts visuels. De nieuwsgierige en gepassioneerde student wijdt zijn onderzoek aan de vraag van de schilderkunst, zijn zintuigen, zijn functie, zijn theoretische gevolgtrekkingen en heeft geen schrik het gebruik van de verschillende plastische talen, die aan de visuele kunsten gewijd zijn, op te eisen. Daphné de Hemptinne, Directrice. Daphné de Hemptinne, In het licht van de kunstontwikkelingen de laatste decennia moet worden geconstateerd dat de picturale praktijk zich verrijkt heeft met andere actuele media. Ver van de schilderkunst te zien als in hoofdzaak beoefend met penselen en pigmenten op een drager, worden alle artistieke hedendaagse kunstvormen even zoveel beschouwd als onderzoeksvelden van hedendaagse schilderkunst. Directrice 46 Jeannelle Bertrand ° 1988 Vie et travaille entre Bruxelles et Bainville-Sur-Madon. [email protected] Au délà de la représentation, il y a, la peinture, la « peinture plate ». Du bleu pour la mer, du vert pour l’herbe, solutions de facilitées pour résoudre des équations compliquées. Je construit, non pas une maison, mais des images qui rempliront l’espace, entre, autour, dedans, dehors. Cette peinture sans sens, à muri plusieurs années, elle va bientôt pourrir, pour se régénérer. EDUCATION 2013 DNAP Art, ENSA Nancy. 2015 Master Peinture, ARBA Bruxelles. EXPOSITION 2015 « Exposition numero un », Peinture privée/peinture public, Bruxelles. 47 48 Etude de falaise acrylique 22 x 30 Saut dans la piscine au crocodile acrylique 38,5 x 30,5cm 49 50 Tas de bûches dimension variable, Priorité dans l’espace? huile 24,5 x 32,5 51 52 Marie Braun 0485/79.15.39 [email protected] “Les travaux que je présente ici ont été conçus comme un ensemble de petits gestes de peinture mis en relation. J’attache beaucoup d’importance aux moments d’invention et de recherche. J’aime pouvoir moduler mes installations, rassembler ou isoler certaines pièces, créer un climat, une intimité. J’aime ce qui demande du temps. Je cherche quelque chose dans les flous, les ombres, les distances.” FORMATION 2009 CESS, Institut Royal Roger Lazaron de Namur, option artistique. Prix de dessin. 2014 Baccalauréat, Académie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles, option peinture. EN COURS Master 2: Académie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles, option peinture. EXPOSITIONS 2012 « promenade des artistes » Parcours d’artistes de Chastres. 2015 “peinture privée peinture publique” Bâtiment Vanderborght, Bruxelles. 53 54 55 56 57 58 Weifu & Ruifu Bruxelles 0483372475 [email protected] WEIFU GUO né le 30 mars 1984 à Shenyang en Chine. De 2000 à 2004, il étudie à The Attached Secondary Art School Of Luxun Academy Of Fine Art. Weifu GUO est diplômé en 2008 à l’Académie des Beaux-Arts de Luxun en option de la gravure. Après avoir obtenu son diplôme, il travaille dans une école comme un enseignant artistique. Depuis lors, il réalise des oeuvres en collaboration avec son frére. en 2013, ils continuent leurs études d’art à l’Academie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles dans l’option de peinture en master où ils sont suivis par le professeur Stephan Balleux. Actuellement, il travaille à bruxelles. RUIFU GUO né le 30 mars 1984 à Shenyang en Chine. De 2000 à 2004, il étudie à The Attached Secondary Art School Of Luxun Academy Of Fine Art. Ruifu GUO est diplômé en 2009 à l’Académie des Beaux-Arts de Hubei en option de fresque et peinture de matériaux synthétiques. Après avoir obtenu son diplôme, il étudie au School of Visual Arts of New York comme Erasmus. Depuis lors, il réalise des oeuvres en collaboration avec son frére. en 2013, ils continuent leurs études d’art à l’Academie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles dans l’option de peinture en master où ils sont suivis par le professeur Stephan Balleux. Actuellement, il travaille à bruxelles. Nous somme déjà été lauréat: • Prix des artistes de Carte de visite ARTopenKUNST 2015 • Appel à projets pour la CENTRALE/lab-Jeunes artistes plasticiens bruxellois 2015-2016 • Finaliste du prix Laurent MOONENS Session 2015 • Prix ARBA-ESA / GALLERIE | 05 Introduction généragle sur le travail mesure plus grande a faire la peinture avec innovation. D’ailleurs, nous étudions encore l’usage de l’espace de l’exposition pour les oeuvres exposes, nous espérons de chercher une relation entre l’espace et l’oeuvre, l’oeuvre et les spectateurs. La caractéristique de notre langage comme peintre est utilisation du labyrinthe comme base de nos oeuvres. En effet, le labyrinthe est un mythe éthernel représentant l’histoire de l’humanité avec ses différentes étapes. Le labyrinthe est une énigme que nous pouvons pas finir, parce que a chaque moment de notre vie, nous avons plusieurs solutions (décisions) represantées par les différents chemins dans le labyrinthe. Lorsque la lumière et le temps changent, l’effet de labyrinthe tridimensionnel change également, en même temps, les spectateurs ressentent une série de changements au niveau visuel et mentalité en marchant au travers de l’exposition. Notre but est que nos oeuvres créent une relation d’interaction entre les oeuvres proprement dits et les spectateurs, et ceci au traverse d’une combinaison de symboles en trois dimensions et la peinture comme point de départ, pour rechercher des nouvelles possibilités dans la peinture. Autrement dit, mettre les oeuvres dans une espace en jouant avec la lumière, le temps et les spectateurs. A l’origine, notre création étions essentiellement base sur le réalisme. Tandis que actuellement, nous nous appliquons a étudier l’image (raconter la peinture par image par la peinture) pour trouver les nouveaux possibilités de la peinture. Nous essayons de créer des oeuvres base sur une colloboration entre l’artiste et la technologie (ordinateur, imprimante, graveuse …). Nous voulons employer la nouvelle technique, les nouveaux matériaux, le nouveau concept, la nouvelle 59 60 Le sentier 100 x 70 cm Dédale 200 x 120 cm 61 62 200 x 360 cm 63 64 Lucien Roux [email protected] +32 483 660 783 In my process, I consider the exhibition moment as a possibility to relate film editing and unmoving picture, as painting is most of the time. This ground of connections offers to me directions to understand activity between pictures and how it can influence each one. PRIX Mine are usually made from parts of an older particular visual experience that can only remain during their view by mental connections and retinal persistence. 2015 Obtention de la bourse Horlait-Dapsens FORMATIONS For example, in Vue du Train du Quai, the movement mentioned in the twenty-four watercolours was originally supposed to represent the perception of someone in a train crossing a piece of painting falling from the wall of a station. Instead, it proposes the vision of a painting of a vision of a painting. The pictorial process, in this practice of the picture, is introduced without being revealed, only pointed out through the splicing of each shot of the sequence. 2013 / 2015 Master 1 et 2 à l’Académie Royale des Beaux-Arts, Bruxelles 2009 / 2012 DNAP à l’Ecole Nationale Supérieure des Beaux-Arts, Lyon EXPOSITIONS COLLECTIVES 2014 Exposition Peinture Privée / Peinture Publique, Dexia Art Center, Bruxelles 2011 Monkey Drop Festival, Montpellier Six jours six nuits/Sechs Tage sechs nächte, Ecole Nationale Supérieure des Beaux-Arts, Lyon Exposition pluridisciplinaire à l’ESC, Grenoble, organisée par l’association Artagem RESIDENCES 2015 Résidence Itinera, Sienne 2011 Workshop à Bodman, lac de Constance, Allemagne. En partenariat avec la Staatliche Akademie der Bildenden Künste, Stuttgart Workshop organisé par le collectif Trois Points, Montpellier 65 66 La Stazione huile sur panneau 26 x 19 x 3 Vue sur Cour Graphite sur Dacapo 122 x 82 67 68 Vue du Train du Quai aquarelle sur papier 29,7 x 21 x 24, Triplopie huile sur toile 26 x 19 x 3 69 Schilderkunst is in eerste instantie dat wat een (kunst)schilder er van maakt. Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten Den Haag Martin Gabriel Katerina Konarovská Simon Oosterhuis Jonas Raps De schilder staat met 1 been in de actualiteit en met het andere in een historische traditie. Deze wankele positie doet de schilder nu eens overhellen naar het verleden, dan weer neerzetten in het nu en een enkele keer reiken naar de toekomst. Hoe eenvoudig het instrumentarium van de schilder in zijn zuiverste vorm ook gedefinieerd moge zijn - kleur opgenomen in verfmaterie, kwasten en een vlak om de vormen die daaruit voortkomen te registreren - de artistieke ambities en de vragen en handelingen die er aan het kunst schilderen vooraf gaan, of die er uit voort kunnen vloeien, zijn niet in een overzichtelijke samenhang te vatten. De schilderkunst is net zo complex als het leven zelf en net zo vitaal. Iets meer druk op de kwast, een fractie meer ultramarijn blauw bij het olijf groen, een vierkant in plaats van een rechthoek, een klein doek in plaats van een groot, een geaccidenteerde verfhuid of een gladde, dit zijn zo maar wat variaties in handelingspalet van de schilder die met elkaar vermenigvuldigd een oneindige ruimte tot expressie openbaren. Dan is er nog niets gezegd over het belangrijkste: wie is de schilder, in welke tijd leeft zij/hij, wat wil zij/hij overbrengen, wat wil zij/ hij geven aan de samenleving. Zoveel onzekerheden bijeen kunnen verlammen, maar de jonge schilder, aangespoord door talent en ambitie, duikt in deze duistere poel van mogelijkheden, woelt erin en komt boven om het prille begin van een oeuvre aan het daglicht te brengen. Als het hier niet om een begenadigd amateur gaat maar om een student, dan gebeurt dit op de academie. Hier komen ze naar toe die bijzondere talenten, om de eenzaamheid er van af te schudden door het gezelschap van andere talenten. Om het in eendrachtige concurrentie te onthullen. Studenten samen hun docenten die vanuit hun gerijpte kunstenaarschap kunnen terugkeren naar de bedwelmende droesem van het begin, en zo de gids kunnen zijn bij de zoektocht naar het originele schilderij. Het werk met een volkomen unieke herkomst, want voortkomend uit een unieke 71 72 persoonlijkheid. Het schilderij dat in eerste instantie niet lijkt op schilderijen die al kennen, maar dat de ogen tergt door iets dat onvoorzien is. Dit is wat centraal staat in het programma van de afdeling Beeldende kunst van de Koninklijke Academie in den Haag. Het uitzonderlijke. Dit en de bijzondere positie van de schilderkunst in het domein van de beeldende kunsten. Johan van Oord, kunstschilder en hoofd van de afdeling Beeldende Kunst van de KABK. La peinture c’est avant tout ce que le peintre confie à sa toile. Le peintre étant divisé entre actualité et tradition historique, il se trouve continuellement dans un état de fragilité le balançant du passé au futur en passant par le présent. Bien que la panoplie du peintre soit définie très clairement – les coloris de la peinture, les pinceaux et une surface pour recevoir les formes et traces qui découlent de leurs utilisation – les ambitions artistiques ainsi que le questionnement et les actions précédant au processus de la peinture, ou même qui en découlent, ne se laissent pas saisir et analyser aussi facilement. La peinture est complexe comme la vie même et toute aussi gorgée de vitalité. Un tracé plus appuyé du pinceau, une touche plus prononcée de bleu outremer se mélangeant au vert olive, un carré au lieu d’un rectangle, une petite toile et pas une grande, un effet de peau lisse ou plutôt accidenté, ce sont tant de variantes dans la palette d’actions du peintre, qui en se multipliant, mènent à une galerie infinie d’expressions. Et nous n’avons dit mot encore du principal : Qui est le peintre ? À quelle époque vit-il/elle ? Que veut-il/elle nous raconter ? Quel est le message qu’il/elle veut transmettre à la société ? Autant de questions et d’incertitudes qui paralysent en premier temps. Mais le jeune peintre se libère vite de cette paralysie temporaire, et se plonge, stimulé par son talent et son ambition, dans cette sombre mare de possibilités. Après l’avoir bien remuée et retournée il revient à la surface pour montrer au monde le tout début d’une œuvre. S’il s’agit d’un étudiant (et non pas d’un amateur talentueux exerçant dans son atelier privé), le lieu d’émergence sera l’académie. Ils sont nombreux à venir ici afin de sortir de leur isolement en se joignant à d’autres dotés comme eux de dons exceptionnels. Pour pouvoir enfin révéler leur œuvre dans une concurrence qui les unit. Étudiants et professeurs qui, s’inspirant de leur maturité artistique, reviennent à la lie enivrante des débuts et qui se font guide dans la quête de l’œuvre originale. Œuvre d’origine unique, car issue du travail d’une personnalité tout aussi unique. Peinture qui tout d’abord ne ressemble à aucune autre peinture, mais qui intrigue l’œil par son côté inattendu. C’est le cœur du programme du département de l’Académie des Arts plastiques. L’exceptionnel. Et la position particulière qu’occupe la peinture dans le domaine des arts plastiques. Johan van Oord, artiste peintre et chef de département Arts Plastiques KABK. 73 74 Martin Gabriel Den Haag ° 1991 06 232 691 62 [email protected] martingabriel.info In my paintings I work with a theme of man-made space. I combine real space whit specific aspects of a space from the virtual world of video games. While I play with the 2D depiction of a 3D space I want to create a feeling of emptiness (both emotional and material) that is so often present in videogames themselves. Besides that I make the space very difficult to walk through and I want the viewer to feel rather uncomfortable because the space that I depict is purely created by thoughts and thoughts can be very uncomfortable if they are too intensive. At this moment I’m inspired mostly from first person shooting games and in reality I look for places that are aside from the public attention and therefore also created with less care for detail and esthetics. I call them “dead place” they are almost purely utilitarian and then I combine them with the esthetics and significant forms of the space in videogames. EDUCATION: 9/2012 – 6/2015 : KABK – Royal academy of fine arts in The Hague – Department of Fine art direction painting 9/2006 – 6/2010 : High school of art and industry (subject - design of furniture and interior) graduation with honors and a certificate from the Czech Chamber of Commerce EXHIBITIONS 7/2015 : Graduation exhibition KABK 2015 – group exhibition, The Hague, The Netherlands 1/2015 : Quote me if I’m wrong – group exhibition, The Hague, The Netherlands 4/2014 : No one gets angry – group exhibition, The Hague, The Netherlands 12/2013 : Pulchery – The Hague, Graphic Bienale, The Netherlands 7/2012: Pictures of Martin Gabriel and Katerina Konarovska – Town hall gallery, Fridland(CZ) 8/2009 : Klub The Underground- Karlin, Prague(CZ) 75 76 Back Entrance acrylic, plaster, lacquer and tape on canvas 215 x 260 cm Soldier oil, acrylic and paper on canvas 210 x 150 cm 77 78 Backyard Oil and acrylic on canvas 215 x 155 cm Look in the mirror plaster, wall paint, acrylic and oil on canvas 194 x 144 cm 79 80 Katerina Konarovská Working in The Hague ° 1988 Prague +31 6 135 982 30 [email protected] Katerina-konarovska.com I like to paint people that I know, sometimes they talk with characters I just think about. Sometimes I instal them into an baroque, however 2D frame, to remind the history of painting perception and time to spend with paintings. I paint also nature and its connection with human is important, in the painting even literally. I spend my childhood holidays in a country side, having a night dreams about an gothic school in there for me, I like to collect old beautiful gemstones, treasures from the depths of the earth, or have a lunch in the forest, as we saw it in classical paintings. To support the perceiving of my work I start to enjoy writing long stories— thoughts-titles, that are not necessarily related to the image, to woke up the imagination of what is actually happening in the work. That joy and serious interest for tradition, but also thoughts and jokes about its position now and ability to perceive it, I think I share in the work as well. EDUCATION 09/2012 - 15 Royal Academy of Art, Painting, Den Haag, The Netherlands 09/2007- 6/2011 Institute of Art and Design, University of west Bohemia, Illustration & Graphic, Pilsen, The Czech Republic 09/2003 - 05/2007 Gymnasium Pražacka, Prague, The Czech Republic EXHIBITIONS 01/2015 Quote me if I’m wrong - Group show, Spaces, Den Haag, The Netherlands 04/2014 No one gets angry, Group exhibition, Groningen, The Netherlands 02/2013 Pulchry, Group exhibition, The Hague, The Netherlands 07/2012 Gallery of townhall, Group exhibition, Frýdlant, The Czech Republic 11/2011 LP7 gallery, Group Exhibition, Tábor, The Czech Republic 05/2009 Faculty of Law, Group exhibition, Prague, The Czech Republic 05/2008 Univerzitní galerie, Group exhibition, Pilsen, The Czech Republic 08/2008 Castle Cervená Recice, Group exhibition, Cervená Recice, The Czech Republic 81 82 It was trying to show some historical romantic story, which was a bit fiction and that was bad, but on the other hand it shows some real facts about his healing techniques. Gouache, varnish, oil paint on canvas 150 x 189,5cm They don’t know why they come tonight Gouache, varnish, oil paint on canvas 30,5 x 48cm 83 84 Sstuck in the middle with you, all we have is this very moment, they look at us from accros the street,so say a little prayer Oil on canvas 50 x 49cm Gouache on canvas, 185,5 x 242cm 85 86 Simon Oosterhuis [email protected] simonoosterhuis.nl My paintings are in the first place about the paint itself and how it can be applied on the canvas. The materiality of the oil paint is very important for me. I want to explore my limits in that matter. I am always searching for the next step that will take my paintings to a higher level. This search can only be conducted while painting, and only by looking at a painting can this search be evaluated. 87 88 89 90 91 92 Jonas Raps ° 1992 [email protected] Coming from a background in classical painting I spend my time in the academy gaining freedom in the way I work. Finding egg tempera as a medium helped me a great deal by introducing unpredictability to my process. Instead of starting a work with a clear visual idea I’m searching for an image by adding and removing paint, making the work more layered. The final painting is not only a single image, but shows all the different layers that the work consists of, giving an insight to the making process. On one hand, the viewer can be persuaded by the illusionary effect and mentally try to step into this space, while on the other hand being confronted with the layers and the materiality of the paint itself. The friction between these two interests me and I always aim for this border. EDUCATION: 2011-2015 Royal Academy of Art (KABK), The Hague, Bachelor Painting 2005-2010 Sancta Maria College, Haarlem, HAVO EXHIBITIONS: 2015 Endexam exhibition, Royal Academy of Art, The Hague 2015 Quote me If I’m wrong, Pre-endexam exhibition, Spaces, The Hague 2014 No one gets angry, Group show, Minerva Academy, Groningen 2013 Humor in de kunst, Group show concluding a workshop by Marcel van Eeden, Royal Gallery KABK, The Hague 93 94 95 96 97 Door haar rijke geschiedenis en haar haast archetypische beeldtaal eist de schilderkunst een sleutelplek op binnen de vrije kunsten. De openheid en verbondenheid tussen de vijf trajecten van de vrije kunsten staat garant voor een voortdurende wederzijdse interesse en bevraging. Met name voor de schilders is dit cruciaal. Schilderkunst is niet enkel een discipline met een grote traditie. We dichten haar ook een actuele urgentie toe en geven haar een plaats binnen het veld van de hedendaagse, beeldende kunsten. De specificiteit van de discipline staat daarbij centraal. Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Gent Veronika Bezdenejnykh Kim Hayeon Davide Serpetti Lisa Vlaemminck In het traject schilderkunst wordt het aanleren van technieken ingebed in een betrokken en kritische omgang met de eigen beeldtaal en traditie. Er gaat bijzonder veel aandacht uit naar de technologie van het schilderen, maar de student gaat op zoek naar meer dan alleen maar schilderkundige oplossingen. Hij moet zich doorheen het traject ook bewust worden van de plaats van de schilderkunst in de kunstgeschiedenis en in de artistieke praktijk van vandaag. Regelmatige toonmomenten geven de studenten de gelegenheid hun werk te presenteren en na te denken over de manier waarop hun werk publiek gemaakt kan worden. Deze momenten worden goed voorbereid en besproken door studenten en docenten en zijn een grote hulp bij de ontwikkeling van de artistieke persoonlijkheid. Van bij de start wordt elke student aangemoedigd zijn eigen weg te zoeken en dit door de ontwikkeling van een eigen beeldtaal in dialoog met voorbeelden uit het verre en het recente verleden. Dit gebeurt in de eerste bachelorjaren door waarnemingsoefeningen en het werken naar klassieke en moderne meesters in het MSK Gent. Het traject schilderkunst verwacht van de student dat die een eigen kritische manier van denken ontwikkelt omdat dit cruciaal is voor het uitbouwen van een duurzame zelfstandige praktijk. Willen weten wat schilderkunst kan zijn en hoe de zaken in elkaar zitten, willen zien, de waarneming uitbreiden en intenser maken; dat is het 99 100 opzet van de opleiding schilderkunst. Dit vereist een grote nieuwsgierigheid en een lucide, intelligente houding. De studenten kunnen hierbij rekenen op een uitzonderlijke ploeg gemotiveerde docenten, die zelf als kunstenaar actief zijn. Docenten afdeling Schilderkunst KASK En raison de sa riche histoire et de son langage visuel presque archétypal la peinture occupe une position clé au sein des arts libres. L’extraversion et les connexions reliant les 5 trajets des arts libres garantissent un questionnement et un intérêt mutuel incessants. Pour le peintre cela est d’un intérêt crucial. La peinture en tant que discipline repose non seulement sur une grande tradition, on lui attribue également une urgence qui est sans aucun doute toujours d’actualité. Dans ce contexte elle s’approprie une place au sein des arts plastiques contemporains où la spécificité de la discipline joue un rôle central. Durant les cours de peinture, l’apprentissage des techniques va de pair avec un rapport engagé mais néanmoins critique vis-à-vis de la tradition et du langage visuel personnel. Bien que la maîtrise des techniques de peinture soit très importante, l’étudiant doit essayer de dépasser ce stade purement technique. Tout au long de son parcours, il prendra conscience de la place de la peinture au sein de l’histoire de l’art et de la pratique artistique contemporaine. Des expositions régulières permettent aux étudiants de présenter leur travail et par la même occasion de réfléchir aux manières de s’ouvrir au regard extérieur. Ces expositions sont scrupuleusement préparées par les étudiants en accord avec les enseignants et constituent une étape nécessaire pour le développement de la personnalité artistique. Dès le départ, chaque étudiant est stimulé dans sa recherche artistique personnelle, qui sera le résultat du dialogue d’un langage artistique bien à soi avec les nombreux exemples récents ou plus anciens. Durant les premières années de bachelier cela peut se faire lors des nombreux exercices de perception et des travaux s’inspirant des maîtres classiques et modernes au MSK Gent. Durant ses études de peinture l’étudiant est supposé développer une manière de penser critique, puisque cela est la pierre de fondement d’une pratique de la peinture autonome durable. Vouloir savoir ce que la peinture est capable de signifier, la démanteler dans son plus petit détail, aller plus loin dans la perception, la rendre plus intense ; ce sont là les objectifs des cours de peinture. Pour en arriver là, une bonne dose de curiosité s’alliera à une attitude lucide et intelligente. Une équipe d’enseignants motivés, qui sont eux-mêmes ancrés dans la pratique artistique, aidera les étudiants dans cette quête. 101 102 Veronika Bezdenejnykh Aalst ° 1990 - Kazakhstan 0032/484 914 139 [email protected] Het werk komt steeds voort uit een filosofisch onderzoek naar de conventionele blik die volgens Bezdenejnykh slechts kan worden onttrokken door een weergave van clichématige beelden; de beeldkeuze reikt vooral naar de eerste basiselementen van de herkenning, vooral het landschap, -de zee, en het stilleven. Ze gaan namelijk telkens stilzwijgend uit van een soort diepte en perspectief die in het werk worden onderzocht door zogenaamde incompatibele beeldverdelingen en variabelen. Buiten de geconstrueerde pogingen om de conventie te ontlopen, blijft er een gevoel over in de keuze van de beelden die dobbert tussen een verlangen naar kasseien wanneer je in exotische oorden vertoeft, en omgekeerd, als naar een gedicht van Heinrich Heines Ein Fichtenbaum. STUDIES: Diploma secondary education:, DvM Handels-, Technisch & Beroepsonderwijs Certificate intermediate level, Fine arts, Academie voor beeldende kunsten Aalst, Part-time education Master in Fine arts, Painting department, Kask EXHIBITIONS: (Ein Fichtenbaum steht einsam Im Norden auf kahler Höh. Ihn schläfert; mit weißer Decke Umhüllen ihn Eis und Schnee. 2012 Group exhibition “2th bachelor toont” Kunsttoren, School of arts, Gent 2013 Group exhibition “De pas geverfde staldeur” - Tumult. Bijloke, School of arts, Gent 2014 Group exhibition “Chica Chica Bau Bau”, Zwart Wild, Gent 2015 Graduation show, Bijloke, school of arts, Gent Er träumt von einer Palme, Die, fern im Morgenland, Einsam und schweigend trauert Auf brennender Felsenwand.) 103 104 Lentetakken Alli baba/ alladin 105 106 Treurwilg en bamboo, blue pereck Opera en tranen 107 108 Kim Hayeon Works and lives in Gent +32-(0)492-86-84-56 [email protected] http://hhhhayeonkim.tumblr.com/ Kim’s Marathon Path Visual journey of picturemaking I develop the idea of ‘Kim’s Marathon Path’ with painting which is the analytic process of picturemaking. ‘Kim’s Marathon Path’ sets-up representation, sign, and abstraction as the fundamental elements of picturemaking. I focus on the circular relationship of the three pictorial elements; the meaning of a sign is generated from the process of representation; the representation is embodied with the pictorial elements from abstraction; abstraction has potentials to represent a sign. The triangular relationship creates the surface which plays a platform to encode and to decode the pictorial motives. My painting is the process itself of picturemkaing in-between an act and an image through the act of drawing. The optical conflict between the illusionistic motives and the flat surface constructs the multiple levels of painting. Through the visual journey of the triangular relationship, I suggest the process of picturemaking to extend the way of visual thinking. EDUCATION: 2012 B.F.A in Painting, Ewha Womans University, Korea (highest distinction) 2015 M.F.A in Fine Art, KASK, Gent, Belgium 2016 M.F.A in Graphic Design, KASK, Gent, Belgium EXHIBITIONS/PROJECTS: Group: 2015 Powers of Tenten, TUMULT # 3, Gent 2014 Cap’n (collaboration with Chris Swart), 7E, Gent 2013 Only Rule is Work, Zwart Zaal KASK, Gent 2012 EULGUTBULGUT, Moran Museum of art, Namyangju 2011 Fine art Degree Show, Ewha Womans University, Seoul 2010 Training, Ewha Womans University, Seoul Solo: 2012 Tell the truth, but with prudence, zoneHASE, Seoul 109 110 Installation Cinema 111 112 sigh 113 114 Davide Serpetti ° 1990 - L’Aquila lives and works between Gent and Milan. BELGIUM: +32 496027356 ITALY: +39 3462138559 [email protected] davideserpetti.tumblr.com COLLECTIVE EXHIBITIONS 2010 Not Feeling At Home, Galleria Artra, Milan 2012 Barbarie, Viafarini DOCVA, Milan Brera Vs Naba, Il Crepaccio, Milan 2013 “Amore mio” at Flash Art Event, Palazzo del Ghiaccio, Milan COBALTO40, Il Crepaccio, Milan 2014 #PITTURA, Galleria Giuseppe Pero, Milan don’t steal my moment / a collaboration between KASK - School of Arts Gent and Kunstakademie Dusseldorf, Zwarte Zaal, KASK, Gent 2015 WHAT IS YOUR POISON?, Croxhapox, Gent EDUCATION 2014-2015 MA of Painting at KASK, Gent 2009-2011 Pittura e Arti Visive at NABA, Nuova Accademia di Belle Arti, Milan. 2004-2009 Istituto Statale d’Arte F.Muzi, L’Aquila Self-portrait from passport photo oil on canvas 24 x 30 cm 115 116 The Environmentalist oil on canvas 50 x 50 cm each “The Enviromentalist“ is a series of paintings about the public figure of Leonardo Di Caprio. The repetition of his face works as a sort of mantra that creates a disconnection in the feeling between the viewer and the subject depicted. Leo becomes just a tool in my painting practice. He represents right now a decadent ideal of beauty in the world that everybody accept, but in this series of paintings I tried to put in to question those criteria. With the distortion of his face I modify the criteria of common’s beauty, unveiling the real nature Leonardo’s personality. 117 118 The Leocoon’s Triptych oil on canvas 100 x 150 cm each In this triptych the faces are copied by magazines and the bodies are ispired by the Laocoon sculpure. I painted it thinking about my italian background, that appears sometimes in the background, sometimes in the atmosphere around the faces, like the halo in Christian iconography. 119 120 Lisa Vlaemminck °1992, Brussels Lives and works in Ghent, Belgium [email protected] EDUCATION: 2010-2013 Bachelor in Fine Arts KASK Ghent, Graduated with great distinction 2013-2014 Erasmus Jan Matejko Academy, Krakow, Poland 2015 Master in Fine Arts KASK Ghent, Graduated with distinction GROUP EXHIBITIONS: 2012 Tentoonstelling KASK Ghent 2013 De pasgeverfde staldeur Zwarte Zaal, Bijloke, Ghent 2014 Chica Chica Bau Bau Curated by Vincent Geyskens, Zwart Wild, Ghent 2014 De vierkantigste rechthoek Curated by Tom Barman, Amersfoort, The Netherlands FUTURE PROJECTS: 2016 Solo exhibition in Annie Gentils Gallery, Antwerp 2015 Triënnale Brugge(curated by Michel De Wilde), Biezenkapel, Brugge 2015 Continental Breakfast / S1 E1, galerie Tatjana Pieters, Gent 2015 Group exhibition in Croxhapox, Ghent 2015 Group exhibition in CIAP (curated by Gert Robijns), Hasselt In haar soms komische, altijd dreigende werk maakt Lisa Vlaemminck zichtbaar hoe dingen en fenomenen verdwijnen en verschijnen. Door een buitengewoon intense waarneming, verdwijnen de codes en de contouren. De dingen verliezen hun naam. Wat verschijnt, is wat gevangen zat in contouren en belet werd door zijn naam. Zien we paddenstoelen, een plumeau, een vlek, een doek, een gordijn, een drol? De dingen weigeren benoemd te worden en dat maakt het schilderen zichtbaar. We zien de dingen voor ze benoemd werden. Ze verschijnen als lichaam en niet als idee. Wat fysiek wordt aangevoeld, alvorens te worden benoemd, dat staat centraal in deze werken : de trillingen en spanningen tussen het koude en het warme, het vochtige en het droge. Een kil, elektrisch licht geeft de aardse, organische objecten een morbide, onwillige klank. Ze zijn geëtaleerd en verlicht. Alles is tastbaar. Alles is materie. De lucht is even tastbaar als de grond, de kleuren even tastbaar als de lucht. Hier is hier geen hiërarchie tussen de objecten. Alles is in nevenschikking. Het levendige en het levenloze zijn aan mekaar gewaagd en wegen evenveel. Er is geen centrum. Door de perspectivische diepte te verlaten en ze opnieuw te laten maken door plooien, rasters en sporen, ontstaat er een ruimte waarin alles dichtbij is en niets veraf. De werken hebben een uitgesproken geconstrueerd en stoïcijns karakter. Niets wordt ongemoeid gelaten. Alles wordt in de verf gezet, heel concreet. Dit concrete, objectieve karakter geeft de werken een stille, geladen 121 krachtdie doet denken aan o.a. Dürer, Zurbaràn en de vroege Lucian Freud. Lisa Vlaemminck heeft een eigenzinnige en particuliere praktijk ontwikkeld. Haar schilderen is een manier van denken en dat denken tast de grenzen van het stilleven af. Geschreven door Vincent Geyskens, maart 2015. 122 Dots V. V. G. 130 x 140 cm Magnolia 100 x 135 cm 123 124 Carrousel 90 x 90 cm Tropical Sunset 100 x 100 cm 125 Académie Royale des Beaux-arts de Liège Jamel Barbach Stéphanie Defays Anne-Catherine Dor Isabelle Huynen « La plus grande gloire n’est pas de ne jamais tomber, mais de se relever à chaque chute. » “Onze grootste overwinning is niet dat we nooit vallen, maar dat we na elke val weer opstaan.” Cette phrase de Confucius, vieille de 2500 ans, pourrait à elle seule qualifier l’histoire de la peinture, de Lascaux à nos jours. Chroniquement annoncée comme défunte pour cause d’académisme, de langage dépassé face aux nouvelles technologies et aux pratiques transversales, la peinture serait épuisée par les innombrables propositions de l’histoire, elle est pourtant et à nouveau reprise en main par une nouvelle génération qui redécouvre le désir de laisser une trace qui fait sens dans notre paysage contemporain. Dit 2500 jaar oude citaat van Confucius kan zonder meer de geschiedenis van de schilderkunst van Lascaux tot vandaag samenvatten. Telkens weer wordt ze dood verklaard omwille van academisme, een beeldtaal die voorbijgestreefd is door nieuwe technologieën en transversale praktijken. De schilderkunst zou al eeuwen uitgeput zijn door talloze voorstellingen van de geschiedenis, toch wordt schilderkunst steeds weer opgenomen door een nieuwe generatie die het verlangen herontdekt een zinvol spoor na te laten in ons hedendaags kunstlandschap. Bien sûr, la peinture ne se présente plus comme discipline isolée, dominatrice et supérieure, mais la fraîcheur intuitive ou réflexive que leur donnent ces jeunes artistes nous offre un art décomplexé, traçant de nouvelles pistes de recherches, de questionnements, d’inquiétudes et de plaisirs. Les jeunes artistes diplômés que nous proposons ici, comme, j’en suis sûr, ceux d’autres écoles d’art, utilisent certes un médium ancestral, mais pour nous parler d’aujourd’hui et de demain plus que d’hier. Pour Jamal BARBACH, tout est prétexte à peinture. Avec humour, il s’appuie sur des images improbables qui finalement ne font que souligner la forte présence du désir de peindre et d’exister. Le caractère futile des sujets aboutit à un résultat pictural qui, lui, n’a rien de futile. Le prétexte à peindre paraît dérisoire et semble pourtant nous mener à une plénitude jouissive, une alchimie où le ridicule deviendrait spirituel. Stéphanie JARDON-DEFAYS explore de façon systématique et symbolique les possibilités de la couleur, recherche d’intériorité mêlée de méditation et de spiritualité. Sur les traces de Claude Monet, de Mark Rothko ou de Barnett Newman, elle s’émancipe de ces 127 Uiteraard presenteert schilderkunst zich niet langer als alleenstaande dominante en superieure discipline, maar de intuïtieve of juist doordachte frisheid van deze kunstenaars toont ons een kunst vrij van complexen, die nieuwe pistes onderzoekt, vragen stelt, bezorgdheden en plezier uit. De jonge net afgestudeerde kunstenaars die hier, en ongetwijfeld ook aan andere kunstscholen, gepresenteerd worden gebruiken zeker een oud medium, maar ze hebben het eerder over vandaag en morgen dan over gisteren. Voor Jamal BARBACH is alles een reden om te schilderen. Met humor werpt hij zich op onverwachte vormen die uiteindelijk enkel een sterk verlangen om te schilderen en te bestaan onderlijnen. Zijn futiele onderwerpen leiden tot een picturaal resultaat dat allesbehalve futiel te noemen is. De aanleiding om te schilderen lijkt belachelijk, maar blijkt ons mee te nemen in een orgastische veelheid, een alchemie waar het ridicule spiritueel wordt. 128 influences respectables pour développer un travail de la couleur-lumière offrant toujours des résultats singuliers, graphiques et poétiques. Anne-Catherine DOR pratique la peinture et l’installation. Elle utilise l’herboristerie comme peinture et la peinture comme herboristerie. Son rapport au monde est un questionnement sur notre responsabilité cosmologique, sur notre lien à la nature. Ses images symboliques, poétiques et suggestives nous renvoient à ces questions et à leurs dimensions universelles, allant du grain de pigment au cosmos, du plus petit au plus grand. La démarche d’Isabelle Huynen s’appuie sur les phénomènes adolescents de l’idolâtrie des jeunes stars de la chanson et l’usage qu’ils font de leurs propres selfies, comme s’il s’agissait d’icônes contemporaines inondant les réseaux sociaux. Nous sommes face à des portraits peints d’une apparence classique, mais le modèle et son attitude nous renvoie à un phénomène sociologique des plus actuels. Attitude inversée, où l’artiste repeint studieusement la prise d’écran d’une image vouée à la consommation rapide, à la disparition. Stéphanie JARDON-DEFAYS voert een systematisch en symbolisch onderzoek naar kleur, een zelfonderzoek gemengd met meditatie en spiritualiteit. In het spoor van Claude Monet, Mark Rothko en Barnett Newman, maakt ze zich deze respectabele invloeden eigen om tot een werk van kleur en licht te komen met steeds singuliere grafische en poëtische resultaten. Anne-Catherine DOR schildert en maakt installaties. Ze gebruikt plantheelkunde als schilderkunst en schilderkunst als plantheelkunde. Haar relatie met de wereld is een in vraag stellen van onze kosmologische verantwoordelijkheid, onze band met de natuur. Haar symbolische, poëtische en suggestieve beelden voeren ons naar die vragen en naar hun universele dimensies, van de korrel van het pigment naar de kosmos, van het kleinste naar het grootste. De ingreep van Isabelle HUYNEN behandelt het fenomeen van idolatrie van jongeren voor jonge popsterren, en hoe die sociale media overspoelen met selfies alsof het hedendaagse iconen zijn. We zien klassiek geschilderde schilderijen, maar de modellen en hun attitudes brengen ons bij een van de meest actuele sociologische fenomenen. Met een tegengestelde attitude herschildert de kunstenaar zorgvuldig de kaders van beelden die voor snelle consumptie, voor verdwijnen, bestemd zijn. André Delalleau, docent schilderkunst André Delalleau, Professeur de Peinture. 129 130 Jamel Barbach huile sur toile 70x50 131 132 huile sur toile 70x50 huile sur toile 70x50 133 huile sur toile 100 x 100 cm 135 136 Stéphanie Defays Verviers 0497 81 33 97 [email protected] EXPOSITION Chromatismes, exposition de fin d’études à l’ESAVL, Galerie Nadja Vilenne, juin 2015. FORMATION ARTISTIQUE master spécialisé en peinture à l’Académie Royale des Beaux- Arts de Liège (ESAVL) bachelor en peinture avec distinction à l’ESAVL cours du soir en peinture et dessin aux Académies des Beaux-Arts de Liège et de Verviers ÉTUDES ET FORMATIONS COMPLÉMENTAIRES licence en histoire de l’art et archéologie avec distinction à l’ULg (spécialisation époque contemporaine et en particulier la peinture) agrégation de l’enseignement secondaire supérieur en histoire de l’art (AESS) formation d’animateur plasticien premier grade en sciences pharmaceutiques avec distinction à l’ULg EXPÉRIENCES PROFESSIONNELLES COMPLÉMENTAIRES coordinatrice qualité et responsable de la communication à l’IMEP (Ecole Supérieure des Arts) collaboratrice aux Musées Communaux de Verviers animation de stages plastiques pour les enfants pour l’ASBL «L’atelier des musiciens» Ma démarche artistique naît d’une interrogation sans fin sur le sens de la vie, d’une quête de l’essence profonde des choses, d’un besoin irrépressible de comprendre les mystères de l’univers et de la conscience. La peinture est ainsi pour moi un champ d’expérimentations et de recherches au coeur des éléments les plus fondamentaux : la couleur, la matière, la lumière, la vibration, l’incarnation d’un rayonnement intérieur, me permettant d’explorer toutes ces questions en même temps et surtout d’en faire l’expérience intérieure, qui seule donne la vraie connaissance. Couleurs La couleur est pour moi une analogie de la Vie bigarrée et chatoyante. Les différentes couleurs naissent de la décomposition de la lumière blanche au contact de la matière, c’est un phénomène de surface sans cesse changeant et mouvant. Je suis fascinée par leur beauté, leur vibration, leur gaieté et leur pureté. La couleur n’a pas de réalité matérielle en soi, c’est une vibration, une onde électro-magnétique, une énergie qui est captée par notre système visuel et traduite par notre cerveau. La couleur possède une résonance intérieure et peut être associée à toutes sortes d’impressions, de sensations, d’émotions, de phénomènes spirituels... Couleurs et lumière A la recherche de légèreté et de couleurs aériennes. Les deux oeuvres présentées proviennent d’une série d’études sur la décomposition de la lumière. Cette recherche repose sur l’utilisation du cercle chromatique en 24 gradations de couleurs et s’inspire des différents phénomènes lumineux, arc-en-ciel, irisation, aspect 137 ondulatoire, orbs, images rémanentes, halos... Chaque réalisation comportant la totalité des couleurs, ici 24, comme si une vraie beauté ne pouvait être créée qu’à la condition que chaque composante ait sa place et sa nécessité. 138 Modulation chromatique n°2 crayons de couleur sur papier marouflé sur dibond 107,1 x 97,1 cm, Cercle chromatique n°2 crayons de couleur sur papier marouflé sur dibond 107,1 x 97,1 cm 139 140 Anne-Catherine Dor 28.02.1992 , Metz (F) [email protected] (00)32 466 27 66 91 CURSUS 2013 2015 Master Arts Plastiques, école Supérieure des Arts de la ville de Liège. 2012 Erasmus, Ostrava School Of Arts, Daniel Balaban atelier, Ostrava, Tchèquie. 2010 2013 Bachelor Arts Plastiques, école Supérieure des Arts Saint-Luc, Liège. EXPOSITIONS 2015 Get Ripe! Collection Frédéric de Goldschmidt, Bruxelles. Les Brasseurs Art Contemporain, atelier Image dans le Milieu, Liège. Exposition de fin d’étude, Beat About The Bush, Espace 251Nord, Liège. Art Truc Troc, BOZAR, Bruxelles. 2014 Sélection Prix Jean et Irène Ransy , Centre culturel Victor Jara, Soignies. 2013 Biennale de la gravure, Centre culturel de chênée, Liège. Collectif Painstorming « Comme une mouche dans un bocal», LeHangar, Liège. Collectif Painstorming, Cinéma LeParc et Churchill, Liège. nr.1 141 142 nr. 2 nr. 3 143 144 nr. 4 145 146 Isabelle Huynen [email protected] Isabelle Huynen s’intéresse à l’univers de la musique pop,et plus particulièrement au phénomène des fans. Ses travaux proposent une double vue sur la situation, d’une part un regard attendri et indulgent ,riche de sa propre expérience et d’une autre part une considération critique, à la manière d’une mère,consciente de l’ampleur que peut prendre le phénomène. EDUCATION: 2010-2013: bachelier peinture à St-luc supérieures (Liege) Début d’un master à l’académie des Beaux-arts de Liege la même année également, option peinture Travaillant essentiellement à partir de photos trouvées sur le net comme le selfie et s’inspirant des fan-arts, ses peintures et dessins veulent rendre compte de la relation qu’entretient la star avec ses admirateurs à l’heure actuelle. Workshops: 2011 : bande de plâtre 2012 : photographie 2013: reliure 2014-2015: workshop livre d’artiste EXPOSITION : Moulin du Broukay (Ében ) 147 148 149 150 Sans titre 60 x 60 cm Champ 18 x 18 cm 151 152 Historiek Historique 18de eeuw In 1786, op de figuurlijke vooravond van de Franse Revolutie, komen enkele kunstbroeders; Balthasar Paul Ommeganck (foto), Hendrik-Frans de Cort en anderen, in Antwerpen samen en vormen een kunstenaarsgroep. Enkele jaren later, in 1788 schrijven zij statuten uit en stichten, uit die eerste groep, een vereniging, de “Konstenmaetschappye” genaamd . Deze megalomane kunstenaars, dromend van het herstel van de belangrijke Rubensperiode, vermoeden op dat moment niet dat hun vereniging geschiedenis zal maken. De achttiende eeuwse kunstscène kon niet weten dat kunst in de volgende eeuw naar het middelpunt van het maatschappelijk gebeuren zou verschuiven. Dix-huitième siècle En 1786, à la veille figurée de la Révolution française, quelques confrères, Balthasar Paul Ommegank (photo), Hendrik-Frans de Cort et d’autres se réunissent et forment un groupe d’artistes. Quelques années plus tard, en 1788, ils rédigent les statuts de l’association qu’ils fondent, sous le nom de « Konstenmaetschappye ». Ces artistes mégalomanes, rêvant du retour du temps de Rubens, sont loin de se douter que leur association fera date. La scène artistique au dix-huitième siècle ne pouvait pas prévoir que l’art dans le siècle suivant serait au centre de l’actualité sociale. Dix-neuvième siècle * Het huidige komaskbestuur heeft een 7meter lange briefwisseling ontdekt over het verblijf van de destijdse aanwezigheid van de komaskleden in Parijs. Meer info hierover kan je lezen op p.158 19de eeuw De vereniging die aanvankelijk als een zuiver artistieke aangelegenheid start, verandert reeds in het begin van de 19de eeuw in een breder maatschappelijk gegeven door het toetreden van vertegenwoordigers van de burgerij. De naam wordt dan ook veranderd naar “Maetschappij ter Ondersteuning van de Schoone Kunsten”. De nieuwe impuls komt van Balthasar Paul Ommeganck en Willem Jacob Herreyns, stichter van de Academie van Mechelen (1772). De officiële statuten van 1816, waarbij burgerij en kunstenaars een maatschappelijk pakt sluiten, bepaalt haar handelen gedurende de ganse 19de eeuw. In 1817 krijgt de vzw haar titel Koninklijk toegevoegd omwille van haar doortastendheid bij het terughalen van de, (door de troepen van Napoleon Banaparte) gestolen kunstschatten, uit het Louvre te Parijs.* Door het opkomend nationalisme en de zoektocht naar de roots van het prille België groeit de maatschappij zienderogen samen met de maatschappelijke evolutie die steeds meer het kunsthistorisch 153 L’association qui initialement débute comme affaire purement artistique, prend déjà un tour plus social au début du dix-neuvième siècle par l’entrée des représentants de la bourgeoisie. Le nom change en « Société d’encouragement pour les Beaux-Arts ». La nouvelle impulsion vient de Balthasar Paul Ommeganck et Willem Jacob Herreyns, le fondateur de l’Académie de Malines (1772). Les statuts officiels datent de 1816, quand la bourgeoisie et les artistes concluent un pact social, qui va déterminer toutes leurs actions durant tout le dix-neuvième siècle. En 1817, l’ASBL reçoit le titre de “Royale” pour sa fermeté lors de la récupération des trésors d’or volés (par les troupes de Napoléon Bonaparte) au Louvre à Paris. Grâce au nationalisme naissant et à la recherche des origines de Belgique, la société se développe à vue d’œil simultanément à l’évolution sociale, qui tâche 154 verleden tracht te evenaren. In die periode ontstaan de driejaarlijkse salons, die afwisselend in drie steden plaatsvinden. Van 1830 tot het einde van die eeuw blijven deze tentoonstellingen de enige officiële Belgische tentoonstellingen. Vanaf 1840 werkt men zelfs met artistieke correspondenten die in Europa kunstenaars recruteren om te participeren aan de salons (Düsseldorf, Wenen, Rotterdam, Bremen, Hamburg, München, Praag,...). In 1860 worden bij de lijst ook nog Sint-Petersburg en New-York gevoegd. de plus en plus souvent d’égaler le passé relatif à l’histoire de l’art. Dans cette période les salons triennaux naissent. Ils ont lieu à tour de rôle dans trois villes. De 1830 jusqu’à la fin de ce siècle, ces expositions restent les seules expositions belges officielles. A partir de 1840, on travaille même avec des correspondents artistiques qui recrutent des artistes en Europe (Düsseldorf, Vienne, Rotterdam, Brême, Hamburg, Munich, Prague …) pour participer aux salons. En 1860, SaintPetersburg et New York s’ajoutent à la liste. Gustaaf Baron Wappers De machtsverdeling in de vereniging zwalpt tussen is artistiek voorzitter van kunstenaars en mecenaat. De kunsten plaatsen zich 1844-1853. steeds meer centraal in de kwaliteitsbeleving van de 19de eeuw maar samen met die evolutie gaat de kunstenaar zich steeds vrijer opstellen. Het individualisme waarbij La division du pouvoir dans l’association zigde progressieve kunstenaar vanuit een soort van maatschappelijke zague entre artistes et mécénat. Les arts se placent de plus en plus au centre de l’expérience oppositie picturaal iets toevoegt aan de politieke strijd, is geboren. de qualité du dix-neuvième siècle mais simulIn die 19de eeuw zal het in de vereniging sporadisch tot confron- tanément à cette évolution, l’artiste adopte de taties komen vermits het mecenaat, dat veelal conservatief gericht plus en plus une attitude libre. L’individualisme, is, tegen vernieuwing van leer trekken. Daar waar de activiteiten in par lequel l’artiste progressiste contribue à la lutte politique, d’un point de vue pictural, est het begin van de eeuw door de romantische school werden aange- né. Au dix-neuvième siècle, le mécénat pluzwengeld, blijft de macht op het moment van tôt conservatif fulmine contre la modernisation de artistieke en maatschappelijke vernieuwinsociale ce qui aboutit gen in dezelfde handen. Gepasseerd door de sporadiquement à des geschiedenis, worden ze nu als artistiek conconfrontations au sein de l’association. Là où l’école servatief beschouwd. Bovendien ontstaat in romantique relance les de pers een langdurige controverse die pas op activités au début du het eind van die eeuw omslaat als uiteindesiècle, le pouvoir reste lijk ook de Maatschappij zich openstelt voor dans les mêmes mains au moment des modervernieuwende kunststromingen. Dit gegenisations artistiques et ven merkt men ook in de ‘Prix de Rome’ die sociales. Passionnés eveneens door de Maatschappij mee werd par l’histoire, ils sont De Lange zaal van KoMASK. ingericht. In de 19de eeuw is de vereniging medeoprichter van het Antwerpse museum voor Schone Kunsten, vergroot ze de collectie van dit museum, verplaatst ze in 1890 het museum mee naar zijn huidige locatie op het Zuid. 20ste eeuw Tijdens de twintigste eeuw, die door twee wereldoorlogen in drie periodes wordt verscheurd , situeert de vereniging zich in het gebied van de kunstbemiddeling. Er worden kunstwerken aangekocht ter aanvulling van de museale collecties (“Zotte geweld” van Rik Wouters (foto bovenaan), “De burger van Calais” van Rodin (foto onderaan), de Buideldrager van Meunier,...). considérés comme artistiques et conservateurs. En outre, une controverse de longue durée se produit dans la presse. Elle ne change brusquement qu’à la fin de ce siècle quand finalement la société s’ouvre à des courants artistiques innovateurs. Le ‘Prix de Rome’ qui est également organisé par la Société reflète aussi cette situation. Au dix-neuvième siècle, l’association est cofondatrice du Musée anversois pour les Beaux-Arts dont elle agrandit la collection. En 1890, elle aide à déplacer le musée dans le quartier du sud où il se trouve actuellement. Vingtième siècle Anderzijds adviseert de vereniging vanuit zijn kunstenaarspijler de vooraanstaande leden van de Antwerpse burgerij bij het aanleggen van haar collecties. Op deze manier worden vele aankomende kunstenaars geholpen bij het uitbouwen van hun carrière. Tijdens het interbellum worden de statuten van de vereniging aangepast aan de moderne wetgeving. In 1936 wordt er gekozen om een vzw met aandeelhouderschap te creëren. Alle notabelen van dat moment zetelen in de Raad van bestuur. Het is dan waarschijnlijk het meest prestigieus orgaan van zijn tijd. Na WO II is de Belgische economie zodanig dooreen geschud dat de vereniging niet meer het monopolie kan behouden dat het voorheen bezat. De meritocratie brengt een nieuwe klasse aan de macht die nieuwe culturele horizonten wil verkennen. Verschillende nieuwe mecenaatsverenigingen maken opgang. Op dat moment werkt Komask ook niet meer nationaal. Het laatste salon wordt gehouden in 1951 en daarna worden er slechts 155 Au cours du vingtième siècle, qui se divise en trois périodes à cause de ces deux guerres mondiales, l’association intervient dans le domaine artistique. Elle achète des œuvres d’art en complément des collections du musée (« Violence folle » de Rik Wouters (photo dessus), « Le citoyen de Calais » de Rodin (photo dessous), « le débardeur » de Meunier ...). Par ailleurs, l’association recommande aux membres éminents de la bourgeoise anversoise de faire ses collections depuis son pilier d’artiste. De cette manière, elle aide beaucoup de jeunes artistes dans le développement de leur carrière. Pendant l’entredeux-guerres, les statuts de l’association ont été adaptés à la législation moderne. En 1936, on crée une ASBL avec actionnariat. Tous les 156 nog overzichtstentoonstellingen georganiseerd. De kunstwereld mondialiseert, de vzw speelt er niet op in. De individuele vrijheid van de kunstenaar vergroot en neemt voor de burgerij bedreigende maatschappelijke proporties aan. De aandeelhouders van de vereniging houden hun greep op de werking waardoor haar invloed verder taant. De vereniging subsidieert reizen van aankomende kunstenaars en koopt verder, maar wel in mineur, kunstwerken van jongeren aan. notables de cette époque siègent au conseil d’administration. C’est alors probablement l’organe le plus prestigieux de son époque. Après la deuxième guerre mondiale, l’économie belge est tellement secouée que l’association n’est plus capable de garder le monopole qu’elle possédait avant. La méritocratie met une nouvelle classe au pouvoir qui veut explorer des nouveaux horizons culturels. In 1976 houdt ze een overzichtstentoonstelling (foto bovenaan). De vereniging wordt ook lid van de nieuwe vzw rond de academie: Vrika (Vriendenkring Academie). Hier ondersteunt ze financiëel de sociale werking van deze dochteronderneming. In 1995 (na de dood L. Gyselinck) wil een notaris de vzw in vereffening stellen maar het dossier belandt op het bureau van de net aangestelde directeur van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Bart’d Eyckermans, die weigert de ontbinding te ondertekenen. Hij betrekt een nieuw lid in de vzw: dr. Guido Persoons en overtuigt dr. jurist Jan Verswijver, die secretaris was tussen 1961 en 1972, terug de schouders onder de maatschappij te zetten. De vereniging wordt aangepast aan de nieuwe vzw-wetgeving, de statuten worden herschreven. Een actieplan om de vzw een nieuwe start te geven naar de 21ste eeuw wordt uitgevoerd. L. Theo van Looij 21ste eeuw De vzw hecht zich aan het Koninklijk Museum voor Directeur NHI & KASKA Schone Kunsten van Antwerpen er worden jaarlijks van 1980-1988 wedstrijden uit geschreven ter aanmoediging van jonge kunstenaars. In het tweede decennium van deze eeuw wordt er begonnen met het herstellen van de nationale gerichtheid van de culturele handelingen. Een wedstrijd ter aanmoediging en ter promotie van jonge kunstenaars waarin de vier Koninklijke Academies van België (Gent, Bruxelles, Liège en Antwerpen) worden samengebracht in een wedstrijd en getoetst aan internationale jury van curatoren en kunstenaars. Dit wordt jaarlijks hernomen. Deze wedstrijd herplaatst de vzw terug in zijn voormalige nationale positie als kunstenpromotor. Différentes nouvelles associations de mécénat font fureur. A ce moment-là, SoREBA ne travaille plus au niveau national. Après le dernier salon qui s’est tenu en 1951, seules des expositions rétrospectives ont encore été organisées. La sphère artistique se mondialise, l’ASBL n’y anticipe pas. La liberté individuelle de l’artiste s’accroit et prend pour la bourgeoise des proportions sociales menaçantes. social de cette filiale. En 1995 (après la mort de L. Gyselinck) un notaire veut liquider l’ASBL mais le dossier arrive sur le bureau du directeur qui vient d’être engagé à l’Académie Royale des Beaux-Arts, Bart d’Eyckermans, qui refuse de signer la dissolution. Il implique un nouveau membre dans l’ASBL : M. Guido Persoons et convainc M. Jan Verswijer, licencié en droit, qui était secrétaire entre 1961 et 1972, de déployer de nouveau beaucoup d’énergie pour la société. L’association est adapatée à la nouvelle législation ASBL, les statuts sont réécrits. Un plan d’action pour redémarrer l’ASBL vers le vingt-etunième siècle est exécuté. Vingt-et-unième siècle L’ASBL s’attache à l’Académie Royale des BeauxArts d’Anvers. Chaque année, on organise des concours en guise d’encouragement des jeunes artistes. Dans la deuxième décennie de ce siècle, on commence à restaurer la volonté nationale des actions culturelles. Un concours en guise d’encouragement et de promotion des jeunes artistes où les quatre Académies Royales de Belgique (Gand, Bruxelles, Liège, Anvers) sont rassemblées dans un concours et confrontées à un jury international de curateurs et d’artistes. Ceci est repris annuellement. Ce concours annuel replace l’ASBL dans son rôle national antérieur de promoteur des arts. Les actionnaires de l’association adoptent un fonctionnement qui accentue le déclin de son influence. L’Association donne des subventions pour des voyages à des jeunes artistes et achète, dans une moindre mesure, des oevres d’art aux jeunes. En 1976, elle organise une exposition rétrospective (photo dessus). L’association devient aussi membre de la nouvelle ASBL autour de l’académie Vrike (Cercle d’amis Académie). Elle soutient financièrement le fonctionnement 157 158 Komask en de perikelen van het Antwerpse Museum. Komask ontdekte een zevental meter briefwisseling waarin de perikelen van het terughalen van de gestolen schilderijen te lezen zijn. Op 14 september 1815 schrijft de delegatie die in Parijs verblijft een brief naar Verdussen, secretaris van de Maetschappij ter Aenmoediging van de Schone Konsten (vanaf 1817 Komask), over verschillende problemen die de leden van Komask ondervinden tijdens hun verblijf in Parijs waar zij de door de revolutionaire gardes van de Fransen gestolen kunstwerken trachten te recupereren. In deze brief schrijven ze dat zij de karren voor het vervoer op maat van de schilderijen hebben laten maken en ze eerstdaags zullen vertrekken om ze terug te brengen naar het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830). Ze spreken in deze en alle andere brieven over ‘de schilderijen van Zijne Majesteit’ vermits Willem I als koning de natie sinds 1815 in zijn totaliteit bezit, bezit hij ook hetgeen voor zijn bestuursperiode geroofd werd. Odevaer, Willem I hofschilder, handelt steeds in naam van de Koning, hij is de plaatselijke koninklijke gezant en staat in voor de totaliteit van de kunstwerken maar zijn persoonlijke inzet richt zicht volledig op de gestolen goederen uit Brugge, waar hij dan persoonlijk op toeziet. De groep van Balthazaar Ommegacnk, bestaat uit de volgende Komask-leden: Jean JacquesVan Hal en Pierre Van Regemorter (in deze groep zit ook de avonturier Charles Jean Stier , deze laatste is evenwel geen lid van Komask ). Ze vragen in de brief of Verdussen de RVB van de Academie en de RVB van Komask wil bijeenroepen om te bepalen waar de schilderijen, waarvan de oorspronkelijke verblijfplaats door de Fransen verwoest werd, moeten gestockeerd worden. Het idee om er een echt museum mee te maken bestaat reeds (het museum werd reeds, door Napoleon toegestaan in 1810) maar is op dat moment nog niet geconcretiseerd. Zij schrijven enkele merkwaardige zaken: A- ze hebben schrik om via Brussel te moeten rijden “...in antwoord dienen wij u te melden dat het volstrekt onmogelijk is de schilderijen via Vlaanderen te zenden vermits wij genoodzaakt zijn de route te volgen die genomen wordt voor de Hollandse schilderijen, hierdoor is het transport verzekerd door de militaire escorte. Die route gaat evenwel over Brussel…” -uit de inhoud van de brief kan men afleiden dat Verdussen zelf verzocht om niet langs Brussel te rijden: “…Het doet ons leed aan Uw Versoek niet te kunnen voldoen, mits ons geen andere route terug de militaire open is, bovendien sullen verpligt sijn , aangesien de hoogte der stukken, omwegen te maken voor de steden waer de selvede poorten niet passeren konnen,…” -De schrik van de groep zal gegrond blijken vermits de totaliteit van de zending op het moment dat de karavaan de Brusselse stadspoorten binnenrijdt door het plaatselijk bestuur in beslag wordt genomen. B- zij willen kunnen garanderen dat alles in Antwerpen zal geraken: “…Tot nu toe is het plan dat de gehele commissie, benevens de gedeputeerde van de Stad Antwerpen (Van Hal) tesamen zal blijven om de schilderijen te vergezellen tot in Antwerpen. In het geval andere maatregelen zouden moeten genomen worden zal de heer Van Hal zich reeds naar Antwerpen begeven zoals u verzocht. Hoedanook zullen wij u steeds op de hoogte houden van het moment van vertrek en aankomst….” C- Ze maken zich zorgen waar ze de schilderijen gaan moeten uitpakken en vragen nogmaals naar een museum: “…Wij verzoeken u de burgemeester* te herinneren ons een lokaal aan te wijzen voor het museum en dit om verschillende redenen: belangrijk is een depot dat ineens voor het ontpakken en behandeling kan dienen…. “** “…Verder na u gegroet te hebben, hebben wij de eer ons met alle achting te noemen Uw onderdanigste dienaren, Joseph-Denis Odevaere , Charles Jean Stier, Balthazar Ommeganck, Jean-J. Van Hal, Pierre Van Regemorter P.S. Het verzoek de inhoud van ons schrijven aan de raad van Bestuur van de Academie en aan de Raad van Bestuur van het Genootschap tot Bevordering der Schone Kunsten*** (Komask) te willen voorleggen.” *de burgemeester van de stad Antwerpen is op dat moment Phil. Jos Vermoelen en dit tot 1817 wanneer Florent Van Ertborn de sjaal overneemt ** de 27 kunstwerken die (wegens ontstentenis van de oorspronkelijke gebouwen waaraan ze toebehoorden) overbleven na restitutie van de andere werken waarvan de gebouwen nog wel intact waren werden vanaf 15 februari 1816 tentoongesteld in het Minderbroedersklooster (het gebouw huisvest nu de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten) 159 *** De leden van Komask hebben allen (op Charles Jean Stier na vermits hij in het buitenland verblijft) een medaille gekregen van Willem I om hun heroïsch handelen bij het terughalen van de gestolen werken. Tevens krijgt de totaliteit van de vereniging de titel “Koninklijk” als dankbetuiging van Willem I, vanaf dan heet deze “Koninklijke Maatschappij ter Aanmoediging van de Schone Kunsten” Op 14 september 1817 verschijnt hierover de oorkonde: Willem I verleent 160 Parijs 14 september 1815 Mijn Heer Verdussen, Hoogeerde van u dezer is ons geworden , ende om soo veel mogelijk te voldoen aan de intentie van het gouvernement is het ons aangenaam te vernemen men a Foto 0244 Parijs 14 september 1815 Mijn heer Verdussen??? Hoogeerde van u dezer is ons geworden , ende om soo veel mogelijk te voldoen aan de intentie van het gouvernement is het ons aangenaam te vernemen men a cossi bezig is om de noodige maatregels te nemen tot het inhalen onzer kunststukken in antwoord dient ons u te melden het volstrekt onmogelijk is de selve te senden langs Vlaanderen vermits genoodsaekt sijn te volgen de route genomen voor de schilderijen van Holland, van de welke men verzekert is voor de passage van het escorte soo dat de selve langst brussel gaan sullen. Wat het tweede aangaat te weten eene van onze besondere konsstukken bloot te stellen, kan ook niet geschiden aangesien de groote zwaerte van het selve waer van U bij arrivement genoegsaem sult overtuggt sijn. Tot nu toe is het plan dat de geheele commissie benevens de gedeputeerde van Antwerpen sal te samen om de schilderijen te vergesellen tot Antwerpen in geval andere maetregels souden genomen worden sal J. Van Hal sig voorafbegeven om aen u versoek te voldoen, dog sult in alle geval altijd bijtijds onderigt sijn van ons vertrek en arrivement. 161 Wij Willem , bij de Gratie Gods, Koning Der Nedelanden, Prins van Oranje- Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, Enz.enz.enz. Gezien het verzoek aan ons gedaan door de Maatschappij ten aanmoediging der Schoone Kunsten te Antwerpen strekkende om te mogen voeren den titel van Koninklijke Maastchappij, Gelet op het rapport van Onzen Commissaris Generaal voor het Onderwijs de Kunsten en Wetenschappen in dato 12 September 1817 . 1962; Hebben goedgevonden en verstaan het voorschreven verzoek in te willigen, en mits dien aan de gemelde Maatschappij toe te staan den titel van Koninklijke Maatschappij ten aanmoediging der Schoone Kunsten te Antwerpen, zoo als die titel aan haar toegestaan wordt bij dezen. Afschriften dezer zullen worden gezonden aan onzen Commissaris Generaal voornoemd, Supplianten En aan de supplianten tot informatie en narigt respectievelijk. Brussel den 14 september 1817 Geteekend Willem vanwege den Koning geteekend A.R. Halek Accordeert met dezelfde origineel De griffier ter staatssecretarij D. Harnecourt 164 VERSLAG JURY MASTERS SALON 2014 De jury bestond uit: Dhr. Peter Bosteels, Dhr. Fred Bervoets, Dhr. Lou Gils, Dhr. Thibaut Verhoeven, Dhr. Bart’d Eyckermans, Dhr. Adriaan Raemdonck, , Dhr. Guy Campo, Dhr. Nav Haq, Dhr. Hans Martens, Niet stemgeregden: De voorzitter van de jury Bart’d Eyckermans en secretarissen Peter Bosteels en Lou Gils. De jury werd gehouden op 17 september 2014 om 10.00 uur. De prijs “Masters salon 2014 KoMASK voor Schilderkunst: Maaike Blok. De jury vindt dat het schilderij geen epigoon is van andere kunstenaars en getuigd van persoonlijk en eerlijk onderzoek. De werken zijn complex en met veel variatie samengesteld. Ze bezitten picturaliteit met een knipoog. Het is aangenaam om het werk te blijven observeren. M.a.w. Men blijft nieuwe elementen ontdekken. De Prijs wordt toegekend aan Maaike Blok. Eervolle vermelding: Alejandra Hernandez. De werken zijn consequent narratief. Exotische, volkse elementen bevolken de wereld. De kunstenaar bezit kennis van de klassieken. Het is verassend speelse, naïeve schilderkunst. De iconografie verwijst naar de klassieken maar wordt aangevuld door een eigen hedendaagse symboliek. Daaruit blijkt dat de kunstenaar bewust bezig is met beeldvorming. De eervolle vermelding wordt toegekend aan: Alejandra Hernandez. De jury verkiest de twee overige eervolle vermeldingen niet uit te reiken omdat zij meent dat op die manier de beslissing van de jury kracht bij gezet wordt. 165 166 Dankwoord Paroles de remerciement Een vzw kan slechts draaien door het belangeloze engagement van actieve leden, zonder het engagement van professoren van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen Peter Bosteels en Lou Gils die de organisatie en de opbouw van de tentoonstelling realiseerden zou dit niet gekund hebben. Een wedstrijd realiseren is een hele opgave maar een nieuwe format ontwikkelen met nieuwe partners en nieuwe parameters is een enorme klus. De tijdsdruk waarin moest gewerkt worden was ongezien. Dit evenement is hun verworvenheid en daardoor gans hun verdienste. Une ASBL ne peut qu’exister grâce à l’engagement volontaire des membres actifs, sans l’engagement des professeurs de l’Académie Royale des Beaux-Arts d’Anvers Peter Bosteels et Lou Gils qui ont organisé et monté l’exposition, tout ceci n’était pas possible. Réaliser un concours est une mission considérable et développer un nouveau format avec des partenaires et des paramètres nouveaux est toute une affaire. La pression du temps pendant le temps du travail était inaperçue. Tout le mérite de l’organisation de cet événement leur revient. Ook de contactpersonen in de verschillende academies Stephan Balleux (Académie des Beaux-Arts de Bruxelles), André Delalleau (Académie des Beaux-Arts de Liège), Pieter Mathijsen (Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent) en Martijn Verhoeven (Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag) hebben hun handen vol gehad om dit evenement tot een goed eind te brengen. Ook de verschillende directeurs/departementshoofden verdienen een dankwoord voor hun ondersteuning van dit project: Eric Ubben (Antwerpen), Daphné de Hemptinne (Bruxelles), Wim De Temmerman (Gent), Daniel Sluse (Liège) en Johan Van Oord (Den Haag). Een speciale dank gaat uit naar de Koninklijk Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen om de expositieruimte ’Lange Zaal’ ter beschikking te stellen. Dit is voor de vzw KoMASK een symbolische plaats vermits deze zaal in de 19de eeuw met financiële middelen van de vereniging gebouwd werd om de driejaarlijkse Salons in te richten. De zaal werd in 1943 zwaar Les personnes de contact dans les académies différentes Stephan Balleux (Académie des Beaux-Arts de Bruxelles), André Delalleau (Académie des Beaux-Arts de Liège), Pieter Mathijsen (Académie Royale des Beaux-Arts de Gand), Martijn Verhoeven (Académie Royales des Arts plastique de Den Haag) ont été fort occupées pour mener à bien cet événement. beschadigd door een bombardement en nadien in een nieuwe vorm herbouwd door architect Steynen. Eens werd deze zaal beschreven als ‘’een van de mooiste van België’’ omwille van haar prachtige lichtinval. Na al deze jaren en enkele technische verbouwingen, blijft deze zaal een unieke ruimte. Speciale dank gaat uit naar Nele Willems voor de realisatie van het boek en naar Tom Dietvorst die de foto’s maakte. Un jour, en raison de sa magnifique luminosité, cette salle a été décrite comme « une des plus belles de Belgique ». Cette salle reste un espace unique après toutes ces années et quelques améliorations techniques. Un merci tout particulier à Nele Willems pour la réalisation de ce livre et à Tom Dietvorst qui a pris les photos. Bart D’Eyckermans, Président SoREBA ASBL Bart’d Eyckermans, Voorzitter KoMASK vzw Les directeurs et responsables départementaux méritent aussi des remerciements pour leur soutien au projet : Eric Ubben (Anvers), Daphné de Hemptinne (Bruxelles), De Temmerman (Gand), Daniel Sluse (Liège), Johan Van Oord (Den Haag). Un merci particulier à l’Académie Royale des Beaux-Arts d’Anvers pour mettre à disposition la salle d’exposition « Lange Zaal ». C’est pour l’ASBL SoREBA un lieu symbolique puisque cette salle a été construite au dix-neuvième siècle avec les moyens financiers de l’association afin d’aménager les Salons triennaux. En 1943, la salle a été gravement endommagée par un bombardement puis reconstruite sous une nouvelle forme par l’architecte Steynen. 167 168 Met dank aan onze sponsors Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen Deeltijds Kunstonderwijs Athena vzw ARTos vzw www.immpact.be Structurele partner van KoMASK 169 170 KoMASK vzw Koninklijke vereniging tot Aanmoediging der Schone Kunsten Plaatsnijdersstraat 2, 2000 Antwerpen Zetel: Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen Ondernemingsnummer: 410.012.367 Voorzitter: Bart’d Eyckermans Ondervoorzitter: Marc Stommels Secretaris: Lou Gils Penningmeester: Marjolein Barbier © 2015 Eindredactie: Peter Bosteels, Bart’d Eyckermans, Lou Gils Vertaling: Ingeborg Nijs Vormgeving: Nele Willems Fotografie: Tom Dietvorst D/2015/13.471/1 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever/auteur. 171