Transcript Untitled

Prijs KoMASK
Masters Salon 2015
Prix SoREBA
Masters Salon 2015
TENTOONSTELLING
/ EXPOSITION
LANGE ZAAL
Koninklijke Academie
voor Schone Kunsten Antwerpen
Venusstraat 36,
2000 Antwerpen
01/10/2015 — 11/10/2015
MUSEE CURTIUS
Quai de Maestricht 13,
4000 Liege
06/11/2015 — 29/11/2015
7
Voorwoord/ Introduction
16
Koninklijke Academie voor
Schone Kunsten Antwerpen
42
Académie Royale
des Beaux-arts de Bruxelles
68
Koninklijke Academie voor
Beeldende Kunsten Den Haag
98
Koninklijke Academie voor
Schone Kunsten Gent
126
Académie Royale
des Beaux-arts de Liège
152
Historiek / Historique
164
Juryverslag/ rapport du jury
Masters salon 2014
166
Dankwoord / Paroles de
remerciement
Arne Sierens
Inleiding Masters Salon 2015.
Introduction au Masters Salon 2015.
Deze catalogus is een visuele weergave van een nieuwe lichting schilders uit de belangrijkste Academies van de Benelux.
De vzw Komask verzocht elk van deze Academies zelf haar
vier beste afstuderende Masters te nomineren om aan het
Masters Salon 2015 deel te nemen. Elke genomineerde mocht
op zijn beurt zelf vier schilderijen uit zijn oeuvre indienen die
zijn identiteit het beste weerspiegelt. Aan deze tentoonstelling werd ook een wedstrijd verbonden die aan een jury van
gerenommeerde curatoren de mogelijkheid biedt een prijs
uit te reiken aan de meest beloftevolle persoonlijkheid onder
hen. De tentoonstellingscatalogus geeft een overzicht van 80
schilderijen uit de top van de professionele kunstopleidingen
van de Lage Landen. Het is een staalkaart die binnen twee à
drie decennia op haar huidig kunsthistorisch perspectief zal
beoordeeld worden.
Ce catalogue est une représentation visuelle
d’une nouvelle fournée de peintres des plus
importantes académies du Benelux. L’asbl
Komask a demandé à chacune de ces académies de nominer elle-même ses quatre meilleurs élèves ayant obtenu leur Master, pour participer au Masters Salon 2015. Chaque nominé
a dû à son tour, présenter quatre peintures de
son œuvre, qui reflètent au mieux son identité.
On a aussi joint un concours à cette exposition,
qui permet à un jury de curateurs renommés,
de remettre un prix à la personnalité la plus
prometteuse d’entre eux. Le catalogue de l’exposition donne un aperçu des 80 peintures du
top de la formation artistique professionnelle
des Pays Bas. C’est un échantillon dont on jugera d’ici deux à trois décennies, la perspective
actuelle de l’histoire de l’art.
De initiële opzet van het vorig jaar opgestarte project “Masters
Salon” was jaarlijks een breed podium te creëren voor de afstuderende masters uit de Koninklijke Academies van België
en dit concept te hanteren voor drie opeenvolgende jaren. Na
die eerste reeks zou een in samenspraak met de sponsors het
concept van een nieuwe reeks uitgewerkt worden. Dit initiatief kaderde in een interregionale pioniersrol die Komask zich
tot doel stelde om een hernieuwd cultureel samenwerkingsverband tussen de Vlaamse en Franse Gemeenschappen te
realiseren. Gelijktijdig aan de tentoonstelling van de Masters
schilderkunst zou er elk jaar een aspect uit de internationale
art scene getoond worden. Dit werd in de eerste editie een
flashtentoonstelling van werk van Chinese beeldhouwers.
L’enjeu initial du projet “Masters Salon” qui
a débuté l’année dernière, était de créer un
large podium annuel pour les étudiants ayant
obtenu leur master des Académies Royales de
Belgique et d’user de ce concept durant trois
années consécutives. Après cette première série, le concept d’une nouvelle série devrait être
mis au point, en accord avec les sponsors. Cette
initiative voulait, grâce au rôle de pionnier interrégional de Komask, réaliser un renouvellement du partenariat culturel entre les communautés flamande et française. Conjointement à
l’exposition des Masters en peinture, on montrerait chaque année, un aspect de la scène
artistique internationale. Lors de la première
édition, ce fut une exposition flash du travail
de sculpteurs chinois.
7
8
Uit dit internationaalgerichte randgegeven ontstond spontaan de mogelijkheid om het actieterritorium van het Salon
naar buiten de grenzen van België te verleggen. Met als gevolg dat in een eerste uitbreiding de Koninklijke Academie
van Den Haag de andere academies uit het eerste Salon
(Antwerpen, Bruxelles, Gent en Liège) vervoegt zodat nu alle
“Koninklijke” Academies van de Benelux in deze editie vertegenwoordigd zijn. Vermits het Groothertogdom Luxemburg
geen academie bezit denk ik dat het logisch is dit Masters
Salon 2015 de titel het “Masters Salon van de Lage Landen”
te geven. Ondertussen voeren we besprekingen met andere
Koninklijke Academies van buiten de Benelux die de volgende editie zouden komen vervoegen.
Dit alles sluit naadloos, maar sneller dan we zelf verhoopt
hadden, aan bij de verzuchtingen van onze Maatschappij om,
na de disruptie op het eind van vorige eeuw, terug aan te sluiten op onze vroegere internationale gerichtheid.
Het feit dat we deze jongeren een ruim podium kunnen aanbieden - ondermeer met een tentoonstelling in de Lange
Zaal van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te
Antwerpen en een tentoonstelling in het Museum Curtius te
Liège – is te danken aan de financiële ondersteuning uit het
Antwerpse mecenaat. Elke tijd heeft zijn kunstliefhebbers die
begrijpen dat een culturele belevenis de kwaliteit van het leven en de gemeenschap ten goede komt. Het is dan ook belangrijk dat een evenement gericht op de nieuwe generatie
ondersteund wordt vermits dit de garantie inhoudt voor een
bestendiging van het culturele leven.
Deze jonge schilders die we u in de tentoonstelling en de catalogus mogen voorstellen behoren tot een generatie die in
De ce cadre de données axé sur l’international,
a jailli spontanément la possibilité de déplacer
le territoire d’action du Salon hors des frontières de la Belgique, avec pour conséquence,
un premier élargissement par l’Académie
Royale de La Haye, venue rejoindre les autres
académies du premier Salon (Anvers, Bruxelles,
Gand et Liège), de sorte qu’aujourd’hui, toutes
les Académies “Royales” du Benelux soient représentées dans cette édition. Etant donné que
le Grand-Duché du Luxembourg ne compte aucune académie, je pense qu’il est logique d’intituler ce Masters Salon 2015, le “Masters Salon
des Pays-Bas”. Nous sommes entre-temps, en
pourparlers avec d’autres Académies Royales,
hors du Benelux, qui aimeraient rejoindre la
prochaine édition.
Tout cela s’enchaîne parfaitement mais plus
rapidement que nous ne l’avions espéré nousmêmes, et cadre parfaitement aux aspirations
de notre Société qui, après la rupture de la fin
du siècle dernier, tend à retrouver ses orientations internationales passées.
Grâce au soutien financier du mécénat anversois, nous pouvons offrir à ces jeunes un vaste
podium –entre autres grâce à une exposition
dans la Grande Salle (Lange Zaal) de l’Académie Royale des Beaux-Arts d’Anvers et une exposition au Musée Curtius de Liège. Chaque
époque a ses amateurs d’art comprenant qu’un
évènement culturel améliore la qualité de la
vie et communauté. Il est donc aussi important
qu’un évènement axé sur la nouvelle génération soit soutenu puisqu’il est la garantie de la
continuité de la vie culturelle.
Ces jeunes peintres que nous pouvons vous
présenter lors de l’exposition et dans le
een sociaal gecorrigeerde maatschappij opgroeiden. Elke generatie opnieuw moet haar cultuuruitingen gericht een maatschappelijke plaats geven. Welke “Sturm und Drang” etaleert
een nieuwe generatie, wat zijn hun onderwerpen, wat zijn hun
besognes?
Hoe gemondialiseerd we ons ook wanen toch geloof ik sterk
dat we kunst in een plaatselijk context moeten bekijken.
Welke fundamentele invloed heeft de rest van de wereld op
ons continent? Twee grote economische blokken vertonen
duidelijke verschillen ten opzichte van de West-Europese
kunsttendensen. De USA kiest voor meer figuratieve kunst
bv Academy of Fine Arts New York. Het centraal gedirigeerde economisch blok China daarentegen promoot traditionele
kunstuitingen, waarin het communistische machtsapparaat
zover gaat dat ze maatschappijkritische kunstenaars in quarantaine plaatsen (Ai Weiwei en talloze andere ons minder bekende kunstenaars).
Ik kan moeilijk stellen dat we in een directe democratie leven,
die utopisch geleid wordt door referenda...
Toch heeft het debat over kunst nog nooit in de geschiedenis zo’n massale groep mensen gemobiliseerd dan de laatste
decennia. Soms leidt dit tot excessen zoals een recente opiniepeiling de promenade van Oostende, waar de fluokleurige reuze objecten “Rock Strangers” van Arne Quinze werden
geplaatst, net omwille van die ingreep tot de tweede lelijkste
plek van België uitriep.
Nog nooit was de publieke opinie zo zwart-wit. Voor en tegenstanders staan mekaar, in tegenstelling tot de kunstenaars
zelf, nèt niet naar het lijf. Door dit geanimeerde publiekelijk
debat vind ik dat we kunst steeds plaatselijk moeten evalueren, meer nog: in het hier en nu. De impact van arte facten kan
af en toe de grenzen van land en continent overstijgen maar
9
catalogue, appartiennent à une génération qui
grandit dans une société socialement corrigée.
Chaque génération doit redonner une place
sociale centrale à ses expressions culturelles.
Quel “Sturm und Drang” étale chaque nouvelle
génération, quels sont ses sujets, quelles sont
ses préoccupations ?
Aussi mondialisés que nous soyons, je crois
pourtant fermement que nous devons envisager l’art dans un contexte local. Quelle influence fondamentale a le reste du monde sur
notre continent ? Deux grands blocs économiques présentent des différences claires par
rapport aux tendances artistiques de l’Europe
occidentale. Les U.S.A. préfèrent l’art plus figuratif par ex. à l’Academy of Fine Arts de New
York. Le bloc économique centralement dirigé
qu’est la Chine, promeut au contraire, des expressions artistiques traditionnelles où l’appareil du pouvoir communiste va si loin que les
artistes critiquant la société sont mis en quarantaine (Ai Weiwei et de nombreux autres artistes moins connus).
Je peux difficilement affirmer que nous vivons
dans une démocratie directe, dirigée de façon
utopique par de hauts fonctionnaires...
Le débat sur l’art n’a pourtant dans l’histoire,
jamais mobilisé la masse comme durant les
dernières décennies. Cela mène parfois à des
excès comme un récent sondage concernant la
promenade d’Ostende déclarée deuxième lieu
le plus laid de Belgique à cause de l’installation d’objets géants fluo, les “Rock Strangers”
d’Arne Quinze.
L’opinion publique n’a jamais été autant noir/
blanc. Défenseurs et opposants s’affrontent
de façon menaçante, contrairement aux artistes eux-mêmes. Vu ce débat public animé,
10
dat gebeurt zelden wanneer de kunstenaar, zoals elke in deze
catalogus voorgestelde jonge master, pakweg pas 22 jaar is.
Los van het feit dat ik elke vorm van kunst maatschappijkritisch vind - vermits de neutraliteit in de kunstuiting een aanvaarding van de politieke realiteit inhoudt - valt het me toch
op dat, in zowel deze als vorige editie van het Masters Salon,
maatschappijkritische onderwerpen bij de geselecteerde
nieuwe kunstenaars ontbreken. Het lijkt alsof er geen penseelstreek kan vuil gemaakt worden aan dreigende Grexits,
dramatische Middellandse Zee-oversteken van economische
vluchtelingen, sociale gevolgen van mondialisering, de uitholling van het begrip verzorgingsstaat, Podemos, Gafa,...
een amalgaam van factoren die het heersende rechtssysteem
bedreigen. Behoort dit niet meer tot het interesse gebied van
de jonge kunstenaar?
Hebben niet generaties kunstenaars de maatschappelijke
grenzen verlegd en een betere toekomst helpen realiseren?
Probeerden ze geen revoluties uit te lokken, zoals romantische geesten plachten te denken.
Dit laatste is, op de opera “La Muette de Portici” van Daniel
Auber na, een idee dat geen opgang maakt. Zelfs de iconen
uit de schilderkunst van de negentiende tot ver in de twintigste eeuw geven nergens een revolutionaire aanzet.
De spraakmakende iconen uit de schilderkunst vanaf de negentiende eeuw die op ons netvlies gebrand zijn zoals “Le
Radeau de la Méduse” van Géricault; “La Liberté guidant le
Peuple” van zijn tijdgenoot Delacroix’s over “Weberzug” van
Käthe Kollwitz en over “Debout les Morts” van Rouault of
“Guernica” van Picasso tot “La Ville détruite” van Zadkine
geven nergens, in de klassieke zin van het woord, een revolutionaire aanzet. Ze zijn allen voorbeelden van geëngageerde
kunst maar verwerken post factum trauma’s van een generatie
je pense que nous devons toujours évaluer l’art
localement, je dirais même plus : ici et maintenant. L’impact d’objets artistiques peut parfois
dépasser les frontières d’un pays et d’un continent mais cela arrive rarement lorsque l’artiste,
comme chacun de ceux présentés dans ce catalogue, est un jeune diplômé d’à peine 22 ans.
Indépendamment du fait que je sois d’avis que
chaque forme d’art comporte une critique sociale –vu que la neutralité de l’expression artistique implique une acceptation de la réalité
politique-, je suis pourtant frappé de voir que
dans cette édition du Masters Salon, comme
dans la précédente, aucun des nouveaux artistes sélectionnés n’intègre une critique sociale dans son œuvre. Comme si aucun coup
de pinceau ne pouvait être utilisé pour nous
rappeler l’exclusion menaçante de la Grèce, la
traversée dramatique de la méditerranée par
des réfugiés économiques, les conséquences
sociales de la mondialisation, l’érosion de
l’état providence, Podemos, Gafa,... un amalgame de facteurs menaçant le système juridique
en vigueur. Cela ne fait-il plus partie de la zone
d’intérêt du jeune artiste ?
Les générations d’artistes n’ont-elles pas déplacé les frontières sociales et contribué à la réalisation d’un meilleur avenir ? N’ont-ils essayé
de susciter des révolutions, comme les esprits
romantiques aimaient à penser ?
Daniel Auber fut le seul à reprendre cette idée
dans son opéra “La Muette de Portici”. Même
les icônes de la peinture du dix-neuvième
jusque tard dans le vingtième siècle, ne témoignent d’aucune impulsion révolutionnaire.
Les icônes controversées de la peinture à partir
du dix-neuvième siècle, que l’on a encore bien
en tête comme “Le Radeau de la Méduse” de
Géricault, “La Liberté guidant le Peuple” de
zonder dat het werk op zich enige verandering teweeg brengt
in het politieke handelen in zijn specifieke tijd. De aangehaalde werken zijn aldus illustraties van het inhoudelijk denken
van een culturele elite, die haar standpunten niet wou opdringen maar die via haar beeldend vermogen de goegemeente
een geweten trachtte te schoppen.
Schilderkunst is een relatief trage ambachtelijke expressievorm die door nieuwe technische hulpmiddelen in expressiekracht ingehaald werd. Deze nieuwe mogelijkheden werden
door de sociaal geëngageerde kunstenaar gegrepen om sneller te kunnen reageren op politiek-maatschappelijke uitdagingen. Het lijkt me dan evident dat militant maatschappijkritische onderwerpen uit het repertorium van de jonge generatie
schilders verdwijnt.
Een andere reden die een shift in de onderwerpen richting
maatschappij-neutrale inhoudelijkheid geeft is de zucht, die
manifest de media domineert, om te voldoen aan de niet aflatende publiekshonger naar nieuwe sensatie wat lijdt tot een
staccato van beeldmateriaal waartegen het statische van schilderkunst niet op kan. Waarschijnlijk zou een op de actualiteit
aansluitend schilderij onmiddellijk in de mainstream van de
sensatiebeeld-diaree opgenomen worden waardoor het tot de
vulgariteit van de beeldhonger zou verdoemd zijn. We vinden
daardoor de geëngageerde kunstenaar eerder terug in de video- en multimediasegmenten van de installatiekunst. Dit
geeft de kunstenaar een directere actualiteitsimpact waarbij
hij zijn boodschap kan verpakken in een contemplatieve context zodat hij zijn uiting een kunsthistorische bestendiging
kan geven.
De vraag die je hierbij onmiddellijk stelt is: “Zou een kunstdiscipline die zich niet maatschappijkritisch opstelt lijden aan
11
son contemporain Delacroix, sur “Weberzug”
de Käthe Kollwitz et sur “Debout les Morts” de
Rouault ou “Guernica” de Picasso jusqu’à “La
Ville détruite” de Zadkine, ne provoquent nulle
part, au sens propre du mot, une impulsion révolutionnaire. Ce sont tous des exemples d’art
engagé mais qui essaient seulement, chacun
de sa manière, d’accepter et d’assimiler des
traumatismes post factum de toute une génération sans que l’œuvre même apporte en ellemême le moindre changement dans l’action
politique de sa période spécifique. Les œuvres
citées sont donc des illustrations de la pensée
intérieure d’une élite culturelle, qui ne voulait
pas imposer ses points de vue mais qui, par ses
capacités d’expression, tentait de bousculer le
grand public et sa conscience.
La peinture est une forme d’expression artisanale relativement lente, qui a été rattrapée
dans sa puissance d’expression, par de nouveaux moyens techniques. Les artistes engagés socialement ont saisi ces nouvelles possibilités pour pouvoir réagir plus vite aux défis
sociaux-politiques. Il me paraît donc évident
que des œuvres militantes critiquant la société
disparaissent du répertoire de la jeune génération de peintres.
Une autre raison qui donne une impulsion dans
la direction du contenu créatif socialement
neutre, est le souffle qui domine manifestement
les médias, qui, pour satisfaire la faim assidue
de nouvelles sensations de la part du public,
mène à un staccato de matériel visuel contre
lequel le côté statique de la peinture ne peut
vraiment rien faire. Une peinture correspondant à l’actualité pourrait vraisemblablement
être immédiatement reprise dans le courant
dominant de la diarrhée d’images à sensation,
ce qui amènerait à ce que la vulgarité de la faim
12
conformisme?” De vraag is eenvoudig doch het antwoord is
complexer dan men vermoedt. Maar zou het niet kunnen dat
schilderkunst zich op zichzelf richt door zich de vrijheid toe
te eigenen haar onderzoeksterritorium ontzettend klein te
maken.
Dit territorium zou zich eventueel kunnen beperken tot een
dynamisch onderzoek naar de spanning tussen operatiezaalgroen en appelblauwzeegroen al dan niet in verhouding tot
eurobiljettenpaars? Deze laatste kleur dient uitsluitend om de
vraag in een economische context te situeren. Maar los hiervan zullen velen de volgende vraagstelling een extremiteit
noemen: kan de schilderkunst niet pure sang, de verf om de
verf, een uiteindelijk doel op zich zijn?
Laten we de vraag omdraaien: “In welke context moeten jongeren nu werken maken?”
Het lijkt me toe dat er geen “isme” meer overheerst in de
schilderkunst. Er is voornamelijk de triomf van het individualisme, de algehele consecratie van het neoliberalisme.
De recente kunstgeschiedenis reikt, binnen het aanbod van
veelheid aan ego’s, een hoop excessen als voorbeeld aan de
jongeren. Een vermoeden van ongebreidelde zelfverheerlijking vind ik in bv Anselm Kiefer in zijn reeks “Heroische
Sinnbilder” of de reeks “Gas Chamber” van Luc Tuymans of
de “Fist fuck Pictures” van Mapplethorpe of Jef Koons die sex
heeft met La Cicciolina in de reeks “Made in Heaven” Deze
hijgende opdringerigheid van controversiële of zelfs aanstootgevende onderwerpen in de picturaliteit noem ik de “shirashi
van de hedendaagse kunst”: verse vis op een bedje van vulgaire rijst.
Tegenover deze extreme vormen staan wellicht andere iconen
die ik zou catalogeren onder de picturaliteit van de eenvoud in
d’images soit condamnée. Nous retrouvons
ainsi déjà l’artiste engagé dans les extraits vidéos et multimédias de l’art de l’installation, ce
qui donne à l’artiste un impact d’actualité direct lui permettant d’envelopper son message
dans un contexte contemplatif afin de pouvoir
donner à son expression une stabilisation dans
l’histoire de l’art.
La question qui vous vient immédiatement
à l’esprit est : «Une discipline artistique qui
n’adopte pas de position sociale critique souffrirait-t-elle de conformisme ?” La question est
simple mais la réponse est pourtant plus complexe qu’on ne le présume. Mais ne serait-ce
donc pas possible que la peinture se concentre
sur elle-même en s’appropriant la liberté de rétrécir son propre territoire de recherche.
Ce territoire pourrait éventuellement se limiter
à une recherche dynamique de la tension entre
le vert « salle d’opération » et le turquoise, et de
sa relation avec le mauve des billets d’euros ?
Cette dernière couleur doit être unique pour situer la question dans un contexte économique.
Mais indépendamment de cela, la question
suivante sera peut-être extrême : la peinture ne
peut-elle pas être pur-sang, la peinture pour la
peinture, et être un but final en soi ?
Retournons maintenant la question : “Dans quel
contexte, les jeunes doivent-ils aujourd’hui,
créer leur œuvre ?”
Il semble que plus aucun «isme» ne domine
dans la peinture. Il y a principalement le
triomphe de l’individualisme, la consécration
globale du néolibéralisme.
La récente histoire de l’art présente, dans
une multiplicité d’égos, de nombreux excès
de werken van Lucean Freud, Jenny Saville of Adrian Ghenie
of bij ons Rinus Van de Velde.
Al deze indringende artefacten uit de heersende kunstactualiteit eisen een enorme maturiteit van deze jongeren, zij moeten
of boven het geweld opboksen of opvallen door een fragiele
identiteit. Kunnen zij een nieuw gezicht geven aan de kunst?
Kent de kunst zijn eigen gezicht en kan de kunst zichzelf
richten?
Wanneer Anselm Kiefer Damien Hirst verwijt anti-kunst te
maken voegt hij er onmiddellijk aan toe dat anti-kunst wel
degelijk òòk kunst is. Dit illustreert de soepelheid van het abstracte begrip “kunst” en definieert ook de onvoorspelbaarheid van zijn uitingsvorm. Deze context etaleert duidelijk de
moeilijkheidsgraad in kunstopleidingen.
Deze, uiterst inclusieve democratische, aanvaarding door de
kunst zelf van algehele evenwaardigheid van elke mogelijke contradictie verhindert om in het kunstonderwijs tot een
ontwikkeling van een pedagogische blauwdruk te komen.
Daardoor moeten opleidingen openstaan voor de realiteit en
zijn ze genoodzaakt een niet dirigerende maar toch gidsende
opleiding te concipiëren waarin elke zich aandienende student zich, volledig autonoom en binnen zijn eigen capaciteiten, optimaal, kan ontwikkelen.
Dit alles onderlijnt de complexe verantwoordelijkheid die de
docenten in deze dragen. Uiteindelijk is deze catalogus ook
een ode aan hen die dagelijks het vallen en opstaan van deze
jongeren begeleiden.
Mainstream ondersteunt een maatschappij in zijn bestaan
maar de werkelijke vooruitgang is gebaseerd op verwondering. Verwondering die kunst bij ons opwekt is en blijft een
drijfriem voor vele levens. Niet de vernieuwing op zich maar
13
Käthe Kollwitz
servant d’exemples aux jeunes. Je ne peux
m’empêcher de déceler un soupçon d’autoglorification effrénée par ex. chez Anselm
Kiefer dans sa série “Heroische Sinnbilder” ou
la série “Gas Chamber” de Luc Tuymans ou les
“Fist fuck Pictures” de Mapplethorpe ou bien
encore dans les ébats sexuels de Jef Koons et
La Cicciolina dans la série “Made in Heaven”.
J’appelle cette importunité haletante d’œuvres
picturales controversées ou même scandaleuses, le « shirashi de l’art moderne » : du poisson frais sur un lit de vulgaire riz.
Face à ces formes extrêmes, se trouvent sans
doute d’autres icônes que je cataloguerais sous
« picturalité de la simplicité » , comme l’œuvre
de Lucean Freud, Jenny Saville ou Adrian
Ghenie ou chez nous Rinus Van de Velde.
14
Tous ces objets artistiques marquants de l’actualité artistique régnante, exigent une énorme
maturité de ces jeunes. Ils doivent soit lutter
contre la violence, soit se faire valoir par une
identité fragile. Peuvent-ils donner un nouveau
visage à l’art ? L’art connaît-il son propre visage
et l’art peut-il se diriger lui-même ?
Lorsqu’Anselm Kiefer reproche à Damien
Hirst de faire de l’anti-art, il ajoute immédiatement que l’anti-art est tout aussi légitime
comme forme d’art. Cela illustre la souplesse
de la notion abstraite «art» et définit aussi la
contingence de sa forme d’expression. Ce
contexte étale clairement le degré de difficulté
de la formation artistique.
Cette dernière acceptation, extrêmement inclusive et démocratique, par l’art lui-même
de l’égalité de chaque contradiction possible,
empêche l’enseignement de l’art d’arriver à
formuler un concept pédagogique général. De
ce fait, les formations doivent être ouvertes à
la réalité et doivent obligatoirement être axées
non pas sur le fait de diriger les étudiants, mais
de les guider afin que chacun puisse s’épanouir
et développer ses propres capacités de façon
totalement autonome.
Tout cela souligne la responsabilité complexe
portée par les professeurs. Ce catalogue est
finalement aussi une ode à ceux qui accompagnent chaque jour ces jeunes, dans les hauts,
mais aussi dans les bas.
Le mainstream soutient la société dans son
existence mais la véritable progression est basée sur l’étonnement. L’étonnement qu’éveille
l’art chez nous, met et continuera à mettre un
certain entrain dans de nombreuses vies. Pas
vraiment le renouvellement en soi mais la pensée “out of the box”. La création qui dans son
het “out of the box” denken. De creatie die zo individualistisch is dat elkeen zich getriggerd voelt, de verademing die
de sleur van het dagdagelijkse neutraliseert en het bestaan op
zich een boost geeft. Dit is het fundamentele zoeken in een
hedendaagse open maatschappij, het tegendeel van elke vastgeroeste krampachtige fundamentalistische staat waar geen
enkel vrijdenkend individu, zoals wij, deel van wil uitmaken.
individualisme nous interpelle tous, une bouffée d’air qui neutralise la routine du quotidien
et qui donne un boost à l’existence même.
C’est la recherche fondamentale dans une société contemporaine ouverte, le contraire de
tout état fondamentaliste crispé et rouillé dont
aucun individu libre penseur comme nous le
sommes, ne veut faire partie.
De groep jongeren die we vandaag voorstellen hebben zich
moeten laten inspireren door de overvloed aan beeldmateriaal
uit het oeuvre van, groten en minder groten, voorgangers. Ze
hebben allen vier jaar kunstopleiding achter de rug en tonen
hier hun identiteit die ze tijdens hun leerrijke tochten hebben
opgebouwd. Elkeen etaleert dan ook een zeer persoonlijke
picturale invalshoek die ons de continuïteit in evolutie van de
schilderkunst garandeert. Of tussen deze groep de van Gogh,
de Ensor of de Magritte van de 21ste eeuw zit is irrelevant
als vraag, maar de mogelijkheid valt niet uit te sluiten. Sinds
kunst geen afgebakend terrein meer is leidt een opleiding
niet tot een eindpunt maar tot de start van een levenslange
vorming, een levenslange dialoog die een picturale uitkomst
creëert. De twee toonmomenten in de Lange Zaal van de
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen
en de tweede in het Musée Curtius in Liège worden hopelijk
voor hen een springplank naar een internationaal palmares.
Le groupe de jeunes que nous présentons
aujourd’hui, a dû s’inspirer de l’abondance
de matériel visuel tiré de l’œuvre de grands
ou moins grands prédécesseurs. Ils ont déjà
quatre ans de formation artistique à leur actif et
dévoilent ici leur identité qu’ils ont construite
durant leurs pérégrinations artistiques. Chacun
expose donc une approche picturale très personnelle qui nous garantit la continuité de
l’évolution de la peinture. Si dans ce groupe
se trouve le Van Gogh, l’Ensor ou le Magritte
du 21ème siècle n’est pas une question pertinente, mais cela n’est pas exclu. Depuis que
l’art a cessé d’être un terrain délimité, une formation ne mène pas à un point final mais au
début d’une formation qui durera toute la vie,
un dialogue d’une vie entière qui crée un résultat pictural. Les deux moments d’exposition
à la Grande Salle (Lange Zaal) de l’Académie
Royale des Beaux-Arts d’Anvers et le deuxième
au Musée Curtius de Liège, sont, nous l’espérons pour eux, un tremplin vers un palmarès
international.
Ik, en met mij de vzw Komask, wensen deze jongeren het
grootst mogelijke succes toe.
L’asbl Komask et moi-même, souhaitons à ces
jeunes gens le plus grand succès possible.
Augustus 2015,
Bart’d Eyckermans
Voorzitter Koninklijke Maatschappij ter Aanmoediging van
de schone Kunsten
Août 2015,
15
Bart d’Eyckermans
Président de la Compagnie Royale d’Encouragement aux Beaux-Arts
Koninklijke Academie voor
Schone Kunsten Antwerpen
Jan Gordts
Ben Sledsens
Heidi Ukkonen
Emily Vincke
Onze afstudeerrichting Vrije Kunsten - Schilderkunst beweegt zich
in het spanningsveld tussen ‘taalvaardigheid’ en persoonlijke artistieke beleving. Vertrekkend vanuit een grote aandacht voor het rijke
kader waarbinnen de schilderkunst zich tot op heden heeft ontwikkeld, worden onze studenten uitgenodigd om een eigen beeldtaal te
realiseren.
On peut situer notre cours de Peinture
dans la zone de tension entre une certaine
‘compétence linguistique’ et le vécu
artistique personnel de chacun. À partir
d’une grande attention pour le riche cadre
dans lequel la peinture s’est développée,
nous stimulons nos étudiants à développer
leur propre langage visuel.
In de eerste en tweede bachelor is het atelierwerk voor een belangrijk deel gebaseerd op waarneming (stilleven, model, portret,
landschap).
Deze studie biedt tal van aanknopingspunten met recente en oudere
werken van grote meesters. Zij vormen het noodzakelijke referentiekader van waaruit (of waartegen) het eigen plastische taalgebruik
stap voor stap kan worden ontdekt en ontwikkeld.
Durant la première et la deuxième année de
bachelier le travail d’atelier est en grande
partie basé sur la perception (nature morte,
modèle, portrait, paysage).
Daarnaast is er geleidelijk meer aandacht voor de maatschappelijke
context waarbinnen kunstwerken zich ontwikkelen. De beeldenstroom die ons dagelijks als het ware overspoelt, moet worden verwerkt en gefilterd tot relevante beelden, die op hun beurt worden
‘vertaald’ in schilderijen.
Bij het beëindigen van de master wordt een project verwacht dat
getuigt van een eigen artistieke invalshoek. Het atelier is de centrale
plek van waaruit deze processen tot stand komen. De ruime schildersateliers, met een overvloed aan noorderlicht, vormen daar het
ideale kader voor.
Docenten afdeling Schilderkunst KASKA
17
Cette forme d’étude présente de nombreux
liens vers les œuvres récentes et plus
anciennes de grands maîtres. Celles-ci
forment le cadre de référence nécessaire
à partir duquel ou contre lequel, pas à pas,
l’étudiant découvre et approfondit son
langage visuel personnel.
En parallèle à cela et au fur et à mesure, une
attention plus particulière est consacrée
au contexte social dans lequel se crée un
tableau. Le flux d’images qui nous immerge
au quotidien devra être assimilé, les images
pertinentes filtrées et ensuite ‘traduites’ sur
la toile.
Pour l’obtention du grade de master, les
étudiants constituent un projet témoignant
d’une approche artistique personnelle. Grâce
à sa situation idéale en haut du bâtiment
l’atelier de peinture baigne dans une lumière
venant du nord et pour ces raisons s’avère être
le lieu central pour la genèse du processus
artistique.
18
Jan Gordts
lives and works in Antwerp/Asse
[email protected]
Untitled
oilpaint on linnen
47X32 cm
19
20
iri wa
oil on linnen
100 X 70 cm
futur proche, ami distant
oil and watercoloured paper on linnen
180 X 150 cm
21
22
sospiri
oilpaint on linnen
101 X 83 cm
23
24
Ben Sledsens
Antwerpen
0032 498 37 91 29 - 0032 (03) 237 62 27
[email protected]
bensledsens.com
Ben sledsens (1991°) is a painter who lives
and works in Antwerp, Belgium. His work
often shows situations and experiences
which are taken from his daily life. He presents these situations and experiences in a
fictional environment and in an anecdotal
way. Although his work is based on personal events, the spectator is nevertheless
still able to give meaning to these images
him- or herself.
25
26
A Nice Break
oil, acrylic, pastel on canvas
200 x 190 cm
Two Persons, Two Tables
oil, acrylic and spray paint on canvas
200 x 160 cm
27
28
An Arrival, 2015
oil, acrylic and spray paint on canvas
200 x 160 cm
Something Bigger Than Me
oil, acrylic and spray paint on canvas
200 x 160 cm
29
30
Heidi Maria R Ukkonen
[email protected]
0479/829057
KNOWLEDGE AND EXPERIENCE:
Design Assistance The Royal Historic Museum in Stockholm (SPACE)2000
Sole Exhibitionist, Gallery Gummesons Stockholm 2006
Project Cordinator/Creative Design Ragdoll Exhibition Uppsala 2007
Group Exhibition, Lange Zaal Antwerp 2014
KoMASK BA Prize Group Exhibition, Winter Tuin Antwerp 2014
Group Exhibition And remember, an Elephant Never Forgets!, Lange Zaal Antwerp 2015
EDUCATION:
Estetiska Programmet Bild Och Formgivning (Fine Art Program) Uppsala Sweden 1999
Stora Konstkursen (Painting) Folk Universitetet Stockholm Sweden 2002
Stora Teckning Och Malning Kursen (Drawing and Painting) Folk Universitetet Stockholm Sweden
2003
Royal Academy Of Fine Art Antwerp BA painting 2014
Royal Academy Of Fine Art Antwerp MA painting 2015
Girls Girls
31
32
Société Anonyme
Drops
33
34
Final Countdown
35
36
Emily Vincke
° 1990
Elversele
[email protected]
0472 97 16 26
Artistiek onderzoek
Mijn werk is gebaseerd op tegenstrijdige en vervreemdende elementen in de chaos die mij omringt. De
spanning tussen realiteit en fictie, verleden en heden,
waarneming en verbeelding is wat me interesseert. Vorig
jaar putte ik mijn inspiratie uit het Antwerpse stadslandschap. Alledaagse elementen zoals schoorstenen,
pijpleidingen en daken veranderden in vervreemdende
gedaanten .
Dit jaar wilde ik het zicht uit het atelier loslaten en
verder op zoek gaan naar mijn eigen vormentaal. Ik
ging meer experimenteren met dragers, compositie,
ruimte, schaal en kleur. Toch merk ik dat het architecturale nooit volledig weg te denken is in mijn werk.
De contrastrijke stad die ik doorwandel, het verweerde
herenhuis waarin ik woon, de monumentale politietoren die het enige zicht vormt vanuit mijn dakraam, het
atelier waar ik bezig ben, alles heeft een invloed op wat
ik maak. Deze elementen beginnen een eigen leven te
leiden in mijn werk. Het worden autonome vormen die
nog amper verwijzen naar hun oorsprong. Ik laat meer
en meer de waarneming los waardoor mijn schildersproces meer zoekend wordt. Ik zet vaak heel chaotisch op
en begin dan te elimineren, te vereenvoudigen. Tijdens
het schilderen verandert het eindbeeld in mijn hoofd
voortdurend. Ik reageer op wat het schilderij me aanbiedt. Laag over laag ga ik op zoek naar de essentie.
De dragers zijn ook bepalend voor de totstandkoming
van het beeld, ze vormen een cruciaal deel van het werk.
Soms vind ik ze toevallig ergens onderweg. Doorleefde
panelen vind ik het interessantst; ze vragen om een
reactie. Hun oorspronkelijke vorm moet nog gedeeltelijk af te lezen zijn. Vaak slingeren ze een tijd rond
37
in het atelier voordat ik weet wat ermee gedaan
moet worden. Ik werk op krijtlijm omdat deze
grondlaag heel zuigend is en voor een fragiele,
frescoachtige kwaliteit zorgt. Daarin kan ik lijnen
krassen en lagen wegschuren. Onderliggende
lagen schemeren doorheen de architecturale
vormen.
Ik construeer mijn eigen wereld waar de wetten
van perspectief opnieuw moeten worden uitgevonden, waar de zwaartekracht geen vat heeft
op de schijnbaar strakke geometrische vormen.
Een verlaten wereld zonder logica, waar heden en
verleden versmelten.
38
40
Lazaar
40 x 50 cm
41
La peinture et ses enjeux
L’atelier de peinture de l’Académie royale des Beaux-Arts de la
Ville de Bruxelles s’engage à pratiquer, explorer et étendre les
enjeux et possibilités de l’art à l’aide de la picturalité, tant par le
médium pictural proprement dit que par ses possibles mutations.
L’option peinture
L’atelier de peinture est un lieu de formation, de production et de
recherche, un lieu d’échange, d’expérimentation et de réflexion.
C’est un laboratoire où chacun développe une recherche personnelle, un questionnement construit par une dynamique de travail
intense et régulière.
Académie Royale
des Beaux-arts de Bruxelles
Jeannelle Bertrand
Marie Braun
Weifu & ruifu Guo
Lucien Roux
Il accueille environs 35 étudiants en Bac et 30 en Master. L’atelier
récemment rénové est un très bel espace de plus de X m2 ou les étudiants de toutes les années travaillent ensemble. L’enseignement est
attentif à la fois à la singularité de la pratique de chaque étudiant et
à l’enrichissement mutuel.
Le parcours en peinture de l’ARBA-EsA est conçu comme un entonnoir. Au début de leurs années les étudiants sont inscrits essentiellement dans cette orientation, ensuite le parcours prévoit une ouverture vers d’autres pratiques, vers d’autres disciplines ou médium. La
pratique artistique est également étayée par un pôle d’enseignements
théoriques soutenus, visant à mener les étudiants à nouer de plus en
plus précisément sens et pratique.
43
De schilderkunst en haar uitdagingen
Het atelier schilderkunst van de Koninklijke
Academie voor Schone Kunsten van de stad
Brussel engageert zich om de uitdagingen en
mogelijkheden van kunst te beoefenen, te exploreren en uit te breiden, door de inzet van het
eigenlijke picturale medium als zijn mogelijke
veranderingen.
Optie schilderkunst
Het atelier schilderkunst is een plaats van vorming, productie en onderzoek, een plaats van
uitwisseling, experiment en reflectie. Het is een
laboratorium waar elk zich een persoonlijke aanpak ontwikkelt, een bevraging gebouwd door
een dynamiek van intens en regelmatig werk.
Het onthaalt ongeveer 35 bachelorstudenten en 30 masterstudenten. Het recent gerenoveerde atelier is een hele mooie ruimte
van meer dan X m2 waarin de studenten van
alle academiejaren samenwerken. Het onderwijs heeft tegelijk aandacht voor de bijzondere praktijk van elke student als voor de wederzijdse verrijking.
Het traject schilderkunst van ARBA-EsA is als
een trechter opgezet. In de eerste jaren zijn de
studenten hoofdzakelijk in deze richting ingeschreven, vervolgens voorziet het traject een
opening naar andere praktijken, disciplines of
media. De artistieke praktijk is eveneens onderbouwd door een pool ondersteunend theoretisch onderwijs dat tot doel heeft de studenten
gevoel en praktijk met elkaar te laten verbinden.
44
Avec ou sans pinceau
Au vu des développements de l’art de ces dernières décennies, force
est de constater que la pratique picturale s’est enrichie des autres
médias apparus plus récemment qu’elle : loin de voir la peinture
essentiellement pratiquée avec des pinceaux et pigments sur un support, toutes les formes artistiques contemporaines sont envisagées
comme autant de champs d’investigations des enjeux de la peinture
actuelle.
Met of zonder penseel
Toutes les pratiques picturales sont envisagées, pratiques étant ellesmêmes la mise en forme d’une pensée singulière, un rapport au
monde, au temps, à l’existence et à la société.
Alle picturale praktijken worden overwogen,
praktijken die aan een bijzondere gedachte,
een band met de wereld, tijd, het bestaan en
de maatschappij vormgeven.
L’étudiant curieux et passionné consacre sa recherche à la question de
la peinture, de son sens, de sa fonction, ses implications théoriques
en n’ayant crainte de revendiquer l’utilisation des divers langages plastiques assignés aux arts visuels.
De nieuwsgierige en gepassioneerde student
wijdt zijn onderzoek aan de vraag van de schilderkunst, zijn zintuigen, zijn functie, zijn theoretische gevolgtrekkingen en heeft geen schrik het
gebruik van de verschillende plastische talen, die
aan de visuele kunsten gewijd zijn, op te eisen.
Daphné de Hemptinne,
Directrice.
Daphné de Hemptinne,
In het licht van de kunstontwikkelingen de
laatste decennia moet worden geconstateerd
dat de picturale praktijk zich verrijkt heeft met
andere actuele media. Ver van de schilderkunst te zien als in hoofdzaak beoefend met
penselen en pigmenten op een drager, worden alle artistieke hedendaagse kunstvormen
even zoveel beschouwd als onderzoeksvelden
van hedendaagse schilderkunst.
Directrice
46
Jeannelle Bertrand
° 1988
Vie et travaille entre Bruxelles et Bainville-Sur-Madon.
[email protected]
Au délà de la représentation, il y a, la peinture,
la « peinture plate ». Du bleu pour la mer, du
vert pour l’herbe, solutions de facilitées pour
résoudre des équations compliquées. Je construit, non pas une maison, mais des images
qui rempliront l’espace, entre, autour, dedans,
dehors. Cette peinture sans sens, à muri plusieurs années, elle va bientôt pourrir, pour se
régénérer.
EDUCATION
2013 DNAP Art, ENSA Nancy.
2015 Master Peinture, ARBA Bruxelles.
EXPOSITION
2015 « Exposition numero un », Peinture privée/peinture public, Bruxelles.
47
48
Etude de falaise
acrylique
22 x 30
Saut dans la piscine au crocodile
acrylique
38,5 x 30,5cm
49
50
Tas de bûches
dimension variable,
Priorité dans l’espace?
huile
24,5 x 32,5
51
52
Marie Braun
0485/79.15.39
[email protected]
“Les travaux que je présente ici ont été
conçus comme un ensemble de petits gestes de peinture mis en relation.
J’attache beaucoup d’importance aux moments d’invention et de recherche.
J’aime pouvoir moduler mes installations,
rassembler ou isoler certaines pièces, créer
un climat, une intimité.
J’aime ce qui demande du temps. Je
cherche quelque chose dans les flous, les
ombres, les distances.”
FORMATION
2009 CESS, Institut Royal Roger Lazaron de Namur, option artistique. Prix de dessin.
2014 Baccalauréat, Académie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles, option peinture.
EN COURS
Master 2: Académie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles, option peinture.
EXPOSITIONS
2012 « promenade des artistes » Parcours d’artistes de Chastres.
2015 “peinture privée peinture publique” Bâtiment Vanderborght, Bruxelles.
53
54
55
56
57
58
Weifu & Ruifu
Bruxelles
0483372475
[email protected]
WEIFU GUO né le 30 mars 1984 à Shenyang en Chine. De 2000 à 2004, il étudie à The Attached
Secondary Art School Of Luxun Academy Of Fine Art. Weifu GUO est diplômé en 2008 à l’Académie des Beaux-Arts de Luxun en option de la gravure. Après avoir obtenu son diplôme, il
travaille dans une école comme un enseignant artistique. Depuis lors, il réalise des oeuvres en
collaboration avec son frére. en 2013, ils continuent leurs études d’art à l’Academie Royale des
Beaux-Arts de Bruxelles dans l’option de peinture en master où ils sont suivis par le professeur
Stephan Balleux. Actuellement, il travaille à bruxelles.
RUIFU GUO né le 30 mars 1984 à Shenyang en Chine. De 2000 à 2004, il étudie à The Attached
Secondary Art School Of Luxun Academy Of Fine Art. Ruifu GUO est diplômé en 2009 à l’Académie des Beaux-Arts de Hubei en option de fresque et peinture de matériaux synthétiques.
Après avoir obtenu son diplôme, il étudie au School of Visual Arts of New York comme Erasmus.
Depuis lors, il réalise des oeuvres en collaboration avec son frére. en 2013, ils continuent leurs
études d’art à l’Academie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles dans l’option de peinture en master où ils sont suivis par le professeur Stephan Balleux. Actuellement, il travaille à bruxelles.
Nous somme déjà été lauréat:
• Prix des artistes de Carte de visite ARTopenKUNST 2015
• Appel à projets pour la CENTRALE/lab-Jeunes artistes plasticiens bruxellois 2015-2016
• Finaliste du prix Laurent MOONENS Session 2015
• Prix ARBA-ESA / GALLERIE | 05
Introduction généragle sur le travail
mesure plus grande a faire la peinture avec innovation. D’ailleurs, nous étudions encore l’usage
de l’espace de l’exposition pour les oeuvres exposes, nous espérons de chercher une relation entre
l’espace et l’oeuvre, l’oeuvre et les spectateurs.
La caractéristique de notre langage comme peintre est
utilisation du labyrinthe comme base de nos oeuvres.
En effet, le labyrinthe est un mythe éthernel représentant l’histoire de l’humanité avec ses différentes étapes.
Le labyrinthe est une énigme que nous pouvons pas
finir, parce que a chaque moment de notre vie, nous
avons plusieurs solutions (décisions) represantées par
les différents chemins dans le labyrinthe. Lorsque la
lumière et le temps changent, l’effet de labyrinthe tridimensionnel change également, en même temps, les
spectateurs ressentent une série de changements au
niveau visuel et mentalité en marchant au travers de
l’exposition.
Notre but est que nos oeuvres créent une relation d’interaction entre les oeuvres proprement dits et les spectateurs, et ceci au traverse d’une combinaison de symboles en trois dimensions et la peinture comme point
de départ, pour rechercher des nouvelles possibilités
dans la peinture. Autrement dit, mettre les oeuvres
dans une espace en jouant avec la lumière, le temps et
les spectateurs.
A l’origine, notre création étions essentiellement base
sur le réalisme. Tandis que actuellement, nous nous
appliquons a étudier l’image (raconter la peinture par
image par la peinture) pour trouver les nouveaux possibilités de la peinture. Nous essayons de créer des
oeuvres base sur une colloboration entre l’artiste et
la technologie (ordinateur, imprimante, graveuse …).
Nous voulons employer la nouvelle technique, les
nouveaux matériaux, le nouveau concept, la nouvelle
59
60
Le sentier
100 x 70 cm
Dédale
200 x 120 cm
61
62
200 x 360 cm
63
64
Lucien Roux
[email protected]
+32 483 660 783
In my process, I consider the exhibition
moment as a possibility to relate film editing
and unmoving picture, as painting is most of
the time. This ground of connections offers to
me directions to understand activity between
pictures and how it can influence each one.
PRIX
Mine are usually made from parts of an older
particular visual experience that can only remain during their view by mental connections
and retinal persistence.
2015 Obtention de la bourse Horlait-Dapsens
FORMATIONS
For example, in Vue du Train du Quai, the
movement mentioned in the twenty-four watercolours was originally supposed to represent the perception of someone in a train crossing a piece of painting falling from the wall
of a station. Instead, it proposes the vision of a
painting of a vision of a painting.
The pictorial process, in this practice of the
picture, is introduced without being revealed,
only pointed out through the splicing of each
shot of the sequence.
2013 / 2015 Master 1 et 2 à l’Académie Royale des Beaux-Arts, Bruxelles
2009 / 2012 DNAP à l’Ecole Nationale Supérieure des Beaux-Arts, Lyon
EXPOSITIONS COLLECTIVES
2014 Exposition Peinture Privée / Peinture Publique, Dexia Art Center, Bruxelles
2011 Monkey Drop Festival, Montpellier
Six jours six nuits/Sechs Tage sechs nächte, Ecole Nationale Supérieure des Beaux-Arts, Lyon
Exposition pluridisciplinaire à l’ESC, Grenoble, organisée par l’association Artagem
RESIDENCES
2015 Résidence Itinera, Sienne
2011 Workshop à Bodman, lac de Constance, Allemagne. En partenariat avec la Staatliche
Akademie der Bildenden Künste, Stuttgart
Workshop organisé par le collectif Trois Points, Montpellier
65
66
La Stazione
huile sur panneau
26 x 19 x 3
Vue sur Cour
Graphite sur Dacapo
122 x 82
67
68
Vue du Train du Quai
aquarelle sur papier
29,7 x 21 x 24,
Triplopie
huile sur toile
26 x 19 x 3
69
Schilderkunst is in eerste instantie dat wat een (kunst)schilder er
van maakt.
Koninklijke Academie voor
Beeldende Kunsten Den Haag
Martin Gabriel
Katerina Konarovská
Simon Oosterhuis
Jonas Raps
De schilder staat met 1 been in de actualiteit en met het andere in
een historische traditie. Deze wankele positie doet de schilder nu
eens overhellen naar het verleden, dan weer neerzetten in het nu
en een enkele keer reiken naar de toekomst. Hoe eenvoudig het
instrumentarium van de schilder in zijn zuiverste vorm ook gedefinieerd moge zijn - kleur opgenomen in verfmaterie, kwasten en
een vlak om de vormen die daaruit voortkomen te registreren - de
artistieke ambities en de vragen en handelingen die er aan het kunst
schilderen vooraf gaan, of die er uit voort kunnen vloeien, zijn niet
in een overzichtelijke samenhang te vatten. De schilderkunst is net
zo complex als het leven zelf en net zo vitaal. Iets meer druk op de
kwast, een fractie meer ultramarijn blauw bij het olijf groen, een
vierkant in plaats van een rechthoek, een klein doek in plaats van
een groot, een geaccidenteerde verfhuid of een gladde, dit zijn zo
maar wat variaties in handelingspalet van de schilder die met elkaar
vermenigvuldigd een oneindige ruimte tot expressie openbaren.
Dan is er nog niets gezegd over het belangrijkste: wie is de schilder,
in welke tijd leeft zij/hij, wat wil zij/hij overbrengen, wat wil zij/
hij geven aan de samenleving. Zoveel onzekerheden bijeen kunnen
verlammen, maar de jonge schilder, aangespoord door talent en
ambitie, duikt in deze duistere poel van mogelijkheden, woelt erin
en komt boven om het prille begin van een oeuvre aan het daglicht te brengen. Als het hier niet om een begenadigd amateur gaat
maar om een student, dan gebeurt dit op de academie. Hier komen
ze naar toe die bijzondere talenten, om de eenzaamheid er van af
te schudden door het gezelschap van andere talenten. Om het in
eendrachtige concurrentie te onthullen. Studenten samen hun docenten die vanuit hun gerijpte kunstenaarschap kunnen terugkeren
naar de bedwelmende droesem van het begin, en zo de gids kunnen zijn bij de zoektocht naar het originele schilderij. Het werk met
een volkomen unieke herkomst, want voortkomend uit een unieke
71
72
persoonlijkheid. Het schilderij dat in eerste
instantie niet lijkt op schilderijen die al kennen, maar dat de ogen tergt door iets dat
onvoorzien is. Dit is wat centraal staat in
het programma van de afdeling Beeldende
kunst van de Koninklijke Academie in den
Haag. Het uitzonderlijke. Dit en de bijzondere positie van de schilderkunst in het domein van de beeldende kunsten.
Johan van Oord, kunstschilder en hoofd
van de afdeling Beeldende Kunst van de
KABK.
La peinture c’est avant tout ce que le peintre confie à sa toile.
Le peintre étant divisé entre actualité et tradition historique, il
se trouve continuellement dans un état de fragilité le balançant
du passé au futur en passant par le présent. Bien que la panoplie
du peintre soit définie très clairement – les coloris de la peinture, les pinceaux et une surface pour recevoir les formes et traces
qui découlent de leurs utilisation – les ambitions artistiques ainsi
que le questionnement et les actions précédant au processus de
la peinture, ou même qui en découlent, ne se laissent pas saisir
et analyser aussi facilement. La peinture est complexe comme la
vie même et toute aussi gorgée de vitalité. Un tracé plus appuyé
du pinceau, une touche plus prononcée de bleu outremer se mélangeant au vert olive, un carré au lieu d’un rectangle, une petite
toile et pas une grande, un effet de peau lisse ou plutôt accidenté,
ce sont tant de variantes dans la palette d’actions du peintre, qui
en se multipliant, mènent à une galerie infinie d’expressions. Et
nous n’avons dit mot encore du principal : Qui est le peintre ? À
quelle époque vit-il/elle ? Que veut-il/elle nous raconter ? Quel
est le message qu’il/elle veut transmettre à la société ? Autant de
questions et d’incertitudes qui paralysent en premier temps. Mais
le jeune peintre se libère vite de cette paralysie temporaire, et se
plonge, stimulé par son talent et son ambition, dans cette sombre mare de possibilités. Après l’avoir bien remuée et retournée il
revient à la surface pour montrer au monde le tout début d’une
œuvre. S’il s’agit d’un étudiant (et non pas d’un amateur talentueux exerçant dans son atelier privé), le lieu d’émergence sera
l’académie. Ils sont nombreux à venir ici afin de sortir de leur isolement en se joignant à d’autres dotés comme eux de dons exceptionnels. Pour pouvoir enfin révéler leur œuvre dans une concurrence qui les unit. Étudiants et professeurs qui, s’inspirant de leur
maturité artistique, reviennent à la lie enivrante des débuts et qui
se font guide dans la quête de l’œuvre originale. Œuvre d’origine
unique, car issue du travail d’une personnalité tout aussi unique.
Peinture qui tout d’abord ne ressemble à aucune autre peinture,
mais qui intrigue l’œil par son côté inattendu. C’est le cœur du
programme du département de l’Académie des Arts plastiques.
L’exceptionnel. Et la position particulière qu’occupe la peinture
dans le domaine des arts plastiques.
Johan van Oord, artiste peintre et chef de département Arts
Plastiques KABK.
73
74
Martin Gabriel
Den Haag
° 1991
06 232 691 62
[email protected]
martingabriel.info
In my paintings I work with a theme of
man-made space. I combine real space
whit specific aspects of a space from the
virtual world of video games. While I play
with the 2D depiction of a 3D space I
want to create a feeling of emptiness (both
emotional and material) that is so often
present in videogames themselves. Besides
that I make the space very difficult to
walk through and I want the viewer to feel
rather uncomfortable because the space
that I depict is purely created by thoughts
and thoughts can be very uncomfortable if
they are too intensive. At this moment I’m
inspired mostly from first person shooting
games and in reality I look for places that
are aside from the public attention and therefore also created with less care for detail
and esthetics. I call them “dead place” they
are almost purely utilitarian and then I
combine them with the esthetics and significant forms of the space in videogames.
EDUCATION:
9/2012 – 6/2015 : KABK – Royal academy of fine arts in The Hague – Department of Fine art
direction painting
9/2006 – 6/2010 : High school of art and industry (subject - design of furniture and interior)
graduation with honors and a certificate from the Czech Chamber of Commerce
EXHIBITIONS
7/2015 : Graduation exhibition KABK 2015 – group exhibition, The Hague, The Netherlands
1/2015 : Quote me if I’m wrong – group exhibition, The Hague, The Netherlands
4/2014 : No one gets angry – group exhibition, The Hague, The Netherlands
12/2013 : Pulchery – The Hague, Graphic Bienale, The Netherlands
7/2012: Pictures of Martin Gabriel and Katerina Konarovska – Town hall gallery, Fridland(CZ)
8/2009 : Klub The Underground- Karlin, Prague(CZ)
75
76
Back Entrance
acrylic, plaster, lacquer and tape on canvas
215 x 260 cm
Soldier
oil, acrylic and paper on canvas
210 x 150 cm
77
78
Backyard
Oil and acrylic on canvas
215 x 155 cm
Look in the mirror
plaster, wall paint, acrylic and oil on canvas
194 x 144 cm
79
80
Katerina Konarovská
Working in The Hague
° 1988 Prague
+31 6 135 982 30
[email protected]
Katerina-konarovska.com
I like to paint people that I know, sometimes they talk with characters I just think
about. Sometimes I instal them into an
baroque, however 2D frame, to remind the
history of painting perception and time to
spend with paintings. I paint also nature
and its connection with human is important, in the painting even literally. I spend
my childhood holidays in a country side,
having a night dreams about an gothic
school in there for me, I like to collect old
beautiful gemstones, treasures from the
depths of the earth, or have a lunch in the
forest, as we saw it in classical paintings.
To support the perceiving of my work
I start to enjoy writing long stories—
thoughts-titles, that are not necessarily
related to the image, to woke up the imagination of what is actually happening in the
work.
That joy and serious interest for tradition,
but also thoughts and jokes about its position now and ability to perceive it, I think I
share in the work as well.
EDUCATION
09/2012 - 15 Royal Academy of Art, Painting, Den Haag, The Netherlands
09/2007- 6/2011 Institute of Art and Design, University of west Bohemia, Illustration & Graphic,
Pilsen, The Czech Republic
09/2003 - 05/2007 Gymnasium Pražacka, Prague, The Czech Republic
EXHIBITIONS
01/2015 Quote me if I’m wrong - Group show, Spaces, Den Haag, The Netherlands
04/2014 No one gets angry, Group exhibition, Groningen, The Netherlands
02/2013 Pulchry, Group exhibition, The Hague, The Netherlands
07/2012 Gallery of townhall, Group exhibition, Frýdlant, The Czech Republic 11/2011 LP7 gallery,
Group Exhibition, Tábor, The Czech Republic
05/2009 Faculty of Law, Group exhibition, Prague, The Czech Republic 05/2008 Univerzitní galerie,
Group exhibition, Pilsen, The Czech Republic
08/2008 Castle Cervená Recice, Group exhibition, Cervená Recice, The Czech Republic
81
82
It was trying to show some historical romantic story, which was a bit fiction and that was bad, but on the
other hand it shows some real facts about his healing techniques.
Gouache, varnish, oil paint on canvas
150 x 189,5cm
They don’t know why they come tonight
Gouache, varnish, oil paint on canvas
30,5 x 48cm
83
84
Sstuck in the middle with you, all we have is this very moment, they look at us
from accros the street,so say a little prayer
Oil on canvas
50 x 49cm
Gouache on canvas,
185,5 x 242cm
85
86
Simon Oosterhuis
[email protected]
simonoosterhuis.nl
My paintings are in the first place about
the paint itself and how it can be applied
on the canvas. The materiality of the oil
paint is very important for me. I want
to explore my limits in that matter. I am
always searching for the next step that will
take my paintings to a higher level. This
search can only be conducted while painting, and only by looking at a painting can
this search be evaluated.
87
88
89
90
91
92
Jonas Raps
° 1992
[email protected]
Coming from a background in classical
painting I spend my time in the academy gaining freedom in the way I work.
Finding egg tempera as a medium helped
me a great deal by introducing unpredictability to my process. Instead of starting a
work with a clear visual idea I’m searching
for an image by adding and removing
paint, making the work more layered. The
final painting is not only a single image,
but shows all the different layers that the
work consists of, giving an insight to the
making process. On one hand, the viewer
can be persuaded by the illusionary effect
and mentally try to step into this space,
while on the other hand being confronted
with the layers and the materiality of the
paint itself. The friction between these
two interests me and I always aim for this
border.
EDUCATION:
2011-2015 Royal Academy of Art (KABK), The Hague, Bachelor Painting
2005-2010 Sancta Maria College, Haarlem, HAVO
EXHIBITIONS:
2015 Endexam exhibition, Royal Academy of Art, The Hague
2015 Quote me If I’m wrong, Pre-endexam exhibition, Spaces, The Hague
2014 No one gets angry, Group show, Minerva Academy, Groningen
2013 Humor in de kunst, Group show concluding a workshop by Marcel van Eeden, Royal Gallery
KABK, The Hague
93
94
95
96
97
Door haar rijke geschiedenis en haar haast archetypische beeldtaal
eist de schilderkunst een sleutelplek op binnen de vrije kunsten.
De openheid en verbondenheid tussen de vijf trajecten van de vrije
kunsten staat garant voor een voortdurende wederzijdse interesse en
bevraging. Met name voor de schilders is dit cruciaal. Schilderkunst
is niet enkel een discipline met een grote traditie. We dichten haar
ook een actuele urgentie toe en geven haar een plaats binnen het
veld van de hedendaagse, beeldende kunsten. De specificiteit van
de discipline staat daarbij centraal.
Koninklijke Academie voor
Schone Kunsten Gent
Veronika Bezdenejnykh
Kim Hayeon
Davide Serpetti
Lisa Vlaemminck
In het traject schilderkunst wordt het aanleren van technieken ingebed in een betrokken en kritische omgang met de eigen beeldtaal
en traditie. Er gaat bijzonder veel aandacht uit naar de technologie van het schilderen, maar de student gaat op zoek naar meer
dan alleen maar schilderkundige oplossingen. Hij moet zich doorheen het traject ook bewust worden van de plaats van de schilderkunst in de kunstgeschiedenis en in de artistieke praktijk van
vandaag. Regelmatige toonmomenten geven de studenten de gelegenheid hun werk te presenteren en na te denken over de manier
waarop hun werk publiek gemaakt kan worden. Deze momenten
worden goed voorbereid en besproken door studenten en docenten en zijn een grote hulp bij de ontwikkeling van de artistieke
persoonlijkheid.
Van bij de start wordt elke student aangemoedigd zijn eigen weg
te zoeken en dit door de ontwikkeling van een eigen beeldtaal in
dialoog met voorbeelden uit het verre en het recente verleden. Dit
gebeurt in de eerste bachelorjaren door waarnemingsoefeningen
en het werken naar klassieke en moderne meesters in het MSK
Gent. Het traject schilderkunst verwacht van de student dat die een
eigen kritische manier van denken ontwikkelt omdat dit cruciaal is
voor het uitbouwen van een duurzame zelfstandige praktijk. Willen
weten wat schilderkunst kan zijn en hoe de zaken in elkaar zitten,
willen zien, de waarneming uitbreiden en intenser maken; dat is het
99
100
opzet van de opleiding schilderkunst. Dit
vereist een grote nieuwsgierigheid en een
lucide, intelligente houding. De studenten
kunnen hierbij rekenen op een uitzonderlijke ploeg gemotiveerde docenten, die zelf als
kunstenaar actief zijn.
Docenten afdeling Schilderkunst KASK
En raison de sa riche histoire et de son langage visuel presque archétypal
la peinture occupe une position clé au sein des arts libres. L’extraversion
et les connexions reliant les 5 trajets des arts libres garantissent un questionnement et un intérêt mutuel incessants. Pour le peintre cela est d’un
intérêt crucial. La peinture en tant que discipline repose non seulement
sur une grande tradition, on lui attribue également une urgence qui est
sans aucun doute toujours d’actualité. Dans ce contexte elle s’approprie
une place au sein des arts plastiques contemporains où la spécificité de la
discipline joue un rôle central.
Durant les cours de peinture, l’apprentissage des techniques va de pair
avec un rapport engagé mais néanmoins critique vis-à-vis de la tradition
et du langage visuel personnel. Bien que la maîtrise des techniques de
peinture soit très importante, l’étudiant doit essayer de dépasser ce stade
purement technique. Tout au long de son parcours, il prendra conscience
de la place de la peinture au sein de l’histoire de l’art et de la pratique
artistique contemporaine. Des expositions régulières permettent aux
étudiants de présenter leur travail et par la même occasion de réfléchir
aux manières de s’ouvrir au regard extérieur. Ces expositions sont scrupuleusement préparées par les étudiants en accord avec les enseignants et
constituent une étape nécessaire pour le développement de la personnalité artistique.
Dès le départ, chaque étudiant est stimulé dans sa recherche artistique
personnelle, qui sera le résultat du dialogue d’un langage artistique bien
à soi avec les nombreux exemples récents ou plus anciens. Durant les premières années de bachelier cela peut se faire lors des nombreux exercices
de perception et des travaux s’inspirant des maîtres classiques et modernes au MSK Gent. Durant ses études de peinture l’étudiant est supposé développer une manière de penser critique, puisque cela est la pierre
de fondement d’une pratique de la peinture autonome durable. Vouloir
savoir ce que la peinture est capable de signifier, la démanteler dans son
plus petit détail, aller plus loin dans la perception, la rendre plus intense ;
ce sont là les objectifs des cours de peinture. Pour en arriver là, une bonne
dose de curiosité s’alliera à une attitude lucide et intelligente. Une équipe
d’enseignants motivés, qui sont eux-mêmes ancrés dans la pratique artistique, aidera les étudiants dans cette quête.
101
102
Veronika Bezdenejnykh
Aalst
° 1990 - Kazakhstan
0032/484 914 139
[email protected]
Het werk komt steeds voort uit een filosofisch onderzoek naar de conventionele
blik die volgens Bezdenejnykh slechts kan
worden onttrokken door een weergave van
clichématige beelden; de beeldkeuze reikt
vooral naar de eerste basiselementen van
de herkenning, vooral het landschap, -de
zee, en het stilleven. Ze gaan namelijk telkens stilzwijgend uit van een soort diepte
en perspectief die in het werk worden onderzocht door zogenaamde incompatibele
beeldverdelingen en variabelen. Buiten de
geconstrueerde pogingen om de conventie
te ontlopen, blijft er een gevoel over in de
keuze van de beelden die dobbert tussen
een verlangen naar kasseien wanneer je in
exotische oorden vertoeft, en omgekeerd,
als naar een gedicht van Heinrich Heines
Ein Fichtenbaum.
STUDIES:
Diploma secondary education:, DvM Handels-, Technisch & Beroepsonderwijs
Certificate intermediate level, Fine arts, Academie voor beeldende kunsten Aalst, Part-time
education
Master in Fine arts, Painting department, Kask
EXHIBITIONS:
(Ein Fichtenbaum steht einsam
Im Norden auf kahler Höh.
Ihn schläfert; mit weißer Decke
Umhüllen ihn Eis und Schnee.
2012 Group exhibition “2th bachelor toont” Kunsttoren, School of arts, Gent
2013 Group exhibition “De pas geverfde staldeur” - Tumult. Bijloke, School of arts, Gent
2014 Group exhibition “Chica Chica Bau Bau”, Zwart Wild, Gent
2015 Graduation show, Bijloke, school of arts, Gent
Er träumt von einer Palme,
Die, fern im Morgenland,
Einsam und schweigend trauert
Auf brennender Felsenwand.)
103
104
Lentetakken
Alli baba/ alladin
105
106
Treurwilg en bamboo, blue pereck
Opera en tranen
107
108
Kim Hayeon
Works and lives in Gent
+32-(0)492-86-84-56
[email protected]
http://hhhhayeonkim.tumblr.com/
Kim’s Marathon Path
Visual journey of picturemaking
I develop the idea of ‘Kim’s Marathon
Path’ with painting which is the analytic
process of picturemaking. ‘Kim’s
Marathon Path’ sets-up representation,
sign, and abstraction as the fundamental
elements of picturemaking. I focus on
the circular relationship of the three
pictorial elements; the meaning of a
sign is generated from the process of
representation; the representation is
embodied with the pictorial elements from
abstraction; abstraction has potentials
to represent a sign. The triangular
relationship creates the surface which
plays a platform to encode and to decode
the pictorial motives. My painting is the
process itself of picturemkaing in-between
an act and an image through the act of
drawing. The optical conflict between
the illusionistic motives and the flat
surface constructs the multiple levels of
painting. Through the visual journey of
the triangular relationship, I suggest the
process of picturemaking to extend the
way of visual thinking.
EDUCATION:
2012 B.F.A in Painting, Ewha Womans University, Korea (highest distinction)
2015 M.F.A in Fine Art, KASK, Gent, Belgium
2016 M.F.A in Graphic Design, KASK, Gent, Belgium
EXHIBITIONS/PROJECTS:
Group:
2015 Powers of Tenten, TUMULT # 3, Gent
2014 Cap’n (collaboration with Chris Swart), 7E, Gent
2013 Only Rule is Work, Zwart Zaal KASK, Gent
2012 EULGUTBULGUT, Moran Museum of art, Namyangju
2011 Fine art Degree Show, Ewha Womans University, Seoul
2010 Training, Ewha Womans University, Seoul
Solo:
2012 Tell the truth, but with prudence, zoneHASE, Seoul
109
110
Installation
Cinema
111
112
sigh
113
114
Davide Serpetti
° 1990 - L’Aquila
lives and works between Gent and Milan.
BELGIUM: +32 496027356
ITALY: +39 3462138559
[email protected]
davideserpetti.tumblr.com
COLLECTIVE EXHIBITIONS
2010
Not Feeling At Home, Galleria Artra, Milan
2012
Barbarie, Viafarini DOCVA, Milan
Brera Vs Naba, Il Crepaccio, Milan
2013
“Amore mio” at Flash Art Event, Palazzo del Ghiaccio, Milan
COBALTO40, Il Crepaccio, Milan
2014
#PITTURA, Galleria Giuseppe Pero, Milan
don’t steal my moment / a collaboration between KASK - School of Arts Gent and
Kunstakademie Dusseldorf,
Zwarte Zaal, KASK, Gent
2015
WHAT IS YOUR POISON?, Croxhapox, Gent
EDUCATION
2014-2015 MA of Painting at KASK, Gent
2009-2011 Pittura e Arti Visive at NABA, Nuova Accademia di Belle Arti, Milan.
2004-2009 Istituto Statale d’Arte F.Muzi, L’Aquila
Self-portrait from passport photo
oil on canvas
24 x 30 cm
115
116
The Environmentalist
oil on canvas
50 x 50 cm each
“The Enviromentalist“ is a series of
paintings about the public figure of
Leonardo Di Caprio. The repetition of his
face works as a sort of mantra that creates
a disconnection in the feeling between
the viewer and the subject depicted. Leo
becomes just a tool in my painting practice.
He represents right now a decadent ideal of
beauty in the world that everybody accept,
but in this series of paintings I tried to put
in to question those criteria.
With the distortion of his face I modify the
criteria of common’s beauty, unveiling the
real nature Leonardo’s personality.
117
118
The Leocoon’s Triptych
oil on canvas
100 x 150 cm each
In this triptych the faces are copied by
magazines and the bodies are ispired by
the Laocoon sculpure. I painted it thinking about my italian background, that
appears sometimes in the background,
sometimes in the atmosphere around
the faces, like the halo in Christian
iconography.
119
120
Lisa Vlaemminck
°1992, Brussels
Lives and works in Ghent, Belgium
[email protected]
EDUCATION:
2010-2013 Bachelor in Fine Arts
KASK Ghent, Graduated with great distinction
2013-2014 Erasmus
Jan Matejko Academy, Krakow, Poland
2015 Master in Fine Arts
KASK Ghent, Graduated with distinction
GROUP EXHIBITIONS:
2012 Tentoonstelling KASK Ghent
2013 De pasgeverfde staldeur Zwarte Zaal, Bijloke, Ghent
2014 Chica Chica Bau Bau Curated by Vincent Geyskens, Zwart Wild, Ghent
2014 De vierkantigste rechthoek Curated by Tom Barman, Amersfoort, The Netherlands
FUTURE PROJECTS:
2016 Solo exhibition in Annie Gentils Gallery, Antwerp
2015 Triënnale Brugge(curated by Michel De Wilde), Biezenkapel, Brugge
2015 Continental Breakfast / S1 E1, galerie Tatjana Pieters, Gent
2015 Group exhibition in Croxhapox, Ghent
2015 Group exhibition in CIAP (curated by Gert Robijns), Hasselt
In haar soms komische, altijd dreigende werk maakt
Lisa Vlaemminck zichtbaar hoe dingen en fenomenen
verdwijnen en verschijnen. Door een buitengewoon
intense waarneming, verdwijnen de codes en de contouren. De dingen verliezen hun naam. Wat verschijnt, is
wat gevangen zat in contouren en belet werd door zijn
naam. Zien we paddenstoelen, een plumeau, een vlek,
een doek, een gordijn, een drol? De dingen weigeren
benoemd te worden en dat maakt het schilderen zichtbaar. We zien de dingen voor ze benoemd werden. Ze
verschijnen als lichaam en niet als idee.
Wat fysiek wordt aangevoeld, alvorens te worden benoemd, dat staat centraal in deze
werken : de trillingen en spanningen tussen het koude en het warme, het vochtige en het droge. Een kil,
elektrisch licht geeft de aardse, organische objecten een
morbide, onwillige klank. Ze zijn geëtaleerd en verlicht.
Alles is tastbaar. Alles is materie. De lucht is even tastbaar als de grond, de kleuren even tastbaar als de lucht.
Hier is hier geen hiërarchie tussen de objecten. Alles is
in nevenschikking. Het levendige en het levenloze zijn
aan mekaar gewaagd en wegen evenveel. Er is geen centrum. Door de perspectivische diepte te verlaten en ze
opnieuw te laten maken door plooien, rasters en sporen,
ontstaat er een ruimte waarin alles
dichtbij is en niets veraf.
De werken hebben een uitgesproken geconstrueerd
en stoïcijns karakter. Niets wordt ongemoeid gelaten.
Alles wordt in de verf gezet, heel concreet. Dit concrete,
objectieve karakter geeft de werken een stille, geladen
121
krachtdie doet denken aan o.a. Dürer, Zurbaràn en
de vroege Lucian Freud.
Lisa Vlaemminck heeft een eigenzinnige en particuliere praktijk ontwikkeld. Haar schilderen is een
manier van denken en dat denken tast de grenzen
van het stilleven af.
Geschreven door Vincent Geyskens, maart 2015.
122
Dots V. V. G.
130 x 140 cm
Magnolia
100 x 135 cm
123
124
Carrousel
90 x 90 cm
Tropical Sunset
100 x 100 cm
125
Académie Royale
des Beaux-arts de Liège
Jamel Barbach
Stéphanie Defays
Anne-Catherine Dor
Isabelle Huynen
« La plus grande gloire n’est pas de ne jamais tomber, mais de se
relever à chaque chute. »
“Onze grootste overwinning is niet dat we nooit
vallen, maar dat we na elke val weer opstaan.”
Cette phrase de Confucius, vieille de 2500 ans, pourrait à elle
seule qualifier l’histoire de la peinture, de Lascaux à nos jours.
Chroniquement annoncée comme défunte pour cause d’académisme, de langage dépassé face aux nouvelles technologies et aux
pratiques transversales, la peinture serait épuisée par les innombrables propositions de l’histoire, elle est pourtant et à nouveau reprise en main par une nouvelle génération qui redécouvre le désir
de laisser une trace qui fait sens dans notre paysage contemporain.
Dit 2500 jaar oude citaat van Confucius kan zonder meer de geschiedenis van de schilderkunst
van Lascaux tot vandaag samenvatten. Telkens
weer wordt ze dood verklaard omwille van academisme, een beeldtaal die voorbijgestreefd
is door nieuwe technologieën en transversale
praktijken. De schilderkunst zou al eeuwen uitgeput zijn door talloze voorstellingen van de
geschiedenis, toch wordt schilderkunst steeds
weer opgenomen door een nieuwe generatie
die het verlangen herontdekt een zinvol spoor
na te laten in ons hedendaags kunstlandschap.
Bien sûr, la peinture ne se présente plus comme discipline isolée,
dominatrice et supérieure, mais la fraîcheur intuitive ou réflexive
que leur donnent ces jeunes artistes nous offre un art décomplexé,
traçant de nouvelles pistes de recherches, de questionnements, d’inquiétudes et de plaisirs.
Les jeunes artistes diplômés que nous proposons ici, comme, j’en
suis sûr, ceux d’autres écoles d’art, utilisent certes un médium ancestral, mais pour nous parler d’aujourd’hui et de demain plus que
d’hier.
Pour Jamal BARBACH, tout est prétexte à peinture. Avec humour,
il s’appuie sur des images improbables qui finalement ne font que
souligner la forte présence du désir de peindre et d’exister. Le caractère futile des sujets aboutit à un résultat pictural qui, lui, n’a rien
de futile. Le prétexte à peindre paraît dérisoire et semble pourtant
nous mener à une plénitude jouissive, une alchimie où le ridicule
deviendrait spirituel.
Stéphanie JARDON-DEFAYS explore de façon systématique et
symbolique les possibilités de la couleur, recherche d’intériorité mêlée de méditation et de spiritualité. Sur les traces de Claude Monet,
de Mark Rothko ou de Barnett Newman, elle s’émancipe de ces
127
Uiteraard presenteert schilderkunst zich niet
langer als alleenstaande dominante en superieure discipline, maar de intuïtieve of juist doordachte frisheid van deze kunstenaars toont ons
een kunst vrij van complexen, die nieuwe pistes onderzoekt, vragen stelt, bezorgdheden en
plezier uit.
De jonge net afgestudeerde kunstenaars die
hier, en ongetwijfeld ook aan andere kunstscholen, gepresenteerd worden gebruiken zeker een oud medium, maar ze hebben het eerder over vandaag en morgen dan over gisteren.
Voor Jamal BARBACH is alles een reden om te
schilderen. Met humor werpt hij zich op onverwachte vormen die uiteindelijk enkel een sterk
verlangen om te schilderen en te bestaan onderlijnen. Zijn futiele onderwerpen leiden tot
een picturaal resultaat dat allesbehalve futiel
te noemen is. De aanleiding om te schilderen
lijkt belachelijk, maar blijkt ons mee te nemen
in een orgastische veelheid, een alchemie waar
het ridicule spiritueel wordt.
128
influences respectables pour développer un travail
de la couleur-lumière offrant toujours des résultats
singuliers, graphiques et poétiques.
Anne-Catherine DOR pratique la peinture et l’installation. Elle utilise l’herboristerie comme peinture
et la peinture comme herboristerie. Son rapport au
monde est un questionnement sur notre responsabilité cosmologique, sur notre lien à la nature. Ses
images symboliques, poétiques et suggestives nous
renvoient à ces questions et à leurs dimensions universelles, allant du grain de pigment au cosmos, du
plus petit au plus grand.
La démarche d’Isabelle Huynen s’appuie sur les phénomènes adolescents de l’idolâtrie des jeunes stars
de la chanson et l’usage qu’ils font de leurs propres
selfies, comme s’il s’agissait d’icônes contemporaines
inondant les réseaux sociaux. Nous sommes face à
des portraits peints d’une apparence classique, mais
le modèle et son attitude nous renvoie à un phénomène sociologique des plus actuels. Attitude inversée, où l’artiste repeint studieusement la prise d’écran
d’une image vouée à la consommation rapide, à la
disparition.
Stéphanie JARDON-DEFAYS voert een systematisch en symbolisch onderzoek naar kleur, een zelfonderzoek gemengd
met meditatie en spiritualiteit. In het spoor van Claude
Monet, Mark Rothko en Barnett Newman, maakt ze zich deze
respectabele invloeden eigen om tot een werk van kleur en
licht te komen met steeds singuliere grafische en poëtische
resultaten.
Anne-Catherine DOR schildert en maakt installaties. Ze gebruikt plantheelkunde als schilderkunst en schilderkunst als
plantheelkunde. Haar relatie met de wereld is een in vraag
stellen van onze kosmologische verantwoordelijkheid, onze
band met de natuur. Haar symbolische, poëtische en suggestieve beelden voeren ons naar die vragen en naar hun
universele dimensies, van de korrel van het pigment naar de
kosmos, van het kleinste naar het grootste.
De ingreep van Isabelle HUYNEN behandelt het fenomeen
van idolatrie van jongeren voor jonge popsterren, en hoe die
sociale media overspoelen met selfies alsof het hedendaagse iconen zijn. We zien klassiek geschilderde schilderijen,
maar de modellen en hun attitudes brengen ons bij een van
de meest actuele sociologische fenomenen. Met een tegengestelde attitude herschildert de kunstenaar zorgvuldig de
kaders van beelden die voor snelle consumptie, voor verdwijnen, bestemd zijn.
André Delalleau, docent schilderkunst
André Delalleau, Professeur de Peinture.
129
130
Jamel Barbach
huile sur toile
70x50
131
132
huile sur toile
70x50
huile sur toile
70x50
133
huile sur toile
100 x 100 cm
135
136
Stéphanie Defays
Verviers
0497 81 33 97
[email protected]
EXPOSITION
Chromatismes, exposition de fin d’études à l’ESAVL, Galerie Nadja Vilenne, juin 2015.
FORMATION ARTISTIQUE master spécialisé en peinture à l’Académie Royale des Beaux- Arts de Liège (ESAVL)
bachelor en peinture avec distinction à l’ESAVL
cours du soir en peinture et dessin aux Académies des Beaux-Arts de Liège et de Verviers
ÉTUDES ET FORMATIONS COMPLÉMENTAIRES licence en histoire de l’art et archéologie avec distinction à l’ULg (spécialisation époque contemporaine et en particulier la peinture)
agrégation de l’enseignement secondaire supérieur en histoire de l’art (AESS)
formation d’animateur plasticien
premier grade en sciences pharmaceutiques avec distinction à l’ULg
EXPÉRIENCES PROFESSIONNELLES COMPLÉMENTAIRES coordinatrice qualité et responsable de la communication à l’IMEP (Ecole Supérieure des Arts)
collaboratrice aux Musées Communaux de Verviers
animation de stages plastiques pour les enfants pour l’ASBL «L’atelier des musiciens»
Ma démarche artistique naît d’une interrogation sans fin
sur le sens de la vie, d’une quête de l’essence profonde
des choses, d’un besoin irrépressible de comprendre les
mystères de l’univers et de la conscience. La peinture est
ainsi pour moi un champ d’expérimentations et de recherches au coeur des éléments les plus fondamentaux :
la couleur, la matière, la lumière, la vibration, l’incarnation d’un rayonnement intérieur, me permettant d’explorer toutes ces questions en même temps et surtout
d’en faire l’expérience intérieure, qui seule donne la vraie
connaissance.
Couleurs
La couleur est pour moi une analogie de la Vie bigarrée
et chatoyante. Les différentes couleurs naissent de la
décomposition de la lumière blanche au contact de la
matière, c’est un phénomène de surface sans cesse changeant et mouvant. Je suis fascinée par leur beauté, leur
vibration, leur gaieté et leur pureté. La couleur n’a pas
de réalité matérielle en soi, c’est une vibration, une onde
électro-magnétique, une énergie qui est captée par notre
système visuel et traduite par notre cerveau. La couleur
possède une résonance intérieure et peut être associée à
toutes sortes d’impressions, de sensations, d’émotions,
de phénomènes spirituels...
Couleurs et lumière
A la recherche de légèreté et de couleurs aériennes.
Les deux oeuvres présentées proviennent d’une série
d’études sur la décomposition de la lumière. Cette
recherche repose sur l’utilisation du cercle chromatique
en 24 gradations de couleurs et s’inspire des différents
phénomènes lumineux, arc-en-ciel, irisation, aspect
137
ondulatoire, orbs, images rémanentes, halos...
Chaque réalisation comportant la totalité des couleurs, ici 24, comme si une vraie beauté ne pouvait
être créée qu’à la condition que chaque composante ait sa place et sa nécessité.
138
Modulation chromatique n°2
crayons de couleur sur papier marouflé sur dibond
107,1 x 97,1 cm,
Cercle chromatique n°2
crayons de couleur sur papier marouflé sur dibond
107,1 x 97,1 cm
139
140
Anne-Catherine Dor
28.02.1992 , Metz (F)
[email protected]
(00)32 466 27 66 91
CURSUS
2013 2015 Master Arts Plastiques, école Supérieure des Arts de la ville de Liège.
2012 Erasmus, Ostrava School Of Arts, Daniel Balaban atelier, Ostrava, Tchèquie.
2010 2013 Bachelor Arts Plastiques, école Supérieure des Arts Saint-Luc, Liège.
EXPOSITIONS
2015 Get Ripe! Collection Frédéric de Goldschmidt, Bruxelles.
Les Brasseurs Art Contemporain, atelier Image dans le Milieu, Liège.
Exposition de fin d’étude, Beat About The Bush, Espace 251Nord, Liège.
Art Truc Troc, BOZAR, Bruxelles.
2014 Sélection Prix Jean et Irène Ransy , Centre culturel Victor Jara, Soignies.
2013 Biennale de la gravure, Centre culturel de chênée, Liège.
Collectif Painstorming « Comme une mouche dans un bocal», LeHangar, Liège.
Collectif Painstorming, Cinéma LeParc et Churchill, Liège.
nr.1
141
142
nr. 2
nr. 3
143
144
nr. 4
145
146
Isabelle Huynen
[email protected]
Isabelle Huynen s’intéresse à l’univers de
la musique pop,et plus particulièrement au
phénomène des fans.
Ses travaux proposent une double vue sur
la situation, d’une part un regard attendri
et indulgent ,riche de sa propre expérience
et d’une autre part une considération critique, à la manière d’une mère,consciente de
l’ampleur que peut prendre le phénomène.
EDUCATION:
2010-2013: bachelier peinture à St-luc supérieures (Liege)
Début d’un master à l’académie des Beaux-arts de Liege la même année également,
option peinture
Travaillant essentiellement à partir de
photos trouvées sur le net comme le selfie
et s’inspirant des fan-arts, ses peintures et
dessins veulent rendre compte de la relation qu’entretient la star avec ses admirateurs à l’heure actuelle.
Workshops:
2011 : bande de plâtre
2012 : photographie
2013: reliure
2014-2015: workshop livre d’artiste
EXPOSITION :
Moulin du Broukay (Ében )
147
148
149
150
Sans titre
60 x 60 cm
Champ
18 x 18 cm
151
152
Historiek
Historique
18de eeuw
In 1786, op de figuurlijke vooravond van de Franse Revolutie, komen enkele kunstbroeders; Balthasar Paul Ommeganck (foto),
Hendrik-Frans de Cort en anderen, in Antwerpen samen en vormen een kunstenaarsgroep. Enkele jaren later, in 1788 schrijven
zij statuten uit en stichten, uit die eerste groep, een vereniging, de
“Konstenmaetschappye” genaamd . Deze megalomane kunstenaars,
dromend van het herstel van de belangrijke Rubensperiode, vermoeden op dat moment niet dat hun vereniging geschiedenis zal maken. De achttiende eeuwse kunstscène
kon niet weten dat kunst in de volgende eeuw naar
het middelpunt van het maatschappelijk gebeuren
zou verschuiven.
Dix-huitième siècle
En 1786, à la veille figurée de la Révolution
française, quelques confrères, Balthasar Paul
Ommegank (photo), Hendrik-Frans de Cort et
d’autres se réunissent et forment un groupe d’artistes. Quelques années plus tard, en 1788, ils rédigent les statuts de l’association qu’ils fondent,
sous le nom de « Konstenmaetschappye ». Ces
artistes mégalomanes, rêvant du retour du
temps de Rubens, sont loin de se douter que
leur association fera date. La
scène artistique au dix-huitième
siècle ne pouvait pas prévoir que
l’art dans le siècle suivant serait
au centre de l’actualité sociale.
Dix-neuvième siècle
* Het huidige komaskbestuur heeft een 7meter lange
briefwisseling ontdekt over het verblijf van de destijdse
aanwezigheid van de komaskleden in Parijs. Meer info
hierover kan je lezen op p.158
19de eeuw
De vereniging die aanvankelijk als een zuiver artistieke aangelegenheid start, verandert reeds in het
begin van de 19de eeuw in een breder maatschappelijk gegeven door het toetreden van vertegenwoordigers van de burgerij. De naam wordt dan ook veranderd naar “Maetschappij ter Ondersteuning van
de Schoone Kunsten”. De nieuwe impuls komt van
Balthasar Paul Ommeganck en Willem Jacob Herreyns, stichter van
de Academie van Mechelen (1772). De officiële statuten van 1816,
waarbij burgerij en kunstenaars een maatschappelijk pakt sluiten,
bepaalt haar handelen gedurende de ganse 19de eeuw. In 1817 krijgt
de vzw haar titel Koninklijk toegevoegd omwille van haar doortastendheid bij het terughalen van de, (door de troepen van Napoleon
Banaparte) gestolen kunstschatten, uit het Louvre te Parijs.*
Door het opkomend nationalisme en de zoektocht naar de roots
van het prille België groeit de maatschappij zienderogen samen met
de maatschappelijke evolutie die steeds meer het kunsthistorisch
153
L’association qui initialement débute comme affaire purement artistique, prend déjà un tour plus
social au début du dix-neuvième
siècle par l’entrée des représentants de la bourgeoisie. Le nom
change en « Société d’encouragement pour les Beaux-Arts ».
La nouvelle impulsion vient de
Balthasar Paul Ommeganck et
Willem Jacob Herreyns, le fondateur de l’Académie de Malines (1772). Les statuts officiels
datent de 1816, quand la bourgeoisie et les artistes concluent un pact social, qui va déterminer
toutes leurs actions durant tout le dix-neuvième
siècle. En 1817, l’ASBL reçoit le titre de “Royale”
pour sa fermeté lors de la récupération des trésors d’or volés (par les troupes de Napoléon
Bonaparte) au Louvre à Paris. Grâce au nationalisme naissant et à la recherche des origines de
Belgique, la société se développe à vue d’œil
simultanément à l’évolution sociale, qui tâche
154
verleden tracht te evenaren. In die periode ontstaan
de driejaarlijkse salons, die afwisselend in drie steden
plaatsvinden. Van 1830 tot het einde van die eeuw
blijven deze tentoonstellingen de enige officiële
Belgische tentoonstellingen. Vanaf 1840 werkt men
zelfs met artistieke correspondenten die in Europa
kunstenaars recruteren om te participeren aan de
salons (Düsseldorf, Wenen, Rotterdam, Bremen,
Hamburg, München, Praag,...). In 1860 worden bij de
lijst ook nog Sint-Petersburg en New-York gevoegd.
de plus en plus souvent d’égaler
le passé relatif à l’histoire de l’art.
Dans cette période les salons
triennaux naissent. Ils ont lieu à
tour de rôle dans trois villes. De
1830 jusqu’à la fin de ce siècle,
ces expositions restent les seules
expositions belges officielles. A
partir de 1840, on travaille même
avec des correspondents artistiques qui recrutent des artistes
en Europe (Düsseldorf, Vienne,
Rotterdam, Brême, Hamburg,
Munich, Prague …) pour participer aux salons. En 1860, SaintPetersburg et New York s’ajoutent
à la liste.
Gustaaf Baron Wappers
De machtsverdeling in de vereniging zwalpt tussen
is artistiek voorzitter van
kunstenaars en mecenaat. De kunsten plaatsen zich
1844-1853.
steeds meer centraal in de kwaliteitsbeleving van
de 19de eeuw maar samen met die evolutie gaat de
kunstenaar zich steeds vrijer opstellen. Het individualisme waarbij La division du pouvoir dans l’association zigde progressieve kunstenaar vanuit een soort van maatschappelijke zague entre artistes et mécénat. Les arts se
placent de plus en plus au centre de l’expérience
oppositie picturaal iets toevoegt aan de politieke strijd, is geboren. de qualité du dix-neuvième siècle mais simulIn die 19de eeuw zal het in de vereniging sporadisch tot confron- tanément à cette évolution, l’artiste adopte de
taties komen vermits het mecenaat, dat veelal conservatief gericht plus en plus une attitude libre. L’individualisme,
is, tegen vernieuwing van leer trekken. Daar waar de activiteiten in par lequel l’artiste progressiste contribue à la
lutte politique, d’un point de vue pictural, est
het begin van de eeuw door de romantische school werden aange- né. Au dix-neuvième siècle, le mécénat pluzwengeld, blijft de macht op het moment van
tôt conservatif fulmine
contre la modernisation
de artistieke en maatschappelijke vernieuwinsociale ce qui aboutit
gen in dezelfde handen. Gepasseerd door de
sporadiquement à des
geschiedenis, worden ze nu als artistiek conconfrontations au sein de
l’association. Là où l’école
servatief beschouwd. Bovendien ontstaat in
romantique relance les
de pers een langdurige controverse die pas op
activités au début du
het eind van die eeuw omslaat als uiteindesiècle, le pouvoir reste
lijk ook de Maatschappij zich openstelt voor
dans les mêmes mains
au moment des modervernieuwende kunststromingen. Dit gegenisations artistiques et
ven merkt men ook in de ‘Prix de Rome’ die
sociales.
Passionnés
eveneens door de Maatschappij mee werd
par l’histoire, ils sont
De Lange zaal van KoMASK.
ingericht.
In de 19de eeuw is de vereniging medeoprichter van het Antwerpse
museum voor Schone Kunsten, vergroot ze de collectie van dit museum, verplaatst ze in 1890 het museum mee naar zijn huidige locatie op het Zuid.
20ste eeuw
Tijdens de twintigste eeuw, die door twee wereldoorlogen in drie periodes wordt verscheurd , situeert
de vereniging zich in het gebied van de kunstbemiddeling. Er worden kunstwerken aangekocht ter aanvulling van de museale collecties (“Zotte geweld”
van Rik Wouters (foto bovenaan), “De burger van
Calais” van Rodin (foto onderaan), de Buideldrager
van Meunier,...).
considérés comme artistiques et conservateurs.
En outre, une controverse de longue durée se
produit dans la presse. Elle ne change brusquement qu’à la fin de ce siècle quand finalement la
société s’ouvre à des courants artistiques innovateurs. Le ‘Prix de Rome’ qui est également organisé par la Société reflète aussi
cette situation.
Au dix-neuvième siècle, l’association est cofondatrice du Musée
anversois pour les Beaux-Arts
dont elle agrandit la collection.
En 1890, elle aide à déplacer le
musée dans le quartier du sud où
il se trouve actuellement.
Vingtième siècle
Anderzijds adviseert de vereniging vanuit zijn
kunstenaarspijler de vooraanstaande leden van de
Antwerpse burgerij bij het aanleggen van haar collecties. Op deze manier worden vele aankomende
kunstenaars geholpen bij het uitbouwen van hun
carrière. Tijdens het interbellum worden de statuten
van de vereniging aangepast aan de moderne wetgeving. In 1936 wordt er gekozen om een vzw met
aandeelhouderschap te creëren. Alle notabelen van
dat moment zetelen in de Raad van bestuur. Het is
dan waarschijnlijk het meest prestigieus orgaan van
zijn tijd. Na WO II is de Belgische economie zodanig dooreen geschud dat de vereniging niet meer
het monopolie kan behouden dat het voorheen bezat. De meritocratie brengt een nieuwe klasse aan
de macht die nieuwe culturele horizonten wil verkennen. Verschillende nieuwe mecenaatsverenigingen maken opgang. Op dat moment werkt Komask ook niet meer nationaal. Het
laatste salon wordt gehouden in 1951 en daarna worden er slechts
155
Au cours du vingtième siècle,
qui se divise en trois périodes
à cause de ces deux guerres
mondiales, l’association intervient dans le domaine artistique.
Elle achète des œuvres d’art en
complément des collections du
musée (« Violence folle » de Rik
Wouters (photo dessus), « Le citoyen de Calais » de Rodin (photo dessous), « le débardeur » de
Meunier ...).
Par ailleurs, l’association recommande aux membres éminents
de la bourgeoise anversoise de
faire ses collections depuis son
pilier d’artiste. De cette manière,
elle aide beaucoup de jeunes
artistes dans le développement
de leur carrière. Pendant l’entredeux-guerres, les statuts de l’association ont
été adaptés à la législation moderne. En 1936,
on crée une ASBL avec actionnariat. Tous les
156
nog overzichtstentoonstellingen georganiseerd. De kunstwereld
mondialiseert, de vzw speelt er niet op in. De individuele vrijheid
van de kunstenaar vergroot en neemt voor de burgerij bedreigende
maatschappelijke proporties aan. De aandeelhouders
van de vereniging houden hun greep op de werking
waardoor haar invloed verder taant. De vereniging
subsidieert reizen van aankomende kunstenaars en
koopt verder, maar wel in mineur, kunstwerken van
jongeren aan.
notables de cette époque siègent au conseil
d’administration. C’est alors probablement l’organe le plus prestigieux de son époque. Après
la deuxième guerre mondiale, l’économie belge
est tellement secouée que l’association n’est
plus capable de garder le monopole qu’elle possédait avant.
La méritocratie met une nouvelle classe au pouvoir qui veut
explorer des nouveaux horizons
culturels.
In 1976 houdt ze een overzichtstentoonstelling (foto
bovenaan). De vereniging wordt ook lid van de nieuwe vzw rond de academie: Vrika (Vriendenkring
Academie). Hier ondersteunt ze financiëel de sociale
werking van deze dochteronderneming. In 1995 (na
de dood L. Gyselinck) wil een notaris de vzw in vereffening stellen maar het dossier belandt op het bureau
van de net aangestelde directeur van de Koninklijke
Academie voor Schone Kunsten, Bart’d Eyckermans,
die weigert de ontbinding te ondertekenen. Hij betrekt
een nieuw lid in de vzw: dr. Guido Persoons en overtuigt dr. jurist Jan Verswijver, die secretaris was tussen
1961 en 1972, terug de schouders onder de maatschappij te zetten. De vereniging wordt aangepast aan de
nieuwe vzw-wetgeving, de statuten worden herschreven. Een actieplan om de vzw een nieuwe start te geven naar de 21ste eeuw wordt uitgevoerd.
L. Theo van Looij
21ste eeuw
De vzw hecht zich aan het Koninklijk Museum voor Directeur NHI & KASKA
Schone Kunsten van Antwerpen er worden jaarlijks
van 1980-1988
wedstrijden uit geschreven ter aanmoediging van
jonge kunstenaars. In het tweede decennium van
deze eeuw wordt er begonnen met het herstellen van de nationale
gerichtheid van de culturele handelingen. Een wedstrijd ter aanmoediging en ter promotie van jonge kunstenaars waarin de vier
Koninklijke Academies van België (Gent, Bruxelles, Liège en
Antwerpen) worden samengebracht in een wedstrijd en getoetst aan
internationale jury van curatoren en kunstenaars. Dit wordt jaarlijks
hernomen. Deze wedstrijd herplaatst de vzw terug in zijn voormalige nationale positie als kunstenpromotor.
Différentes nouvelles associations de mécénat font fureur. A ce
moment-là, SoREBA ne travaille
plus au niveau national. Après
le dernier salon qui s’est tenu
en 1951, seules des expositions
rétrospectives ont encore été
organisées. La sphère artistique
se mondialise, l’ASBL n’y anticipe
pas. La liberté individuelle de
l’artiste s’accroit et prend pour la
bourgeoise des proportions sociales menaçantes.
social de cette filiale. En 1995 (après la mort de
L. Gyselinck) un notaire veut liquider l’ASBL mais
le dossier arrive sur le bureau du directeur qui
vient d’être engagé à l’Académie Royale des
Beaux-Arts, Bart d’Eyckermans, qui refuse de
signer la dissolution. Il implique un nouveau
membre dans l’ASBL : M. Guido Persoons et
convainc M. Jan Verswijer, licencié en droit, qui
était secrétaire entre 1961 et 1972, de déployer
de nouveau beaucoup d’énergie pour la société. L’association est adapatée à la nouvelle législation ASBL, les statuts sont réécrits. Un plan
d’action pour redémarrer l’ASBL vers le vingt-etunième siècle est exécuté.
Vingt-et-unième siècle
L’ASBL s’attache à l’Académie Royale des BeauxArts d’Anvers. Chaque année, on organise
des concours en guise d’encouragement des
jeunes artistes. Dans la deuxième décennie de
ce siècle, on commence à restaurer la volonté
nationale des actions culturelles. Un concours
en guise d’encouragement et de promotion
des jeunes artistes où les quatre Académies
Royales de Belgique (Gand, Bruxelles, Liège,
Anvers) sont rassemblées dans un concours et
confrontées à un jury international de curateurs
et d’artistes. Ceci est repris annuellement. Ce
concours annuel replace l’ASBL dans son rôle
national antérieur de promoteur des arts.
Les actionnaires de l’association
adoptent un fonctionnement
qui accentue le déclin de son influence. L’Association donne des
subventions pour des voyages
à des jeunes artistes et achète,
dans une moindre mesure, des
oevres d’art aux jeunes.
En 1976, elle organise une exposition rétrospective (photo dessus). L’association devient aussi
membre de la nouvelle ASBL autour de l’académie Vrike (Cercle
d’amis Académie). Elle soutient financièrement le fonctionnement
157
158
Komask en de perikelen van het Antwerpse Museum.
Komask ontdekte een zevental meter briefwisseling
waarin de perikelen van het terughalen van de gestolen
schilderijen te lezen zijn.
Op 14 september 1815 schrijft de delegatie die in Parijs
verblijft een brief naar Verdussen, secretaris van de
Maetschappij ter Aenmoediging van de Schone Konsten
(vanaf 1817 Komask), over verschillende problemen die
de leden van Komask ondervinden tijdens hun verblijf
in Parijs waar zij de door de revolutionaire gardes van
de Fransen gestolen kunstwerken trachten te recupereren. In deze brief schrijven ze dat zij de karren voor het
vervoer op maat van de schilderijen hebben laten maken en ze eerstdaags zullen vertrekken om ze terug te
brengen naar het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
(1815-1830). Ze spreken in deze en alle andere brieven
over ‘de schilderijen van Zijne Majesteit’ vermits Willem
I als koning de natie sinds 1815 in zijn totaliteit bezit,
bezit hij ook hetgeen voor zijn bestuursperiode geroofd
werd. Odevaer, Willem I hofschilder, handelt steeds in
naam van de Koning, hij is de plaatselijke koninklijke
gezant en staat in voor de totaliteit van de kunstwerken
maar zijn persoonlijke inzet richt zicht volledig op de gestolen goederen uit Brugge, waar hij dan persoonlijk op
toeziet. De groep van Balthazaar Ommegacnk, bestaat
uit de volgende Komask-leden: Jean JacquesVan Hal en
Pierre Van Regemorter (in deze groep zit ook de avonturier Charles Jean Stier , deze laatste is evenwel geen
lid van Komask ). Ze vragen in de brief of Verdussen
de RVB van de Academie en de RVB van Komask wil
bijeenroepen om te bepalen waar de schilderijen,
waarvan de oorspronkelijke verblijfplaats door de
Fransen verwoest werd, moeten gestockeerd worden. Het idee om er een echt museum mee te maken bestaat reeds (het museum werd reeds, door
Napoleon toegestaan in 1810) maar is op dat moment nog niet geconcretiseerd.
Zij schrijven enkele merkwaardige zaken:
A- ze hebben schrik om via Brussel te moeten rijden
“...in antwoord dienen wij u te melden dat het volstrekt onmogelijk is de schilderijen via Vlaanderen
te zenden vermits wij genoodzaakt zijn de route te
volgen die genomen wordt voor de Hollandse schilderijen, hierdoor is het transport verzekerd door
de militaire escorte. Die route gaat evenwel over
Brussel…”
-uit de inhoud van de brief kan men afleiden dat Verdussen zelf verzocht om niet langs
Brussel te rijden:
“…Het doet ons leed aan Uw Versoek niet te kunnen voldoen, mits ons geen andere route terug de
militaire open is, bovendien sullen verpligt sijn ,
aangesien de hoogte der stukken, omwegen te maken voor de steden waer de selvede poorten niet
passeren konnen,…”
-De schrik van de groep zal gegrond blijken vermits de totaliteit van de zending op het moment
dat de karavaan de Brusselse stadspoorten binnenrijdt door het plaatselijk bestuur in beslag wordt
genomen.
B- zij willen kunnen garanderen dat alles in
Antwerpen zal geraken:
“…Tot nu toe is het plan dat de gehele commissie,
benevens de gedeputeerde van de Stad Antwerpen
(Van Hal) tesamen zal blijven om de schilderijen te vergezellen tot in Antwerpen. In het geval andere maatregelen zouden moeten genomen worden zal de heer Van
Hal zich reeds naar Antwerpen begeven zoals u verzocht.
Hoedanook zullen wij u steeds op de hoogte houden van
het moment van vertrek en aankomst….”
C- Ze maken zich zorgen waar ze de schilderijen gaan
moeten uitpakken en vragen nogmaals naar een museum:
“…Wij verzoeken u de burgemeester* te herinneren ons
een lokaal aan te wijzen voor het museum en dit om verschillende redenen: belangrijk is een depot dat ineens
voor het ontpakken en behandeling kan dienen…. “**
“…Verder na u gegroet te hebben, hebben wij de eer ons
met alle achting te noemen
Uw onderdanigste dienaren,
Joseph-Denis Odevaere , Charles Jean Stier, Balthazar
Ommeganck, Jean-J. Van Hal, Pierre Van Regemorter
P.S. Het verzoek de inhoud van ons schrijven aan de
raad van Bestuur van de Academie en aan de Raad van
Bestuur van het Genootschap tot Bevordering der Schone
Kunsten*** (Komask) te willen voorleggen.”
*de burgemeester van de stad Antwerpen is op dat moment Phil. Jos Vermoelen en dit tot 1817 wanneer Florent
Van Ertborn de sjaal overneemt
** de 27 kunstwerken die (wegens ontstentenis van de
oorspronkelijke gebouwen waaraan ze toebehoorden)
overbleven na restitutie van de andere werken waarvan de
gebouwen nog wel intact waren werden vanaf 15 februari 1816 tentoongesteld in het Minderbroedersklooster
(het gebouw huisvest nu de Koninklijke Academie voor
Schone Kunsten)
159
*** De leden van Komask hebben allen (op Charles
Jean Stier na vermits hij in het buitenland verblijft)
een medaille gekregen van Willem I om hun heroïsch handelen bij het terughalen van de gestolen
werken.
Tevens krijgt de totaliteit van de vereniging de titel “Koninklijk” als dankbetuiging van Willem I,
vanaf dan heet deze “Koninklijke Maatschappij ter
Aanmoediging van de Schone Kunsten”
Op 14 september 1817 verschijnt hierover de
oorkonde: Willem I verleent
160
Parijs 14 september 1815
Mijn Heer Verdussen,
Hoogeerde van u dezer is ons geworden , ende om soo veel mogelijk
te voldoen aan de intentie van het gouvernement is het ons aangenaam te vernemen men a Foto 0244
Parijs 14 september 1815
Mijn heer Verdussen???
Hoogeerde van u dezer is ons geworden , ende om soo veel mogelijk
te voldoen aan de intentie van het gouvernement is het ons aangenaam te vernemen men a cossi bezig is om de noodige maatregels
te nemen tot het inhalen onzer kunststukken in antwoord dient ons
u te melden het volstrekt onmogelijk is de selve te senden langs
Vlaanderen vermits genoodsaekt sijn te volgen de route genomen
voor de schilderijen van Holland, van de welke men verzekert is
voor de passage van het escorte soo dat de selve langst brussel gaan
sullen.
Wat het tweede aangaat te weten eene van onze besondere konsstukken bloot te stellen, kan ook niet geschiden aangesien de groote
zwaerte van het selve waer van U bij arrivement genoegsaem sult
overtuggt sijn.
Tot nu toe is het plan dat de geheele commissie benevens de gedeputeerde van Antwerpen sal te samen om de schilderijen te vergesellen tot Antwerpen in geval andere maetregels souden genomen
worden sal J. Van Hal sig voorafbegeven om aen u versoek te voldoen, dog sult in alle geval altijd bijtijds onderigt sijn van ons vertrek en arrivement.
161
Wij Willem , bij de Gratie Gods,
Koning Der Nedelanden,
Prins van Oranje- Nassau,
Groot-Hertog van Luxemburg,
Enz.enz.enz.
Gezien het verzoek aan ons gedaan door de Maatschappij ten
aanmoediging der Schoone Kunsten te Antwerpen strekkende
om te mogen voeren den titel van Koninklijke Maastchappij,
Gelet op het rapport van Onzen Commissaris Generaal voor
het Onderwijs de Kunsten en Wetenschappen in dato 12
September 1817 . 1962;
Hebben goedgevonden en verstaan het voorschreven verzoek
in te willigen, en mits dien aan de gemelde Maatschappij toe
te staan den titel van Koninklijke Maatschappij ten aanmoediging der Schoone Kunsten te Antwerpen, zoo als die titel aan
haar toegestaan wordt bij dezen.
Afschriften dezer zullen worden gezonden aan onzen
Commissaris Generaal voornoemd,
Supplianten
En aan de supplianten tot informatie en narigt respectievelijk.
Brussel den 14 september 1817
Geteekend Willem vanwege den Koning geteekend A.R. Halek
Accordeert met dezelfde origineel
De griffier ter staatssecretarij
D. Harnecourt
164
VERSLAG JURY
MASTERS SALON 2014
De jury bestond uit: Dhr. Peter Bosteels, Dhr. Fred Bervoets, Dhr. Lou
Gils, Dhr. Thibaut Verhoeven, Dhr. Bart’d Eyckermans, Dhr. Adriaan
Raemdonck, , Dhr. Guy Campo, Dhr. Nav Haq, Dhr. Hans Martens,
Niet stemgeregden: De voorzitter van de jury Bart’d Eyckermans en
secretarissen Peter Bosteels en Lou Gils.
De jury werd gehouden op 17 september 2014 om 10.00 uur.
De prijs “Masters salon 2014 KoMASK voor Schilderkunst: Maaike
Blok.
De jury vindt dat het schilderij geen epigoon is van andere kunstenaars
en getuigd van persoonlijk en eerlijk onderzoek. De werken zijn complex
en met veel variatie samengesteld. Ze bezitten picturaliteit met een knipoog. Het is aangenaam om het werk te blijven observeren. M.a.w. Men
blijft nieuwe elementen ontdekken.
De Prijs wordt toegekend aan Maaike Blok.
Eervolle vermelding: Alejandra Hernandez.
De werken zijn consequent narratief. Exotische, volkse elementen bevolken de wereld. De kunstenaar bezit kennis van de klassieken. Het is
verassend speelse, naïeve schilderkunst. De iconografie verwijst naar de
klassieken maar wordt aangevuld door een eigen hedendaagse symboliek.
Daaruit blijkt dat de kunstenaar bewust bezig is met beeldvorming.
De eervolle vermelding wordt toegekend aan: Alejandra Hernandez.
De jury verkiest de twee overige eervolle vermeldingen niet uit te reiken
omdat zij meent dat op die manier de beslissing van de jury kracht bij
gezet wordt.
165
166
Dankwoord
Paroles de remerciement
Een vzw kan slechts draaien door het belangeloze engagement
van actieve leden, zonder het engagement van professoren van
de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen
Peter Bosteels en Lou Gils die de organisatie en de opbouw van
de tentoonstelling realiseerden zou dit niet gekund hebben.
Een wedstrijd realiseren is een hele opgave maar een nieuwe
format ontwikkelen met nieuwe partners en nieuwe parameters is een enorme klus. De tijdsdruk waarin moest gewerkt
worden was ongezien. Dit evenement is hun verworvenheid en
daardoor gans hun verdienste.
Une ASBL ne peut qu’exister grâce à l’engagement volontaire des membres actifs, sans
l’engagement des professeurs de l’Académie
Royale des Beaux-Arts d’Anvers Peter Bosteels
et Lou Gils qui ont organisé et monté l’exposition, tout ceci n’était pas possible. Réaliser un
concours est une mission considérable et développer un nouveau format avec des partenaires et des paramètres nouveaux est toute une
affaire. La pression du temps pendant le temps
du travail était inaperçue. Tout le mérite de l’organisation de cet événement leur revient.
Ook de contactpersonen in de verschillende academies Stephan
Balleux (Académie des Beaux-Arts de Bruxelles), André
Delalleau (Académie des Beaux-Arts de Liège), Pieter Mathijsen
(Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent) en
Martijn Verhoeven (Koninklijke Academie van Beeldende
Kunsten te Den Haag) hebben hun handen vol gehad om dit
evenement tot een goed eind te brengen.
Ook de verschillende directeurs/departementshoofden verdienen een dankwoord voor hun ondersteuning van dit project:
Eric Ubben (Antwerpen), Daphné de Hemptinne (Bruxelles),
Wim De Temmerman (Gent), Daniel Sluse (Liège) en Johan Van
Oord (Den Haag).
Een speciale dank gaat uit naar de Koninklijk Academie voor
Schone Kunsten te Antwerpen om de expositieruimte ’Lange
Zaal’ ter beschikking te stellen. Dit is voor de vzw KoMASK
een symbolische plaats vermits deze zaal in de 19de eeuw met
financiële middelen van de vereniging gebouwd werd om de
driejaarlijkse Salons in te richten. De zaal werd in 1943 zwaar
Les personnes de contact dans les académies différentes Stephan Balleux (Académie
des Beaux-Arts de Bruxelles), André Delalleau
(Académie des Beaux-Arts de Liège), Pieter
Mathijsen (Académie Royale des Beaux-Arts de
Gand), Martijn Verhoeven (Académie Royales
des Arts plastique de Den Haag) ont été fort occupées pour mener à bien cet événement.
beschadigd door een bombardement en nadien in een nieuwe
vorm herbouwd door architect Steynen.
Eens werd deze zaal beschreven als ‘’een van de mooiste van
België’’ omwille van haar prachtige lichtinval. Na al deze jaren
en enkele technische verbouwingen, blijft deze zaal een unieke
ruimte.
Speciale dank gaat uit naar Nele Willems voor de realisatie van
het boek en naar Tom Dietvorst die de foto’s maakte.
Un jour, en raison de sa magnifique luminosité,
cette salle a été décrite comme « une des plus
belles de Belgique ». Cette salle reste un espace
unique après toutes ces années et quelques
améliorations techniques.
Un merci tout particulier à Nele Willems pour la
réalisation de ce livre et à Tom Dietvorst qui a
pris les photos.
Bart D’Eyckermans,
Président SoREBA ASBL
Bart’d Eyckermans,
Voorzitter KoMASK vzw
Les directeurs et responsables départementaux méritent aussi des remerciements
pour leur soutien au projet : Eric Ubben
(Anvers), Daphné de Hemptinne (Bruxelles),
De Temmerman (Gand), Daniel Sluse (Liège),
Johan Van Oord (Den Haag).
Un merci particulier à l’Académie Royale des
Beaux-Arts d’Anvers pour mettre à disposition
la salle d’exposition « Lange Zaal ». C’est pour
l’ASBL SoREBA un lieu symbolique puisque cette salle a été construite au dix-neuvième siècle
avec les moyens financiers de l’association afin
d’aménager les Salons triennaux. En 1943, la salle a été gravement endommagée par un bombardement puis reconstruite sous une nouvelle
forme par l’architecte Steynen.
167
168
Met dank aan onze sponsors
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen
Deeltijds Kunstonderwijs
Athena vzw
ARTos vzw
www.immpact.be
Structurele partner van KoMASK
169
170
KoMASK vzw
Koninklijke vereniging tot Aanmoediging der Schone Kunsten
Plaatsnijdersstraat 2, 2000 Antwerpen
Zetel: Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
Ondernemingsnummer: 410.012.367
Voorzitter: Bart’d Eyckermans
Ondervoorzitter: Marc Stommels
Secretaris: Lou Gils
Penningmeester: Marjolein Barbier
© 2015
Eindredactie: Peter Bosteels, Bart’d Eyckermans, Lou Gils
Vertaling: Ingeborg Nijs
Vormgeving: Nele Willems
Fotografie: Tom Dietvorst
D/2015/13.471/1
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk,
fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever/auteur.
171