Onze werkelijke bron van hoop: Jezus Christus

Hebreeën 6:11, 18-20a

Hebr.6:11-12, 18-19 11 Maar wij verlangen ernaar dat ieder van u dezelfde inzet toont, tot volle zekerheid van de hoop, tot het einde toe, 12 opdat u niet traag wordt, maar navolgers bent van hen die door geloof en geduld de beloften beërven.

(…)

Hebr.6:11-12, 18-19 18 …het [is] onmogelijk dat God zou liegen, [en dat we daarom] een sterke troost zouden ontvangen, wij die bij Hem de toevlucht genomen hebben om de hoop die voor ons ligt, vast te houden.

Hebr.6:11-12, 18-20a 19 Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel.

20 Daar is de Voorloper voor ons binnengegaan, namelijk Jezus, (…)

1Cor.15:19 Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen.

Rom.15:4 Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden .

Rom.15:4 Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden .

Wat is hoop?!

-seculiere betekenis: een optimistisch verlangen dat iets gaat veranderen ten goede -Bijbelse betekenis: een optimistisch verlangen met een zekerheid van de vervulling daarvan

Rom.5:5 3 En dat niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, 4 en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop.

5 En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde

van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.

Wat is hopeloosheid?!

- Wanhoop dat er niets goeds gaat gebeuren - Zinloosheid - Gevoel van niet bekwaam zijn om iets op te lossen en/of te verbeteren - Het ervaren van een emotionele of geestelijke faillissement

De spiraal naar beneden…

Satans wapens: misleiding en ontmoediging

1. Teleurstelling 2. Ontmoediging 3. Gedesillusioneerd zijn 4. Depressie 5. Wanhoop 6. Dood

Ps.42:6, 12; 43:5 Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en bent u onrustig in mij?

Hoop op God, want ik zal Hem weer loven voor de volkomen verlossing van Zijn aangezicht.

2Cor.4:18 Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn van het ogenblik, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.

Hebr.2:8b-9a 8. (…) Nu zien wij echter nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn, 9. maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, (…)

Zekerheid, vastigheid, zekering

Zekerheid, vastigheid, zekering: anker

Zekerheid, vastigheid, zekering: anker

Zekerheid, vastigheid, zekering: anker

Hebr.6:19-20a 19 Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel.

20 Daar is de Voorloper voor ons binnengegaan, namelijk Jezus, (…)

1Cor.15:19 Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen.

Ankeren van je hoop

Sleutel vers: Jer.29:11 Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.

Ankeren van je hoop

Sleutel passage: Klg.3:19-25 19 Denk aan mijn ellende en mijn ontheemding, aan de alsem en de gal.

20 Mijn ziel denkt er onophoudelijk aan, zij buigt zich neer in mij.

21 Dit zal ik ter harte nemen, daarom zal ik hopen:

Ankeren van je hoop

Sleutel passage: Klg.3:19-25 22 Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is!

23 Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw!

Ankeren van je hoop

Sleutel passage: Klg.3:19-25 24 Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen.

25 Goed is de HEERE voor wie Hem verwacht.

Onze werkelijke bron van hoop: Jezus Christus

Hebreeën 6:11, 18-20a