Inspectie rapport - bso `t Schateiland 2016

Download Report

Transcript Inspectie rapport - bso `t Schateiland 2016

Inspectierapport
Schateiland (BSO)
Jan Ligthartstraat 96
2941SE LEKKERKERK
Registratienummer 131270680
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Midden
Krimpenerwaard
11-08-2016
Jaarlijks onderzoek
Definitief
30-09-2016
Inhoudsopgave
Het onderzoek ................................................................................................................. 3
Observaties en bevindingen ............................................................................................... 4
Pedagogisch klimaat ..................................................................................................... 4
Personeel en groepen .................................................................................................... 5
Veiligheid en gezondheid ............................................................................................... 6
Inspectie-items................................................................................................................ 8
Gegevens voorziening ..................................................................................................... 11
Gegevens toezicht .......................................................................................................... 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 12
2 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Omdat de kwaliteit van de opvang van kinderen in de eerste levensjaren van grote invloed is op de
ontwikkeling van kinderen, stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra,
gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen op het gebied van: de pedagogische praktijk en
het pedagogisch beleid, voorschoolse educatie, personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende
personeel, de opvang in vaste groepen, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, de
behandeling van klachten en ouderrecht.
Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het
toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl.
Risicogestuurd toezicht:
Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van
risicogestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken
werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht.
Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar
gebleken is dat dit kan. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest
direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang.
Het risicogestuurd toezicht houdt derhalve in dat er een onderzoek plaatsvindt naar kernzaken. Dit
onderzoek zal echter worden uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van
overtredingen, of indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een signaal. Indien deze
overtredingen, die niet al onder de kernzaken vallen, gedragsgerelateerd van karakter zijn, zullen
deze in het risicogestuurde onderzoek ook beoordeeld worden.
Binnen het raamwerk van het risicogestuurd toezicht, geeft het rapport per geïnspecteerd
onderdeel een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek.
Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterzalen niet voldeed, dan
wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd.
Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van alle inspectieonderdelen uit de Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die door toezichthouder zijn meegenomen in dit
inspectiebezoek.
Beschouwing
Buitenschoolse opvang Schateiland maakt deel uit van kinderopvangorganisatie Stichting
Kinderopvang Nederlek.
Buitenschoolse opvang Schateiland is een locatie waar maximaal 40 kinderen worden opgevangen
in de leeftijd van 4 – 12 jaar.
Buitenschoolse opvang Schateiland voldoet niet geheel aan de getoetste voorwaarden.
Op de volgende voorwaarde is een afwijking geconstateerd:
Domein veiligheid en Gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
Zie voor verdere toelichting het betreffende domein in het inspectierapport.
Advies aan College van B&W
De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het
pedagogisch beleids- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groepen.
Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen
tijdens de observatie. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt
van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4- 12 jaar.
Onderstaande beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie
geconstateerd.
Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van vier basiscompetenties vanuit de Wet
Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk emotionele
competentie, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en
waarden.
Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder twee of meer van deze competenties
toegelicht met een voorbeeld.
Emotionele veiligheid
De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen
De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op de kinderen. Zij gaan
ongedwongen met hen om. De meeste kinderen zijn rustig en ontspannen en laten zich enthousiast
maken en motiveren door de beroepskrachten.
Persoonlijke competentie
Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen
De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar de individuele kinderen te
luisteren. De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen en reageren hier
adequaat op.
Sociale competentie
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie
De beroepskrachten organiseren gerichte activiteiten om kinderen te laten samenspelen bijv.
tijdens een groepsactiviteit. Tevens worden in de groep gezamenlijke ervaringen besproken
tijdens kringgesprekjes.
Normen en waarden
Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast
De beroepskrachten hanteren de groepsregels, die zichtbaar in de groepsruimte hangen, op
eenduidige en consequente wijze.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Locatiehoofd)

Interview anderen (Beroepskrachten)

Observaties (Locatiebezoek)

Pedagogisch beleidsplan (Pedagogisch beleidsplan BSO, versie mei 2015)
4 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaringen omtrent het gedrag van nieuwe personen tot de vorige inspectiedatum 09-07-2015
zijn gecontroleerd.
Volgens opgaaf van houder zijn er na deze inspectiedatum geen nieuwe personen werkzaam bij
BSO Schateiland. Dit onderdeel is daarom niet beoordeeld.
Passende beroepskwalificatie
De beroepskwalificaties van nieuwe beroepskrachten tot de vorige inspectiedatum 09-07-2015 zijn
gecontroleerd.
Volgens opgaaf van houder zijn er na deze inspectiedatum geen nieuwe beroepskrachten
werkzaam bij BSO Schateiland. Dit onderdeel is daarom niet beoordeeld.
Opvang in groepen
Buitenschoolse opvang Schateiland vangt maximaal 40 kinderen op in de leeftijd van 4 tot 12 jaar.
Beroepskracht-kindratio
Op de dag van inspectie voldoet de beroepskracht-kindratio aan de voorwaarden.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Locatiehoofd)

Interview anderen (Beroepskrachten)

Observaties (Locatiebezoek)

Presentielijsten (Week 32, 2016)

Personeelsrooster (Week 32, 2016)
5 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
Houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid en een risico-inventarisatie gezondheid 2016
uitgevoerd. Aan de hand van deze risico-inventarisaties is een plan van aanpak veiligheid en
gezondheid opgesteld, waarin de te nemen veiligheids- en gezondheidsmaatregelen zijn
beschreven.
De risico-inventarisatie veiligheid en -gezondheid voldoet niet aan alle voorwaarden. Het betreft:
* De risico-inventarisatie gezondheid is niet volledig uitgevoerd. Er zijn risico's uitgesloten die niet
uitgesloten kunnen worden. Daarnaast zijn bij veel ingeschatte gezondheidsrisico's geen
gezondheidsmaatregelen beschreven in het plan van aanpak gezondheid.
Om deze reden is de risico-inventarisatie gezondheid niet compleet, niet actueel en is er
onvoldoende samenhang tussen de gezondheidsrisico's en de maatregelen.
* Tijdens de inspectie is gebleken dat de beroepskrachten niet handelen conform het plan van
aanpak veiligheid en gezondheid. Voorbeelden hiervan zijn onder andere:

Sanitair kinderen: In het plan van aanpak veiligheid staat bij Sanitair kinderen beschreven dat
de toiletten worden schoongemaakt voor schooltijd door een schoonmaakbedrijf via school.
Indien nodig wordt door de beroepskrachten de toiletten nog extra schoongemaakt. Tijdens de
inspectie was het jongenstoilet vies. Het rook naar urine en er hing geen toiletpapier.

Elektriciteit: In het plan van aanpak veiligheid staat bij de groepsruimte beschreven bij het
risico 'Kind komt in contact met elektriciteit', dat apparaten zo worden opgesteld dat zij niet
bereikbaar zijn voor kinderen. Tijdens de inspectie waren een aantal laag geplaatste
stopcontacten niet beveiligd met stopcontactplaatjes. De beroepskrachten gaven aan deze
nauwelijks te controleren. In het plan van aanpak veiligheid zijn geen maatregelen beschreven
voor het afdekken van stopcontacten. De praktijk komt hiermee niet overeen met het plan van
aanpak veiligheid.

Schoonmaaktaken: Er is geen beleid beschreven over schoonmaaktaken, zoals het schoon
houden van de koelkast, het speelgoed. De beroepskrachten geven aan hier incidenteel tijd
voor te hebben.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is
voldaan.
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid
1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en
peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu,
buitenmilieu en medisch handelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1
sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de
samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1
sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
6 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen
van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid
2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Locatiehoofd)

Interview anderen (Beroepskrachten)

Observaties (Locatiebezoek)

Risico-inventarisatie veiligheid (Risico-inventarisatie veiligheid 2016)

Risico-inventarisatie gezondheid (Risico-inventarisatie gezondheid 2016)

Actieplan veiligheid (Plan van aanpak veiligheid 2016)

Actieplan gezondheid (Plan van aanpak gezondheid 2016)
7 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8
jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt
afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke
ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub
a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang,
buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en
peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking,
valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en
lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn,
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang,
buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en
peuterspeelzaalwerk)
9 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu,
buitenmilieu en medisch handelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en
lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2
Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
10 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
: Schateiland
: http://www.kinderopvangnederlek.nl
: 40
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
Website
KvK nummer
Aansluiting geschillencommissie
:
:
:
:
:
:
Stichting Kinderopvang Nederlek
De Rotonde 2
2931WC KRIMPEN AAN DE LEK
www.kinderopvangnederlek.nl
41173626
Ja
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Hollands Midden
Postbus 121
2300AC LEIDEN
088-3083460
H. van der Graaf
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: Krimpenerwaard
: Postbus 51
: 2820AB Stolwijk
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
:
11-08-2016
15-09-2016
21-09-2016
30-09-2016
30-09-2016
30-09-2016
: 21-10-2016
11 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Zienswijze n.a.v. inspectie GGD bij BSO Schateiland
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid.
T.a.v. gezondheid; Er is geconstateerd m.b.t. sanitaire voorziening dat deze niet schoon en fris
waren. Conform onze plan van aanpak wordt de schoonmaak verricht door firma Promen in
opdracht van Onderwijs Primair waar een overeenkomst mee afgesloten is. N.a.v. deze
constatering is afgestemd met de medewerker van Promen, adjunct-directeur van Obs.
Schateiland en medewerkers van BSO Schateiland om zorg te dragen voor een betere hygiëne bij
de toiletgroepen van de kinderen. In de gehele school zijn grotendeels de toilettengroepen
vernieuwd. Dit staat ook voor de BSO ingepland om aangepast te worden.
De BSO medewerkers hebben de taken wel verdeeld m.b.t. schoonmaken waaronder ook de
toiletgroep. In de vakanties gebeurd dit dagelijks na het eten. De inspectie vond plaats aan het
eind van de ochtend en waren de toiletten nog niet nagelopen.
De schoonmaaklijst waar o.a. speelgoed, kasten, keuken etc. in worden afgevinkt met datum
waren in het verleden wel op papier vastgelegd, dat is nu wederom opgepakt.
T.a.v. veiligheid; Er is geconstateerd dat er een aantal stopcontacten niet beveiligd zijn, wat wel
het geval behoort te zijn. Na de laatste wisseling in de groepsruimte is er apparatuur verplaatst
waardoor de stopcontacten niet voorzien zijn van plaatjes. Dit is inmiddels wel verholpen. Het is
wel opmerkelijk dat in scholen op dit onderdeel niet geïnspecteerd wordt waar het net zo wenselijk
voor is als voor de BSO.
12 van 12
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 11-08-2016
Schateiland te LEKKERKERK