Schoolplan - Stellingwerf College

Download Report

Transcript Schoolplan - Stellingwerf College

SCHOOLPLAN
2016-2020
oktober
2016
Inhoud
Voorwoord
1
Identiteit, missie, visie en kernwaarden
3
Onderwijs in ontwikkeling en ambities
5
Onderwijsbeleid
6
Overige speerpunten
9
Behaalde resultaten
13
Personeelsbeleid
17
Kwaliteit
18
Jaarplannen
19
Documentenoverzicht
36
Schoolplan 2016-2020
Voorwoord
Het schoolplan 2016-2020 van het Stellingwerf College geeft een overzicht van de hoofdlijnen van het
onderwijskundig beleid, en het beleid op het gebied van personeel en kwaliteit. Gedetailleerde
uitwerkingen zijn terug te vinden in de relevante notities over de verschillende beleidsonderdelen. Op
het gebied van personeels- en financieel beleid zijn de personeelsbeleidsagenda, het formatie- en
scholingsplan en de jaarlijkse begroting leidend. Op het gebied van kwaliteit het beleidsplan
kwaliteitszorg.
Verschillende ontwikkelingen op school- en landelijk niveau zijn van invloed op het schoolplan.
Het Strategisch beleidsplan 2013-2016 is nu nog van kracht, maar zal ruim voor het einde van het
kalenderjaar herschreven worden. Toch is besloten om het schoolplan alvast aan te passen aan
nieuwe ontwikkelingen en aan te bieden voor een nieuwe beleidsperiode van 4 jaar.
In het schoolplan staan onder meer onze visie en ambities, maar ook wat de uitdagingen zijn die op
ons onderwijs afkomen. Het gaat er om dat we onze leerlingen zo goed mogelijk voorbereiden op hun
toekomst, dat is onze missie.
Wat zeker van invloed is voor de komende jaren zijn de voorspelde geringere leerlingenaantallen. De
verwachting is dat tot 2020 sprake zal zijn van een afname van 150 tot 200 leerlingen. Er ligt een
financiële taakstelling om de baten en lasten in balans te houden ondanks geringere inkomsten. Het is
een bewuste keuze de maatregelen die daaruit voortvloeien niet verder toe te lichten in het
schoolplan, maar op te nemen in de meerjarenbegroting.
Op landelijk niveau is van invloed het VO sectorakkoord ´Klaar voor de toekomst´ dat in april 2014 is
afgesloten tussen de VO-raad en OCW. Het bestendigt de op schoolniveau ingeslagen weg van de
school als lerende organisatie, met eigentijds onderwijs waar de leerling centraal wordt geplaatst.
Vooruitkijkend zal het eindadvies Onderwijs 2032 zeker invloed hebben op de komende
beleidsperiode. Het schoolplan is een formeel document dat aan de wettelijke eisen voldoet zoals in
de Wet op het Voortgezet Onderwijs staat aangegeven.
Onderwijs staat niet stil. We streven ernaar onze doelstellingen en ambities gedurende de
beleidsperiode waar te maken. Maar waar nodig moeten we wendbaar en flexibel blijven om in te
spelen op veranderingen en ontwikkelingen om ons heen. Daarom wordt het schoolplan jaarlijks
geëvalueerd en bijgesteld. Op onze school wordt het schoolplan dan ook gezien als een
voortschrijdend document voor tactisch schoolbeleid. Evaluatie en bijstelling van de jaarplannen op
afdelingsniveau gaat hieraan vooraf. Doel van de evaluatie van het schoolplan is:
- een jaarlijkse update maken op basis van voortschrijdend inzicht voor de volgende
beleidsperiode;
- het in beeld brengen van de opbrengsten, op hoofdlijnen;
- meer samenhang te verkrijgen met het strategisch beleidsplan;
- prioriteiten aangeven in de jaarplannen per afdeling.
In de aanloop van de evaluatiecyclus van schoolplan en jaarplannen worden door het MT de
belangrijkste recente en toekomstige ontwikkelingen op schoolniveau in beeld gebracht. Deze
ontwikkelingen zijn dan ook in het schoolplan terug te vinden.
Na bespreking in het MT is het schoolplan aangeboden aan de medezeggenschapsraad en de Raad
van Toezicht voor respectievelijk instemming en bespreking.
Goed onderwijs staat voor ons altijd voorop.
Het gaat er om dat leerlingen met plezier naar school gaan en in een fijne sfeer samen kunnen leren
en zich zo goed mogelijk ontwikkelen. Daar zetten we ons elke dag met toewijding en enthousiasme
voor in.
mede namens het MT,
Hennie Broers
directeur-bestuurder
oktober 2016
1
1. Identiteit, missie, visie en kernwaarden
Identiteit
Het Stellingwerf College is een openbare school voor voortgezet onderwijs. De openbare identiteit van
de school staat voor algemeen toegankelijk. Dit betekent dat ieders achtergrond, cultuur en
levensbeschouwing in de school wordt gerespecteerd.
In school wordt uitgedragen dat diversiteit als rijkdom beschouwd wordt en onderwerp van gesprek is
en leerlingen helpt te vormen respectvol met elkaar om te gaan. Er wordt een beroep gedaan op
gemeenschapszin, gezamenlijkheid en wederkerigheid.
Missie
Leerlingen hebben verschillende talenten en mogelijkheden. We zien het als onze taak om iedere
leerling in de gelegenheid te stellen zich te ontplooien. Ons hoofddoel is het bieden van goed
onderwijs waarbij we rekening houden met leerwensen en kansen van iedere leerling.
Wij willen onze leerlingen voorbereiden op de samenleving die voortdurend verandert, daarbij hoort
het ontwikkelen van een lerende houding bij leerlingen.
Visie
Het Stellingwerf College wil een kwaliteitsrijke school zijn met goed onderwijs, goede
onderwijsresultaten en rendement. Een school die ruime mogelijkheden en kansen biedt aan
leerlingen van alle niveaus. In het onderwijsleerproces wordt rekening gehouden met de verschillen
tussen leerlingen in talent, leerstijl en ambitie.
De onderwijskundige structuur van de school is opgebouwd rond vier onderwijsafdelingen voor vmbo
(basis en kader), mavo, havo en atheneum, inclusief verrijkt vwo.
De kerntaak in iedere afdeling is het leveren van een succesvolle bijdrage aan het leerproces en de
begeleiding van leerlingen. Kennisoverdracht is in onze visie onlosmakelijk verbonden met het
ondersteunen, begeleiden en sturen van het leerproces van leerlingen in opvoedkundige,
pedagogische en didactische zin. Deze samenhang maakt de school een unieke en onmisbare
schakel in het leer- en ontwikkelingsproces van iedere leerling.
Ambitie
We willen het beste uit onze leerlingen halen in een leeromgeving waarin ruimte is voor de verschillen
tussen leerlingen in leerstijl, tempo en inhoud. We bereiden onze leerlingen goed voor op een
succesvolle doorstroming naar het vervolgonderwijs en deelname aan de samenleving.
Doelen
De hoofddoelen voor ons onderwijs zijn:
- het behalen van goede onderwijsresultaten.
- het leveren van een zinvolle bijdrage aan de totale ontwikkeling van de leerling: in
maatschappelijk besef (burgerschap en sociale integratie), persoonlijke ontwikkeling en
voorbereiding op deelname aan het vervolgonderwijs en de maatschappij.
Voorwaarden
Om de bovengenoemde doelen te kunnen halen zijn de volgende basisvoorwaarden van beslissend
belang:
• Een veilige schoolomgeving en klimaat voor leerlingen en personeel.
Het onderwijs kan alleen goed gedijen als leerlingen en personeel werken in een veilige omgeving
waar ze zich prettig bij voelen.
• Een goede determinatie van leerlingen in de onderbouw, waarbij leerlingen niet op een te laag of
een te hoog niveau komen.
Een te laag niveau is niet uitdagend, een te hoog niveau kan het zelfvertrouwen en het leerplezier
van leerlingen ondermijnen.
• Een gemotiveerd en vakkundig team.
• Een passende onderwijsorganisatie.
• Een goed uitgeruste onderwijsomgeving met eigentijdse voorzieningen en faciliteiten voor goed
onderwijs en de ontwikkeling van initiatieven;
2
•
En ‘last but not least’, een veilige en stimulerende thuisomgeving voor leerlingen.
Vanuit onze visie is beslissend voor goed onderwijs een gemotiveerd team dat samen voortdurend
streeft naar verdere kwaliteitsverbetering en vasthoudt aan wat goed is. Daarbij zijn de lessen van
inspirerende en vakbekwame docenten, die leerlingen weten te motiveren en die oog hebben voor
elke leerling en de verschillen tussen leerlingen, de kern van ons onderwijs.
Rekening houden met verschillen verlangt een aangepaste didactiek van differentiëren, motiveren en
activeren. Dat zijn de voorwaarden die we stellen aan een kwaliteitsrijke les. De vakbekwame docent
krijgt de ruimte om samen met leerlingen en collega’s de hoge kwaliteitsdoelen die we aan het
onderwijs stellen, te halen.
Goed onderwijs wordt weliswaar gemaakt door gemotiveerde docenten en begeleiders, maar de
betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun kind en de zorg voor een goed thuisklimaat is
tenminste van even groot belang. In de opvoeding vullen we elkaar aan.
Kernwaarden
Op het Stellingwerf College staan vier waarden centraal: veiligheid, openheid, betrokkenheid en
betrouwbaarheid. Deze kernwaarden vormen het hart van de schoolcultuur en hoe er binnen de
school wordt omgegaan met elkaar en de omgeving.
Veiligheid
Dankzij onze aandacht voor elke leerling kunnen we een veilige omgeving bieden die nodig is voor de
ontwikkeling en ontplooiing. We hechten veel waarde aan een goede sfeer op school voor alle
leerlingen en medewerkers vanuit een zorgvuldige, respectvolle omgang met elkaar.
Openheid
In ons handelen stellen we ons open op voor andermans mening, voor nieuwe ervaringen en
ontwikkelingen. De school is transparant, geeft openheid van zaken en stelt zich toegankelijk op naar
de buitenwereld.
Betrokkenheid
We zijn betrokken bij leerlingen en voelen ons verantwoordelijk voor hun welzijn. We begeleiden hen
zo goed mogelijk naar hun diploma. Betrokkenheid kenmerkt zich door elkaar te kennen en voor
elkaar klaar te staan.
Betrouwbaarheid
We moeten in school op elkaar kunnen rekenen en we komen onze afspraken na.
3
2. Onderwijs in ontwikkeling
De samenleving verandert voortdurend, in korte tijd heeft dit o.a. een kennis- en netwerk samenleving
opgeleverd. Dat vraagt om andere kennis en vaardigheden van onze leerlingen zoals samenwerken,
het leren verwerken en duiden van grote hoeveelheden informatie. Slimme ICT-faciliteiten kunnen
daarbij behulpzaam zijn in samenspel met didactische uitgangspunten zoals het stimuleren van
zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Een goede basis van lezen, schrijven en rekenen blijft echter
onmisbaar. Daarom is er blijvende aandacht voor het behalen van het vereiste referentieniveau.
Binnen de landelijke ontwikkeling zien we de verschuiving naar onderwijs op maat zodat het talent van
iedere leerling het best benut wordt. De vraag naar persoonlijk leren, zoveel mogelijk gedifferentieerd,
neemt toe. Waar, wanneer en welk onderwijs je volgt, er is steeds meer mogelijk.
Het Stellingwerf College wil nadrukkelijk een lerende organisatie zijn (en blijven). Dat betekent dat we
ons richten op kwaliteit, ons onderwijs evalueren en graag willen verbeteren. We betrekken daarbij
onze leerlingen, hun ouders en de omgeving.
Op de vraag welke stappen de school inzet om het onderwijs voor de komende vier jaar
toekomstbestendig te maken, geven we een duidelijk antwoord vertaald in ambities.
De basis voor een goed onderwijsleerproces wordt op de eerste plaats gevormd door een goede
binding tussen leraar en leerling. Bovendien verlangt het onderwijs van nu dat we steeds beter in staat
zijn in te spelen op de individuele leerbehoefte van elke leerling. Samen met het team richten we ons
daarom op differentiëren, motiveren en activeren. Daarnaast heeft de school met de ouders een
gedeelde verantwoordelijkheid in de opvoeding van jongeren, daar willen wij op een positieve wijze op
inspelen.
Ambities 2016-2020
Bij toekomstbestendig onderwijs horen een
aantal ambities die in de komende jaren
gerealiseerd worden.
1.
Uitdagend onderwijs voor elke
leerling
Goed en uitdagend onderwijs doet recht aan
verschillen tussen leerlingen. Leerlingen
worden op hun eigen niveau zinvol
uitgedaagd en zijn betrokken bij het
onderwijs want zo bereiken ze het beste
resultaat. Het gaat er om dat leerlingen meer
eigenaar worden van hun eigen leerproces.
Er moet dus sprake zijn van een actief
leerproces waarbij feedback wordt gegeven
en aandacht is voor verschillen.
2.
Brede vorming
De school speelt een belangrijke rol in de
sociale ontwikkeling van jongeren en in de
overdracht van normen, waarden en gedrag.
Voor talentontwikkeling en behalen van
optimale leerresultaten is de binding tussen
school, thuis en de leefomgeving van
leerlingen van essentieel belang. Het
stimuleren van positief gedrag levert een
belangrijke meerwaarde.
Met andere woorden: we maken geen totale
omslag en sluiten aan op de koers die al is
ingezet.
Beide globale ambities voor de komende beleidsperiode worden onder het kopje onderwijsbeleid, de
koers van de afdelingen en de overige speerpunten verder toegelicht. De mate waarin deze ambities
worden gerealiseerd, wordt omschreven in de jaarplannen van de afdelingen.
4
3. Onderwijsbeleid
De leerling aan zet
Leerlingen worden actief bij de les betrokken. Leerlingen die een actieve houding (kunnen) aannemen
bij het verwerven en toepassen van de leerstof hebben een grotere kans op succes. Een actief
leerproces leidt tot betere resultaten, omdat de leerling in een vroeg stadium ontdekt waar zijn
kwaliteiten en onvolkomenheden liggen.
Hoe eerder dat in beeld komt, des te beter en doelmatiger kan worden gewerkt aan verbetering en
verdieping van het leerproces.
Onze belangrijkste doelstelling voor de komende vier jaar is het bieden van onderwijs dat recht doet
aan verschillen tussen leerlingen.
Klassikaal onderwijs is niet meer de standaard, daarom wordt er gewerkt met verschillende
(activerende) werkvormen in de lessen. Leerlingen krijgen de begeleiding en de uitdaging die het best
bij hen past en hen gemotiveerd houdt. Docenten beschikken over de kennis van mindsets, direct
instructiemodel en toets-feedback via de OBIT-methode. Docenten kunnen leerlingen daardoor
gerichter begeleiden en hen meer vertrouwen geven in hun eigen kunnen.
Onze docenten worden geschoold in differentiëren in de les, het geven van feedback en motiveren
door keuzes te maken zodat ze nog beter kunnen inspelen op de verschillende behoeftes van elke
leerling. Via de gesprekkencyclus en lesbezoek wordt de voortgang gemonitord.
Vanaf het schooljaar 2016/2017 worden diverse kenniskringen door en voor leraren gevormd voor
stimulans en verdieping. Het interne workshopaanbod Leren van en met elkaar wordt gecontinueerd.
Centraal staan inspirerende onderwijskundige onderwerpen die aansluiten bij de kenniskringen met
gebruik van interne en externe deskundigheid.
Oog voor talent
Oog voor talent leidt tot meer zelfvertrouwen en motivatie. Daarom is het belangrijk als zowel
leerlingen als medewerkers van de school worden gestimuleerd om hun talenten optimaal te benutten.
Het blijft de grote uitdaging om het beste uit onze leerlingen te halen en hen op een hoog niveau te
laten presteren. We hebben oog voor hun talenten en we moedigen hen aan om goede cijfers te
halen, we dagen uit en bieden kansen.
De school wil nadrukkelijk geen selectieschool zijn, maar de voorwaarden van goede resultaten
verbinden met kansen en mogelijkheden voor leerlingen. Een goede determinatie is noodzakelijk om
de mogelijkheden die aan leerlingen worden geboden kansrijk te houden.
Technologische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en de inzet van ICT maken in samenspel
met het bieden van kansen en mogelijkheden èn een persoonlijke begeleiding eigentijds onderwijs
mogelijk.
ICT biedt volop mogelijkheden om de leerstof individueel aan te bieden, te toetsen en te monitoren.
Daar waar het toegevoegde waarde heeft worden computers, laptops en software ingezet.
Het aanbod voor leerlingen is aantrekkelijk en divers, stimuleert hen om de kansen die hen worden
geboden, te benutten. Verrijkt vwo (met de mogelijkheid tot versneld vwo) en Technasium bieden
leerlingen van vwo en havo extra mogelijkheden. Het nieuwe vmbo biedt extra keuzemogelijkheden
en sluit beter aan bij het beroepsprofiel van de opleiding.
Door de krimp van leerlingaantallen zal de school in de toekomst flexibeler om kunnen gaan met de
mogelijkheden van een brede scholengemeenschap, de roosterorganisatie en de inrichting van het
onderwijs. Er komt meer onderwijsruimte vrij voor pilots, vakoverstijgende projecten en begeleiding,
zodat we nog beter in kunnen spelen op de verschillende behoeftes van elke leerling.
5
Iedere afdeling een duidelijke koers
We willen onze afdelingen een duidelijke koers bieden door een aansprekend pakket van vakken en
mogelijkheden met een passende aanpak. Voor een uitvoerige beschrijving wordt verwezen naar de
jaarplannen per afdeling.
Het vernieuwde vmbo
Het vernieuwde vmbo bereidt leerlingen praktijkgericht voor op het middelbaar beroepsonderwijs
(MBO) en het aanbod sluit goed aan op de actuele beroepswerkelijkheid en de vervolgopleidingen in
het MBO. In de sector Techniek worden de leerlingen opgeleid volgens de nieuwe beroepsgerichte
examenprogramma´s van de profielen: Bouwen, Wonen en Interieur(BWI), Produceren, Installeren en
Energie (PIE) en Media, Vormgeving en ICT (MVI). Daarnaast kunnen leerlingen kiezen voor Zorg &
Welzijn. Het vernieuwde vmbo, met een structuur van profielen en profiel gebonden – en
keuzevakken, biedt niet alleen extra mogelijkheden maar ook gelegenheid voor verdieping.
De lesstof is concreet, binnen de beroepsgerichte programma´s wordt hetgeen geleerd moet worden
in een herkenbare context geplaatst.
Het vernieuwde vmbo biedt ons de uitdaging om nadrukkelijker dan in het verleden de mogelijkheden
voor leerlingen te vergroten via (externe) opdrachten en bedrijfsbezoek.
Mavo
Mavo geeft de mogelijkheid om door te stromen naar het HAVO of het MBO. Mavo is op het
Stellingwerf College niet bij het vmbo geplaatst vanwege het sterk theoretische karakter van de
opleiding. De keuzemogelijkheid in mavo is uitgebreid met de extra eindexamenvakken
maatschappijleer 2, lichamelijke opvoeding 2 en Spaans. De mogelijkheid voor extra examenvakken
(op een hoger niveau) wordt gestimuleerd.
Voor de doorstroming naar havo kunnen leerlingen gebruik maken van extra ondersteuning. Er ligt
voor de komende vier jaar een uitdaging om het mavo onderwijs in de school beter aan te sluiten op
het praktijkgerichte MBO.
Havo
Het havo bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs. Wij vinden het belangrijk dat de
pedagogische aanpak aansluit op het niveau van de leerlingen en hen motiveert en stimuleert.
In het aanbod worden extra keuzemogelijkheden geboden met Spaans, filosofie, informatica, NLT en
O&O. Door leerlingen inloopuren aan te bieden, kunnen ze zelf de keuze maken voor extra
ondersteuning ter voorbereiding op de examenstof.
Goede aansluiting op het hoger onderwijs vraagt extra aandacht voor het keuzeproces en het
aanleren van vaardigheden die in het hoger onderwijs specifiek gevraagd worden. De studieresultaten
van de eerstejaars studenten, een uitgave van het aansluitingsplatform VO/HO, vragen om nader
onderzoek en actie.
6
Atheneum
Op het atheneum bereiden we leerlingen voor op het wetenschappelijk onderwijs met aandacht voor
het aanleren van wetenschappelijke vaardigheden. Leerlingen worden in school voorbereid op de
decentrale toelating die wetenschappelijke studies hanteren. In het aanbod worden veel
keuzemogelijkheden geboden zoals Spaans, filosofie, informatica, NLT en O&O. Veelal zijn de
atheneumleerlingen ambitieus en intrinsiek gemotiveerd om in extra vakken examen af te leggen. Dat
willen we stimuleren, leerlingen die duidelijk bovengemiddeld presteren in het vwo krijgen de
mogelijkheid zich te verbreden. Aan atheneum leerlingen wordt daarom bijvoorbeeld de gelegenheid
geboden om deel te nemen aan het Cambridge examen voor Engels.
Door leerlingen net als in havo inloopuren aan te bieden, kunnen ze zich goed voorbereiden op de
examenstof.
Net als in havo geldt ook voor atheneum (inclusief verrijkt vwo) extra aandacht voor de vaardigheden
die in het hoger- en wetenschappelijk onderwijs gevraagd worden.
Verrijkt vwo
Net als in atheneum worden leerlingen uit vwo verrijkt voorbereid op het wetenschappelijk onderwijs.
Verrijkt vwo is vanaf het eerste leerjaar een eigen leerroute voor leerlingen die boven het
gemiddelde vwo niveau uitsteken en meer uitdaging nodig hebben door middel van verbreding en
verdieping. Het verrijkt vwo is een zesjarig lesprogramma, sterk vergelijkbaar met het vwo plus
programma dat de school sinds 2008 aanbiedt. Groot verschil is dat verrijkt vwo een landelijke
(diploma) aanduiding geeft en vwo plus een schooleigen status heeft. Het versneld vwo biedt een
vijfjarig lesprogramma bedoeld voor getalenteerde leerlingen die in een vroeg stadium al weten welke
richting zij willen volgen in het wetenschappelijk onderwijs in Nederland of daarbuiten.
In verrijkt vwo worden vanaf het eerste leerjaar extra vakken aangeboden zoals Latijn, versterkt Engels,
filosofie, science en drama, vakken die niet in atheneum gegeven worden. In de bovenbouw wordt
uitgegaan van het aanboren van excellentie en creativiteit die horen bij de individuele getalenteerde
leerling. Er is een scala aan verdiepende activiteiten en aanvullende opdrachten waar de leerling een
keuze uit kan maken. De komende jaren wordt samen met het team van docenten gewerkt aan de
inhoudelijke ontwikkeling van verrijkt vwo.
7
4. Overige speerpunten voor 2016-2020
De lerende school
Wij werken samen in school aan goed onderwijs voor onze leerlingen, creatief en flexibel. Goed
onderwijs wordt verzorgd door bekwame docenten. Onze docenten zijn deskundige professionals en
laten zien waar ze voor staan en wat hen drijft. Zij kunnen dat niet alleen, en worden daarbij
ondersteund door het onderwijsondersteunend personeel. Daarnaast investeren we continue in de
ontwikkeling van docenten via scholing en via het stimuleren van deelname aan vakinhoudelijke
netwerken buiten de school.
Best practices kunnen gedeeld worden via onderling lesbezoek.
De globale koers van het schoolplan 2013-2016 blijft gehandhaafd met als inzet het verbeteren van
het onderwijsleerproces, verhogen (en borgen) van de onderwijsresultaten en investeren in een veilig,
plezierig schoolklimaat. Dat vraagt van ons een lerende houding.
Binnen de afdelingen wordt gewerkt aan verbeteracties rond determinatie, rendement en
examencijfers op het juiste niveau via een cyclus van planvorming, evaluatie en bijstelling. We blijven
gebruik maken van de OBIT-systematiek, de Cito-VAS- en de diagnostische tussentijdse toetsen.
Examenresultaten worden jaarlijks geanalyseerd en besproken, hetzelfde geldt voor lesbezoek. De
inzet blijft gehandhaafd of wordt verder uitgebreid, dat kan per afdeling verschillen. Voor verdere
informatie wordt verwezen naar de jaarplannen.
Dezelfde lerende houding die bij ons nodig is om aan het onderwijs te werken, is ook belangrijk voor
onze leerlingen. Niet alleen tijdens hun schooltijd bij ons voor het behalen van hun examen. Een
lerende houding is een voorwaarde om in het vervolgonderwijs en de maatschappij succesvol te
kunnen zijn. ´Leren leren´ is minstens zo belangrijk als het leren vakinhoudelijk.
ICT op niveau
ICT biedt vele mogelijkheden binnen het onderwijs, bijvoorbeeld om de leerstof op individueel niveau
aan te bieden, voor het toetsen en om leerlingen individuele ondersteuning te bieden. Bij veel vakken
biedt ICT extra mogelijkheden voor informatieverwerving waardoor leerlingen bewuster en sneller in
aanraking komen met de innoverende wereld om ons heen.
Toepassingen op het gebied van ICT breiden zich steeds sneller uit en digitale leermiddelen nemen in
omvang en toepassingsmogelijkheden verder toe. Toepassen is afhankelijk van de kwaliteit en het
bieden van een meerwaarde voor de leeractiviteit en de leereffecten.
We willen in school de leerlingen nadrukkelijker betrekken bij het leren van en met elkaar. Ook in die
zin kan toepassing van ICT als een gunstige mogelijkheid gezien worden.
In school beschikken we over presentatiemogelijkheden in alle lokalen. Er zijn 5 computerlokalen en 3
studielandschappen uitgerust met computers, in totaal zijn er 500 werkplekken voor onze leerlingen (1
op de 3) beschikbaar, waaronder laptop- en computerwerkplekken in lokalen voor specifieke vakken
(Technasium, aardrijkskunde, PIE, BWI, Z&W, MVI en Rekenen). Bij LO wordt video-ondersteuning
ingezet om de verrichtingen samen met de leerlingen te analyseren.
Wifi is inmiddels in alle gebouwen beschikbaar om aan de behoefte te voldoen. Dat maakt het
bijvoorbeeld gemakkelijk om absentiegegevens door te spelen aan de administratie. Zo kunnen
administratieve taken in de school verlicht worden en efficiënter uitgevoerd. In dezelfde sfeer valt te
denken aan digitale mogelijkheden om de werkbelasting bij docenten te verlichten.
De elektronische leeromgeving via Itslearning wordt veelvuldig ingezet om leren op afstand mogelijk te
maken. Voor personeel, leerlingen en ouders is Magister toegankelijk.
In de komende beleidsperiode zullen kostenbewuste afwegingen gemaakt moeten worden op welke
slimme ICT toepassingen ingezet wordt om het onderwijs toekomstbestendig te maken. Te denken
valt aan toepassingen waarbij de docent vanaf een tablet kan streamen naar projectie, aan keuzes
voor digitale leermiddelen, het uitbreiden van digitale mogelijkheden voor persoonlijk onderwijs, etc.
Daarnaast zal samen met de scholen van de scholengroep Pompeblêd voor de analoge en digitale
leermiddelen Europees aanbesteed worden
8
Brede vorming in een plezierige omgeving
Goed onderwijs richt zich zowel op de individuele ontwikkeling als op deelname aan de maatschappij.
In het onderwijs gaat het erom dat leerlingen voorbereid worden op participatie en leren deelnemen
aan de samenleving.
We vinden het belangrijk om aan onze leerlingen een bredere bagage mee te geven via het
bevorderen van sociale vaardigheden en betrokkenheid bij de samenleving.
De samenleving manifesteert zich op school. In de klas en in het schoolgebouw, overal worden
leerlingen dagelijks geconfronteerd met gedragingen en gebeurtenissen die een parallel hebben met
de ‘echte’ samenleving. In vriendschap, bij meningsverschillen, pestgedrag, groepsvorming, maar ook
in het samenwerken en leren met elkaar.
Leerlingen worden op school bovendien gestimuleerd voor hun mening en voor zichzelf op te komen.
Daarbij is het belangrijk om rekening te houden met de ander.
Elementen van burgerschap zijn terug te vinden in tal van vakken en activiteiten, bijvoorbeeld tijdens
maatschappijleer en geschiedenis, bij gastlessen, debatwedstrijden, maatschappelijke stages,
werkweken en schoolstewards. Jaarlijks wordt een plan getrokken om burgerschap en sociale
integratie in activiteiten om te zetten.
Vanuit de context om leerlingen goed voor te bereiden op hun toekomst willen we ons onderwijs nog
beter laten aansluiten op het vervolgonderwijs. Hierbij wordt een beroep gedaan op hun loopbaan
oriëntatie, het keuzeproces van vakken en vervolgopleiding en kennis van je eigen mogelijkheden.
Hierin willen we samenwerken met het middelbaar en hoger onderwijs.
Positief schoolklimaat
Enige jaren geleden is Positive Behavior Support (PBS) geïntroduceerd in school. De positieve
benadering vormt de basis van PBS. Om talenten optimaal te ontwikkelen en leerlingen te stimuleren
tot goede leerresultaten is de binding tussen school, thuis en de leefomgeving van leerlingen van
essentieel belang. Stimuleren van positief gedrag draagt bovendien bij aan een plezierig en veilig
schoolklimaat.
In de afgelopen schooljaren is een uitvoerig programma aangeboden met: een lezing over gedrag,
gezag en opvoeding door Micha de Winter, feedbacktrainingen voor alle medewerkers om te leren
reflecteren op het eigen voorbeeldgedrag, de introductie van Be ready, projecten rond de schone en
9
rookvrije school en teambesprekingen over kernwaarden. Er wordt in school gewerkt vanuit het
aanspreken van elkaar op gedrag, leren van fouten, gericht zijn op samen ontwikkelen en denken in
oplossingen. Met het actief terugbrengen van het zwerfvuil en Be ready is een positieve omslag in het
gedrag van leerlingen gerealiseerd. Afgelopen schooljaar is gekozen voor de introductie van
schoolstewards om leerlingen uit de bovenbouw een actievere rol te geven bij het surveilleren tijdens
de pauze. Het doel is om het verantwoordelijkheidsbesef van leerlingen te vergroten. De
schoolstewards (uit de voor examenklassen) worden hiervoor getraind, de inzet kan meegerekend
worden als maatschappelijke stage.
De inzet voor een plezierig en veilig schoolklimaat zal de komende beleidsperiode aandacht blijven
vragen. De resultaten van het welbevindenonderzoek dat jaarlijks onder onze leerlingen en
tweejaarlijks onder de ouders en alle medewerkers wordt gehouden, worden meegenomen in de
planvorming.
Passend Onderwijs
op het Stellingwerf College
Alle leerlingen die over voldoende cognitieve capaciteiten beschikken om succesvol op één van de
verschillende afdelingen onderwijs te volgen, zijn welkom op onze school. Ook leerlingen die extra
ondersteuning nodig hebben omdat zij bijvoorbeeld dyslexie, ADHD of een aan autisme gerelateerde
stoornis hebben. We doen alles wat in ons vermogen ligt om aan hun specifieke behoeften tegemoet
te komen.
Als leerlingen extra zorg en aandacht nodig hebben bespreken we dit in het intern
ondersteuningsteamoverleg en samen met de leerling en hun ouders. We bekijken wat nodig is om
een zo goed mogelijke leerroute uit te stippelen met de ondersteuning die daarbij nodig is. Over welke
ondersteuning nodig is, worden duidelijke afspraken gemaakt.
Een team van begeleiders (orthopedagogen, interne begeleider, zorgcoördinator, mentoren,
vertrouwenspersonen en andere ondersteuners) staat klaar om leerlingen te begeleiden. Leerlingen
kunnen gebruik maken van de volgende ondersteuning:
10
remedial teaching, dyslexiebegeleiding, faalangst reductietraining, sociale vaardigheidstraining,
examenvreestraining, persoonlijke begeleiding door de intern begeleider, begeleiding door de mentor,
de mogelijkheid tot gesprekken met vertrouwenspersonen. Huiswerkondersteuning en specifieke
vakondersteuning in de bovenbouw behoort tot de mogelijkheden.
En we werken samen met instanties buiten de school.
De school maakt deel uit van het samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO 21.01, een breed
regionaal samenwerkingsverband t.b.v. de regionale zorgkwaliteit Passend Onderwijs.
De ambitie van het SWV vertaalt zicht o.a. in meer leerlingen in het regulier en minder in het speciaal
onderwijs, versterken van de onderwijskwaliteit met ondersteuning van ´curatief naar preventief´ en
verkrijgen van meer expertise binnen de reguliere scholen. Het SWV ondersteunt de scholen in het
realiseren van passend onderwijs en is verantwoordelijk voor een dekkend aanbod in de regio.
Er is voor de ouders een schoolondersteuningsplan beschikbaar waar alle vormen van basis en extra
ondersteuningsmogelijkheden worden toegelicht.
11
5.
Behaalde resultaten in de periode 2013-2016
De school beschikt over verschillende beleidsdocumenten en notities naast het jaarverslag waarin
wordt ingezoomd op ontwikkelingen en prestaties. In het schoolplan beperken we ons tot een kleine
greep uit de behaalde resultaten.

Tijdens de beleidsperiode lag het accent op het versterken/borgen van ons aanbod, het
verbeteren van de doorstroomcijfers, examencijfers en slagingspercentages, verbeteracties rond
determinatie, naast de invoering van passend onderwijs, het taal- en rekenonderwijs en extra
investeren in een positief schoolklimaat. Daarin zijn we geslaagd met schoolbreed hogere
doorstroom- en examenresultaten. Met de vele activiteiten vanuit de PBS is het veiligheidsgevoel
van leerlingen steeds verder toegenomen.
Veiligheid scoort een 9.2!

Door periodieke aandacht voor het versterken van het opleidingsniveau is het percentage
bevoegde docenten verder toegenomen tot bijna 90%.

Er is een evenwichtige functiemix van LB-, LC- en LD-functies binnen de school gerealiseerd.

Opleiden in de school heeft een structureel aanbod opgeleverd van begeleiding en ondersteuning
voor zowel nieuwe docenten als LIO-ers en stagiaires in school.

De school is ingestapt in het ondersteuningstraject ´School aan Zet´ geïnitieerd door de VO-raad.
We zijn er in geslaagd om een deel van de ambities van het bestuursakkoord tussen VO-raad en
OCW in de periode 2012-2015 te realiseren.

De uitvoering van de kwaliteitszorg heeft een structureel karakter gekregen. Meerdere
kwaliteitsmetingen (Kwaliteitsscholen, LAKS-monitor, Magister Management Platform) worden
ingezet voor een cyclische werkwijze van plannen, uitvoeren, checken en verbeteren.

Er is een brede risicoanalyse gemaakt om financieel verantwoorde keuzes te maken voor de
toekomst.
In de afgelopen periode is geïnvesteerd in het aanbod voor een onderscheidend profiel van alle
afdelingen.
Een kansrijk en onderscheidend aanbod
in alle afdelingen!

In vmbo kader is Grafimedia geïntroduceerd als een volwaardige opvolger van Commercieel
Design. Daarmee is de aansluiting op het nieuwe programma Media, vormgeving en ICT
gegarandeerd.

Als pilotschool zijn we succesvol ingestapt in de voorbereiding op de examenprogramma´s van
het nieuwe vmbo met Produceren, Installeren en Energie naast Bouwen, Wonen en Interieur.

In vwo+ is toegewerkt naar een uitdagend en uitgebreid plusprogramma in de bovenbouw met
extra examenmogelijkheden voor de moderne vreemde talen: Cambridge Engels, Duits Goetheexamen, DELF scolaire, naast het praktijkdiploma boekhouden. De school mag met ingang van
het schooljaar 2016/2017 verrijkt en versneld vwo aanbieden.

Het Technasium heeft zich ontwikkeld met een aantrekkelijk aanbod van projecten waaraan
leerlingen van havo en vwo samenwerken en waarbij creatief en innovatief denken wordt
gestimuleerd. Leerlingen maken gebruik van scrummen als planningsinstrument en in de
bovenbouw worden ze in staat gesteld om gebruik te maken van de experts uit hogescholen en de
universiteit. Via de projecten is de relatie met stakeholders vergroot.

Een belangrijke doelstelling van de afgelopen periode is het verbeteren van de studieresultaten.
Leerlingen in de bovenbouw werden in staat gesteld gebruik te maken van inloopuren, waarbij
docenten beschikbaar zijn voor vragen, extra uitleg en werk- en studiemomenten op school.
12
Leerlingen maken hun eigen keuze. Gestart als succesvolle pilot, zijn de inloopuren nu regulier
opgenomen in de bovenbouw. In mavo en vmbo wordt deze succesformule nu ook toegepast

Ten behoeve van professionalisering van het docententeam is een subsidie in de wacht gesleept
van het Leraren Ontwikkel Fonds voor de inrichting van kenniskringen voor en van leraren.
Schoolbreed hogere
doorstroompercentages!

Tegenvallende rendementscijfers (onderbouw- en bovenbouwsucces) hebben aanleiding gegeven
tot een verbeteringstraject rond determinatie met toetsplannen per vak, de introductie van OBITmethode bij toetsen, toetscoaches voor ondersteuning en advies bij het maken van toetsen, naast
de invoering van Cito-VAS en DT-toetsen.

De Plaatsingswijzer is samen met het basisonderwijs ingevoerd voor de verbetering van plaatsing
in de brugklas.
De effecten van bovengenoemde verbeteracties zijn zichtbaar omdat de doorstroomcijfers in de
beleidsperiode sterk verbeterd zijn. De borging van de belangrijkste pijlers voor determinatie: toetsing
op juiste wijze en niveau en verbeteren van de leesvaardigheid, is overigens wel een kwestie van de
lange adem en waar jaarlijks aandacht voor moet blijven.
De vertraging die kaderleerlingen opliepen op weg naar het examen is nagenoeg teruggedrongen tot
een acceptabel percentage. Dit heeft in combinatie met een te laag gemiddeld CE-cijfer en een te
groot verschil tussen de SE- en CE-cijfers de opbrengst in onze kaderopleiding onder druk gezet. De
verbeteracties zijn succesvol geweest, de onderwijsopbrengsten over 2015/2016 laten een bijgesteld,
positief beeld zien.
De opbrengsten worden op vier onderdelen (indicatoren) getoetst: onderbouwpositie t.o.v. het advies
van het basisonderwijs, de onderbouwsnelheid, het bovenbouwsucces en de gemiddelde CE-cijfers. Het
verschil tussen het schoolexamencijfer en het cijfer voor het centraal examen (SE-CE) is niet meer
opgenomen als indicator, maar wordt door de Inspectie wel gevolgd.
Schoolbreed hoge slagingspercentages!
Sinds enige jaren zijn de exameneisen voor vmbo, mavo, havo en vwo verder aangescherpt. Deze
aanscherping is gericht op het gemiddelde centraal examencijfer en de aanvullende eis voor de
kernvakken in havo en vwo. In 2016 wordt bovendien het cijfer van de rekentoets onderdeel van de
uitslagregeling voor het vwo. Voor de overige niveaus geldt dat is deelgenomen aan de rekentoets.
Ofschoon al deze maatregelen maken dat de druk rond de examens voor de leerlingen en de scholen is
toegenomen, heeft dit niet geleid tot tegenvallende examenresultaten. Integendeel. In de afgelopen jaren
zijn de slagingspercentages van onze school op of boven het landelijk gemiddelde, zoals uit
onderstaande tabel blijkt.
2016*
leerroute
Basis
Kader
Mavo
Havo
Vwo
Totaal
2015
2014
2013
percentage
geslaagd
percentage
geslaagd
percentage
landelijk
percentage
geslaagd
percentage
landelijk
percentage
geslaagd
percentage
landelijk
100%
100%
96%
86%
95%
95%
100%
100%
94%
96%
93%
97%
97%
95%
94%
88%
93%
94%
100%
100%
96%
89%
100%
95%
97%
95%
94%
88%
90%
93%
100%
88%
99%
79%
96%
89%
96%
93%
91%
88%
92%
91%
* de landelijke cijfers zijn bij het opstellen van dit overzicht nog niet bekend.
13
Leerlingen succesvol!
Bij de jaarlijkse debatwedstrijden Op weg naar het Lagerhuis, de landelijke wedstrijden van Vak
kanjers en metselen in het vmbo, op sportgebied (met deelnemers aan de olympische - en paraolympische spelen), met het beste Friese profielwerkstuk, tijdens de Slauerhoff gedichtenwedstrijd, bij
de Solar Challenge en musicals.
Op allerlei fronten zijn leerlingen van alle niveaus zeer succesvol geweest. Het gaat te ver om alle
individuele successen op te sommen. Helemaal weglaten is geen optie, voor velen van ons maakt dat
net het verschil!
14
15
6. Personeelsbeleid
Het personeelsbeleid is vastgelegd in de beleidsagenda voor personeelsbeleid. Een aantal aspecten
zijn uitgelicht en in het schoolplan opgenomen. Voor twee personeelsgeledingen is een taak
weggelegd, bij de PMR voor vaststelling van het personeelsbeleid, voor de werkgroep PB bij de
uitwerking van beleid. Uitgangspunt is het bereiken van consensus. Mocht bij het ontwikkelen van het
algemeen beleid blijken dat bepaalde gewenste ontwikkelingen haaks staan op bestaande
verwachtingen of afdelingsbeleid dan wordt dit gesignaleerd, afgestemd en waar nodig en mogelijk
aangepast.
Het Stellingwerf College ziet zichzelf als lerende organisatie. Wij verwachten dan ook een lerende
houding van onze medewerkers. Professionaliteit, flexibiliteit en verantwoordelijkheid zijn
kernbegrippen en een fout wordt gezien als kans om te verbeteren.
De stijl die wordt nagestreefd, is verantwoordelijkheid nemen en ondernemerschap laten zien. Dat
geldt voor de afdeling, maar ook in de eigen beroepspraktijk. Medewerkers worden kansen geboden,
zijn zelfstandig en wendbaar en kunnen daardoor succesvol zijn. Binnen de schoolmuren gaan we uit
van een binding en betrokkenheid naar elkaar in een open cultuur, zonder dat dit knellend mag
worden. Van de volgende uitgangspunten wordt uitgegaan:
- als dienstverlenende instelling heeft de school alleen toekomst als lerende organisatie;
-
de school is sterk afhankelijk van de kwaliteit en de motivatie van haar personeel;
-
de school ziet zich bij werving van goed personeel zowel als werkgever èn als sollicitant;
-
ontwikkelen van personeel wordt gestimuleerd, onder meer via ontplooiingsmogelijkheden,
bevorderen van deskundigheid en verhogen van de eigen expertise;
-
leidinggevenden en medewerkers zijn tegenover elkaar zoveel mogelijk voorspelbaar in gedrag en
uitlatingen;
-
juiste omvang, samenstelling en welzijn van het personeel wordt belangrijk gevonden, daarom vindt
geregeld voortgangsgesprekken en welbevindenonderzoek plaats.
De kaders voor het personeelsbeleid zijn vastgelegd in de cao en de Wet BIO (wet op beroepen in het
onderwijs) en op schoolniveau vastgelegd in het: Schoolplan 2013-2016, Functieboek 2016,
Taakbeleid en het Scholingsplan.
Op basis van de bekwaamheidseisen van de Wet BIO wordt in de school gewerkt met het digitaal
bekwaamheidsdossier en een professionele gesprekkencyclus met een start-, voortgangs- en
beoordelingsgesprek. De beleidsagenda verlangt evaluatie en bijstelling, dat zal in deze
beleidsperiode worden opgepakt.
Cao-VO
Per 1 juli 2016 is de nieuwe cao VO 2016-2017 van kracht, met een looptijd tot 1 oktober 2017.
Verschillende gevolgen van de eerder afgesloten cao zijn omgezet in schoolbeleid (inzet persoonlijk
keuzebudget, transitieplan onderwijstijd en taakbeleid). Aan het taakbeleid OP is een document
taaktoedeling OOP toegevoegd.
Functiemix
In de periode 2008-2014 is in samenwerking met de werkgroep personeelsbeleid en de PMR
structureel invulling gegeven aan het Actieplan Leerkracht met de functiemix en waardering, het
opstellen van bekwaamheidseisen, promotiebeleid, etc.. Voor promotie naar LC en LD worden
docentkwaliteiten, competenties en bevoegdheid als criteria genoemd. Er is een stappenplan
ontwikkeld voor verbetering van het loopbaanperspectief. Recentere ontwikkelingen (cao-VO en
rekentool) hebben tenslotte geleid tot een aanpassing in de doelpercentages. Op school is nieuw
beleid ontwikkeld om het entreerecht en het eigen schoolbeleid te kunnen combineren in
maatwerkafspraken.
Met deze afspraken zijn de oude doelstellingen vervallen, aangezien wordt voldaan aan de
percentages van de rekentool. Een gevolg is dat er in de periode t/m 2018 geen nieuwe LC- en LD
benoemingen plaats zullen vinden, met uitzondering van de benoeming die in het tijdpad entreerecht
zijn opgenomen.
16
Entreematrix laat per 1 augustus 2016 het volgende beeld zien:
Fte totaal
Stand 2014
Percentage rekentool
Stand 2016
93,82
%LB
44,90
54,30
48,85
%LC
33,70
28,30
21,96
%LD
21,40
17,40
29,19
In bovenstaande entreematrix wordt weergegeven wat de stand in 2016 is ten opzichte van de situatie
in 2014. Het percentage rekentool wordt gehanteerd als streefpercentage.
Bevoegd voor de klas
In het sectorakkoord VO 2014-2017 zijn afspraken gemaakt om het aantal onbevoegde docenten voor
de klas terug te dringen. Als werkgever hebben we de plicht met elke onbevoegde docent een
studieplan op te stellen, waarin facilitering in tijd en geld is vastgelegd. Dit moet leiden tot een
onderwijsbevoegdheid binnen twee jaar, met de mogelijkheid van een verlenging van de studieperiode
van tweemaal twee jaar.
89,8% docenten staat bevoegd
voor de klas!
Tijdens de beleidsperiode is in school het percentage bevoegd verder toegenomen tot 89,8%,
tegenover 78% op landelijk niveau. Dat betekent dat 10,2% (9,90 fte op 93,82 fte) van de docenten
onbevoegd is, onder-bevoegd niet meegenomen. Ofschoon het percentage in vergelijking met de
landelijke cijfers positief afsteekt en het zeker bemoedigend is in welke mate het aantal onbevoegden
afneemt, blijft dit een punt van aandacht.
Docenten worden gestimuleerd om bevoegdheid en ontwikkeling te registeren in het Lerarenregister,
deze registratie wordt in 2017 verplicht.
7. Kwaliteit
Kwaliteitszorg is het geheel aan maatregelen waarmee het Stellingwerf College op systematische
wijze de kwaliteit bepaalt, bewaakt en verbetert. Het is niet alleen een optelsom van procedures,
systemen en metingen. Het is de motor voor ontwikkelingen en de basis voor professioneel
samenwerken. Het helpt op deze manier om de kwaliteit van de school in de toekomst te verbeteren
en gaat (veel) verder dan terugkijken op geleverde kwaliteit.
Als school zien we kwaliteitszorg als het geheel van activiteiten dat ondernomen wordt om de kwaliteit
van de school te onderzoeken, te verbeteren, te borgen en openbaar te maken. De activiteiten op het
gebied van kwaliteitszorg worden periodiek, cyclisch en doelgericht ingezet, gekoppeld aan de
beleidsontwikkeling (strategisch, tactisch en operationeel). De school beschikt over een
kwaliteitsbeleidsplan. Er zijn verschillende mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs van de
school in beeld te brengen, één ervan is het transparant weergeven van de resultaten van de school.
Daarvoor maken wij gebruik van Scholen op de kaart.
Scholen op de kaart
In Scholen op de kaart wordt alle cijfermatige informatie verzameld in één systeem. De informatie die
bewerkt en geschikt gemaakt wordt voor presentatie, is afkomstig van de school zelf en van
verschillende overheidsinstellingen, waaronder de Inspectie van het Onderwijs en DUO (Dienst
Uitvoering Onderwijs). Scholen op de kaart biedt een betrouwbare basis om op grond van 20
verschillende indicatoren verantwoording af te leggen en het gesprek aan te gaan met leerlingen en
hun ouders en medewerkers, maar ook met de ouderraad, de medezeggenschapsraad en de Raad
van Toezicht. De gepresenteerde cijfers worden vergeleken met de gegevens van andere scholen
(benchmarking). Zo is de school in staat een breder en preciezer beeld van de schoolprestaties te
geven.
De school beschikt over een notitie Kwaliteitsbeleid. Daarin is ook een planning opgenomen wanneer
tot evaluatie wordt overgegaan.
17
8. Jaarplannen per afdeling
Basis en Kader
Mavo
Havo
Vwo
18
Jaarplan afdeling Basis en Kader
Evaluatie
Afgelopen schooljaar zijn alle eindexamenleerlingen van de afdeling beroepsgericht vertrokken met
een diploma. Een mooie opsteker voor de afdeling. Twee leerlingen zijn Cum Laude geslaagd en één
leerling heeft een schoolcertificaat havo Engels gekregen.
Het belangrijkste punt wat we hebben verbeterd is het bovenbouwsucces. Het gehele team heeft
afgelopen schooljaar een super prestatie neergezet. De afdeling heeft 1 zittenblijver in de bovenbouw.
Door alert en actief te sturen hebben we het bovenbouwsucces om weten te buigen naar boven de
norm. Met het behalen van dit resultaat is het laatste hiaat op het onderwijsresultatenoverzicht van de
Inspectie VO weggewerkt.
De indicatoren onderwijspositie, onderbouwsnelheid examencijfers blijven boven de norm. Het verschil
in SE-CE is bij basis verbeterd. De leerlingen scoren echter nog wel 0.26 hoger op het CE in basis.
Voor het komend schooljaar blijft dit een aandachtspunt, docenten zijn nog te streng bij het becijferen
van het schoolexamen.
Bevorderingsgegevens
Onderbouwsnelheid
Bevordering van leerjaar 1 (2015/2016) naar leerjaar 2 (2016/2017) schoolbreed
leerlingen
niet
niet
bevorderd
bevorderd
totaal
bevorderd
bevorderd
totaal
percentage
totaal
percentage
272
3*
1,1%
269
98,9%
norm
95,47%
*met medische oorzaak niet of nauwelijks op school
van:
Basis 1
Basis 2
Kader 2
Gemiddelde
afdeling
Basis 2
20
Basis 3
Kader 3
andere school
1 ISK
22
1
45
norm
95,47
99,27
Bovenbouwsucces
Basis
Klas:
2015/2016
Niet
succesvol
0
0
0
Basis 3
Basis 4
Totaal
Jaarscore
3-jaarsgemiddelde
Bovenbouwsucces
Klas:
Kader 3
kader 4
Totaal
Jaarscore
3-jaarsgemiddelde
Kader 2
7
Succesvol
33
55
88
2014/2015
Niet
succesvol
4
0
4
100
95,98
Kader
2015/2016
Niet
succesvol
1
0
1
Boven de norm
Succesvol
25
29
54
93,10
46
55
101
99,02
2014/2015
Niet
succesvol
9
0
9
91,51
Succesvol
56
34
90
90,9
norm 86,33
19
2013/2014
Niet
succesvol
4
0
4
Succesvol
20
29
49
92,45
Boven de norm
norm 87,16
Succesvol
percentage
100%
100%
97,8%
2013/2014
Niet
succesvol
13
0
13
Succesvol
32
25
57
81,43
Boven de norm
Analyse van de bevorderingsresultaten
Basis
In basis 1 is één leerling vertrokken naar de ISK. Deze leerling is tussentijds ingestroomd vanuit een
opvangcentrum voor vluchtelingen en had nog niet het juiste niveau om regulier basis aan te kunnen.
ISK Drachten heeft hem getest en het advies gegeven een jaar te schakelen. In basis 1 zijn 7 leerlingen
bevorderd naar een hoger niveau. De overige 20 zijn bevorderd naar de tweede klas basis. Alle
leerlingen van basis 2 en 3 zijn bevorderd. Het examenresultaat van basis was wederom 100%. Dit
betekent dat er 29 leerlingen beginnen aan een nieuwe studie op het ROC.
Kader
In kader 2 gaat één leerling doubleren, de andere leerlingen zijn bevorderd naar kader 3. In kader 3 zijn
45 leerlingen bevorderd naar de vierde klas. Een leerling die aan het begin van het jaar is ingestroomd
gaat verder in TL3 in Hengelo.
Zorgelijk is de onderwijspositie: veel leerlingen zitten in de derde klas kader onder het advies wat ze
hebben gekregen bij het verlaten van de basisschool. Van de brugklas naar de tweede zijn te veel
leerlingen naar een lager niveau bevorderd. Het betreft voornamelijk leerlingen die met een mavobespreekprofiel zijn ingestroomd in de brugklas. Dit vraagt om aansturing eerst nadat nader onderzoek
is verricht in samenwerking met de brugklascoördinator.
In totaal 55 leerlingen hebben het diploma gekregen, een opbrengst van 100%. Alle leerlingen starten
na de zomervakantie op het ROC.
Speerpunten voor 2016/2017
Voor 2016/2017 maakt de afdeling de keuze om het speerpunt opbrengsten te borgen, docenten
willen graag dat dit speerpunt aandacht blijft krijgen. Voor alle afdelingen is een speerpunt dat we
leerlingen uitdagen en dat leerlingen meer eigenaar worden van hun eigen leerproces.
De leerling aan zet, aan de basis staat voor een actief leerproces met aandacht voor verschillen. Met
het team richten we ons op differentiëren, motiveren en activeren.
Het versterken van de coachende kwaliteit van de mentoren is een nieuw speerpunt die
bovengenoemde doelen ondersteunen.
Vorig jaar zijn we projecten aangegaan met de omgeving. Deze projecten worden verder uitgebouwd.
Concrete afspraken over opdrachten zijn al gemaakt met Serafijn, OTIB, Stellinghaven, Bouwend
Nederland.
De projectweek van afgelopen schooljaar zal wegens succes worden uitgebreid. Een groep van
enthousiaste docenten gaan een nieuw thema ontwikkelen. Afgelopen jaar ging het thema over
ontwikkelingssamenwerking. Gastsprekers van buiten de school zullen worden uitgenodigd.
20
Speerpunten voor 2016-2017:
1.
2.
3.
4.
5.
Opbrengsten doorstroom bovenbouw borgen
Verschil SE en CE verkleinen
Rendement vergroten van de lessen door leerlingen te stimuleren
Vernieuwing beroepsgericht onderwijsprogramma vmbo
Versterken van de coachende kwaliteit van de mentoren
1.
Opbrengsten doorstroom bovenbouw borgen
Specifiek
Meetbaar
Ambitie
Realistisch
Tijdsduur
2.
Leerlingen liepen vertraging op in de bovenbouw met name in de kader
afdeling. De stagnatie is te wijten aan verschillende oorzaken. Aanwijsbare
oorzaken zijn: het PTA, leerlingen stimuleren c.q. bij docenten
resultaatbewustzijn blijvend activeren en de sectorkeuzeprocedure.
• Bijstellen en afstemming van de PTA’s
• Vragenlijsten via de decaan over de keuze sector.
• Inventarisatie van de opbrengsten van de cursus vergroten van het
handelingsrepertoire.
• Leerlingen stimuleren, structuur aanbrengen en motiveren.
• Uitdagen en leerlingen duidelijk maken dat leerlingen mogelijkheden
hebben.
• Minder doublanten in de bovenbouw.
• Dialoog vergroten tussen lesgevenden en leerlingen
• Handelingsbekwaamheid van de docenten vergroten, met name de
opvoedende en pedagogische rol versterken.
• Voor 1 oktober de PTA”s controleren.
• Eindexamenleerlingen bespreking in rooster van werkzaamheden.
• Februari-bijeenkomst met de decaan
Hele jaar, evaluatie juli 2017.
Verschil SE en CE verkleinen (door SE cijfer te verhogen)
Specifiek
Meetbaar
Ambitie
Realistisch
Tijdsduur
• Verbetering van de examenresultaten bij kader.
• Verschil SE-resultaten en CE-resultaten verkleinen bij basis.
Het SE cijfer basis naar een gemiddelde van 6,6
Het CE cijfer van kader naar een gemiddelde van 6,4
Resultaten verbeteren en borgen boven het landelijk gemiddelde.
• Leerlingen stimuleren, structuur aanbrengen en motiveren.
• Toets analyse volgens de OBIT-methode.
• Examenvoorbereiding strakker organiseren en niet alleen op basis
van vrijwilligheid.
• Twee keer een examen oefenen.
• Niet verplichte CE- onderdelen afronden in het derde leerjaar.
• Docenten komen bijeen om problemen te bespreken.
• Gesprekken met secties over de resultaten. Secties borgen of
ontwikkelen een actieplan met meetbare afspraken
• Examenresultaten bespreken. Naar aanleiding hiervan worden
nieuwe doelen gesteld.
• Ouders en leerlingen een voorlichten over het examen
Hele jaar, evaluatie in april en juli 2017
21
3.
Rendement en kwaliteit vergroten van de lessen door leerlingen te stimuleren
Specifiek
Meetbaar
Ambitie
Realistisch
Tijdsduur
4.
Voor leerlingen een aantrekkelijker onderwijsprogramma aanbieden zodat
de leerlingen een actieve houding krijgen. Het vakdidactisch handelen van
de docenten vergroten.
Docenten:
• Toetsen laten analyseren door de OBIT- coaches.
• Een goed onderwijsprogramma ontwikkelen dat in dienst staat van
het eindexamenprogramma. Onderbouw docenten dienen kennis te
hebben van het eindexamenprogramma.
• Lesbezoeken van docenten bij andere docenten.
• Docenten laten nadenken over alternatieve, actieve werkvormen.
Afstemmen op de verschillen tussen leerlingen.
Eindexamensecretaris en docent:
• Controle op PTA en cijfercontrole.
• Het opstellen voor een praktisch PTA in samenwerking met de
leerlingenadministratie.
Decaan:
• Pro actief samenwerking zoeken met de ROC’s.
• Duidelijke LOB componenten ontwikkelen.
Vakdidactisch, pedagogisch handelen en effectieve feedback vergroten van
de docenten.
Lesbezoeken
Docenten wijzen op de betekenis van de data van Cito-Vas en DTT.
Kenniskringen, bijeenkomsten om successen te delen.
Schooljaar 2016/2017
Vernieuwing beroepsgericht programma vmbo
Specifiek
Meetbaar
Ambitie
Realistisch
Tijdsduur
Het beroepsgerichte programma wordt met ingang van augustus 2016
gewijzigd. PIE en BWI blijven komende schooljaar de pilotstatus houden. MVI
en Z&W hebben geen pilotstatus.
Docenten:
• Bezoek en uitwisseling van ervaringen andere scholen.
• Symposia georganiseerd door de platforms beroepsgericht.
• Ondersteuning PTA.
• Een goed onderwijsprogramma ontwikkelen dat in dienst staat van
het eindexamenprogramma.
Eindexamensecretaris:
• Controle PTA en cijfercontrole.
• Het opstellen voor een praktisch PTA in samenwerking met de
leerlingenadministratie.
Decaan:
• Pro actief samenwerking zoeken met de ROC’s.
Duidelijke LOB componenten ontwikkelen.
Cijfers van de doorstroom van de onderwijsinspectie.
Leerlingen goed voorbereiden op een ROC opleiding.
Docenten volgen cursussen bij de verschillende platforms.
Docenten volgen scholing voor de onderdelen die ze niet beheersen.
2016-2018 Invoering is na 2018 een feit.
22
5.
Versterken van de coachende kwaliteit van mentoren
Specifiek
Meetbaar
Ambitie
Realistisch
Tijdsduur
Het huidige programma is sterk afhankelijk van de goodwill van de mentoren
en hun vaardigheden.
• Gesprekken en afspraken staan al in het rooster van werkzaamheden
• Diverse
scholingen
van
de
zorgcoördinator
via
samenwerkingsverband en de afzonderlijke mentoren in juli 2016
opgestart.
• Deskundigheidsbevordering van de mentoren.
• Toename van kwaliteit en begeleiding door de mentoren.
• Taak verkennen op het gebied van het LOB.
• Dialoog tussen lesgevende docenten en leerlingen.
• Effectieve leerlingbespreking.
• Inventarisatie behoeften van de mentoren van klas 1, 2 en 3
• Eventueel een mentormap ontwikkelen met concreet materiaal.
Kennis uitwisselen en delen van ervaringen.
Gedurende hele jaar eindevaluatie na de overgangsvergadering 2017.
Verlenging naar cursusjaar 2017/2018
Brant Visser,
afdelingsleider vmbo.
23
Jaarplan afdeling Mavo
Evaluatie schooljaar 2015/2016
Onderbouwsnelheid
Bevordering van leerjaar 1 (2015/2016) naar leerjaar 2 (2016/2017) schoolbreed
leerlingen
niet
niet
bevorderd
bevorderd
totaal
bevorderd
bevorderd
totaal
percentage
totaal
percentage
272
3
1,1%
269
98,9%
norm
95,47%
*met medische oorzaak niet of nauwelijks op school
Van:
M2E
M2F
M3
Mavo 2
1
1
Naar:
Kader 3 Mavo 3
1
24
1
23
Mavo 4
99
andere school
0
0
0
percentage
92.3 %
92 %
100 %
Boven de norm
Bovenbouwsucces
Klas:
2013/2014
Niet
Succesvol
succesvol
17
61
3
73
20
134
134:154*100= 87,01
2014/2015
Niet
Succesvol
succesvol
10
75
4
68
14
143
143:157*100= 91,08
2015/2016
Niet
Succesvol
succesvol
0
99
3
78
3
177
177:180*100= 98,33 %
92,46 %
Boven de norm
M3
M4
Totaal
Jaarscore
3-jaarsgemiddelde
•
Het rendement in de onderbouw ziet er goed uit.
•
Het percentage voor het bovenbouwsucces ligt boven de norm. In mavo 3 is iedereen
overgegaan en van de 81 examenleerlingen zijn er 78 geslaagd.
•
Het gemiddelde examencijfer was in 2016: 6,29. Het landelijke cijfer was 6,43 en het percentiel
was 47. Een mogelijk effect van het gemiddeld lage examencijfer is dat alle leerlingen één vak
extra hebben. Hierdoor wordt het slagingspercentage vergroot, maar het gemiddelde cijfer
verlaagd. Of dit inderdaad het geval is, zal onderzocht moeten worden.
•
De schooltevredenheid onder de ouders van mavoleerlingen is in 2016 gestegen.
•
In het schooljaar 2015/2016 was één van de speerpunten het aantal zittenblijvers in mavo 3 te
verkleinen. Ingezet is op mentorgesprekken met leerling en ouders bij de start van het
schooljaar en een eindsprint aan het einde van het schooljaar. De eindsprint houdt in dat
leerlingen een week voor de meivakantie tot het einde van het schooljaar na de reguliere
lesuren op school aan het werk gaan onder leiding van docenten.
•
Het einde van het schooljaar nuttig te laten verlopen. Mavo 3 heeft aan het einde van het
schooljaar een toets- en inhaalweek gehad. De laatste dag is besteed aan het bespreken van
de resultaten. Voor mavo 2 is dit nog niet gelukt en zal in 2016/2017 opgepakt worden.
Plannen voor de komende jaren
In de komende vier jaar zal het leerlingenaantal dalen, dit biedt ook kansen.
De mavo afdeling is al tijden op zoek naar een technisch gericht examenvak. Wegens gebrek aan
ruimte is dit plan nog niet opgestart. Dit zal de komende jaren worden ontwikkeld.
Gesprekken met leerlingen zullen in de toekomst meer en meer een plaats krijgen in de afdeling. De
informatie en het gezichtspunt waaruit leerlingen naar zaken kijken, is soms verhelderend en geeft ons
ideeën. Hier wordt een voorzichtige start meegemaakt. Tenslotte wordt een project voor mavo 2
ontwikkeld voor de laatste lesweek.
24
Speerpunten 2016/2017
Uit de evaluatie volgen een aantal speerpunten voor de afdeling mavo. Daarnaast zal het schoolbrede speerpunt De leerling aan zet een zeer belangrijke plaats innemen in de afdeling. Dit komt neer
op de volgende speerpunten voor het schooljaar 2016/2017:
1. De leerling aan zet.
2. Het borgen van de overgangs- en slagingspercentages.
3. Het verhogen van het gemiddelde examencijfer op of boven het landelijk gemiddelde.
4. De laatste schoolweek voor mavo 2 nuttig te laten verlopen.
1.
De leerling aan zet
Specifiek
Meetbaar
Ambitie
Realistisch
Tijdsduur
2.
Docenten zijn de gehele les erg druk bezig om leerlingen lesstof bij te
brengen. Dit gebeurt terwijl de leerlingen zitten te luisteren. Deze
vaardigheid is bij leerlingen dan ook goed ontwikkeld. Leerlingen volgen de
docent en zijn zich te weinig bewust dat zij degene zijn die aan het werk
moeten.
Dit vraagt van docenten andere vaardigheden, die nog niet bij een ieder
zijn ontwikkeld, zoals inzicht verkrijgen in wat een leerling specifieke nodig
heeft.
•
De leerling is zich bewust van zijn eigen rol bij het leren.
•
Docenten zijn goed toegerust om leerlingen hierin te begeleiden.
•
In de lessen zijn leerlingen voor minstens 50% actief bezig.
• De kenniskringen en workshops geven docenten meer handvatten om
leerlingen goed te begeleiden.
• Scholing en activiteiten moeten met dit speerpunt afgestemd zijn.
• Differentiëren binnen klassenverband moet gewoon worden.
• Lessen ontwikkelen voor de kernvakken in de brugklas afgestemd op
uitkomsten Cito-VAS. Dezelfde ambitie is er voor DTT aan het eind van
de onderbouw.
• Voortgangsgesprekken met de docenten structureel aanpakken.
•
Subsidie en scholingsgelden.
•
Twee keer in het schooljaar, in november en februari bijeenkomsten
met docenten organiseren, waar successen met elkaar worden
gedeeld.
•
Tijdens de lesbezoeken wordt er specifiek naar de activerende
werkvormen gekeken.
•
Kenniskringen.
Scholing is een vast onderwerp in het voortgangsgesprek.
kartrekkers: Cito-VAS de brugklascoördinator, DTT de afdelingsleider.
Het gehele schooljaar. Evaluatie juli 2017.
Resultaten 2015-2016 borgen
Specifiek
Meetbaar
Ambitie
Realistisch
Tijdsduur
De overgangsresultaten van 2015/2016 waren goed.
Het slagingspercentage lag boven het landelijk gemiddelde evenals het
bovenbouwsucces.
Borgen van behaalde resultaten.
•
Behaalde resultaten met de docenten bespreken.
•
Docenten passen de lessen aan naar aanleiding van de behaalde
resultaten.
•
Startgesprekken tussen mentor, ouder en leerling.
•
Eindsprint in mavo 3 herhalen.
•
Proefwerkweken in mavo 3 en 4 instellen.
•
Gesprekken met secties en individuele docenten over behaalde
resultaten.
•
Docenten ondersteunen om de leerlingen goede feedback te geven.
•
Gesprekken met ouders, leerlingen en mentor in klas 2 en 3.
•
Eindsprint.
Het gehele schooljaar. Evaluatie juli 2017
25
3.
Het gemiddelde examencijfer van de afdeling mavo verhogen
Specifiek
Meetbaar
Ambitie
Realistisch
Tijdsduur
Het gemiddelde cijfer van de afdeling mavo was 6,18. Dit is beneden het
landelijke gemiddelde met een percentielscore van 47%.
Het gemiddelde examencijfer van de afdeling boven de landelijke norm
brengen.
•
Docenten lessen aanpassen naar aanleiding van de behaalde
resultaten.
•
Aanpassen PTA.
•
Langere en grotere SET’s afnemen in de laatste periode.
•
Proefwerkweken in mavo 3 en 4 instellen.
•
Gesprekken met secties en individuele docenten over behaalde
resultaten.
•
Docenten ondersteunen om de leerlingen goede feedback te geven.
•
Proefwerkweken.
•
PTA met twee uur durende SET’s over een groter stuk stof.
Evaluatie, juli 2017. .
Willy Klat,
afdelingsleider mavo
26
Jaarplan afdeling havo
Evaluatie schooljaar 2015/2016
Voor het schooljaar 2015/2016 is de nadruk gelegd op:
- verbeteren van de doorstroomgegevens naar 70% (60% is landelijk gemiddelde)
- verbeteren leeropbrengsten in havo 5
- borgen van mindsets
- leerlingen enthousiasmeren door ze te activeren
Onderbouwsnelheid
Bevordering van leerjaar 1 (2015/2016) naar leerjaar 2 (2016/2017) schoolbreed
leerlingen
niet
niet
bevorderd
bevorderd
totaal
bevorderd
bevorderd
totaal
percentage
totaal
percentage
272
3
1,1%
269
98,9%
norm
95,47%
*met medische oorzaak niet of nauwelijks op school
Bevorderingsgegevens leerjaar 2 naar 3
Klas H2
leerlingen
niet bevorderd
niet bevorderd
bevorderd
bevorderd
totaal
totaal
percentage
totaal
percentage
H2G
24
2
8,3%
22
91,7%
H2H
25
2
8%
23
92 %
H2I
26
1
3,8 %
25
96,2 %
A2 totaal
75
5
5,8%
70
93,3 %
norm
95,47
onder de norm
resultaat
Vijf doublanten in havo 2 op 75 leerlingen is te veel. We zitten dus onder de norm. Twee van deze vijf
leerlingen zijn afgestroomd naar mavo 3, daarentegen is er ook een leerling bevorderd naar A3.
Streven voor volgend jaar is 1 doublant of minder per klas.
Bovenbouwsucces 2015/2016
havo
havo 3
havo 4
havo 5
totaal
norm
resultaat
leerlingen totaal
13/14 14/15
103
81
111
136
90
97
304
314
15/16
81
94
134
309
bevorderd totaal
13/14 14/15
87
67
86
128
81
93
254
288
15/16
74
79
115
268
bevorderd percentage
13/14
14/15
84%
83%
77%
94%
90%
96%
84%
92%
boven de
norm
boven de
norm
15/16
92%
84%
86%
87%
79,66%
boven de
norm
Verbeteren van het bovenbouwsucces
Het aantal doublanten in havo 3 is sterk teruggedrongen. Mentoren hebben sterk ingezet op een
persoonlijke begeleiding en dit heeft effect gehad.
In maart stonden ruim 35% van de havo 4 leerlingen op doubleren, de lenteschool heeft hier zijn werk
gedaan.
Het percentage geslaagden in havo 5 viel wat tegen, vooral als je het vergelijkt met vorig jaar,
Wel is het zaak het speerpunt bovenbouwsucces weer op te nemen, want doubleren scoort hoog in
het lijstje waarin opgesomd wordt wat leerlingen niet motiveert en de percentages zijn niet stabiel.
Verbeteren leeropbrengsten in H5
Veel vakken halen het landelijk gemiddelde niet. Dit blijft een grote zorg. Ondanks de inzet van
docenten, het aanbieden van steunlessen, het openstellen van de school in meivakantie, vielen de
resultaten tegen.
Gelukkig houdt iedereen de moed erin en wordt er steeds met hernieuwde energie getracht om een
beter resultaat neer te zetten. De kernvakken kunnen hier duidelijk het verschil maken!
27
Borgen van de mindsets
De mindsets hebben een plaats in de school gevonden en gaan komend jaar een plekje krijgen in de
kenniskringen. Zowel leerlingen als docenten zijn positief over het resultaat van het werken met deze
methode.
Aanpak havoleerlingen
De insteek op activerende werkvormen heeft inmiddels schoolbreed een aftrap gehad. Daar waar
vorig jaar vrijblijvend activerende werkvormen aarzelend werden uitgeprobeerd, stappen we er
komend jaar forser in. De opzet van vorig jaar was meer een papieren doel, die bij de meeste
collega’s niet goed uit de verf is gekomen.
Speerpunten schooljaar 2016/2017
1.
2.
3.
4.
1.
De leerling aan zet. Dit punt geldt voor de hele school en is al eerder beschreven.
Verbeteren van de doorstroomgegevens bovenbouw met 5%
Verbeteren van het gemiddelde CE van H5 met als ultieme doel het landelijke gemiddelde te
halen.
Aansluiten bij de didactiek van het VO om uitval daar terug te dringen naar het landelijk
gemiddelde
De leerling aan zet
specifiek
meetbaar
ambitie
realistisch
tijdsduur
2.
In te veel lessen worden de leerlingen te weinig geactiveerd/uitgedaagd om
eigenaar te worden van hun eigen leerproces. De hardwerkende docenten
leveren hapklare brokken, zodat de leerlingen niet worden gedwongen om
eerst zelf na te denken over hoe ze zich lastige stof eigen kunnen maken.
De leerling is gemiddeld 50% van de les aan zet.
Docenten zijn toegerust om activerend aan de slag te kunnen gaan.
Docenten moeten leren de regie af en toe los te laten.
Leerlingen zijn meer eigenaar van hun eigen leerproces
Docenten toerusten door het aanbieden van cursussen die te maken
hebben met differentiëren, activeren, keuzes maken en feedback geven aan
leerlingen op hun leerwerk. (kenniskringen, workshops, uitwisselingen van
ervaringen)
Inzetten op een mentoraat waarbij leerlingen worden gecoacht om goed
naar zichzelf en hun planning te kijken.
Aan de slag met de DTT gegevens in havo 4
LOF gelden, scholingsbudget en tijd
Lesbezoeken
Meerdere jaren met tussentijdse evaluaties
Verbeteren van de doorstroomgegevens bovenbouw met 5%
specifiek
meetbaar
ambitie
realistisch
tijdsduur
De doorstroomgegevens kunnen verbeterd worden. Doubleren is alleen
goed als een leerling nog moet rijpen, in de meeste andere gevallen werkt
het demotiverend.
Het aantal doublanten met 5% te verminderen
Mentoren aansporen het contact met leerling en thuis goed te
onderhouden. Samen met ouders en leerling de juiste aanpak vinden en
hier samen uitvoering aan geven geeft vaak resultaat. Tevens vergroot je
hiermee de ouderbetrokkenheid.(subdoel)
De lenteschool weer inzetten vanaf de meivakantie.
Ouders en leerlingen meteen wijzen op de inloopuren die na de
herfstvakantie starten
Extra vergadering in H4 in april
Resultaten monitoren
Mentoren bevragen
Een docent als trekken benoemen voor de lenteschool
Hele jaar, evaluatie juli 2017
28
3.
Verbeteren van het gemiddelde CE cijfer H5
specifiek
meetbaar
ambitie
realistisch
tijdsduur
4.
Hoewel we de resultaten de afgelopen jaren langzaam omhoog gingen,
vielen ze dit jaar, ondanks alle inspanning tegen.
Het gemiddelde CE cijfer is gedaald naar 6,18 terwijl dit het in 2015 6,24
was.
Het landelijk gemiddelde is dit jaar 6,36, we zitten daar dus behoorlijk onder
met een percentiel van 34%.
Het percentiel van de havo naar 50% krijgen
Examenresultaten verbeteren naar het landelijk gemiddelde
Vooral insteken op de kernvakken
Docenten motiveren nog gerichter met examentraining aan de slag te gaan
Leerlingen activeren de steunlessen te benutten
Leerlingen hun zwakke kanten leren te verbeteren in een vroegtijdig
stadium.
Twee docenten hebben zich opnieuw gebogen over mogelijkheden de
leesvaardigheid te optimaliseren
Ruimte en tijd voor individuele begeleiding
Wolf-score formulieren
Gesprekken docenten
Hele jaar, evaluatie juli 2017
Aansluiting VO-HO
specifiek
meetbaar
ambitie
realistisch
tijdsduur
45% van de studenten die naar het HO/WO haakt in het eerste jaar af.
45% in drie jaar terugdringen naar het gemiddelde van 31%
Achterhalen wat de reden is: verkeerde keus? Niveau? Didactiek?
Onderzoekers uitnodigen.
Docent HBO uitnodigen.
Plan van aanpak om dit probleem te voorkomen.
Proberen de leerlingen te achterhalen die de opleiding hebben verlaten.
Via een enquête de redenen om te stoppen achterhalen
Plan van aanpak n.a.v. de uitkomsten opstellen en uitvoeren
Hele jaar, evaluatie juli 2017
Sonja van der Wijk,
afdelingsleider havo.
29
Jaarplan afdeling vwo
Evaluatie 2015/2016
In 2015-2016 is de nadruk gelegd op:
1.
2.
3.
4.
1.
Resultaten in de onderbouw: zitten de leerlingen in vwo 2 op het juiste niveau?
Examenresultaten: vasthouden goede resultaten voor CE en SE-CE bij betere
doorstroomresultaten.
Onderwijsontwikkeling vwo+: verbeterde Beleidsplan vwo+ aan de hand van aanbevelingen
docenten uitvoeren.
Verbetering aanpak problemen studievoortgang vwo 4: plan van aanpak waar alle docenten
bij betrokken zijn.
Resultaten onderbouw
Vanaf het schooljaar 2015-2016 is in de brugklas begonnen met homogene A1-brugklassen.
Motivering voor dit besluit: in de brugklas is er wel een klas voor bovengemiddeld vwo-niveau (V1+),
maar geen klas met vwo-niveau. In de AH-brugklassen wordt immers les gegeven op havo-niveau. De
doorstroomresultaten van de AH-brugklassen bleken ook slechter te zijn dan resultaten van de andere
dakpanklassen. Teveel leerlingen die aanvankelijk vanuit een AH-brugklas in A2 werden geplaatst
stroomden uiteindelijk af naar het havo.
Door leerlingen met vwo-niveau vanaf het begin ook les te geven op vwo-niveau, worden zij meer
uitgedaagd om te presteren naar vermogen.
Dit jaar is aandacht besteed aan toetsen en lesgeven op het juiste niveau. Schoolbreed zijn voor de
brugklassen en 2e klassen de Cito-VAS toetsen voor de kernvakken afgenomen. Aan de hand van de
uitslagen kunnen de docenten Nederlands, Engels en wiskunde per leerling zien welke vaardigheden
onder het niveau scoren. Verder wordt in de toetsplannen aandacht besteed aan een doorlopende
leerlijn en een opbouw in de OBIT-verhouding van brugklas tot examenklas per niveau.
Bewustwording over de waarde van onderbouwresultaten in verhouding tot kans op succes in de
bovenbouw blijft belangrijk. Onderbouwdocenten moeten op de hoogte zijn van het lesprogramma in
de bovenbouw en de eisen die worden gesteld aan de centrale examens. Goed blijven volgen of naast
de leerlingen uit A1 niet teveel leerlingen uit AH1 doorstromen naar A2. In AH1 wordt op havoniveau
les gegeven. Alleen de allerbesten zouden moeten doorstromen naar A2. De bevorderingsgegevens
van A2 naar A3 geven aan dat de norm voor onderbouwsnelheid niet wordt gehaald. Deze groep A2
bestaat uit A2K en A2L met een AH1 verleden en V2M met een vwo+ 1 verleden.
Bevordering van leerjaar 1 (2015/2016) naar leerjaar 2 (2016/2017) schoolbreed
leerlingen
totaal
272
niet bevorderd
totaal
3
niet bevorderd
percentage
1,1%
bevorderd
totaal
269
bevorderd
percentage
98,9%
norm
niet bevorderd
percentage
8,3%
0%
9,5%
5,8%
bevorderd
totaal
22
24
19
65
bevorderd
percentage
91,7%
100%
90,5%
94,2%
95,47%
onder de
norm
95,47%
*met medische oorzaak niet of nauwelijks op school
Bevorderingsgegevens leerjaar 2 naar 3
Klas A2
A2K
A2L
V2M
A2 totaal
norm
resultaat
leerlingen
totaal
24
24
21
69
niet bevorderd
totaal
2
0
2
4
30
Bovenbouwsucces 2015-2016
vwo
vwo 3
vwo 4
vwo 5
vwo 6
totaal
norm
resultaat
2.
leerlingen totaal
13/14 14/15
69
82
81
62
63
73
49
54
262
271
15/16
76
74
58
66
274
bevorderd totaal
13/14 14/15
61
70
66
53
56
67
49
50
232
240
15/16
70
62
50
62
244
bevorderd percentage
13/14
14/15
88%
85%
81%
85%
89%
92%
100%
93%
89%
89%
boven de
norm
boven de
norm
15/16
95%
84%
86%
94%
89%
81,76%
boven de
norm
Examenresultaten
Het slagingspercentage na het tweede tijdvak is 94%. Daarmee is het doel van 95% net niet gehaald,
maar is er toch tevredenheid over de uitslag. Het gemiddeld CE voor de afdeling vwo in 2016 is 6,37.
Dat is slechts 0.07 boven de norm van 6,3. Het ligt echter onder het landelijk gemiddelde van 6,51 en
een percentiel van 38 betekent dat 62% van de vwo-scholen het beter hebben gedaan. Voor volgend
jaar is het streven om op 6,5 uit te komen. Het verschil tussen SE en CE (driejaarlijks gemiddelde) is
in 2016 gering: 0,29. Het bovenbouwrendement is 62,8%. Daarmee is de door onszelf opgelegde
norm van 75% niet gehaald, maar achteraf was die doelstelling wel heel ambitieus. Die wordt alleen
gehaald als per leerjaar 93% van de leerlingen wordt bevorderd. Deze norm wordt bovendien
vervangen door het bovenbouwsucces. Deze norm is berekend naar het driejaarlijks gemiddelde
ruimschoots gehaald.
vwo
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016
gemiddeld cijfer CE
Stellingwerf College
6,23
6,08
6,25
6,74
6,73
6,56
6,37
vwo
verschil SE-CE
Stellingwerf College
0,50
0,84
0,57
0,04
0,22
0,12
0,29
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
2015-2016
Uit de tabel over het bovenbouwsucces is ook af te leiden dat het bevorderingspercentage in
atheneum 4 achterblijft bij de andere leerjaren. Toch is in dit leerjaar extra aandacht besteed aan een
goede begeleiding van leerlingen met problemen in de studievoortgang. Dit probleem blijft speerpunt
voor het volgende jaar. Zorgwekkend is dat dit jaar 4 leerlingen uit A3 doubleren in H3. De
tegenvallende resultaten van deze leerlingen werden te laat zichtbaar, waardoor gerichte bevordering
naar havo 4 niet meer mogelijk was. De doelen uit het jaarplan 2015-2016 zijn grotendeels gehaald,
maar ten opzichte van de laatste twee jaren (die heel goed waren) is het gemiddelde CE-cijfer wel
gedaald. De vakken met lage CE-cijfers ten opzichte van het landelijk gemiddelde zijn de kernvakken,
Frans, M&O, Latijn en economie. De vakken die hoog scoren zijn scheikunde, natuurkunde, filosofie,
Duits en biologie.
3.
Onderwijsontwikkeling vwo+
Het beleidsplan vwo+ is ingevoerd. Echter, dit plan moet opnieuw worden aangepast in verband met
de succesvolle aanvraag voor verrijkt en versneld vwo. Het programma vwo+ kan in grote lijnen
worden overgenomen voor het programma vwo verrijkt. Voor vwo versneld is na overleg met de
vaksecties een tijdpad uitgezet en een organisatie opgezet waarin leerlingen die het ambiëren om vwo
in 5 jaren af te ronden, dit op maat te doen.
Het programma vwo+ bovenbouw wordt voortgezet, waarbij per leerling wordt bekeken of voor
sommige vakken minder uren nodig zijn, waardoor deze tijd kan worden besteed aan verdieping voor
andere vakken of extra andere activiteiten.
4.
Verbetering studievoortgang
In het schooljaar 2015-2016 is gewerkt aan het verbeteren van het rendement van de
rapportvergaderingen. Als er problemen waren bij de studievoortgang van leerlingen, zijn docenten
daar meer bij betrokken, maar het kan nog beter. Het bovenbouwsucces in A4 ligt wel boven de norm
van het bovenbouwsucces, maar daarin willen we als team toch nog verder verbeteren.
31
Speerpunten 2016/2017
1.
Resultaten in de onderbouw
specifiek
meetbaar
ambitie
realistisch
middelen
betrokkenen
trekker
tijdsduur
Zitten leerlingen in vwo 2 op het juiste niveau ?
Onderbouwpositie t.o.v. advies po minstens 9%
Geen norm voor onderbouwsnelheid
Toetsing op niveau in de onderbouw
Aansluiting van onderbouw naar bovenbouw verbeteren.
- Onderzoeken of determinatie in AH-brugklassen leidt tot goede indeling
van leerlingen naar havo 2 en vwo 2.
- Resultaten in A1 analyseren.
- Onderbouwpositie t.o.v. po tijdens rapportvergaderingen in beeld.
- Standaard verbeterplannen voor vaardigheden bij kernvakken die
leerlingen volgens de Cito-VAS nog niet beheersen.
- Vervolg van analyse toetsen in vwo 2 en vwo 3 door OBIT-coaches.
Eventuele verbeterpunten laten agenderen in vaksectievergaderingen.
- Toetsplannen per vak analyseren en bespreken met vaksectie:
hoofdthema doorlopende leerlijn. Hoe bereidt het
onderbouwprogramma voor op het bovenbouwprogramma ?
- Verbeterplannen voor vaksecties waarvan de resultaten in de
onderbouw niet aansluiten op de bovenbouw.
Middelen:
- Gesprekken en afspraken.
Betrokkenen:
- Docenten AH-brugklassen en A1-brugklassen
- Docenten 2e klassen vwo
- Docenten 3e klassen vwo
- OBIT-coaches
- MT
Trekker:
Leden Projectgroep Determinatie en Datateam o.l.v. de afdelingsleider
Hele jaar, Vasts overlegmomenten Projectgroep Determinatie en Datateam.
Resultaten communiceren met docenten en zo nodig overleg inplannen.
2. Examenresultaten vwo 6
specifiek
meetbaar
ambitie
realistisch
Resultaten voor vakken met een laag CE-gemiddelde verbeteren.
SE-CE verschil voor vakken met een groot verschil verbeteren.
- Slagingspercentage blijvend op minstens 95%.
- Voor ieder vak een gemiddeld CE-cijfer boven 6,3
- Voor ieder vak een SE-CE verschil van maximaal 0,3.
- Resultaten die tenminste die van dit jaar evenaren.
Activiteiten
- Vakken met significant slechte resultaten en docenten met significant
slechte resultaten: analyse bespreken aan de hand van WOLF, MMP
en Vensters. Resultaatafspraken maken en werken aan verbeterplan
om doelstellingen te halen.
- Samenwerken en gelijk optrekken met docenten havo 5: gezamenlijke
afdelingsvergaderingen: feedback, stappenplan leesvaardigheid en be
ready-activiteiten.
- Invoeren toetsweken ter vergroting effectieve lestijd en reëlere
voorbereiding op centraal examen.
- Toetsplannen vaksecties, vaststellen september 2016, evalueren maart
2017.
- Drie centrale examens oefenen gedurende het schooljaar (voortzetten)
- Geen keuzerooster voorbereiding CE maar doorgaan met lessen tot
meivakantie (direct na de meivakantie start het CE)
- Evaluatie leeropbrengsten in september 2015.
Middelen
- Verbeterplannen voor vaksecties met resultaten onder de
doelstellingen.
32
-
Ondersteunen verbeterplannen door middelen aan te bieden die nodig
zijn m.b.v. prestatiebox.
Betrokkenen:
- Docenten vwo 6
Trekker:
Docenten o.l.v. de afdelingsleider.
tijdsduur
Hele jaar
3. Onderwijsontwikkeling verrijkt en versneld vwo
specifiek
meetbaar
ambitie
realistisch
planning/tijdsduur
Aanvraag voor verrijkt en versneld vwo is toegewezen. Implementatie van het
onderwijsplan volgens aanvraag en aanpassingen na overleg met vaksecties.
Daarbij alle docenten betrekken die lesgeven in vwo+
Implementeren van het beleidsplan vwo+.
Daarbij alle docenten betrekken die lesgeven in vwo+
Scholing over praktische problemen in de aanpak van vwo+ leerlingen.
Alle betrokkenen op de hoogte van het beleidsplan vwo+ en uitvoering van het
plan.
Activiteiten:
- Aanpassen beleidsplan vwo+ en naam wijzigen in vwo verrijkt en
versneld.
- Invoeren beleidsplan vwo verrijkt en versneld.
- Aan het eind van leerjaar 1 vwo verrijkt inventariseren leerlingen voor
vwo versneld.
- Vwo+ uren in het rooster voor voorbereiding Goethe-examen en
praktijk diploma boekhouden handhaven.
- Voorbereiding op CAE examen Cambridge Engels en DELF scolaire
in de reguliere lessen.
- Projecten diverse vakken, debatgroep.
Intakegesprekken en evaluatiegesprekken met leerlingen vwo+ bovenbouw
doorzetten.
Middelen:
- Prestatiebox-middelen voor excellentie
Betrokkenen:
- Coördinator vwo+
- Alle docenten die lesgeven in klassen/groepen vwo+ en vwo verrijkt
(versneld is volgend jaar pas aan de orde)
- Docenten die projecten begeleiden
- Afdelingsleider
Trekker:
- Coördinator vwo+
Hele jaar
4. Verbetering aanpak problemen studievoortgang vwo 4
specifiek
meetbaar
ambitie
realistisch
Plan van aanpak waar alle docenten bij betrokken zijn voor leerlingen met
problemen studievoortgang doorgevoerd. Er is wel verbetering te zien, maar
het kan nog beter. Het bovenbouwsucces in A4 blijft met 83,8% nog steeds
achter bij andere leerjaren.
Hoger % succes verbeterplannen. Over drie jaar gemiddeld
bevorderingspercentage naar 95 (nu 83,8).
Leerlingen met studieproblemen breder aansturen.
Meer docenten betrekken bij problemen in studievoortgang van leerlingen.
Activiteiten (zie ook toelichting hieronder)
- Voortzetten aanpak rapportvergaderingen (zie toelichting hieronder):
via toets analyse achterhalen waar de problemen zitten
- Tijdens rapportvergaderingen direct gezamenlijk plan van aanpak
vaststellen
- Leerling bij plan van aanpak betrekken
- Tijdstip van evaluatie vaststellen.
Betrokkenen:
- Alle docenten die lesgeven in vwo 4
33
- Afdelingsleider
Trekker:
- Mentoren vwo 4
planning/tijdsduur
De maand voor de rapportvergaderingen
Toelichting bij activiteiten 4:
Plan van aanpak voor rapportvergaderingen
De probleemanalyse van leerlingen met slechte resultaten moet voor de rapportvergadering voor alle
betrokkenen (mentoren en docenten) inzichtelijk zijn.
De mentor inventariseert de mentorleerlingen met onvoldoenden en vraagt de betrokken docenten
naar een probleemanalyse gebaseerd op toetsanalyse en andere oorzaken. Hiervoor is een formulier
ontwikkeld. De mentor maakt gebruik van dit formulier. De mentor spreekt ook leerlingen met slechte
resultaten. Wat is er volgens de leerling fout gegaan? Wat denkt de leerling er aan te gaan doen?
Welke hulp heeft de leerling nodig van de mentor / de docent?
De docenten leveren de gewenste informatie (oorzaken via toetsanalyse en andere oorzaken) ruim
voor de rapportvergadering, zodat de mentor de tijd heeft om de informatie overzichtelijk te
rangschikken en aan iedereen te mailen.
Alle betrokkenen hebben voor de vergadering de beschikking over de mentorinformatie.
Tijdens de vergadering worden de leerlingen met de meeste onvoldoenden c.q. de grootste
problemen besproken. Dat kan per mentorgroep verschillend zijn.
De bespreking richt zich op beantwoording van de volgende vragen:
1. Welke verbetering is gegeven de probleemanalyse mogelijk?
2. Wat moet de leerling daarvoor doen?
3. Wat heeft de leerling nodig van de betrokken docent(en)?
4. Wat heeft de leerling nodig van de mentor?
5. Hoe lang is de ondersteuning nodig?
De eerstvolgende rapportvergadering worden de afspraken geëvalueerd (of eerder, als dat nodig is).
Tijdpad
Drie weken voor de
rapportvergadering
Uiterlijk tien dagen voor de
rapportvergadering
Uiterlijk twee dagen voor de
rapportvergadering
Tijdens de rapportvergadering
Na de rapportvergadering
Mentor stuurt per mail het formulier ‘rapportvergadering’ naar
docenten.
Mentor spreekt mentorleerlingen met slechte resultaten:
- Wat is er volgens de leerling fout gegaan?
- Wat denkt leerling er aan te gaan doen?
- Welke hulp heeft de leerling nodig van mentor/docent?
Docenten vullen het formulier ‘rapportvergadering’ in en sturen
het terug naar de mentor.
Mentor stuurt de verzamelde informatie in het formulier
‘rapportvergadering’ naar de docenten.
- Leerlingen met de meeste onvoldoenden c.q. de grootste
problemen worden besproken.
- De bespreking verloopt volgens de bovengenoemde vijf
vragen.
- Gemaakte afspraken komen in het verslag en worden
aan alle docenten gemaild (afdelingsleider)
- De mentor spreekt met de leerling over wat van
hem/haar verwacht wordt en de ondersteuning die hij/zij
daarbij kan krijgen.
- Betrokken docenten bieden de leerling(en) de
afgesproken ondersteuning en koppelen het resultaat
terug aan de mentor.
Belangrijk
Docenten kunnen alleen tijdig de gewenste informatie over toetsanalyses geven als die analyses ook
gemaakt zijn.
Taco Hofland,
afdelingsleider vwo.
34
35
Documentenoverzicht
In onderstaand overzicht zijn alle documenten opgenomen die betrekking hebben op
beleidsontwikkelingen in relatie tot het schoolplan:
Beleidsvorming, organisatie en communicatie
Beleidsplan Kwaliteitszorg
Beleidsplan Technasium
Beleidsplan vwo plus
Deltaplan verbetering onderwijsresultaten
Gedrags- en integriteitscode
Notitie Burgerschap en sociale integratie
Notitie De leerling aan zet!
Notitie Toelating en plaatsing
Rapportage examenresultaten en opbrengsten
Rapport bevindingen Kwaliteitsonderzoek Inspectie VO
Schoolgids 2016/2017
School ondersteuningsprofiel
Strategische beleidsplannen 2013-2016/ 2016-2020
36