Kanaaldijk 207a - Koedijker Verleden

Download Report

Transcript Kanaaldijk 207a - Koedijker Verleden

Bewoners en hun huizen
Kanaaldijk 207a
KANAALDIJK 207A
VAN WONING VAN DE SECRETARIS TOT BRANDWEERGARAGE
GESCHIEDENIS VAN HET HUIS EN ZIJN BEWONERS
De bewoningsgeschiedenis van het perceel Kanaaldijk 207a begint al vroeg met als eerst bekende bewoner
Willem Ariaensz, die als jongetje de verwoesting van Koedijk door de Spanjaarden in 1573 nog heeft
meegemaakt. Mogelijk woonden hij en zijn vader en moeder al op deze plaats en lieten zij het huis herbouwen.
Willem werd later secretaris van Koedijk. De laatste bewoonster was Grietje Prins, weduwe van Cornelis
Hartland. Zij had een winkeltje in het toen wel oude, maar nog steeds mooie huis. Thans is op dezelfde plek de
brandweerkazerne te vinden. Ook al is de omgeving wel heel drastisch gewijzigd, deze plek is nog duidelijk aan
te wijzen.
DE ARCHEOLOGIE
Bij archeologisch onderzoek werd op het erf van het huis, Kanaaldijk 207a, een grote vierkante kuil gevonden,
een spoor, dat waarschijnlijk van vóór de aanleg van de West-Friese Omringdijk dateert. Hoewel de dijk zelf
niet werd aangetroffen werd wel een bij de dijk behorende sloot gevonden.
Op de plaats van deze sloot werd later een huisterp opgeworpen met een daarbij behorende greppel en sloot.
De greppel werd al snel na de eerste bewoning gedempt, maar de sloot werd verschillende malen opnieuw
uitgebaggerd. Een waterput en een kuil zijn de enige verdere overblijfselen uit deze eerste bewoningsfase.
Resten van gebouwen werden niet aangetroffen.
Dat van de bebouwing van vóór 1600 geen funderingen of andere resten zijn aangetroffen, kan samenhangen
met de geringe diepte, waarop deze werden ingegraven.
Tot de laatste bewoningsfase behoren restanten van steenbouw, te dateren vanaf de 17e eeuw. Naast
verschillende funderingen zijn een waterput en een waterkelder gevonden.
Voor verdere vondsten was de bodem te veel verstoord.
DE EERST BEKENDE BEWONERS
In de archieven komen wij als eerste bewoner van dit perceel Willem Ariaensz (ook Willem Adriaensz
genoemd) tegen. Hij was getrouwd met Hil Gerrits. Deze Willem werd geboren in het jaar 1565 en heeft als
kind dus de verwoesting van Koedijk door de Spanjaarden tijdens het beleg van Alkmaar in 1573 meegemaakt.
Willem Ariaensz was boer of landman en bezat verschillende stukken land in Koedijk en Bergen. Daarnaast
werd hij ingaande 1610 als secretaris van Koedijk en Huiswaard aangesteld tegen een pacht van 20 schellingen
per jaar. Hij bleef deze functie vervullen tot zijn overlijden op 15 mei 1634.
In 1627 verklaren Willem Adriaensz, secretaris te Koedijk, Jan Jansz Aengaende, kerkmeester aldaar en Jan
Gerritsz Lantsheer, oud-schepen aldaar aan de Hoofdingelanden van de Zijpe, dat er na de bedijking veel
koemest naar de Zijpe werd gebracht voor verbetering van de grond. Ook vanuit Koedijk werd er al vele jaren
Werkgroep Koedijker Verleden
Website: www.koedijkerverleden.nl
Bewoners en hun huizen
Kanaaldijk 207a
mest naar de Zijpe gebracht. Dit leverde de Koedijkers tussen de 40 en 50 stuivers per vracht op en kwam zo op
een totaal van 4000 gulden per jaar.
Daarnaast werd door de Koedijkers nog verdiend aan het doen rijden en slechten van de mest.
Vóór de bedijking van de Zijpe bracht de mest maar weinig op, zelfs zo weinig dat veel mensen de mest tot
schok maakten om in plaats van turf te verstoken. (Schok = turfachtige brandstof uit gedroogde koemest
bereid.)
Hil Gerrits werd in 1628 begraven in de kerk van Koedijk. Op haar bewaard gebleven grafsteen staat:
Hier leyt begraven Hil Gerrits de Huysvr(ouw) (van) Willem Aeriens Se(cre)taris is gerust op den 2 April Ann(o)
(16)28
Archeologische opgravingen in 2001
(Foto Henk Wilbrink)
De volgende bewoonster en eigenaresse was Aecht Willems, de enig nagelaten dochter van Willem Ariaensz en
Hil Gerrits. Zij was getrouwd met Cornelis Dirckx Stalknecht. Zij lieten geen kinderen na.
Na het overlijden van haar man (voor het jaar 1643) werden de goederen van Aecht Willems in 1658 wegens
haar “ziekte” onder het weesboek van Koedijk gebracht. Zij werd hiermee onder toezicht gesteld van de
weesmeesters van Koedijk, omdat zij onbekwaam werd bevonden haar eigen zaken te regelen en voogden
gingen dit nu voor haar doen.
Er werden onder andere stukken weiland aangebracht, obligaties en rentebrieven. Daarnaast ook het huis en
erf in de Kerkbuurt, met nog een erf daarachter.
In 1668 werd haar gezondheid weer redelijk bevonden en werden de voogden van hun taak ontheven.
In 1671 laat Aecht Willems een testament opmaken voor de schout en schepenen van Koedijk. Zij legateert
hierbij een stuk weiland aan de dorpsarmen en de diaconie van de Gereformeerde Kerk van Koedijk.
Dit gebeurt onder protest van haar “vrinden” (of latere erfgenamen).
Zij vinden dat zij nog steeds “innocent” is.
Werkgroep Koedijker Verleden
Website: www.koedijkerverleden.nl
Bewoners en hun huizen
Kanaaldijk 207a
DE FAMILIE VERWER
Eigenaar van het huis en erf is dan inmiddels Jan Thomasz Baart, alias Jan Thomasz Verwer, getrouwd met
Grietje Jans. Hij woont in Alkmaar en is commissaris van de Hoornse trekschuit.
Hij verkoopt het huis en erf op de Kerkbuurt op 16 februari 1670 aan Jan Jacobsz Verwer.
Het eerdergenoemde testament van Aecht Willems werd ten huize van Jan Jacobsz Verwer opgemaakt.
Mogelijk woonde de zieke Aecht Willems dus in 1671 bij hem en zijn vrouw in.
Jan Jacobsz Verwer was getrouwd met Aagtje Klaasdr.
Aagtje overlijdt in 1696 en Jan in 1717. Beiden zijn begraven in de kerk van Koedijk. Op de bewaard gebleven
grafsteen staat:
“Hier leyt Begraven Aagtje Claas is Gerust Den 6sten Septem 1696” en “Jan Jacobs Verwer is Gerust den 31 May
1717”.
Zij laten twee zonen na, Jacob en Klaas Jansz Verwer. Jacob erft het ouderlijk huis en Klaas wordt de
schoolmeester van Koedijk.
Het huis met 3 woningen en een winkeltje, naast de vroegere onderwijzerswoning
Nieuwe eigenaar wordt dus zoon Jacob Jansz Verwer (1667-na 1743). Jacob was getrouwd met Sijtje Hendriks.
Volgens de verpondingslijst van 1730 staat het huis dan ook op zijn naam met huisnummer 110 en in 1732
idem met huisnummer 106.
Jacob was naast landman ook schepen en weesmeester in Koedijk.
De volgende eigenaar is Joost Klaasz Verwer (1706-1781), neef van de vorige eigenaar Jacob Jansz Verwer.
Joost is getrouwd met Klaartje Willebrords en later met Grietje Jans de Groot. Joost is naast landman ook
schepen en weesmeester van Koedijk geweest.
Joost Klaasz (53 jaar) was in 1759 één van de zeven mannen, die tegenover schout en schepenen van Koedijk
verklaarden, dat zij verplicht waren hun koren bij de Koedijker korenmolen te laten malen, maar dat de
plaatselijke molenaar Ruth Hendriksz van Campen het door hen geleverde koren niet naar genoegen
behandelde. Hierdoor moesten zij zich nu behelpen met door hen zelf bij grutters in Alkmaar gekochte zemelen!
Werkgroep Koedijker Verleden
Website: www.koedijkerverleden.nl
Bewoners en hun huizen
Kanaaldijk 207a
VERDERE EIGENAREN
Joost Claasz Verwer en zijn vrouw Claartje Wilbers verkopen in 1774 hun huis en erf in de Kerkbuurt voor 295
gulden aan Theunis ten Heuvel.
Wanneer Theunis zich vanuit Amsterdam in Koedijk vestigt, wordt hij Mr. Teunis ten Heuvel genoemd. Mogelijk
was hij schoolmeester in Koedijk, maar zeker is dit niet. Hij trouwt Pro Deo in Koedijk met Maria Haak,
eveneens uit Amsterdam afkomstig, en zij krijgen 6 kinderen in ons dorp.
In 1781 verkopen zij het huis en erf “op vertrek staande om met er woon na(ar) Medemblik te gaan” aan de
regerend schepen van Koedijk op dat moment, Cornelis Stam. De koopprijs is dan 310 gulden.
Cornelis Cornelisz Stam de Jonge (ook Stammes genoemd) overlijdt op 23 januari 1797 en hij laat het huis en
erf na aan Teunis Jansz Visser, die op zijn beurt op 1 december 1797 overlijdt. Zo komt het, dat de weduwe van
Teunis Visser, Antje Cornelisdr. Bakker het huis en erf in de Kerkbuurt in 1800 verkoopt aan Ronk Meester.
De koopprijs is dan gezakt naar 160 gulden en bovendien krijgt Ronk Meester er voor deze prijs nog een strook
grond bij.
Zowel Cornelis Stam als Teunis Visser waren
boeren en zij woonden elders in Koedijk. Zij
hebben dus niet zelf in het huis gewoond.
Gezien de verkoopprijs is het huis in deze
tijd wel in waarde achteruitgegaan (in 1781
310 gulden en in 1800 160 gulden inclusief
een strook grond)
Ronk Jansz Meester (1763-1821) was
getrouwd met Neeltje Klaasdr. Hille. Hij was
timmerman en zelfs een periode
dorpstimmerman.
Op grond van deze laatste functie moest hij
in 1798, net als andere medewerkers in
overheidsdienst, de volgende eed afleggen:
“Op 25 April 1798, het vierde jaar der
Een totaal gewijzigde situatie. Hier nog voor de bouw van de
brandweerkazerne
Bataafsche Vrijheid in handen van de
Municipaliteit van Koedijk, verklaar ik eenen
onveranderlijken afkeer van het Stadhouderlijk Bestuur, de Aristocratie, de Regeringloosheid en het
Federalismus te hebben. Dat verklare ik, Ronk Meester, als dorpstimmerman”.
In 1811 is hij met zijn gezin de bewoner van het huis met nummer 87. Het gezin bestaat op dat moment uit 1
man en 4 vrouwen en in 1819 is dit niet veranderd en bedraagt het totaal aantal bewoners 6.
Ronk, ook wel Runk genoemd, overlijdt in 1821 en zijn vrouw in 1824.
Erfgename van het huis en erf in de Kerkbuurt is hun dochter Willempje, die in 1825 trouwt met Floris Dirksz.
Roderwijn. Floris is evenals haar vader timmerman van beroep.
EEN GOED EN DEGELIJK GEBOUWD HUIS
Het huis is inmiddels vernieuwd en/of verbeterd, want als in 1832 het kadaster wordt ingevoerd wordt het huis
in de klasse van 45 gulden ingedeeld. Onder deze derde klasse (van de zes klassen) vallen goed gebouwde
boerderijen, gedeeltelijk van steen en hout opgebouwd en gedekt met riet en pannen. Het is dus een goed en
degelijk gebouwd huis.
Werkgroep Koedijker Verleden
Website: www.koedijkerverleden.nl
Bewoners en hun huizen
Kanaaldijk 207a
In 1835 wordt Floris Roderwijn de nieuwe kastelein in ‘t Vergulde Paard en het huis en erf worden bij
onderhandse akte verkocht aan Hendrik van Essen, mogelijk familie van hem, want zijn moeder heette ook Van
Essen.
Hendrik van Essen, in 1825 getrouwd met Grietje Stammes, is metselaar van beroep.
In 1833 vinden we, dat het woonhuis, Kerkbuurt nr. 87, waarin de belastingschuldige Hendrik van Essen woont,
6 deuren en vensters heeft, 2 haardsteden en dat de huurwaarde in dit geval op 30 gulden wordt gesteld.
Twee haardsteden betekent, dat er twee woonruimtes in het huis waren. Meerdere woonruimtes zullen er
altijd in het huis blijven.
Advertentie uit de Opregte Haarlemsche Courant van 4 april 1837
In 1837 worden huis en erf overgenomen door Jacob van Essen, de korenmolenaar van Schoorl, die het in 1839
al weer doorverkoopt aan Pieter Geel, de brugwachter van de Koedijker vlotbrug.
Enige jaren na deze verkoop is Jacob van Essen bij een incident betrokken:
Jacob van Essen de meelmolenaar van Schoorl reed op 20 juli 1844 ’s middags rond 3 uur met zijn paard en
wagentje op de Schulpdijk in de gemeente Koedijk. Hij werd ingehaald door Jan Bleeker, die Jacob hierbij
afsneed. Door deze manoeuvre schrok het paard en sprong van de Schulpdijk af. Jacob sprong van zijn wagentje
af om groter onheil te voorkomen, maar haam en lamoen van het wagentje waren al kapot. Hierna sprong ook
Jan Bleeker van zijn sjees en gaf Jacob enige klappen. Dit herhaalde hij tot wel twee keer toe en sloeg ook de
zoon van Jacob, Pieter van Essen. Daarna dreigde hij Jacob nog weleens van de dijk af te zullen rijden.
Jacob deed hiervan aangifte bij de burgemeester van Koedijk.
[Schulpdijk = dijk van Alkmaar tot Koedijk, de huidige Kanaaldijk (schulp = schelp); Sjees of chaise = licht en hoog tweewielig
rijtuig, gewoonlijk met een kap; Haam = soort tuig van het (trek)paard; Lamoen = disselboom met twee armen waartussen
het paard loopt]
Pieter Geel (1798-1888) en zijn vrouw Maartje Vader (1801-1849) woonden in de gemeente Bergen in het huis
bij de Koedijker vlotbrug, waar hij brugwachter was. Zelf heeft hij niet in het huis in de Kerkbuurt gewoond.
In 1850 wordt het huis in de Kerkbuurt bewoond door twee gezinnen. Allereerst is daar Jacob Verwer (18171865), dagloner en getrouwd met de dochter van Pieter Geel, Bregtje Geel (1824-1894) en daarnaast Bregtje
Visser (1795-1857), weduwe van Dirk van Veen. (Jacob Verwer was de latere veldwachter van Koedijk)
De volgende eigenaar/bewoner is Aldert Nobel (1781-1858). Als rentenier slijt hij hier zijn laatste jaren tot zijn
overlijden in 1858.
DE WINKEL
Vanaf dit moment worden kooplieden eigenaar van het huis.
Van 1858 tot 1862 is Willem Hoogeboom (1820-1864), koopman van beroep, de eigenaar. Aangezien hij medeaangever was van het overlijden van Aldert Nobel, is het goed mogelijk, dat hij eerst inwoonde bij Nobel en na
diens overlijden het huis heeft overgenomen.
In 1862, zijn vrouw Aaltje Hinke is dan inmiddels overleden, verhuist hij naar Haarlem, waar hij vrachtrijder
Werkgroep Koedijker Verleden
Website: www.koedijkerverleden.nl
Bewoners en hun huizen
Kanaaldijk 207a
wordt.
Waar Willem in handelde is niet bekend en of er in het huis al een winkeltje was, is ook niet duidelijk.
Daarna wordt de in 1837 in Duitsland geboren Johann Wilhelm Sundermann de nieuwe eigenaar. Ook hij is
koopman van beroep, maar van hem is wel wat meer bekend.
Hij vestigt zich op 1 mei 1861 vanuit Zuid-Scharwoude in Koedijk en vertrekt op 29 juli 1868 naar Alkmaar.
Johann koopt op 19 mei 1862 het huis en erf in de Kerkbuurt. Hij is koopman en gaat er zelf wonen.
Op 27 juni 1863 richt hij samen met Johan Hermann Heinrich Rudolph Breijer een vennootschap op tot het
drijven van handel in manufacturen, bedden en aanverwante artikelen.
Zij gaan handelen onder de naam “Firma J.W. Sundermann en compagnie”.
Sundermann brengt onder andere het huis in Koedijk in bij de oprichting, maar verzuimd wordt het huis te
laten overschrijven op naam van de firma, en het blijft dus op zijn naam geregistreerd staan.
Kanaaldijk 207a is hier goed te zien. Let vooral op de (Zaanse) voorgevel.
De firma koopt op 18 december 1867 een winkelpand aan de oostzijde van de Achterdam in Alkmaar.
Dan besluiten de vennoten op 6 mei 1870 om de vennootschap te beëindigen en ze gaan over tot verdeling van
de baten.
Het winkelpand in Alkmaar wordt getaxeerd op 1450 gulden; het huis in Koedijk op 1200 gulden; openstaande
vorderingen in verband met leveringen 725 gulden; aan gereed geld, zijnde de opbrengst van te gelde
gemaakte meubelen, inboedel, winkelgoederen, koopmansgoederen en aanwezige gelden 3000 gulden. Dit
maakt een totaal van 6375 gulden en voor ieder der vennoten dus 3187,50 gulden.
Breijer mag op eigen rekening nog verder onder de naam “Firma J.W. Sundermann en compagnie” handelen
tot 1 januari 1871.
Sundermann, die dan al weer in Alkmaar woont, verhuist naar Amsterdam en vestigt zich daar opnieuw als
koopman.
Het huis wordt verkocht aan Jan de Geus uit Sint Pancras, die het direct daarna doorverkoopt aan Grietje Prins,
weduwe van Cornelis Hartland.
Grietje Prins (1829-1922) was getrouwd met Cornelis Hartland. Zij werd in 1864 weduwe en bleef achter met 6
kinderen, variërend in leeftijd van 1 tot 13 jaar. In die dagen konden weduwen, als ze helemaal geen
Werkgroep Koedijker Verleden
Website: www.koedijkerverleden.nl
Bewoners en hun huizen
Kanaaldijk 207a
bezittingen of inkomsten hadden ondersteuning aanvragen bij de kerk of het dorpsbestuur, maar voor Grietje
gold dit niet en zij moest in haar eigen onderhoud voorzien. Zij begon een handeltje en werd winkelierster.
In 1870 wordt Grietje de nieuwe eigenaresse van het huis en erf in de Kerkbuurt en zij gaat zelf het daarin
gevestigde winkeltje gebruiken om haar handelswaar aan de man te brengen. Wat de winkelierster precies
heeft verkocht is niet bekend, maar dit zullen hoofdzakelijk kruidenierswaren en manufacturen zijn geweest.
Van dergelijke winkeltjes waren er wel meer in Koedijk.
De tweede woning in het huis kon daarnaast aan één, of twee personen/gezinnen worden verhuurd, waaraan
zij uiteraard ook verdiend zal hebben.
Zo woonde zij in 1897 zelf in een gedeelte (Huisnummer
127), Jacob Schermer in een ander gedeelte (Huisnummer
127a) en een derde gedeelte stond leeg (Huisnummer
127b).
In 1903 was de situatie als volgt:
- Kanaaldijk 142 bewoond door Grietje Prins, winkelierster.
De woning bestaat uit een kamer met 1 bedstede en 1
venster aan de voorzijde van het huis, een kamer met 2
bedsteden en 2 vensters op het zijpad, een winkel, portaal,
zolder, bergplaats en werkplaats. Daarnaast beschikt het
over een voorerf 24 m² en een zijerf van 40 m².
- Kanaaldijk 142a, onbewoond. Deze woning bestaat uit
een kamer met 2 bedsteden en 1 venster op het zijerf en
een werkplaats. Deze woning beschikt over een stuk
achtererf van 30 m².
- Kanaaldijk 142b, onbewoond. Deze woning bestaat uit
een kamer aan de noordzijde van het huis, met 1 bedstede
en 1 venster op het achtererf en een werkplaats.
Daarnaast een stuk achtererf van 30 m².
Ergens tussen 1903 en 1910 komt de kleindochter van
Grietje, Agatha Margaretha Hartland, bij haar inwonen. Zij
Grietje Hartland-Prins (1829-1922)
zal ongetwijfeld haar oma hebben geholpen met het
huishouden en de winkel.
Wanneer Agatha op 28 april 1910 in Koedijk trouwt met Willem Pieterse, komen zij beiden inwonen bij Grietje.
Vanaf dit moment wordt Grietje in het bevolkingsregister aangemerkt als zijnde zonder beroep en Willem
Pieterse als de winkelier.
Het jonge gezin krijgt 2 kinderen in Koedijk, namelijk Anton Gerrit Pieterse, geboren in 1911 en Nellie Catharina
Pieterse, geboren in 1915.
In augustus 1916 verhuist het gezin naar Alkmaar.
Grietje Prins gaat vanaf 1917 inwonen bij haar dochter Neeltje Hartland en haar schoonzoon Gerrit Hartland.
Zij overleeft hier nog haar dochter en overlijdt zelf op 4 februari 1922 in Koedijk op 92-jarige leeftijd.
Het huis wordt in 1922 voor 2500 gulden door de erfgenamen verkocht aan de gemeente Koedijk. De
gemeente laat het huis slopen en van het erf wordt een speelplaats voor de kinderen van de ernaast gelegen
lagere school gemaakt. Rondom komen hekken ter bescherming van de kinderen.
Wanneer de school in 1951 verhuist naar de Schoolstraat, wordt het terrein gebruikt door de gemeente en is
de officiële aanduiding, loods en opslagplaats.
In 2002 wordt op het terrein de nieuwe brandweerkazerne geopend.
Werkgroep Koedijker Verleden
Website: www.koedijkerverleden.nl
Bewoners en hun huizen
Kanaaldijk 207a
KADASTRALE GEGEVENS (GEMEENTE KOEDIJK 1832-1979)
Eigenaren
1832-1833
1833-1837
1837-1839
1839-1854
1854-1858
1858-1862
1862-1870
1870-1870
1870-1922
1922-1973
1973-1979
Floris Roderwijn, timmerman
Hendrik van Essen
Jacob van Essen, korenmolenaar te Schoorl
Pieter Geel, brugwachter te Bergen
Aldert Nobel, zonder beroep
Willem Hoogeboom, koopman
Johann Wilhelm Sundermann, koopman
Jan de Geus te Sint Pancras
Grietje Prins, wed. Cornelis Hartland, winkelierster
Gemeente Koedijk
Gemeente Alkmaar
(artikel 0155)
(artikel 0231)
(artikel 0271)
(artikel 0335)
(artikel 0616)
(artikel 0694)
(artikel 0744)
(artikel 0851)
(artikel 0856)
(artikel 0105/2376/3604)
(artikel 3626)
Perceel
1832-1925
-omschrijving: huis en erf
-huurwaarde gebouw(en): f 45,=/f 100,=/f 86,=
-perceel: B0290 – oppervlakte: 440 m²
-1925 sloping
Situatie in 1821 met nr. 290 (is B0290)
1925-1951
-omschrijving: speelplaats
-huurwaarde gebouw(en): onbelast
-perceel: B0290 – oppervlakte: 440 m²
-1951 wijziging bestemming
1951-1979
-omschrijving: loods en opslagplaats
-huurwaarde gebouw(en): f 4,=
-perceel: B0290 – oppervlakte: 440 m²
-1979 ruilverkaveling
Situatie in 1882 met nr. 290 (is B0290)
1925 sloping (B0290)
Werkgroep Koedijker Verleden
Website: www.koedijkerverleden.nl
Bewoners en hun huizen
Kanaaldijk 207a
ANDERE GEGEVENS
1833
belasting
-Kerkbuurt 87
-woonhuis
-belastingschuldige: Hendrik van Essen
-huurwaarde: f 30,=
-aantal deuren en vensters: 6
-aantal haardsteden: 2
Kanaaldijk 207a, voor de sloop in 1925
1903
woningonderzoek
-Kanaaldijk 142a
-eigenaar: Grietje Prins, winkelierster
-bewoner: onbewoond
-oppervlakte woning: 24,5 m²
-kamer met 2 bedsteden en 1 venster,
opzij
-werkplaats
-achtererf 30 m²
-dak van pannen en riet, niet beschoten
-muren ½ waal
-gemeenschappelijke regenbak, voor 3
woningen, in de woning
-gemeenschappelijk privaat, op 15 meter,
voor 3 woningen, van steen, over de sloot
-huurwaarde: n.v.t.
1903
woningonderzoek
-Kanaaldijk 142
-eigenaar en bewoner: Grietje Prins,
winkelierster
-aantal bewoners: 1
-oppervlakte woning: 104 m²
-kamer met 1 bedstede en 1 venster, voor
-kamer, met 2 vensters, opzij
-winkel, portaal, zolder, bergplaats en
werkplaats
-voorerf 24 m², zijerf 40 m²
-dak van pannen en riet, niet beschoten
-muren ½ waal
-gemeenschappelijke regenbak, voor 3
woningen, in de woning
-gemeenschappelijk privaat, op 20 meter,
voor 3 woningen, van steen, over de sloot
Kanaaldijk 207a, na de sloop in 1925
1903
woningonderzoek
-Kanaaldijk 142b
-eigenaar: Grietje Prins, winkelierster
-bewoner: onbewoond
Werkgroep Koedijker Verleden
Website: www.koedijkerverleden.nl
Bewoners en hun huizen
Kanaaldijk 207a
-oppervlakte woning: 31,5 m²
-kamer op noordzijde, met 1 bedstede en 1 venster op achtererf
-werkplaats
-achtererf 30 m²
-dak van pannen en riet, niet beschoten
-muren ½ waal
-gemeenschappelijke regenbak, voor 3 woningen, in de woning
-gemeenschappelijk privaat, op 11 meter, voor 3 woningen, van steen, over de sloot
-huurwaarde: n.v.t.
[Muren 1/2 waal = een halfsteens muur, opgemetseld met bakstenen van het waalformaat: 21 X 10 X 5 cm]
De brandweerkazerne
(Foto Henk Wilbrink)
Cor Visser
Bronnen:
Kadaster
Gemeentearchief Koedijk
Bevolkingsregister en burgerlijke stand
Opregte Haarlemsche Courant
Notariële archieven
Werkgroep Koedijker Verleden
Website: www.koedijkerverleden.nl