1 De school - Bisschop Ernstschool Goes

Download Report

Transcript 1 De school - Bisschop Ernstschool Goes

Inhoudsopgave
1 De school
1.1 Adres van de school
1.2 Adres van de directie
1.3 Situering van de school
1.4 Schoolgrootte
5
5
5
5
5
2 Waar de school voor staat
2.1 De uitgangspunten van de school
2.2 De school als leef- en leergemeenschap
6
6
6
3 De organisatie van het onderwijs
3.1 De organisatie van de school
3.2 De activiteiten van de kinderen
7
7
8
4 De zorg voor de kinderen
4.1 De intern begeleider
4.2 Hoe gaan we om met kinderen die problemen hebben op onze school?
4.3 De 1-zorgroute
4.4 Advies vervolgonderwijs
4.5 De manier waarop we in het algemeen met meer begaafde kinderen willen werken
14
14
15
17
18
18
5 De leerkrachten
5.1 De samenstelling van het team
5.2 Scholing van leerkrachten
20
20
21
6 De ouder(s) / verzorger(s)
6.1 Het belang van betrokkenheid van ouder(s) / verzorger(s)
6.2 Aanmelding
6.3 Inspraak
6.4 Leerplicht/ziekte
6.5 Effectieve leertijd en verlof
6.6 Leerlinggebonden financiering
6.7 Ouderactiviteiten
6.8 Kinderopvang
6.9 Klachtenprocedure en interne vertrouwenspersoon
6.10 Schorsing en verwijdering van leerlingen
6.11 Informatievoorziening aan (gescheiden) ouders
6.12 Ouderbijdrage
6.13 Declaratiefonds gemeente
22
22
22
22
23
23
23
23
23
23
24
24
24
24
7 De ontwikkeling van het onderwijs
7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school
7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving
26
26
27
1
8 De resultaten van het onderwijs
8.1 Uitstroomgegevens/leerresultaten
29
29
9 Wetenswaardigheden
9.1 Gedrags- en schoolregels
9.2 Adressenoverzicht
9.3 Schooltijden en vakanties
9.4 Overzicht activiteiten
9.5 Verzekeringen en aansprakelijkheid
9.6 Het weten waard
9.7 Te vinden op de website
30
30
30
31
32
32
33
34
“Een school waar kinderen kunnen en mogen zijn wie ze zijn.”
2
“Ieder kind speelt zijn eigen instrument, daar moet je niet tegen ingaan. Waar het om gaat is
dat je de musici goed leert kennen en een harmonie weet te vinden. Een goede klas is geen
regiment dat in de maat loopt, het is een orkest dat aan één en dezelfde symfonie werkt. En
ook al heb je toevallig de kleine triangel geërfd die alleen maar ting ting kan doen, of de
mondharp die alleen maar bloing bloing kan doen, waar het om gaat is dat ze dat allemaal op
het juiste moment doen en zo goed mogelijk, dat ze een uitmuntende triangel worden en een
onberispelijke mondharp en dat ze trots kunnen zijn op de kwaliteit van hun bijdrage aan het
geheel. Aangezien iedereen van harmonie houdt zullen ze allemaal vooruitgaan.”
( tekst uit: Schoolpijn; Daniel Pennac)
Beste ouder(s)/verzorger(s),
De Bisschop Ernstschool wil samen met u, wie u ook bent, waar u ook staat, zorgen dat uw
kind(eren) in harmonie hun weg door onze school weten te vinden.
“Een school waar kinderen kunnen en mogen zijn wie ze zijn.”
Wij stemmen af op de onderwijsbehoeften van uw kind(eren). Op de Bisschop Ernstschool zorgen wij
voor een veilige en gestructureerde omgeving, waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen.
De basisschoolperiode van uw kind(eren) zien wij als een belangrijke periode waar een basis wordt
gelegd voor de toekomst.
Gebruikt u deze gids om informatie te krijgen bij het zoeken naar een school voor uw kind, neem
dan ook gerust contact met ons op voor een gesprek en rondleiding. In de gids wordt een aantal
keren verwezen naar de algemene informatiegids van Prisma. Heeft u deze gids niet (niet meer) in
uw bezit, dan kunt u deze op school opvragen of digitaal bekijken op www.prisma-scholen.nl.
Naast deze gids brengen we ook ieder schooljaar een schoolkalender uit. In de kalender treft u o.a.
zaken aan als vakanties, studiedagen, vieringen, enz.
We hopen dat de informatie bijdraagt aan betrokkenheid en de contacten tussen school en
ouder(s)/verzorger(s) bevordert.
3
Mocht u naar aanleiding van de informatie vragen hebben over de school of over het beleid van de
school, laat het horen. We geven graag nadere toelichting.
Samen met het team en de kinderen maken we er een inspirerend schooljaar van!
Met vriendelijke groet,
Namens alle collega’s,
Paul Constandse
(directeur)
Onze school heeft een actuele website, waarop ook veel over onze school te zien en te lezen valt.
De moeite waard om ook in het nieuwe schooljaar geregeld te bekijken. We zullen regelmatig foto’s
van activiteiten en werk van de kinderen op de site presenteren.
www.bisschopernst-goes.nl
4
1 De school
De Bisschop Ernstschool behoort tot de stichting Katholiek en Interconfessioneel Primair Onderwijs
Noord- Midden-Zeeland. De werknaam van deze stichting is Prisma. Deze bestaat uit 9 scholen
verdeeld over 9 locaties in Noord- en Midden Zeeland.
1.1 Adres van de school
R.K. Basisschool “Bisschop Ernst”
Bergweg 43
4461 LX GOES
Tel: 0113-270482
E-mail: [email protected]
1.2 Adres van de directie
directeur:
P. Constandse
Doornlaan 13
4334 BT Middelburg
tel: 06-14785343
E-mail: [email protected]
1.3 Situering van de school
De school is gelegen in Goes-Oost. Uit alle delen van Goes en uit de omliggende dorpen komen
leerlingen naar onze school.
1.4 Schoolgrootte
Er zitten 335 leerlingen op onze school. Aan onze school zijn 23 leerkrachten,
twee onderwijsassistenten, een conciërge en twee schoonmaakkrachten verbonden.
5
2 Waar de school voor staat
2.1 De uitgangspunten van de school
Onze school is één van de twee katholieke basisscholen in Goes. We besteden aandacht aan
levensbeschouwelijk onderwijs. Zo komen het kerstverhaal en het paasverhaal elk jaar terug. We
willen de kinderen de verhalen die in de bijbel staan meegeven. In de onderbouw kunt u denken aan
omgaan met elkaar en in de bovenbouw worden de wereldgodsdiensten besproken. Wel willen we
vooraf aangeven, dat we op onze school kinderen willen leren respect te hebben voor mensen met
andere opvattingen en geloofsuitingen. We staan dan ook open voor kinderen uit niet-katholieke
gezinnen. Het zal duidelijk zijn, dat we van ouder(s)/ verzorger(s) verlangen, dat men een positieve
houding heeft ten opzichte van onze katholieke school.
Leerkrachten geven vanuit hun eigen geloofsbeleving belangrijke waarden door aan kinderen.
Hierbij gaan we uit van de katholieke geloofstraditie. Niet alleen door ons lesprogramma, waarin
levensbeschouwelijk onderwijs een vaste plaats inneemt, maar zeker ook in onze omgang met
kinderen en ouder(s)/ verzorger(s) willen we getuigen van die traditie.
Vanuit de traditie geven we waarden en normen door aan de aan onze zorg toevertrouwde kinderen.
Hoog in het vaandel staan:
 werken aan de totale ontwikkeling van leerlingen
 respect en solidariteit uitdragen en dit de leerlingen bijbrengen
 de leerlingen leren kritisch tegen de maatschappij aan te kijken
 de leerlingen gevoelig maken voor de religieuze en godsdienstige kant van het leven
 bij te dragen aan de groei in het zelfvertrouwen en eigenwaarde van de leerlingen
De leerlingen werken in groep 4 in de periode voorafgaand aan de viering t.g.v. de Eerste Heilige
Communie aan een project. De voorbereiding vindt plaats op de parochie. De leerlingen uit groep 7
en 8 die mee willen doen aan de voorbereiding voor het H.Vormsel worden hiervoor binnen de
parochie uitgenodigd. In de schoolkalender vindt u de data van de speciale vieringen, zoals de St.
Maartenviering, de Kindernachtmis en de Paasviering. Voor deze vieringen ontvangt u ook een
uitnodiging via school.
In de week voor de kerstvakantie houden we een kerstviering op school en met Pasen in de kerk.
2.2 De school als leef- en leergemeenschap
Om samen te leven en te werken zijn regels en afspraken onontbeerlijk. Regels en afspraken
hebben we voor de hele school en in de groepen. De kinderen bepalen mede welke afspraken en
regels in de groep gelden, d.m.v. Goed van Start. We zien er allemaal op toe dat deze worden
nageleefd. Hierbij hoort ook het elkaar kunnen en mogen aanspreken op gedrag dat niet gewenst is.
In alle groepen is met de kinderen gesproken over de 3 regels in de school en de 3 regels op het
plein. Deze regels zijn ook duidelijk zichtbaar in de school en op het plein, d.m.v. posters.
We gaan er vanuit dat een positieve, respectvolle benadering van kinderen essentieel is voor een
goed zelfbeeld, ook als ze zich anders gedragen dan wij als volwassenen verwachten. Als kinderen
zich niet aan regels of afspraken houden, gaan we eerder het gesprek aan met het kind dan dat we
straf geven. Dit gesprek dient om te achterhalen waar het gedrag van het kind vandaan komt. Naar
aanleiding van dit gesprek volgt er een consequentie passend bij de situatie. We proberen u als
ouder(s)/verzorger(s) op de hoogte te stellen van deze consequenties.
6
3 De organisatie van het onderwijs
3.1 De organisatie van de school
Op onze school zitten kinderen bij elkaar in zogeheten jaargroepen. Dit betekent, dat ze het hele
jaar bij elkaar in dezelfde groep zitten (bijzondere situaties daargelaten).
De organisatie van de groepen gebeurt ieder jaar opnieuw. We proberen groepen samen te stellen,
die op een verantwoorde manier kunnen werken. Voor de samenstelling van de groep is o.a. het
aantal kinderen bepalend, maar het is duidelijk, dat ook het beschikbare aantal leerkrachten een
rol speelt. Ouders ontvangen jaarlijks voor de zomervakantie een schrijven, waarin de organisatie
voor het nieuwe schooljaar uiteengezet wordt.
Het samenstellen van eventuele parallelgroepen en eventuele combinatiegroepen doen de
leerkrachten met heel veel zorg, kijkend naar de onderwijsbehoeften van het kind. In principe is de
verdeling bindend. In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen zwaarwegende argumenten, die door de
leerkrachten en directie worden geaccepteerd, alsnog een wijziging teweeg brengen. Hieronder
vindt u het protocol, dat bij het veranderen van de groepssamenstelling wordt gebruikt.
Protocol samenvoegen groepen
Op basisscholen werken we met een budget voor personele lasten en een budget voor de overige
uitgaven. De hoogte van het budget is bepalend voor het aantal mensen dat op school werkt. Hier
vloeit uit voort, dat we met de beschikbare mensen de school verantwoord moeten laten
functioneren. Het aantal inzetbare leerkrachten is bepalend voor de organisatie.
Dan kan het voorkomen, dat groepen moeten worden gesplitst. Er is dan sprake van
combinatiegroepen. Dit samenvoegen kan vaak aan de orde zijn als het aantal leerlingen van een
bepaalde leeftijdsgroep boven de dertig leerlingen uitstijgt en het niet mogelijk is om twee
groepen van hetzelfde leerjaar te maken.
Overigens is het niet zo, dat we te allen tijde 30 leerlingen absoluut als maximum hanteren.
De werkwijze, die we volgen ziet er in voorkomende situaties als volgt uit:
1. De leerkracht(en) van de betreffende groep(en) leerlingen en de leerkracht(en) die het
voorgaande schooljaar met deze kinderen werkte(n) maken op grond van hun zienswijze en
in onderling overleg met de intern begeleider en de directeur een verdeling. Deze
verdeling wordt de ouders uiterlijk vier weken voor het einde van het schooljaar in
concept aangeboden.
2. Ouders, die het niet eens zijn met de verdeling kunnen dit binnen een week kenbaar
maken bij de directeur. Hierbij willen we vooral de argumentatie horen. Bij zeer
zwaarwegende argumenten wordt de situatie opnieuw door de betreffende groepsleerkracht(en), de intern begeleider en de directeur bekeken, waarna een definitieve
uitspraak volgt, die tot de herfstvakantie bindend is.
3. De definitieve verdeling wordt de ouders (als er een verandering is opgetreden in de
voorlopige lijst) voor de zomervakantie medegedeeld.
7
Iedere schooldag begint in de kleutergroepen met een inloopmoment van 8.30 uur tot 8.45 uur.
Ouder(s)/ verzorger(s) kunnen dit kwartier samen met hun kind werken. Bij de tweede bel start de
leerkracht met de kinderen de schooldag. Vanaf groep 3 gaan de kinderen bij het eerste belsignaal
om 08.40 uur naar binnen. Een uitzondering hierop is op woensdagmorgen. Dan starten de groepen
3-8 om 08.30 uur. Er is een inloopmoment voor ouder(s)/ verzorger(s) van de groepen 3 en 4 op elke
maandagochtend. Op elke eerste maandag van de maand zijn de ouder(s)/ verzorger(s) van de
groepen 5 t/m 8 welkom in de klassen van hun kind(eren).
De kinderen uit groep 1 t/m 4 hebben pauze van 10.00 uur tot 10.15 uur. De kinderen uit groep 5
t/m 8 van 10.15 uur tot 10.30 uur of van 10.30 uur tot 10.45 uur. Er is steeds toezicht op het
schoolplein. Alle dagen stoppen we om 12.00 uur voor de middagpauze. Op woensdag werken alle
groepen tot 12.15 uur.
’s Middags beginnen alle groepen om 13.00 uur en om 15.15 uur gaat de school uit. De leerlingen
van groep 0-1 worden om 12.45 uur naar binnen gebracht.
Op woensdagmiddag zijn alle leerlingen vrij en op vrijdagmiddag is er geen school voor de
leerlingen uit groep 1 t/m 4.
3.2 De activiteiten van de kinderen
Op onze school proberen we een goed evenwicht in het aanleren van kennis, het stimuleren van de
persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden te bereiken.
De vakken rekenen, taal en lezen vormen de kern van het onderwijs. Rekenen, taal en lezen krijgen
op onze school veel aandacht. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling.
Meer dan de helft van de totale lestijd wordt hieraan besteed.
Groep 1 en 2
De schooldag begint met een inloopmoment van 08.30 uur tot 08.45 uur. Ouders mogen dan voor
schooltijd samen met hun kind in het groepslokaal werken met zelfgekozen materialen.
’s Middags is er geen inloopmoment. Als om 13.00 uur de bel gaat vormen de kinderen een rij en
gaan ze met de leerkracht naar binnen, m.u.v. groep 0-1. De leerlingen uit deze groep worden om
12.45 uur naar binnen gebracht.
We werken met verschillende methodes, waarin veel aandacht is voor de mondelinge
taalontwikkeling, de woordenschatontwikkeling, de beginnende geletterdheid en de beginnende
gecijferdheid.
Verder wordt er natuurlijk aandacht besteed aan de motorische ontwikkeling, de creatieve
ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Voor die sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken we de methode “Leefstijl” (zie sociale
redzaamheid bij groep 3 t/m 8) .
Voor verkeerseducatie maken we gebruik van “Rondje Verkeer” en materialen van Veilig Verkeer
Nederland.
Voor het levensbeschouwelijk onderwijs maken we gebruik van de methode “Trefwoord” (zie
levensbeschouwelijk onderwijs groep 3 t/m 8).
8
Er zijn dagelijks momenten, waarop kinderen zelf iets mogen kiezen, maar er zijn ook tijden,
waarop de leerkracht opdrachten aan de kinderen geeft. Sommige activiteiten vinden met de
gehele groep plaats, maar veelal wordt er ook in groepjes gewerkt.
Naast het werken in de klas wordt er natuurlijk dagelijks veel gespeeld. “Spelen is de motor van het
kind”. Dit vindt vooral buiten plaats, waar een zandbak is en een schuur vol materialen, zoals
planken, banden, karren, en ander “rollend materiaal”. Voor bewegingsonderwijs maken we
wekelijks gebruik van een jaarplan.
Kinderen uit groep 1 en 2 hebben geen gymkleding nodig.
Kinderen zijn voortdurend spelend aan het leren. Naast registratie vindt observatie en toetsing
plaats. Als observatie/registratiesysteem maken wij gebruik van KIJK groep 1 en 2.
Voor de groepen 0 t/m 2 hebben wij een informatieboekje met uitgebreide informatie over de
werkwijze in deze groepen.
Groep 3 t/m 8
Levensbeschouwelijk onderwijs
Als methode voor het vakgebied godsdienst/levensbeschouwing maken we op onze school gebruik
van de methode “Trefwoord”. De methode heeft voor iedere dag een gedicht, spel, lied, verhaal of
bijbeltekst als dagopening. We zullen komend schooljaar ook met de projectlijn van Trefwoord
werken.
Gedurende enkele weken vormen al die onderwerpen samen één thema, dat uitgebeeld is op de
kleurenposter bij de kalender. In de handleiding vindt de leerkracht aanwijzingen om verder met de
kinderen door te gaan op het onderwerp van de dagopening. Deze uitwerking is verschillend voor de
onder-, midden- en bovenbouw.
De thema’s sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen, bij actuele ontwikkelingen en
vraagstukken in de samenleving.
In onze situatie wordt er niet dagelijks met de methode gewerkt. In alle groepen wordt er minstens
twee of drie keer per week mee gewerkt.
Lezen
Voor het technisch lezen gebruiken we op onze school de methode “Veilig Leren Lezen”. Eind groep
3/begin groep 4 gaan we verder met het voortgezet technisch lezen. We gebruiken hiervoor de
methode “Estafette Nieuw”. Naast technisch lezen komen dan andere leesvormen aan bod, zoals
begrijpend- en studerend lezen. Bij ons zijn deze leesvormen geïntegreerd in de taal- leesmethode
“Staal”. Voor begrijpend lezen maken we gebruik van “Nieuwsbegrip”.
Schrijven
We maken gebruik van de methode “Pennenstreken” in de groepen 3 t/m 6. Vooral in groep 3 en 4
wordt veel aandacht aan het schrijven besteed. De schriften die we gebruiken zijn zowel voor linksals rechtshandige leerlingen te gebruiken. Schrijven staat in groep 3 t/m 6 op het rooster.
Taal
In de groepen 4 t/m 8 wordt gewerkt met de methode “Staal”. In deze methode worden de vereiste
taalvaardigheden aangeleerd. Er wordt aandacht besteed aan de spreek-, luister- en
schrijfvaardigheid. Voorts zijn in de methode de verschillende leesvormen opgenomen. Voor spelling
gebruiken we ook de methode “Staal”.
9
Rekenen
Voor rekenen gebruiken we de methode “Rekenrijk”.
In groep 3 wordt onder andere aan het inzicht in de structuur van de getallen gewerkt, het
memoriseren van het optellen en aftrekken tot 10, oriëntatie in de getallen tot en met 100 en het
leren klokkijken van hele en halve uren en kwartieren.
In groep 4 gaan de kinderen door met optellen en aftrekken tot en met 100, aan de hand van de
getallenlijn. Hiernaast worden de tafels aangeleerd. Verder komen de centimeters en meters aan
de orde.
In groep 5 worden de tafels tot en met 12 verder geoefend en leren kinderen de deeltafels, met en
zonder rest. De digitale tijd wordt aangeleerd en kinderen gaan aan de slag met lengtematen,
oppervlakte, omtrek en inhoud.
In groep 6 wordt er gewerkt aan de oriëntatie van de getallen tot en met 100.000. Kinderen leren
antwoorden te schatten. Het kolomsgewijs èn cijferend optellen en aftrekken wordt aangeleerd.
En de kinderen gaan voor het eerst met breuken aan de slag: vergelijken, ordenen en een deel van
een aantal uitrekenen. Ook leren de kinderen grafieken aflezen.
In groep 7 en 8 staan de breuken, decimalen, het cijferen, procenten en verhoudingen op het
programma. Algemeen komen meten, wegen en handig rekenen aan de orde. Een belangrijke plaats
in deze laatste twee jaar is het verstandig leren gebruiken van de zakrekenmachine.
Wereldoriënterende vakken
Op veel momenten komen kinderen in aanraking met de wereld om ons heen. In allerlei gesprekken,
spreekbeurten, werkstukken maken, schoolTV etc. Voor het natuuronderwijs gebruiken we in groep
3 en 4 de methode “Natuurlijk”. De groepen 5 t/m 8 werken met de natuurmethode “Argus Clou”.
Vanaf groep 5 worden de vakken aardrijkskunde en geschiedenis aangeboden. Wekelijks staan deze
vakken op het rooster. Voor geschiedenis gebruiken we de methode “Bij de Tijd” en voor
aardrijkskunde “Geobas”. Ook wordt er aandacht besteed aan topografie.
Naast de methoden op onze school maken we regelmatig gebruik van het materiaal, dat bij de
verschillende schoolTV uitzendingen behoort (ook methode filmpjes via activ board).
Wetenschap en techniek
Wetenschap & Techniek prikkelt de creativiteit en nieuwsgierigheid van kinderen. Uit onderzoek is
ook gebleken dat leerlingen door metacognitieve vaardigheden aan te leren beter presteren.
Kinderen ontwikkelen hun talenten door te onderzoeken, te redeneren en problemen op te lossen.
Wij vinden het daarom onze taak om onze leerlingen met wetenschap en techniek te laten
kennismaken. Daarom is er in het schooljaar 2014-2015 een werkgroep W&T opgericht op school. In
ons beleidsstuk staat beschreven hoe wij hier op school invulling geven en willen gaan geven aan
W&T. Momenteel werken wij met de techniektorens, de technieklessen van Argus Clou, met de
pittige plustorens in de plusklas en zijn we goed bezig met onderzoekend en ontwerpend leren
waardoor wij één van de 32 voorbeeldscholen van Nederland zijn geworden. Vooruitkijkend op de
verplichting van techniekonderwijs per 2020 voelen wij nu dat het
moment daar is om ons te verdiepen in de bestaande didactiek en
methoden.
Sociale redzaamheid
Op onze school werken we voor sociale redzaamheid met de
methode “Leefstijl”. Voor het optimaal functioneren van kinderen
en het ontwikkelen van hun talenten zijn vaardigheden als
zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen, luisteren, je
gevoelens uiten en van je fouten leren, onmisbaar. Professor Luc Stevens vat het kernachtig samen,
door als hoofdkenmerk van ontwikkeling te zien: het actieve streven van ieder jong mens om
10
zichzelf en zijn omgeving te leren kennen en meester te worden. Kinderen zijn van meet af aan uit
op sociale binding, kennis en vaardigheden. Mensen hebben drie basisbehoeften: behoefte aan
relatie (zich veilig en aanvaard voelen), aan competentie (zelfvertrouwen) en aan autonomie
(zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid).
Wekelijks wordt met de kinderen aan deze aspecten gewerkt.
Naast de methode Leefstijl maken we gebruik van de methode “Goed van Start”, het
leerlingvolgsysteem “Zien” en “Morele Talenten”. Dit alles om de sociaal-emotionele ontwikkeling
van de kinderen te monitoren en daarop te anticiperen.
Verkeer
Voor verkeer werken we in groep 3 en 4 met de methode “Klaar-Over” om de kinderen een goed
verkeersgedrag aan te leren.
In de groepen 5 en 6 gebruiken we “Op Voeten en Fietsen” en in groep 7 en 8 “De Jeugd Verkeers
Krant”. Beide zijn uitgaven van Veilig Verkeer Nederland. In groep 8 nemen de leerlingen deel aan
het schriftelijk en praktisch verkeersexamen. Onze school is in het bezit van het Zeeuws
verkeersveiligheidslabel. Dit betekent dat verkeer bij ons meer dan gemiddelde aandacht krijgt.
Engels
Op de Bisschop Ernstschool wordt er in de groepen 1 t/m 8 Engels gegeven. De kleutergroepen en
groep 3 en 4 maken gebruik van de methode “Groove me”. De leerlingen maken kennis met Engels.
In de groepen 5 en 6 wordt er gewerkt met de methode “Just do it”. Hierbij leren de kinderen
voornamelijk Engelse woorden rondom bepaalde thema’s (in en rond het huis, vakantie, hobby)
In groep 7 en 8 wordt er met de methode “Backpack” gewerkt. Hierbij krijgen de kinderen
woorden, zinnen en grammatica.
Daarnaast werken we in groep 7 en 8 ook met niveaugroepen volgens “Anglia”, een organisatie die
Engels stimuleert. Kinderen volgen Engels op het niveau Primary, Preliminary of Elementary. Door
het aanbieden van deze methode verkleinen wij de stap naar het Engels op het voortgezet
onderwijs.
Expressievakken
Op onze school wordt wekelijks aandacht besteed aan de expressievakken. We maken gebruik van
de methode “Moet je doen”. Daarnaast maken we ook gebruik
van het KunstKabinet. Gedurende het schooljaar vinden er
verschillende, groepsdoorbrekende ateliers plaats. Dit betekent
dat de kinderen 1x in de week drie kwartier werken aan één
van de volgende onderdelen: figuurzagen, mozaïeken, papiermâché, chemie, techniek, drama en andere
handvaardigheidstechnieken. Het doel van deze ateliers is om
technieken aan te leren, maar zeker ook het sociale aspect:
kinderen uit verschillende groepen volgen gedurende zes weken
samen een atelier.
Lichamelijke opvoeding
De kinderen uit groep 3 t/m 8 hebben wekelijks twee gymlessen. Een uitzondering geldt voor groep
3 en 4, die hebben 1 gymles en daarnaast nog een zwemles. In de gymlessen staan naast de
bewegingsvormen ook spelvormen centraal. CIOS-studenten zijn vaak bij de lessen aanwezig en
werken dan met de kinderen. Kinderen die niet mee kunnen gymmen, blijven op school in de groep
van een collega. Gymkleding is verplicht.
11
Groepsdoorbrekend werken
Op onze school werken we voor de vakken rekenen, spelling en lezen groepsdoorbrekend. Dit houdt
in dat de niveaus binnen een groep worden geclusterd, zodat een leerkracht zo optimaal mogelijk
les kan geven aan deze kinderen. Het kan dus zijn dat uw kind(eren) voor één of meerdere van deze
vakken bij een andere leerkracht het onderwijs volgt.
Het groepsdoorbrekend werken doen de leerlingen vanaf groep 3 t/m groep 8.
Zelfstandig werken
Op onze school vinden we het belangrijk, dat de kinderen zelfstandig leren werken. En dat niet als
ze van school af zijn, maar ook als ze nog bij ons op school zitten. Sterker nog, onze vierjarigen
werken al zelfstandig.
We vinden zelfstandig werken belangrijk om een aantal redenen:
Kinderen willen graag zelf iets doen. Ze willen niet steeds geholpen worden. Zelf doen en zelf leren
werkt motiverend en het geleerde wordt makkelijker vastgehouden. Zelfvertrouwen van kinderen
neemt toe naarmate ze meer zelfstandig kunnen “opereren”. Onze schoolsystemen doen steeds
meer een beroep op zelfstandigheid. Zelfstandig werken betekent in een aantal gevallen ook
samenwerken. Zelfstandig werken in een groep stelt de leerkracht in staat om gericht kinderen te
helpen. Het kan dan gaan om kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, maar ook om de hulp
aan kinderen die gemakkelijk met de leerstof omgaan en extra uitdaging nodig hebben.
Bij ons op school is er naast zelfstandig werken ook sprake van zelfstandige verwerking van
opdrachten die na een instructie volgen. De zelfstandige verwerking zien we met name terug bij de
vakken rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen.
Structureel Coöperatief Leren
Met deze afspraken geven we vorm aan systematische aandacht voor interactieve
samenwerkingsvormen, waardoor kinderen op een gestructureerde manier leren werken in
teamverband.
1. Klassenmanagement:
Het samenwerken van leerlingen gebeurt bij ons op school op een gestructureerde wijze,
coöperatief. Hierover hebben we enkele afspraken gemaakt:
-
Alle leerkrachten gebruiken hetzelfde stilte-teken
-
Alle tafelgroepen hebben genummerde plaatsen in groep 3 t/m 8 van 1-4, elke
stoel, op die plaats, bij elke groep heeft hetzelfde nummer.
-
Er zijn afspraken gemaakt over het stemvolume tijdens de activiteiten in
verschillende situaties.
2. Teams:
De leerlingen van groep 3 t/m 8 zitten zoveel mogelijk in vaste groepen van 4, in het lokaal.
Wanneer er reden voor differentiatie is, wordt er ook in een andere groepssamenstelling
gewerkt ( bijvoorbeeld bij niveaulezen of rekenen). Afspraken die we hierover hebben
gemaakt:
-
De leerlingen zitten in teams van 4, met in uitzonderlijke gevallen 5 of 6 leerlingen.
-
De teams zijn heterogeen van samenstelling.
12
-
Teams wisselen voorafgaand aan iedere vakantie (ongeveer een periode van 7 – 8
weken)
3. Wil
Er is structurele aandacht voor elkaar leren kennen en willen samenwerken met elke andere
leerling. We werken met aparte activiteiten die een positieve onderlinge sfeer stimuleren
en daarvoor gebruiken we team- en klasbouwers.
4. Didactische structuren
We verstaan hieronder de interactieve werkvormen die via opbouw in de methode
aangeboden worden aan de leerlingen.
Per groep is een minimumaanbod van didactische structuren afgesproken, die aangeleerd
worden in een schooljaar. Deze kunnen in principe worden ingezet bij alle leervakken.
5. Gips
Gelijke Deelname
Individuele Aansprakelijkheid
Positieve Wederzijdse Afhankelijkheid
Simultane Interactie
Omdat we willen waarborgen dat Structureel Coöperatief Leren effectief wordt uitgevoerd
en we streven naar hogere leeropbrengst voor alle leerlingen, checken we onze werkwijze
op GIPS.
6. Sociale Vaardigheden:
Door de ingebouwde, gestructureerde werkwijze doen de leerlingen tijdens de
samenwerking sociale vaardigheden op. Daarnaast hebben we de afspraak:
-
voorbeeldgedrag van de leerkracht is uitgangspunt hierbij.
-
Accent bij instructie en/of reflectie op de manier waarop je met elkaar omgaat
(aardig zijn, elkaar helpen, een compliment geven en/of ontvangen, enz.)
13
4 De zorg voor de kinderen
4.1 De intern begeleider
Tegenwoordig is er op elke school een intern begeleider aanwezig. Bij de start van het project Weer
Samen Naar School (WSNS) heette dat nog een zorgcoördinator.
De intern begeleider of IB-er verzorgt de zorgstructuur binnen een school.
De IB-er werkt daarbij op groeps- en schoolniveau om op die manier de doorgaande lijn van
leerlingen binnen de school te bewaken.
Leerlingen die uitvallen op cognitief gebied en sociaal-emotioneel gebied krijgen extra
ondersteuning van de leerkracht. Door middel van groepsplannen worden doelstellingen
geformuleerd en uitgevoerd in de groep. Dit volgens de werkwijze van de 1-zorgroute. Daarbij geeft
de IB-er de leerkrachten ondersteuning en richtlijnen. Daar waar nodig wordt er voor sommige
leerlingen nog een individueel handelingsplan opgesteld. Dat zijn bijv. leerlingen waarbij er een
vermoeden van dyslexie speelt, aangezien er voor een onderzoeksaanvraag individuele
handelingsplannen noodzakelijk zijn.
Daar waar nodig neemt de IB-er ook onderzoeken af om de juiste ontwikkelingen van leerlingen
beter in kaart te kunnen brengen.
Ook leidt, begeleidt en evalueert de IB-er de verschillende besprekingen die voor de verschillende
leerlingen en groepen noodzakelijk zijn, o.a. op basis van de gegevens van het CITO Leerling
Onderwijs Volg Systeem.
Alle leerlingen worden bij ons op school in hun ontwikkeling o.a. gevolgd m.b.v. het CITO LOVS.
De resultaten van de leerlingen en de groepen afkomstig vanuit dat systeem, worden gedurende het
schooljaar door de IB-er met de leerkrachten besproken en geeft vaak reden tot extra leerling-hulp
zoals in het begin al beschreven is.
Naast de al eerder genoemde begeleidingsvormen is de IB-er een coach voor de leerkrachten en
helpt ze op weg om hun klassenorganisatie op orde te brengen.
Niet alleen leerlingen die uitvallen op een bepaald vak, maar ook de meerbegaafde leerlingen
proberen we een eigen programma te geven en te begeleiden.
Daarnaast heeft een IB-er vele malen directieoverleg en ontwerpt de IB-er protocollen en
beleidsstukken voor een aantal jaren.
De IB-er onderhoudt ook contacten met ouders en externe instanties, bijv. met de ambulant
begeleiders van het samenwerkingsverband O3 en de ambulant begeleiders van VISIO en Auris die
leerlingen met een zorgarrangement begeleiden. Ook begeleidt de IB-er de leerkracht met een
eventuele aanvraag voor een zorgarrangement, wanneer een leerling uit zijn of haar groep daar
voor in aanmerking komt.
Een IB-er maakt ook deel uit van een samenwerkingsverband vanuit het traject WSNS. Dat is in ons
geval het samenwerkingsverband O3. Daar heb je contact met andere intern begeleiders en wissel
je ervaringen uit.
Naast het overleg via WSNS wordt er ook met alle IB-ers van Prisma regelmatig overleg gevoerd.
14
4.2 Hoe gaan we om met kinderen die problemen hebben op onze school
Op onze school vinden leerlingenbesprekingen plaats. Op die momenten wordt door de
groepsleerkrachten aangegeven welke kinderen met leer- en/of gedragsproblemen mogelijk in
aanmerking dienen te komen voor extra hulp.
Omdat ieder kind anders is en omdat iedereen voldoende aandacht moet krijgen, is het nodig om te
weten hoe de vorderingen verlopen.
Onze moderne methoden bieden volop mogelijkheden om de ontwikkeling van de kinderen te
volgen, bijv door observatielijsten, toetsen en dictees en vorderingenlijsten. En natuurlijk blijft het
dagelijks contact tussen kind en meester of juf het belangrijkste middel om de zorg iedere dag weer
aan te passen of op maat te maken. Hij of zij is het best op de hoogte van het wel en wee van uw
kind en is vanzelfsprekend ook een soort vertrouwenspersoon. Voor de meer ‘zakelijke’ gegevens
hebben we op onze school het Cito leerlingvolgsysteem. Dit zijn landelijk genormeerde toetsen, die
methode onafhankelijk zijn. Die geven een beeld hoe onze leerlingen scoren t.o.v. andere scholen
in Nederland.
In groep 1 en 2 worden de volgende toetsen afgenomen: Rekenen en Wiskunde, Taal en Toets
fonemisch bewustzijn. In de groepen 3 t/m 8 zijn dat o.a.: Technisch- en Begrijpend lezen,
Spelling, Rekenen en Wiskunde en Studievaardigheden.
In februari maakt groep 8 de eindtoets. Deze toets geeft mede een advies voor een schoolkeuze
voor het voortgezet onderwijs.
Leerlinggegevens
Van iedere leerling wordt een leerlingenmap bijgehouden. Daarin worden gegevens opgenomen over
de vorderingen van de leerling, observaties, speciale onderzoeken, handelingsplannen en
testgegevens van de verschillende jaren.
Na iedere toetsperiode bespreken de leerkrachten per bouw samen met de intern begeleider de
groepsresultaten. Behalve aan de groep in zijn geheel, wordt er vooral aandacht gegeven aan
kinderen met zwakke of zeer goede resultaten.
Daarnaast is er voor de kinderen die problemen hebben met bijv. lezen een speciale bespreking. Dat
is de leerlingbespreking. Die bespreking wordt gehouden met de groepsleerkracht en de intern
begeleider. Tijdens zo’n bespreking wordt er nagegaan wat de problemen van het kind zijn en wat
er aan gedaan kan worden. Daartoe wordt een handelingsplan gemaakt, waarin staat wat het
probleem is en hoe en met welke middelen dit aangepakt moet worden. Dit handelingsplan wordt
na een week of acht geëvalueerd.
Dit soort veranderingen worden altijd met u als ouder doorgesproken.
Mocht het blijken dat wij als school zelf het kind niet meer verder kunnen helpen, dan wordt het
Samenwerkingsverband O3 ingeschakeld. Hiervoor is echter eerst toestemming van de ouders nodig.
In dit samenwerkingsverband zitten deskundigen, die samen met de school gaan bekijken hoe het
kind verder geholpen kan worden. Het kan zijn dat er aanvullend onderzoek moet worden gedaan,
of dat er andere materialen en/of werkwijzen gezocht worden om het kind in zijn eigen groep
verder op te vangen.
Het komt ook voor dat leerlingen zulke specifieke behoeften hebben, dat zij aangewezen zijn op
een vorm van speciaal onderwijs. Door de wet is voorgeschreven dat een leerling niet zomaar naar
het speciaal onderwijs kan worden doorverwezen. De basisschool zal eerst moeten aantonen wat er
15
al aan het probleem is gedaan. De deskundigen in het Loket van het samenwerkingsverband (O3)
bepalen dan of de leerling naar een school voor speciaal onderwijs kan. Dit vindt altijd plaats in
overleg met en met toestemming van de ouders.
Dyslexie
Na ongeveer 1½ jaar leesonderwijs kunnen we vaststellen of een leerling mogelijk dyslectisch is. Dit
is dan halverwege groep 4.
De gegevens uit het CITO LOVS kunnen dan aanleiding geven om aanvullend lees- spellingonderzoek
te doen. Bijvoorbeeld wanneer een leerling meerdere keren achter elkaar een E-niveau scoort op de
lees- en spellingtoetsen van het CITO.
Dit alles gaat op basis van het landelijk protocol dyslexie.
Wanneer al die gegevens in de richting van dyslexie wijzen, wordt de leerling bij ons op school
behandeld en begeleid als een dyslectische leerling.
Naast de cijfermatige gegevens van leestoetsen, die een grote achterstand laten zien, moeten we
ook nog didactische resistentie aantonen.
Dat wil zeggen dat een leerling ondanks de extra geboden hulp maar weinig of niet vooruit gaat.
Zodra we een vermoeden hebben van leesproblemen bij een leerling gaan we meteen extra
leesbegeleiding geven. Dit voor een periode van minstens 6 maanden. Die begeleiding wordt dan
vastgelegd in handelingsplannen.
De officiële verklaring dyslexie hebben wij als basisschool pas in groep 8 nodig i.v.m. de CITO
eindtoets.
De gegevens van dat onderzoek zijn dan twee jaar geldig en de uiteindelijke verklaring onbeperkt.
Op dit moment is er voor onderzoek en begeleiding van ernstig, enkelvoudige dyslectische
leerlingen een mogelijkheid om dit door organisaties die daarvoor gecertificeerd zijn te laten
uitvoeren. Wanneer een leerling aan alle criteria daarvoor voldoet wordt het onderzoek en de
behandeling van ongeveer 1 jaar door de gemeente vergoed.
De gemeente betaalt alleen uit voor onderzoek en begeleiding wanneer er sprake is van een
enkelvoudige, ernstige vorm van dyslexie.
Er is sprake van enkelvoudige dyslexie wanneer er naast dyslexie geen sprake is van één of meer
andere (leer)stoornissen. Voor ernstige dyslexie moet de leerling voor lezen tot de 10% zwakst
scorende leerlingen behoren of tot de 16% zwakst op lezen gecombineerd met de 10% zwakst
scorende leerlingen op spelling.
Deze regeling is maar voor enkele kinderen van toepassing.
16
4.3 De 1-zorgroute
In onze school wordt gewerkt met de 1-zorgroute. Dit betekent dat er voor elk kind tenminste één
keer per drie maanden wordt bekeken wat hij/zij nodig heeft om goed te kunnen leren en zich te
ontwikkelen. Voor het ene kind is dat bijvoorbeeld dat hij extra instructie nodig heeft. Het andere
kind heeft misschien weer meer behoefte aan complimenten. Per vakgebied maakt de leerkracht
van elk kind een groepsplan waarin hij/zij dit vastlegt.
Via de rapporten en de contactavonden en andere gespreksmomenten wordt u als ouders op de
hoogte gehouden van hoe het met uw kind gaat.
Soms is het niet duidelijk wat een kind nodig heeft om goed te kunnen leren en zich te kunnen
ontwikkelen. Of dat de leerkracht moeite heeft om de juiste aanpak vorm te geven. In dat geval
overleggen de leerkracht en de intern begeleider in een aparte bespreking hoe de problemen
kunnen worden aangepakt. Dit gesprek is een leerlingbespreking.
Als uw kind in de leerlingbespreking wordt besproken, dan wordt u altijd hiervan op de hoogte
gesteld. Soms is het nodig dat we uitgebreider met u praten. Als ouders weet u vaak heel goed wat
uw kind nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen. Van de leerlingbesprekingen en de
gesprekken wordt een verslag gemaakt. Dit verslag gaat in het dossier.
Als het ondanks onze eigen hulp en inspanningen niet goed lukt om te bekijken wat een kind nodig
heeft of welke aanpak de juiste is, kan de school hulp inroepen van een extern deskundige
(psycholoog, maatschappelijk werker, logopedist, schoolarts, en dergelijke). Deze kan de school
dan adviseren of onderzoek voorstellen.
Soms is het nodig om nóg intensiever te kijken naar wat een kind nodig heeft of welke aanpak de
juiste is. Dat kan gebeuren door een team van deskundigen, het ZorgAdviesTeam. Onze school is
hierbij aangesloten. Het ZAT kan onderzoek doen naar het kind zelf (psychologisch en lichamelijk),
maar ook naar de opvoedingssituatie thuis.
Als de school voor de ontwikkeling van uw kind de hulp wil inroepen van een externe deskundige
(of het ZAT), dan bespreken we dit altijd vooraf met u. Het is namelijk zo dat u hiervoor
schriftelijk toestemming moet geven. Er gaan gegevens over uw kind uit de school naar anderen
toe. Alle onderzoeken worden altijd éérst met u besproken.
In een enkel geval is het zo dat het voor de school niet mogelijk is om een kind het onderwijs te
bieden dat het nodig heeft. Dan is het beter om het kind te verwijzen naar een speciale basisschool
(SBO).
Mocht dit het geval zijn bij uw kind dan zullen we uitgebreid met u praten. Een verwijzing is niet
zomaar iets. Daarnaast moeten ouders altijd toestemming geven om hun kind aan te melden bij
een commissie (Loket samenwerkingsverband O3) die beslist over de toelating tot de speciale
(basis-)school.
17
4.4 Advies vervolgonderwijs
Omdat de zorg voor leerlingen in feite niet stopt op het eind van de basisschool willen we samen
met de leerkrachten, ouders en kinderen een goede keus maken voor het vervolgonderwijs. Meestal
weten we op school wel wat de mogelijkheden van de schoolverlater zijn. We hebben veelal het
kind jarenlang als leerling op school gehad en weten veel over de verstandelijke capaciteiten, maar
ook over de leerhouding. Samen met de gegevens uit de CITO-eindtoets en soms een AOB-onderzoek
(ouders krijgen hierover in het laatste schooljaar informatie) wordt een keus gemaakt.
In maart wordt dan meestal een gesprek gevoerd met de leerkracht van groep 8 en de ouders om
definitief een vervolgopleiding te kiezen. Als het inschrijfformulier voor de betreffende school bij
ons is ingeleverd, voegen we een onderwijskundig rapport toe en sturen we de formulieren door
naar de betreffende school.
4.5 De manier waarop we in het algemeen met meer begaafde kinderen willen
werken
Hieronder treft u een gedeelte aan uit het hoogbegaafdheidsprotocol van onze school. Het gehele
document kunt u vinden als onderdeel van onze website.
Op dit moment zien wij als school enigszins ruimte, om naast voornamelijk individuele
trajecten, te werken met een plusklas.
Het werk van de leerlingen wordt zoveel mogelijk opgenomen in de weekplanningen en weektaken
die voor de groep gemaakt worden.
In de weektaken van de leerlingen wordt er aangegeven op welke manier ze tijdens de week
met de voor hun specifieke taken aan de slag kunnen.
De plusklas wordt opgezet voor leerlingen uit de groepen 5 t/m 8.
De verdere uitwerking van het hoe, waarom en wanneer van de plusklas wordt in een aparte
paragraaf uitgewerkt.
Bij incidentele leerlingen ontkomen we er toch niet aan om een individueel traject te
hanteren. Door specifiek onderzoek en begeleiding van sommige hoogbegaafde leerlingen
is vast komen te staan dat de bovenstaande werkwijze, die we als standaard werkwijze
willen hanteren, niet toereikend voor die leerling is.
Er moet dan een aanbod op maat voor hem/haar worden gemaakt.
Dit het liefst met ondersteuning vanuit de praktijk waar de leerling onderzocht is.
Dit zijn leerlingen die een top down benadering nodig hebben.
De plusklas is een onderdeel van de zorgstructuur binnen onze school.
Doel van de plusklas:
Het doel van de plusklas is om te voorzien in een onderwijsbehoefte van kinderen op school,
waarbij kinderen met meerbegaafdheid in staat gesteld worden om op gezette tijden (1½ uur
per week) met andere meerbegaafde kinderen te werken aan een stukje didactische uitdaging.
Leren samenwerken, ontwikkelen van sociale vaardigheden en leren werken vanuit autonomie
aan een gezamenlijk project zijn uitgangspunten. De onderwerpen die in de plusklas worden
aangeboden bestaan in de eerste plaats uit de rode peperopdrachten van de pittige plus torens.
Daarnaast worden er opdrachten uitgevoerd uit de Vooruit mappen en uit webquests.
De plusklas wordt gebruikt als aanzet en verrijking van het onderwijspakket, waarbij de
opdrachten waar mogelijk in de klas worden afgemaakt, zodat de planning van deze kinderen
een gedifferentieerde inhoud krijgt.
18
Dit is voorlopig alleen mogelijk voor leerlingen van groep 5 t/m 8.
Tevens krijgen leerlingen van de groepen 1 t/m 8 verrijking in de eigen groep aangeboden. We
noemen dit verrijkingsactiviteiten.
Plaatsing van leerlingen in de plusklas:
Het starten van een plusklas doen we om in die onderwijsbehoeften te voorzien waar de
hoogbegaafde leerling in groepsverband te weinig mee in aanraking komt. Dit vormt dan een
goede aanvulling op het reguliere onderwijs. Het betekent tegelijkertijd wel een beperking van
de doelgroep. De goede leerling die vaak eerder klaar is met het werk maar wel bottom-up leert,
hoort er niet thuis. Voor dat kind behoort in de klas een gezonde dosis aantrekkelijk ‘extra werk’
aan zijn taak te worden toegevoegd. Hij heeft geen eigenschappen die op een andere wijze
moeten worden begeleid dan binnen de groep mogelijk is. Als deze leerlingen toch aan de
plusklas mogen deelnemen maken we de specifieke begeleiding voor het hoogbegaafde kind
weer onmogelijk. De plusklas mag geen vergaarbak worden van leerlingen waar de
groepsleerkracht zo gauw geen raad mee weet. Want ook voor de echte hoogbegaafde leerling geldt
dat in eerste instantie zoveel mogelijk verrijkingsmaatregelen binnen de klas worden genomen.
Pas daarna komt de plusklas in beeld met alle extra´s die voor deze leerling in
klassenverband niet voldoende aan de orde komen.
We hanteren de volgende criteria voor het plaatsen van leerlingen in de plusklas.
 Diagnose d.m.v. het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid.
 Rapporten orthopedagoog/psycholoog.
 A+ scores bij alle Cito-toetsen (voor een langere tijd).
 Overleg van IB-er en leerkrachten hoogbegaafdheid werkgroep.
De plaatsing vindt plaats na aanmelding door de leerkracht van de leerling bij de intern
begeleider. Dit na overleg met de ouders van de leerling.
Wanneer er nog geen gegevens van de leerling voorradig zijn wordt eerst via het Digitaal
Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid onderzocht of de leerling tot de doelgroep van de
plusklas behoort.
Op basis van die gegevens overlegt de IB-er met de leerkracht en de leerkrachten van de
hoogbegaafdheid werkgroep of plaatsing een optie is.
Het werken met de leerlingen in een plusklas, is behoorlijk intensief. Daarom worden de
groepen het liefst zo klein mogelijk gehouden (ca. 10 leerlingen).
Mocht blijken dat de leerling moeite heeft met het zelfstandig werken dat gevraagd wordt, zich
niet thuis voelt in de plusklas of dat de klassikale resultaten teruglopen, dan kan na overleg met
betrokken leerkrachten en de IB-er plaatsing teruggedraaid of verkort worden.
5 De leerkrachten
5.1 De samenstelling van het team
directeur:
Dhr. Paul Constandse
Doornlaan 13
4334 BT Middelburg
tel: 06-14785343
[email protected]
19
interne begeleiding:
Dhr. Johan Jacobs
[email protected]
leerkrachten:
Groep 0-1A
Groep 0-1B
Groep 1-2
Groep 2B
Groep 3A
Groep 3B
Groep 4A
Groep 4B
Groep 5A
Groep 5B
Groep 6A
Groep 6B-7A
Groep 7B
Groep 8B
Onderwijsassistent
Mw. Jolanda Fierloos-v.d. Linde
Mw. Bianca Vooijs
Mw. Bianca Vooijs
Mw. Annelies Zuidhof
Mw. Marlies Nagelkerke
Mw. Angela Moerland
Mw. Tineke Scheurleer-Mersch
Mw. Angela Moerland
Mw. Sandra van Zunderen
Mw. Mirjam Geene-Nuijen
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Mw. Annemarie van Jole-Berndsen
Mw. Desiré Janse
Mw. Annika Polfliet-Izeboud
Mw. Linda Clement-Bakker
Mw. Joke Emmerik-v.d. Ende
Mw. Remona Koorstra-de Jong
Mw. Marian Steenblok-Reijerse
Dhr. David van Vliet
Mw. Constantia Martens
Mw. Natasja de Jonge
Mw. Linda Heijnsdijk
Dhr. Niels van Harn
Mw. Sabriene Hendrikse-Raas
Mw. Karin van Exel
Mw. Ilona Mieras-Uitterhoeve
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
5.2 Scholing van leerkrachten
Leerkrachten zijn verplicht om hun kennis en vaardigheden met betrekking tot het onderwijs bij te
houden. De wet BIO (Beroepen in het Onderwijs) schrijft dit voor. Leerkrachten moeten niet alleen
bevoegd zijn, ze moeten ook aan kunnen tonen dat ze bekwaam zijn en dat ze er alles aan doen om
ook bekwaam te blijven. Dat kan door middel van scholing, maar ook door bijvoorbeeld met
collega’s te overleggen over bepaalde thema’s. Zo is er bijvoorbeeld een groepje
onderbouwleerkrachten die onder begeleiding een aantal malen per jaar overleggen over
onderwerpen uit de onderbouw. Een andere manier om je bekwaamheid te vergroten is het werken
met een coach. Dat kan een collega zijn (een maatje) of een speciaal daarvoor opgeleide coach.
Leren kun je dus op veel verschillende manieren.
Hoe weten we nu of een leerkracht bekwaam is? Directeuren kennen natuurlijk hun leerkrachten en
komen ook regelmatig bij hen in de klas. Daarbij gebruiken we de landelijke beschreven
vaardigheden bedoeld voor leerkrachten in het basisonderwijs. Om dat ook met een objectief oog te
20
kunnen meten gebruiken we een instrument waarbij leerkrachten een vragenlijst invullen op de
computer. Daar rolt een vaardigheidsprofiel uit. Samen met de informatie die een directeur van zijn
leerkracht al heeft, krijgen we zo een aardig beeld van de vaardigheden van een leerkracht in
vergelijking met wat hij voor zijn functie nodig heeft.
In een gesprek met de directeur wordt vervolgens gekeken welke ontwikkelpunten de leraar nog zou
kunnen aanpakken om een nog betere leerkracht te worden. Dit wordt in een Persoonlijk Ontwikkel
Plan (POP) door de leerkracht beschreven. In het bekwaamheidsdossier, dat iedere leerkracht
verplicht hoort bij te houden, komt dit plan en is ook te vinden op welke manier de leerkracht heeft
gewerkt aan het vergroten van zijn bekwaamheid. Zo wordt aan de bovengenoemde eisen uit de
wet BIO voldaan.
6 De ouder(s)/ verzorger(s)
6.1 Het belang van betrokkenheid van ouder(s)/ verzorger(s)
Het is duidelijk, dat het contact tussen school en ouder(s)/ verzorger(s) van wezenlijk belang is. We
proberen dan ook om dit contact optimaal te laten zijn. Zo is het in de kleutergroepen mogelijk om
met uw kind mee naar school te komen en van die gelegenheid gebruik te maken om eventueel de
leerkracht te spreken.
Neemt u a.u.b. steeds contact met ons op, als u vragen heeft of opmerkingen. Van onze kant zullen
we u benaderen, als er reden toe is.
Aan het begin van het schooljaar wordt u uitgenodigd voor een “omgekeerd oudergesprek”. U krijgt
dan de gelegenheid om over uw kind(eren) te vertellen, omdat wij het belangrijk vinden om goed
21
op de hoogte te zijn van uw kind(eren). Dit gesprek zien we als een start, waardoor wij als
leerkrachten nog meer kunnen inspelen op de onderwijsbehoeften van uw kind(eren).
Verder wordt u middels een brief tweemaal per jaar uitgenodigd voor een oudergesprek over de
vorderingen van uw kind. Wilt u een leerkracht spreken en denkt u dat het wat meer tijd vergt,
neem dan vooraf even contact op voor een afspraak.
Samen met u willen wij ervoor zorgen dat uw kind(eren) zijn/haar weg in harmonie weet te vinden
op onze school.
6.2 Aanmelding
Als u uw kind(eren) wilt aanmelden, gaat de directeur met u in gesprek. In dit gesprek brengt de
directeur u op de hoogte van het onderwijs op onze school en is er de mogelijkheid tot het stellen
van vragen. Tevens krijgt u een rondleiding door de school en is er de gelegenheid om de sfeer in de
diverse groepen te proeven. Een leerling van 4 jaar mag naar de basisschool. Het is gebruikelijk, dat
een kleuter voordat hij of zij 4 jaar wordt, komt inlopen. Dit houdt in dat de kleuter een aantal
dagdelen de toekomstige school bezoekt. De ouder maakt samen met de leerkracht van groep 1
afspraken op welke data de kleuter komt kennismaken. Als u uw kind heeft aangemeld, neemt de
school ongeveer een maand voor de vierde verjaardag van uw kind contact met u op.
Naast het invullen van het inschrijfformulier vragen we u of uw kind op foto’s voor onze website
mag.
Voorts zijn we verplicht om u een kopie te vragen van een document, waarop het
sofinummer/burgerservicenummer van uw kind vermeld staat. Dat kan o.a. het schrijven van de
belastingdienst zijn of een kopie van de polis van de ziektenkostenverzekering (de polis van het
kind).
6.3 Inspraak
Via de vertegenwoordigers in de medezeggenschapsraad hebben de ouder(s)/ verzorger(s) inspraak
in een groot aantal zaken van de school. We hanteren voor onze school een
medezeggenschapsreglement. Binnen het bestuur is er ook een gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad (GMR).
In het adressenoverzicht in hoofdstuk 9.2 kunt u de namen van de vertegenwoordigers in de MR
vinden.
6.4 Leerplicht/ziekte
Zie algemene informatiegids Prisma.
6.5 Effectieve leertijd en verlof
Zie algemene informatiegids Prisma.
6.6 Leerlinggebonden financiering
Zie algemene informatiegids Prisma.
6.7 Ouderactiviteiten
Op onze school vinden veel activiteiten plaats waarbij ouder(s)/ verzorger(s) ondersteuning bieden
bij de dagelijkse gang op onze school. Enkele voorbeelden zijn: hulp bij het schoolzwemmen,
22
overblijfouder tussen de middag, “luizenpluisouder”, hulp bij computergebruik door de kleuters,
hulp bij creatieve activiteiten, etc.
6.8 Kinderopvang
Buitenschoolse opvang en Prisma
Prisma en Kibeo hebben samen afgesproken dat de kinderen van onze scholen terecht kunnen op de
buitenschoolse opvang voorzieningen (BSO). BSO is de oplossing als u naast schooltijden opvang voor
uw kinderen nodig heeft. BSO biedt zekerheid en is betaalbaar. En voor uw kind een vriendje dat
altijd af kan spreken. Een leuke en verantwoorde plek voor de vrije tijd van uw kind.
De opvang
Uw kind kan voor en na schooltijd spelen op de BSO en in de schoolvakanties. Ook op studiedagen
van de school is er BSO. Spelen betekent bij ons ravotten, knutselen, lezen, luieren, spelletjes
doen, een activiteit, kletsen, kortom van alles wat je thuis ook kunt doen.
Na schooltijd is er eerst een “kopje thee” voor uw kind. Uw kind kan dan zijn schoolverhalen kwijt.
Als de kinderen op een vrije dag komen, wordt er meestal iets speciaals gedaan. Op stap met z’n
allen of spannende activiteiten rondom een thema.
Hoe vaak komt uw kind?
Dat bepaalt u zelf. U kunt vaste dagen afnemen, maar u kunt ook af en toe een dag afnemen. Dat
gaat met een strippenkaart. Uw kind kan ook alleen in de vakantie of op studiedagen komen.
Gebruikmaken van een combinatie van de mogelijkheden kan ook. De medewerkers Advies &
Bemiddeling van Kibeo kunnen samen met u bekijken wat het beste bij uw situatie past.
De kosten
Aan de BSO zijn kosten verbonden. De hoogte is afhankelijk van uw inkomen.
Op www.kibeo.nl vindt u alle relevante informatie.
6.9 Klachtenprocedure en interne vertrouwenspersoon
Zie ook algemene informatiegids Prisma .
Constantia Martens en Sandra van Zunderen zijn voor de Bisschop Ernstschool aangesteld als
vertrouwenspersoon. Zij hebben daarvoor een scholing gevolgd. Een vertrouwenspersoon is een
persoon, die vanuit de school en de Prismaorganisatie met deze formele taak is belast. Zorgvuldig
handelen brengt met zich mee dat een probleem altijd eerst met de direct betrokkene(n) wordt
besproken. Als dit niet tot het gewenste resultaat leidt kan contact worden opgenomen met de
vertrouwenspersoon van de school. Zij verricht de eerstelijnshulp. Het werkgebied van de
vertrouwenspersoon ligt op het terrein van klachten:
1.
2.
3.
4.
tussen
tussen
tussen
tussen
leerlingen onderling
leerlingen en personeel
personeel onderling
leidinggevenden en personeel
23
Er is ook een mogelijkheid om extern een vertrouwenspersoon te spreken. U wordt dan
doorverwezen naar onze externe vertrouwenspersoon Annette de Koning-Meeùs. (zie ook algemene
informatiegids Prisma)
6.10 Schorsing en verwijdering van leerlingen
Zie algemene informatiegids Prisma.
6.11 Informatievoorziening aan (gescheiden) ouders
Zie algemene informatiegids Prisma.
6.12 Ouderbijdrage
De ouderraad vraagt u om een vrijwillige ouderbijdrage van 10 euro per schooljaar. Hiervan worden
een aantal activiteiten georganiseerd voor de kinderen. Bijvoorbeeld met Sinterklaas, Kerst,
Carnaval, afsluiting schooljaar en de fietstocht aan het begin van het schooljaar.
6.13 Declaratiefonds gemeente
Met een minimuminkomen is het vaak moeilijk om voldoende geld vrij te maken voor activiteiten op
sport, cultureel, recreatief of maatschappelijk gebied. Wanneer u een uitkering van de gemeente
ontvangt of een ander laag inkomen, kan het moeilijk zijn om geld voor deze dingen opzij te zetten.
Om u en uw gezin toch in staat te stellen om mee te doen aan dergelijke activiteiten heeft de
gemeente het declaratiefonds in het leven geroepen.
Via het declaratiefonds kunt u onder meer een vergoeding krijgen voor:
o lidmaatschapkosten voor verenigingen;
o lesgeld voor de muziek- en balletschool of andere lessen;
o cursusgeld voor het ROC Zeeland en de Zeeuwse Volksuniversiteit
o het abonnementsgeld voor de bibliotheek en toneel- en theatervoorstellingen;
o een zwembadkaart of zwemlessen;
o een voordeelurenkaart;
o evenementen en attracties (o.a. pretparken) binnen en buiten Goes;
o bioscoopbezoek
Naast de vergoeding van lidmaatschapskosten, lesgelden, enz. kunt u een extra bijdrage van €18,00
krijgen voor sportkleding of andere benodigdheden voor uw sport en hobby (als daar binnen het
beschikbare bedrag nog ruimte voor is).
Hoogte van de vergoeding
Voor ieder gezinslid geldt een maximale vergoeding van €125,00 per jaar. Dit bedrag wordt bereikt
door de kosten van lidmaatschappen, abonnementen, lesgelden, voordeelurenkaart, etc. van de
activiteiten bij elkaar op te tellen. De gemeente verstrekt de vergoeding steeds per kalenderjaar.
De kosten kunnen echter betrekking hebben op activiteiten die doorlopen tot in het volgende jaar.
24
Extra vergoeding
De gemeente kan de vergoeding van €125,00 verhogen met een extra bedrag van € 49,00 als
tegemoetkoming in de kosten van de telefoon voor ouderen (65+) en gehandicapten. Er kan een
vergoeding verstrekt worden voor de kosten van een vaste aansluiting of een mobiele telefoon.
Tegemoetkoming schoolgaande kinderen
Deelnemers aan het declaratiefonds met kinderen in het voortgezet onderwijs, kunnen tevens
gebruik maken van een tegemoetkoming in de kosten die aan de school betaald moeten worden voor
schoolreisje en/of excursies.
Voor wie is het declaratiefonds bedoeld?
Her declaratiefonds is bedoeld voor alle inwoners van Goes die rond moeten komen van een
inkomen dat lager is dan of gelijk is aan de bijstandsnorm (voor inwoners ouder dan 65 jaar de
AOW-norm) vermeerderd met 16%. Het maakt daarom niet uit of u een bijstandsuitkering van de
gemeente heeft, een minimum inkomen uit loon, AOW, AOW aangevuld met een klein pensioen, een
lage WW-uitkering, een lage arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc. Waar de inkomensgrens om voor
het declaratiefonds in aanmerking te komen precies ligt, vindt u in de folder over het
declaratiefonds. Deze is verkrijgbaar bij de Publieksbalie in het Stadskantoor
en in de wijkinfowinkels in de Goese Polder en Goes-Oost. In de folder leest
u verder hoe u een aanvraag kunt indienen en op welke manier de
uitbetaling van deze vergoeding plaatsvindt.
Meer informatie
Meer informatie vindt u in een speciale folder, die samen met het
aanvraagformulier verkrijgbaar is bij de balie van de afdeling Sociale Zaken
in het stadskantoor. U kunt de folder ook telefonisch op vragen via tel.
0113-249600 of per e-mail via [email protected]
25
7 De ontwikkeling van het onderwijs
Op onderwijskundig gebied gaan we door op de ingeslagen weg. Zo zijn de coöperatieve
werkvormen, de Plusklas, groepsdoorbrekend werken (o.a. rekenen, taal, spelling, lezen en atelier)
en het Kunstkabinet niet meer weg te denken uit ons onderwijsaanbod. In 2013-2014 zijn we
begonnen met de omgekeerde oudergesprekken, om nog meer te weten te komen over uw
kind(eren), zodat we nog beter in kunnen spelen op uw kind. Wat heeft hij/zij nodig om tot leren te
komen?
Ook besteden de leerkrachten aan het begin van elk schooljaar aandacht aan de afspraken en de
regels. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de methode Goed van Start. Op deze manier zorgen we
voor een veilige leeromgeving. Een omgeving waar kinderen kunnen en mogen zijn wie ze zijn.
De Bisschop Ernstschool is een grote school die intimiteit wil uitstralen. Door het toepassen van
regels, consequent handelen van leerkracht(en) zorgen we voor een sfeer die intimiteit uitstraalt.
Kortom, een sfeer waarin kinderen zich veilig voelen.
Op ict-gebied zit de school niet stil. Zo hebben we in bijna alle groepen een Activ board en kunnen
de leerlingen gebruik maken van een Skoolmate (laptop). Wij vinden het belangrijk dat leerlingen
hun ict-vaardigheden ontwikkelen. We beseffen dat ict niet meer weg te denken is uit het
onderwijs. Op de Bisschop Ernstschool gaan ict en school goed samen. Hoewel we de leerlingen met
computers aan de slag laten gaan om hun ict- vaardigheden te vergroten, blijft ook bij dit
onderdeel de leerkracht belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen.
Samen met het team en de kinderen maken we er ieder schooljaar een inspirerend jaar van!
7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school
Voortdurend wordt er op school gewerkt aan verbeteringen. Zo zijn de afgelopen jaren een aantal
leermethoden vernieuwd.
Het CITO leerlingvolgsysteem wordt jaarlijks uitgebreid. Dit systeem stelt ons in staat om eventuele
hiaten op te vullen en de resultaten van onze leerlingen naast landelijke normen te leggen. We
beschikken dan over gegevens, die ons in staat stellen de lestijd zo effectief mogelijk te benutten.
We kunnen met de gegevens kinderen individueel helpen, maar ook groepjes kinderen kunnen
bepaalde leerstof nog eens aangeboden krijgen.
We willen in de toekomst de computer nog beter gaan inzetten in ons onderwijs. Betere software
komt steeds meer voor handen en kan voor veel kinderen een goed hulpmiddel zijn.
Scholing van leraren moet verder bijdragen aan een optimalisering van ons onderwijs. Ook willen we
nog werken aan een verdere professionalisering van de zorg in onze school.
We maken binnen ons bestuur sedert 2005 gebruik van de Kwaliteitsmeter. Dit instrument stelt ons
in staat om middels een vragenlijst op de computer inzicht te verkrijgen in de mate van
tevredenheid over onze school. Zowel leerlingen als ouders als ook leerkrachten kunnen de lijst
invullen. Het is de bedoeling dat om het jaar alle leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8 de lijsten
verwerken. Voorts wordt ook aan alle gezinnen (ouders) gevraagd deel te nemen aan het onderzoek.
Tevens vullen ook alle leerkrachten de lijst in.
We hopen na evaluatie van de antwoorden op verschillende punten het schoolbeleid bij te kunnen
stellen, om zoveel als mogelijk de kwaliteit optimaal te doen zijn.
26
7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving
Onze samenwerking met de parochie H. Maria Magdalena:
In samenwerking met de parochie worden vieringen voorbereid, die op geplande
zaterdagavonden/zondagochtenden worden gehouden. Ook in het kader van de Eerste Heilige
Communie en het Vormsel zijn er contacten met de parochie. Verder bezoeken we de kerk met
onze leerlingen volgens een vast schema. Ook tijdens de Paasviering bezoeken we met heel de
school de kerk, om gezamenlijk een viering te houden.
Onze samenwerking met de GGD:
Alle kinderen krijgen op 5-jarige, 10-jarige en 13-jarige leeftijd een uitnodiging voor een
gezondheidsonderzoek. De logopediste haalt de leerlingen van ongeveer 5 jaar uit de klas en
onderzoekt ze op spraak-taalontwikkeling, stem, mondgewoonten en gehoor.
Preventief Gezondheidsonderzoek 5-jarigen
Alle ca. 5-jarige basisschoolleerlingen worden door de jeugdarts en jeugdartsassistente onderzocht.
Het kind wordt samen met de ouder (of verzorger) hiervoor uitgenodigd op een GGD-servicepunt.
Tijdens dit onderzoek wordt nagegaan of het kind gezond is, hoe het zich ontwikkelt en of het zich
prettig voelt. Het kind wordt ook lichamelijk onderzocht. Zo worden de ogen en oren nagekeken,
het gewicht en de lengte bepaald en er wordt een motorisch onderzoek verricht. De jeugdarts
houdt, voor zover dat voor het kind van belang is, een voorbespreking en nabespreking met de
leerkracht om de schoolsituatie van het kind goed in beeld te brengen. Mochten er vanuit de
voorbespreking op school en/of het onderzoek door de jeugdartsassistente nog vragen zijn over de
ontwikkeling en gezondheid van het kind, dan volgt er een vervolgoproep bij de jeugdarts.
Preventief Gezondheidsonderzoek 10–jarigen
Op 10-jarige leeftijd worden de kinderen uitgenodigd voor een Preventief Gezondheidsonderzoek
(PGO) bij de jeugdverpleegkundige. Het onderzoek vindt meestal plaats op school. Bij dit onderzoek
ligt het accent op de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Gezondheidsonderwerpen die
aan de orde komen, liggen op het gebied van groei, psychosociaal functioneren en (experimenteer-)
gedrag. Het onderzoek omvat onder meer:



problemen, klachten op medisch, psychosociaal
gebied en opvoedingsvragen;
bespreken van onder andere eet-,
slaapgewoonten, lichamelijke veranderingen,
omgang met anderen, pesten en eenzaamheid;
beoordelen groei, registratie van lengte en
gewicht en testen van houding.
Op de GGD kan ook een beroep worden gedaan vanuit
school. Te denken valt aan hulp bij het bestrijden van
bijvoorbeeld hoofdluis. Ook kan men de school van dienst
zijn m.b.t. het schoolgezondheidsbeleid.
Onze samenwerking met de PABO en Scalda:
Studenten van de PABO en Scalda worden door ons begeleid tijdens hun stageverblijf op onze
school.
Onze samenwerking met de bibliotheek:
Zowel met de Provinciale bibliotheek als met de Openbare bibliotheek in Goes hebben we
contacten. De jeugdafdelingen houden ons op de hoogte van voor het basisonderwijs interessante
activiteiten.
27
Onze samenwerking met de gemeente Goes:
Op diverse terreinen hebben we te maken met de gemeente. We denken dan aan de afdeling
onderwijs, maar ook aan de ambtenaren, die bijvoorbeeld de sportdagen mee helpen organiseren en
het praktisch verkeersexamen.
Onze samenwerking met clubs, verenigingen en de wijkvereniging:
Vaak doet men een beroep op ons, om briefjes uit te reiken en om aanplakbiljetten op te hangen
voor verschillende activiteiten.
Onze samenwerking met het MEC (Milieu Educatief Centrum):
Wij maken jaarlijks gebruik van de verschillende leskisten van het MEC.
28
8 De resultaten van het onderwijs
8.1 Uitstroomgegevens/leerresultaten
De resultaten van ons onderwijs zijn niet gemakkelijk onder woorden te brengen. Een basisschool is
een leerinstituut, waar niet alleen kennis wordt opgedaan, maar waar we ook werken aan andere
opvoedingsdoelen. Het in kaart brengen van resultaten is ook moeilijk, omdat het kindafhankelijk
is. Toch denken we dat we onze doelstelling: “het maximale uit elk kind halen” grotendeels waar
kunnen maken. Aan het eind van de basisschool gebruiken we de CITO-eindtoets. Deze toets vormt
samen met het oordeel van de leerkrachten de basis voor een advies voor het vervolgonderwijs.
Naast de CITO-toets, waaraan al onze leerlingen deelnemen, bestaat de mogelijkheid om ook
facultatief deel te nemen aan de AOB-toets. Indien van toepassing worden ook de gegevens uit deze
toets meegenomen in het advies.
Gezien onze schoolpopulatie mag van ons een score boven het landelijk gemiddelde worden
verwacht. We laten dit de laatste jaren ook duidelijk zien.
Door de hele basisschoolperiode heen worden leerresultaten geanalyseerd. Dit gebeurt uiteraard
ook met de eindscore. We kijken op welke gebieden we ons onderwijs kunnen verbeteren.
Als we naar de uitstroom kijken over de laatste 5 jaar dan krijgen we ongeveer het volgende beeld
te zien:
70 % havo/vwo
30 % vmbo
Jaar
2012
Gemiddelde gecorrigeerde* standaard score van 536,3
onze school
Landelijk gecorrigeerd gemiddelde
535,1
2013
535,4
2014
536,7
2015
538,9
2016
535,8
535,3
536,8
536
534,9
*Er wordt rekening gehouden met het opleidingsniveau van de ouders van alle leerlingen op onze
school.
Deze score laat zien dat wij als school in 2016 boven het gemiddelde hebben gescoord.
In hoofdstuk 4 leest u meer over de resultaten van het onderwijs. Daar is beschreven hoe we
omgaan met de bewaking van de resultaten.
29
9 Wetenswaardigheden
9.1 Gedrags- en schoolregels
Voor de goede gang van zaken in en rond school is het nodig een aantal ‘huisregels’ te hanteren:
Op het plein wordt niet gefietst. Kinderen, die regelmatig met de fiets naar school komen krijgen
een plaats in een bepaald gedeelte van de stalling.
Kinderen spelen in het speelkwartier op het toegewezen gedeelte van de speelplaats.
We staan rolschaatsen e.d. niet toe i.v.m. de veiligheid.
Alleen de ouder(s)/ verzorger(s) van de kinderen uit groep 1 en 2 mogen ’s morgens vanaf 08.30 uur
hun kind(eren) naar binnen brengen. Om 12.45 uur mogen de kinderen van groep 0-1 naar binnen
worden gebracht.
Voor school en tijdens het speelkwartier zijn er geen kinderen binnen, zonder toestemming van hun
leerkracht.
Regels voor leerlingen op het plein:



Ga met een ander om zoals je zelf ook behandeld wil worden
Zorg goed voor de spullen waarmee je speelt en speel ermee waarvoor het gemaakt is
Lopen op het schoolplein met je fiets of step aan de hand, zo kan iedereen veilig op het
plein spelen
Regels voor leerlingen in de school:



In de school houden we rekening met elkaar
Wij zijn zuinig op onze en andermans spullen en ruimen onze spullen netjes op
We lopen rustig en stil door de school zodat we anderen niet storen
9.2 Adressenoverzicht
Bevoegd gezag:
Zie algemene informatiegids Prisma.
Ouderraad:
De Ouderraad van de Bisschop Ernstschool is te bereiken op het e-mailadres:
[email protected]
Voor de actuele namenlijst van de Ouderraad, zie onze website:
http://www.bisschopernst-goes.nl/organisatie/o-r
Naam
Ouder/verzorger van
(naam kind (-eren) en groep)
Lian Beuns
Corinda Boudens
Jolanda Burgs
Monique van den Boomgaard
Saskia Canjels
Guusje groep 8 en Jens groep 5
Nino groep 8 en Matz groep 5
Wes groep 3
Lisa groep 7 en Noor groep 4
Thies groep 6 en Lieke groep 4
30
Marieke van Eykeren
Belinda van den Hil
(voorzitter)
Elsbeth Jansen
Nanda Jankie
Remko van Loon
Eugènie Meijer
Quirine Scherpenzeel
Irene van de Velde
(secretaris)
Hester Visser
Vera Wilbrink
Roos groep 4 en Anne groep 6
Ricardo groep 7 en Laura groep 5
Pelle groep 7 en Noor groep 3
Zenna groep 5
Meike groep 2
Just en Quint groep 4
Aidan groep 5 en Toulouse groep 2
Stijn groep 5 en Eefje groep 3
Eva groep 1/2 Guus groep 4
Marjolein groep 2
Medezeggenschapsraad: (oudergeleding)
Mw. Caroline van Koeveringe, ouder van Eva groep 4 en Bas groep 1-2
Mw. Jeske Schilders, ouder van Meike groep 2
Mw. Maike Lemain, ouder van Max groep 1-2
9.3 Schooltijden en vakanties
De ochtendschooltijden zijn voor alle groepen van 08.40 uur tot 12.00 uur.
Op woensdag beginnen de groepen 3 t/m 8 om 08.30 uur en stoppen alle groepen om 12.15 uur.
‘s Middags werken alle groepen van 13.00 uur tot 15.15 uur.
Iedere vrijdagmiddag zijn de kinderen uit de groepen 1 t/m 4 vrij.
In de kalender staan alle vakanties en vrije dagen vermeld. Deze dagen liggen vast. Het kan zijn,
dat er in de loop van het jaar nog een studiedag voor de leerkrachten is. U krijgt dan tijdig bericht
van ons. Ook op onze website kunt u de vakanties opzoeken, bij het hoofdstuk kalender staan de
vakanties vermeld.
31
Tijden gymlessen en zwemlessen:
Gymrooster schooljaar 2016-2017
Maandag
13.00-13.45 uur
13.45-14.30 uur
14.30-15.15 uur
Groep 7
Groep 6/7
Groep 3A
Dinsdag
08.45-09.30
09.30-10.15
11.15-12.00
13.00-13.45
13.45-14.30
14.30-15.15
uur
uur
uur
uur
uur
uur
Groep 4A
Groep 4B
Groep 6
Groep 8
Groep 3B
Groep 7
Woensdag
09.15-10.00 uur
10.00-10.45 uur
Groep 5A
Groep 2
Donderdag
08.45-09.30 uur
13.00-13.45 uur
13.45-14.30 uur
Groep 5B
Groep 6/7
Groep 6
Vrijdag
11.15-12.00
13.00-13.45
13.45-14.30
14.30-15.15
Groep 8
Groep 5A
Groep 5B
Atelier
uur
uur
uur
uur
Zwemrooster schooljaar 2016-2017
Groep 3A-3B
Donderdag
13.50-14.30 uur
Groep 4A-4B
Vrijdag
08.30- 09.10 uur
De zwemles:
Groep 4 zwemt op vrijdagmorgen (de bus vertrekt om 08.10 uur vanaf school).
Groep 3 zwemt op donderdagmiddag (de bus vertrekt om 13.30 uur vanaf school).
Het jaarrooster zwemmen ontvangt u bij aanvang van het nieuwe schooljaar. Het doel van het
schoolzwemmen is de leerlingen die vaardigheden aan te leren, die hen in staat stellen om in
recreatief en sportief verband deel te nemen aan activiteiten in, op, onder en rond het water.
9.4 Overzicht activiteiten
Alle activiteiten zijn opgenomen in de schoolkalender. Middels de nieuwsbrief, die maandelijks
verschijnt, houden we u op de hoogte van aanstaande activiteiten. De data zijn ook terug te vinden
op onze actuele website. Het kan voorkomen dat uw kind(eren) nog een brief mee naar huis krijgt
of dat de leerkracht een mail stuurt.
9.5 Verzekeringen en aansprakelijkheid
Zie algemene informatiegids Prisma.
32
9.6 Het weten waard
Verkeersveiligheid:
Met z’n allen kunnen we al veel doen om een veiligere situatie te verkrijgen, bijv. door de uitgang
vanaf het schoolplein vrij te houden en op de juiste plaats te parkeren. We zijn samen
verantwoordelijk. Wacht a.u.b. uw kind(eren) op op het schoolplein. Hierdoor wordt het op de
stoepen voor de school minder druk en dus veel overzichtelijker. Dank voor uw medewerking.
Eten/drinken:
De kinderen van de onderbouw worden in de gelegenheid gesteld om ‘s morgens iets te eten en te
drinken. Voor de kinderen van de bovenbouw is er natuurlijk ook de mogelijkheid iets te eten of te
drinken in de ochtendpauze. Op vrijdag is het fruitdag.
Traktaties/verjaardagsuitnodigingen:
Als u uw kind laat trakteren, dan liever geen snoep. Een gezonde traktatie, zoals kaas, fruit,
rozijnen e.d. is dan mogelijk.
We willen u vragen om de uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes niet meer onder schooltijd uit te
delen, of uit te laten delen. Op deze manier houden we rekening met kinderen die weinig of
helemaal niet op verjaardagsfeestjes worden uitgenodigd.
Kauwgom:
Op onze school is binnen en buiten kauwgom verboden.
Ziek:
Meldt u dit even voor schooltijd. Dit mag ook met een mailtje (liefst tussen 08.00 u. en 08.45 u.) Als
uw kind niet kan/mag deelnemen aan gym- of zwemlessen, geeft u dan een briefje mee, waaruit dit
blijkt. Het is ons bekend, dat afspraken met de tandarts, huisarts en andere artsen niet altijd na
schooltijd mogelijk zijn. Geeft u ons ook even een berichtje als uw kind om die reden tijdelijk
afwezig is. We nemen contact met u op, als uw kind niet op school verschijnt en wij niet weten
waarom het afwezig is. Mocht u niemand te pakken kunnen krijgen dan kunt u ook een mail sturen
naar [email protected]
Cadeaus maken:
De leerlingen van de onderbouw mogen voor verjaardagen
van vader, moeder, opa en oma een tekening maken, of iets
kleuren. Geeft u wel enige dagen van tevoren een briefje
mee naar school.
Leermiddelen:
Alle leermiddelen zoals boeken en schriften worden door de
school verstrekt. Op school schrijven de kinderen met een
potlood. Vanaf groep 5 mogen de kinderen van thuis een Stabilo of vulpen meenemen.
Kleurpotloden en een gum worden ook uitgedeeld, evenals een liniaal.
Houdt u a.u.b. in de gaten, dat er geen overbodige materialen meegenomen worden naar school.
Inktwissers en correctievloeistoffen staan we niet toe. Dit maakt het werk er niet mooier op en
geeft veel concentratieverlies in de lessen.
De kinderen mogen geen speelgoed en andere kostbare zaken meenemen naar school. Het geeft
vaak onnodige problemen als er iets stuk gaat of zoek raakt.
Bij verjaardagen en Sinterklaas wordt een uitzondering gemaakt, evenals bij bepaalde projecten.
33
Test:
In groep 8 bestaat de mogelijkheid uw kind te laten deelnemen aan een schoolkeuzetest (AOB), die
medebepalend kan zijn voor het type vervolgonderwijs. Aan deze test zijn kosten verbonden. Ieder
jaar ontvangen de belanghebbende ouders informatie en een opgaveformulier. Iedere leerling uit
groep 8 neemt deel aan de CITO-eindtoets. Deze toets is kosteloos.
Schoolkamp/Schoolreis:
In groep 8 gaan de kinderen op kamp. Het kamp duurt drie dagen. Over het kamp ontvangt u via uw
kind tijdig alle informatie.
De groepen 1 t/m 7 gaan op schoolreis. De reis is natuurlijk aangepast aan de leeftijd van de
kinderen. Voor de schoolreis/kamp wordt t.z.t. een bedrag gevraagd.
Telefoneren/ Mobiele telefoons:
In principe zijn we de hele dag bereikbaar. Het kan echter voorkomen, dat alle aanwezigen les aan
het geven zijn en dat er dan niemand de telefoon opneemt. U kunt ons altijd een mail sturen.
Als het nodig is kunnen kinderen altijd van de telefoon van school gebruik maken. Kinderen die toch
een mobiele telefoon meenemen, leveren die bij de eigen leerkracht in.
Schoolfotograaf:
Eenmaal per jaar komt de schoolfotograaf. Deze maakt geheel vrijblijvend een klassenfoto en een
portretfoto van alle kinderen. De aankoop van de foto’s is een vrijblijvende aangelegenheid.
Jeugdbladen:
Via school is het mogelijk een abonnement op een jeugdblad te nemen. Aan het begin van het
schooljaar krijgt u hierover een folder van de uitgever.
De leesstof van deze bladen is aangepast aan de ontwikkeling van kinderen.
Sponsoring:
Hierbij verwijzen we naar een regeling, die in het schoolplan is opgenomen (hoofdstuk 2.5) en op
school ter inzage ligt.
9.7 Te vinden op de website
Om te voorkomen dat deze schoolgids een veel te dik boekwerk zou worden, zijn een aantal zaken
niet als tekst opgenomen maar verwijzen wij u naar de website van Prisma: www.prisma-scholen.nl
Op de Prisma website zijn te vinden:
- MR reglement
- pestprotocol
- klachtenregeling
- internetprotocol
- protocol seksuele intimidatie
- sponsoring
- onderwijs aan langdurig zieken
- schorsing/verwijdering
34
U kunt op de Prisma website ook verder naar de website van onze school.
Daar kunt u o.a. het volgende vinden:
- hoofdluisprotocol
- hoogbegaafdheidsprotocol
- huiswerkprotocol
35