Ontaarde hoogvliegers

Download Report

Transcript Ontaarde hoogvliegers

ALGEMEEN
Ontaarde hoogvliegers
Toen ik op de lagere school zat
leerde ik breien. En ook haken.
En ook pitrieten. Om maar wat te
noemen. De jaren zeventig vormden
een bijzondere tijd. Deze zomer
moest ik denken aan die tijd.
Vooral ook hoe we toen vakantie
vierden. In onze klas was één jongen
die naar het buitenland ging: Spanje,
met het vliegtuig. De rest van de
klas ging óf niet op vakantie (vaak
logeren) óf bleef in Nederland.
Bij ons thuis trokken wij er vaak
met de caravan op uit. De Veluwe,
Overijssel en toen ik in de zesde klas
zat gingen we zelfs naar Denemarken. Als je dan denkt aan het vakantie vieren van nu, dan schrik je.
UNIENFTO-tijdschrift september 2015
Ongetwijfeld zijn er nog steeds veel
kinderen die in de zomer niet op
vakantie gaan. Maar als je soms
tijd dat we in eenvoud leefden en zo
ook vakantie vierden.
Als je dan op je zomerverblijf zit
(wij zaten in de Vulkaan Eifhel - echt
een tip!- en Bathmen bij Deventer),
dan denk je: wat doen we in hemelsnaam? Hoe kan de generatie die
deze jaren zeventig heeft meegemaakt, die die kennis rondom de
milieuproblemen bezit, zich zo in
materialisme hebben laten verliezen.
Natuurlijk, het geldt niet voor
iedereen. Maar hoe je het ook wendt
of keert: een deel van de kinderen
van nu vindt in het vliegtuig stappen
normaal, omdat die ouders het ook
zo normaal vinden. Dat wat ooit
geduid werd als de intellectuele elite
en wat nu gewoon de middenklasse
is (en die haar intelligentie in iets als
ICT materieel te gelde maakt).
is geworden. Natuurlijk, mensen
kopen een green seat. Ze compenseren: maar ze dragen nog steeds
bij aan dat cultuurgoed. Aan dat o zo
idiote idee dat je naar ver moet.
Dat je ergens geweest moet zijn –
want o het is zo uniek.
Woest kan ik daarvan worden.
Woest kan ik worden van de mensen
die lekker fietsen en genieten van de
weidekoeien, maar ondertussen niet
de bijbehorende producten die dit
stimuleren kopen. Het kan aan mij
liggen, maar waarom mag iemand
die vlees eet en melk drinkt van
megastalkoeien nog een kinderboekje van loslopende boerderijdieren
cadeau doen? Als het aan mij lag,
werden de elektronische leermiddelen voor het betreden van het
klaslokaal aangepast. Kinderen
Het kan aan mij liggen, maar waarom mag iemand die vlees
eet en melk drinkt van megastalkoeien nog een kinderboekje
van loslopende boerderijdieren cadeau doen?
bedenkt wat voor vakanties tienjarigen normaal vinden (gewoon
met het vliegtuig naar Azië of naar
Barcelona voor een paar daagjes
hotel), dan word je toch enigszins
depressief. U weet wel, de jaren
zeventig. De tijd dat silent spring en
de Club van Rome waren verschenen en tot het algemeen denkgoed
waren doorgedrongen. De tijd van
de oliecrisis. De tijd dat men ageerde
tegen de spuitbus, maar vooral de
Ja, ons gezin zat deze zomer op de
camping en de storm gierde rondom
de tent, maar er was ook zo veel zon
en ach, de speeltuin en een heuse
knutselclub… En wat te denken van
het goede boek? Nee, ik zat niet
te breien of te pitrieten – die tijd is
voorbij. Maar de vraag drong zich op
(terwijl ik wist wie er allemaal ver
weg waren): hoe kan dit? Hoe kan
het dat deze ontaarding (anders kan
je vliegen toch niet zien?) zo massaal
moeten de twee recente kassabonnen van thuis inleveren en op grond
daarvan zien ze een dier in de wei of
beklemd in een stal zitten. Dat klinkt
cru, maar dit leermiddelenvraagstuk
komt elke vakantie bij me terug.
Jij bent met het vliegtuig daar en
daar geweest – nu, dan zien jouw
leermiddelen er zo uit. Kijk, zie je dit
plaatje met al die zwetende mensen
en mensen op de vlucht vanwege
het barre boze weer, nu dat komt
ALGEMEEN
veel mensen onrecht aan. Maar een
deel van hen, de slimme jongens
en meisjes van de klas, het zijn
ontaarde hoogvliegers. Ontaard – en
daar hebben heel veel anderen en
toekomstige generaties last van.
omdat jouw manier van vakantievieren dit met zich meebrengt.
Want wat jij doet, mag een ander
ook doen – en als iedereen dat dus
doet…
Het grote raadsel. Al die jaren
zeventig, tachtig, negentig mensen:
die het wisten… En die anders hebben gezien, geleerd… Spelen in de
speeltuin, op een trapveldje, wat is
daar niet mooi aan? Een zomer lang.
Die eenvoud. En dan voor de volwassenen: gewoon een boekje… Er is
zoveel moois te lezen. Deze vakantie
las ik onder andere Mahfoez, maar
ook Victor Català – eenzaamheid.
Als je het boek van deze Catalaanse
schrijfster leest, geschreven in 1905,
dan snap je gewoon niet wat we
nu doen. Dan snap je niet waarom
een dergelijke schrijfster hier in den
lande zo onbekend is. Er zijn mensen
die iets te zeggen hebben, er zijn
mensen die een wereld rijk kunnen
maken – die je grenzeloos maken –
waarom dan het vliegtuig in stappen
om in de jungle op verkenningstocht
te gaan?
Ik geef toe: ik ben ook geen heilige
op dit vlak. Mijn leven kent ook meer
materiële tendensen dan ik als kind
van de jaren zeventig en tachtig
ooit wilde – maar het verzet tegen
het consumentisme (de eendimensionale mens) is nog niet gebroken.
Komende tijd mag ik voor mijn
opleiding een minor ontwikkelen
rondom duurzaamheid (circulaire
economie heet het nu – al is dat
niet helemaal mijn jaren zeventig
beeld). En mijn geluk is groot dat ik
weer met een kundig collega mag
samenwerken.
Hij tipte me op een voor mij nog
onbekende uitgeverij: Jan van Arkel.
Ik ben meteen mooie boeken aan
het lezen. Gekocht, dat wel – het is
niet anders (want boekwinkeltjes.nl
had de titels niet). Een van deze
boeken gaat toevallig ook over
bovenstaand thema – dus dat maakt
mij als mens minder eenzaam (en
gelukkig heb ik genoeg vrienden die
nog meer in een soberheidsideaal
volharden). Filosofie van de eenvoud, zo heet het. Ik lees en wacht
op citaten. Hoe de leden van onze
intelligentsia heden ten dage leven.
Ja, het is een generalisme, dat snap
ik maar al te goed en ik doe heel
En het stomme was, ik koesterde
dat het meeste in het onderwijsondersteunend personeel. Voor mij
is dat ook een raadsel. De zachtheid,
de warmte die je dan weer ziet.
Uiteindelijk zorgden de mensen van
het tentamenbureau dat ik er weer
zin in had. Dat ik de zwaarmoedigheid van mij af kon schudden.
Misschien is het de eenvoud, het
willen helpen en assisteren.
Uiteindelijk is dat wat je in de
organisatie en in je omgeving zoekt.
De niet ontaarde hoogvliegers (en
gelukkig zitten die ook onder mijn
collega’s)…
Marc den Elzen
UNIENFTO-tijdschrift september 2015
Marc den Elzen
Verwijt ik het hen – de OH-generatie?
Of verwijt ik het het systeem?
We verdienen misschien gewoon te
veel en een deel van ons verspilt
daarmee te veel. Maar gelukkig
zijn er nog genoeg mensen die wel
standvastig zijn en die wel de
innerlijke verrijking zoeken.
Als ik dan terugkom van vakantie,
dan koester ik dat.